Home Blog Pagina 5

Sem Mast hoopt komende jaren zich verder door te ontwikkelen

PUTTE – Door het vertrek van meerdere spelers in het tussenseizoen kreeg Sem Mast, rechtstreeks uit de jeugd, sneller dan verwacht de kans om aan te sluiten bij het eerste elftal van RKVV Grenswachters. Inmiddels is hij bezig aan zijn tweede seizoen en is de jonge linkspoot nauwelijks nog weg te denken uit de basis van de Putse vijfdeklasser.

“Het ging allemaal veel sneller dan gedacht,” vertelt Mast. “Er stopten veel ervaren jongens en daardoor moesten wij als onervaren jonkies direct instromen. We kregen meteen een basisplaats, zonder echt tijd te hebben om rustig te wennen. Ik debuteerde in 2023 onder Peter van Oirschot, speelde ook onder Bram Kot, en bleef telkens in de basis. Nu onder trainer Jan Lemmens is dat niet anders.”

Mast doorliep de volledige jeugdopleiding van Grenswachters en maakte op zestienjarige leeftijd zijn debuut. “Het was aan mij om te laten zien dat ik het niveau aankon en stappen maakte. Ik weet dat ik nog veel te verbeteren heb, maar ik ben jong en wil me de komende jaren blijven ontwikkelen. De selectie ving me goed op, al was de overgang qua snelheid, tactiek en fysiek wel even wennen.”

Volgens de student fysiotherapie loopt het dit seizoen een stuk beter dan vorig jaar. “Er is rust en duidelijkheid binnen de ploeg, dat helpt enorm. Ik speel met ervaren verdedigers achter me die me coachen. Daardoor leer ik veel. Voor mij is het belangrijk om meer durf te tonen: slimmer zijn in duels, op het juiste moment acties maken en goede voorzetten geven.”

Mast staat bekend om zijn linkerbeen, inspeelpass en snelheid, maar weet dat zijn fysieke weerbaarheid nog stappen kan maken. “Ik ben niet de grootste. Van trainers hoor ik hoe ik duels kan vermijden door beter te positioneren. Met assistent-trainer Stefan Willemse werk ik soms individueel aan die punten. Dat helpt me om mijn spel verder te verbeteren.”

Net als de ploeg is ook zijn eigen vorm nog wisselend. “De ene week gaat het goed, de andere minder. Ik ben nog niet stabiel genoeg, maar het vertrouwen van de trainer helpt enorm. Mijn doel is om constanter te worden en zoveel mogelijk te spelen. Dan word ik uiteindelijk vanzelf een betere voetballer.”

Klik op vv Grenswachters voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Grenswachters voor meer informatie over de club.

Lars Steijn bezig aan 22e seizoen basiskracht bij NOAD’67

SINT-PHILIPSLAND – Sommigen zijn al blij dat ze kunnen zeggen ooit speelminuten te hebben gemaakt in het eerste elftal van hun club. Maar wat als je negenendertig bent en bezig aan je tweeëntwintigste seizoen onafgebroken in de basis bij je club? Lars Steijn, middenvelder bij Noad’67 dat uitkomt in de zaterdag vierde klasse, is één van die uitzonderingen.

“Dat is inderdaad best een bijzondere mijlpaal. Het is en blijft voor mij nog altijd ondenkbaar om op dinsdag, donderdag en zaterdag iets anders te doen dan bezig te zijn met trainen en wedstrijden spelen in het eerste. Samen met onder andere Frank en Rob den Engelsman vorm ik de routine in de ploeg. En voor mezelf heb ik wel besloten om door te gaan tot het moment dat ik het niet meer leuk vind of het gevoel krijg dat ik door de jonkies eruit word gelopen. Maar daarvan is gelukkig nu nog steeds geen sprake.”

Voetballen in een prestatief elftal dat betekent ook dat het niet allemaal vrijblijvend moet zijn voor spelers. “Zeker weten van niet! Ik ben iemand die er veel voor laat. Elke dinsdag en donderdag ben ik aanwezig en de zaterdag is voetbaldag. Dat weet mijn vrouw ook en dan wordt tijdens het seizoen niet vaak iets gepland. Of ze moeten zonder mij gaan, want ik sta dan op het voetbalveld.”

Steijn is geboren en getogen in Flipland, waar het gezin nog altijd woont  en naar zijn zeggen als voetballer opgegroeid met de oudere generatie. “Vechten en keihard werken. Dat mis ik nu soms wel eens. Maar verder bevalt het me nog altijd perfect. Jong en oud gaan prima samen, op het dorp en ook op het voetbalveld. De diversiteit is groot in de selectie waar we middelbare scholieren hebben en gasten zoals ikzelf met een baan en een gezin met kinderen. Divers en dat houdt het ook dynamisch.”

Met Peter van Poortvliet heeft de middenvelder nu een trainer die hij al in een eerdere periode bij de club meemaakte. “Peter is een perfecte trainer voor deze club en zolang hij hier zit dan ga ik hoe dan ook door als speler. Hoewel ik jaren in tweede en ook derde klasse heb gespeeld zijn we nu écht een vierdeklasser. Niks mis mee, want zolang het plezier er is en we doen regelmatig mee voor de prijzen dan is het prima toch? Er is sinds dit seizoen ook weer een leuk tweede elftal wat voor de doorstroming alleen maar goed is. We willen meer als het ooit kan, maar belangrijkste is ook realistisch te blijven met z’n allen.”

