Home Blog Pagina 6

VV Papendrecht verlengt met hoofdtrainer Driss el Akchaoui

Het bestuur van VV Papendrecht is blij te kunnen melden met hoofdtrainer Driss el Akchaoui overeengekomen te zijn om zijn contract met een jaar te verlengen. Dit betekent dat hij na dit voetbaljaar aan zijn derde seizoen binnen de club gaat beginnen. Het bestuur van VV Papendrecht is zeer tevreden over het functioneren van Driss el Akchaoui en denkt met hem een trainer in huis te hebben die de selectie verder kan ontwikkelen.

Klik op vv Papendrecht voor meer informatie over de club.
Klik op vv Papendrecht voor meer artikelen over de club.

Trainer Rick Kolff: ‘Belangrijk om de positiviteit terug te laten keren’

Met een drukke baan in het cateringbedrijf van zijn ouders, is de voetbal voor Rick Kolff een leuke afleiding. En voor het derde jaar op rij, doet de inwoner van Werkendam dat als trainer van vierdeklasser Altena. Al is hij bezig aan zijn laatste seizoen bij de club uit Nieuwendijk. “Het is goed dat er iemand anders voor de groep komt te staan.”

Al heeft dat met de resultaten niks te maken, want die zijn na de eerste paar maanden, niet anders dan goed te noemen. “We hebben een goede start, dan kom je vanzelf in een flow terecht.” Vergelijkbaar met afgelopen jaar, memoreert hij. “Toen stonden we in de winterstop op verliespunten bovenaan.” Een blessure van Jorik Zuidweg, gooide vervolgens echter roet in het eten, vertelt Kolff (42). “Die lag er zes tot acht weken uit, daardoor raakten we in een dip. Want zonder diepgang, wordt het een lastig spelletje.”

Mooi weer

Uiteindelijk, moest de vierdeklasser genoegen nemen met een tiende plaats. Via de nacompetitie, werd vervolgens lijfsbehoud afgedwongen. “Als je halverwege bovenaan staat, heb je daarna iets niet goed gedaan…” Wat dat precies is? Kolff kan er zijn vinger wel op leggen. “Altena zit de laatste jaren, na twee degradaties op rij, natuurlijk wel een beetje in een neerwaartse spiraal. Als je daar eenmaal in zit en je hebt veel dezelfde jongens, is het lastig om daar weer uit te komen.” Toch lijkt dat dit seizoen, in een volgens hem wat minder zware competitie, voorlopig dus gelukt. “We hebben nog steeds redelijk hetzelfde team, alleen zit het even mee. En we blijven fit. Maar dat heb je altijd, als je veel wint.” Hopelijk voor Kolff, blijft dat ook zo. “Als onze sterkhouders wegvallen, hebben we wel een probleem.”

Zeker omdat ze het bij Altena van het voetballen moeten hebben, meent hij. “Voetballend zijn we één van de beste ploegen uit de competitie, alleen hebben we het daardoor lastig op gras en tegen teams die de beuk erin gooien.” Een ingewikkelde eigenschap, zo nu en dan. “Als dat in het DNA van een club zit, is het heel lastig om dat te veranderen. We hebben wat dat betreft gewoon veel ‘mooi weer voetballers’.” Zaak voor hem, om de zon dit seizoen weer wat regelmatiger te laten schijnen. “Ik vind het vooral belangrijk om de positiviteit terug te laten keren. En als we dan in het linkerrijtje kunnen eindigen en ons minder zorgen hoeven te maken om degradatie, is dat voor die jongens ook fijn!”

Combinatievoetbal

Ook voor Kolff zelf. In zijn laatste seizoen bij de club. “Ik heb het heel erg goed naar mijn zin, zowel met de spelersgroep als de achterban. Alleen heb ik twee jaar geleden niet voor niks mijn UEFA A gehaald. Dus ik zou graag de volgende stap willen maken.” En dat niet alleen. “Na drie jaar is het goed als er een andere trainer voor de groep komt te staan. Zodat die spelers ook weer eens andere dingen horen.”

Waar de voormalig middenvelder van onder meer Sleeuwijk en Kozakken Boys op mikt? “Mijn voorkeur ligt bij een eerste- of tweedeklasser. Of assistent-trainer bij een divisionist.” Maar voordat het zo ver is, richt Kolff zich eerst volledig op zijn huidige klus. “Toen ik begon, zijn we bij Altena volledig overgestapt naar eigen jongens. En ik denk, dat ik die jonge gasten wel het één en ander heb meegegeven. Vooral op individueel niveau.”

Maar ook qua team, heeft zijn ploeg stappen gezet, vindt hij. “We zijn verzorgd gaan spelen. Echt combinatievoetbal. Dat hoor je van veel mensen terug. Daar staat wat dat betreft dan toch wel echt mijn handtekening onder.” Een handtekening, die hij de afgelopen drie jaar met alle liefde heeft gezet. “Naast mijn drukke baan, is de voetbal echt een uitlaatklep. Ik kom graag in een kantine, gewoon voor de sociale contacten en om even een praatje te maken.” Al staat Kolff uiteindelijk, natuurlijk het liefste op het veld. “Met een groep werken blijft het leukste wat er is. En zeker met jonge gasten!” Iets wat er bij hem als voetballer, als nummer tien of zes, eigenlijk al in zat. “Laatst had ik mijn oud-trainer, Ad van Seeters, aan de lijn. Die zei altijd dat ik ogen in mijn rug had. Omdat ik zoveel overzicht had.”

