Home Blog Pagina 135

Honkvaste Roderick Gielisse: ‘Ik heb niet de behoefte om ergens anders rond te snuffelen’

Roderick Gielisse heeft al ruim 200 duels achter zijn naam staan voor Rijnsburgse Boys. En dat maakt hem best trots. “Ik vind het een mooi aantal, zeker omdat er ook coronajaren tussen zitten. Ik ben een tijdje geleden in het zonnetje gezet door de club”, zegt de 33-jarige middenvelder van de tweede divisionist. “Niet veel jongens kunnen zeggen dat ze zoveel wedstrijden gespeeld hebben bij één club. Eigenlijk is het best snel gegaan.”

De 33-jarige Gielisse is inmiddels bezig aan zijn negende seizoen op sportpark Middelmors. “De sfeer bepaalt hoe lang je bij een club blijft. Daar heb ik bij Rijnsburgse Boys nooit over te klagen gehad. We hebben al jaren een leuke groep. Met Rijnsburgse jongens, Haagse gasten, Amsterdammers, soms Rotterdammers. Ik vind dat leuk, die mix. Daarnaast ben ik redelijk honkvast. Als ik het ergens naar mijn zin heb, en dat is bij Rijnsburgse Boys het geval, heb ik niet de behoefte om ergens anders rond te snuffelen.”

Tien jaar

In 2015 maakte Gielisse – voormalig speler van ADO Den Haag, FC Dordrecht en Sparta – bewust de keuze om het betaald voetbal achter zich te laten en te kiezen voor Rijnsburgse Boys. “Als profvoetballer heb je zo’n tien jaar om genoeg geld binnen te harken, maar dan moet je wel in de eredivisie spelen. Als je daar speelt verdien je leuk, is het ook met het oog op de toekomst aantrekkelijk, maar in de Keuken Kampioen Divisie verdien je gewoon echt weinig. Zeker onderin de competitie niet. Dat heeft eigenlijk geen zin.”

Maatschappelijke carrière

“Ik heb leuke jaren gehad, bij ADO Den Haag, FC Dordrecht en ook in de eerste maanden bij Sparta, tot Gert Kruys kwam, maar als je rond je 24ste niet serieus doorgebroken bent, niet een volwaardig eredivisiespeler bent, wat moet je dan doen? Doorgaan en na je dertigste een maatschappelijke carrière oppakken? Dan heb je een enorme achterstand. Daar gaat het vaak mis voor oud-profvoetballers, door een gebrek aan begeleiding. Ik ben rond die leeftijd meer en bewuster gaan nadenken over een leven naast voetbal. Een maatschappelijke carrière, met voetballen op amateurniveau en met een vleugje professionaliteit. Voor mij veel aantrekkelijker.”

Inmiddels werkt Gielisse al acht jaar in de Rotterdamse haven. Tussen mensen die het hart op de tong hebben. “Ik ben accountmanager in de technische detachering. Een leuke baan. Ik moet heel veel slap ouwehoeren, dat kan ik best aardig, ha ha. In mijn vakgebied praat je heel veel, met heel verschillende mensen, het is relatiebeheer. Je lult over koetjes en kalfjes, voetbal, politiek, ga zo maar door. Ik vind dat heerlijk.”

Rechtsback

Als jonge profvoetballer was Gielisse een rechtsback, inmiddels staat hij bij Rijnsburgse Boys op het middenveld en is hij reserve-aanvoerder. “Ook in mijn eerste periode hier stond ik rechtsback. Daarna kwam ik rechts centraal te staan, tot het eerste coronaseizoen eigenlijk. Henk Wisman besloot me toen op het middenveld te zetten. Dat bevalt prima. Het is heel anders voetballen natuurlijk, maar wel beter voor een speler van 33. Voetbal verandert, het spel wordt steeds sneller. Met backs die opkomen, een hele kant bestrijken. Heen en weer vliegen. Heen ging voor mij nog wel, maar terug werd steeds lastiger”, lacht hij.

Op het middenveld is Gielisse een belangrijke schakel voor Rijnsburgse Boys, dat vorig seizoen lang uitzicht had op de titel in de tweede divisie. “Het komt meer aan op voetballend vermogen. Ik doe veel op inzicht, want heel eerlijk, je wordt toch wat trager. De trainers die ik heb gehad nemen me zoals ik ben. Ik word niet op de snelste nummer tien gezet van de tegenstander, maar meer op een controlerende middenvelder.”

Het mislopen van het kampioenschap in de tweede divisie vorig seizoen met Rijnsburgse Boys doet Gielisse nog steeds pijn. In de voorlaatste competitiewedstrijd bij Jong FC Volendam (4-3) vergooide de hoofdmacht een unieke kans. Katwijk pakte de titel, Rijnsburgse Boys werd tweede, voor AFC uit Amsterdam. “Super pijnlijk”, zucht Gielisse. “Daar kan ik kort over zijn. Dat heeft iedereen zo ervaren op de club. Het was hét moment om de titel te pakken, zo voelde het, nu of nooit. Eigenlijk zat vorig seizoen alles mee. Een goede selectie, heel weinig blessures, en we wonnen zelfs de slechte wedstrijden.”