Inmiddels is hij overigens ook al jeugdtrainer geworden sinds zijn zoontje ook het geelgroen van de dorpsclub draagt. “Dat doe ik nu, samen met Rob den Engelsman nu ruim twee jaar en is prachtig. De generaties van de toekomst klaarstomen. Iets terugdoen voor de club ook. Als je ziet hoe die gastjes genieten en plezier hebben. Dat is gewoon schitterend.”

Hoelang de rechtermiddenvelder nog actief blijft in het eerste dat bekijken hij van seizoen tot seizoen. “Dat is van verschillende factoren afhankelijk. Of ik fit blijf uiteraard, maar ook hoelang de andere ervaren rotten in de selectie nog doorgaan. En daarbij telt voor mij dus ook mee wat Peter als trainer zal doen. Zolang hij trainer blijft hier dan ga ik door. En daarna zal ik hoogstwaarschijnlijk wel afzakken om in het tweede of derde nog te blijven spelen. Want helemaal zonder voetbal dat kan ik me helemaal niet voorstellen.”

Klik hier voor meer informatie over NOAD’67.
Klik hier voor meer artikelen over NOAD’67.

Nadat vriendenteam uiteen viel pakte Stijn Huijsmans kans bij ODIO 1

OSSENDRECHT – Jarenlang speelde Stijn Huijsmans in een lager elftal van v.v. ODIO. Van het hechte vriendenteam waarmee hij jarenlang op het veld stond, bleven uiteindelijk slechts vijf spelers over. De linkermiddenvelder wilde echter niet stoppen en greep de kans die hoofdtrainer Joost Demmers hem bood met beide handen aan. Sinds dit seizoen is de 29-jarige melkveehouder een vaste waarde in de basis van de Ossendrechtse vijfdeklasser.

“Er werden jongens ouder, sommigen kregen kinderen en anderen stopten gewoon,” blikt hij terug. “We begonnen ooit als het vierde, werden later het tweede elftal. We zijn zelfs nog kampioen geworden. Alleen wilde ik zelf graag door. Toen Joost vroeg of ik wilde aansluiten bij het eerste, besloot ik het te proberen. Ik wilde weten of ik me op dat niveau staande kon houden.”

Dat blijkt geen probleem: Huijsmans staat wekelijks in de basis en dat is opvallend voor iemand die in zijn hele loopbaan – bij RKVV Meto en later ODIO – nooit eerder in een eerste elftal speelde. “Ik debuteerde op mijn negenentwintigste, dan mag je me rustig een laatbloeier noemen,” lacht hij. “Maar met de juiste mentaliteit kun je veel compenseren. Ik voetbalde vroeger in een vriendenteam bij Meto. Toen dat samengaan met ODIO, ben ik hier blijven hangen. En dat bevalt nog altijd uitstekend.”

Zijn drukke leven op het melkveebedrijf – met 230 melkkoeien – vraagt discipline en planning. “Mijn broer en moeder runnen de kaasmakerij, ik doe samen met mijn vader de koeien. Het is pittig, maar doordat ODIO halverwege de middag speelt, is het te combineren. Soms is het even schuiven, maar het lukt.”

Door zijn werkzaamheden kan hij niet altijd twee keer per week trainen, maar dat staat zijn basisplaats niet in de weg. “Blijkbaar breng ik genoeg op de momenten dat ik er wél ben. Anders zou de trainer iemand anders opstellen. Ik probeer elke wedstrijd alles te geven.”

Na het kampioenschap met zijn oude vriendenteam hoopt hij ooit opnieuw de titel te pakken, dit keer met ODIO 1. “We willen graag bovenin meedoen. Voor mij was het in het begin wel wennen, want ik speelde altijd als linksback. Nu sta ik vooral op het middenveld of soms in de spits. Het maakt me eigenlijk niet uit – als ik mijn rol maar goed kan vervullen.”

Huijsmans voelt zich volledig thuis bij ODIO. “We hebben een fijne groep, met jongens die willen werken voor elkaar. Een mooie mix van jong en ervaren. Hopelijk is dat genoeg voor een plek in de top. Of het lukt? Dat zien we aan het einde van het seizoen.”

Klik op rkvv ODIO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op rkvv ODIO voor meer informatie over de club.

Vrouwen Hillegom willen promoveren naar de tweede klasse

0

Femke Nederstigt is al elf seizoenen onderdeel van het eerste vrouwenteam van SV Hillegom, waarvan ze inmiddels ook de aanvoerster is. “Ik heb hier praktisch mijn hele leven gevoetbald. Ik begon ooit bij SV Concordia, toen Hillegom nog drie voetbalclubs had. In 2012 fuseerden die tot één vereniging: SV Hillegom. En daar speel ik nog steeds.”

Ze begon haar voetbalavontuur in de E’tjes bij de jongens. “Toen waren er nog niet zoveel meisjes die voetbalden. Na een tijdje kwam ik bij de D’tjes bij de meiden terecht. Vanaf dat moment heb ik in alle lichtingen gespeeld: O13, O15, O17, O20. Elke leeftijdscategorie had wel één team.”