Heel makkelijk, was hij als speler echter niet, lacht Kolff. “Ik was niet brutaal, maar had wel altijd mijn mening klaar. Daarom kan ik nu denk ik goed met lastige jongens omgaan.” En mikt de voormalig trainer van onder meer Vuren op het hoogst haalbare. In zijn geval, de Tweede Divisie. “Als dat te combineren valt met mijn werk, zou ik dat heel graag willen.” Aan zijn inzet en enthousiasme, zal het in ieder geval niet liggen. “Ik probeer bij zoveel mogelijk wedstrijden in de regio te gaan kijken, voor de contacten én om dingen te leren!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

‘Dan moet je soms accepteren dat het minder gaat’

Waar het vorig seizoen tot het einde toe spannend bleef in de strijd om lijfsbehoud, hoopt Menno Schouten zich dit jaar met GDC iets minder druk te hoeven maken om degradatie. En voorlopig, heeft de derdeklasser het beter voor elkaar, merkt de aanvallend ingestelde speler. “We voetballen makkelijker!”

Kortom, er heerst bij Schouten (28) na de eerste paar wedstrijden toch vooral een positief gevoel. Onder andere over de groep. “We staan er beter voor dan vorig seizoen.” Beter voetbal, alleen nog te weinig punten, is de inwoner van Genderen eerlijk. “Nu moeten we meer gaan scoren en onszelf belonen.” Want één ding is voor de aanvaller annex middenvelder heel duidelijk: “We willen het minder spannend maken dan afgelopen seizoen!”

Meer scoren

Een seizoen waarin GDC uiteindelijk tiende werd en maar drie punten boven de nacompetitiestreep eindigde. “Eigenlijk is het tot het einde toe spannend gebleven.” En dat terwijl Schouten lang het gevoel had, dat er meer in zat. “We hadden er meer uit kunnen halen, ondanks dat we in een zwaardere competitie zaten.” Want, zo memoreert hij. “Het was echt iedere wedstrijd knokken.” Met een toch ietwat jeugdige groep, legt Schouten uit. “Er kwamen best wat jonge spelers bij, dan moet je toch weer een beetje wennen aan elkaar.” Helemaal, als de druk er ook nog eens vol op komt te staan. “Als je op die degradatiestreep staat, weet je op een gegeven moment wel dat het echt móet in plaats van mag.” Zorgen, maakte Schouten zich echter niet, vertelt hij. “Je probeert vooral omhoog te blijven kijken.” Iets wat ze bij de club uit Eethen, ook nu weer willen doen. “We zijn beter op elkaar ingespeeld en iedereen weet wat we aan elkaar hebben.” Toch blijven de driepunters voorlopig nog een klein beetje uit. “Als we zo blijven voetballen, komt het goed! Alleen moeten we meer gaan scoren.” Waaronder Schouten zelf. “Vroeger heb ik eigenlijk altijd aan de buitenkant gespeeld, maar nu sta ik meestal op tien. Dat vind ik een fijne plek.” Een positiewissel, die hem dus meer dan goed bevalt, zo blijkt. “Het is prettig om centraal te spelen, omdat je dan alle kanten op kan.”

Niet klagen

Al was het in het begin, best wel even wennen, is Schouten eerlijk. “Je moet natuurlijk anders lopen, dan als buitenspeler. Maar ook op deze positie, kun je veel acties maken. Dat voelt goed!” Zelfs als de ruimtes wat kleiner worden. “Dat vind ik eigenlijk niet erg. Ook niet als er veel spelers op me af komen.” Aan zijn kwaliteiten, zal het bij Schouten dan ook niet liggen. “Ik ben technisch én wendbaar.” Al wordt dat laatste, steeds ietsje minder, lacht hij. “Vroeger was ik sneller. Daarom sta ik nu denk ik op tien, haha!” Bij de club, waar de dribbelaar al bijna zijn hele leven komt. Op een korte periode bij Wilhelmina’26 na dan. “Bij GDC hadden ze destijds nog geen kaboutervoetbal, dus ben ik daar toen begonnen.” Tot het moment, dat hij de overstap naar Eethen kon maken. “Vanaf mijn zesde, voetbal ik hier!” En niet voor niks. “Het is gewoon heel gezellig, een beetje dat familiegevoel. Daarom hoef ik ook niet zo nodig weg.” Hoe dat komt? “We doen het met het materiaal wat we hebben. Geen spelers van buitenaf, dus moet je soms accepteren dat het iets minder gaat. Daar klaagt verder niemand over.” Iets te klagen, heeft Schouten overigens op persoonlijk vlak zelf wel. “Mijn enkels zijn niet zo goed meer. Die heb ik nu ondertussen al een keer of zes gescheurd.” Gelukkig doet tape, vooral bij zijn rechter, wonderen. “Voetballen zonder in te tapen, zit er niet meer in.” Hopelijk, houdt hij dat de komende jaren nog een tijdje vol. Want één ding weet Schouten zeker: “Ik ga hier nooit meer weg!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van GDC.

‘Je kunt nu echt ergens naartoe werken’

Eindelijk hoofdtrainer van een eerste elftal. Zo voelde de aanstelling bij vijfdeklasser Dussense Boys voor Yavuz Güler afgelopen zomer. En ook in de praktijk, bevalt het de inwoner van Dordrecht voorlopig goed. Een nieuwe uitdaging, bij een nieuwe club. “Het is eigenlijk alleen maar positief!”

