Home Blog Pagina 5

Voormalig Gastel-topscorer Ronald ziet dochter Kim schitteren in eerste klasse

Zo vader, zo dochter. Dat geldt zeker voor Ronald (56) en Kim Akkermans (26) en hun band met SC Gastel. Waar Ronald in de jaren ’80 en ’90 ruim driehonderd wedstrijden speelde bij het vlaggenschip en promoties vierde, maakt zijn dochter nu iets soortgelijks mee: voor het eerst spelen de vrouwen van Gastel in de eerste klasse.

Zes keer werd Ronald clubtopscorer, maar dat zijn niet de momenten die hem het meest bijbleven. ‘We hebben meerdere promoties meegemaakt. Toen ik begon, speelden we in de vierde klasse, maar eind jaren ’90 promoveerden we voor de tweede keer in de clubgeschiedenis naar de eerste klasse.’

Tegen die tijd was Ronald al een linie teruggehaald, naar het middenveld. ‘Ik werd een leidende speler, stuurde de troepen aan en zorgde voor de steekpassjes. Ik kwam nog geregeld rond de zestien om een doelpuntje mee te pikken, maar had het vooral van mijn werklust. Na vijftien jaar in het eerste deed ik een stapje terug. In datzelfde jaar werd Kim geboren. Tegenwoordig speel ik in het zevende van Gastel,’ vertelt hij. ‘Dat is een ontzettend hecht team, een groep die altijd voor elkaar klaarstaat – op én buiten het veld. Dat is meer dan alleen voetbal.’

Toen Kim tien werd volgde ze in haar vaders voetsporen en ging bij SC Gastel voetballen. ‘Er waren toen nog maar vier meiden die voetbalden’, herinnert Ronald zich. Kim: ‘Ik begon tussen de jongens in de e’tjes. Dat deed ik met veel plezier, maar we wilden graag een eigen meidenteam. Dus hebben wij met z’n vieren posters opgehangen in het dorp om nieuwe speelsters te werven. Uiteindelijk lukte het om in de d’tjes een meidenteam op te richten.’

Het meidenvoetbal groeide daarna gestaag. Inmiddels telt SC Gastel drie damesteams, een dertigplusteam en een MO17. ‘Dames raakten geïnteresseerd in voetballen bij Gastel en we kregen een bepaalde aantrekkingskracht in de regio’, vertelt Kim. Haar vader vult aan: ‘De meiden zijn op een redelijk niveau gaan spelen. In de regio is het eerste een van de betere teams.’

Afgelopen seizoen promoveerde het team van Kim via een bijzondere route naar de eerste klasse. ‘We eindigden in de middenmoot, maar pakten een periodetitel en mochten daardoor nacompetitie spelen’, vertelt Kim. In het beslissende duel verloor Gastel, maar kreeg onverwacht een tweede kans. ‘Een van de gepromoveerde teams wilde niet promoveren, dus mochten we nóg een wedstrijd spelen. Die wonnen we gelukkig wel.’

En dus speelt Gastel komend seizoen voor het eerst op eerste klasse-niveau. De ploeg onderging daarbij enkele veranderingen. Er kwam een nieuwe trainer en een assistent: Peter Baan en Marcel van Hees, afkomstig van FC Tilburg en daarvoor erg lang actief bij DSE uit Etten-Leur. Vertrouwd gezicht Curtis van Leeuwaarde is het derde staflid. ‘Peter wilde eigenlijk stoppen na FC Tilburg, maar een charmeoffensief van ons team heeft hem toch overgehaald’, zegt Kim. ‘Tot nu toe heeft hij een heel positieve indruk achtergelaten. Daarnaast hebben we drie nieuwe speelsters erbij. Ik denk dat we met deze versterkingen een beter team zijn geworden. Onze doelstelling? Handhaven!’

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

Wandelvoetbal DVO’60 verbindt sport voor zestigplussers met zorg voor dementerenden

0

Op woensdag 8 oktober stond bij DVO’60 de negende editie van het jaarlijkse wandelvoetbaltoernooi op het programma. Het evenement is in de regio inmiddels een begrip en trekt twintig teams uit Nederland en België, inclusief de ‘All Stars’ van Feyenoord, FC Utrecht, Willem II en Zulte Waregem. De dag begon om 11.00 uur, duurde tot 17.00 uur en werd afgesloten met een barbecue en muziek.

De man die aan de basis stond van het wandelvoetbal bij DVO’60 is Piet van Osta (73). Hij is inmiddels meer dan een halve eeuw verbonden aan de club. ‘Ik ben in 1972 lid geworden en heb jaren in het eerste elftal gespeeld’, vertelt Van Osta. ‘In 1975 heb ik de jeugdafdeling opgericht, omdat ik vond dat de club dat nodig had. Ik heb in het jeugdbestuur en hoofdbestuur gezeten en nu zit ik in het bestuur voor wandelvoetbal en het onderhoud van de velden. Mijn dochter en vrouw draaien bardiensten, mijn kleinzoons voetbalt hier – je zou kunnen zeggen dat wij een echte DVO-familie zijn. Volgend jaar ben ik 54 jaar lid. Dan ga je hier nooit meer weg.’

Negen jaar geleden kwam Van Osta in contact met Reinald Boeren van Sportservice Noord-Brabant en tegenwoordig trainer bij Halsteren 1. ‘Ik was net gepensioneerd en vond het een leuk idee om op woensdagmorgen iets op te zetten. In Brabant was toen nog helemaal niets op het gebied van wandelvoetbal. Reinald en ik hebben de nek uitgestoken en zijn gewoon begonnen.’

