Home Blog

‘Een teleurstelling als je het niet haalt’

Na zes jaar in de jeugdopleiding van NAC Breda, maakte Sam Bielok twee seizoenen geleden de overstap naar RKVV Roosendaal. Eerst om in de JO19 samen met zijn vrienden te voetballen, maar al snel werd hij doorgeschoven naar het eerste van de tweede klasser. “Het was wel even schakelen bij de amateurs.”

Met zijn vertrek bij NAC, heeft de twintigjarige verdediger dan ook wel een tijdje gezeten, is hij eerlijk. “Tuurlijk is het een teleurstelling, als je het niet haalt.” Toch kijkt Bielok met een goed gevoel terug op zijn tijd in Breda. Waar hij vanaf de JO12 tot en met de JO18 voetbalde. “Het was zwaar, maar wel heel leuk. Je gaat met teamgenoten naar dezelfde school en traint bijna iedere dag samen. Dat zorgt voor een heel goede band.” Vooral met het verschil in trainingsarbeid, had de rechtspoot in het begin bij Roosendaal moeite, vertelt hij. “Terug naar twee keer trainen en op een stuk lagere intensiteit.”

WISSELEND SUCCES


Bielok begon vorig seizoen, dan ook in de JO19 van de club. Een bewuste keuze, legt de ‘back’ uit. “Door NAC had ik eigenlijk nooit echt met vrienden gevoetbald. Dat miste ik. Daarom wilde ik dat graag een jaartje inhalen.” Na een half seizoen, ben ik toen bij het eerste aangesloten.” Van de jeugd, naar de senioren dus. “Dat was wennen, maar ook prettig. Hogere intensiteit en meer duelkracht. Eigenlijk precies wat ik bij NAC gewend was.” Inmiddels, gaat het Bielok dan ook voor de wind. “Ongeveer vijf wedstrijden voor de winterstop, ben ik in de basis gekomen. Die lijn hoop ik door te trekken.” Als linksback. “Ik ben iemand die graag meevoetbalt in de opbouw en mee naar voren gaat.” Met wisselend succes. Qua teamprestaties dan tenminste. “Als je het ons van tevoren had gevraagd, staan we nu lager dan we hadden verwacht of gehoopt.” Helemaal na de vierde plek van vorig jaar. “We begonnen nog heel goed aan dit seizoen, stonden zelfs nog bovenaan. Daarna is het naar beneden gegaan.” Met een plek vlak boven de nacompetitie voor degradatie tot gevolg. “Door blessures en afwezigen, hebben we vooral problemen gehad in de verdediging. Toch zouden we ook met de spelers die we nog over hadden, beter moeten kunnen.” Waarom dat steeds net niet lukt? “Dat vind ik lastig te verklaren.”

BESTE VRIEND


Desondanks houdt Bielok, die in zijn periode bij NAC samenspeelde met Ezechiel Banzuzi en duels uitvocht met onder andere Isaac Babadi, Kees Smit en Antoni Milambo, vertrouwen in een betere tweede seizoenshelft. “Voorlopig moeten we naar boven én beneden kijken. Dus hopelijk kunnen we meer punten gaan pakken.” Al komt dat niet vanzelf, weet ook Bielok. “Aan het voetballen ligt het niet, maar we moeten meer doorzettingsvermogen tonen. Een stapje extra, om duels te kunnen winnen. Wat dat betreft is Dylan Matthijssen een voorbeeld voor iedereen. Die gaat altijd door tot de laatste minuut.” Voor de volle honderd procent. “Als we allemaal onze taak uitvoeren, moet het beter gaan.”

En durft Bielok zelfs verder te dromen. “Ons doel is eerst om erin te blijven. Wie weet kunnen we daarna nog naar een periodetitel kijken.” Over zijn eigen ambities, heeft de jongeling nog niet nagedacht. “Voorlopig wil ik gewoon lekker bij Roosendaal blijven voetballen en hier een vaste kracht en belangrijke speler worden.” En dat is niet voor niks. “Ik ben nu voor het tweede seizoen jeugdtrainer. Eerst bij de JO11, nu de JO13. Samen met Demen Haast, een goede vriend van mij.” Een klein beetje geïnspireerd door zijn vader, vertelt Bielok. “Die heeft mij vroeger ook altijd training gegeven, dus van daaruit heb ik dat wel een beetje meegekregen. Dat zijn toch mooie herinneringen.” En natuurlijk, vindt hij het voetballen gewoon hartstikke leuk. “Het is mooi om de dingen die ik bij NAC heb geleerd, aan die jongens mee te geven.” Zodat ze later, misschien ook wel die stap naar het eerste kunnen maken. “Om dat samen met je beste vriend te kunnen doen, is iets speciaals!”

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

Revapoint: ‘Genezen door te bewegen’

Zoveel mogelijk sporters goed, maar vooral snel helpen tijdens hun blessure of revalidatie. Dat is wat ze bij Revapoint iedere dag proberen te bereiken. En om dat de komende jaren nog beter te kunnen doen, zitten ze nu midden in een grote verbouwing, zodat er straks in een nieuwe moderne oefenzaal nog gerichter kan worden getraind.

