Home Blog Pagina 3

De gehele eerste selectie van Schelluinen vertrok afgelopen zomer

Bij Schelluinen is de situatie dit seizoen ronduit bijzonder. Van de 23 spelers uit de eerste selectie van vorig jaar, bleef maar één iemand over: Roy Stuiven. De rest vertrok, stopte of koos voor een andere club. En toch staat er elke zaterdag weer een elftal op het veld. Een elftal dat, ondanks alle tegenslag, blijft strijden in de kleuren van Schelluinen. “We weten dat het geen makkelijk jaar wordt,” zegt Niels de Koter, aanvoerder van het team. “Maar iemand moet het doen. En wij doen het graag.”

“Het is echt bizar wat er is gebeurd,” vertelt De Koter openhartig. “Eén voor één vertrokken spelers. Sommigen wilden hogerop, anderen gingen met vrienden ergens anders voetballen of zijn gestopt. Iedereen had z’n eigen reden, daar oordeel ik niet over. Maar dat bijna de hele selectie vertrekt, dat had niemand verwacht. Ik heb het ook nog nooit eerder gezien.”

“Van de 23 spelers gingen er 22 weg. Het was even schakelen. De club vroeg ons of we als tweede elftal het eerste wilden overnemen. Natuurlijk zeiden we ja. We doen het voor de club. We wisten dat het zwaar zou worden, maar we wilden Schelluinen niet laten vallen.”

De huidige selectie bestaat grotendeels uit jonge jongens die nog maar net bij de senioren spelen. “Twee jaar geleden kwamen ze voor het eerst bij de senioren. Ze hebben nog veel te leren, maar er zit echt potentie in. Het niveau van de derde klasse is op dit moment te hoog gegrepen, dat weten we. Maar we doen ons uiterste best.”

De nederlagen zijn zwaar, geeft hij toe. “We verliezen vaak met ruime cijfers. Dan voelt een 1-0-nederlaag tegen Wilhelmina al bijna als een overwinning. Toch blijven we doorgaan. De belangrijkste taak voor mij als aanvoerder is om het plezier erin te houden. Want als dat wegvalt, houdt alles op.”

De groep houdt elkaar op de been. “We zijn een hechte vriendengroep geworden. We kennen elkaar goed, gaan samen op trainingskamp, doen uitjes, hebben lol. Dat maakt het makkelijker om dit vol te houden. Toch blijft wedstrijden met 8-0 verliezen verschrikkelijk, maar je moet het van je afzetten. In de kleedkamer muziek aan, drankje pakken en doorgaan. Soms met tegenzin, maar het helpt. Zo blijf je bij elkaar.”

De 29-jarige De Koter groeide op in Gorinchem. “Mijn hele jeugd heb ik bij GJS gevoetbald. Daarna drie seizoenen bij Arkel, in het eerste elftal. Maar daar kreeg ik op een gegeven moment weinig speeltijd. Arkel begon meer te voetballen van achteruit, en dat is niet mijn spel. Ik ben een verdediger die het van strijdlust moet hebben, van duels winnen en werken.”

Via vrienden kwam hij bij Schelluinen terecht. “Dat is nu mijn achtste seizoen hier. Ik heb er een geweldige tijd gehad, zowel bij het eerste als de afgelopen twee jaar in het tweede. Het is een gezellige, goed georganiseerde vereniging waar ik me helemaal thuis voel.”

Aanvoerder in moeilijke tijden

Als aanvoerder voelt De Koter extra verantwoordelijkheid. “Ik vind het belangrijk dat Schelluinen positief in beeld blijft. We weten dat we sportief tekortkomen, maar de inzet is groot. De club staat achter ons, dat merk je aan alles. Toen we laatst 1-0 verloren van Wilhelmina kregen we applaus van de toeschouwers. Dat doet wat met je. Mensen voelen wat wij voelen. Dat geeft energie.”

Hij probeert ook zijn medespelers moed te geven. “Sommige jongens vinden het zwaar. Ze voelen zich schuldig over de uitslagen, maar dat is onterecht. Je kunt ze niets verwijten.”

De Koter weet dat handhaving in de derde klasse een bijna onmogelijke opgave is, maar dat houdt hem niet tegen. “We gaan het uiterste proberen. We geven het niet zomaar op. Dit seizoen draait niet om promotie of punten, maar om karakter. Om laten zien dat je, ook als alles tegenzit, blijft staan voor je club.”

Klik op VV Schelluinen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Schelluinen voor meer informatie over de club.

Jordi van Mill (23): “Ik heb naar m’n gevoel geluisterd en dat zei: bij Arkel blijven”

Het stond al op de website en was eigenlijk al rond voor Jordi van Mill. De 23-jarige aanvaller van ASV Arkel zou afgelopen zomer overstappen naar SVW, de club uit Gorinchem die in de tweede klasse speelt. Toch draaide hij het op het laatste moment terug. “Vier vrienden van mij gingen van Schelluinen naar Arkel. Ze belden me op en zeiden vroegen me te blijven. Toen dacht ik: ja, misschien is dat wel het beste.”

Van Mill begon zijn voetbalcarrière bij Arkel, maar stapte in de D’tjes over naar GJS. “In de jeugd speelde GJS wat hoger, dus dat leek me goed voor mijn ontwikkeling. Ik heb daar veel geleerd, maar ook een lastige periode gehad. Ik groeide in korte tijd enorm hard en kreeg daardoor last van mijn knieën. Ik had soms zoveel pijn dat ik amper kon trainen.”