Dat bleek een schot in de roos. ‘We zijn met één persoon begonnen en hebben nu 42 leden, inclusief begeleiding. Er sluiten nog steeds nieuwe mensen aan, vaak via mond-tot-mondreclame. We hebben ook een overeenkomst met de Katholieke Bond van Ouderen. In hun blad staat regelmatig een oproep om te komen kijken of mee te doen. Het mooie is dat er ook mensen meedoen die nooit eerder gevoetbald hebben. Ze doen mee voor de beweging, maar vooral ook voor het sociale aspect. Mensen van zestigplus moeten niet achter de geraniums gaan zitten. Dit is een mooie manier om bezig te blijven.’

Het sociale aspect gaat verder dan alleen de deelnemers. ‘Iedere woensdagochtend komen er ook mensen met dementie van Heerma State en De Wiek kijken. Voor hen is het een uitje: een bakje koffie, een praatje, even erbij horen. Bij ons toernooi zetten we muziek en spelletjes neer, speciaal voor deze groep. Voor die mensen is dat goud waard en wij vinden dat mooi om te organiseren. DVO betekent “Door Vrienden Opgericht” en dat sociale zit echt in ons DNA.’

De trainingen zijn meer dan een gezellig uurtje bewegen. ‘Reinald verzorgt de warming-up, we hebben een fysio rondlopen, en daarna spelen we partijtjes. Het moeilijkste is dat je alleen mag wandelen en de bal niet hoog mag schieten. Het veld is kleiner en er wordt zes tegen zes gespeeld. Op een leuke manier zijn de deelnemers fanatiek – soms zelfs té fanatiek’, lacht Van Osta.

Met het toernooi in aantocht leeft het enthousiasme weer op. ‘Het is elk jaar een feestdag voor onze vereniging’, zegt Van Osta. ‘De kantine zit vol en er komen mensen van heinde en verre. We krijgen zelfs uitnodigingen van andere verenigingen om uit te leggen hoe wij dit organiseren. Daar zijn we best trots op.’

Klik op DVO’60 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DVO’60 voor meer informatie over de club.

Diëgo Rokx wil van voetbal zijn werk maken

0

Ooit begonnen als veldspeler, maar al snel tussen de palen beland, besloot Diëgo Rokx op jonge leeftijd om zijn keepershandschoenen op te bergen en zich bij Rood Wit te gaan richten op het trainersvak. En inmiddels trainer van de JO14, heeft hij daar nog geen seconde spijt van gehad. “Ik wilde kijken hoe het zou bevallen.

Het antwoord daarop, bleek simpel. “Het beviel zo goed, dat ik het nog steeds doe.” Als jeugdtrainer begonnen op zijn vijftiende, is dat gezien zijn vader, ook niet zo gek. “Die is onder meer trainer geweest bij Internos en Rood Wit, dus ik weet van kinds af aan eigenlijk niet beter.” Zelf voetballen, hield de nu 27-jarige Rokx minder lang vol. “Ik ben hier op mijn vijfde of zesde gaan voetballen, als veldspeler. Daarna ben ik vrij snel gaan keepen.”

Geen stem meer

Nadat hij beide passies een tijdje gecombineerd had, besloot de inwoner van Zegge op zijn 21ste definitief zijn voetbalschoenen aan de wilgen te hangen. “Mede doordat ik last kreeg van mijn knieën en enkels, ben ik me toen volledig gaan focussen op het trainersvak.” Gekeept in vriendenteams en een jaartje bij DSE, heeft hij daar nog altijd geen spijt van. “Inmiddels heb ik alle teams, vanaf de JO8 tot en met de JO15, gehad.” Bewust zette Rokx dit seizoen, een stapje terug in leeftijd. “Ik heb mijn VC1 gehaald en de JO14 speelt op een hoger niveau.”

Aan fanatisme, bij de twintiger dan ook geen gebrek. “Ik ben een veeleisende trainer, maar wel iemand die fair is en altijd voor mijn spelers klaarstaat.” Want, zo weet hij. “Het persoonlijke gedeelte, is heel erg belangrijk. Kinderen moeten zich fijn én gehoord voelen. Alleen dan kun je ze echt iets bijbrengen en helpen met hun ontwikkeling.” Mede door het gebruik van ‘Feeton’. “Dat is een programma, vol met oefeningen. Verschillende profclubs, werken daar ook mee.”

Op die manier probeert Rokx zoveel mogelijk wedstrijdecht te trainen, iets dat hij leerde tijdens de VC1-cursus. “Die heb ik afgelopen seizoen gehaald, onder leiding van Maikel Nijst. Trainer van JEKA.” Hoe kijkt hij daarop terug? “We hadden een fijne groep cursisten, daardoor leer je veel van elkaar.” Onder meer om rustig te blijven langs de lijn en het overzicht te bewaren. “Ik had altijd geen stem meer over na een wedstrijd, omdat ik alles voor wilde zeggen. Terwijl je spelers juist zelf het denkwerk moet laten doen.” En dus is Rokx een stuk rustiger geworden, lacht hij. “Nu kan ik op zondag en maandag gewoon nog praten.”

Ambitie

Toch werd zijn vuurtje, door de cursus alleen nog maar verder aangewakkerd. “Ik wilde mezelf meteen inschrijven voor de VC2, maar die zat binnen tien minuten vol.” Zichzelf verder ontwikkelen, blijft Rokx desondanks doen. “Tijdens wedstrijden en trainingen probeer ik nu heel veel vragen te stellen en niet te veel dingen voor te zeggen. Zodat ze zelf na moeten denken. En daarnaast, coach ik spelers meer individueel. Bijvoorbeeld door iemand even apart te nemen.”