Een aantal jaar geleden begonnen eigenaren Eddy Voeten en Claire Cadot samen aan een nieuw avontuur, nu is het dus tijd voor de volgende stap. “We willen het gebouw helemaal naar ons zin maken, zodat er niet alleen outdoor, maar ook indoor goed getraind kan worden.” Voeten ziet het al helemaal voor zich. “Straks hebben we allerlei fitnessapparaten, zodat al onze revalidanten sportgericht kunnen trainen. Want voetbal is natuurlijk heel anders dan bijvoorbeeld tennis.”

Totaalplaatje

Voetballers weten hun weg naar Reva maar al te goed te vinden, vertelt hij. “Spelers uit heel de regio, van Kruisland tot Cluzona.” Cadot legt graag uit wat ze dagelijks doen. “Het belangrijkste voor ons is dat we sporters snel kunnen helpen, geruststellen en per persoon kijken wat het beste is.” Een persoonlijk oefenplan, in een zogeheten ‘open keten’. “Met losse gewichten of ‘aquabags’ dus niet vast op een apparaat.” Maar er wordt vooral verder gekeken dan de klacht, zo schetst Voeten. “Vaak ligt de nadruk op pijndemping, maar je moet eigenlijk kijken naar het hele lichaam. Vanuit daar komt meestal de overbelasting.” Zo actief mogelijk, want zoals ze bij Reva zeggen: “Genezen door te bewegen.” Dat gebeurt vanaf eind december in de nieuwe praktijk. “De binnenkant is helemaal af, we hebben al nieuwe behandelkamers, vorige week is gestart met de buitenkant.” Alles onder één dak, vult Cadot aan. “We kunnen echo’s maken, hebben kniespecialisten of mensen die gespecialiseerd zijn op het gebied van spieren en pezen. De lijntjes zijn kort, zodat we een totaalplaatje kunnen bieden.”

Meer bieden

Voeten geeft een voorbeeld uit de praktijk. “Als iemand zijn kruisband scheurt, proberen we ze ook te begeleiden op het gebied van voeding. Maar we hebben ook iemand die voor zooltjes op maat kan zorgen, zo geef je eigenlijk meer, dan waar ze in eerste instantie voor kwamen.” Daar komt in de toekomst ook nog mentale begeleiding bij, in het kader van ‘beter voorkomen dan genezen’, zijn ze voor de komende maanden bezig met een nieuw traject. “Hoe kunnen we blessures voorkomen? Hoe werk je toe naar die intensiteit van een voetbalseizoen? Daar willen we programma’s voor aan gaan bieden.” Hun voldoening is iedere keer weer hetzelfde. “Als ze na een lange revalidatie weer op het veld staan en je ziet ze opbloeien, daar doe je het voor!”

Klik op Revapoint voor meer informatie over Revapoint

Talentvolle Mul grijpt zijn kans bij JEKA

In zijn eerste volledige seizoen als speler van het vlaggenschip, knokte Floris Mul zich bij tweedeklasser JEKA vrij snel in de basis. En dus lijkt de jonge middenvelder zich moeiteloos te hebben aangepast aan het seniorenvoetbal. Toch blijft hij kritisch. “Vooral fysiek was het wennen.”

Want precies dat, is niet zijn sterkste punt, begint de negentienjarige Mul te lachen. “Daar moet ik het niet van hebben! Ik moet, zeker nu tegenstanders nog sterker zijn, uit de duels proberen te blijven.” Hoe hij dat probeert te doen? “Inspelen en doorbewegen. Vaak maar één of twee keer raken.” De overstap vanuit de jeugd, was voor de inwoner van Breda dan ook een grote. Letterlijk en figuurlijk. “Vorig jaar trainde ik wel al mee én viel ik soms in, maar sinds dit seizoen zit ik echt officieel bij het eerste.” En dat was wennen, vertelt hij. “In het begin speelde ik nog niet zoveel. Pas na een wedstrijd of zes, kwam ik in de basis.”

Goede reeks
Mede dankzij hoofdtrainer Maikel Nijst, iemand die Mul goed kent. “Ik had hem ook al als trainer in de JO19, dus dat is natuurlijk wel fijn en een voordeel.” Sowieso maakt de oefenmeester, die zelf ook pas begin 30 is, een uitstekende indruk op de nummer 8. “Hij weet hoe wij denken als jonge spelers en kan het goed overbrengen. Serieus als het moet, maar vaak genoeg ook met een grapje.” Welke resultaten levert die werkwijze tot nu toe op? “We begonnen wat minder aan het seizoen, daarna hebben we een goede reeks neergezet. In principe doen we het prima, al kan het voor mijn gevoel nog beter.” En gezien de stand én de uitgesproken doelstelling, lijkt zijn gevoel ook wel te kloppen. “Vooraf wilden we graag bovenin meedoen en misschien wel gaan voor een periode. Nu willen we vooral zo hoog mogelijk eindigen. Alles zit nog dicht bij elkaar.” Om dat daadwerkelijk voor elkaar te krijgen, moet JEKA vooral constanter worden, vindt Mul. “Minder wisselvallig en er iedere week staan.” Ook tijdens standaardsituaties. “Daar krijgen we nog te veel goals uit tegen.” 

