Home Blog Pagina 6

Sebastiaan van der Velden: ‘Kolpa van der Hoek wil echt iets bijdragen’

0

Sebastiaan van der Velden is managing partner van Kolpa van der Hoek Makelaars & Taxateurs, maar vindt toch tijd om vier avonden per week en een zaterdag op het voetbalveld van OVV te staan. Waar haalt hij die tijd vandaan? Toen Sebastiaan nog een tiener was, stopte hij met voetballen, maar de passie voor de sport werd weer helemaal aangewakkerd toen zijn jongste zoontje het voetbalvirus te pakken kreeg. Sterker nog, Kolpa van der Hoek is inmiddels hoofdsponsor van OVV.

Rockanje, OHVV, Abbenbroek, SCO ’63, Poortugaal en zelfs even bij VV Hoeven: een indrukwekkend cv voor een amateurvoetballer die op zijn 18e zijn voetbalschoenen aan de wilgen hangt. Maar dit is het verhaal van Sebastiaan van der Velden. “Toen ik achttien was en bij Poortugaal speelde, besloot ik te stoppen. Ik zat bij het tweede elftal, maar ik miste de dynamiek. Vaak zie je in een tweede team spelers die net niet het eerste elftal halen, of oud-eerste elftalspelers, vaak boven de dertig. Die kloof was te groot, zowel qua leeftijd als fysiek. Ik miste de klik, de chemie. Toen mijn vrienden gingen stappen en een biertje dronken, koos ik vrij snel voor hen.”

Voetbalvirus

En stoppen was voor Van der Velden op dat moment ook echt stoppen. Voetbal speelde lange tijd geen rol meer in zijn leven. “Ja, ik heb nog even bij een bierteam van WRW gespeeld, maar daarna pas weer toen mijn jongste besmet raakte met het voetbalvirus. Ik heb drie kinderen; de oudste twee hebben niets met voetbal, maar de jongste is er helemaal gek van!”

Zoals het vaak gaat, volgt vader zijn zoon naar de club. Van het één komt het ander. “Ik ging natuurlijk kijken en werd gevraagd om die jongens te trainen.” Het virus van zijn zoon Julius waaide direct over op hem. Inmiddels heeft hij meerdere trainerscursussen afgerond en spreekt hij met evenveel passie over OVV en voetbal als over zijn werk bij Kolpa van der Hoek.

“Als kind ben je je niet bewust van het reilen en zeilen binnen een vereniging. Je leeft in je eigen bubbel, speelt je wedstrijden. Nu ik een andere rol heb, zie ik dat mensen echt voor de club leven. Dat valt me pas nu op.”

Mooi opleidingsplan

En eigenlijk is Van der Velden ook één van die mensen. Hij is niet alleen trainer, maar maakt ook deel uit van de voetbaltechnische commissie van OVV. “Daar werd ik voor gevraagd toen er verschuivingen waren. Er was nieuw bloed nodig. En eerlijk gezegd, deze rol past goed bij me. Zo hebben we met Peter Versaevel, onze hoofd opleidingen,  een mooi opleidingsplan gemaakt om de trainers te trainen. “Iedere trainer zet meerdere avonden in de week, goedbedoeld een aantal trainingen uit. Maar passen deze bij de leeftijdscategorie of het niveau van de spelers? Door de trainers te trainen geef je ze de juiste bagage mee om de kinderen echt iets te leren en meer plezier te laten beleven.

OVV is een bloeiende vereniging, vertelt Van der Velden. “Sinds de nieuwbouw in Oostvoorne merk je dat er veel nieuwe energie is, een frisse wind. De teams aan de onderkant stromen vol, ouders doen mee, de sponsoropbrengsten nemen flink toe. Ja, dat is bijzonder om te zien.”

“Wat ik ook mooi vind, is dat mijn ouders vroeger naar mij kwamen kijken als kind. Als ik een wedstrijd moest spelen. Nu staat mijn moeder langs de kant te kijken naar mijn zoon. Echt leuk. En de verhalen van de jongste zijn zo herkenbaar. Hij wil alles delen. Net zijn vader!”

Vier avonden per week is Van der Velden op de club te vinden, en natuurlijk ook op wedstrijddagen. En dat terwijl hij managing partner is van Kolpa van der Hoek, een persoonlijk en slagvaardig makelaarskantoor met meerdere vestigingen, waaronder één in zijn woonplaats Oostvoorne.

Een mooi vak

“Als je eenmaal bezig bent, wil je niet meer stoppen,” zegt hij over zijn werkzaamheden bij OVV. “Het geeft me energie, net zoals mijn werk bij Kolpa van der Hoek. Wij hebben echt een mooi vak, weet je dat? De hele dag ben je bezig, binnen en buiten, met klanten. Je spreekt met mensen, maakt deals, en je wordt verplicht bijgeschoold waardoor je jezelf blijft ontwikkelen. En dat allemaal in een vertrouwde omgeving. Ja, ik vind dat echt mooi.”

“Net als ons team bij Kolpa van der Hoek. Wij vieren onze successen samen. We delen die in een groepsapp. Vorig jaar is niemand bij ons vertrokken. En dat in een wereld waar altijd veel verloop is. Onze groep bleef bij elkaar, we zijn alleen maar uitgebreid met Kolpa!”

Kolpa van der Hoek is betrokken bij veel clubs in de regio. “Als wij als kantoor actief zijn bij een club, leveren we altijd een bijdrage. Bij OVV is dat inmiddels groter geworden, ook door mijn persoonlijke betrokkenheid. De hoofdsponsor stopte ermee, en wij sprongen in dat gat. Het was een no-brainer. We zijn goed zichtbaar in de gebieden waar we actief zijn en willen echt iets bijdragen.”

