Home Blog Pagina 4

Van praatjesmaker tot erelid

Leen van Leersum (82) is erelid van VV Herovina. Zowat heel zijn leven is hij verbonden met de club. Nadat hij iets te veel praatjes had in de kroeg, ging hij voetballen bij de club. Later werd hij hoofdredacteur van het clubblad en maakte de digitalisering mee van de ledenadministratie. Nu is hij scheidsrechter van de JO14 en heeft nog genoeg andere dingen om handen.

Er zijn veel bijzondere verhalen over hoe voetbalcarrières kunnen starten, die van Leen van Leersum hoort ook thuis in dat rijtje. “M’n maatje en ik gingen altijd kijken bij Herovina. Ze hadden denk ik een wedstrijd verloren want diezelfde avond stond ik in de kroeg te verkondigen hoe slecht het allemaal was wat ze die dag op het veld hadden laten zien. Ik had een net iets te grote mond denk ik, want een bestuurslid van Herovina zei: laat het dan zelf maar eens zien. Hij vroeg de kastelein om een briefje en ik zette daar zwart op wit neer dat ik naar Herovina ging.”

En zo zat Leen erbij. Het eerste, waar hij eerder nog zo veel commentaar op had, heeft hij nooit gered. Hij startte op zijn 26e in het vierde van Herovina, daarna werd dat het vijfde en ook nog het zesde. Op zijn 38e is Leen gestopt als voetballer maar eigenlijk ligt zijn tijd waarin hij van grote waarde was, helemaal niet op het veld. Die kwam pas na zijn carrière als voetballer. Zo heeft hij zich onmisbaar gemaakt voor de club. “Toen ik stopte als voetballer, ben ik scheidsrechter geworden bij de jeugd. In de senioren had ik geen zin. En nog steeds niet trouwens. Bij de junioren gaan 95 van de 100 overtredingen per ongeluk. Bij de senioren wordt er gemener gespeeld. Ik fluit nu de thuiswedstrijden van de JO13 of JO14, dat is een leeftijd die goed handelbaar is. Het is leuk om leiding te geven aan de wedstrijd en tussen de kinderen te lopen.”

Voorheen was Leen nog serieuzer met het vak bezig. “De grootste wedstrijden die ik heb gefloten waren de A-junioren van Papendrecht-Feyenoord en Zwijndrecht-ADO Den Haag. Ik was zenuwachtig voor die wedstrijden en was er al een week van tevoren mee bezig. Ik wist dan bijvoorbeeld precies welke kleur shirts en broekjes ze aan zouden hebben. Als scheidsrechter moet je je zaakjes denk ik wel op orde hebben, maar bij mij sloeg dat wat door. Gelukkig heb ik dat nu niet meer. Nu ga ik de wedstrijden altijd heel ontspannen in.”

Naast scheidsrechter heeft Leen 38 jaar de ledenadministratie gedaan en heeft hij, ook dertig jaar, het clubblad voor zijn rekening genomen. Voor al zijn verdiensten is hij benoemd tot erelid. Niet gek voor iemand die al zo lang meedraait. In 2025 wordt het 80-jarig bestaan van Herovina gevierd. Leen is dan 82 en is dus ouder dan de club. “Eigenlijk is de onderscheiding die ik heb gekregen voor mijn vrouw. Als je zo veel bezig bent met de club, mis je tijd met haar en de kinderen, maar zij heeft me altijd gesteund in wat ik doe. Daarvoor ben ik haar dankbaar.”

Nog steeds is Leen elke zaterdag te vinden op de velden van Herovina. De scheidsrechter die tegenwoordig alleen de JO14 fluit is niet alleen wedstrijdleider maar doet nog veel meer bij de club. “Om acht uur ben ik op De Kol (het complex van Herovina). Dan hang ik het bord op waarop de veld- en kleedkamerindeling op staat. Dan controleer ik of alle deuren open zijn, zet ik de hoekvlaggen neer en doe de doelnetten naar beneden. Dan is het alweer negen uur en ga ik twee helften aan de bak. Het voelt wel echt als aan de bak gaan. Ook ik word een dagje ouder hè.”

Klik op Herovina voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Herovina voor de meer informatie over de club.

Richard den Hartog is de toernooienkoning

VV Ameide is dé voetbalclub als het gaat om het organiseren van toernooien. Aan het einde van bijvoorbeeld vorig seizoen werden er maar liefst 19 toernooien georganiseerd. Degene die verantwoordelijk is voor deze grote organisatie is onder andere Richard den Hartog. Een vrijwilliger die graag op de achtergrond blijft en er kan van genieten als hij zijn club ziet bruisen. Nu is de hoop van Den Hartog dat ook andere clubs toernooien gaan organiseren en dat het spelen van toernooien als seizoen afsluiter de norm wordt.