Heen en weer
Iets waar hij als lopende middenvelder, maar dan aan de andere kant, eigenlijk voor zou moeten zorgen. “Ik heb nog niet gescoord, maar heb wel al een aantal assists!” Toch probeert Mul zowel in het aanvallen als verdedigen, zijn steentje bij te dragen. “Het liefste speel ik op 8, zodat ik veel heen en weer kan lopen. Daarnaast heb ik graag de bal, om het spel te kunnen maken.” Een beetje zoals Frenkie de Jong dus. “Daar kijk ik veel naar! Net als Tijjani Reijnders, die doet het momenteel bij AC Milan ook heel goed.” Desondanks, ligt zijn favoriete club, een stuk dichter bij huis. “Ik ben voor NAC Breda, had vroeger zelfs een seizoenkaart.” Naast natuurlijk zijn liefde voor de vereniging waar hij al zijn hele leven speelt. “Volgens mij was ik zes, toen ik bij JEKA begon met voetballen.” Nooit vertrokken, kent Mul inmiddels iedereen. “De mensen om de club, de trainers, maar vooral ook de vrienden waar je mee speelt. Alles is hier goed geregeld. Het is echt een leuke club om te spelen. In de jeugd speelde je ook altijd op een hoog niveau.” Hoe zit het nu met zijn ambities? “Ooit zou ik graag nog een niveautje hoger willen, dus ik sta open voor andere clubs. Maar de komende tijd wil ik zoveel mogelijk minuten maken bij JEKA en ervaring opdoen in het seniorenvoetbal.” En zichzelf, op die manier verder ontwikkelen. “Vooral fysiek kan ik nog wel stappen maken. Naar de sportschool? Dat zou ik binnenkort eigenlijk moeten gaan doen!”

Klik op rkvv JEKA voor de laatste artikelen over de club.
Klik op rkvv JEKA voor meer informatie over de club.

HSC’28 heeft voetballend de stijgende lijn te pakken

Ondanks de resultaten, hebben ze dit seizoen bij vijfdeklasser HSC’28 weldegelijk stappen gemaakt. Tenminste, dat vindt Levi van der Schot. Toch had ook de jongeling, gehoopt op een hogere klassering. “Niemand vindt het leuk om zo laag te staan.”

Al is daar wel een logische verklaring voor te vinden, vertelt de achttienjarige linksbuiten. “Een nieuwe trainer én nieuwe spelers. Daardoor was het begin lastig.” Met een plek bij de onderste drie van de vijfde klasse dus tot gevolg. “We hadden natuurlijk allemaal gehoopt hoger te staan, maar ondanks de resultaten, hebben we als team wel echt stappen gemaakt.” Op welk vlak? “Het opbouwen gaat steeds beter en we voelen elkaar meer aan, waardoor we onze kwaliteiten beter kunnen benutten.” Voeg daar een portie teamspirit aan toe en de inwoner van Bergen op Zoom durft stiekem omhoog te kijken. “Ik hoop dat we nog gaan stijgen!”

Even wennen
Hoe groot die uitdaging ook zal zijn, is Van der Schot meteen eerlijk. “We vinden het nog lastig om goed met tegenslagen om te gaan.” Mede door een nieuwe manier van spelen, legt de rechtspoot uit. “In de eerste seizoenshelft hadden we moeite met het uitvoeren van de visie van de trainer. Op de trainingen ging het goed, maar in de wedstrijd lukte het dan niet echt en vielen we snel terug in ons oude spel.” Het geven van de lange bal en gokken op de snelheid voorin. “Nu willen we juist kort opbouwen. Daar moesten we in het begin wel even aan wennen, zeker de spelers achterin.” Inmiddels, gaat dat echter steeds beter, merkt Van der Schot. “Voetballend hebben we de stijgende lijn te pakken. Dan komen de resultaten als het goed is vanzelf!” Een prettige constatering, zeker met het oog op de toekomst. “We proberen nu natuurlijk nog zoveel mogelijk punten te pakken, maar moeten vooral het voetballende aspect blijven verbeteren. Voor de komende jaren.” Verbeterpunten, ziet Van der Schot dan ook nog genoeg. “Soms krijgen we counters tegen, omdat we te hoog op het veld staan. In het omschakelen, kunnen we nog wel stappen maken.” Hoe lastig dat misschien ook is. “Vaak zijn dat momentopnames.” En het gevaar van hoog druk willen zetten. “Eerst was het afwachten en kijken wat de tegenstander zou gaan doen. Nu nemen we meer het voortouw.”

Fysiek verschil
In zijn derde seizoen bij de club, nadat Van der Schot in de jeugd ooit was begonnen bij Halsteren en MOC’17. “Ik kende een aantal mensen bij HSC’28 en zag het als een mooie kans om mezelf als jonge speler te kunnen ontwikkelen. Tussen ervaren jongens.” Gestart bij het tweede, voelde hij zich al snel thuis in Heerle. “Je wordt met open armen ontvangen en er hangt altijd een goede sfeer.” Ook binnen het veld. “Ik kan in principe op de hele linkerflank spelen. Van linksback tot linksvoor.” Toch heeft Van der Schot wel een duidelijke voorkeur. “In de aanval kan ik het beste uit de voeten.” En gezien zijn kwaliteiten, is dat ook niet zo gek. “Een creatieve speler, met snelheid en iemand die voor dreiging kan zorgen.” Meestal door de bal af te spelen, in plaats van zelf te gaan. “Ik houd ervan om een steekbal te geven.” Hoewel dat bij de senioren een stuk lastiger is dan in de jeugd, lacht Van der Schot. “Het is een groot verschil qua fysiek. Dat merkte ik meteen.” Daar ligt voor de tiener dan ook de grootste uitdaging, de komende jaren. “Op dat gebied moet ik nog wel een stap maken. Maar ook mijn schot kan nog beter.” Zeker, om zijn ambitie waar te kunnen maken. “Uiteindelijk hoop ik op een zo hoog mogelijk niveau te komen!”