Transparanter

Van der Velden zei het al: de wereld waarin hij werkt, verandert continu. “Maar dat maakt het werk alleen maar interessanter. Deze wereld is transparanter geworden, ter bescherming van de consument. Dat vind ik een goede zaak. Het helpt het vertrouwen in deze markt. Het wordt voor makelaars die de grenzen opzochten nu veel moeilijker gemaakt. En daardoor wordt het voor ons weer makkelijker!”

Klik op OVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OVV voor meer informatie over de club.

‘Voor mij is GHVV ’13 altijd echt een uitje’

0

GHVV ’13 is een stukje van mijn leven”, zegt Wim Barendrecht (63), vrijwilliger van de Geervlietse voetbalvereniging, die in 2016 ontstond na een fusie tussen PFC en HVV Bernisse. “En sinds vijf jaar we gevestigd op het huidige complex. Die coronaperiode was verschrikkelijk natuurlijk, maar het gaf ons wel de tijd om op een rustige manier de verhuizing te regelen.”

Want in de eerste periode na de fusie schipperden de teams nog heen en weer tussen de oude complexen van de clubs. “Ik ben zelf een Bernisse-man. Daar kwam ik vanaf 1998, toen mijn zoons daar gingen voetballen. Ik raakte steeds meer betrokken. Als leider, als trainer van de F tot de A-tjes, en later ook voor het onderhoud van het complex. En nu ben ik bij GHVV ’13 Coördinator onderhoud en beheer.”

Samensmelting

Als Barendrecht begint te praten over voetbal en over GHVV ’13 valt het eigenlijk nooit stil. De club betekent veel voor hem. “Ik vind echt dat de clubs destijds goed in elkaar zijn overgevloeid. Die samensmelting is naar mijn idee zonder al te veel problemen verlopen. Ik weet goed dat we in de eerste jaren de ene keer op het complex van PFC waren, de andere keer bij Bernisse. De onderhoudsploeg was snel één groep.”

In 2020 werd het nieuwe complex in gebruik genomen, tijdens de pandemie. “We hebben vanwege corona wel de hele verhuizing kunnen regelen. Er gebeurde in bepaalde periodes bijna niets op de voetbalvelden, dat gaf ons wel de tijd om alles goed in te richten en écht goed op te starten. Een bijzondere periode wel. We hebben er echt veel kinderziektes uit kunnen halen.”

Het nieuwe complex van GHVV ’13 wordt nu zo’n vijf jaar gebruikt. “We werken al die jaren met een harde kern van mensen. We werken met een vaste onderhoudsgroep, en er is een vaste kern schoonmakers. Waar we heel sterk in zijn, vind ik, is dat we goed in staat zijn om geld in te zamelen voor de vereniging. Denk aan statiegeld van flesjes bijvoorbeeld. We besparen daarmee restafval en schenken geld aan de club. Dat levert alles bij elkaar zeker wat op.”

Harde kern

Barendrecht benadrukt wel dat extra handen altijd welkom zijn. “We hebben een harde kern, maar als je belt is er altijd wat iets te doen. Mensen die wat willen betekenen voor de club kunnen zo aanschuiven voor een bak koffie en dan zien we wel wat er te doen is. Ik kan me voorstellen dat het bijvoorbeeld voor mensen die met pensioen gaan ook leuk is om op deze manier actief te blijven.”

De trouwe vrijwilliger is uiteindelijk ook blij met de fusie van een aantal jaren geleden. “Maar toen het zo ver was, vond ik het best lastig. Dat geef ik ook gewoon toe. Maar ik heb er ook vanaf het begin af aan begrip voor gehad en heb ook voor een fusie gestemd. Het was financieel niet meer haalbaar om de clubs zo in stand te houden. GHVV ’13 betekent veel voor me. Het is een groot deel van mijn sociale leven. Toen mijn zoons stopten met voetballen ben ik gebleven. Het is gezellig, je bent met elkaar. Eigenlijk is het gewoon een hobby van me.”

“Ik ben zeker wel twee keer per week op de club te vinden. Ik doe ook secretariaatdiensten op zaterdag, als het uitkomt met mijn werk. Voor mij is het echt een uitje. Met de barmedewerkers sluiten we de boel af op zaterdag en hebben we met z’n allen een hartstikke leuke dag gehad. Dit is mijn hobby. Kijk, sommige mensen onderhouden oldtimers, ik onderhoud met een geweldige ploeg het complex van GHVV ’13.”

Klik op GHVV’13 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GHVV’13 voor meer informatie over de club.

Youri de Cock: ‘Als je alles pakt, geeft dat een heerlijk gevoel’

Met grote bewondering kijkt Rozenburg-keeper Youri de Cock al jaren naar Manuel Neuer, de ervaren Duitse doelman van Bayern München. “Zijn manier van uitkomen, die één-op-één situaties, daarin is hij echt uniek.”

De Cock (23) speelt sinds de zomer van 2024 bij Rozenburg. Hij begon zijn voetballoopbaan bij SCO ’63 en belandde via Hekelingen en SC Botlek uiteindelijk bij zijn huidige club. “Stephan van Asperen, onze keeperstrainer, heeft daar wel een belangrijke rol in gespeeld”, geeft De Cock aan. “Hij ging van SC Botlek naar Rozenburg en vroeg of ik mee ging. Ik heb geen seconde getwijfeld. Ik zag het helemaal zitten.”

