Home Blog Pagina 6

Futsal Team Bergen op Zoom wil nu richting de Eredivisie

BERGEN OP ZOOM – Het kampioenschap in de Topklasse C was voor Futsal Team Bergen op Zoom een bekroning op een memorabel jaar. En het succes zorgt voor een aanzuigende werking aan talenten en sponsoren. Maar ook aan ambitie is geen gebrek. ‘We willen bovenin meedoen en op termijn doorstoten richting de Eredivisie.’

Dat zegt speler, voorzitter en mede-eigenaar Fouad Idabdelhay over de plannen die er liggen bij de ambitieuze Bergse futsalclub. ‘Meedoen bovenin de eerste divisie is voor ons nu wel waar de prioriteiten liggen. En als ik kijk naar de ontwikkelingen moet dat zeker geen onhaalbare kaart zijn. Er zijn sterke spelers aan de selectie toegevoegd en we hebben een goede technische staf voor de groep staan. Daarnaast zijn ook de randvoorwaarden om goed te kunnen presteren gerealiseerd. De start was nog niet goed, maar inmiddels hebben we het goede gevoel wel te pakken met z’n allen.”

De staf is dus flink uitgebreid en ook hebben zich een aantal goede-, nieuwe sponsoren aan de club verbonden. “Maar ook vaste trainingsdagen, een goed en uitgebreid bestuur vormen mede ook een duidelijke stap vooruit. Het tekent onze ambities en het is ook nodig om bij de basis de zaken goed neer te zetten wil je op termijn kunnen oogsten.”

De voormalig spits van onder andere NAC Breda en RKSV Halsteren is op veld nog altijd actief bij SC Kruisland en daarnaast dus mede-eigenaar van de Futsal Club Bergen op Zoom. “Het spelletje is nog te leuk om er op het veld mee te stoppen. Maar in de zaal blijft ik sowieso nog doorgaan tot het niet meer kan. Het is prachtig om dit nu allemaal mee te maken. Ik ben voorzitter, maar ook met mijn ervaring op het veld probeer ik mijn steentje bij te dragen. We hebben een mix van talenten en ervaring. Maar ook jongens die ook op een hoger niveau dan de eerste divisie hebben gespeeld of kunnen meedoen. Ze kiezen echter bewust voor ons en geloven in onze missie. Dat zegt veel over hoe we de zaken hier hebben vormgegeven en hoe we bezig zijn.”

Het aanzien van de club is de afgelopen periode danig veranderd binnen het futsal in Nederland. “Zeker weten! We worden nu door spelers ook zelf benaderd dat ze interesse hebben om voor ons uit te komen. En daarnaast willen we meer zijn dan alleen een futsalclub. We willen maatschappelijk binnen de gemeente betrokken zijn en zijn daarom ook in gesprek met de gemeente om te kijken naar de mogelijkheden. We willen ook de jeugd inspireren en aan ons binden. Sociale impact neerzetten én sportief gezien proberen om binnen nu en enkele seizoenen de stap te maken naar het allerhoogste niveau. We komen daar steeds dichterbij in de buurt en dat is prachtig. Een bekroning voor iedereen die op wat voor manier daar een bijdrage aan levert of heeft gedaan. Als we binnen nu en drie jaar de Eredivisie halen, dan hebben we onze missie voltooid. Ik ben nu al enorm trots op wat voor impact we hebben gerealiseerd en het wordt alleen maar mooier, daar ben ik van overtuigd.”

Van Laarhoven en VVC’68 zoeken weer weg omhoog

HALSTEREN – ‘Onnodig maar niet onterecht.’ Dat zegt Youri van Laarhoven over de degradatie van VVC’68 afgelopen seizoen. Want de ploeg kan volgens de linksback zeker meekomen in de derde klasse alleen liepen ze vanaf dag één achter de feiten aan. Een aantal maanden staan de ambitieuze roodhemden afgetekend bovenaan in de 4e Klasse B.

“Het gaat nu heel erg goed inderdaad. We hebben nu vanaf de start de wind in de zeilen en dat is wel een stuk prettiger dan wanneer je een seizoen beleeft waarin alles tegenzit en onderin hangt. Nu zie je dat er vertrouwen is, de groep aardig compleet blijft en we laten zien dat we feitelijk te goed zijn voor dit niveau. Het alleen wel zaak om niet overmoedig te worden en wekelijks scherp te blijven om bovenin te blijven tot het eind van de rit.”

