Home Blog Pagina 6

Vivoo in heeft eindelijk nieuwe complex officieel in gebruik

HUIJBERGEN – Het had wat voeten in de aarde maar uiteindelijk loont het geduld van de volhouder. Dat is wel van toepassing als het gaat om het nieuwe complex van voetbalvereniging Vivoo. Na ruim twee jaar werd op 25 oktober jl. het volledig vernieuwde Sportpark aan de Veenbes officieel geopend.

“Het is uiteindelijk toch de kroon op het werk van heel veel mensen die zich op tal van manieren hebben ingezet voor de realisatie van dit schitterend vernieuwde onderkomen. Het bouwproject heeft bloed, zweet en tranen gekost maar we zijn enorm trots op wat we met elkaar hebben neergezet. We hebben gewerkt met een taakstellend budget en alles geheel zelf gebouwd. Dankzij een groot netwerk aan sponsoren en vrijwilligers hebben we voor het beschikbare budget veel meer kunnen realiseren dan wanneer we alles hadden uitbesteed. Het heeft ons dus geen windeieren gelegd en we kunnen met Vivoo nu weer flink wat jaren vooruit”, zegt voorzitter Rob de Rond.

Het bouwproject stond onder auspiciën van Bouw Management Van Velthoven met oud-Vivoo-speler Sijmon van Velthoven aan het roer. “En zou zijn er nog heel mensen met een hart voor Vivoo betrokken geweest bij het bouwproject, net zoals we een ongekende groep vrijwilligers hebben gehad die keihard hun best hebben gedaan onder deskundig toekzicht van Jac Koolen. Maar we mogen ook zeker de mensen van Bergh Bouw en installatietechniek P. Jansen niet vergeten. Net als J&W Bouwpartners. Het eindresultaat is een toekomstbestendig complex, iets waar ook de gemeenschap van Huijbergen trots op kan zijn. Prachtige nieuwe kunstgrasvelden, gloednieuwe verlichting, een nieuwe kantine en kleedaccommodaties

Vivoo heeft de wind weer in de zeilen. Ook met de realisatie van de kantine, kleedlokalen en bestuurskamer ging het crescendo. “Bouwen in vooral mensenwerk, wat je samen moet doen. Er is keihard gewerkt door professionals van Bergh in combinatie met alle gewaardeerde vrijwilligers. Hierdoor is het project, ook door meedenken van, binnen de planning en budget gebleven. Het resultaat is een toekomstbestendige voetbal-accommodatie waar de vereniging nog jaren plezier van zal hebben. Iets waar Huijbergen trots op mag zijn!”.

Het nieuwe complex heeft op een positieve manier de afgelopen tijd zijn weerslag op de club gegeven. “We zijn voor het eerst, mede op aandringen van de spelers, overgestapt naar het zaterdagvoetbal. Dat heeft, in combinatie met het nieuwe complex, voor een aanwas aan nieuwe spelers gezorgd. Verder merken we ook dat er extra aantrekkingskracht is op sponsoren die zich aan de club willen verbinden. Daar zijn we uiteraard enorm blij mee en zegt ook hoe de club leeft bij veel mensen. Het is een bekroning voor jarenlang geduld en heel hard werk.”

Natuurlijk zijn er nog wat kinderziektes die stapje voor stapje moeten worden weggewerkt maar volgens de voorzitter is dat niet noemenswaardig en wordt dat geleidelijk gerealiseerd. Verder heeft de club voor de toekomst nog wel een aantal wensen. “Dat gaat dan om de parkeersituatie. Daar wordt naar gekeken hoe dat anders kan en moet. En verder? Misschien nog een stuk extra verduurzamen met zonnepanelen. Maar voorlopig zijn we vooral blij. En heel erg trots met wat we hebben gerealiseerd.”

Klik hier voor meer informatie over Vivoo
Klik hier voor meer artikelen over Vivoo

Arie Koppenhol is bij FC Oegstgeest benoemd tot erelid

0

Arie Koppenhol (70) is een geboren Rotterdammer en groeide op bij Xerxes, de club die in zijn jeugd nog betaald voetbal speelde. “Ik speelde er in de jeugd, en mijn beste vriend bij Excelsior. Op mijn veertiende verhuisden we beiden naar de Bollenstreek. Wij wilden samen gaan voetballen en mijn vader koos VV Oegstgeest op aanraden van de KNVB. Zo is het begonnen.”

