Home Blog Pagina 6

‘Ik ga eerst leren en kijken hoe het bevalt’

Het begon als een grapje, maar werd al snel serieus. En dus staat oud-speler Thomas Vergunst sinds dit seizoen als trainer voor de groep van het tweede van Be Ready. Iets wat hij zelf eigenlijk ook nooit had verwacht. “De voetbal kriebelde ergens toch nog een soort van.”

Voetbal waar Vergunst (35), na jaren bij SCO, VVO én Be Ready, een seizoen of drie geleden mee was gestopt. “Je krijgt op een gegeven moment kinderen en andere dingen aan je hoofd.” Maar helemaal afscheid nemen van het spelletje, kon hij dus niet. “Ik voetbal van kleins af aan, dan blijft het kriebelen. Op deze manier, kan ik toch mijn passie in leven houden.” Als trainer van het tweede elftal dus. “Eigenlijk is dat spontaan ontstaan, tijdens een wedstrijd van de Be Ready Legends. Ze zochten nog een trainer en ik ben best wel een grappenmaker, dus zei: misschien krijg ik ze wel aan het voetballen.”

Nieuwe wereld

Grapje of niet, het balletje begon te rollen. “Ik had er tot op dat moment nog nooit zo over nagedacht, maar toen zijn we in gesprek gegaan. Met de TC en Jurgen (Havermans), trainer van het eerste.” En met succes. “Be Ready is wat dat betreft een nieuwe weg ingeslagen, met veel jongens van de club. Daar wil ik mijn steentje aan bijdragen.” Zeker nu zijn oudste naar school gaat en Vergunst iets meer tijd over heeft. Tijd, om dingen te leren, legt hij uit. “Ik heb helemaal geen ervaring als trainer, dus die hoop ik op deze manier op te doen.” In samenwerking met Havermans dus. “Op dinsdag trainen we samen en ben ik assistent van Jurgen. Op donderdag trainen we apart, maar helpt hij mij soms wel met uitzetten. En bij het eerste, neem ik de spitsen voor mijn rekening.”

Kortom, er gaat een compleet nieuwe wereld voor Vergunst open. “Ik heb geen papieren, alleen ervaring van het zelf voetballen. Verder ga ik mee onder de vleugels van Jurgen. Wie weet wat daaruit kan komen.” Voorlopig, bevalt het hem in ieder geval goed. “Het is heel erg leuk! Maar dat komt ook door de groep. Het zijn veel jonge gasten, die voor elkaar willen werken en genoeg potentie hebben. Dat stimuleert natuurlijk. Daarnaast is het echt een team.” Aan de onderlinge gezelligheid, ligt het dan ook niet. Nu nog presteren op het veld. “Er zit veel voetbal in, nu is het zaak om op elkaar ingespeeld te raken. Dan gaat het lopen. Scoren doen we altijd, het zit hem alleen in de omschakeling.” Want uiteindelijk, heeft Vergunst één doel: “Jongens van het tweede, moeten een meerwaarde worden voor het eerste.”

Een mening

Hoe hij dat voor elkaar gaat krijgen? “Met veel pass- en trapvormen en positiespelletjes. Ik ben een zeer fanatieke trainer, echt een voetbaldier in hart en nieren. Dat probeer ik op een ludieke en grappige manier over te brengen. En volgens mij, werkt dat.” Toch heeft Vergunst over zijn verdere ambities in het trainersvak, nog niet al te veel nagedacht. “Ik laat het allemaal een beetje op me af komen en ga eerst kijken hoe het bevalt. Stap voor stap.” Want, zo lacht de voormalig jeugdspeler van Willem II en NAC.

“Als speler zat dat totaal niet in me. Ik was niet op mijn mondje gevallen, dus had altijd over alles een mening. Daardoor was ik het vaak niet eens met de trainer.” Een eigenschap die de oud-spits stiekem toch een beetje over probeert te brengen op zijn spelers. “Je moet overtuigd zijn van je eigen kwaliteit. Ik wist voor een wedstrijd altijd honderd procent zeker dat ik zou gaan scoren.” Of de inwoner van Oosterhout dat ook ooit als trainer bij een andere club wil gaan doen, weet hij nog niet. “Die jongens nemen hier nu echt wat van me aan, omdat je toch een soort clubicoon bent. Na jaren in het eerste, kijken ze tegen je op. Dat maakt het voor mij wel leuker. Ik weet niet hoe dat bij een nieuwe groep zou zijn. En ik ben natuurlijk best wel een typetje…”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Veteranen bouwen af bij Dongen 2: “Ze spelen niet graag tegen ons”

Bij VV Dongen draait het al ruim een eeuw om saamhorigheid, dorpstrots en herkenbare gezichten. Dat geldt niet alleen voor het vlaggenschip in de Vierde Divisie, maar zeker ook voor het tweede elftal. Daar voetbalt een mix van ervaren spelers en oud selectieleden die het spelletje nog lang niet kunnen laten. “We zijn begonnen als een vriendenteam,” vertelt Rens Evers, speler van Dongen 2 en lid van de technische commissie. “Maar inmiddels zijn we een van de sterkste teams in onze klasse.”