Het vrouwenvoetbal bij Hillegom heeft zich door de jaren heen ontwikkeld met pieken en dalen. “Toen ik in dames 1 kwam, hadden we nog drie vrouwenteams. Inmiddels zijn dat er twee. Je ziet dat het vrouwenvoetbal in golven groeit. Een paar jaar lang zijn er veel meiden, en dan weer wat minder. Maar de betrokkenheid is groot. Iedereen kent elkaar, dat maakt het ook zo leuk.”

Femke speelt al jaren op het middenveld. “Ik ben een verdedigende middenvelder. Ik hou ervan om het spel op te bouwen, om de bal in de ploeg te houden. Ik wil mooi voetbal spelen, maar ben ook niet bang voor het vuile werk. Sterk aan de bal, dat is denk ik mijn grootste kwaliteit.”

De ploeg maakte afgelopen seizoen de overstap van de tweede klasse zondag naar de derde klasse zaterdag. “We hadden het echt gehoopt om te promoveren naar de tweede klasse. Wat apart is aan deze competitie is dat we tegen iedere tegenstander drie keer spelen. Dat komt omdat we maar met acht teams in de competitie zitten. Er zitten een paar sterke teams tussen, maar ik denk dat wij in de top drie moeten kunnen eindigen. Vorig jaar werden we volgens mij vierde of vijfde. Nu willen we echt structureel bovenin meedraaien.”

“De aanvoerdersband zegt me niet alles”

Hoewel ze aanvoerster is, blijft Nederstigt bescheiden over haar rol. “Voor mezelf zegt die band niet zoveel. Natuurlijk is het een eer, en het is fijn dat ze mij daarvoor vragen, maar ik ben ook realistisch. Als iemand anders het zou doen, zou ik dat ook prima vinden. Ik denk dat mijn ervaring meespeelt. Ik probeer de meiden te motiveren, te peppen als het nodig is. Uiteindelijk doen we het met z’n allen.”

Die ervaring komt niet vanzelf. In 2022 scheurde ze haar kruisband, meniscus én binnenband. “Ik sprong op in een kopduel, landde verkeerd en toen was het in één klap raak. Anderhalf jaar revalideren. Dat was pittig. Afgelopen seizoen (2024/2025) was mijn eerste volledige seizoen weer terug. Je levert altijd iets in, maar ik ben vooral blij dat ik weer pijnvrij kan voetballen.”

Een hechte groep

Het team van Hillegom is een mix van jong en ervaren. “We hebben twee speelsters onder de twintig, een paar boven de dertig en de rest zit er tussenin. Zelf kwam ik op mijn zestiende al bij de selectie.”

Buiten haar rol in het veld, zet Nederstigt zich ook buiten de lijnen in voor de club. Ze is coördinator vrouwenvoetbal. “We hebben twee seniorenteams en twee teams die zeven tegen zeven spelen. Ik ben een beetje de stem van de vrouwentak richting het bestuur. Ik regel randzaken en probeer het vrouwenvoetbal binnen Hillegom verder te ontwikkelen.”

De Ladies Cup

Naast de competitie is er sinds kort het toernooi de Ladies Cup. Vorig seizoen lukte het Hillegom om de finale te bereiken van dat toernooi. “Dit toernooi wordt tijdens de competitie gespeeld, gewoon doordeweeks. Hopelijk kunnen we dit keer de eerste plaats pakken.”

Binnen de club is het vooral de gezelligheid die haar blijft trekken. “Hillegom is gewoon een fijne vereniging. Na de wedstrijden blijft iedereen hangen en we zijn met de dames ook vaak op trainingsweekend geweest, soms zelfs in het buitenland. Dat soort dingen maakt het allemaal extra leuk.”

Klik op SV Hillegom voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Hillegom voor meer informatie over de club.

Vrederust deed voetbalplezier terugkeren bij Marvin Hommel

HALSTEREN – Het contact met v.v. Vrederust ontstond tijdens de derbydagen die Marvin Hommel (26), toen nog speler van VVC’68, als tegenstander beleefde. Nadat Vrederust de titel pakte (ten koste van VVC’68) in 2023 maakte de verdediger de verrassende overstap. ‘Ik wilde wat anders en had een goed gevoel bij Vrederust. Die stap is voor mij de juiste gebleken.’

Hoewel Hommel in de derde klasse een teleurstellend seizoen meemaakte met zijn nieuwe club heeft hij het er nog altijd prima naar zijn zin. “Ik miste bij VVC’68 op den duur, ondanks dat ik basisspeler was, het voetbalplezier. Ik had er zelfs even over gedacht om volledig met voetbal te stoppen. Maar het is een prachtig spelletje en ben blij dat ik toen ervoor heb gekozen om elders te gaan voetballen. Mijn voetbalplezier heb ik sindsdien volledig hervonden.”

In zijn eerste Vrederust-seizoen degradeerde de verdediger direct weer naar de vierde klasse om vorig seizoen via de nacompetitie opnieuw te promoveren. “Nu willen we er met z’n allen alles aan doen om te overleven. Om te handhaven en als het kan natuurlijk het liefst rechtstreeks als het even kan. Hier willen we op een zo hoog mogelijk niveau spelen maar niet ten koste van alles. Wat hier voorop staat is toch vooral ook de gezelligheid. Dat gevoel had ik op den duur bij VVC’68 minder en dat knaagde. Het is hier in alles kleiner dan wat ik gewend was, maar ik voel me hier inmiddels perfect op mijn plaats.”