Wat begon als een overstap op jonge leeftijd, groeide uit tot een leven lang verbondenheid. “Ik heb zeventien jaar in het eerste van VV Oegstgeest gespeeld. Ook nog twee jaar bij ARC op een hoger niveau, maar daar redde ik het net niet. En toen kwam ‘good old Arie Koppenhol’ weer terug,” lacht hij.

Voorzitterschap

Na zijn actieve voetbaljaren bouwde Koppenhol aan een carrière in de IT-wereld. “Ik heb veel internationale projecten gedaan, dus ik was veel onderweg. In 2002 kwam ik weer eens een wedstrijd kijken bij VV Oegstgeest. Ze hadden toen geen voorzitter en zeiden: ‘Arie, we hebben je nodig.’ Blijkbaar had het zo moeten zijn.”

Lang bleef hij niet voorzitter want zijn werk liet het niet toe. “Het was niet te combineren met mijn baan. Maar de club bleef trekken. Toen ik richting mijn pensioen ging, zocht ik vrijwilligerswerk. En na corona was er bij Fusieclub (FC) Oegstgeest weer behoefte aan een nieuw bestuur. Ik werd penningmeester.”

Erelid

Na drieënhalf jaar penningmeester te zijn, draagt hij het stokje over. “Het is serieus veel werk. De club is flinkgegroeid, de administratie ook. Bovendien heb ik vier kleinkinderen, een hoop hobby’s en het plan om Italiaans te leren. Op een gegeven moment moet je keuzes maken.”

De club zag dat anders en benoemde hem tot erelid. “Dat kwam echt als een verrassing. Mijn vader is hier vroeger ook erelid geweest. Dat ik dat mag herhalen, dat voelt bijzonder. Een stukje erkenning, maar vooral mooi dat je het met elkaar hebt gedaan.”

FC Oegstgeest staat er goed voor. “We zijn in drie jaar tijd met zo’n 25 procent gegroeid. Dat is fantastisch, maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. We zijn bezig met plannen voor extra kunstgrasvelden. En we willen padelbanen aanleggen om dat deels te financieren. Dat zou op de plek komen van de tennisbanen.”

“Het laat zien dat de club vooruit wil. En dat doen we met beleid. FC Oegstgeest is een nette vereniging, een veilige omgeving. We hebben weinig incidenten, en dat is prettig om te melden. Hier kun je je kinderen met een gerust hart laten voetballen.”

Als iemand weet hoe belangrijk vrijwilligers zijn, dan is het Koppenhol. “Zonder vrijwilligers bestaat geen enkele club. En wat ik hier mooi vind: het zit in het DNA van de vereniging. Mensen staan op, nemen verantwoordelijkheid, doen het voor elkaar. Dat gevoel wil ik vasthouden, ook nu ik geen penningmeester meer ben.”

Helemaal stilzitten zit er voor hem niet in. “Ik blijf zeker vrijwilligerswerk doen bij FC Oegstgeest. Alleen moet ik nog even kijken wat bij me past. Zolang ik gezond ben, blijf ik betrokken.”

Als je Koppenhol vraagt waar hij het meest trots op is, blijft hij even stil. “Het mooiste vind ik dat ik dit allemaal samen met anderen heb gedaan. Je kunt wel voorzitter of penningmeester zijn, maar zonder de mensen om je heen lukt het niet. Dat is wat FC Oegstgeest zo bijzonder maakt: het is een club van samen.”

Klik op FC Oegstgeest voor meer informatie over de club.

Stefan Fontijne geniet als jeugdtrainer bij Steenbergen

STEENBERGEN – Nooit had Stefan Fontijne verwacht dat hij als trainer op het voetbalveld zou komen te staan. Maar doordat zijn zoontje ging voetballen werd hij al snel enthousiast gemaakt. Inmiddels is hij alweer aan zijn tiende seizoen bezig en hoopt nog een paar jaar van zijn trainersrol te blijven genieten.

“Ik ben ooit begonnen toen mijn zoontje ging spelen bij Steenbergen. Dat was destijds in de JO7 en inmiddels ben ik met de groep meegegroeid nu naar de JO17. Dat is prachtig want je ziet zeker de laatste anderhalf jaar dat ze echt stappen maken. Technisch maar zeker ook tactisch in het veld. En dat is erg mooi om te ervaren als trainer. Maar wie mij destijds had gezegd dat ik al tien jaar op het trainingsveld zou staan als trainer die had ik niet geloofd. Want ik riep altijd dat dit niets voor mij zou zijn. Maar ja, je weet hoe dat gaat als je kinderen op voetbal gaan en je zelf altijd hebt gespeeld…. Dat klassieke verhaal is dus ook op mij van toepassing gebleken haha..”

