Home Blog Pagina 5

Vlaardingse gastvrijheid trekt Europese topclubs naar CWO

Al jaren geldt CWO als een warm bad voor internationale profclubs. Sinds 2022 is het Sportpark CWO-Nieuwelantpark het decor voor zomerse trainingskampen van topteams als Shakhtar Donetsk, Alanyaspor en Olympiacos Pireus. Wat begon met een verrassend mailtje van organisator PR Sport, is inmiddels uitgegroeid tot een bijzondere traditie waar de hele club trots op is.

De start van dit avontuur kwam op een emotioneel moment. In 2022 sloegen veel Oekraïners, op de vlucht voor de oorlog in hun land, tijdelijk hun kamp op in Vlaardingen. Toen Shakhtar Donetsk via PR Sport een trainingslocatie zocht, viel de keuze op CWO. De Oekraïense topclub trainde niet alleen op Vlaardingse bodem, maar speelde ook een oefenduel tegen Fortuna Sittard. Voorafgaand aan die wedstrijd zorgde de elfjarige Veronika Morska voor kippenvel: zij zong het Oekraïense volkslied met zoveel kracht en emotie dat het hele sportpark muisstil werd.

Het bleek het begin van een reeks gedenkwaardige zomers. Shakhtar Donetsk keerde in 2023 terug en speelde tegen FC Utrecht en AEK Athene. Alanyaspor uit Turkije volgde datzelfde jaar en nam het op tegen FC Dordrecht. In 2024 streek het Griekse Olympiacos Pireus neer in Vlaardingen, samen met landgenoot PAS Lamia dat nog een vriendschappelijke wedstrijd tegen Sparta speelde. Ook dit jaar mocht CWO weer twee clubs verwelkomen: het Belgische Zulte Waregem en opnieuw Olympiacos, dat zelfs drie weken lang verbleef in de regio en oefende tegen Norwich City.

De komst van deze topclubs wordt mede mogelijk gemaakt door PR Sport, dat al meer dan 25 jaar gespecialiseerd is in het organiseren van internationale trainingskampen en wedstrijden. De combinatie van hun ervaring, de gunstige ligging vlakbij het Van der Valk Hotel in Schiedam en de uitstekende faciliteiten van CWO maakt Vlaardingen tot een aantrekkelijke bestemming voor profclubs.

Een andere succesfactor is het perfecte veld. Dat is de verdienste van grasmeester Henk en zijn vrouw Anita, die met veel zorg en toewijding dagelijks het gras in topconditie houden.

Ook de leden van CWO leveren een belangrijke bijdrage. Tijdens de trainingskampen en wedstrijden treden zij op als stewards, regelen de ontvangst van supporters, pers en teams en zorgen ervoor dat alles veilig en ordelijk verloopt. Hun inzet geeft de evenementen niet alleen een professioneel karakter, maar benadrukt ook de hechte clubcultuur van CWO.

Dankzij deze gezamenlijke inspanningen heeft CWO zich ontwikkeld tot een vertrouwde partner voor internationale topclubs. Met de zomer van 2025 nog vers in het geheugen kijkt de vereniging al vooruit naar nieuwe hoogtepunten. Eén ding is zeker: Bij CWO zijn de omstandigheden voor topvoetbal altijd van het hoogste niveau.

Klik op sv CWO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv CWO voor meer informatie over de club.

Freddie Beij: van Rossum naar DSC, waar voetbal meer is dan alleen een spel

Voor veel jonge voetballers is de plaatselijke club de plek waar alles begint. Voor Freddie Beij (20), student commerciële economie aan Avans in Den Bosch, is dat niet anders. Toch koos hij niet voor de club in zijn woonplaats Rossum, maar maakte hij samen met zijn vader de overstap naar DSC in Kerkdriel. “We voelden ons niet helemaal meer op onze plek in Rossum,” vertelt hij. “Mijn vader sponsorde hier de tenues en stond jarenlang op het veld als trainer. Ik ben nog altijd blij dat we toen die stap hebben gezet.”

Freddie speelt inmiddels al zijn hele voetballeven bij DSC en doorliep er de jeugdteams. Waar hij vroeger vooral als controlerende middenvelder op ‘6’ of ‘8’ speelde, is hij tegenwoordig vaker te vinden op de linksmidden- of vleugelpositie. Die flexibiliteit typeert hem: altijd bereid om zich aan te passen aan wat het team nodig heeft.

Meer dan een hobby

Dat voetbal een grote rol speelt in zijn leven, blijkt al snel. “Voor mij betekent voetbal echt veel. Ik ben er eigenlijk altijd mee bezig: of ik nu zelf speel, een wedstrijd kijk of transfernieuws volg op sociale media. Het hoort gewoon bij mijn dagelijks leven.” Die passie vertaalt zich ook in zijn rol binnen DSC 2, het elftal waarin hij nu speelt.

Hoewel hij zichzelf geen uitgesproken leider noemt, voelt Freddie zich een betrouwbaar teamlid. “Ik hoor vaak dat ik een grote mond heb, wat soms voor wat gelach zorgt. Maar ik denk dat mensen mij makkelijk vinden in de omgang. Ik sta misschien niet op de voorgrond, maar ik draag altijd mijn steentje bij.”