Na die zware periode keerde hij als boomlange aanvaller terug naar Arkel, toen bij de B1. “Dat voelde weer vertrouwd. Het is toch mijn club. De mensen, de sfeer, alles is herkenbaar. Uiteindelijk wil je gewoon lekker voetballen met plezier, en dat heb ik hier.”

Toch kwam er dus vorig jaar een moment van twijfel. “Ik ben altijd beneiuwd geweest naar hoe hoog mijn lat ligt. SVW speelt tweede klasse, Arkel vierde. Dan ga je toch nadenken: waar ligt mijn plafond? Ik had al ja gezegd, het stond zelfs al op de website van SVW dat ik zou komen. Maar toen kwamen die jongens van Schelluinen, dat zijn vrienden van me, en die zeiden dat ze naar Arkel kwamen. Toen ging ik twijfelen. Ook omdat zij kwaliteit meebrengen en we dus kunnen promoveren naar de derde klasse met Arkel. Uiteindelijk dacht ik: bij Arkel heb ik plezier, ik ken de club, ik ken de mensen. Ik heb gewoon naar m’n gevoel geluisterd. En dat gevoel zei dat ik moest blijven.”

“Het was wel even vervelend om te bellen naar de trainer van SVW dat ik toch niet kwam, maar ik heb er geen seconde spijt van. De sfeer bij Arkel is geweldig en sportief gezien hebben we nu een hele sterke selectie. We hebben zes nieuwe jongens erbij, de kwaliteit is omhoog gegaan en de trainer heeft nu zelfs luxeproblemen. Met deze ploeg mag je echt zeggen dat we voor het kampioenschap gaan.”

De club uit de vierde klasse maakte de afgelopen jaren een lastige periode door. “We zijn van de tweede klasse naar de vierde gegaan. Maar we hebben nu een jong team met veel energie. De kwaliteit is terug, de sfeer is top. We trainen met achttien goede spelers, dus als er iemand uitvalt, kunnen we dat goed opvangen.”

In de aanval speelt Van Mill meestal niet meer in de spits, maar daar net achter of aan de zijkanten. “We hebben met Cornee van Horik een echte spits, een topscorer in de regio. Dan is het aan mij om eromheen te spelen, hem in stelling te brengen en zelf gevaarlijk te worden. Ik probeer mijn goals te maken, meestal tussen de tien en vijftien per seizoen. Dat is een mooie doelstelling.”

Naast zijn rol in het eerste elftal is Van Mill ook actief als jeugdtrainer. “Ik train de Onder 14 bij Arkel. Dat vind ik echt leuk om te doen. Je ziet jongens groeien en beter worden, daar haal ik veel plezier uit en heb ook mijn VC2-diploma gehaald.”

Voorlopig denkt Van Mill niet aan vertrekken, al sluit hij het niet uit. “Eerlijk is eerlijk, als ik ooit nog de kans krijg om eerste of tweede klasse te spelen, zou ik dat wel willen proberen. Dat lijkt me een mooi niveau. Maar op dit moment zit ik hier goed. De sfeer, de mensen en het plezier zijn voor mij ook heel belangrijk.”

Klik op ASV Arkel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ASV Arkel voor meer informatie over de club.

Oud-prof Van den Dungen op zijn plek bij WNC Waardenburg

Als kind droomde Theo van den Dungen (48) van een toekomst als profkeeper. Het lukte. Zes jaar lang kon hij leven van het spelletje. Toch is een echte grote doorbraak nooit gekomen voor hem. Niet omdat hij niet goed genoeg was, maar zoals hij zelf zegt omdat hij de mentaliteit miste om “over lijken te gaan”.

Tegenwoordig is Van den Dungen al twaalf jaar keeperstrainer bij WNC Waardenburg, waar hij deel uitmaakt van een uitzonderlijk hechte technische staf onder leiding van Cor Prein. “Ik heb mijn roeping alsnog gevonden. Wat ik vroeger zelf miste, probeer ik nu jonge keepers wél te geven.”

Jeugd bij PSV

Van den Dungen groeide op met voetbal. Als jonge keeper belandde hij in de jeugdopleiding van PSV, waar de lat vanaf dag één hoog lag. “Je moest er echt keihard voor zijn. Iedereen wilde doorbreken, en sommigen gingen daarvoor over lijken. Ik niet. Ik was te netjes, te sociaal misschien.”

Hij herinnert zich nog precies hoe scherp de concurrentie was. “Bij een warming-up met de andere keepers gebeurde het regelmatig dat, als ik de wedstrijd moest keepen, de anderen expres slechte ballen op me afvuurden. Zodat ik een slechte voorbereiding had. Dat was de mentaliteit: alles voor je eigen kans. Andersom deed ik dat niet. Ik wilde juist dat zij een goede warming-up hadden. Achteraf gezien was dat misschien te soft, maar zo zit ik in elkaar.”

Volgens Van den Dungen ontbrak het hem destijds aan begeleiding. “Als er iemand was geweest die me had geholpen met dat mentale stuk -omgaan met druk, met concurrentie, met teleurstelling- dan had het anders kunnen lopen. Talent alleen is niet genoeg.”

Champions League

Na twintig wedstrijden op de bank te hebben gezeten bij het eerste van PSV, zelfs één keer in de Champions League, voetbalde Van den Dungen bij TOP Oss en Achilles ’29. Na 70 wedstrijden in het betaald voetbal stopte hij op zijn 25e als profvoetballer. Ondanks dat hij op het hoogste amateurniveau actief bleef (250 wedstrijden in de tweede divisie) viel de doelman in een zwart gat. “Dat was een moeilijke tijd. Je leeft jarenlang in een voetbalwereld waarin alles om presteren draait, en dan valt dat ineens weg. Je moet jezelf opnieuw uitvinden.”