Fontijne speelde zelf nooit voor een andere club dan NOAD’67 uit Sint-Philipsland. Maar de liefde deed hem uiteindelijk in Steenbergen belanden waar hij ging samenwonen met zijn vriendin. “Hoewel ik nooit gedacht had trainer te worden is het wel heerlijk om te zien hoe ze plezier in het spelletje hebben en hoe leergierig ze allemaal zijn. We zijn vorig jaar kampioen geworden zelfs in de vierde klasse en ook dit seizoen doen we het meer dan prima met z’n allen. Het zou helemaal mooi zijn mochten we erin slagen om met deze groep kunnen promoveren naar de tweede klasse. Zover is het nog niet maar we laten wekelijks zien dat we op dit niveau prima kunnen meestrijden om de prijzen.”

Samen met Roger van Poppelen en Matthijs van der Reest vormt Fontijne de staf. Drie vaders met voetballende zonen in de JO17-selectie. “We proberen zoveel mogelijk om elkaar zonen te coachen om ervoor te zorgen niet te streng te worden voor die van onszelf. Dat werkt goed en de sfeer in het team is echt goed te noemen. We hebben een mix van jonge talentvolle spelers en daarbij ook drie dispensatiespelers die héél graag bij deze spelersgroep wilden blijven. Dat zegt ook veel over hoe we met z’n allen op een positieve manier aan het werken zijn op het trainingsveld en in de competitie.”

Het nadeel voor een heel seizoen kunnen meestrijden bovenin kan volgens de trainer uiteindelijk liggen in de breedte van de groep. “We hebben maar in totaal de beschikking over veertien spelers. Dan mag er niks gebeuren op het vlak van blessures want dan heb je toch een probleem. Het is dus ook vooral zaak om iedereen fit te houden om het een heel seizoen te kunnen bolwerken met deze kleine selectie. Maar het gegeven dat tijdens trainingen meestal dertien van de veertien jongens aanwezig zijn dat laat zien dat ze graag voetballen en trainen. En het is ook mooi voor ons als trainer natuurlijk dat de manier waarop we samenwerken blijkbaar in de smaak valt bij de jongens.”

De geboren Fliplander wil nog een paar jaar genieten van zijn rol als jeugdtrainer. “Maximaal tot en met de JO19, want de ambitie om als seniorentrainer door te gaan die heb ik niet. Ik heb geen trainersdiploma en ben ook niet van plan die te gaan halen. Dus voor zolang het nu nog duurt blijf ik ervan genieten. En als mijn zoon dan naar de senioren gaat dan zal mijn rol overgaan in die van voetbalvader en supporter.”

Klik op VV Steenbergen voor de laatste artikelen over de club
Klik op VV Steenbergen  voor meer informatie over de club.

Bram Blom Cup 2026 bij VV Papendrecht

Op tweede paasdag 2026 organiseert Voetbalvereniging Papendrecht de derde editie van de Bram Blom Cup. Op maandag 6 april volgend jaar gaat VV Papendrecht opnieuw een groot voetbalfeest van het pupillentoernooi maken. Naast het voetbal wordt gezorgd voor muziek en verschillende stands alsook vermaak voor broertjes en zusjes. De intentie is om in poules van 7 teams te spelen. Voor iedere deelnemer is er een mooie medaille en voor de winnaars staat een prachtige beker klaar. Het programma is als volgt:

– JO8, JO9 en JO10: 9.00 – 12.30 uur
– JO11 en JO12: 13.00 – 16.30 uur

Voor de volgende categorieën kan worden ingeschreven:
– JO8: 4e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO9-1: 4e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO9-2: 5e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO10-1: 3e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO10-2: 3e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO10-3: 5e/6e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO11-1: 2e klasse (4 plaatsen vrij)
– JO11-2: 3e klasse (5 plaatsen vrij)
– JO11-3: 4e/6e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO12-1: hoofdklasse / 1e klasse (5 plaatsen vrij)
– JO12-2: 2e/3e klasse (6 plaatsen vrij)
– JO12-3: 4e klasse (6 plaatsen vrij)

Voor de toernooidag zijn scheidsrechters, vrijwilligers en sponsors nodig. Mocht u uw medewerking willen verlenen of nadere inlichtingen willen, dan kunt u contact opnemen met de toernooicommissie van VV Papendrecht: toernooien@vvpapendrecht.nl.

Overige informatie kunt u krijgen door op de volgende link te klikken:

https://www.tournify.nl/live/bramblomcup2026  >

Klik op vv Papendrecht voor meer informatie over de club.
Klik op vv Papendrecht voor meer artikelen over de club.