5-2-3

“Maar toen kwam die wedstrijd tegen Jong FC Volendam. We gingen ineens wat anders doen. De trainer, Henk Wisman, heeft het echt fantastisch gedaan, maar in die wedstrijd wilde hij 5-2-3 spelen in plaats van het vertrouwde 4-3-3. Op de training liep dat al niet lekker en in de wedstrijd stonden we na een kwartier met 2-0 achter. Er ontstonden overal gaten op het middenveld. Het werd toen echt zo’n alles-of-niets wedstrijd, maar uiteindelijk verspeelden we daar onze titelkansen.”

Een klap die nog wel even nadreunde in Rijnsburg. “Het was een unieke kans op het ultieme. Om de beste amateurclub van Nederland te worden. Ik ben een verkapte Rijnsburger geworden, was toen 32 jaar, hoe vaak komt dit nog voor? Rijnsburgse Boys heeft een prima begroting, we horen echt in de top-7 denk ik, maar er zijn clubs met meer mogelijkheden. Dat zie je dit seizoen. Het zit dit jaar niet allemaal mee. Wel blessures, en veel ook. Geen vastigheid meer, met als gevolg dat onze nieuwe trainer, Martijn Lagendijk, ontslagen wordt.”

Exit trainer

Over dat besluit om na een paar maanden afscheid te nemen van Lagendijk is Gielisse duidelijk. “Ik was het daar niet mee eens. Daar verras ik niemand mee hoor, dat weten ze op de club ook. Henk Wisman had 180 jaar ervaring in het trainersvak, Lagendijk met zijn 43 jaar niet. Het was een bewuste keuze van Rijnsburgse Boys om met een jonge technische staf aan de slag te gaan. Dan moet je meer geduld hebben of hem meer begeleiden. Maar ja, dat vind ik, en ik bepaal niet.”

Toegevoegde waarde

Met zijn 33 jaar zit Gielisse in de herfst van zijn carrière, maar aan stoppen denkt de middenvelder nog niet. “Het is heel simpel: als ik nog iets toevoeg aan het team en fit blijf, ga ik door. Ik speel vrijwel alles. Dat een jonge speler mijn plek een keer over gaat nemen is duidelijk, maar ik ben nu nog van toegevoegde waarde. Ik blijf ook na mijn carrière sowieso actief in de voetballerij. Of dat als trainer is weet ik niet. Vraag het me over vijf jaar nog maar een keer!”

Klik op Rijnsburgse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rijnsburgse Boys voor meer informatie over de club.

 

 

 

‘Trainers vinden wordt steeds moeilijker’

Als leider van een jeugdteam en lid van het technisch kader, is Corné Bouman bij Wilhelmina’26 meer dan nauw betrokken. En dat terwijl hij zelf in het verleden nooit op een voetbalveld stond. Als voetballer dan. “Ik was altijd met andere dingen bezig.”

Hoe anders is dat nu. Als leider van de JO16 en JO17 van Wilhelmina’26/NOAD’32. Het samenwerkingsverband met de buurman. “Dat doe ik nu sinds vier jaar. En als ik niet kan, doet mijn vriendin het. De zoon van de vorige leider stopte ermee, toen vroegen ze het aan mij. Je bent er toch altijd al en regelt van alles mee, zeiden ze. Is dat iets voor jou?” En dat bleek. “Ik ging vaak mee, ook om trainingen te kijken. Inmiddels loop ik hier tien seizoenen rond, het is hartstikke gezellig onder elkaar. Een goede sfeer en iedereen wil helpen.”

Bezig zijn

En dat allemaal, dankzij ‘zijn jongens’. “Door mijn kinderen ben ik bij Wilhelmina’26 gekomen. Zelf heb ik nooit gevoetbald, heel vroeger een keertje. Op mijn zevende. Thuis hadden we een eigen zaak, in auto’s. Dus eigenlijk waren we altijd bezig. Aan voetballen heb ik toen nooit echt gedacht.”

Maar gelukkig, is Bouman (47) er nu dus wel. Tegenwoordig ook als lid van het technisch kader voor de jeugd. “Daar praten we over spelers en natuurlijk trainers. Soms overleggen we ook met ze. Alles om de jeugd bezig te houden.” Want die jeugd, moet in beweging zijn. “Binnen de vereniging hebben we nu twee stagelopers, die zetten de oefeningen uit voor de JO7 tot en met de JO12. En twee jaar geleden zijn we begonnen met de voetbalschool, dat heeft ook al een aantal trainers opgeleverd.” In teamverband, buiten bezig zijn. “Je merkt toch wel dat kinderen veel achter de computer zitten. Eigenlijk heb je twee type voetballers. Jongens die er altijd zijn, of gasten die alleen komen als het mooi weer is. De mentaliteit is wat dat betreft wel veranderd.” En dat merkt Bouman in de praktijk. “Bij de JO16 en JO17, heb je te maken met twee clubs. Dat maakt het nog wat lastiger. Mijn jongste zit in de JO12, die hebben dertien spelers, en zijn er altijd.”