DORPSCLUB MET KARAKTER

Evers kent de club door en door. “VV Dongen is en blijft een echte dorpsclub,” zegt hij. “Iedereen kent elkaar, veel jongens komen hier al van jongs af aan over het terrein. De club heeft een tijd gehad waarin het wat minder liep, maar dat trekt gelukkig weer aan. Je merkt dat de prestaties van het eerste elftal en de betrokkenheid van de jeugd weer groeien.” Die betrokkenheid zit diep in het DNA van de club. “Vroeger was VV Dongen hét ontmoetingspunt van het dorp, dat leeft nog steeds. Veel kinderen van oud-spelers voetballen hier nu zelf weer. Dat geeft continuïteit en zorgt voor een herkenbaar gezicht.”

ERVARING IN OVERVLOED

Dongen 2 is een ploeg met een flinke bak ervaring. “Als we ergens komen, hoor je vaak: ‘Moeten we tegen díé mannen spelen?’” lacht Evers. “We hebben veel jongens die op hoog niveau hebben gevoetbald. Namen als Rémon Koenen en Sander de Bont zeggen hier genoeg. Dat zijn spelers die jarenlang in het eerste hebben gespeeld en nog steeds fanatiek zijn.” Het niveau is dus hoog, maar de sfeer blijft gemoedelijk. “We zijn nog steeds een vriendenteam. Iedereen doet zijn beurt als grensrechter, iedereen wisselt op zijn tijd – ook de beste spelers. Het gaat bij ons om het samen voetballen, niet om prestatiedrang. Maar als het fluitje gaat, wil niemand verliezen. Dat zit er bij ons allemaal nog in.”

Toch is Dongen 2 geen opleidingsteam voor het eerste elftal. “Nee, absoluut niet,” zegt
Evers resoluut. “We zijn echt een losstaand team. Jongens die nog de ambitie hebben om
naar het eerste te gaan, komen niet bij ons terecht. We trainen misschien één keer in de twee weken, als het uitkomt. We hebben allemaal gezinnen, banen, verplichtingen. Dat maakt het ook zo mooi: we doen dit puur uit plezier.” De balans tussen gezelligheid en prestatie is volgens Evers precies wat Dongen 2 bijzonder maakt. “We spelen in de eerste klasse en doen daar goed mee. Als iedereen fit is, kunnen we gewoon kampioen worden. Maar als er een paar geblesseerd zijn of weekendjes weg, dan merk je dat meteen. We zijn afhankelijk van wie er op zondag kan.”

HECHTE GROEP

De selectie van Dongen 2 blijft grotendeels stabiel. “We selecteren zelf,” legt Evers uit. “We kijken elk jaar wie stopt, en dan zoeken we er één of twee bij die goed passen in de groep. Dat zijn vaak jongens die we al kennen uit de club of het dorp. Het moet klikken, dat is belangrijker dan of iemand vroeger in het eerste heeft gespeeld.” De chemie binnen de groep blijkt ook buiten het veld. “We hebben paar vaste vriendengroepen binnen het team. Soms zijn er op zaterdagavond vijf of zes op vriendenweekend, dan staan we de dag erna met tien man. Maar dat hoort erbij. De sfeer is altijd goed.” ‘We spelen om te winnen, maar niet om koste wat kost kampioen te worden’.

Ambities zijn er zeker, maar niet ten koste van alles. “We willen graag winnen, natuurlijk,” zegt Evers. “Maar we wisselen bewust door, iedereen speelt. We hoeven niet per se kampioen te worden, want dan zouden we richting de hoofdklasse moeten. Dat levert vooral langere reizen op, daar zitten we niet echt op te wachten.” Het is precies die nuchtere houding die VV Dongen typeert. Een club waar prestaties belangrijk zijn, maar plezier nog altijd de boventoon voert. “We hebben allemaal al onze kilometers gemaakt,” besluit Evers. “Nu genieten we van het spelletje, van elkaar en van die zondagmiddag. Dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait.”

Klik hier voor meer artikelen over VV Dongen
Klik hier voor meer informatie over VV Dongen

‘Ik probeer er als trainer voor iedereen te zijn’

Een nieuwe uitdaging, andere tegenstanders en een hoger niveau. Na een seizoen als hoofdtrainer van de JO17, is Stijn Visser dit jaar bij Kozakken Boys actief als assistent-trainer van de JO19. En dat was een bewuste keuze, zo legt hij uit. “Je staat wat makkelijker tussen de spelers.”

Een rol die hem naar eigen zeggen goed ligt. “Ik ben heel erg van de verbinding. Mijn kracht zit hem vooral in het sociale.” Als assistent-trainer van de JO19, voelt Visser (25) zich voorlopig dan ook als een vis in het water. “Spelers kijken anders tegen je aan en je kunt wat vrijer in de groep staan.” De samenwerking met hoofdtrainer Corjan Vos, verloopt dan ook voorspoedig. “Het is heel fijn om assistent te zijn, als dat samen met een goede trainer die tactisch sterk is.”