Want dat Rokx barst van de ambities, mag duidelijk zijn. “Ik heb laatst gesolliciteerd bij de PSV Soccer Academy, maar daar ben ik niet aangenomen.” Bij de pakken neerzitten, doet hij echter niet. “Ik heb de ambitie om van voetbal mijn werk te maken.” Of dat is bij de jeugd of de senioren, weet het voetbaldier nog niet. “Eerst wil ik veel ervaring opdoen bij Rood Wit, vlieguren maken en mezelf inschrijven voor de VC2.” Om daarna door te pakken. “Ik wil zo snel mogelijk de juiste papieren halen, om op dat niveau aan de slag te kunnen gaan.”

Want Rokx, denkt groot. “Tot mijn vijftiende was ik echt fanatiek Ajacied, dus mijn droom is wel om ooit bij Ajax te werken.” Al zijn er ook in de regio genoeg clubs, waar hij geen ‘nee’ tegen zou zeggen. “Willem II of NAC, zou ik ook heel mooi vinden. Zolang ik mezelf maar verder kan ontwikkelen.” Bijvoorbeeld door veel naar wedstrijden of trainingen op YouTube te kijken. “Onder meer van Erik ten Hag, Peter Bosz of Ron Jans. Daar kan je vaak genoeg dingen uithalen.” Om vervolgens toe te passen, bij de club waar het ooit allemaal begon. Vol fijne mensen. “Ik ben in het dorp geboren, heb er tot anderhalf jaar geleden altijd gewoond en heb de hele jeugd doorlopen. Dan weet je waar Rood Wit voor staat en wat je aan iedereen hebt!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

‘Het is tijd voor verjonging en nieuwe ideeën’

0

Na meer dan twintig jaar in het bestuur, in allerlei verschillende functies, vond Meindert Bijleveld het afgelopen zomer tijd om het stokje over te geven. Maar helemaal zonder TPO en de voetbal, kan de inwoner van Zevenbergen natuurlijk niet. “Ik blijf betrokken en kom gewoon nog bij het eerste kijken!”

En dat terwijl de inmiddels 57-jarige Bijleveld, oorspronkelijk niet uit Moerdijk komt. “Ik heb zelf altijd in Pernis gewoond, tot ik in 1993 in Moerdijk kwam wonen. Daarom word ik hier altijd ‘een bovensloter’ genoemd.” Maar wel één die, voornamelijk als verdediger, het shirt van het vlaggenschip van de club droeg. “Tot 2001 heb ik hier gevoetbald, daarna moest ik stoppen vanwege een kruisbandblessure.”

Zo leuk mogelijk

Maar vanaf dat moment, begon het voor Bijleveld eigenlijk pas echt. “Vervolgens ging mijn oudste zoon voetballen en ben ik leider geworden. Een paar jaar later, kwam ik in het bestuur terecht. Vooral om de samenwerking met VOV in goede banen te leiden.” Niet veel later, kwam daar ook het penningmeesterschap bij. Een rol die hij samen met zijn vrouw oppakte. “Daar hoorde ook een stukje sponsoring bij. In die tijd, hebben we de jeugd volgens mij drie keer in het nieuw gestoken. Naast natuurlijk het eerste.” Verder vervulde Bijleveld zes jaar lang de rol van leider van het vlaggenschip, gaf hij training aan de jeugd en organiseerde hij activiteiten. Een flink rijtje dus. “Maar ik heb het vooral altijd heel leuk gevonden!” Zelfs nu de vrijwilliger sinds twee jaar in Zevenbergen woont. “Ik blijf komen. TPO is gewoon een mooi dorpsclubje. Het is hier altijd druk. Daaraan zie je de impact die het heeft.” En daar ga je dan vanzelf in mee, lacht Bijleveld. “Je probeert alles met z’n allen zo goed mogelijk te organiseren. Op een gegeven moment zijn we eens de ‘Pupil van de Week’ of een DJ bij het eerste gaan proberen. Alles om het maar zo leuk mogelijk te maken.” Toch nam Bijleveld na al die jaren, afgelopen zomer een klein beetje afstand. “Het is tijd voor nieuwe en jonge mensen. Verjonging binnen de club, is alleen maar goed. Gewoon wat frisse ideeën.” Helemaal stoppen, doet de voormalig voetballer overigens niet. “Ik blijf gewoon betrokken en kijk of ik af en toe wat leuke dingen op kan pakken. Zoals het Jan van Gils toernooi. Maar dat zijn dan maar korte momentjes, terwijl je als bestuurslid veel vaker bezig moet zijn. Dat valt nu even weg. Dat is wel lekker.”

Stukje waardering

Want na ruim twintig jaar als bestuurslid, is het voor Bijleveld wel even goed zo. “Dat is een heel mooie periode geweest! Ik kijk er echt met veel plezier op terug.” Al gaat de oud-jeugdleider niet alles missen, is hij eerlijk. “De mensen die kritiek hebben, maar zelf weinig doen, vond ik soms wel eens lastig.” Bijleveld doet dan ook met liefde een oproep. “We hebben het over het algemeen goed voor elkaar, qua vrijwilligers, maar er kunnen er nog wel wat meer van de jonge garde opstaan.” Wat dat betreft is hijzelf, een goed voorbeeld. Bleek ook uit de koninklijke onderscheiding, die hij kreeg in 2021. Onder andere voor zijn activiteiten binnen de vereniging, zijn rol in het sinterklaascomité van Moerdijk én het meehelpen bij de ontwikkeling van de Moerdijkregeling. “In eerste instantie hoefde dat niet zo voor mij, vond ik het allemaal wat veel poespas. Maar uiteindelijk is zo’n onderscheiding toch wel heel leuk en echt een stukje waardering.” Waardering, die Bijleveld bij TPO sowieso altijd wel heeft gevoeld, vertelt hij. “De gezelligheid met elkaar en de impact die de vereniging heeft op het dorp. Er is hier geen café, daarom is het des te belangrijker dat de voetbal blijft bestaan.” Al zal er dan wel wat meer aanwas moeten komen. “Er moet jeugd bij, maar dan moeten er ook wel huizen worden gebouwd.” Want, zo dagdroomt Bijleveld verder. “Ik hoop vooral dat de gezelligheid blijft, dat zou al geweldig zijn! En dat we het eerste elftal in stand weten te houden.” Zodat hij in ieder geval op zondag, nog regelmatig kan komen kijken. “Dat is wel de bedoeling. Gezellig een biertje drinken. Dat zal niet veranderen.” Tijd, heeft hij nu in ieder geval genoeg. “Even niet meer die verplichting, dat is wel prettig!”