Bij zijn club was toentertijd Wil Raats nog trainer, de stiefvader van Hommel. “Hij is even weggeweest maar sinds dit seizoen is hij er op zaterdagen weer bij als assistent om onze hoofdtrainer bij te staan. Leuk natuurlijk, want de band die ik met Wil heb is prima. Voetbal is ook nog eens een gemeenschappelijke passie dus dat is alleen maar mooi.”

Hommel brengt een brok ervaring mee en als centrale verdediger liggen de kwaliteiten vooral in het verdedigende stuk. “De afgelopen seizoenen heb ik overigens ook de nodige stappen gemaakt in het meevoetballende deel. Samen met Dave Wils vorm ik het centrale duo. Dave heeft meer drang naar voor, terwijl ik dan achterin blijf en de coaching voor mijn rekening neem. Daar voel ik me goed bij en ben ik ook meer van waarde voor de ploeg.”

Wat Vrederust nog mist is een stuk extra ervaring in het elftal. Zeker na het stoppen van enkele oudere gasten die nu in het tweede elftal spelen. “Dat gemis kost ons nu soms nog punten. Maar ook het gebrek aan trainingsarbeid is daar in mijn ogen debet aan. De ene week is het druk en de andere week minimaal. Zoals we ook de ene wedstrijd een ramvolle reservebank hebben en de ander keer amper twaalf man. Het is nog niet constant genoeg. En dat is toch nodig om deze klasse te overleven. Voetballend kunnen we prima meekomen op dit niveau, maar om structureel er te blijven moeten we meer leveren met z’n allen. Anders blijft het altijd een lastig verhaal.”

Wanneer Hommel, die naast VVC’68 ook nog bij de jeugd van RKSV Halsteren speelde, derdeklasser weet te blijven met Vrederust dan is het seizoen volgens hem geslaagd. “We moeten hoe dan ook proberen om het scenario zoals ons vorige verblijf op dit niveau koste wat kost te voorkomen. Niet na één seizoen weer degraderen. Als dat lukt hebben we het prima gedaan.”

Klik op v.v. Vrederust voor de laatste artikelen over de club.
Klik op v.v. Vrederust voor meer informatie over de club.

“Ik dacht dat ik nooit meer iets met voetbal zou doen, totdat mijn kleindochter voor de deur stond”

0

Wie op een zaterdag langs de velden van FC Lisse loopt, ziet hem vaak staan langs de lijn van de meisjes Onder 17. John van Oosten (71). Trainer, clubman, opa.
“Het is soms nog steeds gek om te beseffen dat ik hier weer sta. Ik had het voetbal eigenlijk helemaal afgezworen. En kijk nu. Ik train een team dat divisieniveau speelt. Dat had ik tien jaar geleden niet kunnen bedenken.”

John is een man van FC Lisse. “Ik ben begonnen toen ik twaalf was. Eerder mocht je je niet aansluiten bij een vereniging. In die tijd was dat zo. Daarom ging ik in mijn jongere jaren hard gelopen. Daar heb ik later profijt van gehad: conditie, looptechniek, discipline. Toen ik eindelijk mocht voetballen, was ik heel fit.”

Hij speelde jarenlang bij Lisse, uiteindelijk in het eerste team van de zaterdag onder Henk Eewijk. “Ik was 23 toen het misging. Tijdens een sliding bleef mijn voet staan en draaide mijn knie een andere kant op. Ik hoorde van alles kraken.”
Het bleek ernstig: afgescheurde kruisbanden en meniscus. “De huisarts zei nog: begin niet te vroeg met voetballen. Maar een paar maanden later was er een jubileumwedstrijd. Mijn ouders kwamen kijken, en ik wilde erbij zijn. Dat ging drie kwartier goed, tot ik een sprint trok. Toen was het klaar.”

Twee operaties volgden. “Na de eerste vroeg ik de chirurg of ik ooit nog kon voetballen. Hij zei: ‘Dat komt wel goed joh.’ Na een halfjaar fysio durfde ik nog niet eens van een stoepje af te lopen. Hij zei later: ‘Ik ga je kniebanden inkorten.’ Zes maanden gips. We zijn nu zóveel verder qua techniek en revalidatie. Nu zou je natuurlijk nooit meer zes maanden met gips om je been zitten. Toen ik eenmaal weer mocht voetballen, ging ik weer door mijn knie.”

Op zijn 23e stopte John uiteindelijk met voetbal. “Dat was een moeilijke tijd. Ik heb wel eens een traantje gelaten, hoor. Voetbal was mijn leven, maar na mijn knieoperatie had ik voetbal afgezworen. Het lukte me niet om de langs de kant te staan en te gaan kijken hoe die anderen wél konden voetballen.”

De duivensport

Zijn passie vond hij even ergens anders. “Ik ben in de duivensport terechtgekomen. De duiven laat je los in Frankrijk en de eerste die thuis is, wint. Iedere deelnemer had allemaal met foefjes om de duiven sneller terug te laten keren. Ik heb wel eens gewonnen ook.”