Precies wat Güler (48) zocht, vertelt hij. “Nadat ik drie seizoenen geleden mijn UEFA C had gehaald, wilde ik graag ergens een eerste elftal gaan trainen.” Want na periodes bij EBOH JO15, JO17, JO19, het tweede en Foreholte 2, was de trainer toe aan een volgende stap. “Hiervoor heb ik bij Foreholte gezeten, dat was geweldig, maar wel iedere keer een uur rijden. Daarom wilde ik nu graag iets een beetje meer in de buurt.” En dus ging hij op onderzoek uit. “Toen kwam ik een vacature tegen van Dussense Boys en ben ik op gesprek gegaan.”

Verantwoordelijkheid

Al snel voelde Güler vervolgens een klik, legt hij uit. “Ze wilden graag een nieuw gezicht voor de groep, iemand die aanvallend voetbal speelt. Een frisse wind, druk naar voren en één op één. Daar herkende ik mezelf wel in. Ook het dorpsgevoel, kende ik al van Foreholte. Dat past bij mij.” Ook in de praktijk, zo blijkt. “Het is een fijne club, met leuke mensen. Dus het bevalt heel goed!” En het belangrijkste, hoe is het om trainer te zijn van een eerste elftal? “Je kunt nu echt ergens naartoe werken. Als trainer van een tweede is dat lastig, omdat je afhankelijk bent van de spelers die je krijgt. Nu bepaal je dat zelf.” Waardoor de druk ook wat hoger ligt, lacht Güler. “De ogen zijn op jou gericht en je staat meer ‘in the picture’. Je hebt meer verantwoordelijkheid. Maar daar houd ik van, daar moet je mee omgaan.” Bij de club, die Güler tot voor kort nog niet zo goed kende. “Ik had om eerlijk te zijn, nog nooit van Dussense Boys gehoord.” Tot hij in gesprek ging met ze, natuurlijk. “Toen heb ik wel wat dingen opgezocht en ben ik een paar keer op zondag gaan kijken. Vooral om de sfeer van het dorp te proeven.” Goed voorbereid, is de oefenmeester achteraf dan ook blij met zijn keuze. “Het is een jonge groep, die heel graag wil. Alleen jammer dat ze vorig seizoen net niet wisten te promoveren.” Taak voor hem, om daar dit jaar nog net een schepje bovenop te doen. “Ons doel is om bovenin mee te doen en zo snel mogelijk te promoveren!” Al is voor Güler de manier waarop, misschien nog wel belangrijker. “We willen graag aanvallend voetbal spelen. Vanuit een 4-3-3 formatie en niet te snel lang.”

Gezellige vriend

Al komt dat niet vanzelf, weet ook Güler. “Veel jongens zijn gewend om snel de lange bal te spelen, naar onze snelle spelers voorin. Daar moeten we dus veel tijd in steken, door positiespelletjes te spelen en te trainen op drukzetten. Dat is continu herhalen. En daarnaast, moeten we ook volwassener worden en slimmer spelen.” Maar vooral dus meer voetballen. “Ook in die vijfde klasse.” Hoe gaat hij dat proberen over te brengen op zijn spelers? “Ik ben heel open en duidelijk in mijn communicatie. Ik sta midden in de groep en mijn deur staat altijd open. Een beetje een gezellige vriend, dus eigenlijk.” Wel één die graag wil winnen. “Mooi en aanvallend voetbal, maar wél resultaatgericht.” Want aan ambities, bij Güler geen gebrek. “Ik wil binnen nu en twee jaar mijn UEFA B gaan halen, zodat ik uiteindelijk ergens in de tweede klasse zou kunnen werken. Dat zou mooi zijn!” Heel veel hoger, ziet de business developer in de medische branche, niet zitten. “Naast de voetbal, heb ik ook gewoon nog een drukke baan.” Mede daardoor, raakte hij verzeild in de trainerswereld, vertelt hij. “Door verschillende leidinggevende functies, zat het trainer zijn wel een beetje in me. Dan vind je het leuk bij de jeugd en ga je door.” En dat terwijl Güler zelf, pas op late leeftijd begon met voetballen. “Pas in de B’tjes, ben ik op voetbal gegaan. Mijn ouders hadden het druk met hun werk, dus konden mij niet brengen. Daardoor heb ik veel op straat gevoetbald. Daar heb ik eigenlijk het meeste geleerd.” Bijvoorbeeld om doelpunten te maken. Onder meer bij SC Emma, SSW, GSC/ODS en EBOH. “Een echte spits. Een beetje lui, maar ik leefde van goals.” Goals waar hij hopelijk als trainer van Dussense Boys, dit seizoen veelvuldig van mag gaan genieten. “Ik ben de club heel dankbaar voor deze kans!”

Klik op Dussense Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Dussense Boys voor meer informatie over de club.

Apituley is terug bij Almkerk: ‘Goede herinneringen’

Nadat hij de afgelopen jaren vooral als trainer van seniorenteams langs de lijn stond, is Huib Apituley sinds dit seizoen bij Almkerk/Altena weer actief als jeugdtrainer. Van de JO19 om precies te zijn. En dat was in het begin best wel even wennen. “Jeugdvoetbal is toch altijd weer schakelen.”

Toch was het volgens de 69-jarige Apituley een bewuste keuze, afgelopen zomer. “Na twintig jaar bij de senioren, wil ik toch een klein beetje gaan afbouwen.” Al wil dat zeker niet zeggen, dat hij daardoor nu minder fanatiek is, voegt de inwoner van Woudrichem daar meteen aan toe. “Ik wil de jeugd graag proberen op te leiden. Daar ben ik een groot voorstander van. Maar helaas zie je op dat vlak nog een hoop dingen fout gaan.”