Vorig seizoen beleefde VVC’68 op het eind wel een betere reeks maar het bleek niet voldoende. “De slechte start heeft nog doorgewerkt tot aan de winterstop. Daarna werden we wel steeds fitter maar de lijn omhoog kwam te laat. We zijn toen nooit echt meer in de juiste vorm gekomen om de boel nog te redden. Jammer natuurlijk, maar uiteindelijk degradeer je dan wel terecht.”

Voor het elftal, dat op een paar posities na nagenoeg hetzelfde is gebleven, is volgens de linkspoot het wel goed geweest om een niveau te zakken. “Het is prettig dat we vanaf het eerste moment in de voorbereiding allemaal wél het goed gevoel hadden en dit ook in de competitie hebben vastgehouden. Nu we de resultaten wel boeken en wedstrijden winnen is dat toch lekker voor het zelfvertrouwen bij iedereen. Alles valt nu op zijn plek en dat is een prettige bijkomstigheid. Er is meer veerkracht en je merkt dat je op dit niveau eigenlijk met deze selectie verplicht bent om voor de titel mee te strijden.”

Van Laarhoven speelde in het verleden onder meer voor Klundert en competitiegenoot Kogelvangers uit Willemstad. “Ik woon ook in Willemstad en destijds kwamen we tijdens de onderlinge duels met elkaar in contact. VVC’68 wilde me graag hebben en na een gesprek zag ik de stap wel zitten. Ondanks de degradatie heb ik het hier enorm naar de zin en kom ik met veel plezier drie keer per week naar Halsteren toe. We hebben een heel goede en ook gezellige selectie en VVC’68 is een hechte, relatief kleine club. Ook ik ben hier, als speler van buitenaf, heel goed opgevangen en geaccepteerd. Dat de ambitie van de club er nog niet echt is uitgekomen is jammer maar graag zouden we toch weer wat stappen omhoog maken. Ik heb ooit met Klundert tweede klasse gespeeld en het zou gaaf zijn mocht dat ooit nog een keer lukken om misschien op dat niveau mezelf te laten zien. Ik ben negenentwintig dus heb nog tijd, maar laten we eerst met VVC’68 maar eens de derde klasse bereiken. Dat is een prima doelstelling voor dit jaar.”

In het elftal van trainer Remco van Haaren is hij sinds vorig seizoen vast terug te vinden als linksback. Maar de voormalig aanvaller en middenvelder heeft wel de vrijheid om veelvuldig op te stomen langs de zijkant. “Dat is heerlijk voetballen. Hoewel de eerste prioriteit wel ‘goed verdedigen’ blijft  heb ik heb altijd wel drang naar voor. Op dat vlak vind ik dat ik dit seizoen met assists en eventueel een paar doelpunten meer moet leveren. Als dat lukt is mooi, maar het belangrijkste is dat we uiteindelijk promoveren of kampioen worden. Dát is waar de grootste prioriteit ligt voor iedereen hier.”

Klik op VVC’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVC’68 voor meer informatie over de club.

Sleeuwijk moet ballen tonen: ‘Dan maar lelijk winnen’

Na een lastig seizoen en een moeizame start van de nieuwe competitie, houden ze bij derdeklasser Sleeuwijk stiekem inmiddels rekening met opnieuw een uitdagend jaar. Desondanks probeert de pas achttienjarige Finn Pruijsen de moed erin te houden. “Degradatievoetbal spelen is echt verschrikkelijk.”

Toch is dat precies, wat ze vorig seizoen bij Sleeuwijk moesten doen. “We zaten een beetje in de hoek waar de klappen vielen, maar stonden op het einde wel waar we hoorden te staan.” Uiteindelijk bleek een negende plaats, zes punten boven de nacompetitiestreep, genoeg voor handhaving in de derde klasse. “Je merkt ook nu, dat we gewoon een heel jong team hebben. Dat is een terugkerend ding. We kunnen goed voetballen, alleen is het lastig om onze schouders eronder te zetten. Als je dan ook nog te maken krijgt met blessures van oudere gasten, blijft er helemaal weinig ervaring over. En dan is degradatievoetbal spelen echt verschrikkelijk.”