Een keuze waar De Cock geen moment spijt van gehad. “Ik heb het hier enorm naar mijn zin. Rozenburg is een fijne club, met goede faciliteiten. Ik ben vanaf het eerste moment in de groep opgenomen. Een groep jonge gasten, en goede trainers. Toen ik kwam wist ik niet of ik eerste doelman zou worden, dat hadden we niet direct besproken. Maar toen ik mijn tas kreeg met nummer 1 erop, was dat gelijk een leuke binnenkomer.”

Nooit zo tof

Bij SC Botlek kwam De Cock in de jaren ervoor niet veel aan spelen toe in het eerste team.  “En ik had ook nog een knieblessure. Alles bij elkaar was het beter om ergens anders te kijken. Rozenburg kende ik vooral van de wedstrijden die ik in de jeugd tegen ze speelde. Ik vond het nooit zo tof om tegen Rozenburg te spelen, zeg ik eerlijk. Het waren altijd ontzettend lastige uitwedstrijden. Dat was in de jeugd al zo. En ik denk dat ploegen ook niet graag tegen ons in Rozenburg spelen. We zijn echt heel stug. Zoals ik Rozenburg dus ook ken.”

Voor De Cock is dit seizoen zijn eerste volledige als eerste keeper bij een eerste elftal. “Het grappige is dat ik pas rond mijn veertiende begon met keepen. Bij SCO ’63 was ik spits, bij Hekelingen liep ik later in de jeugd op de 10-positie. Toen zochten we een keeper en heb ik mezelf naar voren geschoven. Als ik op straat voetbalde, stond ik wel eens op doel. Voor mij heeft het goed uitgepakt.”

Wat vindt De Cock zo leuk aan keepen? “Je moet toch een beetje gek zijn om al die ballen op je af te laten schieten, toch? Maar ik vind het fantastisch. Ik weet nog goed dat ik naar het WK 2014 keek op televisie, naar Manuel Neuer van Duitsland. Dat vond ik echt geweldig. Als je er echt lekker in zit als doelman, heb je een heel ander gevoel dan een veldspeler.”

Dezelfde handschoenen

De naam van Neuer is al een paar keer gevallen. Voor De Cock is de Neuer, die inmiddels al 39 jaar is, een voorbeeld. “Hij speelt al jaren bij Bayern München, maar ik volgde hem al toen hij bij Schalke 04 onder de lat stond. Toen ik in de jeugd speelde had ik ook zijn handschoenen. Datzelfde type. Nog steeds de beste handschoenen die ik ooit gehad heb. Een paar maanden geleden ben ik er weer naar op zoek gegaan, in een retrozaak, maar ik heb ze niet gevonden.”

“Op Champions League-avonden kijk ik altijd. Niet alleen naar Neuer hoor, Alisson Becker van Liverpool vind ik ook fantastisch. Hoe hij uitkomt, zichzelf groot maakt, laag bij de grond… geweldig. Alisson is een soort kat op de grond. Dat heeft Neuer ook. En zijn reflexen zijn fantastisch.”

In Nederland is De Cock fan van de blessuregevoelige Justin Bijlow van Feyenoord. “Het is jammer dat hij telkens geblesseerd raakt. Maar neem die wedstrijd van Feyenoord dit seizoen tegen Bayern München. Hij had alles. Die redding op dat schot van Harry Kane van dichtbij, ongelofelijk. Als je er zo goed in zit, alles pakt, geeft dat echt een heerlijk gevoel. Ik vond Maarten Stekelenburg vroeger bij Ajax ook sterk. Alleen jammer dat hij voor de verkeerde club speelde”, lacht De Cock.

Klik op VV Rozenburg voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Rozenburg voor meer informatie over de club.

Jeugdleden welkom: FC Drunen wil weer groeien van onderaf

0

DRUNEN – Bij FC Drunen draait het al jaren om meer dan alleen de bal. Gezelligheid, betrokkenheid en laagdrempeligheid vormen de kern van de club. Maar ondanks die sterke basis, kampt de jeugdafdeling met teruglopende aantallen. Jeugdsecretaris Jeroen Laros (51) trekt samen met andere vrijwilligers aan de bel – én aan de kar.

Jeroen is via zijn zoon Timo (JO17) bij FC Drunen terechtgekomen. “Ik ben zelf een RKDVC-man van oorsprong,” vertelt hij. “Maar Timo had het daar op een gegeven moment niet meer naar zijn zin. FC Drunen was een logische overstap: kleinschaliger, gemoedelijk, een club waar iedereen elkaar kent.” Inmiddels is Jeroen niet alleen leider bij de JO17, maar ook jeugdsecretaris – een rol die hij sinds anderhalf jaar met enthousiasme vervult. “Wedstrijdzaken, scheidsrechters regelen, trainers ondersteunen – het is veel, maar ik doe het graag.”

De zorgen zijn echter tastbaar. Op dit moment heeft FC Drunen slechts twee jeugdteams: de JO17 (die als combinatie speelt met jongens én meisjes van 14 tot 16 jaar en een trainingsgroep (JO11). “We hebben in de JO11 dit seizoen zelfs moeten stoppen met competitievoetbal omdat we simpelweg te weinig kinderen hadden,” zegt Jeroen. “En dat terwijl ze de eerste periode kampioen werden. Daarna viel het uit elkaar.’’

De situatie is niet uniek voor FC Drunen, benadrukt hij. “Kleine dorpsverenigingen in de regio kampen allemaal met dezelfde problemen. Er is simpelweg minder animo voor sportclubs bij kinderen. De verleiding van schermtijd, andere hobby’s, en grotere clubs met bredere selecties is groot.”