Betrokkenheid

Ook voor de ouders, is daar een taak weggelegd, denkt hij. “Die zouden af en toe iets meer hun mond mogen houden, richting de jongens.” Maar ook, zo gaat Bouman verder. “Wat vaker komen en meer betrokkenheid tonen.” Want, weet de inwoner van Wijk en Aalburg. “Goede trainers vinden, voor alle teams, wordt steeds moeilijker.” Toch is dat nodig, beseft hij. “De jeugd moet uiteindelijk doorgroeien naar het eerste, tweede of de vrouwen.” En vooral dat laatste, behoeft de nodige aandacht. “Het is belangrijk om vrouwenvoetbal voor de club te behouden.” Zoals ze ook Bouman moeten zien te behouden. “Ik blijf zo lang mogelijk betrokken. De communicatie is kort en we kunnen iedereen zo opbellen. Als je wat vraagt, wordt het geregeld. Het gevoel is gewoon goed!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.

Delano a Cohen: ‘De trainers die ik in mijn carrière gehad heb vullen mijn bagage’

0

Delano a Cohen is weer thuis. Zo voelt het althans voor de oud-speler van de Katwijkse club Quick Boys. Sinds dit seizoen is hij assistent-trainer van het eerste elftal. “Deze vereniging heeft een speciale plek in mijn hart”, zegt A Cohen.

Hij is pas 32 jaar, maar A Cohen besloot na vorig seizoen toch te stoppen met voetballen om bij Quick Boys aan de slag te gaan. “Ik wil mezelf ontwikkelen als trainer. Toen ik een belletje kreeg, waar ik echt nooit op gerekend had, wist ik wat ik moest doen. Al is het niet niets om je eigen voetbalcarrière op te geven.”

A Cohen speelde op dat moment bij Nieuwenhoorn, waar hij was begonnen aan zijn tweede periode. De middenvelder speelde in zijn carrière verder bij Excelsior en Almere City FC en bij gerenommeerde amateurclubs als Barendrecht, Zwaluwen Vlaardingen én Quick Boys. Tussen 2015 en 2018 acteerde hij op sportpark Nieuw Zuid. “De mooiste periode van mijn loopbaan”, zegt hij zonder twijfel.

Enorme aanhang

“Ik kwam hier binnen, werd gelijk aanvoerder en we pakten de titel. Quick Boys is een geweldige club, met een enorme aanhang. Dat is niet normaal. De supporters zijn geweldig. Ook bij uitwedstrijden gaan ontzettend veel mensen mee. Het gevoel nu is precies hetzelfde, ook al ben ik even weggeweest. De hele technische staf is nieuw, met Thomas Duivenvoorden als hoofdtrainer, maar de rest is hetzelfde gebleven. Het is vertrouwd. Dezelfde supporters, dezelfde sponsors, teammanager, fysiotherapeut.”

A Cohen is ambitieus als trainer, verklapte hij al. “Ik moet een aantal jaren als voetballer missen, maar daar krijg ik zoveel voor terug. Het is lastig om uit te leggen, maar ik heb hier met mijn volle verstand voor gekozen. Met Thomas kan ik mezelf ontwikkelen als trainer. In mijn periode als voetballer trainde ik al jeugdteams. Dat deed ik bij Nieuwenhoorn, maar ook in de stichting van Feyenoord. Ik was al bezig met het trainerschap.”

Adrie Poldervaart

Een belangrijke man in de carrière van A Cohen is Adrie Poldervaart, de huidige assistent-trainer van eredivisieclub Fortuna Sittard en voormalig hoofdtrainer van onder meer Excelsior en De Graafschap. “Adrie is mijn voetbalvader en vertrouwenspersoon. In het seizoen 2015/2016 brak ik mijn enkel en aan zijn hand ben ik toen hersteld”, legt A Cohen uit.

Poldervaart was jarenlang fysiotherapeut van Excelsior en had in Rotterdam zijn eigen praktijk. “Ik wist toen niet eens of ik ooit nog kon voetballen, maar Adrie heeft me erdoorheen gesleept. Ik heb nog steeds dagelijks contact met Adrie en leer enorm veel van hem. We hebben het vaak over tactieken. Hij is enorm bevlogen. Adrie woont in Hellevoetsluis, werkt in Sittard, maar komt zo nu en dan wel naar Katwijk om te kijken hoe wij trainen. Hij is zo geïnteresseerd.”