Klik op TPO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TPO voor meer informatie over de club.

Jochems is ambitieus: ‘Op school wist ik het al beter’

Als docent op de opleiding Curio Sport en Bewegen in Breda én trainer van de O23 van Unitas’30, is Rik Jochems hele dagen met sport bezig. En nadat hij zelf op jonge leeftijd noodgedwongen moest stoppen met voetballen, is dat helemaal zijn nieuwe passie geworden. “In het begin vond ik dat wel heel lastig.”

Want heel lang kon Jochems (30), als voetballer van Chaam, niet van het spelletje genieten, vertelt hij. “Mijn knieschijven schoten regelmatig uit de kom, dus op mijn achttiende moest ik daarvoor geopereerd worden. Toen werd me eigenlijk afgeraden om nog fanatiek te voetballen.” Inmiddels al twee seizoenen bezig als jeugdtrainer, zag de middenvelder zijn voetbaldroom in duigen vallen. “In het begin vond ik dat heel lastig, maar door het training geven, mis ik het zelf voetballen nu niet meer.”

Onder de indruk

Jochems werd na jaren als jeugdtrainer bij Chaam vervolgens assistent-trainer bij het eerste, alvorens hij als hoofdtrainer voor de groep kwam te staan bij de vierdeklasser. “Dat heb ik drie jaar gedaan, toen wilde ik graag verder kijken.” De oefenmeester haalde, nadat hij op het CIOS zijn UEFA C had gehaald, ook zijn VC3 en kwam daarbij in aanraking met zijn huidige club: Unitas’30. “Jordy Bollaart zat ook op de cursus, die was destijds trainer van de O23 hier.” Al snel, raakte Jochems tijdens trainingsavonden onder de indruk. “Dat was echt wel een beetje mijn type groep. Veel enthousiasme en een hoog niveau.” En dus gooide hij, nadat Bollaart zelf bij de O23 van Unitas’30 vertrok, een balletje op. “Laar maar weten dat ik wat zoek, zei ik tegen hem.”

En met succes, dus. “Tot nu toe bevalt het heel goed! Het is een fijne vereniging en al die jongens willen graag naar het eerste. Al zijn er weinig spelers meer over, van de groep die ik twee jaar geleden zag.” Desondanks, legt Jochems de lat hoog. “Afgelopen seizoen zijn ze gedegradeerd en er staat nu een heel nieuw elftal, maar toch willen we met de O23 echt presteren. Ik zou graag willen promoveren naar de tweede divisie.” A

l is het maar, om de aansluiting met het eerste te behouden. “Dat is nodig voor de ontwikkeling van die spelers, als ze straks echt die stap willen maken. Nu vind ik het niveauverschil tussen de Derde Divisie voor O23-teams en de Vierde Divisie voor senioren nog te groot.” De samenwerking met het vlaggenschip, verloopt voorlopig in ieder geval voorspoedig, legt Jochems uit. “In de voorbereiding hebben we samen met één getraind, nu trainen we apart. Maar voor de training zitten we altijd samen en we hebben regelmatig contact over jongens die het verdienen om mee te trainen.”

Doorgroeien

Een werkwijze waar Jochems zich meer dan prettig bij voelt. “Je hebt bij ons echt te maken met spelers die leven voor het voetbal en over een hoop technische vaardigheden beschikken. Daardoor kunnen ze snel stappen maken. Die bedrevenheid en dat stukje strijd op een training, is heel fijn werken.” Daarbij speelt teambelang, een belangrijke rol, vindt Jochems. “Dat moeten ze nu al leren en op kunnen brengen. Je probeert iedereen betrokken te houden, onder meer door met jongens in gesprek te gaan en ze allemaal een eerlijke kans te geven.”

En bijvoorbeeld door vragen te stellen, in plaats van alles voor te zeggen. “Dan gaan ze dingen sneller herkennen en gaan ze er ook echt mee aan de slag.” Aan zijn enthousiasme, ligt het in ieder geval niet. “Ik vind het altijd belangrijk om spelers zo goed mogelijk voor te bereiden op een tegenstander. Vaak doe ik dat met beelden en een presentatie. Als zij dit doen, doen wij dit.”

Iets wat hij voor een groot gedeelte leerde, in zijn tijd bij NAC Breda. Waar hij twee jaar lang assistent-trainer bij de O16 en O17 was. Daar heb ik vooral geleerd hoe belangrijk het is om vast te houden aan een bepaald plan. Het hameren op vastigheden en het overbrengen van tactische discipline.” Waar komt zijn passie voor het trainersvak vandaan? “Vroeger ging ik altijd samen met mijn vader naar NAC en bij de voetbal, was hij mijn leider. Maakten we samen de opstelling.”

Tot zijn vader overleed, toen Jochems twaalf jaar oud was. De gezamenlijke liefde voor het spelletje, heeft hem echter nooit losgelaten. “Op de basisschool wist ik het altijd al beter. Zeiden ze dat ik leraar of minister-president moest worden. Gym vond ik het leukste, dus die koppeling was snel gemaakt.” Ook nu, vele jaren later. “In de toekomst wil ik graag doorgroeien als trainer, mijn VC4 halen en dan verder kijken. De eerste klasse of Vierde Divisie, zou een mooi niveau zijn.” Maar wel stap voor stap, is Jochems realistisch. “Werken in de jeugdopleiding van een BVO is eigenlijk niet te combineren met mijn werk. En mijn vriendin en ik, hebben net een kleine gekregen. Trainer worden van een eerste elftal in de tweede of derde klasse, zou een mooie vervolgstap zijn!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.