Leuke tijd

Dat de oud-trainer van onder meer Rijswijkse Boys, Noordeloos, Asperen en De Zwerver uiteindelijk opnieuw bij Almkerk terecht zou komen, was voor hemzelf eigenlijk geen verrassing. “Ik heb hier een jaar of zes geleden ook de JO19 gedaan, toen heb ik een heel leuke tijd gehad. Dat was een goede lichting.” Toch zaten er meer verenigingen op het vinkentouw, vertelt Apituley. “Ik kon kiezen uit vijf of zes verschillende clubs. Maar op het moment dat ik door Almkerk werd teruggevraagd, hebben we een paar goede gesprekken gehad.” En was de keuze voor hem simpel. “Dan kies je voor een mooie vereniging, waar je goede herinneringen aan hebt.” Al kan het natuurlijk altijd beter, blijft de trainer kritisch. “We moeten hier nog een stukje professioneler met de jeugd omgaan. Nu hebben de spelers bijvoorbeeld geen kleding van de club. Een shirtje of een trainingspak voor naar uitwedstrijden of tijdens de training. Ook dat is een stukje uitstraling.” Gelukkig heeft Apituley daar op het veld, geen last van. “Het is een leuk voetballende ploeg, waar we echt wel iets van kunnen maken.” Zeker als het straks ook daadwerkelijk een hecht collectief is, legt hij uit. “Het is nu nog geen eenheid, dus er moet echt nog een team van gemaakt worden.” Aan de randvoorwaarden, zal het in ieder geval niet liggen. “De lijntjes zijn heel kort en alles is snel geregeld. Daarnaast zijn de faciliteiten, zoals het veld en de materialen, goed in orde.” En gelukkig maar. “Daar houd ik van! Dat je kunt werken in een goede omgeving.”

Voetbaldier

Want alleen dan, kun je optimaal presteren, weet ook Apituley als geen ander. “Het doel is om die jongens beter met elkaar te laten voetballen. Vooral door dingen in te slijpen. Kantelen, kort op elkaar spelen en drukzetten op het juiste moment, met de juiste spelers.” Maar ook door goed positiespel te spelen. “Ik ben wel een trainer die graag wil opbouwen.” En hard wil trainen. “Als er getraind moet worden, moet er getraind worden. Ik houd van discipline en zeg waar het op staat. Al moet een lolletje af en toe natuurlijk ook kunnen. Er moet ook samen gelachen worden.” Want ook na 45 jaar als trainer, geniet Apituley nog steeds van het spelletje. “Gewoon het op het veld staan. Training geven en dingen overbrengen, blijft het leukste wat er is. Wat dat betreft ben ik echt een voetbaldier.” En een mensenmens. “Ik vind het leuk om met mensen om te gaan.” Voorlopig, blijft hij dat dan ook nog wel even doen. Als het aan hem ligt, dan tenminste. “De komende jaren wil ik lekker jeugdteams of tweede elftallen blijven trainen. Of misschien ergens jeugdcoördinator worden, want dat gaat lang niet altijd overal goed.” Zolang hij maar met voetbal bezig kan. De sport waar hij zelf als voetballer, op jonge leeftijd noodgedwongen mee moest stoppen. “Ik ben opgegroeid in Woudrichem, dus heb daar altijd gevoetbald. Op mijn zeventiende maakte ik mijn debuut in het eerste, maar toen ik 26 was, brak ik mijn been op twee plaatsen. Dat heeft vervolgens een jaar geduurd, alleen is nooit meer goed gekomen.” Gelukkig heeft hij daar nu, als trainer, niet al te veel last meer van. “Al voelt dat ene been, altijd anders dan die andere. Zeker in de winter, is ‘ie behoorlijk stijf!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Almkerk.

Bij SV Terheijden draait het bij het G-team om plezier, vriendschap en beweging

Karin kwam bij het G-team terecht via een oproep op Facebook. “Ik was al vaak op het complex, met de kinderen en bij het eerste elftal,” vertelt ze. “Toen ik de advertentie zag, dacht ik meteen: dat is echt iets voor ons. We hebben gereageerd en mochten een keer meetrainen — sindsdien zijn we gebleven.” Wat begon als een spontaan idee groeide uit tot een waardevolle bijdrage aan de club. “Een vereniging draait op vrijwilligers. Ouders rijden, wassen, staan achter de bar… maar dit voelde als iets waar ik echt iets kon betekenen.”

Het G-team van SV Terheijden bestaat al tientallen jaren. De vorige trainer liep richting de zestig en na zeker dertig jaar in de sport deed hij een stap terug. Karin vertelt:
“Hij heeft het waarschijnlijk moeilijk gevonden, omdat zijn zoon nog graag wilde voetballen. Wij zijn halverwege vorig jaar ingestapt. De eerste maanden hebben we gewoon meegedraaid en konden wennen, maar sinds september hebben mijn collega-trainer en ik officieel de leiding overgenomen.”

Volgens Karin gaat dat met veel plezier:
“Het gaat superleuk, we proberen wat nieuwe spelvormen uit, zodat iedereen lekker in beweging komt. We willen het liefst dat iedereen meedoet op zijn of haar eigen manier. De juiste balans vinden blijft belangrijk — soms gaat het wat harder, soms wat rustiger. Maar zolang iedereen plezier heeft, is het goed.”