‘Een keer niet laatste eindigen zou voor ons geweldig zijn’

LEPELSTRAAT – Op zijn vierde begon Stefan Suijkerbuijk (20) ooit bij Lepelstraatse Boys in zijn woonplaats te voetballen bij de Mini’s. En tot de dag van vandaag draagt hij nog steeds het blauwe met wit. Inmiddels is hij overigens al vier jaar een vaste kracht in het eerste elftal van de vijfdeklasser. De middenvelder en zijn ploegmakkers hebben voor dit seizoen maar één doelstelling: ‘Een keer niet laatste eindigen zou voor ons geweldig zijn.’

De afgelopen jaren waren op sportief vlak voor de vijfdeklasser niet de meest in het oog springende. Dus de doelstelling valt zonder meer te begrijpen. “We hebben over het algemeen ook best een heel jonge ploeg en samen met mijn vrienden zijn we een aantal jaar geleden vanuit de jeugd allemaal doorgeschoven. Dat heeft er zeker voor gezorgd dat het gebrek aan ervaring ons regelmatig is opgebroken. Nu zijn we met een viertal jongens van toen nog over in de selectie en hebben we al vier jaar senioren in de benen. Nu is het dus hopelijk zo dat we dit seizoen wat plekjes hoger op de ranglijst kunnen bereiken.”

In Johan Nagtegaal, afkomstig van Melissant, staat er sinds deze zomer een nieuwe trainer voor de spelersgroep en dat heeft zeker ook een positief effect op de ontwikkeling van de ploeg tot nu toe. “Het is nog niet altijd terug te zien in de uitslagen maar we voetballen bij vlagen gewoon stukken beter dan voorheen. Alleen speelt de factor geluk ook niet altijd in ons voordeel. We laten zien dat we positioneel soms best aardig meedoen en krijgen ook kansjes maar die moeten we nog beter zien af te maken. Als dat gaat lukken dan ben ik er zeker van dat we ook onze punten gaan pakken.”

Waar vorig seizoen door een tekort aan spelers Suijkerbuijk vooral als spits zijn wedstrijden speelde, daar ziet hij zichzelf nu steevast terug op zijn favoriete positie als controleur op het middenveld. “Dat is toch wel meer mijn ding. Ik ben meer een speler die het moet hebben van de duels, ballen afpakken en ze daarna inleveren bij de ‘voetballers’ in ons team. Agressief dekken, duels winnen dat is mijn kwaliteit.”

Hoewel de resultaten de afgelopen seizoenen achterbleven heeft dat volgens Stefan geen invloed gehad op de sfeer. “Nee, daar hebben we wel voor gezorgd. Ik ben zelf een van de aanjagers om de gezelligheid en de sfeer erin te houden. Want dat is wel hetgeen wat ons de afgelopen jaren bij elkaar heeft gehouden én is de reden dat ik er na al die jaren nog altijd speel.”

Vanwege zijn werk in de ploegen is de middenvelder niet altijd aanwezig bij trainingen of wedstrijden, al probeert hij wel zoveel mogelijk te regelen om toch te kunnen voetballen. “Dat merk ik soms wel qua spelritme of zeker ook conditioneel. Daar werk ik aan en vind dat dit ook beter moet. Dat is overigens bij meer jongens het geval waardoor we in het laatste kwart van wedstrijden regelmatig tekort komen. En dat we als jonge groep ook meer het besef moeten hebben dat stevige stapavonden in het weekend niet altijd de beste voorbereiding zijn om wedstrijden te winnen. Gelukkig komt dat bij steeds meer jongens nu binnen. Sinds de start van de competitie laten we groei zien en dan groeit ook bereidheid om er dingen voor te laten soms. Hopelijk kunnen we nog wat blijven stijgen. Het feit dat we dit seizoen niet langer ‘kanonnenvoer’ zijn voor tegenstanders is misschien wel onze grootste overwinning tot nu toe.”

Klik op vv Lepelstraatse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Lepelstraatse Boys voor meer informatie over de club.

Niels van Wetten keerde na Feyenoord, Telstar en een Zweeds avontuur terug bij VVSB

0

“Ik zat in de F’jes bij Feyenoord. Mijn moeder en ik liepen samen naar de auto. Ik was een tosti aan het eten, zij droeg m’n tas. Mijn trainer, Erwin Pinas, kwam naar me toe en zei: ‘Jij bent de voetballer, dus je moet je eigen tas dragen.’” Zo kreeg Niels van Wetten (26) op jonge leeftijd een wijze les mee bij profclub Feyenoord. En zo zouden er nog veel meer wijze lessen volgen in de professionele voetbalwereld. Mede daarom ziet Van Wetten zijn avontuur in het profvoetbal puur en alleen als een mooie ervaring. “Dat Erwin Pinas dat tegen me zei, is me altijd bijgebleven. Je moet je eigen shit op orde hebben.”