Beter zien worden

Toch beschikt ook Visser zelf, inmiddels over aardig wat ervaring. Een jaar of tien, om precies te zijn. “Ik ben ooit bij de JO12 van Kozakken Boys begonnen en heb daarna alle teams op groot veld gehad.” Waaronder dus vorig seizoen de JO17. Als hoofdtrainer. “Twee jaar geleden was ik assistent-trainer van de JO15, maar het jaar daarna, hadden ze geen trainer bij de JO17. Toen ben ik dat gaan doen.” Wat is het grootste verschil met zijn huidige rol? “Ik hoef me nu niet met alle randzaken bezig te houden, dat is wel lekker. En het kost toch iets minder tijd, ook dat vind ik wel prettig.” Al scheelt dat misschien ook weer niet al te veel, lacht Visser. “Corjan en ik doen heel veel samen. We bespreken eigenlijk alles.” Een passie, die vrij toevallig ooit eens begon. “Een broertje van een vriend van mij had geen trainer, toen vroeg hij of ik het niet wilde doen.” En zo geschiedde. “Ik vind het mooi om die gasten beter te zien worden én om ze plezier te zien hebben.” Bijvoorbeeld door allerlei trainingen te bedenken. “Dat vind ik leuk om te doen! Als ze daar dan ook wat van opsteken, geeft dat veel voldoening.” Zeker als er op zaterdag wordt gewonnen. “Uiteindelijk wil je samen resultaat halen. Op het moment dat dat lukt als team, is het niet erg om er veel tijd in te steken.” Want assistent of niet, dat doet Visser met liefde. “Ik vind het vooral heel leuk om training te geven en op het veld te staan.” Iets minder autoritair dan voorheen, lacht de inwoner van Werkendam. “Als hoofdtrainer had ik dat meer, nu ben ik een stuk rustiger!”

Gevoelsmens

Bij de club waar Visser al bijna zijn hele leven komt. “Ik moest eerst mijn zwemdiploma halen, maar ik had een bloedhekel aan zwemmen. Dus ben ik hier uiteindelijk op mijn zesde begonnen met voetballen.” De verdediger doorliep vervolgens alle standaardteams en kwam uiteindelijk via de JO19-2, in een vriendenteam terecht. “Eerst het vijfde en het vierde, nu het derde. Als rechtsback of centrale verdediger.” Kozakken Boys is voor Visser dan ook meer dan alleen het spelletje. “De waardering, het tussen de mensen, daarom vind ik het zo’n fijne club. Ik ben een gevoelsmens en houd van gezelligheid. In de kantine, tijdens de derde helft of even een praatje maken. Je kent ondertussen iedereen.” Heel gek, is dat zeker in zijn geval ook niet. “Ik ben als bestuurslid ook actief voor de ‘Club van 50’ en ik zit in het bestuur van de supportersvereniging.” Maar naast het organiseren van verschillende activiteiten, staat Visser uiteindelijk toch het liefste lekker op het veld. “Ik probeer als trainer een verbinder te zijn, er te zijn voor iedereen en te zorgen voor een goede sfeer. Al kan ik soms wat te direct zijn.” Hoe zit het met zijn verdere ambities? “Ik heb nu nog niet echt de ambitie om een eerste elftal te gaan doen, maar misschien komt dat geleidelijk. Mijn UEFA B zou ik wel graag willen halen, dus we zien het wel met de tijd.” Aan fanatisme, in ieder geval geen gebrek. “Vroeger schreef ik oefeningen op, die ik deed als speler. En tegenwoordig kijk ik ook naar trainingen van het eerste. Ik vind het echt heel knap van Ruud Brood, hoe hij hier de rust heeft teruggebracht.” Maar ook standaardsituaties, volgt hij op tv met extra aandacht. “Hoe doen profclubs dat? Dat vind ik interessant om te zien.” Kortom, genoeg om bij Kozakken Boys in de praktijk te brengen. “Ik woon op vijf minuten lopen van het veld, dus voorlopig zit ik hier goed!”

Klik op Kozakken Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Kozakken Boys voor meer informatie over de club.

Vrienden, voetbal en Mallorca: het tweede elftal van OVV’67 leeft op het veld én daarbuiten

Het tweede elftal van OVV’67 is niet zomaar een team. Het is een hechte vriendengroep die al jaren samen op het veld staat, en waar plezier, competitie en een flinke dosis gezelligheid hand in hand gaan. Speler Bart Bergers, zelf al vanaf jonge leeftijd lid van de club, vertelt hoe dit bijzondere team het hart van OVV’67 vormt.

“Ik ben vanaf mijn zesde bij OVV’67 begonnen, samen met bijna alle jongens uit mijn klas,” zegt Bart. “Het grappige is dat veel van die jongens nog steeds spelen, of op een andere manier betrokken zijn. Het voelt een beetje als familie.” Door de jaren heen is het team veranderd, spelers komen en gaan, maar de kern van het tweede elftal blijft hetzelfde: een groep vrienden die er samen voor gaat, zowel op als naast het veld.

Bart omschrijft zichzelf als een voetballer die altijd zijn best doet. “Ik ben niet de beste speler, dat weet ik ook wel, maar ik geef altijd honderd procent. Ik speel vaak op het middenveld, een beetje een kuitenbijtertje, en probeer mijn steentje bij te dragen aan het team.” Het tweede elftal van OVV’67 kenmerkt zich volgens hem vooral door het plezier dat er op het veld heerst. “Het gaat niet alleen om winnen. Het gaat om de lol, het lachen met elkaar en de sfeer. Natuurlijk probeer je wedstrijden te winnen, maar het sociale aspect staat centraal.”

OVV’67 zelf is een typische dorpsclub, met een warme, gemoedelijke sfeer waar iedereen elkaar kent. “Wat ik belangrijk vind zijn de feestjes,” vertelt Bart. “Dat is niet onbelangrijk, want we spelen niet op het hoogste niveau. Het gaat om de gezelligheid en de sociale binding. Er zijn hier een paar vriendenteams, en dat maakt de club alleen maar leuker.” Het tweede elftal is daar een schoolvoorbeeld van: een mix van oude bekenden en nieuwe spelers uit de regio, die samen de balans vinden tussen competitie en plezier.