Stress

Gelukkig kwam het dus goed. Zaak om het dit seizoen een stuk minder spannend te maken. Toch? “Voorlopig gaat het nog niet zo lekker en hebben we opnieuw last van blessures. Al begonnen we vorig jaar ook niet zo goed, dus we hielden er ergens misschien wel rekening mee.” Zorgen, maakt Pruijsen zich echter wel, is hij eerlijk. “Je denkt meteen: dit kan zomaar weer heel lastig gaan worden.” En dat terwijl de inwoner van Sleeuwijk er een aantal seizoenen geleden bewust voor koos, om zijn club trouw te blijven. “Ik heb zeven jaar bij Brabant United en FC Den Bosch gespeeld, nadat ik hier ooit op mijn vierde was begonnen.” In de JO15, keerde hij weer terug op het oude nest. “Daarna ben ik nog gescout door NAC Breda en FC Dordrecht, maar ben ik toch hier gebleven.” Afgelopen seizoen, sloot Pruijsen definitief aan bij het eerste. “Het jaar daarvoor mocht ik er al een beetje aan ruiken.” Hoe kijkt de jongeling terug op zijn avontuur in het profwereldje? “Ik heb onder andere tegen PSG en Juventus mogen spelen, dat waren natuurlijk mooie dingen. Toch ben ik blij dat ik daar niet meer zit. Alleen maar voetbal, was niks voor mij.” Want, zo legt hij uit. “Op mijn dertiende ben ik een jaar lang geblesseerd geweest aan mijn rug, puur door de stress. Ik was aanvoerder en mocht gewoon blijven, maar toch heb ik besloten om terug te gaan. Ook omdat ik het voetballen met vrienden begon te missen.” Gescout op jonge leeftijd, keerde Pruijsen op zijn veertiende terug bij Sleeuwijk. “Ik was van jongs af aan, 24/7 bezig met voetbal. Dat vond ik een keer goed geweest. Ik ben heel blij dat ik hier weer terug ben.”

Te kritisch

Een terugkeer in de profvoetballerij, ziet Pruijsen dan ook niet voor zich. “De profwereld trekt me nu helemaal niet meer.” Ambities, heeft hij echter nog genoeg. “Uiteindelijk wil ik wel op een hoger niveau gaan spelen, maar voor nu bekijk ik per seizoen wat er komt.” Want ook voor hem, was het seniorenvoetbal in het begin wel even wennen, vertelt hij. “Mensen vragen nu niet meer hoe het was, maar zeggen gewoon dat ze het slecht vonden. Dat is wel het grootste verschil tussen de jeugd en de senioren.” Helemaal in zijn geval. “Ik ben té kritisch op mezelf.” Aan fanatisme, heeft Pruijsen dan ook nog altijd niks ingeboet. “Wat dat betreft ben ik nog net zo fanatiek. Op vrijdag zal ik nooit gek doen, zodat ik op zaterdag goed kan presteren.” En dat is nodig ook, heeft de linkspoot gemerkt. “Bij de senioren boeit het eigenlijk niet dat je leuk kunt voetballen. Stap één is hard werken en zorgen dat er gewonnen wordt.” Gelukkig, heeft Pruijsen het gevoel dat ze daar bij Sleeuwijk stappen in aan het maken zijn. Hoe jong de ploeg ook is. “We worden iedere wedstrijd beter. En met de gasten die we nu hebben, heb ik er alle vertrouwen in dat we er bovenop gaan komen.” De doelstelling, steekt hij dan ook niet al te hoog in. “Als we realistisch kijken, moeten we eerst gaan voor handhaving. Daarna zien we het wel.” Maar makkelijk, gaat dat niet worden. “We moeten meer ballen tonen. Vechten voor elkaar en wedstrijden over de streep trekken. Dan maar een keer lelijk winnen.” Met hem achterin óf op het middenveld. “Ik heb nu al op een aantal verschillende posities gespeeld. Linksback, centraal achterin, op zes en op acht. Eigenlijk heb ik niet echt een favoriete positie.” Alhoewel. “Centraal heb je het spel voor je, maar als middenvelder moet je handelingssnelheid omhoog. Dat zou ik dit seizoen graag willen ontwikkelen.” In combinatie met een goede inspeelpass en zijn bereidheid om altijd honderd procent te geven, genoeg ingrediënten om ooit nog eens een stap hogerop te maken. Misschien wel in de voetsporen van zijn opa, die ooit bij Kozakken Boys speelde, vertelt de student Sport en Bewegen aan het ROC in Utrecht. Want ook mentaal, heeft Pruijsen inmiddels de nodige stappen gezet. “Dat kritisch zijn op mezelf, is echt ontstaan in het profvoetbal. Vroeger kon het na een foute pass dan echt in mijn hoofd gaan zitten, gelukkig heb ik daar nu steeds minder last van!”