Op een gegeven moment moest John er toch aan geloven en keerde hij terug bij Lisse. “Toen mijn kinderen gingen voetballen, stond ik weer langs het veld. Eerst als vlagger, later als leider. Mijn knie deed nog steeds pijn, hoor. Na een zaterdag vlaggen was die knie meteen dik. Maar ik vond het wel leuk om er weer bij te horen.”

Terug in de voetbalwereld

Via zijn kinderen rolde hij langzaam weer de club in. “Je weet hoe dat gaat: eerst een keertje helpen, dan wat meer, en voor je het weet zit je er weer middenin. Door mijn werk had ik niet altijd tijd, maar FC Lisse is altijd mijn club gebleven.”

Op zijn 58e besloot hij het trainersvak serieus op te pakken. “Ik dacht: ik ga de VC2-opleiding doen. Allemaal jonge gasten in de klas, en ik zat daar tussen. Daarna ben ik begonnen bij de jeugd. Ik had de ambitie om iets over te brengen. Niet alleen training geven, maar spelers echt beter maken.”

Na een paar jaar nam hij even pauze. “Ik dacht: ik doe het rustig aan. Totdat mijn kleindochter van twaalf voor de deur stond. Ze zei: ‘Opa, we hebben geen trainer meer. Kunt u het niet doen?’ Ja, dan kan je geen nee zeggen, hè?”

Meidenvoetbal als nieuw avontuur

John had een vooroordeel over meidenvoetbal. “Ik dacht: dat zal wel wat aanrommelen zijn. Maar ik stond echt te kijken van de kwaliteit. Ze kunnen hartstikke goed voetballen, technisch en slim. Dat verraste me. Ik ben iemand die wel prestatiegericht is, en ik zag dat er potentie in zat. Toen dacht ik: dit is leuk.”

Wat begon als een gunst aan zijn kleindochter, groeide uit tot een succesverhaal. “Mijn kleindochter is nu zestien. Die meiden zijn allemaal doorgegroeid naar de Onder 17. En dit jaar spelen ze divisieniveau, voor het eerst in de geschiedenis van FC Lisse dat een meidenteam op dat niveau speelt. Daar ben ik echt trots op.”

Er zijn maar dertig teams in Nederland die op het niveau uitkomen waar de MO17 van Lisse nu uitkomt. Dat houdt dus in dat er drie poules van tien teams zijn. “Dat betekent reizen, lange dagen, maar vooral veel leren. We spelen achttien wedstrijden op hoog niveau dit seizoen. Voor de meiden is dat een geweldig leerproces. Ze gaan tegen betere tegenstanders spelen, daar worden ze alleen maar sterker van.”

Toch brengt dat succes ook uitdagingen met zich mee. “Als je promoveert, trek je spelers van buitenaf aan. Dat kan wrijving geven. Sommige meiden zijn bang hun plekje kwijt te raken. Dan is het aan mij om er een eenheid van te maken.”

Hij is trots op wat ze hebben bereikt. “We hebben meiden die stage hebben gelopen bij Ajax en ADO. Ook zijn er twee die even bij Excelsior hebben gespeeld. Die zijn nu weer teruggekomen omdat ze het hier meer naar hun zin hebben. In de breedte zijn we sterker geworden. En als trainer kun je dan echt wat met ze.”

Toch blijft hij realistisch. “Op deze leeftijd krijgen meiden -en jongens trouwens ook- andere interesses. Dat is normaal. Daarom is het belangrijk om ze bij de club te houden. Plezier is het allerbelangrijkste. Als ze plezier hebben, blijven ze hier voetballen.”

John hoopt dat zijn team een voorbeeld is voor anderen. “Ik wil dat jonge meiden zien dat ze bij FC Lisse kunnen groeien. Dat ze denken: hé, daar wil ik ook bij horen. Als we dat kunnen bereiken, zou dat fantastisch zijn.”

De competitie is zwaar, maar dat deert hem niet. “We gaan er open in. We willen leren, beter worden, plezier hebben. En als we aan het eind van het seizoen kunnen zeggen: we hebben iets geleerd, dan is het goed.”

Klik op FC Lisse voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Lisse voor meer informatie over de club.

Clubman Jan Besters neemt na vijftig jaar afscheid bij RKSV Halsteren

HALSTEREN – Op zijn viertiende stond hij al bij RKSV Halsteren op het trainingsveld als jeugdtrainer bij de mini’s. Daarna plakte Jan Besters nog flink wat jaren achteraan. Maar liefst vijftig om precies te zijn. Nu vindt de bevlogen clubman het welletjes en stopt ermee. ‘Niet als materiaalverantwoordelijke, dat blijf ik doen samen met Anton Verweij. Maar verder word ik vooral supporter.’

Besters (63) heeft al een heel verleden achter de rug op Sportpark De Beek en de club zit in zijn hart. Maar na achtentwintig jaar trainerschap en daarna nog eens tweeëntwintig jaar als coördinator bovenbouw vind hij het tijd om het stokje door te geven aan de volgende generatie. “Het is echt mijn club waar mijn vader jarenlang ook jeugdvoorzitter was. Ik heb er tal van trainersrollen vervuld en heel veel jongens onder mijn hoede gehad. De voldoening heb ik altijd gehaald uit het werken met een grote groep leuke mensen. Bekwame mensen ook. Het is al die jaren een ‘way of life’ geworden en dat wordt wennen.”