In zijn jeugd heeft Van Wetten maar heel even voor VVSB gespeeld. Al vrij snel werd opgemerkt hoe talentvol hij was en werd hij opgepikt door Feyenoord. Als verdedigende middenvelder waande hij zich tussen namen als Orkun Kökcü en Tyrell Malacia. “Als kind heb je niet door dat zoiets speciaal is. Ik wilde gewoon lekker voetballen. Plezier hebben, dat is het belangrijkste. Mijn ouders hebben me daar ook altijd in gesteund en nooit te hard gepusht. Het ging hun ook om plezier.”

Van Wetten is zijn ouders en zusje die ook voetbalde  dankbaar. “Zo’n overstap naar Feyenoord had veel impact. Mijn ouders reden me drie, vier keer per week naar Rotterdam en haalden me weer op. Ik ging daar ook naar school. Alles draaide om voetbal. Maar ik heb er alleen maar goede herinneringen aan. Feyenoord was echt een mooie tijd.”

Hij schopte het tot en met de A1. Omdat er destijds geen Jong Feyenoord of Onder 23-elftal was – en Van Wetten niet het niveau had voor het eerste elftal – maakte hij de overstap naar Jong ADO Den Haag. “Ik wist dat ik niet goed genoeg was voor Feyenoord 1 en een aantal jongens van mijn team gingen naar Jong ADO. Het voelde als een logische keuze om daar ook heen te gaan.”

Bij ADO speelde hij twee seizoenen, waarna hij naar Telstar vertrok. “Dat was mijn eerste stap in het echte profvoetbal. Ik kwam uit de jeugd, dus dat is totaal anders. Ik heb veel geleerd van Andries Jonker, die toen trainer was. Alleen scheurde ik na anderhalf jaar mijn meniscus af. De nieuwe trainer zag het niet meer in me zitten, maar ik wilde hem het tegendeel bewijzen. Achteraf had ik beter iets nieuws kunnen zoeken, want dat seizoen heb ik amper minuten gemaakt.”

Avontuur in Zweden

De ervaring leerde hem dat geluk in voetbal niet vanzelfsprekend is. Toch koos Van Wetten niet voor de makkelijke weg. Hij vertrok naar Zweden. “Ik wilde iets nieuws, een avontuur. Zeven maanden ben ik daar geweest. Ondanks dat het Scandinavië is, is het leven daar echt anders. Het begon daar een keer om half drie ’s middags al te schemeren. Je leeft in een totaal ander ritme. Maar ik ben best ondernemend, ging eropuit, koffietentje pakken, nieuwe mensen leren kennen. Ik voelde me nooit eenzaam.”

Na Zweden volgde een halfjaar bij Katwijk. “Ik speelde minder dan ik had gehoopt, dus besloot ik om voor VVSB te kiezen. Nu speel ik alweer mijn tweede seizoen hier. Het voelt alsof de cirkel rond is. Ik heb hier altijd warme gevoelens voor gehad. Toen ik nog bij ADO zat, was ik jeugdtrainer bij VVSB en ik ben ook nog anderhalf jaar hoofd jeugdopleiding geweest. Dat was ook erg leerzaam om te doen.”

Als je hem vraagt of hij ergens spijt van heeft, schudt hij zijn hoofd. “Nee, totaal niet. Ik weet dat ik het maximale eruit heb gehaald. Ik heb altijd op mijn voeding gelet, alles gedaan wat moest. Voeding, extra trainen, levensstijl. Misschien had het anders kunnen lopen. Met de juiste trainer, op het juiste moment pieken – een beetje geluk – weet je niet hoe het gelopen was. Wat ik over heb gehouden, zijn vriendschappen, ervaringen en lessen die ik meeneem in het leven. Hoe je met tegenslagen omgaat, discipline, doorzettingsvermogen. Dat zijn dingen die je in het ‘echte’ leven nodig hebt. Neem bijvoorbeeld die les van Erwin Pinas: hij leerde me dat je je eigen shit op orde moet hebben.”

Klik op VVSB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVSB voor meer informatie over de club.

Spirit pakt zwaarbevochten zege in topper tegen Pelikaan

0

In een duel dat vooraf als topper werd bestempeld, heeft Spirit een belangrijke zege geboekt op Pelikaan. Kort na rust maakte Daniël van der Zwan het enige doelpunt van de middag en kroonde zich tot matchwinner: 1-0.