De groep is divers: de jongste speler is begin twintig, de oudste midden vijftig. “En alles wat daartussen zit,” lacht Karin. “Ze helpen elkaar, motiveren elkaar. Bij binnenkomst is het één en al knuffels, handenschudden en begroetingen — iedereen gunt elkaar iets. De sfeer is warm, sociaal en oprecht. Het is een groep met karakter.”

Dat maakt het trainen ook voor haar zeer waardevol.
“Als ik op dinsdagavond thuis kom denk ik vaak: waar maak ik me eigenlijk druk om? De dankbaarheid en vrolijkheid van deze groep werkt aanstekelijk.”

Het team speelt geen reguliere competitie, maar doet wel twee keer per jaar mee aan een toernooi. Toch is de rol van het G-team binnen de club groot. Karin ziet hoe het verbindt:
“Het is niet alleen sport, het is sociaal. Voor deze spelers is het heel waardevol om samen te trainen, samen lol te maken en een doel te hebben. Tijdens carnaval spelen we altijd een wedstrijd tegen het eerste elftal. Vroeger stonden daar maar een paar spelers, nu tien man. Dat zegt alles.”

Volgens Karin mag het maatschappelijke aspect best meer aandacht krijgen.
“Het is een kleine moeite om tijd te maken voor deze jongens en meiden, maar voor hen betekent het ontzettend veel. Je ziet ze groeien. Ze worden gezien. Dat raakt me.”

Wat haar trots maakt?
“Dat het G-team binnen SV Terheijden niet alleen een plek heeft, maar een plek verdient. Het laat zien waar we als vereniging voor staan.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Havermans blij met kans: ‘Pak ik met beide handen aan’

Nadat hij afgelopen seizoen als stagiair voor zijn UEFA B-opleiding van de KNVB bekend raakte met de club en de spelers, had Jurgen Havermans niet heel lang nodig, toen ze hem vroegen of hij trainer wilde worden van derdeklasser Be Ready. En dus staat de inwoner van Raamsdonksveer sinds deze zomer, voor het eerst op eigen benen. “Het bevalt uitstekend!”

Iets wat Havermans (49) stiekem dus eigenlijk al wel een beetje wist, legt hij uit. “Afgelopen jaar liep ik in het kader van mijn UEFA B stage bij Be Ready. Daardoor was die klik met de spelers er al.” Tijd nodig om na te denken, had de oefenmeester toen ze hem in de winterstop vroegen dan ook niet. “Ik zag het meteen zitten!” Als opvolger van de naar Sleeuwijk vertrokken Angelo Ernst. “We hebben vorig seizoen heel prettig samengewerkt en ook nu, hebben we nog steeds goed contact.”

Uitdagen

Toch moet hij het dit jaar, dus zonder hem doen. Als hoofdtrainer. Hoe bevalt Havermans dat tot nu toe? “Het is een heel leuk proces. De groep is leergierig en we maken iedere week stapjes. Daar kunnen we mee verder!” Bij de club, waar hij zich uitstekend op zijn gemak voelt. “Be Ready is niet alleen een heel warme vereniging, maar ook een club waar ze mensen graag de kans geven om zichzelf verder te ontwikkelen.” Zoals in zijn geval dus. “Ik had er ook voor kunnen kiezen om ergens anders een team te gaan trainen, in een bekende omgeving, maar ik wilde mezelf graag uitdagen. En omdat ik zo’n goede klik met de spelersgroep had, wilde ik het juist hier doen.” De start, is voorlopig uitdagend, vertelt de oud-speler van Irene’58, BVC Oosterhout en Good Luck. “We hebben last van blessures, daardoor zijn we flink wat scorend vermogen kwijt”, aldus de voormalig ‘motor op het middenveld’. Via de vechtsport, belandde Havermans uiteindelijk in de voetballerij en dus bij Be Ready. “Eigenlijk is het hoofdtrainerschap precies wat ik ervan had verwacht. Door mijn medecursisten van vorig jaar, had ik daar al wel een duidelijk beeld van.” En ook de huidige spelersgroep, speelt daarbij een belangrijke rol. “Het is een voordeel dat ik een groot deel van de spelers al ken. Daardoor ken je hun kwaliteiten en kun je ze makkelijker neerzetten. Al zijn er ook flink wat jongens weggegaan.”

Veel waard

Met een behoorlijk nieuwe groep, mikt Havermans dan ook op handhaving in de derde klasse. “Vorig seizoen speelden we nacompetitie voor degradatie, dus dat lijkt me een realistische doelstelling.” Maar vanzelf, gaat dat zeker niet. “In de eerste weken hebben we vooral gesleuteld aan onze verdedigende organisatie. Nu kijken we hoe we tot meer kansen kunnen komen.” Want ook daar, ziet Havermans nog wel de nodige ruimte voor verbetering. “In de eindfase ontbreekt het te vaak aan de afwerking of de juiste keuze. Dat is ook een stukje overtuiging en vertrouwen. Gelukkig gaat dat iedere week beter.” Heel gek is dat gezien zijn fanatisme, ook niet. “Ik ben super fanatiek! Ook met het bekijken van tegenstanders.” Havermans, wiens dochters nog altijd bij RFC voetballen, moet het naar eigen zeggen dan ook hebben van zijn analyserende vermogen. “Het anticiperen tijdens een wedstrijd, is denk ik één van mijn sterkste punten.” Al omvat het trainerschap natuurlijk meer dan dat. “Ik vind het heel leuk om met een groep bezig te zijn en écht een team te creëren. Je moet het samen doen.” Gelukkig zit dat bij Be Ready wel goed, weet hij. “Je merkt, ook qua sfeer, dat het een heel hechte groep is. Dat is heel veel waard!” Een sfeer waar Havermans ook volgend seizoen, als het goed is, van mag genieten. “Ik heb bewust voor twee jaar getekend, omdat ik hier echt een basis weg wil zetten.” Toch steekt hij ook zijn eigen ambities, niet onder stoelen of banken. “Uiteindelijk zou ik graag mijn UEFA A willen halen en in de top van het amateurvoetbal willen werken. Maar eerst met Be Ready er een mooi seizoen van maken.” Want, zo beseft Havermans. “Om mezelf als trainer verder te ontwikkelen, heb ik tijd nodig. Dat geven ze me hier en die kans pak ik met beide handen aan!”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Ryan de Man: de betrouwbare sluitpost die kiest voor het clubgevoel bij Olympia’60