A Cohen maakte Poldervaart mee als trainer bij Zwaluwen Vlaardingen en opvallend is dat ook Poldervaart een verleden heeft bij Excelsior, Barendrecht en Nieuwenhoorn. “De trainers die ik in mijn carrière gehad heb vullen mijn bagage. Jack van den Berg bij Barendrecht, Jan Zoutman bij Quick Boys, Thomas dit seizoen. Mijn doel is om ooit zelfstandig voor een groep te staan en als dat gebeurt hoop ik dat mensen mijn hand zien. Hoe ik een elftal tactisch neerzet, betrokken ben bij spelers en mij zien als onderdeel van het team.”

Hoogtepunt

In de tweede divisie draait Quick Boys dit seizoen prima. “Ik denk dat wij met Quick Boys herkenbaar voetballen. We gaan uit van eigen kracht. De resultaten zijn positief en soms wel verrassend, maar we stoppen er veel energie in. De eerste wedstrijd van het seizoen, bij De Treffers (1-3), was wel een hoogtepunt. We waren toen in fases zo dominant.”

“Ik geniet ontzettend bij Quick Boys tijdens trainingen en wedstrijden, alleen aan de wind en regen ga ik nooit wennen.  En gelukkig steunt mijn vriendin mij volledig in deze keuze. Ooit wil ik zelfverstandig trainer worden, mijn UEFA A-diploma halen, maar in de komende jaren wil ik als assistent succesvol zijn met Quick Boys.”

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Samenwerking nieuwe impuls voor RVVH-vrouwen

Het blauw en wit van RVVH is dit seizoen vermengd met het rood en wit van Sparta. Beide clubs zijn tot een unieke samenwerking gekomen om het vrouwenvoetbal van een nieuwe impuls te voorzien. “We willen onze aantrekkingskracht vergroten.”

Het eerste succes van de SVO RVVH/Sparta kan al genoteerd worden, want het beloftenteam van het samenwerkingsverband kon onlangs promotie naar de eerste divisie noteren. Daarmee is één van de twee dit seizoen gestelde doelen al gehaald. “Dat was om met het beloftenteam in de derde fase de eerste divisie te bereiken”, zegt Manuela Grootenboer, die vertegenwoordiger is van de vrouwentak in het RVVH-bestuur en ook als zodanig verantwoordelijk is voor de contacten met Sparta.

Voor het tweede doel moet nog wel wat gebeuren, want de hoofdmacht van de SVO is vooralsnog een bescheiden middenmoter in de eerste klasse. “Het doel is om te promoveren naar de hoofdklasse”, vertelt Grootenboer. “We hadden een matige start, maar inmiddels zijn we aan een opmars bezig. Het seizoen is nog pas halverwege.”

Trainer van het RVVH/Sparta-hoofdmacht is Marcel van Daalhuizen. Hij was het ook die een eerste aanzet gaf voor de samenwerking tussen de beide verenigingen. “Beide clubs zien grote mogelijkheden om het vrouwenvoetbal samen naar een hoger plan te brengen”, zegt Grootenboer. “Sparta wil graag hogerop, wij ook.”

Zo kort de geschiedenis is van het vrouwenvoetbal bij Sparta, zo rijk is die historie bij de RVVH-vrouwen. Jarenlang speelden de Ridderkerkse vrouwen op het hoogste amateurniveau. Grootenboer weet daar zelf alles van, want zij maakte jarenlang deel uit van de vaste basiself, waarmee ze ook veelvoudig de Rijnmond Cup won. Ze was een multifunctionele speler die op iedere positie op het middenveld en aanval kon spelen. “Ik denk dat ik een fijne speler was voor een trainer”, kijkt ze terug. Ruim twee seizoenen zwaaide ze als speler af om meer tijd te steken in haar maatschappelijke carrière. Ze is inmiddels alweer enige tijd verbonden als vaste fysiotherapeut bij het vrouwen-beloftenteam van Feyenoord. Met haar nam nog een groot deel van een succesvolle generatie afscheid. “In dat laatste seizoen moesten we nacompetitie spelen om in de topklasse te blijven. Omdat we toen al wisten dat het tweede elftal onze plaats zou innemen, hebben we gekozen voor vrijwillige degradatie en ons teruggetrokken voor die nacompetitie. Vorig seizoen zijn we met RVVH helaas gedegradeerd uit de hoofdklasse.”

Met de steun van Sparta hoopt RVVH snel weer de weg omhoog in te slaan. “We hebben samen meer aantrekkingskracht op talentvolle meisjes. De concurrentie in de regio is enorm, met Feyenoord, Excelsior en ADO Den Haag. Er zijn meer clubs in dezelfde vijver aan het vissen.”

De samenwerking omvat op dit moment twee teams, de hoofdmacht en het beloftenelftal, maar een uitbreiding is één van de mogelijke opties, geeft Grootenboer aan.

RVVH en Sparta spelen in het Sparta-tenue, maar er zijn plannen om in de toekomst ook in RVVH-outfit te gaan spelen. “Het eerste team speelt en traint bij Sparta, de beloften doen dat bij ons. Om binding te houden  speelt het eerste team de beker en andere Cup-wedstrijden in Ridderkerk en andersom geldt dat ook voor het beloftenelftal.”