Richard: “Na een seizoen zorgen wij dat elk jeugdteam een toernooi heeft waar het aan mee kan doen. We moeten natuurlijk ook clubs uit de regio vragen. Wij zijn nu al weer bezig met de voorbereidingen voor het einde van dit seizoen.” Dat zal ook wel moeten. Aan het einde van dit seizoen staan er weer twintig toernooien op de planning. De toernooien worden verdeeld over drie dagen. Er moeten speelschema’s gemaakt worden en qua veldbezetting moet alles precies passen. De grootste uitdaging voor Richard zijn de afzeggingen op het allerlaatste moment. Gelukkig raakt hij niet snel van de leg. In zijn werk vindt hij overlap met wat hij bij Ameide doet. “Ik werk in de logistiek. Bijvoorbeeld bij een schaatstoernooi vraagt de KNSB mijn bedrijf om alles wat betreft logistiek te regelen. Dat komt er op neer dat alle spullen, op tijd en op de juiste plek moeten staan. Het is niet negen tot vijf, het is gewoon af wanneer het af is. Dat vind ik fijn aan mijn werk.”

De toernooien zijn opgesplitst in drie dagen. Het zou simpelweg te druk zijn om al de toernooien in één dag te proppen. Op de dagen van de toernooien is het parkeerterrein van Ameide te klein om alle auto’s op kwijt te kunnen. Sommigen moeten hun auto dus in het dorp zelf zetten. Het complex puilt uit, de velden zijn gevuld en de kantine-inkomsten schieten omhoog. “Dat de vereniging bruist en ik daar deels verantwoordelijk voor ben, geeft mij een kick om te zien. Er zijn natuurlijk heus wel wat issues op zo’n dag, maar over het algemeen heeft iedereen het naar zijn zin. Het zijn gezellige dagen en je sluit het voetbalseizoen op een laagdrempelige manier af. Het mooiste compliment voor mij is dat het allemaal goed geregeld is en dat clubs graag weer terugkomen. Daarnaast horen de terreinknechten dat het complex er goed bij ligt en krijgen nog meer complimenten, wat ook weer goed is voor hun moreel.”

Bijna twintig toernooien organiseren op slechts twee velden is nogal een klus. Daarbovenop is Ameide een groeiende vereniging. Een derde veld zou dus goed van pas komen. “Het voorstel voor een derde veld ligt ook al een tijd bij de gemeente. Voor zo’n voorstel hebben we een module van de KNVB ingevuld waarin je ook de verwachte bevolkingsgroei moet berekenen. Alles wijst erop dat wij een derde veld nodig hebben. We wachten al een tijd op de gemeente. Wij zouden het liefst dat veld al hebben aangelegd, maar bij de gemeente duurt dat nou eenmaal wat langer. Het is wat het is.”

Wat ook zo is, is dat Ameide nagenoeg de enige vereniging is waar toernooien worden georganiseerd. “Tien tot twaalf jaar geleden was dat heel anders. Het lijkt wel alsof het niet meer in het DNA zit van voetbalclubs terwijl het zo veel voordelen met zich meebrengt. Het zou voor ons mooi zijn als we de jeugdelftallen aan het eind van ieder seizoen zowel een thuis- als uittoernooi kunnen aanbieden.”

Klik op VV Ameide voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Ameide voor meer artikelen over de club.

René Boer zorgt voor nieuw elan bij de jeugd

Zeven jaar geleden stapte René Boer (55) binnen bij VV Heukelum en was direct gecharmeerd van de dorpsclub. Als vrijwilliger zet hij zich in voor van alles en nog wat. Zijn grootste verantwoordelijkheid is het coördineren van de jeugd.

René Boer verhuisde ruim zeven jaar geleden vanuit Barendrecht naar Heukelum en raakte al snel verliefd op de plaatselijke voetbalclub. “Het eerste halfjaar moest ik even settelen dus heb ik nog niet zo veel gedaan. Toen besloot ik om toch maar eens te informeren bij de lokale voetbalclub om te vragen of ze een trainer nodig hadden. Bij Barendrecht was ik altijd jeugdtrainer. Ik heb daar de JO7 tot aan de JO19 getraind. Maar goed, bij VV Heukelum hadden ze geen trainer nodig maar wel een coördinator voor de jeugd, dus ben ik dat gaan doen.” Sindsdien stopt de man zijn ziel en zaligheid in Heukelum maar hij blijft bescheiden. “Er zijn hier nog zo veel vrijwilligers die meer doen dan ik.”

“Waar ik mee ben begonnen is structuur aanbrengen. Ik vond dat alle jeugd op dezelfde avond moest trainen. Dat doen ze nu ook. Er wordt alleen getraind op maandag- en woensdagavond. Dit is ook goed voor de onderlinge interactie tussen de jeugdtrainers. Dan hebben we de O17 waarvan de trainer gediplomeerd is. Het is belangrijk dat er voor het hoogste jeugdteam een goede trainer met papieren voor de groep staat want dat team is een springplank naar de senioren en mogelijk het eerste elftal. Bij de rest van de jeugdelftallen staan er enthousiaste ouders met voetbalervaring voor de groep. In een seizoen zijn er drie fases en na elke fase evalueren we samen met de trainers hoe het ging. Daarnaast leveren we aan elk team aparte oefenstof. Zo proberen we het niveau van de trainers omhoog te tillen. Uiteindelijk wil ik dit seizoen zelf een train de trainer cursus gaan geven.”