‘Dan was ik er waarschijnlijk niet meer geweest’

0

Na een heel jaar revalideren, staat Ramon Frijters sinds het bezig van deze zomer weer op het voetbalveld. Niet nadat de aanvaller van Klundert zwaar geblesseerd raakte tijdens een wedstrijd of training, maar omdat hij betrokken raakte bij een eenzijdig auto-ongeluk en dagen later wakker werd. “Ik vroeg meteen of ik nog wel kon voetballen.”

Maar het antwoord op die vraag, moesten ze hem schuldig blijven, herinnert Frijters (25) zich. “Dat durfden ze niet te zeggen…” Heel gek, was dat gezien zijn lichamelijke toestand ook niet. “Mijn rechtervoet was verbrijzeld, mijn heup was gebroken en ik had een gebroken kaak.” Hoe dat kwam? De voetballer wist het op dat moment zelf ook niet. “We hadden na een oefenwedstrijd een feestje en vijf dagen later werd ik wakker.” In een ziekenhuis. “Ik weet zelf niks meer van het ongeluk. En misschien is dat maar beter ook.”

Geluk gehad

Toch heeft Frijters zich door de verhalen, inmiddels een aardig beeld kunnen vormen, van wat er vorig jaar augustus is gebeurd, vertelt hij. “Het was een heel heftig ongeluk. Eenzijdig. We zijn vol tegen een boom aan geknald en vervolgens ben ik uit de auto gevlogen.” Met alle gevolgen van dien. “Ik heb geluk gehad dat ik mijn gordel niet om had, anders was ik er waarschijnlijk niet meer geweest.” Dat besef, kwam bij Frijters overigens pas later. “Toen ik wakker werd, had ik helemaal niet in de gaten hoe erg het was. Veel teamgenoten waren heel emotioneel, ik had dat zelf minder. Het valt toch wel mee? Zei ik. Pas maanden later, in februari of maart, besefte ik dat ik echt heel veel geluk had gehad.” Na drie dagen op de IC en een hoop operaties, werd Frijters verplaatst naar de trauma-afdeling. Eenmaal wakker, kon hij maar aan één ding denken: “Kan ik nog voetballen? Dat was het eerste wat ik vroeg.” Veel zekerheid, konden ze hem op dat gebied niet geven. “Volgens de fysio was het afhankelijk van hoe graag ik het zelf zou willen. En hoe mijn lichaam zou reageren.” Zijn lichaam reageerde goed, en ook met zijn mindset, was allesbehalve iets mis. “Door mijn werk als personal trainer, heb ik veel discipline. Dat heeft me enorm geholpen. Daarnaast dacht ik altijd dat ik heel fit was, dus dit was een soort test.” Hoe lastig dat soms ook was. “Ik haat het als ik geen zekerheid heb.” Want, zo vertelt Frijters. “De revalidatie was leuk, maar ook zwaar en onzeker. Ik vroeg mezelf regelmatig af of het nog wel goed ging komen.” Zeker zijn voet, zorgde voor de nodige strubbelingen. “Door het littekenweefsel, was het lastig om mijn voet goed af te wikkelen. Daardoor moest ik in het begin vooral de kracht in mijn enkelgewricht opbouwen.”

Oude ik

De beloning voor al dat harde werk, kwam in mei. Toen hij voor het eerst weer twintig minuten buiten mocht trainen. “Het was heerlijk om weer op het veld te staan!” Inmiddels de eerste wedstrijden achter de rug, geniet Frijters vooral van het feit dat hij weer kan voetballen. “Zelfs van de minder leuke dingen. Ik doe met alle liefde nog even een extra rondje.” Toch is het zo nu en dan mentaal, nog wel eens een uitdaging. “Het is heel lastig om te weten, dat je veel beter kan. Daar heb ik het soms wel moeilijk mee. Je moet geduld hebben, maar ik ben van mezelf nogal ongeduldig.” Voorlopig, maakt Frijters dan ook voornamelijk zijn minuten bij het tweede. “Ik heb al een aantal assists gegeven en een goal gemaakt!” En ook fysiek gezien, gaat dat goed. “Op wat stijfheid na, heb ik verder geen last.” Behalve soms bij het spelen van een duel. “Af en toe heb ik dan nog wat angst. Mijn teamgenoten zijn daar natuurlijk ook heel erg mee bezig. Dat heeft gewoon tijd nodig.” Tijd, die de inwoner van Klundert zichzelf probeert te geven. “Ik heb altijd vertrouwen gehad in mezelf en mijn lichaam, dat het goed zou komen.” Maar niet zonder de support van de mensen om hem heen. “Ik heb vooral veel steun gehad aan mijn vriendin én mijn werk. Het feit dat ik als personal trainer mensen kon helpen, gaf een goed gevoel.” Een gevoel dat Frijters straks zelf, ook weer hoopt te hebben op het veld. “Net voor of na de winterstop, wil ik weer de ‘oude ik’ zijn. Daarom is het voor mezelf, nu vooral belangrijk om nog fitter te worden.” Hoe onzeker en vervelend, dat ook is in de eindfase van zijn revalidatie. “Mijn lichaam zit na al die operaties vol met ijzer. Daardoor is het de vraag hoe het reageert. Dat merk ik al na een lange dag werken…”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

Jason (6) is helemaal weg van TIC: ‘Over twee daagjes mag ik weer’

0

‘Wanneer gaan we weer naar TIC?’. Die vraag krijgen de ouders van Jason Boender bijna dagelijks om hun oren. De jongen uit Steenbergen wil namelijk niets liever dan trainen bij zijn geliefde voetbalschool. Met zijn zes jaar is hij een van de jongste spelertjes, maar dat schrikt hem bepaald niet af: ‘Jason doet overal aan mee’, vertelt zijn moeder Sharissa.