Klik op HSC’28 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSC’28 voor meer informatie over de club.

NSV is volwassener en slimmer geworden

0

Minder last van blessures en wedstrijden nu net wél over de streep trekken. Bij vijfdeklasser NSV zitten ze er dit seizoen voorlopig lekker in. En dus zijn de resultaten een stuk beter dan een jaar geleden, concludeert verdediger Sven Bischoff. “Het valt nu vaker onze kant op.”

Met een plek bij de eerste vier tot gevolg. “Op zich kunnen we daar wel tevreden mee zijn! We staan ook nog redelijk dicht bij de ploegen boven ons.” Hoe anders was dat vorig seizoen, met uiteindelijk een achtste plek als eindnotering. “We slagen er nu steeds net wél in, om wedstrijden over de streep te trekken. Daardoor valt het vaker onze kant op.” Hoe dat komt? “Minder blessures en wat geluk. Maar ook gewoon door beter te presteren. We zijn volwassener en slimmer geworden”, vertelt de 25-jarige Bischoff.”

Plekje klimmen

De spreekwoordelijke lat, werd door de club uit Nispen aan het begin van het seizoen dan ook meteen hoog gelegd. “Meedoen in de bovenste helft van de competitie en aanhaken bij de top vier of vijf. Dat is aardig gelukt!” Toch houdt Bischoff nog even een slag om de arm. “Het gaat verrassend goed, maar we moeten het per wedstrijd bekijken.” Al begint het meer en meer te leven, ook binnen het team. “De woorden periodetitel en nacompetitie, zijn inmiddels gevallen. Dat moet ik nog wel even zien…” Nuchter als hij is, blijft de inwoner van Roosendaal bescheiden. “We moeten sowieso in die top vier proberen te blijven én het liefste nog een plekje klimmen.” Met het vertrouwen, is in ieder geval niks mis. “Ik verwacht eigenlijk dat het de komende weken gewoon goed zal gaan. Zeker ook met de jongens die terugkomen van blessures. Qua selectie kan het wat dat betreft eigenlijk alleen nog maar beter worden.” Met hem als centrale verdediger. “Mijn manier van spelen is in de afgelopen jaren wel een beetje veranderd. Eerst was het vooral duelleren, ballen afpakken en inleveren. Nu probeer ik zelf ook meer te voetballen, in plaats van lang te schieten.” Want vooral aan dat laatste, heeft Bischoff nogal een hekel. “Ik vind het altijd heel frustrerend als mensen zomaar ballen wegschieten. Dan kun je toch nooit balbezit houden?”

Vriendengroep

En balbezit, is in voetbal best belangrijk, leerde Bischoff op jonge leeftijd. “Heel vroeger speelde ik bij RKVV Roosendaal in de kabouters. Daarna koos ik voor tennis.” Al duurde dat niet lang. “Na een jaartje, begon het alweer te kriebelen.” Een wachtlijst in Roosendaal, bracht hem vervolgens bij NSV. “Een buurjongen, die schuin tegenover mij woonde, vroeg of ik niet een keertje mee wilde trainen, er was toch plek zat.” Na niet al te lang nadenken, besloot Bischoff op die uitnodiging in te gaan. “En vanaf dat moment ben ik altijd gebleven.” Begonnen op zijn achtste, is hij er zeventien jaar later dus nog steeds. “Dat dorpse sprak mij aan. De gezelligheid en het ieder seizoen spelen in hetzelfde team. Daardoor heb ik veel vrienden gemaakt. Eigenlijk is het eerste nu ook een soort vriendengroep.” Oftewel, een warm bad. “Ik woon nu nog bij mijn ouders in Roosendaal, maar ben op zoek naar een huis in de buurt van Nispen. Samen met mijn vriendin.” Die hij toevalligerwijs ook bij de voetbal heeft leren kennen. “Ook dat heeft NSV mij opgeleverd!” Aan een vertrek, denkt Bischoff dan ook absoluut niet. “Ik blijf de rest van mijn leven hier voetballen, dat is zeker. Al mijn vrienden voetballen hier. Het is een soort van thuis.” Een thuis, waar voorlopig in de vijfde klasse wordt gevoetbald. “Voor nu, zou die vierde klasse heel lastig voor ons zijn. Dat is echt een zware competitie.” Maar dromen, mag natuurlijk altijd. “Ik zou het mooi vinden als we een keer met NSV kampioen zouden kunnen worden.”

Klik hier voor meer informatie over NSV Nispen
Klik hier voor meer artikelen over NSV Nispen

Benno probeert als fotograaf een verhaal te vertellen

0

Een foto zegt vaak meer dan duizend woorden. Dat is ongeveer wat ze een aantal seizoenen geleden bij SC Gastel moeten hebben gedacht. En dus heeft de club in de persoon van Benno Elsenaar sinds 2019 iemand die de mooiste plaatjes schiet. Maar makkelijk, is dat zeker niet. “De grote afstand maakt het uitdagend.”