 

Klik op RVVH voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RVVH voor meer informatie over de club.

RBC door naar achtste finales na overwinning op Hoeven

RBC heeft de achtste finales bereikt in het districtsbekertoernooi. De ploeg van trainer-coach Mark Klippel had het voor rust al beslist toen het leidde met 0-4. Na de rust werden er nog twee bij geprikt tegen Hoeven. In de volgende ronde treft RBC competitiegenoot TSC.

RBC begon met dezelfde elf zoals afgelopen dinsdagavond tegen FC Dordrecht O21 (3-2 winst). Opvallend in het duel was dat Hoeven op voorsprong kon komen toen een bal doorschoot. De bal werd echter simpel gepakt door doelman Roy de Weert. RBC mocht het spel maken, de thuisploeg bleef vooral rond de eigen zestien hangen. Het hoge baltempo resulteerde al snel in enkele kansen. Het was uiteindelijk Marwin Reuvers die na een goede aanval een rebound erin tikte. Nog voor de rust werden er drie bij geprikt. Eerst scoorde Tom de Bonte, waarna Jens Wirix en Sander Wirix beiden met het hoofd scoorden na beide bedient te zijn via Moustafa Mohammad.

In de tweede helft bleef RBC druk zetten en dat zorgde al snel voor de vijfde treffer toen Jens en Sander Wirix elkaar vonden en die laatste voor zijn tweede van de middag zorgde. Het slotstuk was voor Mohammad die de 0-6 kon aantekenen. Klippel wisselde daarna veelvuldig. Kansen waren er nog wel, maar gescoord werd er niet meer. Klik hier voor een samenvatting van de wedstrijd. Voor een nabeschouwing met trainer-coach Mark Klippel klik je hier.

Op 18 februari komen RBC en TSC elkaar tegen in het Atik Stadion voor een plek in de kwartfinale. Op 28 januari gaat RBC op bezoek bij TSC voor de competitie. Komende week vervolgt RBC haar weg in de competitie met een thuisduel tegen nummer twee WNC.

Hoeven – RBC 0-6 (0-4)

Opstelling RBC: Roy de Weert; Sander Wirix, Perry Bierkens, Glaucio Ventura Tiago (Vincent van Hoof), Jordi Ewanena; Marwin Reuvers (Randy Elst), Rhomar Boudzra (Anass el Gamali, Jens Wirix; Jay-Jay Meierdres, Tom de Bonte (Emile Linkers), Moustafa Mohammad (Anwar Tarfit)

Scoreverloop: 11′ Marwin Reuvers 0-1; 21′ Tom de Bonte 0-2; 26′ Jens Wirix 0-3; 41′ Sander Wirix 0-4; 50′ Sander Wirix 0-5; 54′ Moustafa Mohammad

Scheidsrechter: M. Uijttewaal

Klik op RBC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RBC Roosendaal voor meer informatie over de club

Wedstrijdverslag Victoria’04 – Cion

0

De oefenpot ter voorbereiding op de hervatting van de competitie leverde een
interessant en nuttig duel op tussen de buren Cion Vlaardingen en Victoria’04. Beide teams lieten goed verzorgd voetbal zien. De defensies hielden het slot op de deur.

In de omschakeling werd de aanval snel gezocht. Het spel golfde over en weer. Naar
mate de wedstrijd vorderde kreeg Cion meer balbezit, doch wist het counterende
Victoria’04 geen pijn te doen.

Het vizier stond echter (nog) niet op scherp, want zowel Cion als Victoria’04
verzuimden enkele 100% kansen te verzilveren mede door het goede keeperswerk
aan beide zijden. In de tweede helft deden beide ploegen niet voor elkaar onder.
Pas in de slotfase wist Roy Meerten met een fraai schot in de kruising de
eindstand op 1-0 te bepalen in het voordeel van Victoria’04.
De competitie kan beginnen.

Doelpunt Victoria’04: Roy Meerten.

Selectie Victoria’04: Jochem van der Hoff, Dion Engelbracht, Bart van der Hoeven,
Michael Blok, Robbin Winsveen, Oscar Knecht, Nick Rutten, Lars de Visser, Remco
van der Laan, Jelle Blankestijn, Colin Pleijsier, Roy Meerten, Jur de Visser, Rilgilio
Ramsubagh, Joey van der Zouwen, Nailey Girigorie.

Klik op sc Victoria’04 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sc Victoria’04 voor meer informatie over de club.

Dinand de Winter wil zich fluitend ontwikkelen

Dinand de Winter heeft zijn passie gevonden als scheidsrechter. De 17-jarige Barendrechter zet er zelfs zijn eigen voetballoopbaan voor opzij. Dromen doet hij van het Europese miljoenenbal.

Op welke leeftijd ben je begonnen?

Dinand:  “Ik ben als 14-jarige begonnen met fluiten in 2021. Het leek mij erg leuk doordat ik geïnspireerd raakte door het kijken naar wedstrijden in de eredivisie en de Champions League. Vooral de manier waarop Bjorn Kuipers floot, sprak mij erg aan.”