Vorig seizoen sloot Jason aan bij V.V. Steenbergen. Hij was toen vijf jaar oud en werd ingedeeld in de JO6. Na drie trainingen hadden de trainers al wel door dat ze met een speciaal voetballertje te maken hadden, dus mocht hij direct door naar de JO7. Daar ontwikkelde Jason zich snel uit tot de spits van het achttal: ‘Ik wist direct dat ik spits wilde zijn, omdat ik fan ben van Cristiano Ronaldo. Maar niet van Real Madrid, dat is mijn vader. Ikzelf ben meer van Barcelona, omdat Lamine Yamal daar speelt.’

En geheel naar het voorbeeld van zijn twee favoriete spelers, scoorde Jason erop los. ‘Het waren er te veel om te tellen’, lacht hij. Hoewel zijn hart bij het aanvallende gedeelte van het spelletje ligt, is Jason ook niet vies van verdedigen. ‘Dat vind ik ook leuk.’

Op zoek naar wat uitdaging, stelde Jason’s vader voor om hem aan te melden bij TIC uit Roosendaal. De voetbalschool gevestigd in het Atik Stadion, waar RBC zijn thuiswedstrijden speelt, biedt ruimte aan spelertjes van alle niveaus om te werken aan hun techniek (T), inzicht (I) en coördinatie (C). Negen maanden geleden kwam Jason er voor het eerst over de vloer, nu is hij er bijna niet meer weg te slaan. Zo neemt hij deel aan de groepstrainingen: ‘We doen altijd eerst een warming up, daarna doen we in kleinere groepjes vier verschillende oefeningen en draaien we de hele tijd door. Het zijn grappige en leuke oefeningen waar je veel van leert’, vertelt Jason.

Maar één keer per week naar TIC was lang niet genoeg voor Jason. Al snel schreven zijn ouders hem ook in voor privé trainingen: ‘Ook dan doen we vier oefeningen, maar dan elke keer met dezelfde trainer. Het vaakst krijg ik die van trainer Yorbe, hij is mijn favoriet. Waarom hij mijn favoriet is? Hij maakt veel grapjes met me, hij leert me spelen met mijn linkervoet – ik ben namelijk rechts – en we werken aan het afwerken en nieuwe acties. Zo heb ik van hem een paar goede kapbewegingen geleerd.’

Twee keer in de week staat Jason dus op het veld bij TIC. Nog steeds bleek het niet genoeg om zijn onstilbare voetbalhonger te stillen. Dus besloot de familie Boender mee te gaan met de TIC voetbalvakantie naar Spanje: ‘Elke ochtend begonnen we met een training op het gras. Daarna konden we even relaxen bij het zwembad en een duikje nemen. ‘s Middags trainden we op het strand. Ik heb veel nieuwe vriendjes gemaakt’, vertelt Jason. ‘En de volgende vakantie staat al gepland, hè’, vult zijn moeder aan.

Wie denkt dat Jason inmiddels wel verzadigd zou zijn met voetballen, heeft het mis. Zo ging hij met TIC ook al op een heus vijfdaags trainingskamp: ‘In de ochtend brachten mijn ouders me, ging ik de hele dag voetballen, kwamen m’n ouders me ophalen, ging ik slapen, en de volgende dag weer opnieuw.’

 

Ontstaan van MO17 bij Kruisland werpt vruchten af: ‘Vertrouwen is gegroeid’

Na één proeftraining wisten ze genoeg: de meiden in de bovenbouw van SC Kruisland wilden een eigen team. En die wens is afgelopen zomer in vervulling gegaan. Vanaf de start van dit seizoen speelt er een volwaardige MO17 in het oranje-zwart: ‘Nú al positieve ontwikkelingen gezien’, vertelt trainer Tom Welten (27).

Het idee om het meidenteam op te richten ontstond vorig seizoen. In de Kruislandse JO15 van toen, waar Welten trainer/leider van was, speelden vijf meiden. Na het eerste kwart van het jaar klopten zij bij hun trainer aan: ‘Zij gaven aan dat het fysieke verschil tussen hen en de jongens te groot werd. De ouders van de meiden vertelden me dat hun plezier in het voetballen daardoor minder werd. Dat wilde ik voorkomen en begon na te denken over een oplossing.’

‘Ik ben begonnen met alle meiden bij Kruisland te tellen’, gaat Welten verder. ‘En kwam tot de conclusie dat we, met een aantal versterkingen, een eigen team konden opstarten. Dat idee heb ik bij de meiden in de groep gegooid, om te kijken hoe zij er over dachten. Ook hebben we een keer met alle meiden bij elkaar getraind. Daarna heb ik de keuze aan hen gelaten: gaan we ermee door of niet? Iedereen was enthousiast, dus hebben we het doorgezet.’

Om een volwaardig elftal te kunnen vormen, waren er – zoals Welten al vertelde – versterkingen nodig. Er zaten namelijk maar negen speelsters in de geledingen van Kruisland. Er ging een Facebook-oproep uit en de meiden zetten hun eigen netwerk in om  het team aan te vullen. En dat werkte: ‘Het idee van een MO17 bij Kruisland trok aan’, zegt Welten, wiens zusje ook in de ploeg speelt. ‘Zij haalde een schoolgenootje uit Oud Gastel over om het team te versterken. Daarnaast zijn er nog twee meiden uit Kruisland aangesloten. Zij brachten het totaal op twaalf.’