Een van de grappige tradities van het team is de boete pot. Kleine overtredingen zoals te laat komen, vergeten sokken of bierverspilling worden door de spelers financieel bestraft. “Het is echt een manier om geld in te zamelen voor een teamuitje,” legt Bart uit. “Vorig jaar zijn we naar Hamburg geweest, hebben we een paar Duitse steden bezocht en er een heel weekend van gemaakt. Alles voor het goede doel, maar vooral om samen plezier te hebben.” De boete pot stroomt gestaag, met een huidige stand van ongeveer 800 euro, en het team houdt het strak bij via een app.

Sportief gezien gaat het tweede elftal goed. Momenteel staan ze tweede in hun competitie, net achter Right Oh. “We hebben natuurlijk het kampioenschap nog in het vizier,” zegt Bart. “Het is een uitdaging, maar we hebben er alle vertrouwen in als we blijven voetballen zoals we nu doen.” Ondanks dat het niveau soms wat zwaarder is en het aantal wedstrijden is toegenomen, weet het team met zijn ervaring en cohesie de competitie goed te doorstaan.

Wat het tweede elftal van OVV’67 zo uniek maakt, is volgens Bart het sociale aspect. “Het leukste aan een vriendenteam is het plezier op het veld, maar ook voor en na de wedstrijd. Als je elkaar goed kent, kun je altijd lachen. Dan maakt het niet uit of je wint of verliest. Zelfs na een teleurstellende wedstrijd is het in de kantine altijd gezellig.” Het is precies deze combinatie van inzet, sportiviteit en vriendschap die het team zo bijzonder maakt binnen OVV’67.

Voor OVV’67 betekent het tweede elftal meer dan alleen voetbalwedstrijden. Het is een bindmiddel voor de club, een team dat tradities in stand houdt en tegelijkertijd nieuwe herinneringen creëert. Bart Bergers en zijn teamgenoten laten zien dat voetbal op amateurniveau niet alleen gaat om winnen, maar vooral om samen zijn, plezier hebben en het onderhouden van vriendschappen die soms tientallen jaren meegaan.

Met een goed gevulde boete pot, een vrolijke sfeer en de ambitie om bovenaan de competitie te eindigen, laat het tweede elftal van OVV’67 zien dat vriendschap en voetbal hand in hand gaan. Of ze aan het einde van het seizoen op Mallorca staan, zoals beloofd bij een kampioenschap? “De kans is reëel,” lacht Bart. “Maar bovenal blijven we genieten van elke wedstrijd, samen met vrienden, op en naast het veld.”

Klik op de link voor meer artikelen over OVV’67
Klik op de link voor meer informatie over OVV’67

Irene’58 snakt naar nieuw complex

DEN HOUT – Bij Irene’58 in Den Hout groeit de frustratie met de dag. De club is al jarenlang in afwachting van een nieuw complex, maar ziet het project telkens opnieuw vertragen door procedures en vertragingen op bestuurlijk niveau. Voorzitter Niek de Jongh volgt het dossier al van dichtbij sinds de eerste schetsen op tafel kwamen. “Alles is klaar: de tekeningen, de vergunningen, het bestek. Als het licht op groen gaat, kunnen we morgen beginnen.”

De Jongh, inmiddels meer dan vijftien jaar voorzitter van de dorpsclub, loopt al zestig jaar
kamers. “Het wordt prachtig,” zegt De Jongh trots. “Als je de tekeningen ziet, dan denk je: wat een aanwinst voor het dorp. We hebben er zó veel zin in.” Voor Irene’58 is het nieuwe complex meer dan een sportieve noodzaak: het is cruciaal voor de toekomst van het dorp. “Den Hout telt maar zo’n 1200 inwoners,” vertelt De Jongh. “Op onze huidige locatie kunnen straks dertig nieuwe woningen gebouwd worden. Dat zou weer jonge gezinnen aantrekken, kinderen voor de school, voor de voetbal. Dat houdt een dorp levend.”
De Jongh ziet de gevolgen van de stilstand ook binnen de club. “We zijn gezakt van bijna 400 naar 250 leden. De oudere generatie stopt, jongeren trekken naar clubs met mooiere accommodaties in Oosterhout. Je merkt dat mensen tegenwoordig kiezen voor comfort. En dat begrijp ik ook wel: daar hebben ze kunstgras, nieuwe kleedkamers, alles netjes. Bij ons wordt het ieder jaar een beetje ouder.”
ECHTE HOUTENAAR MET CLUBHART
Ondanks de trage vooruitgang blijft De Jongh strijdvaardig. “Soms vragen mensen me wel eens hoe ik het volhoud. Maar ja, dit is mijn club. Ik ben hier opgegroeid, heb in alle commissies gezeten. Dan laat je het niet zomaar los.” De voorzitter is een man van het dorp, en dat vindt hij belangrijk. “Vroeger hadden we vaak voorzitters uit Oosterhout. Toen ik het stokje overnam, dacht ik: er moet weer een echte Houtenaar aan het roer staan. Dat bevalt me nog steeds prima. Ik probeer er bij iedere wedstrijd van het eerste bij te zijn – alleen af en toe gun ik mezelf een dagje vrij,” lacht hij.
Hij zag het voetbal veranderen, maar ook zijn club langzaam verouderen. “Onze kleedkamers zijn echt aan vervanging toe. Die hadden we al vijf, zes jaar geleden nieuw moeten krijgen, maar omdat er toen sprake was van verhuizen, is dat stopgezet. Inmiddels wordt er weinig meer aan onderhoud gedaan, want we weten dat we op termijn gaan verhuizen – alleen wanneer, dat weet niemand meer.”