Zes jaar geleden begon René iets te enthousiast. Hij kwam aanzetten met een spelersvolgsysteem en wilde dat iedereen dat ging gebruiken. Inmiddels is hij daar van af gestapt, maar het was geen gek idee als je je realiseert waar René vandaan komt. “In Barendrecht was zo’n spelersvolgsysteem de normaalste zaak van de wereld. Dan konden trainers de ontwikkeling van hun spelers en speelsters bekijken. Maar Barendrecht is dan ook een grote voetbalclub, en is niet te vergelijken met Heukelum. Er zijn daar meer dan 2000 leden. Dat was dus wel even wennen hier. Hier is het soms een uitdaging om een team samen te stellen maar daar had je sowieso genoeg spelers per team. Gelukkig zien we dat er vooral bij onze jongste jeugd veel nieuwe leden zich aanmelden.”

René is gecharmeerd van de club: “Iedereen kent elkaar. Bij VV Heukelum is het erg gemoedelijk en is iedereen bereid om te helpen. Een goed voorbeeld is het pas aangelegde kunstgrasveld. Dit is met hulp van veel vrijwilligers aangelegd waardoor het er nu schitterend bij ligt.”

Naast beleidmaker doet René allerlei andere klussen. “Ik zorg dat ik er op zaterdag rond half acht ben om samen met de andere clubmensen de laatste dingen gereed te zetten zodat er lekker gevoetbald kan worden. Ik heb het goed naar m’n zin bij Heukelum en voel me vrij in wat ik kan doen. Als ik een keer wat eerder of later wil komen, is dat allemaal prima. Het is fijn hier. Wat ik wel eens eerder heb gezegd: Hier komen plezier en ontwikkeling samen.”

Klik op Heukelum voor het laatste artikel over de club.
Klik op Heukelum voor meer informatie over de club.

Jorn van Meeuwen: “Het G-elftal trainen is mijn hoogtepuntje van de week”

Jorn van Meeuwen, ex-speler van VV Asperen, is pas 27 jaar en door zijn afgescheurde achillespees zal hij nooit meer kunnen voetballen. Gelukkig heeft hij één redmiddel. Want na een serieuze werkweek mag hij met vier andere trainers het G-elftal trainen. “Dat is mijn hoogtepuntje van de week.”

“Het voelde alsof iemand me schopte, maar toen ik neerviel en achterom keek, zag ik binnen een straal van vijf meter niemand staan.” Zo scheurde Van Meeuwen twee jaar geleden voor het eerst zijn achillespees. “Na drie maanden revalideren, stapte ik mijn voordeur binnen, maar daar zit een soort drempeltje. Ik verstapte me en weer was het foute bingo. Toen ben ik naar binnen gestrompeld. Daarna heb ik nog wel geprobeerd om te voetballen, maar ik speelde met angst. De artsen zeiden dat als ik op mijn vijftigste nog wil lopen, ik beter kan stoppen met voetbal. Dan moet je eigenlijk wel stoppen. Nu voel ik me een beetje verplicht om de wedstrijden van mijn team te kijken, maar eigenlijk is het verschrikkelijk omdat ik niet mee kan doen. Maar goed, je moet het ook relativeren. Een jaar geleden bijvoorbeeld is onze trainer Jeffrey Kleijn overleden. Ik bedoel, je moet het in perspectief zien.”

Van Meeuwen is vastgoedadviseur in Amsterdam, een baan die veel tijd opeist. Maar één ding staat rood omcirkeld in zijn agenda: de training van het G-team. “Dat is mijn hoogtepuntje van de week. Met pijn in mijn buik van het lachen, rijd ik weg. Na een serieuze week is het heerlijk om met hen op het veld te staan. Soms lijkt wat ze doen niet op voetbal, maar ze hebben het geweldig naar hun zin. Als er wordt gescoord, juichen ze alsof ze de Champions League net hebben gewonnen. Ze staan serieus soms vijf volle minuten te juichen.”

Klik op VV Asperen voor de laatste artikelen over de club
Klik op VV Asperen voor meer informatie over de club.

Nieuw MO11- en MO13-team dankzij wijler en rietveld bij Leerdam Sport

Remy Wijler & Michel Rietveld hebben een nieuw meidenteam binnen gebracht bij Leerdam Sport. Voorheen was er nooit een MO11 te vinden op de club of in Leerdam, maar nu wel. Wijler is een echte Rotterdammer. Vanwege de liefde is hij vijf jaar geleden naar Leerdam verhuisd. Eerst moest ik even settelen en alles regelen met mijn huis. Toen ik dat allemaal gedaan had, vond ik dat het tijd was om de plaatselijke voetbalclub te benaderen.”

Wijler kwam via via aan het nummer van John Boekelman, de voorzitter van Leerdam Sport. “Ik had John denk ik vijf minuten aan de lijn en diezelfde avond had hij al geregeld dat ik mee mocht trainen met het derde. Na een paar keer mee te hebben getraind, voelde het alsof ik ze al jaren kende. Het is heel apart hoe dat kan. Ik kom daar aan als buitenstaander maar werd dus meteen goed opgenomen. Het is één grote familie.”