“Ik heb het er met mijn vader over gehad dat ik scheidsrechter wilde worden en hij kwam met het idee om de scheidsrechtercoördinator bij VV Smitshoek, Jeffrey Muller, aan te spreken.

“Jeffrey is niet alleen de coördinator, maar ook de opleider van scheidsrechters binnen de club. Toevallig was Jeffrey scheidsrechter van onze wedstrijd. Ik speelde toen nog in de JO15-5 en na de wedstrijd  ben ik naar hem toegelopen. Een week later floot ik al mijn eerste wedstrijd.”

Ben je voor de leeuwen gegooid?

“Nee, zeker niet. Je wordt absoluut niet in het diepe gegooid. Jeffrey heeft ruimschoots voor de wedstrijd grondig met mij de basisregels van de wedstrijd doorgenomen. Regels zoals waar je als scheidsrechter moet lopen en wanneer is het nou buitenspel of niet. Maar ook hoe geef je als scheidrechter aan wanneer het een overtreding is en voor welk team de vrije bal is, Maar ook hoe je het beste kan samenwerken met de grensrechters.”

“Ik vond het erg spannend, maar ik kreeg in de rust een compliment van Jeffrey omdat ik volgens hem een dappere beslissing had genomen.”

Hoe heb je je verder kunnen ontwikkelen?

“Ik ben via de scheidsrechteropleiding de voetbalspelregels gaan leren en heb hierin ook spelregeltoetsen gemaakt. Met de tijd ben ik steeds hogere wedstrijden gaan fluiten en heb  onlangs zelfs de JO23-1 mogen fluiten, wel met begeleiding uiteraard. Deze begeleiding kwam tot stand via de headset die de club vorig jaar heeft aangeschaft.”

Hoe werkt die begeleiding precies?

“Met deze headset sta ik direct in contact met de begeleider en krijg ik hier en daar soms wat aanwijzingen tijdens de wedstrijd. Ook kan ik vragen of ik een goede beslissing had genomen. Dit geeft mij een rustgevend gevoel. Na de wedstrijd evalueren de begeleider en ik altijd wat er die wedstrijd gebeurd is en vraag ik altijd of ik juiste keuzes gemaakt heb. Het is belangrijk dat je altijd dicht op een situatie staat. Een onjuiste beslissing nemen op vijf meter is beter te verkopen dan een juiste beslissing maken op vijftig meter afstand. Hierin speelt vooral mijn conditie een grote rol en ook daarin krijg ik een schema van de club om dat te verbeteren.”

Welke ambities heb je als scheidsrechter?

“Ik wil graag een cursus verenigingsscheidsrechter gaan volgen bij Smitshoek om vanuit daar door te groeien naar de KNVB. Mijn ultieme droom is uiteindelijk het betaald voetbal te bereiken en heel stiekem droom ik ook van een Champions League finale.”

Klik op Smitshoek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Smitshoek voor meer informatie over de club.

Bas Antens nieuwe trainer vv R.S.V. 2024/2025

Op de social media kanalen van vv R.S.V. heeft de club uit Rucphen laten weten dat zij een nieuwe trainer gevonden hebben, in de persoon van Bas Antens. De 36-jarige Bas Antens wordt bij de vierdeklasser de opvolger van Jaimy van Wortel, die na drie succesvolle jaren naar W.V.V. ’67 vertrekt.

Antens is momenteel trainer bij BSC Roosendaal. De ploeg uit Roosendaal komt na het kampioenschap van vorig seizoen uit in de 3e klasse zondag, waar het momenteel de (gedeeld) 1e plaats bezet. Het moeten verlaten van zijn ‘’comfortzone’’ was één van de moeilijkste aspecten van zijn beslissing. De oefenmeester is namelijk al zijn hele leven betrokken bij de vereniging. Dit gaf Antens aan in een eerder interview met VoetbalJournaal.

Reactie bestuur RSV

R.S.V. is blij met de aanstelling. “We zijn een snel groeiende vereniging met een goede selectie en aanstormende jeugd. Bas is voor ons de juiste persoon om de eerste selectie te begeleiden in een omgeving waarin ambitie en goede sfeer hand in hand gaan”, aldus R.S.V.-voorzitter Ronald Suijkerbuijk.

Reactie Antens

Bas Antens zelf is eveneens enthousiast: “Ik heb een heel goed gevoel bij R.S.V. Uiteraard heb ik nu nog de volledige focus op BSC, maar heb ook zin om volgend seizoen bij een voor mij nieuwe vereniging aan de slag te gaan!”

Wij wensen Antens en vv R.S.V veel succes met hun toekomstige samenwerking!

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

Voetbalkooi geeft Sparta’30 meer ruimte

Als je het sportpark van Sparta’30 oploopt, kun je hem eigenlijk niet missen. Meteen aan de linkerkant. De nieuwe voetbalkooi van de club uit Andel trekt sinds de opening dan ook veel bekijks. En daar is voorzitter Jan de Fijter natuurlijk maar wat blij mee. “Het is een mooie uitwijkmogelijkheid!”