HOOP OP NIEUW BEGIN

De hoop bij Irene’58 is dat er binnen afzienbare tijd eindelijk duidelijkheid komt. “Het ligt allemaal bij de Raad van State,” herhaalt De Jongh. “Zodra de uitspraak er is, kunnen we aan de slag. We hebben er lang genoeg op gewacht.” Als het complex er eenmaal ligt, moet dat ook sportieve vruchten afwerpen. “Dan kunnen we weer groeien naar vierhonderd
leden,” besluit hij. “En dan kunnen kinderen vanuit de nieuwe wijk veilig naar ons
toe fietsen, zonder kruisingen of stoplichten. Dat is goed voor iedereen. Het wordt tijd dat we vooruit kunnen – wantIrene’58 verdient dat gewoon.”

Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58

 

Den Dunnen nieuwe voorzitter HZ’75: “Deze club zit in mijn bloed”

HZ’75 krijgt een nieuwe voorzitter. Na elf jaar stopt Maron Gosens, een van de drijvende krachten achter de club, en maakt hij plaats voor Ricardo den Dunnen. Voor velen binnen de club is het een vertrouwd gezicht: Ricardo kent HZ’75 van binnen en van buiten. Als jeugdlid gestart, heeft hij alle elftallen doorlopen en stond hij al op 14-jarige leeftijd bij de senioren. “Op mijn vijftiende speelde ik zowel zaterdag als zondag vaste wedstrijden bij het eerste. Het was best intens, maar ik ben altijd een beetje een doorzetter geweest,” vertelt Den Dunnen.

Na zijn actieve carrière binnen de selectie bleef Ricardo nauw betrokken bij de club. Acht jaar lang was hij leider van de oudste jeugd en gaf hij training aan verschillende teams, waaronder dames- en 30-plus teams. “Bij de dames moest ik wennen, die eerste tien minuten werden vaak gebruikt om bij te kletsen over de week,” lacht hij. Daarnaast nam hij tientallen jaren deel aan het jaarlijkse voetbal kamp en hielp hij mee bij de organisatie van jubilea. Zijn inzet bleef niet onopgemerkt: “Ik was de kaarttrekker bij het 25-, 30- en 40-jarig jubileum. Dat was altijd een groot feest, ondanks dat corona het een keer roet in het eten gooide.”

Voordat hij voorzitter werd, bekleedde Ricardo diverse bestuurlijke functies, waaronder acht jaar als secretaris van de senioren. Toen de vraag kwam om het voorzitterschap op zich te nemen, stond hij aanvankelijk niet meteen te springen. “Het is niet iets waar ik gelijk voor riep. Ik heb het ook thuis goed besproken met mijn vrouw. We hebben vier kinderen, en het vraagt toch wat van je tijd. Maar uiteindelijk dacht ik: als ik het niet doe, wie dan wel?”

Voor Ricardo is de motivatie duidelijk: HZ’75 is altijd een uitlaatklep geweest, zowel persoonlijk als sociaal. “Ik kijk vanuit mijn kantoor uit op het kunstgraspark. Deze club zit gewoon in mijn bloed. Het is mijn tweede huis, mijn vrienden zijn hier, en ik vind het leuk om dingen te regelen en mensen mee te krijgen.” Zijn nauwe banden met andere bestuursleden maken dat proces gemakkelijker. “Drie van mijn beste vrienden zitten ook in het bestuur. We kennen elkaar al 25 jaar, van school, van voetbal, van het derde en eerste elftal. Dat scheelt enorm, omdat je elkaar blind vertrouwt.”

HZ’75 omschrijft hij als een hechte club waar jong en oud goed met elkaar omgaan. Vooral op wedstrijddagen valt dat op: “Als het eerste thuis speelt, blijven de andere teams hangen, iedereen leeft mee en dat geeft altijd gezelligheid. Het is een brede en fijne selectie, maar de betrokkenheid is groot.” De club kan volgens hem trots zijn, al is de vrijwilligersorganisatie behoorlijk soepel. Ricardo is positief over de jonge instroom in bestuur en vrijwilligersgroep, iets wat bij andere clubs wel eens een uitdaging kan zijn.

Toch beseft hij dat de schoenen die hij moet vullen groot zijn. Maron Gosens, zijn voorganger, zette de club op een stabiele en ambitieuze koers en werd zelfs tijdens zijn jubileum gehuldigd met een koninklijke onderscheiding. “Maron heeft zijn ziel en zaligheid in deze club gelegd, ook functioneel net zijn eigen bedrijf. Het is een eer om die lijn voort te zetten, maar het is ook uitdagend,” zegt Ricardo.

Vooruitkijkend blijft hij realistisch. De club draait goed, het bestuur staat stevig, maar volgens hem is er altijd ruimte voor radicale veranderingen. “Ik hoef niet alles overhoop te gooien. Het is vooral belangrijk dat iedereen zijn ding kan doen en dat het netjes wordt uitgevoerd.” Toch wil hij zijn stempel drukken op het sociaal-culturele aspect. “Ik ben meer een socializer, iemand die mensen bij elkaar brengt. Dat is mijn kracht als voorzitter.”