Inmiddels zit Wijler al vier jaar bij de club en heeft er geen moment spijt van gehad dat hij binnen is gestapt bij “de grote familie” die Leerdam Sport heet. Om wat terug te doen voor de club die hem zo goed ontvangen had, deed hij al een aantal vrijwilligerstaken, maar nu heeft de dertiger samen met Michel écht wat neergezet binnen de voetbalvereniging. In het laatste decennium heeft het vrouwenvoetbal zijn opmars gemaakt in Nederland, maar tot voor kort was er maar één meidenteam in de jeugd van Leerdam Sport. Daar hebben Rietveld & Wijler eigenhandig verandering ingebracht. Tenminste, eigenlijk moet de club Yenthe bedanken. Zij was tenslotte degene die Wijler op het idee heeft gebracht. Wijler: “Mijn dochter Yenthe zat op turnen, maar op een dag kwam ze naar me toe en vroeg ze of ze op voetbal mocht. Natuurlijk mocht dat, maar er was geen meidenteam in de buurt. Een vriendinnetje van haar wilden ook wel graag op voetbal. In eerste instantie trainden beide meiden bij de MO15 onder leiding van John Hennekes, maar het leeftijdsverschil was te groot. In overleg met John hebben we toen besloten om een nieuw meidenteam op te zetten.”

En zo waren de eerste stappen gezet voor het nieuwe meidenteam bij Leerdam Sport, maar er was nog steeds flink wat werk aan de winkel. Er waren namelijk nog veel te weinig meiden om een team mee samen te stellen. “Dat was uiteindelijk misschien wel de grootste uitdaging voor ons, maar al met al is het eigenlijk heel vlot gegaan om het team te vormen. We hebben nooit echt moeten schrapen om speelsters te zoeken. Mijn dochter en een vriendinnetje van haar wilde dus sowieso al meedoen, dat waren er al twee. Dan zaten er daarnaast nog twee meiden die bij de jongens speelden. Bij de MO15 zaten ook nog eens twee meiden die qua leeftijd bij de MO11 mee mochten doen. Omdat de MO15 het enige jeugdteam van de club was, zaten daar meiden waarvan de leeftijden nogal varieerden, van negen tot vijftien jaar.”

Voor de zomerstop tussen de seizoenen 2023/2024 en 2024/2025 startte Wijler en Rietveld als trainer bij Leerdam Sport. “We begonnen dus met zes meiden te trainen. Natuurlijk wilden we wel dat dat er meer werden. Maar eerst dachten we gewoon, even lekker trainen met zijn zessen. In de zomerstop zaten we al op tien meiden. Dat komt echt puur doordat die zes die er al waren dat zelf hebben geregeld. Zij vroegen op school of er nog vriendinnetjes waren die mee wilden doen en veel waren enthousiast om een keertje te komen en een proeftraining te doen. Vaak vonden ze het dan zo leuk dat ze bleven hangen. Op die manier kwamen er na de zomerstop nog eens zeven meiden bij. We zitten nu dus op zeventien. En ze hebben allemaal enorm veel plezier. Dat is geweldig om te zien, daar doe ik het voor. Ze zijn heel betrokken met elkaar. Als we bijvoorbeeld zelf een keer een wedstrijd spelen, komen ze kijken en staan ze schreeuwend langs de kant. Het team is nu zo groot geworden dat we het opgesplitst hebben in een MO11 en MO13. Toen we dat aan de meiden vertelde, begonnen ze allemaal nee te schreeuwen. ‘Dan kunnen we niet meer met elkaar blijven’ zeiden ze teleurgesteld, dat is tekenend voor de sfeer binnen het team, maar de meiden zien ook dat het beter is voor hun eigen ontwikkeling om op te splitsen.”

Niet alleen heeft de MO11 plezier in het voetballen, ze presteren ook nog eens uitstekend. Zo zijn ze meteen al kampioen geworden in fase 1. “Dat helpt ook wel mee in het plezier” weet Wijler. “Het is natuurlijk leuker dan wanneer je alles verliest. We hadden ze beloofd dat als ze kampioen zouden worden, we iedereen een Feyenoordshirtje zou geven. Daar hebben ze het elke dag over gehad en nu hebben ze hem dan eindelijk gekregen. Als ze geen kampioen waren geworden, hadden we het ook gegeven hoor.”

“Zoals ik al zei, het is mooi dat ik de club wat terug kan geven. Ik had niet durven dromen dat toen ik vijf jaar geleden uit Rotterdam hierheen kwam dat ik bij zo’n club als deze terecht zou komen. Het is gemoedelijk. Op donderdagavond ga ik altijd met een vast groepje vrienden kaarten in de kantine en ook in mijn eigen team heb ik het goed naar m’n zin. Het is mooi dat we nu als club een MO11, MO13 en MO15 hebben!”

Klik op Leerdam Sport’55 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Leerdam Sport’55 voor meer informatie over de club.

Vrouwenvoetbal krijgt langzaamaan een wat groter podium bij SVW

Marleen Bruijsten is coördinator van het vrouwenvoetbal binnen SVW. Met een man die in de 35+ speelt, een zoon in de JO11 en een dochter in de MO15 heeft ze een hart voor de club en dan voornamelijk voor het vrouwenvoetbal. We proberen constant te kijken hoe we de meiden wat meer kunnen bieden.”