Gelukkig kwam hij terecht bij een bedrijf dat bewust oud-topsporters aantrok. “Zij zagen de waarde van sportmentaliteit in het bedrijfsleven. Discipline en doorzettingsvermogen zijn kwaliteiten die overal van pas komen. Dat heeft me geholpen om weer structuur te vinden in mijn leven. Tegenwoordig verzilver ik mijn bagage als topsporter in mijn succesvolle eigen bedrijf VitaMasters waarbij we mensen met een hulpverlenend en/of handhavend beroep helpen met hun welzijn en vitaliteit.”

Toch bleef het voetbal kriebelen. Toen Cor Prein hem belde met de vraag of hij keeperstrainer wilde worden bij WNC, hoefde hij niet lang na te denken. “Ik kende Cor nog van vroeger, uit onze tijd bij PSV. Hij zat meestal een team lager, maar mocht vaak met ons meedoen omdat hij zo goed was. Dat hij me na al die jaren weer benaderde, voelde goed.”

Sindsdien vormt Van den Dungen samen met Prein en de rest van de technische staf een stabiel blok binnen WNC. “We zitten inmiddels al twaalf jaar met dezelfde kern. Dat is uniek in het amateurvoetbal. Spelers komen en gaan, maar de staf blijft. Dat zegt alles over de band die we hebben.”

Die onderlinge band is volgens Van den Dungen de kracht van WNC. “Cor heeft een cultuur neergezet waarin openheid centraal staat. Als er iets speelt, wordt het meteen uitgesproken. Geen geroddel, geen frustraties die blijven hangen. Dat zorgt voor vertrouwen. Je weet wat je aan elkaar hebt.”

Over de toekomst hoeft hij niet lang na te denken. “Zolang het leuk blijft en de sfeer goed is, ga ik door. We hebben bij WNC een bijzondere club, met een staf die als familie voelt. Zolang ik daar onderdeel van mag zijn, ben ik een tevreden mens.”

Klik op WNC voor het laatste artikel over de club.
Klik op WNC voor meer informatie over de club.

Didier Bogert (22) is de man achter de 1,4 miljoen volgers van Vianen

Ze spelen werkelijk op het laagste van het laagste niveau: de zesde klasse van de reserve-categorie, maar op social media concurreren ze met Feyenoord, Ajax en PSV. Didier Bogert, 22 jaar en actief bij VV Vianen 2, is de drijvende kracht achter het clubkanaal dat inmiddels 1,4 miljoen volgers telt, het hoogste aantal voor een amateurclub wereldwijd. “Ik begon het voor de grap in de kleedkamer.”

Didier voetbalde in zijn jeugd bij Brederodes, maar al snel merkte hij dat hij zich daar niet helemaal thuis voelde. “Op jonge leeftijd voelde het wat afstandelijk. Dus ben ik op mijn tiende we met wat jongens naar Vianen overgestapt. Daar hebben we een jeugdteam opgericht. Op een gegeven moment was daar geen plek meer voor jeugd en zijn we naar Ijsselstein gegaan. Vier jaar geleden besloten we een vriendenteam op te zetten bij Vianen.”

TikTok uit de kleedkamer

De social media-revolutie van VV Vianen begon min of meer spontaan. “Ik begon een TikTok-account gewoon als grap. Ik deelde momenten uit de kleedkamer, grappige stukjes, dingen waar je met je maten om moest lachen. De eerste video haalde dertigduizend weergaven. Dat gaf me motivatie om door te gaan.”

In korte tijd groeide het kanaal naar 100.000 volgers. Het nieuwsprogramma Hart van Nederland pikte het op en ook de NOS maakte een item. Binnen de club werd het merk Vianen groter. Inmiddels heeft VV Vianen meer TikTok-volgers dan de meeste Eredivisieclubs.

IShowSpeed

Een van de meest spraakmakende wendingen kwam toen de wereldberoemde livestreamer IShowSpeed ontdekte dat Vianen bestond. “Hij zocht naar een voetbalclub en plaatste dat op TikTok,” herinnert Didier zich. “Ik reageerde met het account van VV Vianen: ‘je kunt naar Vianen komen.’ Op een livestream heeft hij onze club opgezocht en stuurde hij een videoboodschap waarin hij zei dat hij een contract wilde tekenen bij onz.”

Die gebeurtenis gaf het account een explosie van aandacht. “Onze Instagram en TikTok ontplofte. Mensen van over de hele wereld begonnen te reageren.” De aandacht bracht ook kansen: door het bereik kreeg Vianen media-aandacht, samenwerkingen en evenementen voor elkaar die anders nooit mogelijk zouden zijn.

Op het veld met blessure

Voetballend is Didier rechterflankspeler bij Vianen 2, in de zesde reserveklasse, het laagst mogelijke niveau in hun regio. Degradatie is onmogelijk. “We kunnen er niet heel veel van. Maar we gaan voor het kampioenschap. Het is leuk om te merken hoe erg het kampioenschap leeft ondanks het lage niveau.” Zelf kampt Didier momenteel met een kruisbandblessure. “Ik ben bijna terug. Het is frustrerend om aan de kant te staan.”

De combinatie van amateurvoetbal en wereldwijde aandacht maakt Vianen uniek. Didier: “Als klein clubje met vijftig actieve voetballers kun je geen stadion vol trekken. Maar via social media kun je de hele wereld bereiken. Nu is de volgende stap dat mensen niet alleen het logo kennen, maar ook het gezicht achter het logo.”