Ricardo kijkt uit naar zijn nieuwe rol, met een gezonde mix van enthousiasme en realisme. “Ik hoop dat HZ’75 de komende vijftig jaar nog net zo succesvol blijft. Of ik dat allemaal meemaak, weet ik niet, maar ik ga mijn best doen om de club zo goed mogelijk te leiden.” Het bestuur, de leden en de vrijwilligers van HZ’75 hebben er een nieuwe voorzitter bij die de club door en door kent en bereid is om alles te geven. Ricardo den Dunnen staat klaar om de traditie van betrokkenheid, gezelligheid en sportiviteit voort te zetten. Voor HZ’75 begint een nieuw hoofdstuk, met een man die het hart op de juiste plek heeft: midden in het dorp, midden in de club.

Klik op de link voor meer artikelen over HZ’75
Klik op de link voor meer informatie over HZ’75

VV Papendrecht verlengt met hoofdtrainer Driss el Akchaoui

Het bestuur van VV Papendrecht is blij te kunnen melden met hoofdtrainer Driss el Akchaoui overeengekomen te zijn om zijn contract met een jaar te verlengen. Dit betekent dat hij na dit voetbaljaar aan zijn derde seizoen binnen de club gaat beginnen. Het bestuur van VV Papendrecht is zeer tevreden over het functioneren van Driss el Akchaoui en denkt met hem een trainer in huis te hebben die de selectie verder kan ontwikkelen.

Klik op vv Papendrecht voor meer informatie over de club.
Klik op vv Papendrecht voor meer artikelen over de club.

Trainer Rick Kolff: ‘Belangrijk om de positiviteit terug te laten keren’

Met een drukke baan in het cateringbedrijf van zijn ouders, is de voetbal voor Rick Kolff een leuke afleiding. En voor het derde jaar op rij, doet de inwoner van Werkendam dat als trainer van vierdeklasser Altena. Al is hij bezig aan zijn laatste seizoen bij de club uit Nieuwendijk. “Het is goed dat er iemand anders voor de groep komt te staan.”

Al heeft dat met de resultaten niks te maken, want die zijn na de eerste paar maanden, niet anders dan goed te noemen. “We hebben een goede start, dan kom je vanzelf in een flow terecht.” Vergelijkbaar met afgelopen jaar, memoreert hij. “Toen stonden we in de winterstop op verliespunten bovenaan.” Een blessure van Jorik Zuidweg, gooide vervolgens echter roet in het eten, vertelt Kolff (42). “Die lag er zes tot acht weken uit, daardoor raakten we in een dip. Want zonder diepgang, wordt het een lastig spelletje.”

Mooi weer

Uiteindelijk, moest de vierdeklasser genoegen nemen met een tiende plaats. Via de nacompetitie, werd vervolgens lijfsbehoud afgedwongen. “Als je halverwege bovenaan staat, heb je daarna iets niet goed gedaan…” Wat dat precies is? Kolff kan er zijn vinger wel op leggen. “Altena zit de laatste jaren, na twee degradaties op rij, natuurlijk wel een beetje in een neerwaartse spiraal. Als je daar eenmaal in zit en je hebt veel dezelfde jongens, is het lastig om daar weer uit te komen.” Toch lijkt dat dit seizoen, in een volgens hem wat minder zware competitie, voorlopig dus gelukt. “We hebben nog steeds redelijk hetzelfde team, alleen zit het even mee. En we blijven fit. Maar dat heb je altijd, als je veel wint.” Hopelijk voor Kolff, blijft dat ook zo. “Als onze sterkhouders wegvallen, hebben we wel een probleem.”

Zeker omdat ze het bij Altena van het voetballen moeten hebben, meent hij. “Voetballend zijn we één van de beste ploegen uit de competitie, alleen hebben we het daardoor lastig op gras en tegen teams die de beuk erin gooien.” Een ingewikkelde eigenschap, zo nu en dan. “Als dat in het DNA van een club zit, is het heel lastig om dat te veranderen. We hebben wat dat betreft gewoon veel ‘mooi weer voetballers’.” Zaak voor hem, om de zon dit seizoen weer wat regelmatiger te laten schijnen. “Ik vind het vooral belangrijk om de positiviteit terug te laten keren. En als we dan in het linkerrijtje kunnen eindigen en ons minder zorgen hoeven te maken om degradatie, is dat voor die jongens ook fijn!”

Combinatievoetbal

Ook voor Kolff zelf. In zijn laatste seizoen bij de club. “Ik heb het heel erg goed naar mijn zin, zowel met de spelersgroep als de achterban. Alleen heb ik twee jaar geleden niet voor niks mijn UEFA A gehaald. Dus ik zou graag de volgende stap willen maken.” En dat niet alleen. “Na drie jaar is het goed als er een andere trainer voor de groep komt te staan. Zodat die spelers ook weer eens andere dingen horen.”

Waar de voormalig middenvelder van onder meer Sleeuwijk en Kozakken Boys op mikt? “Mijn voorkeur ligt bij een eerste- of tweedeklasser. Of assistent-trainer bij een divisionist.” Maar voordat het zo ver is, richt Kolff zich eerst volledig op zijn huidige klus. “Toen ik begon, zijn we bij Altena volledig overgestapt naar eigen jongens. En ik denk, dat ik die jonge gasten wel het één en ander heb meegegeven. Vooral op individueel niveau.”