Als coördinator van het vrouwenvoetbal merkt Marleen Bruisten langzaamaan dat het vrouwenvoetbal een wat groter podium krijgt. Zo ook bij haar club SVW. “Het aller belangrijkste vind ik dat de meiden serieus worden genomen en dat SVW een veilige en fijne plek is voor ze. Mijn rol is eigenlijk het regelen van alle randzaken en activiteiten voor de meiden en tegelijkertijd ben ik ook een aanspreekpunt. Daarnaast regelen we samen met de activiteitencommissie activiteiten , zorg ik dat er elke zaterdag genoeg speelster staan en probeer ik voor verbetering te zorgen.”

Bij SVW zijn er momenteel drie meidenteams; de MO15-1, MO15-2, MO13-1. Ook spelen er meiden mee bij jongensteams en we verwachten binnenkort een MO11. Voor de MO15 heeft SVW wat moois geregeld, die kunnen sinds dit seizoen deelnemen aan de Gorinchemse selectie, een initiatief van drie partijen. “We zijn in contact gekomen met voetbalschool Level Up. Samen met die voetbalschool en de meiden van GJS is er nu een Gorinchemse selectie gecreëerd. Af en toe traint dat team samen en per jaar spelen ze vier wat moeilijkere wedstrijden dan dat ze normaal spelen. Op die manier worden de wat betere speelstere iets meer uitgedaagd. Daarnaast regelen we samen met de activiteitencommissie uitjes. We waren laatst bijvoorbeeld met alle meiden van de club naar de dames van Feyenoord geweest. Dromen is belangrijk, hopelijk staan zij daar ooit zelf. Of laatst kwam er een freestyler langs om een cursus te geven. Op die manier proberen we constant te kijken hoe we de meiden wat meer kunnen bieden.”

“We zijn überhaupt ermee bezig om het niveau van de teams omhoog te krikken. Zo staat Joëlle de Bruijn nu  bijvoorbeeld voor de MO15-1 als trainster, zij is zelf speelster bij Schelluinen en heeft de papieren om een eerste elftal te trainen. Zij gaat haar ervaring ook inzetten om de ontwikkeling van onze complete meidenafdeling te bevorderen, niet alleen de MO15-1. Daarbovenop proberen we alle trainsters een cursus laten doen bij de KNVB zodat iedereen bij blijft.”

Hoewel SVW goed op weg lijkt, is er volgens Marleen altijd nog ruimte voor verbetering wat betreft het serieus nemen van meidenvoetbal. “Mensen kijken toch wat anders naar het meidenvoetbal dan het jongensvoetbal. Zo merk ik bijvoorbeeld dat ouders eerder geneigd zijn om hun zoon te helpen dan hun dochter. Tegelijkertijd hebben we al veel stappen gemaakt. SVW staat open voor alle meiden die willen voetballen en ze kunnen ook bij de jongens terecht. Daarnaast hebben de meiden nu een eigen hoek op het veld om te trainen. De ruimte op onze twee velden is beperkt. Eigenlijk heeft SVW nog één veld extra nodig want de vereniging is groeiende in het aantal leden.”

“Waar ik het meeste plezier uithaal is als ik zie dat die meiden plezier hebben. SVW is een gezellige en warme vereniging en dat we nu ook vrouwenvoetbal hebben is top in mijn ogen. Het zou fantastisch zijn als er ooit een seniorenteam komt. Daar hopen we echt op. Ik denk wel dat als er nog meer vrouwenteams bij komen dat ik wel wat meer dingen moet loslaten, anders wordt het te veel. Maar dat zou alleen maar mooi zijn, nieuwe meiden zijn altijd welkom. Wie weet spelen ze dan ooit in SVW 1.”

Klik op SVW voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVW voor meer informatie over de club.

Ruud Bos kan eindelijk trouwen

Ruud Bos, een naam die voor eeuwig verbonden zal zijn aan GJS. Na maar liefst 26 jaar deel uit te hebben gemaakt van het eerste elftal, nam de middenvelder op zijn 43e afscheid van de club, maar de club nam nog geen afscheid van hem. Het hoofdveld werd naar hem vernoemd en het rugnummer 10 mag nooit meer gedragen worden.

Een beslissing die met de nodige emotie gepaard ging. “Ik heb geloof ik wel honderd keer moeten huilen die dag,” vertelt hij. “Mijn vrouw zei nog: ‘Bij mij moet je nooit janken, maar vanwege die voetbal wel!’” Het afscheid was groots. Bos was een icoon van de club en kreeg een waardig eerbetoon. Niemand bij GJS zal ooit nog het magische nummer 10 mogen dragen, behalve zijn zoon Xavi (13). “Xavi kan het eerste wel halen denk ik. Voor zijn leeftijd is hij groot en sterk. Het zou natuurlijk geweldig zijn als hij ooit ook als nummer 10 doorbreekt. Zelf debuteerde ik op mijn vijftiende, dus wie weet.” De dag was nog niet afgelopen voor Bos. “Ik werd benoemd tot Erelid van Verdiensten. Dat vond ik al geweldig, maar het mooiste moest nog komen. De voorzitter zei: ‘Ruud, draai je even om en loop maar mee.’ Ik wist niet wat ik zag. Niet normaal. Het hoofdveld van GJS werd naar mij vernoemd. Na alles wat ik bereikt heb, ben ik daar nog het meest trots op.” En wederom… Huilen.