Daarmee komt een ambitie naar voren: meer dan grappige filmpjes maken. “Ik denk aan challenges, nieuwe contentvormen, misschien podcasts of shows. Als mensen zitten te wachten op iets creatiefs, wil ik dat bedienen.”

“Ik verdien er momenteel niet veel geld mee. Dat doe ik via mijn baan bij RTV Utrecht. Maar dit project geeft ruimte aan dromen: samen met de club mooie projecten opzetten. Geld ophalen voor goede doelen, trainingen in het buitenland regelen, we zijn al naar Hamburg geweest en hebben gespeeld in de Galgenwaard. We organiseren dingen die normaal boven het niveau van een kleine club liggen.”

Klik hier voor meer informatie over Vianen
Klik hier voor meer artikelen over Vianen

Kruisband blessure versterkt band van Brederodes-broertjes Van den Boef

Ze delen naast hun achternaam, club en passie voor voetbal, helaas ook hun blessureleed. Sven (22) en Dani (19) den Boef spelen allebei in het eerste elftal van vv Brederodes, maar zitten dit seizoen noodgedwongen aan de kant. Beiden scheurden hun kruisband af, net als hun vader ooit. “Het lijkt wel erfelijk,” grapt Dani. Toch kijken de broers vooruit: volgend seizoen hopen ze samen weer op het veld te staan. “We hebben allebei te veel plezier in het spel om ermee te stoppen.”

De broers groeiden op met de bal aan hun voet. “We spelen al sinds de allerkleinste jeugd bij Brederodes,” vertelt Sven. Dani vult aan: “We hebben allebei de hele jeugd doorlopen en uiteindelijk samen in het eerste gespeeld. Dat is wel bijzonder om met je broer daar te staan.”

Sven speelt als verdediger, Dani als linksbuiten. “Sven staat altijd z’n mannetje,” zegt Dani. “Hij is hard, fysiek sterk en geeft zich nooit gewonnen. Misschien mag hij af en toe iets meer zijn koppie gebruiken. Hij kan nogal hard een duel ingaan.” Sven lacht: “Dani is geen haar beter hoor. Klein, snel, explosief. Altijd 100% inzet. Alleen moet hij af en toe zijn koppie erbij houden. Nog meer dan ik. Hij is soms net iets te fel en krijgt het dan aan de stok met tegenstanders. Maar dat is ook wat hem goed maakt: hij gaat altijd vol voor de winst.”

Dubbel pech met de kruisband

Dani scheurde zijn kruisband voor de tweede keer. “In maart dit jaar was het weer raak,” vertelt hij. “Twee jaar geleden mijn linker, nu mijn rechter. De eerste keer was ik 16 en wist ik niet wat me overkwam. Dertien maanden niet voetballen, dat was zwaar. De tweede keer was anders. Ik wist wat er aan de hand was, maar het deed mentaal meer pijn. Ik twijfelde of ik nog wel wilde doorgaan. Uiteindelijk heb ik me eroverheen gezet. Voetbal is alles voor mij. Ik hoop terug te zijn in mei 2026.”

Sven kampt ook al geruime tijd met een zwakke kruisband. “Drie jaar geleden scheurde ik mijn kruisband in. Daarna is het eigenlijk nooit meer goed gekomen. Telkens een paar wedstrijden spelen en dan weer eruit. Ik heb alles geprobeerd: kleine operaties, injecties, fysio, rust. Niets hielp echt. In januari 2026 word ik geopereerd, dan is het hopelijk klaar. Het is frustrerend, maar het is wel fijn dat ik nu eindelijk echt actie onderneem. Achteraf had ik dat al meteen moeten doen.”

De broers zijn razend fanatiek. “Dat botst soms wel eens,” zegt Sven lachend. “Op het pleintje konden we vroeger geen partijtje spelen zonder ruzie. Allebei kunnen we slecht tegen ons verlies. De een liep dan weer heel boos terug naar huis met de bal bijvoorbeeld. Er was altijd wel wat. Toch is hun band ijzersterk. “We gunnen elkaar alles,” zegt Sven. “Als ik Sven een goede actie op het veld zie maken. Dan denk ik: dat is mijn broer.”

Hoewel ze nu beide langs de kant staan, blijven ze betrokken bij de club. “We zijn er nog elk weekend bij. Je blijft onderdeel van het team.”

Naast hun spelersrol zetten beide broers zich in als jeugdtrainers. Sven is al drie seizoenen trainer van de JO17. “Ik vind het mooi om binding te hebben met de jongens. Ik heb geen grote trainersambities, maar ik vind het leuk om ze beter te maken en plezier te laten hebben. Je ziet ze groeien en dat geeft voldoening.” Dani traint de JO15 en werd zelfs even gecoacht door zijn broer. “Sven was mijn trainer toen ik in de O17 speelde. Dat was grappig.”

Ondanks de blessures zijn de broers optimistisch over de toekomst van Brederodes. “We hebben een jong team met veel individuele kwaliteiten,” zegt Dani. “Er zit echt rek in deze groep.” Sven vult aan: “Als we dit team bij elkaar houden, spelen we over drie jaar gewoon weer in de derde klasse. Daar ben ik van overtuigd. Het doel is duidelijk: dit jaar promoveren. We moeten gewoon kampioen worden.”

Klik op Brederodes voor het laatste artikel over de club.
Klik op Brederodes voor meer informatie over de club.