Nu de eerste trainingen en wedstrijden van de MO17 erop zitten, is Welten een aantal dingen opgevallen: ‘Er zitten natuurlijk een paar meiden bij die ik al eerder onder mijn hoede heb gehad. Toen we nog met gemixte teams speelden, waren zij niet zo uitgesproken, durfden niet om de bal te vragen – een beetje bleu. Vanaf het moment dat ze tussen de meiden stonden, hoorde je ze continu. Hun vertrouwen is toegenomen. Dat heeft me positief verrast.’

Ook de nieuwe aanwinsten kunnen Welten wel bekoren: ‘De aantallen laten het niet toe om de nieuwe meiden, waarvan sommigen nog nooit op voetbal hebben gezeten, rustig te brengen. Ze moeten direct veel spelen. Ik vroeg me af hoe dat zou uitpakken, maar ze doen het eigenlijk hartstikke goed.’

Als trainer noemt Welten uiteraard een aantal voetbalgerelateerde ontwikkelingen. Hij staat echter niet alleen voor de groep, maar deelt de leiding van het team met Martha Canfijn. Zij is verantwoordelijk voor het contact met ouders en bouwt aan de teamgeest. Zo bezochten de meiden het openingsduel in de Eredivisie van de vrouwen van NAC tegen Feyenoord. ‘We merken dat er geen kliekjesvorming is in het team. Ze zijn er echt voor elkaar en doen het met z’n allen’, besluit Welten.

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

‘Het is een heel fanatiek groepje’

Hoewel hij zelf nooit had gevoetbald en door zijn kinderen in aanraking kwam met de club, staat Frank Schreuders sinds 2019 vol passie langs de lijn als jeugdtrainer. En met dit seizoen zijn twee zoons samen in de JO13-1, geniet de inwoner van Fijnaart nog net een beetje extra. “Welke vader wil nou niet zijn kinderen training geven?”

Want precies zo, is hoe het in augustus 2019 voor de inmiddels 43-jarige Schreuders begon. “Mijn zoontje begon met voetballen en had in het begin wat extra begeleiding nodig, dus was ik eigenlijk altijd al een beetje betrokken.” De stap naar trainer, was daardoor snel gemaakt. “Na een aantal trainingen vroegen ze of ik het zag zitten om mee te helpen.” Lang nodig om na te denken, had hij vervolgens niet. “Het is heel leuk! En welke vader wil nou niet zijn kinderen training geven?” Zogezegd, zo gedaan. “Ik ben bij de JO7 begonnen en ben samen met Jack Otto meegegroeid naar de JO11. Tot ik vorig seizoen werd gevraagd voor de JO13, daar hebben we nu twee teams.”

Persoonlijke aandacht

Waaronder dus de JO13-1, met allebei zijn zoons. “We hebben thuis gelukkig een redelijke tuin, dus daar wordt regelmatig een balletje getrapt.” Iets wat Schreuders zelf, in zijn jongere jaren niet heeft gedaan. In clubverband dan tenminste. “Ik heb nooit gevoetbald. Was vooral druk met mijn werk en mijn gezin. Af en toe ging ik wel naar de sportschool.” Een aantal jaar geleden, ging er dan ook een wereld voor hem open. “Door mijn kinderen ben ik eigenlijk bij de voetbal terecht gekomen.” Maar gelukkig valt er online, tegenwoordig een hoop te vinden. “Via YouTube, of de Rinusapp, kun je genoeg inspiratie opdoen. En onderling, wisselen we met verschillende trainers de nodige vormen uit.”

Schreuders voelde zich bij Klundert vanaf het eerste moment, dan ook als een vis in het water, vertelt hij. “Ik merkte meteen, dat het ontzettend leuk is om met die kids bezig te zijn. Vooral in het creëren van een team.” Want daar, ligt naar eigen zeggen zijn grootste kwaliteit. “Vooral op het sociale en persoonlijke aspect. Een stukje structuur en orde, maar ook positief blijven coachen. Dat vind ik heel belangrijk.”

Samen met zijn collega’s Mark Ketting en Henri Schreuders. “We geven echt met zijn drieën training, daardoor kun je extra aandacht geven aan het individu.” Sinds dit seizoen, voor het eerst op een groot veld. “Dat is best wel even wennen, voor iedereen. Je krijgt ineens te maken met buitenspel en natuurlijk veel grotere ruimtes.” Ook tijdens trainingen. “Vaak beginnen we met een warming-up, daarna spelen we een rondo, doen we een wedstrijdechte vorm en werken we af. En meestal sluiten we af, met een partij.”

Voldoening en plezier

Aan inzet en enthousiasme op het trainingsveld, in ieder geval geen gebrek. “Het is een heel fanatiek groepje, met jongens die echt graag een balletje willen trappen.” Samengesteld uit verschillende teams, legt Schreuders uit. “Na vorig seizoen, is er een selectie gemaakt. Dat is de JO13-1 geworden.” Presteren, is dan ook niet geheel onbelangrijk. “Op zaterdag proberen we het natuurlijk wel zo goed mogelijk te doen. Het is leuk als we winnen.” Maar, voegt hij daar snel aan toe. “Het draait uiteindelijk om plezier en het zijn van een team. En verliezen, leer je ook van.”

Al doen ze er natuurlijk alles aan, om dat te voorkomen. Om te beginnen door hard te trainen. “Ik houd ervan als iedereen zijn aandacht erbij houdt en goed luistert. Juist voor het teamverband. Daardoor ben ik soms misschien wat streng.” Of Schreuders in de toekomst daadwerkelijk de ambitie heeft om door te groeien als jeugdtrainer, weet hij nog niet. “Maar voorlopig vind ik het heel leuk en blijf ik het zeker doen.” Waardering, voelt de voetbaltrainer dan ook genoeg. “Dat merk je enorm vanuit de club.” En zijn spelers. “Als je hoort dat ze lekker getraind hebben, daar doe je het uiteindelijk voor. Ik haal er ontzettend veel voldoening en plezier uit!”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

‘Ik wist niet of dat wel bij me zou passen’

0

Na een aantal donkere jaren en drie degradaties op rij, keerde Rood Wit afgelopen zomer door middel van een fraai kampioenschap, terug in de derde klasse. Een promotie die Bryan Hellemons in eerste instantie niet helemaal aan zag komen, maar wel één die zeer welkom was. “Het ging misschien beter dan verwacht.”