En dat is nodig ook, weet de 43-jarige voorzitter. “De accommodatie is drukbezet. Mede door de vele aanwas bij de kaboutertjes. Maar we hadden geen ruimte.” Tot iemand jaren geleden met het idee voor een pannakooi op de proppen kwam. “We zagen het bij andere clubs én als ons eerste aan het spelen was, waren er altijd een stuk of twintig, misschien wel dertig kinderen aan het voetballen. Die wil je ook iets bieden.” Dus besloot De Fijter te gaan zoeken. “Naar sponsoren.” En vervolgens werd er een klein comité opgericht. “Hoe gaan we dat vormgeven? Je kent veel mensen, dus zijn er ook veel mogelijkheden.”

Kantine

Dat allemaal geregeld, werd er eind juni begonnen met de ‘bouw’. Een aantal weken geleden, werd door Arie Westerlaken het lintje doorgeknipt. “Die opening was hartstikke leuk! Met sponsoren, vrijwilligers én spelers van het eerste elftal.” En ook De Fijter zelf, is er maar wat blij mee. “Een pannakooi bleek uiteindelijk iets te klein, dus we hebben het groter getrokken. Het is nu echt een voetbalkooi geworden. Van twintig bij twaalf meter.”

Mede daardoor meer dan handig in gebruik. “We hadden soms best problemen om alle teams qua ruimte kwijt te kunnen. Dit is een mooie uitwijkmogelijkheid. De kaboutertjes kunnen daar gewoon trainen!” Dat allemaal, met toezicht, lacht de inwoner van Andel. “De kooi staat gelijk aan de linkerkant, als je aankomt. Dat hebben we bewust gedaan, zodat je altijd zicht kunt houden vanuit de kantine.”

Een nieuw hoogtepunt voor De Fijter, nadat hij ruim twee jaar geleden toetrad tot het bestuur. “Nieuwe bestuursleden én een zoektocht naar een voorzitter. Toen heb ik samen met Peter Tankens het voorzitterschap op me genomen.” Heel gek, is dat laatste ook niet. “Ik voetbal al vanaf mijn zesde bij Sparta’30 en zat tot twee jaar geleden nog in het eerste.” Als spits. “Tot mijn achttiende heb ik gekeept, daarna kreeg ik problemen met mijn rug en ben ik gaan voetballen. Dat vond ik ook heel leuk! En als aanvaller, wist ik natuurlijk wat keepers gingen doen.”

Lange termijn

Tegenwoordig voetbalt De Fijter nog regelmatig met vrienden in het vierde, bij een club die voor hem inmiddels als thuiskomen voelt. “Iedereen kent iedereen en de sfeer is fijn.” En met drie kinderen die voetballen, zijn de dagen meer dan goed gevuld. “Ik ben ook nog trainer van de JO12, dus vooral de zaterdag is druk!”

Maar druk, heeft iedereen het tegenwoordig, weet De Fijter inmiddels. “Peter is al een vriend van mij, sinds de basisschool. Hij heeft een bouwbedrijf en ik werk als fysio. Dus wilden we het voorzitterschap graag opsplitsen.” Daardoor is Tankens nu met name verantwoordelijk voor de senioren en de accommodatie, De Fijter richt zich meer op de jeugd. Duidelijke aanspreekpunten dus. “En dat gaat goed! We kennen allebei natuurlijk veel mensen en ze willen iets van ons aannemen.”

Bijvoorbeeld op het gebied van jeugdvoetbal. “Je moet ergens beginnen met opleiden. Van onderaf, werk je toe naar het eerste. Als je van jongs af aan goede trainers hebt met een voetbalachtergrond, heb je daar op lange termijn profijt van.” Tot nu toe, lukt dat best aardig, vindt De Fijter. “We blijven een dorpsclub, maar spelen met onze jeugd op een mooi niveau. Uiteindelijk wil je die jongens inpassen in het eerste.”

En op die manier een stabiele derdeklasser worden. “Dat hebben we met z’n allen uitgesproken. Maar dan wel met zoveel mogelijk eigen jeugd. Daar komen de mensen uiteindelijk voor.” Al valt dat niet altijd mee. “Jongens van zestien of zeventien, hebben ook heel veel andere dingen te doen. Het is een uitdaging om iedereen tevreden te houden. Mensen moeten met plezier naar onze club komen, dat is waar Sparta’30 voor staat.” Dat zit bij De Fijter zelf, in ieder geval wel goed. “Ik heb er voorlopig nog geen moment aan gedacht om te stoppen!”

Klik op Sparta’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Sparta’30 voor meer informatie over de club.