Toch zit men bij FC Drunen niet stil. “We proberen zichtbaar te zijn op evenementen zoals het Paasfestijn in Drunen, waar we met voetbaldartbord gestaan hebben. We nodigen kinderen uit om vrijblijvend mee te trainen. Geen kosten, gewoon komen kijken of het iets voor je is.” Ook het netwerk van huidige leden wordt actief benut. “We vragen ouders en spelers: ken je iemand die op voetbal wil? Neem ze een keer mee. Die persoonlijke benadering past ook bij ons.”

De club zet breed in op inclusiviteit. “Bij ons is iedereen welkom, jongen of meisje, sterk of beginnend. We willen vooral dat kinderen plezier hebben en erbij horen. Meisjes mogen bij ons tot en met de JO18 gewoon meespelen met de jongens, en sommigen doen dat ook met succes.”

Ondanks de krapte zijn er ook lichtpuntjes. De JO17 is een hechte groep en heeft zich dit seizoen goed ontwikkeld. “Ze zijn echt gegroeid, voetballend én als team. En belangrijker: ze blijven plezier houden.”

Op de lange termijn droomt Jeroen van een heropbouw van onderaf. “We willen starten met een welpenclub voor kinderen van vier tot zes jaar. Als je daar begint, leg je een fundament voor de toekomst.” De club werkt hard aan het creëren van een warme en toegankelijke omgeving. “Wie bij FC Drunen begint, blijft vaak lang hangen. De sfeer is uniek. We hebben vrijwilligers genoeg – mensen zetten zich hier echt in voor elkaar.”

Klik hier voor meer artikelen over FC Drunen
Klik hier voor meer informatie over FC Drunen

Nieuwe generatie aan het roer: Milan (20) hoofd jeugdopleiding onderbouw Haarsteeg

HAARSTEEG – Van F-jeugd tot hoofd jeugdopleiding onderbouw: het pad van Milan van Leeuwen (20) laat zien hoe VV Haarsteeg inzet op groei van binnenuit. Samen met Joost Klerks, verantwoordelijk voor voetbalzaken binnen de club, blikt hij terug én vooruit. “We willen zelf opleiden – niet alleen spelers, maar ook trainers, coördinatoren en scouts.”

Van Leeuwen begon ooit zelf als spelertje in de F8. Inmiddels is hij actief als speler van het tweede elftal én als jeugdfunctionaris. “Ik geef al zes jaar training en wilde tijdens mijn stage vorig seizoen eens iets anders doen dan alleen een team trainen,” vertelt hij. “Zo ben ik technisch coördinator geworden bij de JO10. Aankomend seizoen maak ik de stap naar hoofd jeugdopleiding onderbouw. Een mooie nieuwe uitdaging.”

Die stap is onderdeel van een bredere verandering in de jeugdorganisatie van Haarsteeg. “Tot voor kort hadden we één HJO voor de hele jeugdopleiding,” legt Klerks uit. “Maar toen die wegviel, merkten we hoe kwetsbaar dat eigenlijk is. We hebben nu bewust gekozen voor meerdere coördinatoren: voor onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Dat geeft meer stabiliteit en aandacht voor iedere lichting.”

Van Leeuwen begeleidde als technisch coördinator onder andere trainers. “Ik gaf tips voor trainingen, dacht mee als er problemen waren, en gaf feedback. In het begin was dat best spannend – ik ben jong en dan sta je toch tegenover ouders. Maar de sfeer was heel positief. Iedereen wil het beste voor de spelers.”

De groei van de club maakt deze structuur steeds noodzakelijker. “We hebben volgend seizoen bijvoorbeeld vier JO14-teams en vier JO15-teams, waarvan één voor meiden. En ook in de onderbouw komen er steeds meer teams bij,” aldus Klerks. “Dan heb je een groot apparaat nodig. Onderling contact is cruciaal. Samen sterk, noemen we dat hier – niet alleen op het veld, maar ook in de organisatie.”

Die filosofie draagt verder dan alleen structuur. De club probeert jeugdspelers actief te betrekken bij het begeleiden en trainen van jongere groepen. “Als jongens in de middenbouw hun maatjes als assistent-trainer zien staan, is de kans groter dat ze zelf ook mee willen doen,” zegt Klerks. “Zo groeien we met elkaar.”

Naast de trainingen van de club zelf biedt Haarsteeg ook ruimte aan aanvullende begeleiding vanuit eigen gelederen. Zo is er een speler uit het tweede elftal – student fysiotherapie en sport & bewegen – die zich richt op loop- en coördinatietraining voor jeugdspelers. Volgend seizoen loopt hij stage bij PSV JO17, maar daarnaast helpt hij spelers uit alle leeftijden binnen de club. “Hij maakt filmpjes van hun looptechniek en geeft daarop persoonlijke feedback,” zegt Klerks. “Dat gaat over kleine dingen: loop je op je tenen of juist op je hakken? Het helpt spelers om net dat beetje sneller, sterker of stabieler te worden.”

Soms leidt die opleidingsfilosofie tot bijzondere stappen. Onlangs maakten twee jongens van de JO11, Ilyes Benelayyachi en Bartek Grzebinski, de overstap naar Willem II. “Ze speelden hier al zes jaar en staken er technisch bovenuit,” zegt Klerks. “Ik heb ze vier jaar mogen trainen en begeleiden. Ze speelden een lichting hoger dan hun leeftijd. Natuurlijk is het jammer als zulke jongens vertrekken, maar we zijn ook trots. En de deur blijft altijd open.”