Jenke (17) start Team Lekkie bij SC Everstein “Het is zo schattig om die kleine kinderen te zien rennen achter de bal”

Bij SC Everstein is sinds kort een nieuw team actief: Team Lekkie. Geen elftal dat meedoet aan een competitie, maar een speels initiatief voor de allerkleinsten van drie en vier jaar oud. De drijvende kracht erachter is de 17-jarige Jenke, zelf keepster bij de MO20 van Everstein.

Van stage naar idee

Het idee voor Team Lekkie ontstond tijdens een stage die Jenke liep bij haar eigen club. “Een ouder kwam naar ons toe. Hij had een kindje van drie en vroeg of die niet kon komen voetballen. Toen dachten we: waarom niet?”

Jenke ging met een paar mensen van de club om tafel om te kijken of er animo was. “We maakten een flyer, zetten die online en deelden hem via social media. Binnen de kortste keren hadden we zestien aanmeldingen. Tegen de tijd dat we begonnen, stonden er twintig namen op de lijst. Dat was echt boven verwachting.”

De jongste voetballers van Everstein zijn nog geen schoolkinderen, maar hebben wel al een eigen team. “De meeste zijn drie of vier jaar oud. Het is vooral bedoeld om lekker te bewegen en plezier te hebben met een bal. Ze hebben nog niet echt door wat ‘voetbal’ is, maar het idee dat ze meedoen vinden ze geweldig.”

“De ene rent tien minuten enthousiast achter de bal aan en is daarna klaar. De ander blijft maar doorgaan. Je ziet al kleine verschillen. Sommige kinderen kunnen al best goed schieten, andere zijn vooral aan het lachen en hobbelen. Dat maakt het juist leuk.”

Training op maat

Elke vrijdagmiddag bereidt Jenke de trainingen voor. “We doen allemaal kleine spelletjes: dribbelen om pionnen of op doeltjes schieten. De bedoeling is vooral dat ze plezier hebben.”

Op zaterdag is er ook een moment waarop de kinderen kunnen trainen, onder begeleiding van drie andere trainers. “Ouders kunnen kiezen welke dag beter uitkomt. Dat werkt goed, want zo blijft het laagdrempelig. We willen vooral dat kinderen en ouders het leuk vinden om bij Everstein te komen.”

Verrassend succes

De reacties zijn hartverwarmend. “Na de eerste training kwamen ouders al naar ons toe om te zeggen hoe leuk ze het vonden. Ze vonden het geweldig om hun kinderen te zien rondrennen. En eerlijk: het is ook best schattig. Je ziet ze allemaal in van die veel te grote shirtjes achter de bal aan hobbelen.”

Sommige ouders hebben oudere kinderen die al bij Everstein spelen. “Dat helpt,” legt Jenke uit. “Dan nemen ze hun jongere broertje of zusje mee, en die wil natuurlijk ook meedoen.”

Betrokken bij de club

Jenke is trots dat ze op deze manier iets kan betekenen voor haar vereniging. “Ik voetbal hier al sinds ik vijf ben. Everstein is mijn club. Als keepster zit ik nu in de MO20 en ik vind het leuk om te zien dat er zoveel leeft binnen de vereniging. Met Team Lekkie kan ik iets terugdoen.”

Ze is blij met de steun van de club. “Iedereen helpt mee. Van materiaal tot communicatie, alles wordt samen gedaan. Dat maakt Everstein zo’n fijne vereniging. Er is altijd iemand die iets wil regelen of even bijspringt.”

Team Lekkie blijkt een schot in de roos. “We hopen natuurlijk dat er nog meer kinderen bijkomen. Maar ook als het bij twintig blijft, is dat prachtig. Voor de club is het mooi om die verbinding met jonge gezinnen te hebben. En wie weet, misschien blijven sommige kinderen straks hangen en stromen ze door naar de jeugdteams.”

Zelf geniet ze vooral van het enthousiasme van de kinderen. “Als ik ze zie lachen, dan weet ik dat het goed zit.”

Klik voor meer artikelen op SC Everstein.
Klik voor meer informatie over SC Everstein.

Voorzitter ASH is ook de grensrechter van het eerste elftal

De 46-jarige voorzitter Niels Horssen is niet alleen bestuurder bij ASH, maar ook grensrechter, jeugdtrainer en vader van een speelster in de MO13 en een spelster van de dames. “Thuis hoor ik weleens dat ik getrouwd ben met ASH.” 

Horssen begon zijn voetbalcarrière ooit bij Herovina, maar stapte op jonge leeftijd over. “Ik had een beetje onenigheid met de trainer destijds. Ik was zelf niet de makkelijkste en de trainer ook niet. Het botste gewoon. Uiteindelijk ben ik rond mijn negende naar ASH gegaan. Geen moment spijt van gehad. Mijn vader komt uit Hellouw, dus de overstap was eigenlijk logisch.”

Op zijn zeventiende maakte hij zijn debuut in het eerste elftal. “Ik heb vijftien à zestien jaar in het eerste gespeeld. Ik was geen hele technische speler, maar wel een solide verdediger. Balletje afpakken en inleveren bij de juiste kleur. Ik moest het hebben van strijd en hardheid. En daar hoorde ook weleens een kaart bij. Ik heb er heel wat achter mijn naam staan” lacht Horssen. “Maar zulke spelers heb je gewoon nodig. Dat mis ik weleens bij de huidige generatie. Die echte winnaarsmentaliteit, het over-lijken-gaan, dat zie je zelden nog. Vroeger op de amateurvelden waren jongens als Wouter Goes geen zeldzaamheid. Knijpen en duwtjes waren de normaalste zaak van de wereld.”