Het belang van het tweede elftal

DSC 2 speelt een cruciale rol binnen de club, benadrukt Freddie. Niet alleen omdat het team regelmatig spelers afstaat aan het eerste elftal, maar ook omdat het een belangrijke schakel is voor de doorstroming van jeugdspelers. “Bij ons krijgen O19-spelers sneller de kans om mee te doen dan bij 1, en dat is belangrijk voor hun ontwikkeling. Daarnaast zorgen we ervoor dat jongens die het eerste net niet halen, toch op een goed niveau blijven voetballen. Dat maakt ons elftal waardevol voor de hele vereniging.”

De sfeer in het team noemt hij een van de grote pluspunten. “Het is erg gezellig en iedereen kan goed met elkaar opschieten. Wat dit team bijzonder maakt, is dat we die gezelligheid combineren met inzet op het veld. Iedereen wil ervoor gaan zodra de wedstrijd begint.”

Ambities en rivaliteit

Na enkele seizoenen waarin DSC 2 telkens nét naast promotie greep, leeft er dit jaar een duidelijke ambitie. “We moeten eigenlijk kampioen worden,” stelt Freddie zonder twijfel. “We hebben de kwaliteit, we spelen aanvallender dan vorig jaar en maken onze kansen beter af. Daar draagt ook onze nieuwe aanwinst Tim Coset, afkomstig uit het eerste, aan bij.”

Hoewel hij niet snel een favoriete tegenstander aanwijst, kijkt Freddie wel met extra spanning uit naar ontmoetingen met BVV. “Dat blijft toch altijd een wedstrijd, ongeacht of je hem wint of niet.” Ook TEC heeft de laatste jaren voor bijzondere duels gezorgd, al promoveerde die ploeg onlangs naar een hoger niveau.

Mooie en bizarre herinneringen

Zijn mooiste herinnering bij DSC 2 is opvallend genoeg een verloren finale. “Het klinkt misschien gek, maar die promotiefinale die we verloren was bijzonder. In de kleedkamer voelde je hoe hecht het team was. Ondanks de teleurstelling was dat mooi om mee te maken.”

Naast hoogtepunten zijn er ook momenten die vooral vreemd blijven hangen. Zo herinnert Freddie zich een wedstrijd waarin de scheidsrechter het spel liet doorgaan, terwijl een speler van de tegenstander met een vermoedelijk gebroken scheenbeen naast het doel lag. “Iedereen leek het op dat moment normaal te vinden dat we gewoon doorspeelden. Heel apart.”

Clubgevoel en toekomst

Wat DSC voor hem betekent, vat Freddie eenvoudig samen: herinneringen, vriendschappen en een gevoel van thuis. “Het is een plek waar je mensen ontmoet die je bijblijven. Voor Kerkdriel zelf betekent de club nog meer. Bij spannende wedstrijden van het eerste elftal staat de hele tribune en omheining vol. Het is echt een ontmoetingsplek voor het dorp.”

Als hij vooruitkijkt, ziet Freddie een duidelijke toekomst voor DSC 2. “Ik hoop dat we binnen een paar jaar structureel meedoen om de bovenste plekken. En dat we die stap naar een hoger niveau wél zetten. Want met dit team en de rol die we binnen de club spelen, verdienen we dat.”

Klik op DSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DSC voor meer informatie over de club.

Frans Schaap: een leven in het teken van voetbal

Voetbal en Frans Schaap zijn al meer dan zestig jaar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Eerst als talentvolle linksbuiten en spits, later als trainer bij talloze clubs. Inmiddels 68 jaar, dacht hij zijn trainerscarrière te hebben afgesloten. Maar toen SVV-trainer Ramon Bronkhorst hem vroeg als assistent, kon Schaap geen nee zeggen. “Ik vind Ramon een goede trainer en bovendien een sympathieke jongen. Als dat anders was geweest, had ik het niet gedaan.”

Van Hermes naar SVV

Schaap werd geboren in Schiedam en begon te voetballen bij Hermes DVS. Hij doorliep de jeugd en haalde het eerste elftal, destijds actief in de hoofdklasse. Via een kort uitstapje naar DHS keerde hij terug bij Hermes en speelde daarna nog een jaar bij De Musschen. In die periode werd hij geselecteerd voor het Rotterdams elftal, waarmee hij onder meer een wedstrijd speelde tegen SVV ter ere van de nieuwe lichtinstallatie. Het bleek een belangrijk moment: SVV pikte hem op.

Onder trainer Rob Jacobs maakte hij zijn entree, maar een ongelukkige botsing met doelman Frans Hoek in een duel met Volendam betekende het einde van zijn profcarrière. Een knie in de rug zorgde voor medische afkeuring. “Geen opzet, maar wel einde verhaal.” Schaap vervolgde zijn loopbaan in het amateurvoetbal, onder meer bij het ambitieuze VC Vlissingen, dat toen een vijfjarenplan richting betaald voetbal had. Later speelde hij bij DCV, waarmee hij kampioen werd, en bij VV Schulpweg. Op zijn 33e besloot hij de stap naar het trainerschap te zetten.

35 jaar langs de lijn

Schaap combineerde in zijn beginjaren het trainerschap nog met zelf spelen. Bij GTB en later bij HOV zette hij zijn eerste stappen. Daarna volgden DSF en een dubbelfunctie als trainer van zowel Hermes DVS (zondag) als GTB (zaterdag). Het zou de opmaat zijn voor een lange reeks clubs.

Bij Hermandad, de Rotterdamse politieclub, bleef hij liefst veertien jaar. “Qua niveau misschien niet het allerhoogste, maar qua sfeer onovertroffen. Soms moest een speler plotseling van het veld omdat er een melding was. Dat kostte punten, maar de gezelligheid en het familiegevoel maakten alles goed.” Tegelijkertijd trainde hij ook Neptunus.