Felle start en kansen over en weer

Beide ploegen wisten dat verliezen geen optie was in de achtervolging op koploper Hardinxveld. Pelikaan begon sterker en kreeg opvallend veel ruimte. Een vroege poging vloog over het doel van Sean Luthart, en na een kwartier leek de 0-1 in de maak, maar de vlag ging terecht omhoog voor buitenspel.

Spirit kwam gaandeweg beter in het spel en zocht met verzorgd voetbal de aanval. Pogingen van Ruben Slooff en Levi de Jong werden echter eenvoudig gepakt door de solide Pelikaan-defensie.

Ophef zonder doelpunten voor rust

Na ruim een half uur raakte Pelikaan via een vrije trap de lat. Aan de overkant schoot Slooff net voorlangs. Kort voor rust ontstond commotie toen Pelikaan een strafschop eiste, maar de scheidsrechter zag dat doelman Luthart eerst de bal speelde. Spirit kreeg daarna zelf nog kansen, maar Slooff en Advocaat kwamen net tekort.

Van der Zwan beslist het duel

Direct na rust sloeg Spirit toe. Een mooi uitgespeelde aanval belandde bij Daniël van der Zwan, die hard en zuiver binnenschoot: 1-0.

Pelikaan probeerde vervolgens druk te zetten, maar fouten bij Spirit werden nooit afgestraft. Luthart corrigeerde een mislukte terugspeelbal op tijd en een foutje van Slot liep goed af. Aan de andere kant bleef Spirit gevaarlijk, al leverden kansen voor Slooff, De Jong en Nobel geen tweede treffer op.

Stand bovenin en onderin

Door de winst stijgt Spirit naar plek twee. Hardinxveld is de grote winnaar van het weekend met een overtuigende 1-10 zege op IJsselmonde en gaat als ‘winterkampioen’ de pauze in. Pelikaan zakt naar de derde plaats, één punt achter Spirit.

De strijd om plek vier is bijzonder spannend: Perkouw, EBOH, Drechtstreek en Overmaas hebben allemaal hetzelfde puntenaantal. Onderaan lijkt Rijsoord de weg omhoog te hebben gevonden na twee overwinningen op rij. De Alblas, IJsselmonde en Rijsoord zitten dicht bij elkaar in de strijd tegen nacompetitie.

Vooruitblik: derby tegen Perkouw

Volgende week wacht de regioderby tegen Perkouw. De ploeg uit Berkenwoude, waar meerdere oud-Spirit-spelers actief zijn, kijkt al weken uit naar dit duel.

Klik op VV Spirit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Spirit voor meer informatie over de club.

Axel Wendt (Noordwijk): “Ik weet wat ik kan en ik twijfel daar niet aan”

0

Hij praat rustig, maar elke zin zit vol overtuiging. Axel Wendt (29) is niet iemand die zich laat leiden door twijfel. “Ik weet wat ik kan. Ik ben op technisch gebied misschien niet de beste van het team, maar ik weet dat ik een wedstrijd om kan draaien. Ik speel met lef en power.”

Na vier seizoenen bij FC Aalsmeer is Wendt afgelopen zomer teruggekeerd bij zijn oude club Noordwijk. Sommigen zagen het niet in mij zitten, anderen wel. “Ik wilde graag terug en ben blij dat het nu gebeurd is.”

Groeien in rust en mentaliteit

Wie Wendt nu spreekt, hoort een volwassen, rustige man met een duidelijke drive. “Vroeger had ik wat meer moeite met teleurstellingen en vonden mensen mij lastig. Als ik wissel zat, liet ik dat merken. Dan was ik chagrijnig. Maar tegelijk wilde ik altijd laten zien dat ik goed kon voetballen, dat ik het verschil kon maken. Dus zorgde ik er wel voor dat ik hard werkte en op de training een doelpuntje maakte.”

Inmiddels ben ik ouder en rustiger geworden. Ik heb geleerd dat ik de enige ben die verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld mijn basisplek. Vroeger vond ik dat lastig en legde ik de schuld bij tegenslagen te snel bij een ander. Als ik vroeger aan de kant werd gezet, ging ik verhaal halen. Nu steek ik die energie liever in mezelf verbeteren en hard werken. Aan het begin van dit seizoen moest ik fit worden en speelde ik een paar wedstrijden met de Onder 23. Ik werkte daar keihard en maakte zes doelpunten. Daardoor zit ik nu weer bij het eerste. Dat voelt goed.”