Bij Olympia’60 in Dongen weten ze al jaren wat ze aan hem hebben. Ryan de Man, 24 jaar oud en afkomstig uit Dongen, is de stille kracht onder de lat. Een keeper met reflexen, rust en vooral clubgevoel. Hoewel hij aanbiedingen kreeg van teams uit hogere klassen, koos De Man er steeds opnieuw voor om te blijven. “Ik heb het hier gewoon enorm naar mijn zin. Olympia voelt als één grote familie.”

TERUG NAAR OUDE LIEFDE

Het keeperspad van De Man verliep niet volgens het boekje. “Ik ben eigenlijk altijd keeper geweest,” vertelt hij. “Mijn idool was Heurelho Gomes van PSV. Door hem wilde ik op doel staan.” Toch belandde hij even op het veld als veldspeler. “Bij SC ’t Zand liep het op een gegeven moment niet lekker met de trainer. Toen ben ik gestopt met keepen en voor de lol linksbuiten gaan spelen bij DVVC in Dongen, echt het laagste niveau.”
Een oud-ploeggenoot bracht hem weer terug onder de lat. “Espen Voskuil, met wie ik vroeger bij VV Dongen speelde, stuurde me een bekerfinale: of ik bij Olympia wilde komen keepen. Vanaf dat moment ging het snel. Ik stond over op doel en wist meteen: dit is wat ik echt wil.”

WAT DOE JIJ HIER IN DE VIERDE KLASSE?

Sindsdien is De Man uitgegroeid tot vaste waarde in het eerste elftal van Olympia’60. Zijn naam is in de regio bekend en vaak valt hij op bij tegenstanders. Na wedstrijden hoort hij het regelmatig: ‘Wat doe jij hier in de vierde klasse?’ Sommigen zeggen zelfs dat hij hoger had kunnen keepen. Dat is leuk om te horen, maar hij blijft er nuchter onder. “Ik ben geen groot ego en geniet gewoon van het spel.”
De Man omschrijft zichzelf als een moderne keeper. “Ik ben vooral een meevoetballende keeper. In de lucht ben ik vaak heer en meester en op de hoge trappen. Op de lijn kan het soms sterker, maar ik probeer altijd rustig te blijven. Dat helpt het team in de opbouw.”

WARME CLUB MET KARAKTER

Wat hem vooral bij Olympia houdt, is de sfeer. “Ik heb meer dan genoeg clubs gehad en van clubs uit de derde klas, eerste klasse en zelfs hoofdklasse, elf meter benaderd. Maar hier voel ik me thuis. Bij Olympia voetbal je gewoon omdat je het leuk vindt. Iedereen kent elkaar, je blijft met elkaar hangen na de training of wedstrijd. Het is één grote familie.”
Volgens De Man is dat dan ook precies wat Olympia’60 bijzonder maakt. “Het is een vrije vereniging, maar de sfeer is gemoedelijk. Iedereen zegt elkaar gedag, praat met elkaar. Dat clubgevoel maakt het speciaal. Het draait niet alleen om winnen, maar ook om samen plezier hebben.”

AMBITIE MET OLYMPIA

Met Olympia draait De Man dit seizoen mee in de subtop van de vierde klasse. Toch klinkt er ambitie door in zijn woorden. “We hebben een volwassen ploeg. Er zijn dit jaar drie ervaren jongens bijgekomen die echt het verschil maken. Dat merk je aan alles: we willen meer voor elkaar door het vuur gaan dit seizoen.”
Een van die nieuwkomers is Nick Smans, die overkwam van Dongen 3. “Je ziet aan hem dat niveauverschil. Hij trekt anderen mee in zijn spel, maakt het voor iedereen makkelijker. Dat soort spelers hebben we nodig om verder te groeien.”

TROSTE SLUITPOST

Na twee seizoenen bij Olympia is De Man meer dan alleen de keeper van het eerste elftal: hij is een gezicht van de club geworden. “Ik ben trots dat ik een Olympiaatje ben. Dat betekent veel voor me. Als ik na de training in de kantine sta en iedereen met elkaar zie lachen, weet ik waarom ik blijf. Dat gevoel — daar kan geen overstap of promotie tegenop.”
Ryan De Man bewijst dat succes in het amateurvoetbal niet altijd wordt afgemeten aan niveau of klasse. Voor hem draait het om plezier, betrokkenheid en trots. Zolang Olympia dát blijft bieden, is de kans groot dat de betrouwbare sluitpost uit Dongen nog lang onder de lat staat in Dongen.