Een uitdaging, die de 55-jarige Elsenaar allesbehalve uit de weg gaat. “Als je het spelletje kent en voorbereid bent, is het niet zo lastig.” Maar stiekem, komt er dus een hoop bij kijken, legt de inwoner van Bergen op Zoom uit. “Je moet het snappen. Hoe spelers lopen, wat ze gaan doen en welke rugnummers ze hebben.” Naast een professionele uitrustig of set-up, is een goede voorbereiding dan ook het halve werk. “Aan het begin van het seizoen, ga ik vaak gewoon eens bij een training van het eerste kijken. Om die jongens te leren kennen.” Alles om op zondag die perfecte foto te kunnen maken. “Het is heerlijk om voorbereid op pad de wei in te gaan!”

Creativiteit

Tegenwoordig dus als fotograaf van voetbalwedstrijden, hoe anders was dat vroeger. “Ik kende het wereldje niet, kom zelf echt uit de basketbal.” Toch kwam de oud-basketballer in 2019 dus bij SC Gastel terecht. “Hiervoor had ik een eigen fotostudio en fotografeerde ik regelmatig bij de hockey of de basketbal, tot ik in Oud Gastel kwam wonen en op een mooie zondagmiddag eens met mijn tasje naar de voetbal ging.” Zijn werk opgepikt door Patrick van Doormaal, begon het balletje te rollen. “Ze waren blij met mijn foto’s, dus vervolgens heb ik van de club de ruimte gekregen om mezelf verder te ontwikkelen. Op dat moment was ik nog een beetje zoekende.” Maar dat vrijblijvende, ging er snel vanaf. “Later zijn we een sponsorcontract aangegaan. Nu maak ik onder andere alle teamfoto’s van het eerste.” Naast natuurlijk de wedstrijden. “Ik ben er niet altijd bij, daar moet je een balans in zien te vinden.” Want naast zijn werk voor de voetbal, maakt Elsenaar ook reclamefoto’s én werkt hij in de ICT. “Dat laatste is de hoofdmoot.” Toch vindt hij dus nog genoeg tijd, om regelmatig langs de lijn te staan met zijn camera. “Sporten zit van kleins af aan al in mijn bloed. Het samenzijn, het verenigingsleven. En dit is een mooie afleiding, waar ik mijn creativiteit in kwijt kan.” Het zaadje werd bij Elsenaar dan ook al op jonge leeftijd geplant. “Ik liep vroeger altijd al met een fototoestel van mijn vader.”

Expressie

Al duurde het dus even, voordat Elsenaar in de voetballerij terechtkwam. “Het weidse, in combinatie met de grote afstand, maakt het uitdagend.” Een groot verschil met basketbal. “Maar daar gaat het weer veel sneller op en neer.” Kwestie van het spelletje door en door kennen. “Ik heb ook op redelijk hoog niveau gefloten, dus je weet vaak wat je kunt verwachten. Anders is het schipperen.” Juist dat, maakt het zo leuk bij SC Gastel, vertelt Elsenaar. “Ze nemen je echt mee in de spelers, waardoor ik die jongens leer kennen en ze beter kan portretteren. Ik weet inmiddels wat ze gaan doen en hoe ze reageren.” Sterker nog. “Gasten vinden het heerlijk als ik er ben, weten me regelmatig te vinden als ze scoren. Dan geven ze hun uiting van blijdschap richting jouw camera.” Ingrediënten die helpen bij het maken van een mooie foto. “Een foto moet laten zien hoe zwaar of mooi een moment was. De expressie óf de strijd in het gezicht, maar ook de houding, van een speler. Voor, na en tijdens een actie.” Oftewel. “Je probeert een verhaal te vertellen. Dat maakt voor mij een goede foto.” Goede foto’s die hij de komende jaren, nog met regelmaat hoopt te maken voor SC Gastel. “Het is de bedoeling dat ik een dagje minder aan ICT ga doen, zodat ik meer tijd heb voor mijn fotografie.” Op zoek naar het perfecte plaatje. “Op dat ene moment, dáár staan. Daarmee kun je jezelf als fotograaf onderscheiden.”

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

‘We gaan sowieso met de platte kar door het dorp’

0

Niet al te serieus trainen, spelers die liever wissel zitten en de focus op de derde helft. Het klinkt misschien niet als de ideale omgeving om in te presteren, toch is het vijfde van Cluzona dit seizoen op weg naar het kampioenschap. En dus worden de eerste festiviteiten stiekem al gepland, vertelt Koen van der Heijden. “We gaan sowieso met de platte kar door het dorp!”