Nadat Wendt in 2020 Noordwijk verliet, speelde hij bij FC Rijnvogels en daarna bij FC Aalsmeer. Toen Wendt daar kwam, speelde de club nog in de tweede klasse. “Ik was verhuisd naar Amsterdam en wilde wat dichterbij, bij FC Aalsmeer, spelen. In het begin dacht ik echt: waar ben ik terechtgekomen? Maar we hadden een leuke groep, goede spelers, en uiteindelijk promoveerden we twee keer in vier jaar. Het was een mooie tijd. De mensen daar hebben me echt opgenomen, ik heb er vrienden aan overgehouden.”

Zijn prestaties bij Aalsmeer trokken de aandacht. “Pieter Vink, die nu bij de technische commissie van Noordwijk zit, had dat gezien. En zo ging het balletje rollen. Noordwijk wilde toch weer praten. En ja, voor mij was het vanzelfsprekend om terug te keren.”

Start met tegenslag

Zijn tweede periode bij Noordwijk begon niet vlekkeloos. “In de zomer liet ik mij opereren aan een breuk in mijn arm, daardoor miste ik de hele voorbereiding. Dan weet je dat je een achterstand hebt. Maar ik dacht: komt wel goed, ik ga gewoon spelen en een aandeel hebben in het elftal. Nadat ik dus in drie wedstrijden in de O23 zes keer had gescoord, kwam ik bij het eerste.”

Tot zijn eigen verrassing niet op het middenveld, maar in de spits. “Ik ben altijd middenvelder geweest, dus ik moest even schakelen. De jongens zijn blij dat ik speel, en ik merk dat ik het team iets kan brengen. Ik hoop dat ik blijf staan en dat we als team snel weer de weg omhoog vinden.”

“Ik houd niet van saai voetbal”

Wendt speelt met bravoure. “Ik houd niet van saai voetbal. Ik schiet liever van veertig meter op doel dan dat ik de bal breed leg. Als het fout gaat, dan gaat het fout. Maar ik wil het proberen. Ik wil impact hebben en plezier maken.”

Bij Noordwijk heeft Wendt het naar zijn zin. “De club voelt als thuis. De verzorger, de kantinejuf, de mensen langs de lijn, ik ken ze allemaal. Als ik door de winkelstraat loop, vragen mensen hoe het gaat met de voetbal, dat geeft een warm gevoel.”

Klik op VV Noordwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Noordwijk voor meer informatie over de club.

Nieuwenhoorn te sterk voor NSVV

0

Zoals vorige week al aangekondigd, een lastige uitwedstrijd tegen het hooggeplaatste Nieuwenhoorn. Die verwachting is ook uitgekomen. Nieuwenhoorn nam direct het initiatief en dat was meteen het beeld van de eerste helft. NSVV beperkte zich vooral tot tegenhouden, wat overigens goed lukte. Pas na ruim 20 minuten spelen creëerde Nieuwenhoorn de eerste echte kans. Zoals zo vaak was Jarmo Hartgers op zijn post. Nieuwenhoorn bleef aandringen maar tot echt doelgevaar leidde dat niet. 

Bijzonder moment, nog voor rust, was de beslissing van de scheidsrechter om Peter Jan Cazander niet zijn tweede gele kaart te geven, bij een overtreding die normaal gesproken zeker met geel bestraft wordt. NSVV ging rusten met een gelijke stand, wat op dat moment niet onverdienstelijk was.

De meegereisde aanhang van NSVV was amper uit de kantine, of de bal lag op stip. Een lichte overtreding van Boyd van Andel was in de ogen van de scheidsrechter aanleiding om Nieuwenhoorn in het zadel te helpen. Niemand van NSVV begreep daar iets van. De strafschop werd onhoudbaar binnengeschoten. 

Niet veel later, nota bene uit een vrije trap van NSVV, volgde de 2-0. Christian Bellassai speelde de bal iets te zacht terug op Kjetil Mol waardoor Bradley Peek 

vrije doortocht kreeg naar Jarmo Hartgers en zo zijn tweede van de middag kon laten aantekenen. 

Na meerdere wissels aan beide kanten kreeg NSVV meer ruimte en kwam vaker in de buurt van het doel van Nieuwenhoorn. Christian Bellassai was nog dichtbij een aansluitingstreffer, zijn kopbal belande echter op de paal.

Waar Nieuwenhoorn eenvoudig aan een strafschop kwam werd NSVV er een onthouden na een overtreding op de doorgebroken Christian Bellassai. De scheidsrechter oordeelde van ver dat de overtreding net buiten de zestien was gemaakt!