Van Leeuwen kijkt met vertrouwen naar zijn nieuwe rol. “Ik weet nog niet waar ik uiteindelijk wil eindigen, maar ik wil sowieso iets voor de club blijven betekenen. Hier krijg je de kans om te groeien – als speler, als trainer en als mens.”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van VV Haarsteeg

Een eeuw Uno Animo: Willem II zorgt voor feestelijke aftrap

LOON OP ZAND – Op 1 juli 2026 bestaat voetbalvereniging Uno Animo exact 100 jaar. De voorbereiding op dat bijzondere jubileumjaar is al volop in gang. Paul van Laere (33), al sinds 1997 lid van de club, is een van de drijvende krachten achter de organisatie. “We willen van Uno 100 een feest maken voor iedereen: jong en oud, actief lid of oud-speler, vrijwilliger of supporter.”

Van Laere begon als jeugdspeler, doorliep alle teams en kwam uiteindelijk in het tweede elftal terecht. “Het eerste was een stap te ver, maar ik heb er jaren met plezier gespeeld.” Blessures, vooral aan zijn enkels, zorgden ervoor dat hij uiteindelijk even afstand nam. “Tot een paar jaar geleden. Mathijs Knapen vroeg of ik als assistent aan wilde sluiten bij het tweede. Zo pakte ik het weer op.” In die rol promoveerde hij mee naar de eerste reserveklasse. Inmiddels is hij betrokken bij Uno 3, waar hij samen met een staf van zes man opnieuw kampioen werd.

Naast zijn rol op het veld is Van Laere ook achter de schermen actief. Al bij het negentigjarig bestaan hielp hij met de organisatie. “We hebben toen een beachsoccer-toernooi op het parkeerterrein opgezet, met vrachtwagens vol zand van een bevriende hovenier, en ’s avonds een feest in de kantine.” Dat jubileum werd met een kleine club opgezet, iets dat nu herhaald wordt. “In januari 2023 is een appgroep gestart met zes man: een mix van wat jongere en oudere vrijwilligers. Vanuit die groep is het gaan rollen. Soms was het maanden rustig, maar dan komt er weer een idee, en gaan we verder.”

De officiële aftrap van het jubileumjaar vindt plaats op zaterdag 5 juli 2025 met een oefenwedstrijd van Uno 1 tegen Willem II. “Via een sponsor is dat al vaker geregeld, en Willem II speelt al twaalf jaar bijna jaarlijks een of meerdere oefenwedstrijden bij ons. Ze waarderen onze faciliteiten, het veld ligt er altijd goed bij.” Voor deze jubileumeditie werd de band opnieuw aangehaald. “Voor Willem II én ons een mooie kans.” Na afloop volgt een feestavond met muziek en een dj. Daarmee wordt de toon gezet voor het jubileumjaar.

Na deze seizoensopening volgt een jaar vol activiteiten. Iedere maand staat er iets op het programma, voor een verschillende leeftijdscategorie. “We willen meerdere keren pieken, maar wel gespreid. Denk aan een jeugd-kickoff met voetbalactiviteiten, een LED-toernooi met verlichte lijnen en hesjes, een darttoernooi, pubquiz, Oktoberfest, carnaval en de Sinterklaasviering. Iedere generatie krijgt iets.” Sommige evenementen staan al jaren op de kalender, andere zijn nieuw of worden in een ander jasje gegoten.

De kroon op het werk wordt het jubileumweekend van woensdag 1 tot en met zaterdag 4 juli 2026. “Op woensdag, de officiële verjaardag, komt er een reünie, een clubmuseum, mogelijk een vertegenwoordiger van de KNVB en een terugblik met oud-leden. Voor zaterdag willen we Loonstars terughalen. Een soort meerkamp uit ons dorp, dat een tijdje geleden is gesneuveld. Iedereen in het dorp deed mee en speelde ludieke spellen.” Het doel is helder: het hele dorp betrekken bij het jubileum van de club die er al een eeuw lang middenin staat.

Klik hier voor meer artikelen over Uno Animo
Klik hier voor meer informatie over Uno Animo

‘Kozakken Boys ademt voetbal en professionaliteit’

Vanaf komend seizoen, vervult Robert Hooijmans de rol van Hoofd Jeugdopleiding bij Kozakken Boys. En daar heeft de 44-jarige inwoner van Den Bosch, die sinds dit jaar als trainer vanuit de voetbalschool van Jordy Thomassen training geeft aan jeugdspelers van de club, vooral heel veel zin in. “Er ligt een mooie uitdaging en qua naam, is het natuurlijk een grote stap.”

Een stap die de huidig Hoofd Jeugdopleiding van Emplina zonder aarzelen neemt. “Er heerst hier echt een topsportklimaat en Kozakken Boys is door het hele land bekend.” Dus toen Hooijmans in gesprek raakte met Anne Ippel en Arjen Borsje, was de tweejarige overeenkomst snel beklonken. “We trainen sinds augustus vanuit de voetbalschool van Jordy Thomassen intern bij de club, dus ik was er al bekend.” Nadat hij er jaren eerder, eens was geweest tijdens een wedstrijd van zijn zoon, vertelt de voetbaltrainer. “Dan kom je echt ergens binnen. Het complext ademt voetbal en professionaliteit.”