Maar dan moet die koppositie natuurlijk nog wel even worden vastgehouden. Al is de voorsprong op het zevende van SC Gastel voorlopig riant. “Ik weet ook niet hoe het kan dat we eerste staan. Misschien heeft het niveau er wel een beetje mee te maken…” Want dat ligt, als Van der Heijden (21) eerlijk is, niet al te hoog. “We hebben onder andere met 10-0 en 1-9 gewonnen. Dat is natuurlijk niet echt leuk. Gelukkig zitten er ook spannendere wedstrijden tussen.” Zijn ze dan toe aan een stapje omhoog? Dat ook weer niet, lacht de student Hotelmanagement. “Ik vrees dat de vijfde klasse te moeilijk is. Er staan soms spelers op het veld…”

Basis

Spelers die voorheen nog in de JO19 van de club voetbalden, legt Van der Heijden uit. “Twee jaar geleden zijn we met z’n allen vanuit de jeugd naar het vijfde overgegaan.” Nadat ze jarenlang, verdeeld over twee teams, hadden samengespeeld. “Je had een ‘goed’ en een ‘slecht’ team. Ik zat altijd in het slechte team. Deze groep is daardoor eigenlijk een beetje een bij elkaar geraapt zooitje.” Maar wel een zooitje dat graag wil winnen. Of tenminste, sommige jongens dan. “Er zijn ook gasten die het prima vinden om niet te spelen.” En toevallig, bepaalt Van der Heijden dat. “Ik maak de opstelling, dus zet mezelf altijd in de basis.” Heel moeilijk, zijn de keuzes dan ook niet, zo blijkt. “In totaal zijn we met achttien, maar we spelen eigenlijk vaak met de vaste elf. Een man of vier, vindt het met twintig minuutjes wel gezegend.” Het draait voor Cluzona 5 logischerwijs dan ook om meer, dan presteren. “We doen het vooral voor de gezelligheid en de derde helft.” Serieus trainen, schiet er dan ook nog wel eens bij in. “Op donderdag trainen ze altijd. Een soort van. Dat regelen ze zelf.” Ze, want Van der Heijden traint nooit mee. “Ik woon en studeer in Maastricht, dus ben er doordeweeks niet bij.”

Aanvoerder

Toch komt het einddoel, de titel pakken, steeds een beetje dichterbij. Van Der Heijden durft stiekem al te dromen. “Als we kampioen worden, gaan we sowieso met de platte kar door het dorp. Met veel bier én gezelligheid.” Want daar gaat het tenslotte om. “Het voetballen nemen we serieus, maar in de kleedkamer is het kloten en grappen maken. Lekker met je vrienden, een beetje lachen.” Zoals tijdens het jaarlijkse teamuitje. “Afgelopen seizoen zijn we in Venlo geweest, voor dit jaar moeten we nog iets plannen. Het is lastig om een week te vinden waarin iedereen kan.” Gefinancierd uit de boetepot. “Die staat nu op meer dan 2000 euro. Als je bijvoorbeeld te laat komt, spullen vergeet, een penalty mist of afmeldt met een slechte reden, moet je een boete betalen.” Als oudste van het team, houdt onder meer Van der Heijden dat allemaal nauwlettend in de gaten. Maar captain, is hij niet. “Rick Goosen wil per se aanvoerder zijn, die band mag niemand van hem afpakken.” En ook Jitse Bolders, heeft inmiddels een reputatie opgebouwd binnen het team. “Als het slecht gaat, heeft hij last. Maar toch wil ‘ie altijd in de basis starten…”

In de spits

Gelukkig fungeert Van der Heijden centraal achterin, regelmatig als rots in de branding. “Vooral omdat ik eigenlijk nergens anders kan. Qua voetbaltalent, is het bij mij allemaal niet zoveel.” Al speelde hij vroeger in de jeugd, nog een seizoen als spits. “Dat was een trainer met visie, haha!” Over spitsen gesproken. “Daan Govaarts heeft onlangs zijn eerste doelpunt in een heel jaar gemaakt.” Geen al te best gemiddelde voor een aanvaller, zou je zeggen. “Bij elkaar opgeteld, heeft hij dit seizoen misschien net één hele wedstrijd gespeeld. Maar hij heeft ook zo’n tien keer gevlagd!” Toch kon ook Govaarts, niet voorkomen dat ooit een avondje stappen, de volgende dag resulteerde in een nederlaag, zo herinnert Van der Heijden zich. “We gingen met het hele team, als smurf verkleed naar de stad. Dus de ochtend daarna, was iedereen nog half blauw. Vervolgens hebben we onze slechtste wedstrijd ooit gespeeld. Dat zegt veel over ons team.” En voorlopig, blijft dat ook nog wel even zo. “Ik ga ervan uit dat we dit blijven doen tot we oud zijn!”

Klik op Cluzona voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Cluzona voor meer informatie over de club.

‘Het is een stuk serieuzer en professioneler geworden’

Een jaar na de degradatie uit de Eredivisie, keert ZVV Kroeven terug op het hoogste zaalvoetbalniveau van Nederland. Tenminste, als het aan Yasin Malhaoui ligt. Want met een ruime voorsprong op de nummer twee, kan dat toch eigenlijk niet meer mis. “Ik had ook verwacht dat we gelijk weer zouden promoveren.”

Al gaat het minder makkelijk, dan de 27-jarige Malhaoui op voorhand had gedacht. “Twee seizoenen geleden was de Eerste Divisie sterker, daardoor wist ik dat we nu kampioen zouden worden. Maar het had al veel eerder beslist moeten zijn.” Toch is ook de selectie van Kroeven veranderd, vertelt hij. “De afgelopen twee jaar hadden we een beter team, maar nu gaan alle jongens vol voor de zaalvoetbal. De volle focus ligt op de zaal.” In combinatie met de ervaring die door een aantal spelers is opgedaan op het hoogste niveau, een garantie voor succes. “In de Eredivisie heeft een tegenstander maar een half kansje nodig. Daar draait het nóg meer om details en concentratie. Dan kun je niet verslappen.”