Schaap werkte vervolgens bij onder meer Puttershoek, RKWIK, MSV’71, Moordrecht (waarmee hij promoveerde), Perkouw, Abbenbroek, CVC Reeuwijk, Rijnstreek en meerdere keren bij SVV. Bij Perkouw voelde hij zich thuis: “Een club waar resultaat belangrijk was, maar waar de sociale kant minstens zo telde. Gewoon doen, dan doe je gek genoeg.”

Zijn vrouw stond altijd achter hem, ook toen hij soms twee clubs tegelijk onder zijn hoede had. Inmiddels geniet hij van zijn drie kleinkinderen, die spelen bij Kethel Spaland en Excelsior Maassluis. Voor hen stopte hij aanvankelijk als trainer.

Hoogtepunten en herinneringen

De mooiste periode als speler noemt hij de jaren bij VC Vlissingen, al was de reisafstand groot. Ook kijkt hij met trots terug op het kampioenschap met het laatste Rotterdamse RVB-elftal in 1992, op het veld van Barendrecht. Van alle spelers die hij als trainer onder zich had, noemt hij spits Appie da Lima “de beste die ik ooit heb gehad”.

Thuis bewaart Schaap nog steeds shirts van SVV en Hermes DVS. “Dat tekent de liefhebber.”

Nieuwe rol bij SVV

Nu staat hij dus weer langs de lijn, maar dit keer als assistent. “Het is niet moeilijk om geen eindverantwoordelijke te zijn. We kunnen alles tegen elkaar zeggen, dat werkt prima. Mijn carrière is voor 99% achter de rug, maar de ambitie is er nog altijd.”

Met SVV haalde hij tijdens het Schiedams Kampioenschap verrassend de finale, al ging die met 4-0 verloren tegen Excelsior’20. Toch gelooft hij dat de ploeg snel opnieuw de finale haalt. Voor Schaap is het een genoegen om dat samen met Bronkhorst en de spelersgroep te beleven.

Hoe lang hij doorgaat? Lachend: “Nog geen idee.”

Klik hier voor meer informatie over SVV
Klik hier voor meer artikelen over SVV

Van interlands naar vriendenteam: Guy Ramos bij Hermes DVS

Tijdens het Schiedams kampioenschap was het even goed kijken voor de toeschouwers langs de lijn. Tussen de spelers van Hermes DVS liep ineens een man met een indrukwekkend cv: Bijna 250 wedstrijden betaald voetbal, dertien interlands voor Kaapverdië en jarenlange ervaring in de Eredivisie. Zijn naam: Guy Ramos.

Dat Ramos in actie kwam voor het eerste elftal van Hermes DVS was geen bewuste comeback. Hij is namelijk aangesloten bij het derde elftal, een vriendenteam, maar door blessures en vakanties in de selectie werd hij gevraagd om in te vallen bij het eerste. Voorzitter Berry de Koning legde uit: “Hij gaat met vrienden in het derde elftal van Hermes DVS spelen, maar door omstandigheden was het eerste nog niet compleet. Toen is Guy ingevallen.”

Loopbaan in het betaalde voetbal

Guy Ramos werd op 16 augustus 1985 geboren in Rotterdam. Zijn voetbaljeugd bracht hij door bij Sparta, waar hij tien jaar in de opleiding speelde. In 2001 maakte hij de overstap naar FC Dordrecht. Daar zette hij zijn eerste stappen in het betaalde voetbal en bleef zes seizoenen. Vervolgens trok hij naar RKC Waalwijk, waar hij drie jaar de verdediging versterkte.

Zijn prestaties bleven niet onopgemerkt: Roda JC nam hem over en in Kerkrade maakte Ramos naam als robuuste verdediger. Vanuit Limburg volgde een buitenlands avontuur bij FC Wil in de Zwitserse Challenge League. Daarna speelde hij nog bij CR Al Hoceima in Marokko, Almere City en FC Maense, de Rotterdamse club met Kaapverdische wortels.

International voor Kaapverdië

Naast zijn clubcarrière kwam Ramos uit voor het nationale team van Kaapverdië. Hij droeg dertien keer het shirt van de eilandstaat, die nu op het punt staat zich voor de eerste keer in de geschiedenis te plaatsen voor het WK van 2026. Ramos maakte deel uit van een generatie die het voetbal van Kaapverdië stevig op de kaart zette.

Van speler naar trainer

Na zijn actieve profcarrière bleef Ramos niet langs de zijlijn staan. Hij zette zijn eerste stappen als jeugdtrainer bij Sparta en FC Dordrecht, waar hij zijn ervaring overdroeg aan jonge talenten. Later sloot hij aan bij de staf van FC Utrecht, waar hij als assistent-trainer meedraaide op hoog niveau. Ook daar stond zijn coachende kwaliteiten centraal, iets wat hij als speler al als een van zijn grootste sterke punten zag

Meedogenloos en coachend

Ramos stond bekend als een meedogenloze verdediger. In het seizoen 2011-2012 ontving hij maar liefst twaalf gele kaarten, waarmee hij een Eredivisierecord deelt met Joeri de Kamps en Christian Cuevas. Ook liep hij twaalf keer tegen een rode kaart op in 240 wedstrijden. Toch was zijn kracht niet alleen fysiek, maar ook verbaal: het coachen van medespelers in het veld. Dat zag je ook terug tijdens het Schiedams kampioenschap. Op veertigjarige leeftijd was de snelheid misschien niet meer zoals vroeger, maar zijn spelinzicht en aanwijzingen maakten nog altijd indruk.