Klik op de link voor meer artikelen over Olympia’60
Klik op de link voor meer informatie over Olympia’60

GDC bestaat 70 jaar: ‘De sfeer zal nooit veranderen’

Het is een datum die bij veel clubmensen van GDC vermoedelijk snel een belletje doet rinkelen: 15 oktober 1955. Dé oprichtingsdatum van de club. En dus was het vorige maand feest, bij de fusieclub uit Eethen. Tijd om samen met secretaris Gertjan Bax terug- en vooruit te kijken. “Door corona konden we het in 2020 niet vieren, dus wilden we het nu bij ons 70-jarig jubileum doen!”

Een jubileum, wat de nodige uitleg behoeft. Uitleg, die de 69-jarige Bax graag geeft. “GDC is een fusie van SDO en Drongelense Boys. Afkomstig uit Genderen en Drongelen. Maar omdat ze niet konden kiezen, werd het Eethen.” Dat probleem opgelost, dook het volgende vraagstuk op. Welke oprichtingsdatum pak je? “Uiteindelijk hebben ze de datum van SDO aangehouden, omdat die hoger speelden. In plaats van die van Drongelense Boys, negen jaar eerder.”

Speciale boom

En dus bestond de club 15 oktober, precies 70 jaar. Reden genoeg voor een feestje. “Door corona konden we het 65-jarig jubileum in 2020 niet vieren, dus hebben we toen gezegd: dan moeten we het nu doen!” Met een bijzondere feestweek tot gevolg. “Er zijn nog drie leden die vanaf het begin sinds de oprichting lid zijn, daar wilden we natuurlijk graag wat mee doen. Daar hebben we een esdoorn voor geplant. Precies op het punt waar iedereen binnenkomt.” Het bleek het startsein van een fraaie week. “Op woensdag hadden we een receptie, op donderdag een pubquiz in de tent en vrijdagmiddag stond in het teken van de jeugd. Die kregen een clinic.” Ook aan feestgedruis, ontbrak het niet, vertelt Bax. “Vrijdagavond hadden we een ‘Foute Party’ en de dag daarna een Hollandse Avond. Dat was toch wel de kers op de taart.” Want, zo geniet de inwoner van Genderen nog altijd na. “Het was een super week! Alle puzzelstukjes vielen in elkaar.” Mede dankzij de evenementencommissie, en zijn inzet als secretaris. “Ik heb de officiële dingen gedaan, zoals de uitnodigingen versturen en de spelden aanvragen. Dat hoort natuurlijk bij een jubileum.” Een rol die Bax al sinds 2016 vervult. “Inmiddels ben ik alweer 57 jaar lid. En ik heb absoluut niet de intentie om weg te gaan. Dit is mijn clubje!” Eén waar hij zelf ook altijd heeft gevoetbald. “Tot mijn 32ste, toen ben ik gaan fluiten.” En niet onverdienstelijk. “Door een blessure, ben ik uiteindelijk assistent-scheidsrechter geworden. Toen ben ik op de maandagavond twee jaar lang met Danny Makkelie meegeweest.”

Eigen auto’s

Binnen het veld, was hij iets minder succesvol als spits, lacht Bax. “Ik was vrij fors en draaide altijd mijn kont erin. Moest het vooral hebben van mijn werklust.” Op zijn twaalfde begonnen bij Drongelense Boys, belandde hij uiteindelijk dus bij GDC. “Voor een lager elftal, was ik veel te fanatiek. Dat was voor mij meer dan 35 jaar geleden de reden om te gaan fluiten en daarna als assistent-scheidsrechter aan de slag te gaan.” Al werkte versleten kraakbeen hem behoorlijk tegen. “Daardoor moest ik stoppen met vlaggen op hoog niveau. Daarna ben ik nog acht jaar lang grensrechter geweest bij het eerste van GDC. Dat ging nog wel.” Minder naar zijn zin, heeft hij het daardoor echter absoluut niet. “Je ziet steeds weer families terugkomen. Het familiaire, is wat deze club zo mooi maakt.” Naast de hoogtepunten op het veld. “Dat was toch wel de promotie naar de eerste klasse. Met eigen jongens. Mochten we met ons kleine clubje, tegen al die grote clubs waar wel werd betaald. En we gingen naar iedere wedstrijd, gewoon met onze eigen auto’s.” Langer dan een jaar, duurde dat avontuur helaas niet. “We wisten dat het een eenjarig iets was. Uiteindelijk werden we één na laatste, maar toch waren dat mooie momenten. Daar wordt nog regelmatig over gesproken.” Heel veel is de club, in zijn ogen verder dan ook niet veranderd. “Er zijn velden bijgekomen en er ligt kunstgras.” De kracht, is nog altijd hetzelfde. “Als er iets gedaan moet worden, zijn er heel veel mensen die willen helpen. Dat is die saamhorigheid.” Reden genoeg voor Bax, om ook nog wel een tijdje actief te blijven. “Nog een paar jaar, dan is het een mooi moment om het stokje over te dragen aan een jonger iemand. Dan staat er vast weer iemand anders op. Maar juist door de passie voor het voetbal, is het zo leuk om betrokken te zijn.” Aan fanatisme, dan ook geen gebrek. “Ik ga altijd bij het eerste kijken. En bij uitwedstrijden, ga ik samen met voorzitter Paul van Rooijen mee als vertegenwoordigers van de club.” Hoe kijkt hij naar de sportieve ambities? “Als we ooit nog eens zouden promoveren, zou dat heel mooi zijn. Alleen heeft GDC daar te weinig aanwas vanuit de jeugd voor. Dus als er een moment komt dat we degraderen naar de vierde klasse, dan is dat zo.” Over de toekomst, maakt Bax zich verder weinig zorgen. “De sfeer zal nooit veranderen!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van GDC.