Dat Bos nog altijd diep verbonden is met de club, moge duidelijk zijn. Hoewel hij niet meer als voetballer op het veld staat, is hij nog vaak te vinden bij GJS. “Natuurlijk mis je het,” geeft hij eerlijk toe. “Maar af en toe doe ik nog lekker mee met een positiespelletje of een rondo. Er is nu geen druk meer, dat is ook wel fijn. Je kunt het wat meer ontspannen aanpakken.” Ondanks dat hij de schoenen aan de wilgen heeft gehangen, is Bos nog nauw betrokken bij het eerste elftal als lid van de technische staf. “Komend seizoen wordt zwaar voor ons,” voorspelt hij. “We betalen onze spelers niet en moeten het doen met onze eigen jeugd. Vorig seizoen was rommelig, met een interim-trainer (Johan van der Werff, red.). Dat was best wennen voor het team, maar nu hij een heel seizoen heeft, kan hij het team beter naar zijn hand zetten, denk ik.”

De toekomst als trainer blijft voor Bos een open vraag. “Ik weet nog niet of ik ooit hoofdtrainer word van GJS,” vertelt hij. “Maar ik wil zeker nog meer proeven van het vak. Voorlopig ben ik een beetje het manusje-van-alles bij de club, zo geef ik ook training aan het team van mijn zoon. Maar ik ben wel van plan om mijn UEFA C te halen.” Zijn honger naar ontwikkeling is dus nog niet gestild. Toch kijkt hij ook met een klein beetje spijt terug op bepaalde keuzes in zijn carrière. “Ik had een grotere stap kunnen maken,” zegt hij. “ASWH wilde me hebben, en ik had zelfs naar Excelsior kunnen gaan, toen Adri Koster daar zat. Ook Kozakken Boys toonde interesse. Ik had die positieve drive, maar de keuze om bij GJS te blijven was toen de juiste voor mij. Hoe ouder ik werd hoe meer ik dacht ‘had ik dat achteraf toch niet moeten doen?’ Ik ben benieuwd hoever ik het had kunnen schoppen.”

Daar zal Bos nooit meer achter komen nu hij gestopt is. Het stoppen met zijn voetbalcarrière opent wel weer nieuwe deuren voor de veertiger. Er is één wel heel merkwaardige belofte die Bos gedaan heeft. “Ik heb altijd gezegd ‘Als ik stop met voetballen, vraag ik mijn vriendin ten huwelijk.’ Dan hebben we wat meer tijd voor elkaar en dan gaan we lekker trouwen.” Toch is Bos nog steeds niet op zijn knieën gegaan. Zal hij dan toch nog een comeback maken?

Klik op GJS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GJS voor meer informatie over de club.

“Ik houd van de Gorinchem-vibe”

Patricia Looijen (23) speelt haar eerste seizoen bij Unitas en het bevalt haar bij de club. Ze legt uit dat ze houdt van de “Gorinchem-vibe, bij Unitas weet je waar je aan toe bent, want alles wordt eerlijk tegen je gezegd. Mensen zijn direct.”

De uit Meerkerk afkomstige nummer 10 begon haar carrière bij SV Meerkerk waar ze tot haar elfde gespeeld heeft. Daarna vertrok ze voor drie jaar naar SteDoCo, waarna Looijen opnieuw een overstap maakte. Dit keer naar GJS. Na twee seizoenen stopte het vrouwenvoetbal bij GJS en besloot ze om naar Sleeuwijk te gaan. Samenspelend met haar zus en onder leiding van haar vader heeft ze zes jaar bij die club gezeten. “Ik heb een hele goede tijd gehad bij Sleeuwijk. Om samen met mijn zus, en met mijn vader als trainer te spelen, was heel fijn. Daarnaast was het niveau hoog: We zaten in de eerste klasse en speelden sterk als één team, als één geheel. Toen mijn zus en vader beiden stopten, besloot ik ook weg te gaan. Uiteindelijk waren zij de reden dat ik bij Sleeuwijk zat.”

En zodoende transfereerde Looijen afgelopen zomer op haar 23e voor de vierde keer. “Ik kende al best wat meiden bij Unitas dus dit was een logische stap voor mij. Ze hadden me de vorige twee seizoenen ook al gevraagd of ik wilde komen. Toen mijn zus en vader stopte, was dit de perfecte optie. Omdat ik al veel mensen kende, voelde ik me meteen op mijn gemak bij de club, maar buitenom dat: Ik houd van de Gorinchem-vibe. Mensen zeggen tegen je waar het op staat. Als iemand geïrriteerd is spreekt diegene dat gewoon uit. Het is een stuk directer dan bijvoorbeeld bij Sleeuwijk want dat is meer een gemeenschap qua club en dorp.”