Geworteld in Rotterdam-West

Het voetbal begon voor Ramos in Rotterdam-West, op de grens met Schiedam. Aan de Hogebanweg was hij vaak op de pleintjes te vinden. Daar ontwikkelde hij zijn techniek, zijn felheid en zijn weerbaarheid. Zelf benadrukte hij vaak dat pleintjesvoetbal de beste leerschool is: spelen met oudere jongens, duels aangaan, omgaan met weerstand. Het vormde de basis voor zijn loopbaan.

Klik op Hermes DVS voor meer informatie over de club.
Klik op Hermes DVS voor meer artikelen van de club.

Steven Lugtmeier: van jeugdkeeper tot ervaren doelman van HBSS

Met zijn 28 jaar heeft Steven Lugtmeier al een opmerkelijke voetbalreis achter de rug. Geboren in Rotterdam, opgegroeid in Schiedam, en inmiddels woonachtig in Numansdorp, combineert hij zijn rol als keeper bij HBSS met een carrière als projectcoördinator in de vastgoedwereld.

Zijn eerste stappen op het veld zette hij bij SVVSMC, waar hij als D’tje het keepersshirt aantrok. “Ik heb mijn hele jeugd bij SVVSMC gespeeld,” vertelt Lugtmeier. “Als A-junior schoof ik door naar Zaterdag 1, toen nog actief in de vierde klasse. Na dat seizoen wilde ik eigenlijk stoppen. Het stappen trok me meer, en ik wist dat ik toch geen prof meer zou worden.”

Toch kwam er een onverwachte wending. Omar Rziki belde hem met de vraag of hij bij HWD wilde komen spelen. “Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk. Ondanks mijn twijfels stapte ik over, en HWD bleek een geweldige club. Vooral de donderdagavonden na de training waren legendarisch.”

Halverwege het seizoen vertrok Rziki naar China, en Lugtmeier kwam in contact met Toon Wolters, trainer van HBSS. Na twee seizoenen lonkte een stap hogerop en hij keerde terug naar SVV, dat toen in de zondag tweede klasse speelde. Maar interne strubbelingen tussen het eerste elftal en het bestuur deden hem opnieuw uitkijken naar een andere club.

Na een proefperiode bij Barendrecht tekende hij zijn eerste contract, als tweede of derde keeper. Steven bleef drie seizoenen in Barendrecht, maar het laatste seizoen ging het hem tegenstaan om de hele zaterdag kwijt te zijn aan reizen naar Friesland of Limburg en dan op de bank terecht te komen “In die tijd werd ik ook vader. Dan worden andere dingen ineens belangrijker dan voorheen.”

Opnieuw was het Toon Wolters die hem belde. “Hij had gehoord dat ik wilde stoppen. Na een paar maanden zonder voetbal begon het toch weer te kriebelen. Dus keerde ik terug naar HBSS. Inmiddels ben ik hier aan mijn vierde seizoen bezig.”

Zijn eerste jaar bij HBSS was meteen een succes: promotie naar de tweede klasse. “We hadden een leuke, hechte groep.” Maar het geluk bleef niet duren. Aan het eind van het seizoen brak hij zijn hand bij DHC, en in de eerste bekerwedstrijd tegen FC Skillz liep hij een polsscheurtje op. “Weer weken eruit.”

Afgelopen seizoen degradeerde HBSS. “Hoe we er nu voor staan? Moeilijk te zeggen. We hebben veel kwaliteit ingeleverd, maar er zijn ook goede spelers bijgekomen. Tijdens het Schiedams kampioenschap viel het niveau niet tegen.”

Naast het voetbal is Lugtmeier actief als projectcoördinator bij een vastgoedbeheerder. “Ik begeleid projecten zoals het Oude Haven ziekenhuis en word ook verhuurd aan de NS, waar ik vastgoedprojecten coördineer.” Privé is hij vader van een dochter die dit jaar voor het eerst naar school gaat. “Na een paar jaar Den Haag zijn we naar Numansdorp verhuisd, mede ook omdat mijn schoonouders daar wonen en dat bevalt uitstekend.”

Zijn hoogtepunten? “De promotie met HBSS en mijn debuut in de derde divisie. En op de bank zitten in de Johan Cruijff ArenA tegen Ajax, al was dat in coronatijd zonder publiek. Maar ik heb wel het shirt van Onana weten te bemachtigen.  Al ben ik geen Ajacied, maar een Spartaan.

“Ik heb nog nooit een rode kaart gehad. Als een scheids zegt dat ik niet naar hem toe mag komen om te praten of te protesteren, zeg ik altijd: Daar ben ik te lui voor.’”, besluit Steven met een knipoog.

Klik op HBSS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HBSS voor meer informatie over de club.

Kethel Spaland zet in op de Coerver-methode

Kethel Spaland heeft dit seizoen een nieuwe weg ingeslagen in de jeugdopleiding. De Schiedamse club introduceert de Coerver-methode, een trainingsaanpak die volledig draait om techniek en balbeheersing. Het doel is helder: de trainingen naar een hoger niveau tillen en daarmee ook de ontwikkeling van de spelers versnellen.

Wat is de Coerver-Methode?