Klik op Sleeuwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Sleeuwijk voor meer informatie over de club.

Van lijnen trekken tot kantinebeheer: vrijwilligersheld Ad Dekkers aan het woord

Bij amateurclubs draait het niet alleen om de wedstrijden op het veld of de resultaten van het eerste elftal. Vaak zijn het de vrijwilligers die het kloppende hart vormen van de vereniging, mensen die achter de schermen zorgen dat alles soepel verloopt. Bij VV ONI is zo iemand Ad Dekkers, een man die al jarenlang onmisbaar is voor de club, zonder ooit zelf gevoetbald te hebben.

Ad Dekkers wordt binnenkort zeventig, maar zijn energie voor het vrijwilligerswerk bij VV ONI lijkt onuitputtelijk. “Ik ben met pensioen gegaan op mijn 63ste, en sindsdien houd ik me vooral bezig met het voetbal,” vertelt Ad. Zijn eerste contact met VV ONI was twintig jaar geleden, via een vriend en een onverwachte gebeurtenis. “Een trouwe vrijwilliger, Pieter Fagel, overleed en hij deed van alles op de velden, zoals het trekken van de lijntjes en het onderhoud. Ik ben toen ingesprongen en sindsdien eigenlijk niet meer weggegaan.”

Wat begon met het verzorgen van de lijnen op de velden, groeide snel uit tot een veelomvattende rol binnen de club. Ad is inmiddels zeven dagen per week actief: van het schoonmaken van kleedkamers, ramen wassen van de kantine, opruimen van afval en het onderhouden van de robotmaaier tot het coördineren van de bar tijdens wedstrijden. “Soms ga ik zondag al aan de slag, maar normaal begin ik dinsdag met de kleedkamers. Dan is er weer een trainer, moeten de velden op orde zijn, alles bij elkaar,” legt hij uit. Het is een druk schema, maar Ad doet het met plezier.

Ondanks dat hij zelf nooit heeft gevoetbald, voelt hij zich helemaal thuis in de wereld van VV ONI. “Voetbal was nooit echt mijn sport, ik ben meer van de brancheband,” lacht Ad. “Maar ik vond het heerlijk om sociale contacten te hebben en bezig te zijn met de club. Het houdt je jong en actief.” Voor hem gaat het vrijwilligerswerk verder dan het fysieke werk: het gaat om de verbinding, de sfeer en de mensen. “Het is een gezellige, gemoedelijke dorpsclub. Iedereen kent elkaar, jong en oud door elkaar, en dat maakt het speciaal.”

VV ONI kan niet zonder vrijwilligers, weet Ad als geen ander. “We hebben een vrijwilligerscommissie en die telt de dames in de kantine, jeugdtrainers en sponsoren mee. Voor het onderhoud van het veld en de bagage zijn we nu nog maar met z’n tweeën,” zegt hij. De zoektocht naar extra handen is vaak een uitdaging. “Vroeger had ik twaalf tot veertien vrijwilligers, nu nog maar drie. Je moet er dan echt achteraan, en dat is soms zwaar.”

Toch is het juist dat sociale aspect dat Ad drijft. “Het houdt je bezig, je komt uit huis en je hebt contact met mensen. Dat is minstens zo belangrijk als het werk zelf,” vertelt hij. Zijn betrokkenheid wordt ook gewaardeerd door de club en de leden. “Er wordt altijd even gedag gezegd, een bedankje hier en daar. Dat motiveert enorm om door te gaan.”