Familie

Een jong team, aangevuld met versterkingen, kan komend jaar in de Eredivisie zomaar hoge ogen gaan gooien, denkt Malhaoui. “Ik denk echt dat we het beter zullen gaan doen dan vorig seizoen. Toen was het vooral even wennen. Nu gaan we zeker niet onderaan eindigen. Misschien linkerrijtje of bovenaan rechterrijtje?” Met de club waar de Bergenaar vanaf dag één bij is betrokken. “Toen speelden we nog hoofdklasse, onder leiding van Ahmed Didi. Ik ben de enige speler die nog over is.” En dus weet Malhaoui als geen ander, wat voor stappen er in de tussentijd zijn gezet. “Het is vooral allemaal een stuk serieuzer en professioneler geworden.” Met een droom die uiteindelijk werkelijkheid is geworden. “We wilden ooit de Eredivisie halen. Dat is gelukt.” Ondanks de degradatie, bleken dromen allesbehalve bedrog. “Het is mooi om dat hele traject mee te hebben mogen maken. Kroeven voelt voor mij ook niet als een voetbalclub, maar als familie. Laatst gingen we met 35 man op trainingskamp naar Marokko. Waar zie je dat?” Tel daar zijn liefde voor het spelletje bij op en Malhaoui zit helemaal op zijn plek. “Als je ergens op traint en het lukt in de wedstrijd, is dat gevoel onbeschrijfelijk. Daarnaast, krijg je bij zaalvoetbal gewoon vaker de bal en je scoort meer. Ook heb je veel meer verantwoordelijkheid, omdat je maar met vier man speelt.”

Blijven geloven

In tegenstelling tot veldvoetbal, want ook dat doet de inwoner van Bergen op Zoom. “In een vriendenteam, bij BSC 2. Lekker gezellig op de zondagochtend een potje voetballen.” Na de vrijdagavond daarvoor in de zaal, volle bak te zijn gegaan. “Ik ben een lopende speler. Passen en doorbewegen. Maar ook iemand die veel vuile meters maakt voor de rest. Meer verdedigend, dan aanvallend ingesteld.” Kwaliteiten die hij afgelopen jaar, onder de grootst mogelijke weerstand, eveneens wist te laten zien. Al doet ook bij hem, de degradatie uit de Eredivisie nog altijd een beetje pijn. “Dat was echt wel een grote teleurstelling. Ik denk dat we misschien twee keer terecht hebben verloren, verder viel het kwartje vaak net de verkeerde kant op.” Of scoorde Kroeven te weinig. “Als je tien kansen nodig hebt voor een doelpunt, wordt dat op een gegeven moment mentaal best wel zwaar.” Volgens Malhaoui, viel er dan ook meer te halen voor de Roosendaalse zaalvoetbalcub. “Hard blijven werken én trainen, dan komen de punten vanzelf. Helaas was dat voor ons vorig seizoen net te laat.” Geduld is wat hem betreft soms dan ook het toverwoord. “Koppies niet laten hangen en blijven geloven. Een achterstand tijdens een wedstrijd is zo omgedraaid.” Kortom, alles is de komende jaren mogelijk. “Het is voor mij moeilijk om weg te gaan bij Kroeven. Zolang we mooie ambities hebben, blijf ik!” Ambities, heeft Malhaoui zelf in ieder geval genoeg. Ook straks in de Eredivisie. “De play-offs of het linkerrijtje halen. Het zou mooi zijn om een keer te kunnen stunten!”

‘Mijn droom is om net zo goed te worden als Mbappé’

Elay de Visser is al jarenlang een vast gezicht bij Voetbalschool TIC. Hij traint op zondag, regelmatig op vrijdag, en ook tijdens het voetbalkamp in Spanje is de tienjarige aanvaller van de partij. “Mijn droom is om net zo goed te worden als Mbappé!”

Dat Elay regelmatig doelpunten maakt bij Internos JO11, is dan ook geen groot wonder. De spits traint bij Voetbalschool TIC namelijk veel op afwerken en acties maken. “Ik kan goede trucjes en ook best wel goed schieten.” Al is dat natuurlijk niet het enige wat hij doet, bij de voetbalschool uit Roosendaal. “Partijtjes en één-tegen-één vind ik het allerleukste!”

Talententeam
Al ruim drie jaar lang, traint Elay bij Voetbalschool TIC dan ook in het Atik Stadion. “Het is heel leuk om daar te mogen voetballen.” Vooral om te oefenen op zijn snelheid met de bal en acties maken, vertelt de rechtspoot. “De trainingen op zondagmorgen zijn altijd heel leuk en je leert heel veel van de trainers. Ook is het goed voor mijn zelfvertrouwen.” Het talent van de Etten-Leurse voetballer viel dan ook al snel op bij de trainers van team TIC, die hem uitnodigden voor het talententeam, waar Elay sinds dit seizoen deel van uitmaakt. Samen met andere talentjes van de voetbalschool, traint hij daardoor tweemaal per maand op vrijdagavond. “Ook spelen we soms oefenwedstrijden. Daarnaast is het extra leuk dat ik ook nieuwe vrienden heb gemaakt bij TIC.”