De filosofie van de Coerver-methode is simpel maar doeltreffend. In plaats van voornamelijk partijspelen of positiespel staat de individuele vaardigheid centraal. Spelers leren talloze balbewegingen, kappen, draaien en schijnbewegingen. Het idee is dat een technisch vaardige speler later gemakkelijker alles kan leren: van positiespel en tactiek tot het functioneren in teamverband. Daarbij wordt uitgegaan van creativiteit, zelfvertrouwen en het lef om risico’s te nemen in een duel.

Van HBSS naar Kethel Spaland

Eén van de aanjagers van dit traject bij Kethel Spaland is Kevin den Ouden (46). Hij was 39 jaar lid van HBSS en zette na zijn overstap als ouder van een jeugdspeler bij Kethel zijn eerste stappen als trainer. Inmiddels is hij er actief als TC Jeugd, verantwoordelijk voor de onderbouw. Vanuit de wens om de jeugdtrainers extra ondersteuning te bieden, werd gekeken naar methodieken die daarbij konden helpen. Zo kwam de club bij de Coerver-methode terecht.

Breedtesport als startpunt

Opvallend is dat de methode niet meteen in de selectieteams, maar juist bij de breedtesport wordt ingevoerd. De recreatieve teams trainen op maandag en woensdag. Tijdens het eerste blok op maandag staat volledig de Coerver-aanpak centraal. Het is nadrukkelijk bedoeld als ondersteuning voor de lagere teams en moet uiteindelijk als een olievlek door de vereniging verspreiden.

Compact trainen, meer rendement

De keuze voor de methode kwam niet zomaar tot stand. Vorig seizoen werd contact gelegd met Coerver en bezocht Kethel Spaland onder meer DOS Actief in Amsterdam, een club die al met de methode werkt. Wat daar opviel was de verbindende kracht: meer samenwerking binnen de vereniging en meer spelplezier bij de jeugd.

Daarnaast spelen ook praktische omstandigheden een rol. Momenteel liggen veld 2 en 3 van Kethel Spaland uit omdat ze worden opgehoogd. Door het gebruik van compacte oefenvormen van 20 bij 20 meter kunnen meerdere teams tegelijk trainen op hetzelfde veld.

Ervaring en structuur

De Coerver-methode is wereldwijd erkend en bestaat al ruim veertig jaar. De organisatie werkt samen met FIFA, UEFA en KNVB. Het programma bij Kethel Spaland bestaat uit zestien verschillende trainingen. Elke training wordt drie weken herhaald, waardoor er in totaal 48 sessies ontstaan. De kracht zit vooral in die herhaling: spelers herkennen oefeningen, gaan ze zelf uitvoeren en merken dat ze beter worden. Dat vergroot ook het plezier in het spel.

Niet alleen spelers profiteren. Ook de trainers krijgen begeleiding en worden zelf getraind door de specialisten van Coerver. Trainers hebben toegang tot een digitale leeromgeving, krijgen zes keer per jaar uitleg en leren de methodiek zo steeds beter toepassen. Voor Kethel is het een investering in zowel jeugd als kader.

Toekomst en groei

Het contract met Coerver loopt in eerste instantie twee jaar. Het eerste jaar ligt de nadruk op de onderbouw (O8, O9 en O10). Volgend seizoen komt ook de bovenbouw aan bod, waar de inhoud complexer wordt.

De jeugdafdeling van Kethel Spaland is groeiende en kent inmiddels zelfs een wachtlijst. Dankzij de compacte opzet van de trainingen kunnen meer teams tegelijk op het veld staan, wat helpt om die wachtlijst in te perken.

Met deze stap zet Kethel Spaland nadrukkelijk in op kwaliteit én toekomst. De hoop is dat de Coerver-methode niet alleen de spelers beter maakt, maar ook de clubcultuur verder versterkt.

Klik op vv Kethel Spaland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Kethel Spaland voor meer informatie over de club.

Mats Steenbekkers: twaalf seizoenen trouw aan Alem 1

Wie in Alem opgroeit, kan er eigenlijk niet omheen: je komt vanzelf terecht bij de plaatselijke voetbalvereniging. Voor Mats Steenbekkers (26) is dat niet anders geweest. “Er is verder niet veel meer dan de club, haha. Ik ben vanaf de jeugd actief en eigenlijk nooit meer weggegaan,” vertelt hij met een glimlach. Wat begon als een logische stap voor een jongen uit het dorp, groeide uit tot een voetbalcarrière die al twaalf seizoenen in het eerste elftal van vv Alem telt.

Voetbal als ontspanning

Voor Steenbekkers draait voetbal bovenal om plezier en ontspanning. Drie keer per week het veld op, samen met vrienden trainen en in het weekend strijden om de punten: dat is waar hij het voor doet. “Ik woon inmiddels al een tijdje niet meer in Alem, maar ik kom altijd met veel plezier terug naar het dorp en het sportpark,” zegt hij. De club is voor hem meer dan alleen een plek om te voetballen – het is een tweede thuis.

De kracht van een kleine club

Wat Alem volgens de aanvaller zo bijzonder maakt, is de hechte gemeenschap. Iedereen kent elkaar, van jongs af aan. “Het is mooi dat een kleine club als Alem op eigen kracht zoveel voor elkaar krijgt,” benadrukt hij. Het collectief is daarbij het sleutelwoord. Geen brede selectie, maar een groep die alles samen doet en elkaar door dik en dun steunt. “Dat blijft toch het allerleukste: met je vrienden elke week een balletje trappen.”