‘Dat zit in het beestje en zal ook nooit veranderen’

Zorgen dat alle spullen in orde zijn, dat de kleding gewassen is en dat het wedstrijdformulier in orde is. Kortom, zorgen dat niemand rondom het eerste elftal van Woudrichem zich ergens druk om hoeft te maken. Dat is wat Fred van Straten als leider van het vlaggenschip, eigenlijk al meer dan tien jaar zo’n beetje doet. “Op die manier kun je toch nog een beetje meedoen.”

Want nadat hij zelf als spits bijna twintig jaar in het eerste van de club speelde, heeft Van Straten (55) daar nog altijd de behoefte aan. “Je bent toch prestatiegericht ingesteld, dan trek je snel naar een eerste elftal toe. Wat is er dan mooier, om samen te zorgen dat die gasten zo goed mogelijk kunnen presteren?” Als leider én assistent-trainer dus. “Op donderdag assisteer ik Pascal (Smits) tijdens de training.”

Alles geregeld

Maar daarnaast, is Van Straten dus vooral leider. Of teammanager, zo u wilt. “Dat doe ik nu inmiddels al meer dan tien jaar.” Begonnen in de tijd van Leon Elands. “Dat was een heel fijne trainer, dus daar had ik een goede klik mee. We werkten echt samen op gelijke basis. En we zijn nu nog steeds goed bevriend.” Daarna werkte hij ook prettig samen met andere trainers, zoals Piet Saaman en Bert Schouten, vertelt Van Straten. “Dat zegt ook veel over de club. Woudrichem is echt een familieclub, waar de derde helft ook heel belangrijk is. Dat hoort er gewoon bij. En daarnaast, krijg je er heel veel waardering voor terug van die jongens.” Niet voor niets, zo blijkt. “Als leider zorg ik er eigenlijk voor dat alles om het voetballen heen, goed is geregeld. Dat ze zich nergens zorgen om hoeven te maken.” Van de kleding tot aan de overige spullen. “Bij ons wordt de trainingskleding ook gewassen, dus daar zorg ik dan voor dat het geregeld is.” Naast het invullen van het wedstrijdformulier én het ontvangen van de scheidsrechter. Het voelt soms net alsof hij zelf nog deel uitmaakt van de selectie, lacht Van Straten. “De beleving om wedstrijden, vind ik nog steeds leuk.” En hij kan het weten, na jarenlang op niveau te hebben gevoetbald. “Behalve bij Woudrichem, heb ik ook nog NOAD’32 en Achilles Veen gespeeld.” Als balvaste en technische spits, zoals Van Straten zichzelf omschrijft. “Ik was niet zo heel snel, maar kon wel makkelijk doelpunten maken. In de ’16’ was ik dodelijk.” Buiten het veld, ging het hem vroeger minder gemakkelijk af, is hij eerlijk. “Als ik niet met een trainer door één deur kon, ging ik naar een andere club. Ik was best wel eigenwijs en ongeduldig.”

Eigen jongens

Toch maakte hij als voetballer, de nodige hoogtepunten mee. “In 2003 zijn we met Woudrichem via de nacompetitie gepromoveerd naar de eerste klasse.” Een wedstrijd die Van Straten zich nog goed kan herinneren. “De finale speelden we in Papendrecht, tegen Groote Lindt. Toen scoorde ik twee keer.” Voor de club, waar het voor hem op vijfjarige leeftijd allemaal begon. “Het is voor veel mensen uit Woudrichem vooral een leuk uitje op zaterdag. Wat dat betreft is Woudrichem natuurlijk gewoon een dorpsclub.” Ook bij het eerste. “We spelen met eigen jongens en iedereen is gelijk binnen de vereniging. Als je dan presteert, heb je er nog meer voldoening van.” En als het even niet lukt, is dat ook niet erg, is Van Straten van mening. “Ik speel liever lager, dan dat we allemaal spelers van buitenaf gaan halen.” Toch durft hij als derdeklasser, nu stiekem toch wel te dromen. “Je blijft afhankelijk van generaties, maar het zou mooi zijn als we weer een keer kunnen promoveren naar de tweede klasse. Het is geen moeten, wel een mooi doel.” Hij weet, ook als leider, in ieder geval hoe het is. “We zijn een keer kampioen geworden in de derde klasse, toen hadden we 83 doelpunten voor en maar 6 tegen. Dat was een landelijk record.” Prestaties waar Van Straten, wiens dochters bij de dames voetballen, als staflid net zo van kan genieten, als toen hij zelf binnen de lijnen stond. “Ik ben eigenlijk té fanatiek. Dat zit gewoon in het beestje en zal ook nooit veranderen. Maar emoties horen er ook bij, toch?” Zeker als het binnen de perken blijft. “Als speler ben ik nooit geschorst geweest en als leider, heb ik tot nu toe één gele kaart gekregen.” Voorlopig, kan de eigenaar van een handelsbedrijf in staalplaten, er dan ook geen genoeg van krijgen. “Ik probeer ook nog te helpen bij het regelen van sponsoren. Dus zolang ik er plezier in heb, is het voor mij heel moeilijk om te stoppen!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Woudrichem.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.