Looijen kende een goede tijd bij Sleeuwijk. Zo was haar ploeg van de derde klasse naar de eerste klasse gepromoveerd. Afgelopen seizoen degradeerde de ploeg weer naar de tweede klasse. Dat betekent dat Looijen straks met Unitas tegenover haar oude team staat. “We zijn niet beter dan dat zij zijn. We moeten de basisprincipes beter gaan uitvoeren; Op de juiste manier drukzetten en inspelen op het juiste been. Dat soort dingen. Toch denk ik dat we in potentie meer in ons hebben dan Sleeuwijk. We hebben veel individuele kwaliteiten maar moeten nu nog wennen aan het samenspelen met elkaar. Gelukkig zit er elke week potentie in en denk ik dat we beter kunnen worden dan dat Sleeuwijk is. Vorig jaar heeft Unitas al de beker gepakt. Daar moeten we dit jaar weer voor gaan. Daarnaast moeten we in de competitie denk ik de top drie nastreven. Volgens mij is dat wel realistisch.”

Naast het veld is Looijen ook in de zaal actief. Ze speelt bij ZVG, de futsalclub uit Gorinchem waarbij zowel het mannen- als het vrouwenteam in de Eredivisie uitkomen. Helaas voor de twintiger hoorde ze in het begin van het huidige seizoen dat ze niet werd opgeroepen voor de WK-kwalificatie. “Ik heb nu twee keer bij Oranje gezeten” vertelt Looijen. Dit keer was ze niet geselecteerd terwijl ze dat eigenlijk wel had verwacht. “In ieder geval had ik verwacht om in de voorselectie te komen. Ik heb via via gehoord dat de bondscoach mij niet geselecteerd heeft omdat ik drie jaar geleden, toen ik wel was geselecteerd, nerveus was tijdens een wedstrijd… Ik lig er niet wakker van. Ik ben 23 en heb nog genoeg tijd om mezelf te bewijzen. En wellicht dat een andere bondscoach mijn kansen ook weer vergroot. Als ik moet kiezen, kies ik het veld boven de zaal. Die gezelligheid van de derde helft maakt Unitas leuker dan ZVG. Maar ik wil de zaal zeker niet tekort doen. Het spel gaat veel sneller op en neer en vraagt meer van je techniek.”

Klik op GVV Unitas voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GVV Unitas voor meer informatie over de club.

“Toen het bestuur zei dat het niet kon, voelde ik me op mijn sterkst.”

Wim Klijnoot (56) is een ondernemende Rotterdammer die zegt waar het op staat. Het was hem bijna gelukt om profvoetballer te worden en heeft nu samen met Geoffrey van der Boor en Hans de Jong de O23 van Unitas opgericht. Klijnoot heeft maar liefst veertien spelers naar de club gehaald.

Toen Wim Klijnoot voor het eerst hoorde over Unitas uit Gorinchem, vroeg hij “Gorinchem? Waar ligt dat in godsnaam?” Hij was zestien jaar en verruilde Feyenoord voor Unitas. “Ik zat in conflict met Feyenoord. We gingen naar een toernooi in China, maar ik mocht niet mee omdat ik plaats moest maken voor vier jongens van buitenaf. Toen dacht ik bekijk het maar. En ik wist dat Pim Verbeek (trainer) me graag bij Unitas wilde hebben. Destijds zat de O19 van Unitas in dezelfde competitie als Feyenoord. De laatste dag van de overschrijvingsperiode reden Pim en ik naar Varkenoord. Daar begonnen ze te stotteren. ‘Ja dat kan zo maar niet’ zeiden ze. Uiteindelijk zei ik ‘je moet gewoon tekenen want ik heb geen contract.’ Dat deden ze. Met dat formulier zijn Pim en ik weer de auto ingestapt en naar Zeist gereden om het vervolgens vlak voor twaalf uur ‘s nachts in de brievenbus te stoppen.”

En zo kwam Wim Klijnoot uit Rotterdam Zuid bij Unitas terecht. “Op de eerste training verstond ik de helft van mijn team niet. Ik kwam uit de stad natuurlijk. Maar ik moet zeggen dat het bij Unitas meteen als een warm bad voelde.” Toch heeft Klijnoot slechts twee seizoenen bij de club gevoetbald. Hij deed geregeld mee bij het eerste team. Daar kon hij als voorstopper aan drieduizend man publiek zijn kwaliteiten tonen. En met succes. Al snel kwam hij op de radar bij PSV, Excelsior en wederom Feyenoord. Hij besloot terug te gaan naar Feyenoord. Na een seizoen in de O19 te hebben gevoetbald, kreeg hij een contract aangeboden. “Een koelkast-contract. Twee keer per jaar zouden ze me 600 gulden geven. Waarschijnlijk was de bedoeling om me te verhuren. Ik wees dat contract af. Ik moest ook nog mijn ouders helpen in de zaak.”

Uit het niets kwam mede-Rotterdammer Frenk Schinkels op het pad van Klijnoot. “Frenkie had een scheidsrechter geslagen en was ‘gevlucht’ naar Oostenrijk. Daar mocht hij nog wel aan de bak, in Nederland niet meer. Hij speelde bij Linz en kwam een weekje trainen in Zeist. Frenkie zei ‘kom mee trainen.’ Dat deed ik en ik zou een contract krijgen. Tijdens de laatste training in Zeist, toen alles al besproken was, stapte ik in een konijnenhol. Ik scheurde m’n kruisband en meniscus af.”