Na zijn actieve voetbaljaren bleef Niels betrokken bij de club. “Op een gegeven moment merk je dat je hoofd nog wel wil, maar dat het er niet meer uitziet. Toen ben ik wat lager gaan voetballen. Eerst in het tweede elftal, daarna bij de veteranen. Uiteindelijk moest ik stoppen vanwege mijn enkel. Maar ik wilde betrokken blijven, dus werd ik leider van het eerste.”

Dat bleef niet bij één taak. Inmiddels is Horssen voorzitter van ASH, trainer/leider van de JO13, én vaste grensrechter bij het eerste elftal. “Soms fluit ik ’s ochtends bij de dames, geef ik daarna training en sta ik ’s middags met de vlag langs het veld. Het is veel, maar ik doe het met plezier voor de club.”

Grensrechter

Over zijn rol als vlagger is hij nuchter. “Grensrechter is eigenlijk een hondenbaan. Maar toch vind ik het leuk om te doen. Je krijgt weleens bizarre verwensingen naar je hoofd geslingerd. Ik ben niet de meest eerlijke grensrechter, maar zeker ook niet de meest valse. Iedereen vlagt weleens iets af in de laatste minuten als het randje buitenspel is. Uiteindelijk doe je het voor de club. En het is ook gewoon lekker om ontspannen langs dat lijntje te lopen.”

Dit jaar begint Niels aan zijn derde seizoen als voorzitter. In een tijd waarin veel kleine dorpen moeite hebben om leden vast te houden, doet ASH het verrassend goed. “We hebben 340 leden op een dorp van 1050 inwoners. Dat is echt iets om trots op te zijn.”

Ook financieel staat ASH er goed voor, al zijn de uitdagingen duidelijk. “De subsidies vanuit de gemeente worden steeds minder. Den Haag zegt dat iedereen moet sporten, maar tegelijkertijd mag het niets kosten. Dat sijpelt door naar ons niveau. Daarom zullen we in de toekomst meer moeten leunen op leden en sponsors. Gelukkig hebben we trouwe mensen om ons heen. Ons doel is om in 2026 een kunstgrasveld aan te leggen. Dat is financieel haalbaar, maar we zullen er met z’n allen wat extra voor moeten doen.”

Meer dan voetbal

ASH is volgens Horssen veel meer dan alleen een voetbalclub. “Bij ons draait het om verbinding. Op zaterdag staat een jongen van achttien net zo makkelijk met een man van zestig aan de bar. Er zijn geen groepjes, iedereen hoort erbij. Dat is wat Hellouw en ASH zo bijzonder maakt.”

De club organiseert ook activiteiten buiten het voetbal. “We hebben bijvoorbeeld wekelijks ‘op de koffie in Hellouw,’ georganiseerd door Dolfijn, een klaverjascommissie, een gymgroep voor ouderen en het programma ‘In beweging met ASH’. Dat is puur gericht op onze oudere leden. Het is echt een dorpsvereniging in de breedste zin van het woord.”

Klik op ASH voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ASH voor meer informatie over de club.

Broers Guus en Sjoerd Houdcamp van GJS pakken elkaar harder aan dan anderen

De broers Guus (24) en Sjoerd (22) Houdcamp groeiden letterlijk op naast het GJS-complex in Gorinchem op. “We wonen er een minuutje vandaan,” vertelt Sjoerd. “Het was vanzelfsprekend dat we hier gingen voetballen.” Beiden spelen inmiddels in het eerste elftal van GJS.

“Ons hele leven hebben we bij GJS gevoetbald,” zegt Sjoerd. “We zijn hier begonnen bij de mini’s en nooit weggegaan. Het is echt onze club.”
Guus vult aan: “Bij GJS ken je iedereen. De meeste jongens komen gewoon uit Gorinchem. Je groeit samen op, voetbalt met dezelfde gasten van de jeugd tot het eerste en naast het veld doe je ook veel met elkaar. Dat maakt het speciaal.”

Toen Sjoerd doorstroomde vanuit de Oonder 19, maakte Guus vanuit het tweede elftal de overstap naar het eersteal. “Het was mooi dat we tegelijk op dat niveau uitkwamen,” vertelt Guus. “In het begin was dat bijzonder om samen in één elftal te staan met je broer. Inmiddels zijn we eraan gewend.”

“Soms kan het wel eens botsen hoor, we zijn allebei fel. We zijn harder voor elkaar dan voor anderen. Maar dat hoort erbij. Uiteindelijk is het alleen maar mooi dat je dit samen mag meemaken.”

In het veld vormen de broers een vertrouwd duo. Guus speelt centraal achterin, Sjoerd op rechtsback. “Laat mij maar lekker rennen,” zegt Sjoerd. “Ik houd van die loopacties, op en neer over die flank. Helemaal kapotgaan, dat is mijn spel.”
Guus ziet hem als een belangrijk wapen: “Zijn snelheid en drang naar voren zijn echt zijn kracht. Over die rechterkant is hij gevaarlijk. Als ik één verbeterpunt moet noemen, is het dat hij soms wat meer overzicht moet houden of rust aan de bal moet bewaren.”

Sjoerd: “Guus is sterk in duels. Hij is fysiek, haalt spitsen uit de wedstrijd en durft vooruit te spelen. Zijn minpuntje? Soms laat hij iets te snel z’n koppie hangen na een fout. Maar verder is het een solide verdediger.”