Maar ook qua team, heeft zijn ploeg stappen gezet, vindt hij. “We zijn verzorgd gaan spelen. Echt combinatievoetbal. Dat hoor je van veel mensen terug. Daar staat wat dat betreft dan toch wel echt mijn handtekening onder.” Een handtekening, die hij de afgelopen drie jaar met alle liefde heeft gezet. “Naast mijn drukke baan, is de voetbal echt een uitlaatklep. Ik kom graag in een kantine, gewoon voor de sociale contacten en om even een praatje te maken.” Al staat Kolff uiteindelijk, natuurlijk het liefste op het veld. “Met een groep werken blijft het leukste wat er is. En zeker met jonge gasten!” Iets wat er bij hem als voetballer, als nummer tien of zes, eigenlijk al in zat. “Laatst had ik mijn oud-trainer, Ad van Seeters, aan de lijn. Die zei altijd dat ik ogen in mijn rug had. Omdat ik zoveel overzicht had.”

Heel makkelijk, was hij als speler echter niet, lacht Kolff. “Ik was niet brutaal, maar had wel altijd mijn mening klaar. Daarom kan ik nu denk ik goed met lastige jongens omgaan.” En mikt de voormalig trainer van onder meer Vuren op het hoogst haalbare. In zijn geval, de Tweede Divisie. “Als dat te combineren valt met mijn werk, zou ik dat heel graag willen.” Aan zijn inzet en enthousiasme, zal het in ieder geval niet liggen. “Ik probeer bij zoveel mogelijk wedstrijden in de regio te gaan kijken, voor de contacten én om dingen te leren!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

‘Dan moet je soms accepteren dat het minder gaat’

Waar het vorig seizoen tot het einde toe spannend bleef in de strijd om lijfsbehoud, hoopt Menno Schouten zich dit jaar met GDC iets minder druk te hoeven maken om degradatie. En voorlopig, heeft de derdeklasser het beter voor elkaar, merkt de aanvallend ingestelde speler. “We voetballen makkelijker!”

Kortom, er heerst bij Schouten (28) na de eerste paar wedstrijden toch vooral een positief gevoel. Onder andere over de groep. “We staan er beter voor dan vorig seizoen.” Beter voetbal, alleen nog te weinig punten, is de inwoner van Genderen eerlijk. “Nu moeten we meer gaan scoren en onszelf belonen.” Want één ding is voor de aanvaller annex middenvelder heel duidelijk: “We willen het minder spannend maken dan afgelopen seizoen!”

Meer scoren

Een seizoen waarin GDC uiteindelijk tiende werd en maar drie punten boven de nacompetitiestreep eindigde. “Eigenlijk is het tot het einde toe spannend gebleven.” En dat terwijl Schouten lang het gevoel had, dat er meer in zat. “We hadden er meer uit kunnen halen, ondanks dat we in een zwaardere competitie zaten.” Want, zo memoreert hij. “Het was echt iedere wedstrijd knokken.” Met een toch ietwat jeugdige groep, legt Schouten uit. “Er kwamen best wat jonge spelers bij, dan moet je toch weer een beetje wennen aan elkaar.” Helemaal, als de druk er ook nog eens vol op komt te staan. “Als je op die degradatiestreep staat, weet je op een gegeven moment wel dat het echt móet in plaats van mag.” Zorgen, maakte Schouten zich echter niet, vertelt hij. “Je probeert vooral omhoog te blijven kijken.” Iets wat ze bij de club uit Eethen, ook nu weer willen doen. “We zijn beter op elkaar ingespeeld en iedereen weet wat we aan elkaar hebben.” Toch blijven de driepunters voorlopig nog een klein beetje uit. “Als we zo blijven voetballen, komt het goed! Alleen moeten we meer gaan scoren.” Waaronder Schouten zelf. “Vroeger heb ik eigenlijk altijd aan de buitenkant gespeeld, maar nu sta ik meestal op tien. Dat vind ik een fijne plek.” Een positiewissel, die hem dus meer dan goed bevalt, zo blijkt. “Het is prettig om centraal te spelen, omdat je dan alle kanten op kan.”

Niet klagen

Al was het in het begin, best wel even wennen, is Schouten eerlijk. “Je moet natuurlijk anders lopen, dan als buitenspeler. Maar ook op deze positie, kun je veel acties maken. Dat voelt goed!” Zelfs als de ruimtes wat kleiner worden. “Dat vind ik eigenlijk niet erg. Ook niet als er veel spelers op me af komen.” Aan zijn kwaliteiten, zal het bij Schouten dan ook niet liggen. “Ik ben technisch én wendbaar.” Al wordt dat laatste, steeds ietsje minder, lacht hij. “Vroeger was ik sneller. Daarom sta ik nu denk ik op tien, haha!” Bij de club, waar de dribbelaar al bijna zijn hele leven komt. Op een korte periode bij Wilhelmina’26 na dan. “Bij GDC hadden ze destijds nog geen kaboutervoetbal, dus ben ik daar toen begonnen.” Tot het moment, dat hij de overstap naar Eethen kon maken. “Vanaf mijn zesde, voetbal ik hier!” En niet voor niks. “Het is gewoon heel gezellig, een beetje dat familiegevoel. Daarom hoef ik ook niet zo nodig weg.” Hoe dat komt? “We doen het met het materiaal wat we hebben. Geen spelers van buitenaf, dus moet je soms accepteren dat het iets minder gaat. Daar klaagt verder niemand over.” Iets te klagen, heeft Schouten overigens op persoonlijk vlak zelf wel. “Mijn enkels zijn niet zo goed meer. Die heb ik nu ondertussen al een keer of zes gescheurd.” Gelukkig doet tape, vooral bij zijn rechter, wonderen. “Voetballen zonder in te tapen, zit er niet meer in.” Hopelijk, houdt hij dat de komende jaren nog een tijdje vol. Want één ding weet Schouten zeker: “Ik ga hier nooit meer weg!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van GDC.