De rol van Ad bij VV ONI is een schoolvoorbeeld van hoe essentieel vrijwilligers zijn voor amateurclubs. Ze zorgen dat de club draaiende blijft, dat de kleedkamers schoon zijn, de velden netjes liggen en dat de kantine open is voor spelers en supporters. Zonder mensen als Ad zouden veel clubs niet kunnen bestaan zoals ze nu bestaan.

Hoewel de werkzaamheden soms zwaar en tijdrovend zijn, blijft Ad gemotiveerd door de sfeer en het contact met de clubleden. “Op zaterdag voetbal kijken met het vaste groepje supporters, dat is gezelligheid puur. En het werk? Dat hoort erbij, slecht weer of niet,” zegt hij lachend.

Ad Dekkers laat zien dat je geen speler hoeft te zijn om een onmisbare schakel in een voetbalclub te worden. Zijn jarenlange inzet voor VV ONI bewijst dat vrijwilligerswerk het fundament is waarop clubs bouwen en dat betrokkenheid en passie soms meer waarde hebben dan talent op het veld. Terwijl hij binnenkort zijn zeventigste verjaardag viert, blijft Ad actief, onvermoeibaar en vol liefde voor zijn club – een stille kracht die VV ONI draaiende houdt.

Klik op de link voor meer artikelen over vv Oni
Klik op de link voor meer informatie over vv Oni

‘Ik ga eerst leren en kijken hoe het bevalt’

Het begon als een grapje, maar werd al snel serieus. En dus staat oud-speler Thomas Vergunst sinds dit seizoen als trainer voor de groep van het tweede van Be Ready. Iets wat hij zelf eigenlijk ook nooit had verwacht. “De voetbal kriebelde ergens toch nog een soort van.”

Voetbal waar Vergunst (35), na jaren bij SCO, VVO én Be Ready, een seizoen of drie geleden mee was gestopt. “Je krijgt op een gegeven moment kinderen en andere dingen aan je hoofd.” Maar helemaal afscheid nemen van het spelletje, kon hij dus niet. “Ik voetbal van kleins af aan, dan blijft het kriebelen. Op deze manier, kan ik toch mijn passie in leven houden.” Als trainer van het tweede elftal dus. “Eigenlijk is dat spontaan ontstaan, tijdens een wedstrijd van de Be Ready Legends. Ze zochten nog een trainer en ik ben best wel een grappenmaker, dus zei: misschien krijg ik ze wel aan het voetballen.”

Nieuwe wereld

Grapje of niet, het balletje begon te rollen. “Ik had er tot op dat moment nog nooit zo over nagedacht, maar toen zijn we in gesprek gegaan. Met de TC en Jurgen (Havermans), trainer van het eerste.” En met succes. “Be Ready is wat dat betreft een nieuwe weg ingeslagen, met veel jongens van de club. Daar wil ik mijn steentje aan bijdragen.” Zeker nu zijn oudste naar school gaat en Vergunst iets meer tijd over heeft. Tijd, om dingen te leren, legt hij uit. “Ik heb helemaal geen ervaring als trainer, dus die hoop ik op deze manier op te doen.” In samenwerking met Havermans dus. “Op dinsdag trainen we samen en ben ik assistent van Jurgen. Op donderdag trainen we apart, maar helpt hij mij soms wel met uitzetten. En bij het eerste, neem ik de spitsen voor mijn rekening.”

Kortom, er gaat een compleet nieuwe wereld voor Vergunst open. “Ik heb geen papieren, alleen ervaring van het zelf voetballen. Verder ga ik mee onder de vleugels van Jurgen. Wie weet wat daaruit kan komen.” Voorlopig, bevalt het hem in ieder geval goed. “Het is heel erg leuk! Maar dat komt ook door de groep. Het zijn veel jonge gasten, die voor elkaar willen werken en genoeg potentie hebben. Dat stimuleert natuurlijk. Daarnaast is het echt een team.” Aan de onderlinge gezelligheid, ligt het dan ook niet. Nu nog presteren op het veld. “Er zit veel voetbal in, nu is het zaak om op elkaar ingespeeld te raken. Dan gaat het lopen. Scoren doen we altijd, het zit hem alleen in de omschakeling.” Want uiteindelijk, heeft Vergunst één doel: “Jongens van het tweede, moeten een meerwaarde worden voor het eerste.”