Tegenslag voor Sjoerd

In april 2024 scheurde Sjoerd tijdens een zaalvoetbalwedstrijd zijn kruisband af. “Ik kwam verkeerd neer nadat ik omhoog sprong. Dat was het. Een klap, vooral mentaal. Anderhalf jaar niet kunnen voetballen is zwaar. Je staat ernaast en wil zó graag mee doen. Ik ben blij dat ik dit seizoen weer kan voetballen.”

Volgens de broers is de sfeer binnen het team uitstekend. “We hebben een geweldig elftal,” zegt Guus. “Iedereen doet het voor elkaar, niemand wordt betaald. Dat is een zeldzaamheid in deze tweede klasse en dat maakt het ook zo mooi vind ik. We spelen voor de club. Natuurlijk willen we presteren -handhaving in de tweede klasse is het doel- maar het draait vooral om plezier en samen beter worden.”

Sjoerd vult aan: “We hebben een nieuwe speler erbij gekregen, Tom, iemand van buitenaf. Maar die werd meteen goed opgenomen in de groep. Dat typeert GJS. Iedereen hoort erbij.”

De onderlinge band van de broers is zichtbaar op het veld. “Als ik bijvoorbeeld een fout maak, reageert Guus anders dan bij iemand anders,” zegt Sjoerd. “Dan gaat hij er net wat feller in. Omdat het je broer is, weet je dat het goed zit. Je weet wat je van elkaar kunt hebben en weet ook de grenzen van de ander.”
Guus knikt: “Precies. Op trainingen botst het ook wel eens. In een duel denk je dan ‘jij bent van mij nu.’ En andersom ook. We kunnen elkaar de waarheid zeggen, maar dat is juist goed. Uiteindelijk weten we dat het uit respect komt.”

Klik op GJS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GJS voor meer informatie over de club.

Sören van Rooij liet het kleine SVS’65 online floreren met 250.000 weergaven

Bij SVS’65 uit Spijk is er één man die werkelijk alles vastlegt, deelt en meebeleeft: Sören van Rooij (47). Als content creator van de club is hij degene die alles wat er op Instagram en Facebook verschijnt onder zijn hoede neemt. Van fotoverslagen tot trainingskampcompilaties en alles wat er tussen zit, hij doet het allemaal. En dat doet hij met een glimlach: “Ik ben bij veel zaken betrokken en voel me als een vis in het water hier.”

Van SVW naar SVS’65

Voordat Van Rooij de digitale stem van SVS’65 werd, voetbalde hij zelf jarenlang bij Vuren, GJS, Almkerk en SVW. “Bij laatstgenoemde begon het eigenlijk allemaal. Ik maakte toen al kleine filmpjes en posts over de club. Een interview hier, een sfeerbeeld daar. Gewoon omdat ik het leuk vond om te laten zien wat er leeft binnen een vereniging. Maar als ik dat nu terugzie durf ik wel te stellen dat ik me ontwikkeld heb zullen we maar zeggen.

Die hobby liep langzaam uit de hand. “Op een gegeven moment kreeg ik steeds meer complimenten. Mensen vonden het mooi om te zien wat ik maakte en het algemene beeld van de club veranderde positief. Toen dacht ik: misschien moet ik hier meer mee doen. En zo ben ik er een beetje ingerold.”

Toen oud trainer van SVS’65, Menno Beusekamp, iemand zocht die hun social media kon oppakken, hoefde Van Rooij niet lang na te denken. “Ik kende wat mensen bij de club en dacht: ik ga gewoon helpen. Dat is nu alweer een paar seizoenen geleden, en sindsdien zit ik hier heerlijk op mijn plek.”

Met zijn camera en eindeloze enthousiasme legt Van Rooij alles vast. “Ik vind het belangrijk om te laten zien wat er allemaal leeft binnen een club. Niet alleen de eerste elftalwedstrijden, maar ook jeugd, vrijwilligers, sponsoren en wat er in de kantine gebeurt. Als mensen zich herkennen in de beelden, krijg je betrokkenheid. Dat is de kracht van social media.”

Het resultaat is indrukwekkend: SVS’65 heeft inmiddels aanzienlijk meer volgers (bijna 1100) op Instagram dan veel grotere clubs in de regio. Vooral tijdens de nacompetitie en promotie van afgelopen seizoen, bereikte de pagina ongekende hoogtes. “We hadden in één maand meer dan 250.000 weergaven. Voor een kleine club als SVS’65 is dat bizar.”

16 uur voor één filmpje

Wie denkt dat het bij een paar snelle filmpjes blijft, heeft het mis. Van Rooij is een echte perfectionist. “Als ik een compilatie maak van een trainingskamp, ben ik daar rustig zestien uur mee bezig. Beelden sorteren, monteren, muziek eronder, alles moet kloppen. Ik ben een zeikerd wat dat betreft. Maar ik vind dat heerlijk om te doen. Je ziet iets groeien van ruwe beelden tot een compleet verhaal.”

Zijn stijl is persoonlijk, maar altijd positief en met een vleugje humor en zelfspot. “Ik wil dat mensen er blij van worden. Dat ze het gevoel krijgen: wat een leuke club is dat SVS’65. En ik vind ook dat het een leuke club is. Het is een kleine, hechte vereniging waar iedereen elkaar kent.”

Meer dan alleen media

Van Rooij doet echter meer dan alleen het maken van foto’s en filmpjes. Met zijn eigen bedrijfje SvR creations schrijft hij ook artikelen, verzorgt hij content voor websites en social media kanalen en heeft zelfs zijn eigen column in een lokale krant in Gorinchem. “Periodiek schrijf ik een column over zaken die mij bezighouden. Serieus, met een lach en een traan. Schrijven is een andere manier om verhalen te vertellen, en dat vind ik ook mooi om te doen.”