Juiste weerstand

Toch hoopt Hooijmans daar na de zomer, dus nog iets aan toe te voegen. “Aan de onderkant van de jeugdopleiding, is er nog wel wat werk aan de winkel. Het verschil in niveau met de rest, is nu vrij groot.” Zijn opdracht, is dan ook simpel. “We willen de jeugd van onderaf stapjes gaan laten maken, zodat ze dichter op de teams daarboven komen te zitten. Daar ligt voor mij, en ons, de uitdaging.” Hoe hij dat wil gaan doen? “Vanaf een bepaalde leeftijd moet je gaan selecteren. Niet alleen om iedereen de juiste weerstand te kunnen bieden, maar ook zodat spelers met hetzelfde niveau bij elkaar komen te zitten.” Door zijn werk met de voetbalschool op maandag bij Kozakken Boys, kan Hooijmans daar gelukkig al een kleine inschatting van maken. “In het begin was dat wel even wennen, omdat we natuurlijk anders trainen dan in clubverband. We proberen spelers, in de leeftijdscategorie van de JO7 tot en met de JO12, in alle facetten van het voetbal verder te ontwikkelen. Dus bijvoorbeeld op technische vaardigheden, traptechniek of één tegen één. Alles om het individu beter te maken.” In samenwerking dus met Thomassen, die op zijn beurt vanaf komend seizoen het shirt zal dragen van de derdedivisionist. “In totaal heeft zijn voetbalschool nu 450 leden en juist het trainen van spelers op verschillende niveaus, heeft zo zijn charmes. Daar genieten wij van. Of spelers nu uiteindelijk naar een derdeklasser of naar een BVO gaan.”

Glimlach

Ervaring die Hooijmans mooi mee kan nemen, naar zijn rol als HJO bij Kozakken Boys. “Ik ben straks verantwoordelijk voor de trainers én de trainers zijn verantwoordelijk voor de spelers.” En dus zal hij vanaf het begin, vooral gaan kijken hoe er getraind wordt. “Wat dat betreft stap ik echt weer opnieuw binnen bij een nieuwe vereniging en begin ik op nul.” Toch kijkt Hooijmans daar ontzettend naar uit. “Gewoon het bij de club werkzaam zijn, de uitdaging aangaan en de onderkant beter maken. Daar zijn we in feite al mee begonnen, door middel van de voetbalschool.” Om vervolgens jeugdspelers, door te laten stromen naar het eerste elftal. “Het zou fantastisch zijn als spelers uit het dorp, uiteindelijk op divisieniveau komen te spelen.” Ontwikkelen, is voor Hooijmans dan ook altijd de basis. “Als spelers naar je toekomen, om te vertellen dat ze de enkele schaar kunnen, is dat geweldig. Maar ook als een speler een contract tekent bij een BVO. Dat maakt je trots als trainer.” Simpelweg door plezier, te koppelen aan een hoge intensiteit. “Iedereen moet met een glimlach komen én gaan.” En dat geldt ook, voor de jeugdspelers die volgend seizoen onder zijn leiding bij Kozakken Boys spelen. “Iedere speler is anders en heeft een eigen doel, maar daar gaan we samen aan werken!” Bij de club, die iedereen in Nederland kent. “Ik ben een voetbaldier, dus natuurlijk kende ik Kozakken Boys hiervoor al. Wie weet er nou niet dat ze ooit tegen Ajax hebben gespeeld?”

Klik op Kozakken Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Kozakken Boys voor meer informatie over de club.

‘Altena is een soort sociale ontmoetingsplek’

Van 25 tot en met 28 juni, doen ze bij voetbalvereniging Altena iedere dag wel ‘iets’. Want als je 80 jaar bestaat, moet dat natuurlijk gevierd worden. En met Amy de Graaf als één van de organisatoren, kan het niet anders dan een groot feest worden. “Het is heel bijzonder als je dat mag meemaken.”

En in haar geval, dus ook organiseren. “Ik heb Media en Entertainment gestudeerd, dus daar heb ik altijd al wel wat mee gehad.” Twee jaar geleden, nam ze dan ook plaats in het bestuur van de club. “Daar doe ik de communicatie en verzorg ik verschillende activiteiten. Zo hebben we al eens een pubquiz of een crazy bingo gedaan. Naast natuurlijk de nodige feestjes.” Feestjes die ook in de week van 25 tot en met 28 juni voldoende op de planning zullen staan. “We doen iedere dag wel iets.” Want 80 jaar, word je ook als voetbalclub maar één keer. “Daar zijn we heel trots op natuurlijk!”

Vol programma

Om die trots te laten blijken, hebben ze bij Altena een fraai programma in elkaar gedraaid, vertelt De Graaf (31). Te beginnen met de reünieavond. “Iedereen die bij ons heeft gevoetbald, is welkom. Om gezellig samen te komen, bij te kletsen en de trekking van de jubileumloterij mee te maken. Dat doen we op woensdag, in de kantine.” Loten voor die loterij zijn te koop via de jubileumpagina op de website van de club, net als kaarten voor de muziekbingo op donderdag. “Die houden we in de grote feesttent.” Ook vrijdagavond, staat de tent als het goed is helemaal vol. “Een speler van het derde elftal bij ons, is ook DJ. Die komt gezellig een feestje bouwen.” Toch zal De Graaf, de volgende morgen weer fris en fruitig moeten zijn. “Dan hebben we eerst een kidsochtend, met allerlei voetbalspelletjes en ‘s middags spelen we een jubileumwedstrijd met oud-spelers, tegen FC De Rebellen.” De zaterdag wordt afgesloten, met de welbekende derde helft. “Dat wordt een ouderwetse Hollandse Avond!” Kortom, het programma zit bomvol. “Het is een hele organisatie, maar gelukkig zijn we toe aan de laatste loodjes. Dat wil zeggen vrijwilligers, maar ook sponsoren regelen.” Hoe dan ook, De Graaf doet het met liefde. “We vinden dat Altena een plek moet zijn waar jong én oud kan samenkomen. Het draait niet alleen om voetbal. Eigenlijk is het een soort sociale ontmoetingsplek. En daar dragen activiteiten in het dorp, alleen maar aan bij.”