Vrijwel dagelijks is hij op de club te vinden en dat zal nu wel iets minder worden. Al heeft hij met het zorgen voor al het trainingsmateriaal en de trainingsschema’s voor alle teams nog een flinke kluif aan regelwerk over.

“Dat blijft leuk en werkt prima samen met Anton. We zorgen dat alle teams hun trainingstijden hebben, de materialen in orde zijn ook en alles klaarligt als de trainers het veld op willen stappen. Op die manier blijf ik verbonden aan de club en verder ga ik lekker wedstrijden kijken. Het regelwerk, de besprekingen en vergaderingen hoeft voor mij niet meer. En ook het feit dat onder meer Rini Gabriëls is weggevallen speelde wel mee. Ik heb met Rini ruim zevenentwintig jaar samengewerkt, net als met Wim Landa. Twee van ons drie waren altijd op het veld. Wim stopte ermee en Rini overleed een paar jaar geleden. Ik bleef alleen over en dat voelde sindsdien nooit meer hetzelfde. Nu is het voor mij een prima moment om het stokje door te geven en kan ik terugkijken op heel wat prachtige jaren met geweldige herinneringen.”

Hij noemt zichzelf ook een échte jeugdman, waar hij ook een duidelijk mening over heeft. “Spelers hebben er nu minder voor over dan vroeger. Ze hebben ook veel meer afleidingen of dingen te doen dan alleen voetballen zoals vroeger. Toch zou ik het prachtig vinden als er hier bij Halsteren ooit weer wat meer jongens uit eigen gelederen zouden doorbreken in het eerste elftal. Dat was de laatste jaren mondjesmaat en dat is toch zonde. Vroeger was de club bij de jeugd een garantie voor spelen op hoog jeugdniveau, de laatste jaren is dat minder geworden. Het is de realiteit maar hopelijk zetten we in de toekomst weer de lijn omhoog in. Dat zou geweldig zijn.”

Met goed gevoel kijkt hij ook terug op Besters Voetbalspektakel, het jeugdtoernooi voor betaald voetbalclubs dat maar liefst veertien jaar werd georganiseerd. “Dat was echt een begrip hier. En het is toch mooi dat er clubs als Ajax, PSV, Feyenoord, RBC, Beveren, TOP/Oss , Sparta, NEC en Roda JC hier op De Beek hebben gespeeld. DE clubs kwamen graag en ook het publiek genoot. Het doel was om het tien jaar te organiseren, het werden uiteindelijk veertien edities. Prachtige tijd.”

Besters kijkt met plezier terug op een mooie periode. “Als iedereen het als vrijwilliger vijftig jaar zou volhouden…. De kar bij Halsteren zal altijd blijven doorrijden. De mijne stopt, althans  op technisch vlak dan. Verder zal ik nog vaak genoeg op de club te vinden zijn, want Halsteren is en blijft voor altijd mijn club.”

Klik op Halsteren voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Halsteren voor meer informatie over de club.

Auke Hoekstra brengt nieuw elan in de kantine van Valken’68

0

Auke Hoekstra (40) is de drijvende kracht achter de kantinecommissie van Valken ’68. De kantinecommissie is een groep van acht vrijwilligers die ervoor zorgt dat de bar draait, de koelkasten gevuld zijn en de sfeer goed is. “Ik heb zelf nooit in een selectieteam gezeten,” vertelt Auke. “Ik speelde altijd in een vriendenteam. Wij moesten het meer van inzet dan van talent hebben. Twee keer per week serieus trainen? Dat was niks voor mij. Maar ik ben wel altijd betrokken gebleven bij de club.”

Die betrokkenheid begon klein, met een bardienst op zaterdagochtend. “Ik stond eens in de maand achter de bar. Gewoon leuk, vrijwillig. Daar is mijn lijntje met de kantine begonnen. Later kreeg ik bonuskinderen die bij Valken gingen voetballen. Dan ben je automatisch weer vaker op de club. Op zaterdag sta ik langs de lijn, ik heb training gegeven aan de jongste en gevlagd bij de oudste. Voor je het weet zit je er weer middenin.”

Toen de voormalige kantinebeheerster aankondigde te stoppen, werd Auke benaderd door de voorzitter. “In mijn eentje de kantine overnemen, zag ik niet zitten. Dat is gewoon te veel werk. Maar met een commissie leek het me wel wat. Vrijwilligers vinden is niet altijd makkelijk, maar gelukkig zijn er altijd mensen die hun schouders eronder willen zetten.”

Sinds september leidt Auke de kersverse kantinecommissie én zit hij in het bestuur van Valken ’68. “We regelen het openen en sluiten van de kantine, de inkoop, de bezetting, eigenlijk alles wat erbij komt kijken. We wilden een frisse wind laten waaien.”

Een van de eerste uitdagingen was het vinden van meer vrijwilligers. “Om dit voor elkaar te krijgen hebben we een inloopavond georganiseerd. Op deze avond wilden we mensen kennis laten maken met het reilen en zeilen in de kantine. Zo konden ze bier leren tappen, bitterballen bakken maar ook ons nieuwe wijnassortiment proeven. De animo was laag, maar we hebben het niet opgegeven. Via een QR-code op sociale media konden mensen zich aanmelden. Zo hebben we acht nieuwe vrijwilligers geworven.”