Hoogtepunten en zwarte bladzijden

Steenbekkers heeft in twaalf jaar tijd heel wat hoogtepunten meegemaakt. Vooral de promoties springen eruit. Met een jonge lichting stroomde Alem op van de vijfde naar de derde klasse, een prestatie om trots op te zijn. “Het seizoen waarin we 42 punten pakten en zevende werden, was ook bijzonder – volgens mij het beste resultaat ooit voor Alem.” Naast de sportieve mijlpalen bewaart hij warme herinneringen aan de uitjes en activiteiten met het team.

Toch kent zijn loopbaan ook een diep tragisch moment. In 2021 overleed ploeggenoot en vriend Nick de Leeuw onverwacht. “Dat blijft de grootste zwarte bladzijde. Nick was de gangmaker van het team, en we denken nog vaak aan hem. Het is nog altijd een groot gemis.” Het typeert hoe sterk de menselijke kant bij Alem verweven is met het voetbal: vreugde en verdriet worden er samen gedeeld.

Snelle aanvaller met ervaring

Als speler omschrijft Steenbekkers zichzelf als een snelle, technische aanvaller die graag dreiging brengt en zijn ploeggenoten mee wil trekken. Inmiddels behoort hij tot de ervaren krachten binnen de selectie. “We zijn wat oudere jongens kwijtgeraakt, maar er zijn ook nieuwe spelers en jeugd bijgekomen. Het is even wennen, maar er zit veel potentie in. Samen met de andere ervaren gasten probeer ik de nieuwe jongens te helpen en het team op sleeptouw te nemen.”

De steun van vrijwilligers en supporters

Geen amateurclub kan zonder vrijwilligers, en ook bij Alem is dat niet anders. “Van de kantine tot het onderhoud: zonder die inzet zou de club niet bestaan,” stelt Steenbekkers. Ook de supporters maken het voetbal in Alem extra speciaal. Vooral de derby tegen DSC staat in zijn geheugen gegrift. “Het is geweldig om te zien wat iedereen dan regelt, voor en na de wedstrijd. Dat maakt het écht een dorpsgebeuren.”

Een bijzondere supporter verdient nog extra aandacht: zijn 89-jarige opa. “Hij komt minimaal één training en elke wedstrijd kijken. Na de wedstrijd drinken we samen een biertje en analyseren we hoe het gegaan is. Dat zijn momenten die ik enorm koester.”

Blik op de toekomst

Voor de toekomst heeft Steenbekkers geen grootse ambities, maar juist eenvoudige wensen die veel zeggen over zijn verbondenheid met de club. “Ik hoop de komende jaren nog met plezier te voetballen met mijn vrienden en samen een goed elftal neer te zetten.” Daarnaast kijkt hij al voorzichtig vooruit naar een bijzonder jubileum: het 100-jarig bestaan van vv Alem. “Het zou fantastisch zijn om dat samen mee te maken.”

Na twaalf seizoenen in het eerste elftal is duidelijk dat Mats Steenbekkers meer is dan alleen een aanvaller van vv Alem. Hij is een boegbeeld van wat de club zo sterk maakt: trouw, vriendschap en liefde voor het spel.

Klik op V.V. Alem voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Alem voor meer informatie over de club.

Oscar Knecht: kind van de club en drijvende kracht bij Victoria’04

Bijna 28 jaar, zes maanden geleden vader geworden en al ruim 250 wedstrijden in het eerste elftal achter zijn naam. Oscar Knecht belichaamt als geen ander het begrip “kind van de club” bij Victoria’04. Sinds zijn eerste stappen op het veld is de verdediger/middenvelder een vaste waarde in Vlaardingen. Dit seizoen wil hij niets liever dan de stap naar de tweede klasse zetten.

Van F4 naar boegbeeld

Knecht begon als jonge spits in de F4, maar al snel bleek zijn toekomst elders in het veld te liggen. In de F1 verhuisde hij naar de verdediging, later kwamen daar posities op het middenveld bij. Zelfs als aanvallende middenvelder op tien heeft hij gespeeld. Zijn veelzijdigheid maakt hem nog altijd een belangrijke schakel in de selectie.

Zijn pad was niet volledig zonder omwegen. Tijdens zijn A-juniorentijd speelde hij twee seizoenen bij CWO, waar hij onder meer vrienden had in het team. Het eerste jaar beviel goed, het tweede was teleurstellend. Omdat veel ploeggenoten terugkeerden naar Victoria’04, volgde hij dat voorbeeld. Vanaf zijn achttiende hoorde hij bij de selectie en dat is nooit meer veranderd. Alleen tijdens studieperiodes in Zuid-Afrika en Noorwegen ontbrak hij tijdelijk.

Kampioenschap als hoogtepunt

De mooiste herinnering bewaart Knecht aan het kampioenschap in de vierde klasse onder trainer Warry van Wattum. Door de coronaperiode duurde het lang voor de titel een feit was, maar uiteindelijk kroonde Victoria’04 zich tot kampioen. “We hadden een uitstekend elftal, zeker voor de vierde klasse,” blikt Knecht terug. De laatste seizoenen liep de ploeg echter telkens vast in de nacompetitie.

Ook de bekerfinale tegen SVV staat in het geheugen gegrift. De aanloop en sfeer waren onvergetelijk, maar na een rode kaart voor Knecht en een nederlaag tegen de Schiedammers bleef de kater groot.