Voetbalfamilie

Als speelster van de zeven tegen zeven, kan De Graaf het weten. “Ik ben op mijn 21ste begonnen met voetballen bij de dames.” Rijkelijk laat dus. “Tot mijn twintigste, heb ik op majorette gezeten. Iets compleet anders.” Tot vrienden haar zo ver kregen, om te gaan voetballen. “Meestal sta ik achterin, zodat ik lekker een beetje kan beuken. Ik moet het niet van mijn techniek hebben.” Maar dus wel van haar inzet. Ook buiten het veld. “Bij een vereniging, draait het om vrijwilligers. Dan is het fijn als iedereen zijn steentje daaraan bijdraagt. Dat is ook hard nodig.” In haar geval, is dat overigens ook niet zo gek. “Mijn opa is voorzitter geweest, mijn vader zat in het eerste en mijn broertje is nu aanvoerder. Wat dat betreft kom ik echt uit een voetbalfamilie en voelt Altena als een familieclub. We zijn eigenlijk altijd op de voetbal.” De kracht van de club, is voor De Graaf dan ook allesbehalve moeilijk om te omschrijven. “Die zit hem in de sfeer die leeft. Er staan dan wel geen duizenden supporters meer langs de kant, maar veel jeugd komt terug en wil bij de senioren spelen. En daarnaast, zie je zoveel mensen die dagelijks met de vereniging bezig zijn. Anders hadden we ook nooit 80 jaar bestaan.” De Graaf, voorheen lid van de jeugdcommissie, hoopt dan ook dat het vlaggenschip weer op een hoger niveau gaat spelen. “Dat trekt ook weer mensen én spelers aan.” Al zal ze zelf, sowieso wel blijven komen. “Als het kan, ga ik kijken. Soms ook bij uitwedstrijden.” Haar betrokkenheid, zal dan ook niet snel minder worden. “Hopelijk kunnen we nog lang feestjes blijven organiseren, zodat we de sfeer buiten het voetballen om kunnen behouden. Altena is echt een sociale ontmoetingsplek.” Ook voor de inwoonster van Nieuwendijk zelf. “Ik woon hartstikke dichtbij, dus ik kan lekker lopend naar de club!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

‘We willen weer een leuke dorpsclub worden’

Een volledig nieuwe staf voor het eerste en tweede, een ander beleid en terug naar het zijn van een leuke dorpsvereniging. Joost van Ophoven en Stefan Hoogesteger hebben het er als technische commissie van derdeklasser Be Ready maar druk mee. Toch doen de twee mannen het sinds november vol positieve energie. “Het belang van de club staat altijd voorop.”

Heel lang nodig om na te denken, had het duo eind vorig jaar dan ook niet, vertelt Hoogesteger (51). “Joost en ik zijn ondertussen echte Be Ready-mannen geworden, dus we wilden de club niet in de steek laten.” Toch vraagt de situatie, om een nadere uitleg. “Er was een verschil in visie tussen het bestuur en de vorige TC, dus besloten ze uit elkaar te gaan. Daardoor was er op dat moment eigenlijk verder niks. Maar er moest wel met spelers en trainers gepraat worden. Toen hebben wij besloten het op te pakken.” Een aantal maanden verder, wacht het tweetal nog op versterking, vult de 47-jarige Van Ophoven zijn collega aan. “We zijn samen onder andere verantwoordelijk voor alle senioren, dus zoeken eigenlijk nog twee mensen die ons kunnen helpen.”

Eigen middelen

Want naast het voeren van nauw overleg met de hoogste jeugdteams, houden de twee inwoners van Hank zich met name bezig met het eerste en tweede van de club. “Een volledig nieuwe staf, voor allebei de teams, maar ook het inventariseren van de spelers die weggaan of blijven.” En vooral in dat laatste, zit veel tijd, vertellen ze. “Door een nieuw beleid, gaat daar wel het één en ander in veranderen”, legt Van Ophoven uit. “We willen graag weer terug naar een leuke en goede dorpsclub, met minder spelers van buitenaf.” Oftewel. “De jeugd uit Hank de kans geven om in het eerste te komen. Zodat het team voor iedereen uit het dorp een soort spiegel wordt, met herkenbare jongens.” In hopelijk de derde klasse, al wordt dat met de aankomende nacompetitie nog spannend genoeg. “We gaan ervan uit dat we erin blijven.” Al is er anders ook geen man overboord, zegt Hoogesteger. “Be Ready moet minimaal vierde klasse spelen. Dat is de ambitie die we samen hebben uitgesproken. Maar uiteindelijk is ons doel, om met eigen middelen zo hoog mogelijk te spelen.” En dat begint natuurlijk, bij het hebben van een goede spelersgroep. “Daarom hebben we de afgelopen tijd veel gesprekken gevoerd. Om te kijken welke jongens de ambitie hadden om te blijven én om te zien of er spelers zijn in lagere elftallen, die hun kans kunnen grijpen bij het eerste.” Onder meer door ze geleidelijk aan mee te laten trainen, aldus Van Ophoven. “Dat geldt ook voor de jeugd. Vooral om ze te motiveren én te enthousiasmeren.”