Vrouwen 30+ maakt NOAD’32 nog gezelliger

Schoentjes uit de schuur en lekker voetballen. Hoewel Hilde Blijenberg bij NOAD’32 tegenwoordig coach is van de Vrouwen 30+, komt dat nog wel eens voor. Maar gelukkig, vindt de oud-speelster dat allesbehalve erg. “Het spelletje verleer je niet!”

En dat is in haar geval, eigenlijk nog best logisch ook. “Ik ben hier op mijn vijftiende meteen aangesloten bij Dames 1. Toen ik begon, heel lang geleden, was er nog niet echt sprake van meisjesvoetbal. Dan zat je automatisch al in het eerste.” Inmiddels veertig jaar verder, is dat natuurlijk heel anders. Ook bij NOAD’32. “Dat heeft mede te maken met de prestaties van de Oranjeleeuwinnen. Jongere meisjes gaan nu veel sneller op voetbal. Die willen we graag de mogelijkheid bieden.” Toch hing Blijenberg (56) haar eigen voetbalschoenen vijf jaar geleden dus aan de wilgen. Na een vooral plezierige carrière. “Ik ben begonnen als rechtsback, toen onze middenvelder stopte, mocht ik ‘mid-mid’ gaan spelen. Dat waren grote schoenen om te vullen, maar het ging goed.”

Populariteit

Haar dochter treedt op haar beurt weer in haar voetsporen. “Die zit nu ook bij het eerste! Op het middenveld, dus dat loopvermogen heeft ze van mij. Haar techniek is alleen wel een stukje beter.” Heel gek is dat gezien de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal, natuurlijk ook niet. “De populariteit is door het Nederlandse team enorm gegroeid, dat hebben we ook hier de laatste jaren gemerkt.  Wij moesten vroeger zelf ons tenue regelen, dan kon je in het dorp naar de winkel. Om een shirt, broekje en kousen. Nu is alles heel goed geregeld en doen we niet onder voor de mannen. De dames zijn net zo belangrijk, daar wordt geen verschil in gemaakt.”

En dat merk je bij de club, vertelt Blijenberg. “We hebben nu ook een MO20 en er heerst geen mannencultuur. Dames maken al heel lang onderdeel uit van de vereniging. In mijn tijd was dat bij veel voetbalclubs nog niet gebruikelijk. Moest je voor wedstrijden ook altijd veel verder weg.” Hoe anders is dat nu. “Het is veel gezelliger als er ook meiden en dames zijn in de kantine. Dat voegt iets toe.”

Net als dat de Vrouwen 30+ dat sinds dit seizoen doet. “We spelen in een competitie met vijf teams, zeven tegen zeven. Iedere keer organiseert een club de wedstrijden en speel je onderling tegen elkaar. Op een andere locatie.” Met een nieuw team dus. “Twee jaar geleden hadden we nog twee damesteams, daar moesten we er één van maken. Dames waren gestopt, maar hadden toch weer zin om te voetballen. Zo is dit idee vervolgens ontstaan.”

Damesafdeling

Met Blijenberg en Babs Millenaar, als een soort kartrekkers. “Ik zat al jaren in een damescommissie, dus regelde altijd wel veel. En ik vind het mooi om betrokken te zijn. Voetbal is nog steeds zó leuk.” Ook om het zelf te doen. “Als we er te weinig hebben, doen we toch nog even mee. Het spelletje verleer je niet. De gezelligheid onderling, lekker buiten sporten. Mooier kan toch niet?”

Bij een club die Blijenberg past als een jas. “Weinig ‘poeha’, gewoon lekker normaal. Saamhorigheid en iedereen is welkom.” Trainen doet het team, bestaande uit dertien speelsters niet, maar alles tot in de puntjes regelen natuurlijk wel. “Babs en ik zorgen dat we voldoende dames hebben en dat de praktische zaken rondom het team geregeld zijn.” Toch ziet de inwoonster van Wijk en Aalburg nog ruimte voor verbetering. “We zijn net iets te klein om een echte damesafdeling te maken. Ik zou het heel leuk vinden als we dat uit zouden kunnen breiden.”

Al hoeft dat nog niet meteen een nadeel te zijn, denkt Blijenberg. “Tussen de jongens voetballen, is goed voor de ontwikkeling van het meisjesvoetbal. En hoe eerder je begint, hoe sneller je het oppikt.” Dus doet ze en passant nog een klein oproepje. “Het blijft lastig om aan trainers te komen. Daarom zou het mooi zijn als meer mensen inspringen. Als we jeugdteams beter kunnen vullen, heb je meer aanwas en speel je uiteindelijk op een hoger niveau.”

Al blijft dat lastig. “Er zijn veel meer sporten te doen, zie dan de jeugd maar naar de voetbal te krijgen. Wie blijft er tegenwoordig nou nog zolang voetballen?” Nou, Blijenberg dus. “Ik hoop dat we de 30+ nog jaren kunnen blijven doen. Daar ligt ook een mooie toekomst voor de dames die stoppen bij het eerste en hier hun steentje bij willen dragen!”

Klik op NOAD’32 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NOAD’32 voor meer informatie over de club.

 

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.