Vermeldenswaardig is nog dat Finn Langerak in blessuretijd een zeer twijfelachtige tweede gele kaart kreeg en dus met rood kon vertrekken.

Op de overwinning van Nieuwenhoorn was overigens niet veel af te dingen, al kwamen ze wel heel gemakkelijk aan de doelpunten.

Klik op NSVV voor meer informatie over de club.
Klik op NSVV voor meer artikelen over de club.

Professionele taferelen bij BSM: Spelers krijgen auto van de club

0

Vijf volwassen kerels gepropt in een felgroene Renault R5 met het clublogo van BSM erop. Stickers van sponsors plakken op de deuren, sporttassen op schoot en vooral veel gelach. Elke dinsdag, donderdag en zaterdag rijdt het autootje vanuit Amsterdam naar Bennebroek. “Hij staat bij mij voor de deur,” lacht aanvoerder Quinte Lammerse (26). “Zo kan ik hem elke dag bewonderen.”

Je zou kunnen zeggen dat de auto meer dan een vervoersmiddel is. Het is een symbool van vriendschap. Lammerse woont in Amsterdam samen met teamgenoot Damian de Jong. De andere drie jongens (Leandro Tol, Tom Hortensius en Cas Hortensius) die meerijden wonen verspreid door de stad. “We kennen elkaar al sinds kleins af aan. We hebben in de F’jes samen met elkaar gevoetbald en nu wonen we allemaal in Amsterdam. Maar BSM is ons ding. Daar zijn we samen groot geworden, dus rijden we nog steeds elke week terug.”

Wie ooit met het openbaar vervoer van Amsterdam naar Bennebroek moest, weet: dat is geen pretje. “We hebben dat een tijdje geprobeerd. Soms konden we dan in Hoofddorp worden opgepikt door wat teamgenoten, maar alsnog was je meer dan een uur onderweg. Op een gegeven moment waren we daar klaar mee.”

De oplossing werd aangeboden door bestuursleden Michel Rijkelijkhuizen Martijn van Kampen. “Martijn uit het bestuur werkt bij een Renault-dealer. Hij zei: ‘Wat als we een auto regelen voor jullie?’ Dat hebben we toen als club gedaan. We leasen die auto en betalen een berag per maand. Dat geld hebben we bij elkaar gesprokkeld door zelf sponsors te zoeken. We hebben mensen proberen te vinden buiten het sponsorbestand van BSM. Dat is gelukt en nu staan ze allemaal met een sticker op onze auto.”

De felgroene R5 wordt niet alleen gebruikt voor trainingen. Bij uitwedstrijden wordt hij zo nu en dan gesignaleerd op de weg voor de spelersbus. “Dat was machtig” lacht Lammerse. “Afgelopen seizoen speelden we de finale van de nacompetitie. Er was een bus geregeld, maar wij reden met die auto voor de bus uit. Vijf man erin, allemaal lange jongens, in dat kleine autootje. Een geweldig gezicht.”

Van luie spits tot aanvoerder

Lammerse speelt al sinds zijn derde bij BSM. “Mijn zus wilde op voetbal, maar dat mocht alleen van mijn vader als ik ook op voetbal ging. Dat wilde hij graag. Vandaar dat ik al sinds mijn derde rondbazuin op de club. Op mijn zestiende mocht ik al wat invalbeurten maken bij het eerste. Sinds mijn zeventiende stond ik vast in de spits. Toen was ik nog wel een luie spits hoor,” grinnikt hij. “Inmiddels weet ik dat er iets meer bij komt kijken dan alleen maar balletjes afwachten..”

Inmiddels is Lammerse aanvoerder van het eerste elftal. “Je moet je niet anders gaan gedragen omdat je die band draagt. Ik coach van nature al veel. Maar ik moet eerlijk zeggen: als je hier al 23 jaar rondloopt, dan is het gewoon mooi om dat bandje te dragen. Daar ben ik toch wel trots op.”

Van zondag naar zaterdag

BSM maakte afgelopen zomer de overstap van de zondag naar de zaterdag. “Qua niveau is het iets hoger, maar dat maakt het juist leuker. We moeten in eerste instantie gewoon voor handhaving gaan.” Zelf heeft hij een helder doel. “Twintig doelpunten. Dat vind ik altijd een mooi rond getal. De ene keer haal ik het, de andere keer zit ik er net wat onder. Met 22 wedstrijden dit seizoen zou ik tevreden zijn als ik er 20 kan maken.”

Klik op BSM voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSM voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.