“Dat klinkt misschien als niet veel, maar voor een club als Valken is dat fantastisch. Deze mensen maken het verschil. Nu is het onze taak om de planning goed te verdelen en iedereen tevreden te houden. We willen dat vrijwilligers plezier hebben, niet dat het voelt als verplichting.”

Professionaliseren, maar het clubgevoel houden

De commissie werkt planmatig. “Eerst wilden we mensen. Dat is gelukt. Nu kijken we wat we kunnen verbeteren,” legt Auke uit. “We willen de kantine professioneler laten ogen, het assortiment uitbreiden, misschien wat meer uitstraling geven. Maar altijd met het warme clubgevoel dat Valken kenmerkt.”

Er zijn kleine, maar zichtbare veranderingen. “We hebben shirts laten maken voor iedereen die achter de bar staat, zodat het er wat georganiseerder uitziet. We willen dat bezoekers zien dat we het serieus aanpakken, zonder dat het te zakelijk wordt. Het moet wel een plek blijven waar mensen zich thuis voelen.”

Dat Auke zoveel tijd in de club steekt, heeft hij niet van een vreemde. “Mijn vader was penningmeester bij Valken. Ik heb, met mijn achtergrond als boekhouder, ook weleens gedacht om dat te gaan doen, maar ik weet hoe druk mijn vader daarmee was. Toch vind ik het wel belangrijk om in ieder geval iets terug te doen voor de club.”

Zijn boodschap is simpel. “Vrijwilligers zijn zó belangrijk. Een club kan niet zonder. Als je wat bijdraagt, krijg je er nog meer voor terug. Dat gevoel van samen, dat maakt een vereniging als Valken zo mooi.”

Klik op VV Valken’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Valken’68 voor meer informatie over de club.

‘We hopen nu toch sneller ons richting middenmoot te voetballen’

THOLEN-STAD –Door op de laatste speeldag van de competitie met 1-2 van kampioen DVV’09 te winnen redde Tholense Boys het vege lijf. Lucas Marevee en zijn ploegmaats ontliepen de nacompetitie en zijn daardoor ook nu nog derdeklasser. Daar hoopt de aanvaller dit seizoen eerder in veiligheid te zijn.

“Dat is wel de bedoeling inderdaad. We mikken op de middenmoot maar handhaven is eigenlijk onze voornaamste doelstelling en het niet weer zo spannend te maken dan afgelopen competitie. Dat wordt een pittig karwei want er zijn wel een aantal erg sterke tegenstanders bijgekomen. Makkelijk zal het niet worden dus maar dat maakt de uitdaging dan ook wel weer mooi.”

Tholense Boys kent tot nu een wisselvallige start van het seizoen. “We begonnen met een reeks gelijke spelen, al schiet je daar op de ranglijst vaak weinig op. Een paar keer kregen we op het eind van de wedstrijd een grote kans op de winst maar die gingen er niet in. Tegen Steenbergen viel die goal wel en dat is toch erg prettig. Bruse Boys is echter een ploeg die heel veel kwaliteit heeft en dan verlies je kansloos en terecht. We moeten vooral gewoon zorgen dat we onze punten blijven pakken en dan zie ik die plek in de middenmoot zeker niet als onhaalbaar.”

De sfeer is goed en ook wordt er volgens de spits prima getraind. “Ook tijdens wedstrijden maken we, zeker ten opzichte van vorig seizoen, duidelijk stappen. We hebben dezelfde spelersgroep al heb ik het gevoel dat er meer teamspirit in het elftal zet. Waar vorig seizoen de kopjes bij tegenslag makkelijk gingen hangen, daar tonen we nu veel meer strijdlust.”

Marevee trok vanuit Tholense Boys op zijn vijftiende naar Halsteren om er voor VVC’68 te gaan voetballen. Daar bleef hij drie jaar omdat vrienden van de middelbare school hadden gevraagd of hij bij hen kwam voetballen. “Dat was leuk maar ik ben twee jaar geleden toch teruggekeerd naar Tholense Boys. Daar begon ik in het tweede maar vorig seizoen heb ik al geregeld ook minuten bij het eerste gemaakt. Dit jaar krijg ik daarop nog meer kansen en ik wil vooral ervoor zorgen dat ik mijn speelminuten blijf maken.”

Kopsterk, redelijk balvast en aardig doelgericht in de zestien. “Met die elementen in mijn spel denk ik zeker waarde te kunnen hebben voor het elftal. Al is er natuurlijk wel de nodig concurrentie maar knokken voor mijn plek is iets waar ik vol voor ga dit seizoen. Ik heb ook wel het gevoel dat ik in de momenten dat ik in de basis start mezelf heb laten zien tot nu toe maar besef dat mijn spel op veel facetten nog veel beter moet en kan. Ik ben nu tweeëntwintig dus er is hopelijk nog voldoende jaren tijd om me te blijven ontwikkelen.”