“Dertig jaar later kwam ik voor het eerst weer terug bij Unitas. Met mijn vader ging ik een wedstrijd kijken. De ticketverkopers bij de poort zag ik al kijken van: ‘Is het hem nou of is het hem niet?’ Toen ik eenmaal binnen was, herkende de oude verzorger (Ties van der Schuit) me en binnen no time stond ik met al mijn oude clubgenoten te praten. Ik werd gestrikt om drie maanden de O19 van Unitas te trainen. Dat werd natuurlijk een heel seizoen… We begonnen het seizoen met veertien man en eindigden met 21. Het was belangrijk om die jongens discipline en regels bij te brengen. Op tijd komen, afmelden en rekening met elkaar houden, dat soort dingen.”

Klijnoot, de trainer van het eerste elftal (Hans de Jong) en bestuurslid Geoffrey van der Boor hadden samen het idee om een O23 te creëren. Unitas zag het niet zitten: ‘We hebben daar geen spelers voor. Is dat nou wel handig?’ “Maar als ik dat soort teksten hoor, voel ik me op mijn sterkst,” lacht Klijnoot. “We begonnen met vier spelers van onszelf en hebben uiteindelijk een selectie van achttien spelers gemaakt. We hebben ze overal vandaan geschraapt. Ze moeten nog veel leren, maar ze worden steeds beter. We spelen twee competities dit seizoen. Het doel is om de eerste competitie mee te draaien en in de tweede voor een promotietje te gaan.”

Klik op GVV Unitas voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GVV Unitas voor meer informatie over de club.

De Nijs niet meer op het veld bij HSSC’61

Op zijn 27e, dan zit een voetballer normaal gesproken op het hoogtepunt van zijn carrière. Bij Kees de Nijs (26) ligt dat wat anders. De Nijs zit eerder in een dieptepunt. Beter gezegd, zijn linkerknie zit in een dieptepunt. Nadat hij twee keer zijn kruisband afscheurde heeft De Nijs voorlopig de handdoek in de ring gegooid wat betreft voetbal. Toch blijft hij betrokken bij zijn HSSC’61. Hij loopt nu niet rond als speler, maar als bestuurslid van de Technische Commissie.

Vijf jaar geleden scheurde bij De Nijs voor het eerst zijn kruisband af. Hij werd eraan geopereerd en het revalideren kon beginnen. Na twaalf maanden hard werken, was het hem gelukt om weer op het veld te staan, maar daar was ook corona. “Ik was sterk teruggekomen en toen ging alles op slot, ook de sportscholen. Daardoor kon ik mijn been niet meer trainen. Toen corona voorbij was, gingen we het veld weer op. In een oefenwedstrijd scheurde ik voor de tweede keer diezelfde kruisband af. Ik zette gewoon een sprint in en daar ging hij weer.” En zo ging De Nijs voor een tweede keer naar het ziekenhuis waar hij opnieuw werd geopereerd. “Daarna was het gedaan met mijn knie. Ik heb nog geprobeerd te voetballen, maar ik kan niet meer op het veld staan. Het enige wat ik nog kan doen, is een aangemeten brace laten maken. Dat is mijn laatste optie.”

Toch heeft De Nijs nog een andere optie gevonden. Hij is dan wel niet meer actief op het veld, maar op deze manier blijft hij alsnog betrokken bij de club die hij lief heeft. “Het is nu niet alleen maar bier drinken op de club… Al doe ik dat nog steeds wel” lacht de voormalig centraal verdediger. “Ik ben nu ook actief in het bestuur. Hens de With stopte met de Technische Commissie waardoor ik werd gevraagd om zijn plaats over te nemen. Dat leek me op zich wel leuk om te doen dus heb ik ja gezegd. Op die manier blijf je toch betrokken bij de voetbal.”

De Nijs die door de rechtsback van HSSC’61 (Jari Aantjes) wordt gezien als “de in potentie beste verdediger van het team” loopt nu dus rond als bestuurslid. Een twintiger in het bestuur van een voetbalclub is een zeldzaamheid. Past deze rol wel bij De Nijs en komt er niet een hoop gezeur bij kijken? “Het is veel geregel ja. Maar ik moet zeggen dat ik het hartstikke leuk vind om te doen. Ten eerste help ik de club en ten tweede ben je toch nog meer betrokken bij HSSC’61 dan dat ik al was. Wat ik daarmee bedoel, is dat je een beter besef krijgt van wat er allemaal gebeurd rondom zo’n club. Doordat je achter de schermen ziet hoeveel mensen er ook doordeweeks mee bezig zijn om alles draaiende te houden, gaat het bij mij nog meer leven merk ik. “Ik ben verantwoordelijk voor de technische zaken van de senioren-elftallen. We hebben vier teams en dan nog één 35+ team.”

Volgens De Nijs is HSSC’61 een hele hechte vereniging. “Als het eerste bijvoorbeeld verliest is iedereen echt chagrijnig. En bij winst omgekeerd. De doelstelling voor het eerste elftal was altijd: Nooit in de vierde klasse spelen…” Dat is vierdeklasser HSSC’61 niet gelukt “…met als reden dat je dan altijd nog voor iets speelt. Tot voor kort kon je namelijk niet degraderen uit de vierde klasse. Inmiddels heb je de vijfde klasse en is degraderen wel mogelijk. Nu is het doel om bovenin mee te draaien in de vierde klasse.”

Klik op HSSC’61 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSSC’61 voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.