Spanje
Maar ondanks dat alles, blijft de allerleukste ervaring, toch wel de reis naar Spanje. Elay is al twee keer met papa en mama meegereisd naar Cambrils en ook aankomend jaar is hij er weer bij. “Daar heb ik weer heel veel zin in!” Onder het genot van een zonnetje, wordt er aan de Spaanse kust altijd hard getraind. “We trainen in de ochtend op het veld en in de middag op het strand.” Wordt er dan alleen maar gevoetbald deze reis? “Nee! Voor de rest mogen we ook lekker zwemmen en vakantie vieren.” Met als toetje, het bezoeken van een wedstrijd van FC Barcelona. Daar zag Elay vorige keer sterren als Lewandowski en Frenkie van dichtbij aan het werk, toch is hij meer fan van de concurrent uit Madrid. Met name sterspeler Kylian Mbappé is zijn grote favoriet. “Hij is supersnel en kan goed schieten.” Om net zo goed te worden als de Franse ster, zal de jonge doelpuntenmaker hard moeten blijven werken tijdens de trainingen. Want Elay heeft één grote droom. “Profvoetballer worden!” Zelf, weet de fanatieke voetballer dan ook maar al te goed waar hij nog beter in wil worden. “Nog snellere acties maken, net als Mbappé.”

‘We komen altijd en laten elkaar nooit in de steek’

0

Minder snel, vaker last en drie dagen spierpijn. Voor Jorn van Lissum werd het na een aantal mooie seizoenen als speler van Kruisland 3, tijd om een stapje terug te doen. En dus is hij de afgelopen anderhalf jaar, vooral leider van het vriendenteam van de dorpsclub. “We laten elkaar nooit in de steek.”

Zelfs niet na een avondje stappen, lacht Van Lissum (45). “Soms krijg ik dan wel eens een appje: ‘Ik ga het niet redden’. Maar ze komen uiteindelijk toch altijd!” En dat is maar goed ook, vertelt de inwoner van Roosendaal. “We hebben een hartstikke leuk team. De jongste is achttien en de oudste is 61. Dus we hebben die jonge gasten wel nodig.” Gewoon om die bal een keer diep te geven en er op snelheid langs te kunnen gaan. “Dat is voor ons wel echt een must.” Want hoe gezellig ook, winnen staat stiekem nog altijd voorop. “Vorig jaar werden we kampioen, daardoor spelen we nu een klasse hoger. Met meer weerstand, is het helemaal fijn dat die jongens erbij zijn.”

Uittenue

Zeker nu zijn eigen bijdrage binnen het veld, een stukje minder is geworden. “Op een gegeven moment is de snelheid eruit, krijg je vaker last en heb je drie dagen spierpijn. Dan is het mooi geweest.” Tel daar een herniaoperatie bij op en de rekensom is snel gemaakt. “De afgelopen acht jaar was ik speler én leider, sinds anderhalf seizoen ben ik vooral leider.” Maar gelukkig, is dat minimaal net zo leuk. “Het is altijd gezellig. En de kleedkamerhumor, daar doe je het eigenlijk voor.” Naast natuurlijk het trainen op de donderdagavond. “Dat regelen we zelf. Vaak met een vaste groep.” De opstelling en de wissels, neemt Van Lissum in het weekend dan weer voor zijn rekening. “Net als het regelen van nieuwe tenues.” Mede dankzij een aantal sponsoren binnen het team, nemen ze dat bij Kruisland 3 uiterst serieus. “We hebben zelfs een uittenue, grijs met zwart en korte mouwtjes. Daar hebben we zelf een ei over gelegd. Zodat we op zondag netjes voor de dag kunnen komen.” Met een team vol kwaliteit en oud-spelers van het eerste elftal. “We worden allemaal ouder en herstellen duurt steeds wat langer. Toch hebben we genoeg jongens die nog op een hoger niveau zouden kunnen spelen. Maar gelukkig zitten ze lekker bij ons.”

Jaarlijkse polletje

Ook Van Lissum zelf, heeft een rijk verleden bij de club uit Kruisland. “Ik heb hier vanaf mijn zevende tot mijn veertiende in de jeugd gespeeld, daarna maakte ik een uitstapje naar SC Gastel en keerde ik na vier jaar weer terug.” Om vervolgens tot zijn 28ste, voor het vlaggenschip van de vereniging uit te komen. “In die tijd woonde ik ook op het dorp, daardoor ken je eigenlijk iedereen.” Zo ook bij het derde. “Het is echt een vaste groep van de voetbal. Samen gaan we ook geregeld een weekendje weg, naar Valkenburg of Duitsland bijvoorbeeld.” Of een gezellige BBQ. “Dat soort dingen horen erbij. We staan met z’n allen voor het team en regelen alles goed. We komen altijd en laten elkaar nooit in de steek.” En dus hoopt Van Lissum dat dat voorlopig nog wel even zo blijft. “Je merkt dat bepaalde jongens op leeftijd beginnen te komen, dus proberen we de jeugd er zoveel mogelijk bij te betrekken. Zodat we zo lang mogelijk kunnen blijven voetballen.” Toch ziet Van Lissum het jaarlijkse polletje in de groepsapp, weer met vertrouwen tegemoet. “Aan het einde van het seizoen vragen we aan iedereen: ‘Gaan we nog door?’ Vaak hebben we dan van de meeste spelers binnen een paar minuten een reactie.” En gaan ze dus nog lekker een jaartje door. “Het blijft toch ouwe-jongens-krentenbrood.”

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.