Ambitie richting tweede klasse

Het doel is duidelijk: promotie. Vorig seizoen eindigde Victoria’04 als zevende, maar met de versterkingen en de komst van trainer Dimitri Hooftman ligt de lat hoger. Hooftman kiest voor een aanvallende speelstijl met 4-3-3. “Volle bak vooruit en goals maken” is het motto. Dat vraagt ook om aandacht voor de restverdediging, iets waar Knecht als verdediger zelf waarde aan hecht.

De kern van het elftal bleef behouden, maar er kwamen meerdere nieuwe spelers bij. Dat was volgens de aanvoerder nodig, omdat blessures en schorsingen de selectie de afgelopen jaren dun maakten. Door vakanties en late terugkeer is het elftal nog niet compleet geweest, maar de verwachting is dat Victoria’04 dit seizoen mee kan doen om de bovenste plekken.

Sterke competitie en derby’s

De Vlaardingers treffen komend seizoen een sterke poule met veel bekende namen. Vooral de derby’s tegen Excelsior’20, HBSS, Kethel Spaland en CWO beloven spektakel. Knecht ziet kansen: “Top vijf moet zeker mogelijk zijn, al zijn wij niet de uitgesproken titelfavoriet. Het belooft een pittig, maar aantrekkelijk seizoen te worden.”

Trainingskamp in Spanje

Een bijzonder moment beleefde de selectie tijdens het trainingskamp in Torremolinos. Daar ontstond het contact met nieuwkomers Jeroen de Lely en Joery Kaashoek, die na een avond stappen met de ploeg besloten om SVS Capelle te verruilen voor Victoria’04 te gaan spelen. Inmiddels zijn beiden goed geïntegreerd in de groep.

Clubman pur sang

Inmiddels staat de teller voor Knecht op zo’n 250 duels in het eerste elftal, waarvan hij de laatste vijf jaar ook nog eens aanvoerder is. Voor hem persoonlijk is het simpel: elke zaterdag is een hoogtepunt, maar promoveren met zijn club zou de ultieme bekroning zijn.

Meer informatie over Victoria ’04? Klik hier.
Meer artikelen over Victoria ’04? Klik hier

Jan van Arckel investeert in jeugd met Thomassen-voetbalschool en Ajax-clinic

Voetbalvereniging Jan van Arckel uit Ammerzoden zet opnieuw een stap om de kwaliteit van haar jeugdopleiding te verbeteren. De club, bekend om haar dorpsbinding en het plezier dat voorop staat, is recent een samenwerking aangegaan met de voetbalschool van Jordy Thomassen. Daarnaast organiseert Jan van Arckel in de herfstvakantie een exclusieve Ajax-clinic, een uniek evenement voor een kleine club als deze. Lid van de jeugdcommissie Berry Lamers vertelt over de beweegredenen achter deze initiatieven en de impact op spelers, trainers en de bredere clubgemeenschap.

Wij zijn actief op zoek gegaan naar mogelijkheden om de kwaliteit van onze jeugdopleiding te verhogen,” begint Lamers. “Bij Jan van Arckel kunnen we gelukkig nog steeds voldoende vrijwilligers vinden, maar vaak zijn dat ouders. Het enthousiasme is er altijd, maar het ontbreekt soms aan de juiste handvaten. Kinderen leren het meeste wanneer trainers weten hoe ze effectief moeten begeleiden.” Lamers legt uit dat enkele jeugdspelers al trainingen volgden bij de commerciële voetbalschool van Jordy Thomassen bij FC Den Bosch. Zowel de kinderen als de ouders waren daar enthousiast over, en zo ontstond het idee om een samenwerking met de voetbalschool op te zetten binnen de club.

Het doel van de extra trainingen is duidelijk: het plezier in het spel vergroten én de technische vaardigheden verbeteren. “Bij ons als kleine vereniging staat plezier altijd voorop,” aldus Lamers. “Maar plezier ontstaat pas echt als je merkt dat je vooruitgang boekt. En dat zien we nu ook. Na enkele weken is het verschil al duidelijk zichtbaar.” De aanpak van Thomassen combineert professionele begeleiding met de bestaande jeugdtrainers van Jan van Arckel. Hierdoor ontstaat een leeromgeving waarin kinderen spelenderwijs beter worden, terwijl het dorpsgevoel en de onderlinge binding behouden blijven. “Bij ons blijven spelers zoveel mogelijk uit eigen gelederen, maar leden van buiten zijn natuurlijk welkom. Iedereen moet zich bewijzen en past daardoor altijd goed in de groep.”

De reactie van de jeugdspelers en trainers is volgens Lamers positief. “In het begin moesten de kinderen even wennen aan de nieuwe manier van trainen, maar inmiddels maken ze enorme sprongen vooruit. Je ziet dat het plezier er vanaf spat en dat de motivatie om te leren ook is gegroeid.” Het succes van de samenwerking bevestigt volgens Lamers dat de club op de goede weg is.

Naast de Thomassen-trainingen organiseert Jan van Arckel in de herfstvakantie een bijzonder evenement: een Ajax-clinic op de eigen accommodatie. “Voor een kleine club als de onze is dat heel bijzonder,” vertelt Lamers. “In eerste instantie leek het idee kansloos, omdat Ajax meestal voor grotere clubs kiest. Dankzij de vasthoudendheid van ons jeugdbestuurslid Arjan van der Meijden én het feit dat Ajax onze accommodatie onder de rook van het kasteel heeft gezien, is het toch gelukt.” De clinic blijkt een groot succes; 90 kinderen zijn inmiddels ingeschreven en er is zelfs ruimte voor een tweede veld als de belangstelling verder groeit.