Eenheid

Vooral op dat gebied, viel volgens de twee mannen dan ook nog genoeg te winnen. “Be Ready was de laatste jaren een beetje te veel bezig met de korte termijn. Het eerste stond bovenaan en dat zorgde voor een splitsing in de club. Joost en ik, willen graag weer eenheid creëren.” Eenheid, onder meer tussen één en twee. “Daar zat een afstand tussen, waardoor jongens van het tweede niet met het eerste mee wilden doen, bleek uit de gesprekken. Dat moet weer één club worden. Dat is voor ons Be Ready, allemaal samen.” En dat kost tijd. Maar levert vooral ook een hoop plezier op. “Als we af en toe een biertje kunnen doen, zijn we tevreden. We hebben er gewoon heel veel zin in!” Niet voor niks. “Ondanks de vele mutaties, behouden we onze vier seniorenelftallen, plus de JO19. De staf is in principe zo goed als rond, dus we zijn al redelijk geslaagd.” Toch, zo voegt Van Ophoven snel toe. “Behoud van de derde klasse zou helemaal de kers op de taart zijn.” Met de club waar hij sinds een jaar of zeventien komt. “Oorspronkelijk voetbalde ik altijd bij Dussense Boys, tot ik twintig jaar geleden in Hank kwam wonen. Daarna heb ik hier onder meer nog bij de 35+ gevoetbald en ben ik jeugdtrainer geweest.” Hoogesteger, verruilde op zijn beurt heel wat jaren geleden Veerse Boys voor Be Ready. “Uiteindelijk heb ik nog een jaar of zes in de selectie gespeeld, om vervolgens jeugdtrainer en lid van de jeugdcommissie te worden.” Met voetballende kinderen, weet het tweetal dan ook als geen ander hoe belangrijk het hebben van goede jeugdtrainers is. “Die zijn lastig te vinden. En daarnaast, is het ook moeilijk om de jeugd te binden en te zorgen voor aanwas. Ze hebben allemaal wat anders te doen. Dat is een grote uitdaging.” Een uitdaging, die ze de komende jaren maar wat graag aangaan. “Het is nu even veel werk, maar straks komen we in rustiger vaarwater en komen er mensen bij. Het bestuur staat achter ons, dus we willen echt iets neerzetten.” Te beginnen op zondag 17 augustus, ter voorbereiding op het nieuwe seizoen. “Om de vereniging een boost te geven, spelen we dan met de Be Ready Legends, het oud-eerste, tegen het nieuwe eerste. Dat is toch een mooie opening?”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Trainer Van Mourik bracht BZS van ‘mentaal broos’ naar ongeslagen kampioen

BEUSICHEM – Een ongeslagen kampioen word je niet zomaar. Het is het resultaat van jaren bouwen, bijsturen, leren van tegenslagen en groeien in vertrouwen. Vraag dat maar aan Andries van Mourik (52), die in zijn derde seizoen als trainer van BZS 1 de ploeg naar het kampioenschap van de vijfde klasse leidde. “We zijn mentaal en voetballend enorm gegroeid. Daar ben ik trots op.”

Van Mourik kwam drie jaar geleden in Beusichem terecht. Na een rustjaar in coronatijd – na eerdere periodes als hoofdtrainer bij Theole en Teisterbanders – werd hij benaderd door een bekende uit het trainersvak. “Het voelde weer goed om aan de slag te gaan. De club had een jonge selectie met potentie, maar ook met een rugzak: een degradatie, twee coronaseizoenen, weinig vertrouwen. Dat was de uitdaging.”

Wat hij aantrof was een talentvolle groep die niet in zichzelf geloofde. “Ze waren fysiek niet fit, mentaal broos en hadden moeite om als team te functioneren.” In zijn eerste seizoen legde Van Mourik daarom de nadruk op fysieke en mentale weerbaarheid. “We lieten het resultaat even los en bouwden aan fitheid en teamgeest. Na de winterstop ging het lopen: we wonnen zeven wedstrijden op rij en pakten de laatste periodetitel.”

Een leerzaam moment volgde in de nacompetitie, waar BZS een voorsprong uit handen gaf. “Dat was pijnlijk, maar ook een teken: we waren er nog niet. Het gaf precies aan waar we mentaal nog stappen moesten maken.”

In seizoen twee streed BZS lange tijd met Hedel om het kampioenschap, maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een nacompetitieplek. “We verloren in het seizoen twee keer van Hedel, dus zij waren de terechte kampioen. In de nacompetitie troffen we een sterke degradant uit de vierde klasse. Daar konden we nog niet mee omgaan.”

Het leermoment werd meegenomen naar seizoen drie. “We wilden vaker tegen goede tegenstanders oefenen. In de competitie werden we te weinig geprikkeld, en daardoor mis je weerbaarheid.” BZS zocht daarom oefenduels met vierdeklassers als RKTVC, vv Alem en FC Delta Sports uit Houten. “Dat hielp. We leerden omgaan met weerstand.”

In de competitie bleek BZS al snel ongenaakbaar. “Er kwamen een paar nieuwe ploegen bij, ook uit de vierde klasse. We moesten even aftasten, maar al snel werd duidelijk: wij zijn de dominante ploeg.” Het team bleef het hele seizoen ongeslagen en stelde het kampioenschap ruim voor het einde veilig. “Dat maakt de ontlading iets minder groot dan wanneer je het op de laatste speeldag beslist. Maar het is en blijft een uniek moment.”

Volgens Van Mourik is de groei van het team vooral mentaal zichtbaar. “We kwamen dit seizoen een paar keer op achterstand, maar bleven rustig en geloofden in ons spel. Dat zelfvertrouwen hadden we drie jaar geleden niet.”

Sterk punt van BZS? “Voor dit niveau hebben we veel voetballend vermogen. We durven van achteruit te spelen, creëren overtal via het middenveld. We zijn dynamisch en technisch verzorgd.” Zwakkere punt? “Standaardsituaties tegen. We zijn daar soms wat gemakzuchtig in. Maar in de competitie zijn we er weinig op getest. In de vierde klasse zal dat anders zijn.” Want daar ligt nu de volgende uitdaging. “Elke week tegen een gelijkwaardige tegenstander, dat vraagt om constante scherpte. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat we dat aankunnen.”

Klik op BZS voor de laatste artikelen over de club
Klik op BZS voor meer informatie over de club

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.