En goed ging het, met slechts vijf wedstrijden zonder zege en een totaal van 47 punten. Uit twintig duels. “Het klopte gewoon. We hadden misschien niet de beste spelers, maar wel het beste team.” Want met weinig goals tegen, kun je die conclusie wel trekken. “Over het hele seizoen genomen, zijn we heel constant geweest.” Al moest dat ook, vertelt de 31-jarige Hellemons. “Het was met elf ploegen een kleine competitie, dus je kon maar weinig fouten maken.”

Doel bijgesteld

Fouten, die Rood Wit als kampioen uiteindelijk dus maar weinig maakte. “Aan het begin van het seizoen was ons doel om mee te spelen voor de top vijf, maar nadat we de eerste vier wedstrijden allemaal hadden gewonnen én tegen goede tegenstanders hadden gespeeld, dachten we wel bij onszelf: als we dit volhouden, wie weet wat het dan kan worden?” Toen de voorsprong rond de winterstop was opgelopen tot zeven punten, werd de doelstelling dan ook bijgesteld. “Vanaf dat moment zijn we vol voor het kampioenschap gegaan!” En met succes. Al kwam nummer twee Rimboe, met slechts drie punten minder, nog gevaarlijk dichtbij. “Rimboe won op een gegeven moment alles, daardoor werd het nog behoorlijk spannend en kwam het uiteindelijk aan op de laatste wedstrijd.” Toch hield de ploeg van trainer Rick Hoendervangers uiteindelijk stand en dus komt de vereniging uit Sint Willebrord dit seizoen uit op een niveau hoger, in de derde klasse. “Ik denk dat we nu moeten gaan voor handhaving, zonder nacompetitie.” Een realistische doelstelling, zo schat Hellemons in. “Het is een sterke competitie, waardoor we toch andere wedstrijden zullen gaan spelen. In de vierde klasse waren we negen van de tien keer de betere ploeg, dat zal nu anders zijn. Al zijn we zelf, natuurlijk ook allemaal weer een jaartje verder.” Wat moet er volgens hem vooral beter? “Zuiniger zijn en goed staan. Waarschijnlijk zullen we minder de bal hebben, dan moet de organisatie kloppen.” Afhankelijk van de manier van spelen, legt Hellemons uit. “In eerste instantie willen we gewoon met drie man achterin spelen en volle bak drukzetten. Maar misschien moeten we ook wel een keer wat lager gaan staan?” Over dat laatste, maakt de inwoner van Sint Willebrord zich overigens niet al te veel zorgen. “Dat kan in ons voordeel zijn. Als we tegen voetballende ploegen, gevaarlijk kunnen zijn in de omschakeling.”

Levendige club

In zijn tweede seizoen terug bij de club, waar het voor hem ooit allemaal begon. “Ik heb twee seizoenen bij DOSKO gespeeld, maar Rood Wit blijft altijd kriebelen. Daar heb ik toch bijna mijn hele leven gezeten.” Dus toen zijn vrouw zwanger werd, besloot hij vorig jaar terug te keren op het oude nest. “Het is toch een stuk dichterbij en scheelt een hoop reistijd. En daarnaast, heb ik het hier altijd goed naar mijn zin gehad.” Al had hij dat ook, in Bergen op Zoom, vertelt Hellemons. “Sportief is het niet geworden wat ik ervan had gehoopt. We wilden graag naar de hoofdklasse, dat is niet gelukt. Sterker nog, we zijn twee keer gedegradeerd. Desondanks, heb ik er geen spijt van en kijk ik terug op een mooie tijd. Qua club én mensen.” Eenmaal teruggekeerd bij Rood Wit, moest de verdediger wel even wennen. “Ik kwam terecht in een compleet ander team, met een nieuwe hiërarchie. Er was bijna niemand meer over, van de spelers waar ik daarvoor mee had gespeeld.” En daarnaast. “Was ook de beleving, na drie degradaties op rij, heel anders. In het begin wist ik niet of dat wel bij me zou passen.” Maar als je dan veel gaat winnen én kampioen wordt. “Is dat natuurlijk wel een lekkere binnenkomer!” Hoe ziet hij nu de toekomst van zijn club? “Als we een stabiele derdeklasser kunnen worden, is dat prima.” Hoe anders was dat in ‘zijn tijd’, toen er nog voor promotie naar de Vierde Divisie werd gespeeld. “Toen ik wegging, was ik 28. Destijds kon ik me niet neerleggen bij het feit dat we vierde klasse gingen spelen. Nu kan ik dat wel. Want als je eerlijk bent, zagen we dit natuurlijk wel een beetje aankomen. Als dorpsvereniging, met eigen jongens…” Hellemons maakte op zijn beurt, dan ook alles wel zo’n beetje mee. “Van de mooie jaren in het begin, naar de wat mindere daarna.” Al maakt dat Rood Wit, ook tot die levendige club, lacht hij. “Het is ons kent ons en het leeft altijd. Gezelligheid, hosanna en mopperen. Dat vind ik mooi.” Vertrekken, gaat de centrale verdediger dan ook niet meer doen. En dat is gezien zijn kwaliteiten, maar goed ook. “Ik ben vooral een betrouwbare speler. Niet de meest technische, maar wel iemand met snelheid en een goede inzet!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.