Als stukadoor heeft hij een pittige baan, maar voetbal is dan een prima uitlaatklep om te kunnen ontspannen. “Trainen en wedstrijden spelen is dan heerlijk om je energie kwijt te kunnen. Al ben ik ook wel rustiger geworden in het veld. Ik merk overigens ook dat ik nu veel beter tegen kritiek kan op mijn spel en probeer er dan mijn voordeel mee te doen. Ervaren spelers proberen me te coachen en te helpen, dat is waardevol. Ik heb nu ook al een paar goals meegepikt en voel me sterker worden. Ik wil hier graag basisspeler worden, dus alle kansen die ik nu krijg grijp ik met beide handen aan.”

Klik op Tholense Boys voor meer artikelen over de club.
Klik op Tholense Boys voor meer informatie over de club.

Niels Brouwer is pas 12 jaar oud en nu al scheidsrechter

0

Op het hoofdveld van Rijnsburgse Boys loopt een jongen met een scheidsrechters fluitje om zijn nek. Hij heet Niels Brouwer, is twaalf jaar oud en fluit wedstrijden alsof hij het al jaren doet. “Op het veld ben ik gewoon de baas.”

Niels is officieel scheidsrechter sinds dit seizoen. Terwijl andere jongens van zijn leeftijd dromen van doelpunten maken op het WK voetbal, is het Niels die droomt van fluiten op het WK voetbal.

Het idee kwam niet uit het niets. “Mijn opa was scheidsrechter bij SV Hillegom,” vertelt Niels. “Hij vond dat altijd heel leuk. Toen ik dat hoorde, dacht ik: dat lijkt me ook wel wat.” Zijn vader, Dirk Pieter Brouwer, vult aan: “Hij heeft het helemaal zelf gevraagd. Wij hebben hem niet gestuurd of zo. Hij kwam naar ons toe en zei: ik wil scheidsrechter worden. Dat vond ik wel bijzonder.”

Niels fluit wedstrijden van de Onder 13 bij Rijnsburgse Boys. “Meestal ken ik de jongens wel. Dan is het makkelijk. En als ik ze niet ken, dan is het ook niet erg. Ik raak niet boos. Als iemand iets zegt, dan zeg ik gewoon wat terug. Je moet er rustig onder blijven.”

Zijn vader glimlacht. “Wat ik knap vind, is hoe resoluut hij is. Hij weet precies wat hij wil, en hij blijft rustig. Spelers luisteren naar hem. Mensen zijn vaak verbaasd als ze zien hoe zelfverzekerd hij daar staat.”

Scheidsrechter op het buurtveldje

Niels zijn eerste minuten als scheidsrechter leerde hij op het plaatselijke voetbalveldje dicht bij zijn huis. Met wat vrienden ging hij daarheen en in plaats van mee voetballen was Niels scheidsrechter. “Dat heb ik vier jaar gedaan. Daar is het eigenlijk moeilijker om scheidsrechter te zijn omdat jongens toch liever hun eigen plan trekken.”

Toen Rijnsburgse Boys dit jaar een scheidsrechtercursus aanbood, twijfelde Niels geen moment. “Dat waren drie avonden. We kregen uitleg, en daarna mocht ik oefenwedstrijden fluiten. Nu ben ik dit seizoen begonnen met het fluiten van wedstrijden in de Onder 13. Ik hoopte al dat ik de Onder 13 zou mogen fluiten want vanaf die lichting mag je kaarten uitdelen.

Zijn eerste officiële wedstrijd vergeet hij niet snel. “Het was 15-0. De keeper maakte hands bij een terugspeelbal. Toen moest ik even nadenken wat ik moest doen. Gelukkig was er een begeleider (Dick Blom) waar ik even naar toe kon lopen. Hij zei: laat het nu maar even doorgaan, het staat toch al 15-0. Dat is wel fijn, hoor, als je het even niet weet.”

Spannend vindt hij het soms nog wel. “Een keer floten we Rijnsburgse Boys tegen Katwijk. Toen zei een ouder van Rijnsburgse Boys iets tegen een speler. Ik heb het spel stilgelegd en ben naar die ouders gelopen. Dat was wel spannend, maar het moest gebeuren.”

Zijn vader kijkt trots. “Hij stapte gewoon op die ouders af en zei: dat kan niet. Dat is bewonderenswaardig voor iemand van twaalf. Ik zou dat niet durven op die leeftijd.”

Wat Niels het meest aanspreekt aan het scheidsrechter zijn, is de controle. “Het gevoel dat je boven iedereen staat, vind ik wel fijn.”

Ambitie

Niels zit in de eerste klas van de mavo op het KTS in Voorhout, maar weet nu al wat hij later wil. “Scheidsrechter,” zegt hij resoluut. “Wat ik mooi zou vinden is als ik dan werk heb, en dat even tien weken stil kan leggen om het WK te gaan fluiten. Dat lijkt me geweldig.”

Hij krijgt vaak complimenten. “Na een wedstrijd komen mensen naar me toe: ‘Goed gefloten!’ Dat vind ik leuk om te horen. Ik probeer zoveel mogelijk wedstrijden te fluiten dit seizoen. Zelf korfbal ik ook nog op zaterdag, maar als ik een late wedstrijd heb, kan ik daarvoor gewoon nog fluiten.”

Klik op Rijnsburgse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rijnsburgse Boys voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.