‘Je kunt nu echt ergens naartoe werken’

Eindelijk hoofdtrainer van een eerste elftal. Zo voelde de aanstelling bij vijfdeklasser Dussense Boys voor Yavuz Güler afgelopen zomer. En ook in de praktijk, bevalt het de inwoner van Dordrecht voorlopig goed. Een nieuwe uitdaging, bij een nieuwe club. “Het is eigenlijk alleen maar positief!”

Precies wat Güler (48) zocht, vertelt hij. “Nadat ik drie seizoenen geleden mijn UEFA C had gehaald, wilde ik graag ergens een eerste elftal gaan trainen.” Want na periodes bij EBOH JO15, JO17, JO19, het tweede en Foreholte 2, was de trainer toe aan een volgende stap. “Hiervoor heb ik bij Foreholte gezeten, dat was geweldig, maar wel iedere keer een uur rijden. Daarom wilde ik nu graag iets een beetje meer in de buurt.” En dus ging hij op onderzoek uit. “Toen kwam ik een vacature tegen van Dussense Boys en ben ik op gesprek gegaan.”

Verantwoordelijkheid

Al snel voelde Güler vervolgens een klik, legt hij uit. “Ze wilden graag een nieuw gezicht voor de groep, iemand die aanvallend voetbal speelt. Een frisse wind, druk naar voren en één op één. Daar herkende ik mezelf wel in. Ook het dorpsgevoel, kende ik al van Foreholte. Dat past bij mij.” Ook in de praktijk, zo blijkt. “Het is een fijne club, met leuke mensen. Dus het bevalt heel goed!” En het belangrijkste, hoe is het om trainer te zijn van een eerste elftal? “Je kunt nu echt ergens naartoe werken. Als trainer van een tweede is dat lastig, omdat je afhankelijk bent van de spelers die je krijgt. Nu bepaal je dat zelf.” Waardoor de druk ook wat hoger ligt, lacht Güler. “De ogen zijn op jou gericht en je staat meer ‘in the picture’. Je hebt meer verantwoordelijkheid. Maar daar houd ik van, daar moet je mee omgaan.” Bij de club, die Güler tot voor kort nog niet zo goed kende. “Ik had om eerlijk te zijn, nog nooit van Dussense Boys gehoord.” Tot hij in gesprek ging met ze, natuurlijk. “Toen heb ik wel wat dingen opgezocht en ben ik een paar keer op zondag gaan kijken. Vooral om de sfeer van het dorp te proeven.” Goed voorbereid, is de oefenmeester achteraf dan ook blij met zijn keuze. “Het is een jonge groep, die heel graag wil. Alleen jammer dat ze vorig seizoen net niet wisten te promoveren.” Taak voor hem, om daar dit jaar nog net een schepje bovenop te doen. “Ons doel is om bovenin mee te doen en zo snel mogelijk te promoveren!” Al is voor Güler de manier waarop, misschien nog wel belangrijker. “We willen graag aanvallend voetbal spelen. Vanuit een 4-3-3 formatie en niet te snel lang.”

Gezellige vriend

Al komt dat niet vanzelf, weet ook Güler. “Veel jongens zijn gewend om snel de lange bal te spelen, naar onze snelle spelers voorin. Daar moeten we dus veel tijd in steken, door positiespelletjes te spelen en te trainen op drukzetten. Dat is continu herhalen. En daarnaast, moeten we ook volwassener worden en slimmer spelen.” Maar vooral dus meer voetballen. “Ook in die vijfde klasse.” Hoe gaat hij dat proberen over te brengen op zijn spelers? “Ik ben heel open en duidelijk in mijn communicatie. Ik sta midden in de groep en mijn deur staat altijd open. Een beetje een gezellige vriend, dus eigenlijk.” Wel één die graag wil winnen. “Mooi en aanvallend voetbal, maar wél resultaatgericht.” Want aan ambities, bij Güler geen gebrek. “Ik wil binnen nu en twee jaar mijn UEFA B gaan halen, zodat ik uiteindelijk ergens in de tweede klasse zou kunnen werken. Dat zou mooi zijn!” Heel veel hoger, ziet de business developer in de medische branche, niet zitten. “Naast de voetbal, heb ik ook gewoon nog een drukke baan.” Mede daardoor, raakte hij verzeild in de trainerswereld, vertelt hij. “Door verschillende leidinggevende functies, zat het trainer zijn wel een beetje in me. Dan vind je het leuk bij de jeugd en ga je door.” En dat terwijl Güler zelf, pas op late leeftijd begon met voetballen. “Pas in de B’tjes, ben ik op voetbal gegaan. Mijn ouders hadden het druk met hun werk, dus konden mij niet brengen. Daardoor heb ik veel op straat gevoetbald. Daar heb ik eigenlijk het meeste geleerd.” Bijvoorbeeld om doelpunten te maken. Onder meer bij SC Emma, SSW, GSC/ODS en EBOH. “Een echte spits. Een beetje lui, maar ik leefde van goals.” Goals waar hij hopelijk als trainer van Dussense Boys, dit seizoen veelvuldig van mag gaan genieten. “Ik ben de club heel dankbaar voor deze kans!”

Klik op Dussense Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Dussense Boys voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.