Daarnaast is hij betrokken bij het eerste elftal, waar hij een soort rol van vliegende  kiepvervult. “Ik ben geen trainer of leider in de formele zin, maar ik probeer de jongens te helpen als het nodig is. Nieuwe jongens thuis laten voelen. Vooral mentaal. Soms zit iemand er even doorheen of twijfelt over zichzelf, dan probeer ik diegene weer op te peppen. Gewoon een goed gesprek, een grapje, even relativeren. Ik vind het heerlijk om iedere zaterdag met de boys op stap te zijn. Gelukkig ‘never a dull moment’ in Spijk zullen we maar zeggen.”

Klik op SVS’65 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVS’65 voor meer informatie over de club.

Van Wijk zijn planmatige vaardigheden goud waard voor Vuren

Bij VV Vuren weten ze: als er een plan moet worden gemaakt en uitgevoerd moet je bij Jan van Wijk zijn. “Als er iets moet gebeuren, dan wil ik weten hoe we het voor elkaar krijgen. En liefst ook hoe we het slimmer kunnen doen dan de vorige keer.”

Jan werd geboren in Herwijnen en verhuisde op zijn achtste naar Vuren. Daar sloot hij zich direct aan bij de plaatselijke voetbalclub. “In de jeugd speelde ik centraal op het middenveld, technisch en snel. Op mijn vijftiende werd ik voor het eerst bij het eerste elftal gehaald. Helaas scheurde ik op mijn achttiende mijn kruisband. Twee jaar revalideren volgden, maar ik was nooit meer helemaal de oude.”

Toch bleef hij spelen tot zijn 35e in het eerste en enkele jaren in het tweede. “Ik was net vader, en op een dag zei de dokter: als je nu niet stopt, zit je straks in een rolstoel. Dat was het moment dat ik de knoop doorhakte. Stoppen deed pijn, maar ik ben van nature positief. Je moet niet bij de pakken neerzitten, je moet dóór.”

Zijn positieve instelling werd nog eens op de proef gesteld toen hij met zijn enkel onder een auto terechtkwam. “Ik dacht dat ik na zes weken weer op de been zou zijn, maar dat duurde iets langer. Ik kreeg de keuze of absolute rust of door de pijn heen bewegen. Ik koos het laatste. Inmiddels doe ik weer alles.”

De man met het plan

Al tijdens zijn actieve carrière stortte Jan zich volledig op het verenigingsleven. Hij was jeugdleider, vicevoorzitter, klusser, lid van de barcommissie en later leider van het eerste elftal, waar zijn oudste zoon nu aanvoerder is. “Eigenlijk ben ik altijd wel ergens mee bezig. Er lag een uitdaging: de kleedkamers, scheidrechterkleedruimte en de toiletten kantine moesten vernieuwd worden. Toen vroegen ze of ik het wilde coördineren.”

Wat volgde, was een staaltje planmatig denken waar Vuren nog jaren van zal profiteren. “De eerste stap is helder krijgen wat je wilt. Daarna kijk je naar hoe we het gaan betalen, wie hebben we nodig en wat is de planning? Het is geen bedrijf, dus je kunt niemand iets verplichten en er zit heel veel kennis. Het draait dus om mensen enthousiasmeren. Je moet ze meenemen in het plan.”

Elke donderdag kwam de groep bijeen om de voortgang te bespreken. “We keken wat er gedaan was en wat nog moest. Door die regelmaat bleef iedereen gemotiveerd. En eerlijk: we hebben het fantastisch gedaan. De planning gehaald, onder budget gebleven, en alles duurzaam ingericht.”

Samen met grote groep vrijwilligers onderging het sportcomplex een metamorfose. “We hebben twee kleedkamers helemaal vernieuwd, inclusief de deling van de gezamenlijk doucheruimte, riolering, tegelwerk, vloeren, verlichting, verwarming en afzuiging. De verwarming is nu opgedeeld in sectoren. Vroeger ging de hele boel aan als je de kantine opwarmde, nu alleen wat nodig is. Dat scheelt enorm in energie.”

Ook de materialen werden met zorg gekozen. “Deurposten die niet kunnen rotten, onderhoudsvrije vloeren, automatische doucheknoppen zodat er geen water verspild wordt. Alles is gemaakt om lang mee te gaan en minder onderhoud te vragen. En het ziet er nog goed uit ook.”

Daarnaast werd het terras aangepakt. “We hebben de overkapping vergroot, een nieuw dak geplaatst en een balustrade gemaakt. Het is nu echt een gezellige plek om te staan als het regent. Zo straalt het complex ook meer gastvrijheid uit. Dat vind ik belangrijk: een club moet uitstralen dat iedereen welkom is.”

Er zijn nieuwe speeltoestellen geplaatst en nog tal van ander klussen zijn dit jaar uitgevoerd iets als club om trots op te zijn.

Voetbal zit bij de Van Wijks in het bloed. “Mijn oma bracht vroeger al thee bij de club,” vertelt Jan met trots. “Mijn moeder deed vrijwilligerswerk, mijn vrouw heeft o.a gevoetbald, mijn schoonvader floot o.a. wedstrijden en heeft in het bestuur gezeten. Mijn oudste zoon is aanvoerder en penningmeester, mijn middelste is verzorger van het eerste, en mijn dochter is aanvoerder bij de dames én doet de communicatie. Mijn broer voetbalt nog in het vierde en is leider van het tweede.”

Voor meer artikelen over VV Vuren klik hier.
Voor meer informatie over VV Vuren klik hier.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.