Wat kunnen de deelnemers van de Ajax-clinic verwachten? Lamers: “De kinderen trainen de hele dag onder begeleiding van echte Ajax-trainers, in een sfeer die de club ademt. Er is een gezamenlijke lunch en alles is erop gericht dat de kinderen zich een dag lang een echte profspeler voelen.” De combinatie van professionele begeleiding en plezier moet volgens Lamers leiden tot enthousiasme, inzet en uiteindelijk betere prestaties op het veld.

Voor Jan van Arckel zijn dit soort initiatieven geen eenmalige actie. “De club leeft enorm,” zegt Lamers. “Van het bestuur tot de commissies en het kantinepersoneel, overal zien we veel enthousiasme. We zijn altijd op zoek naar nieuwe manieren om onze leden en vooral de jeugd te inspireren. Dit is pas het begin; er komen zeker meer mooie evenementen aan.”

Met de samenwerking met de voetbalschool van Jordy Thomassen en de aankomende Ajax-clinic laat Jan van Arckel zien dat een kleine dorpsclub groot kan denken. Het plezier en de ontwikkeling van de jeugd staan centraal, en tegelijkertijd blijft het herkenbare, warme dorpsgevoel behouden. Voor spelers, ouders en vrijwilligers biedt dit een unieke kans om samen te groeien, te leren en vooral te genieten van het mooiste spelletje ter wereld.

Klik hier voor meer artikelen over Jan van Arckel.
Klik hier voor meer informatie over Jan van Arckel.

Nico Gordijn: vijftig jaar trouw aan MVV’27

Bij iedere voetbalclub lopen ze rond: vrijwilligers die niet op de voorgrond treden, maar zonder wie een vereniging niet zou kunnen draaien. Bij MVV’27 in Maasland is Nico Gordijn er zo één. Al sinds oktober 1975 is hij lid van de club. Volgend jaar viert hij zijn vijftigjarig jubileum. “Nooit ergens anders lid geweest,” zegt hij. “Geboren en getogen in Maasland, en MVV’27 was de enige club in de buurt. Via vriendjes rolde ik erin.”

Van speler naar scheidsrechter

Zelf voetbalde Gordijn tot zijn 29ste. Een knieblessure maakte daar een einde aan. Na een meniscusoperatie probeerde hij terug te keren, maar al tijdens de warming-up ging het opnieuw mis. “Ik speelde toen in het tiende elftal en was er wel klaar mee. Ik was geen selectiemateriaal.” Toch bleef hij actief. Eerst twee jaar als assistent-scheidsrechter langs de lijn, daarna koos hij voor het fluiten zelf.

Hij volgde een cursus en sinds 2002 is hij verenigingsscheidsrechter. “Zolang ik het leuk vind, blijf ik dat doen. Ik fluit zowel senioren als jeugd.” Op 18 maart 2023 bereikte hij een bijzondere mijlpaal: zijn duizendste wedstrijd als scheidsrechter. Slechts één keer maakte hij mee dat een duel gestaakt moest worden, vanwege meerdere vervelende spelers bij beide teams.

Meer dan alleen fluiten

Zijn inzet gaat verder dan het fluiten van wedstrijden. Gordijn is ook scheidsrechters coördinator en zorgt dat alle wedstrijden op Sportpark De Commandeur van een arbiter worden voorzien. “Als er problemen zijn, ga ik kijken.” Daarnaast is hij wedstrijdsecretaris van de senioren. MVV’27 telt negen mannenteams, een veteranenteam en drie vrouwenteams. “Op een zaterdag zijn er tussen de 18 en 23 wedstrijden. Soms is het puzzelen, zeker in vakanties.”

Hoewel de club geen groot tekort heeft aan scheidsrechters, blijft het werven belangrijk. “We proberen elk jaar spelers die stoppen enthousiast te maken. Vorig jaar zijn er vier bijgekomen via een cursus bij Full Speed in Delft.”

Altijd aanwezig

Op zaterdag is Gordijn sowieso de hele dag op de club. Daarnaast draait hij eens in de twee weken bardienst op woensdagavond, vaak tot middernacht. Ook was hij een tijd afsluiter, verantwoordelijk voor de bar en de kas. “Ondanks dat er nu vooral gepind wordt, moet dat wel goed geregeld zijn.”

Zijn betrokkenheid gaat ver terug. Jarenlang was hij actief in de oud-papierploeg van MVV’27. “Dat doen we tegenwoordig niet meer, omdat de gemeente het zelf doet en je er niets meer voor krijgt.”

Liefde voor de club

Na bijna een halve eeuw is de band met MVV’27 alleen maar sterker geworden. Als het lukt, kijkt hij graag bij het eerste, maar vaak is hij te druk met andere taken. “Ik fluit meestal nog een late wedstrijd op één van de vijf velden. We hebben drie grasvelden en twee kunstgrasvelden. Dat is opvallend, meestal is het andersom.”

Zolang gezondheid en plezier het toelaten, blijft Gordijn doorgaan. “Ik denk zeker nog vijf à zes jaar.” Zijn inzet is kenmerkend voor de liefde voor de club.

Buiten het voetbal werkt Gordijn in Den Haag als elektrotechnisch tekenaar en de laatste jaren ook als 3D-tekenaar. Maar zijn echte thuisbasis is al bijna vijftig jaar Sportpark De Commandeur.

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.