Een mening

Hoe hij dat voor elkaar gaat krijgen? “Met veel pass- en trapvormen en positiespelletjes. Ik ben een zeer fanatieke trainer, echt een voetbaldier in hart en nieren. Dat probeer ik op een ludieke en grappige manier over te brengen. En volgens mij, werkt dat.” Toch heeft Vergunst over zijn verdere ambities in het trainersvak, nog niet al te veel nagedacht. “Ik laat het allemaal een beetje op me af komen en ga eerst kijken hoe het bevalt. Stap voor stap.” Want, zo lacht de voormalig jeugdspeler van Willem II en NAC.

“Als speler zat dat totaal niet in me. Ik was niet op mijn mondje gevallen, dus had altijd over alles een mening. Daardoor was ik het vaak niet eens met de trainer.” Een eigenschap die de oud-spits stiekem toch een beetje over probeert te brengen op zijn spelers. “Je moet overtuigd zijn van je eigen kwaliteit. Ik wist voor een wedstrijd altijd honderd procent zeker dat ik zou gaan scoren.” Of de inwoner van Oosterhout dat ook ooit als trainer bij een andere club wil gaan doen, weet hij nog niet. “Die jongens nemen hier nu echt wat van me aan, omdat je toch een soort clubicoon bent. Na jaren in het eerste, kijken ze tegen je op. Dat maakt het voor mij wel leuker. Ik weet niet hoe dat bij een nieuwe groep zou zijn. En ik ben natuurlijk best wel een typetje…”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Veteranen bouwen af bij Dongen 2: “Ze spelen niet graag tegen ons”

Bij VV Dongen draait het al ruim een eeuw om saamhorigheid, dorpstrots en herkenbare gezichten. Dat geldt niet alleen voor het vlaggenschip in de Vierde Divisie, maar zeker ook voor het tweede elftal. Daar voetbalt een mix van ervaren spelers en oud selectieleden die het spelletje nog lang niet kunnen laten. “We zijn begonnen als een vriendenteam,” vertelt Rens Evers, speler van Dongen 2 en lid van de technische commissie. “Maar inmiddels zijn we een van de sterkste teams in onze klasse.”

DORPSCLUB MET KARAKTER

Evers kent de club door en door. “VV Dongen is en blijft een echte dorpsclub,” zegt hij. “Iedereen kent elkaar, veel jongens komen hier al van jongs af aan over het terrein. De club heeft een tijd gehad waarin het wat minder liep, maar dat trekt gelukkig weer aan. Je merkt dat de prestaties van het eerste elftal en de betrokkenheid van de jeugd weer groeien.” Die betrokkenheid zit diep in het DNA van de club. “Vroeger was VV Dongen hét ontmoetingspunt van het dorp, dat leeft nog steeds. Veel kinderen van oud-spelers voetballen hier nu zelf weer. Dat geeft continuïteit en zorgt voor een herkenbaar gezicht.”

ERVARING IN OVERVLOED

Dongen 2 is een ploeg met een flinke bak ervaring. “Als we ergens komen, hoor je vaak: ‘Moeten we tegen díé mannen spelen?’” lacht Evers. “We hebben veel jongens die op hoog niveau hebben gevoetbald. Namen als Rémon Koenen en Sander de Bont zeggen hier genoeg. Dat zijn spelers die jarenlang in het eerste hebben gespeeld en nog steeds fanatiek zijn.” Het niveau is dus hoog, maar de sfeer blijft gemoedelijk. “We zijn nog steeds een vriendenteam. Iedereen doet zijn beurt als grensrechter, iedereen wisselt op zijn tijd – ook de beste spelers. Het gaat bij ons om het samen voetballen, niet om prestatiedrang. Maar als het fluitje gaat, wil niemand verliezen. Dat zit er bij ons allemaal nog in.”

Toch is Dongen 2 geen opleidingsteam voor het eerste elftal. “Nee, absoluut niet,” zegt
Evers resoluut. “We zijn echt een losstaand team. Jongens die nog de ambitie hebben om
naar het eerste te gaan, komen niet bij ons terecht. We trainen misschien één keer in de twee weken, als het uitkomt. We hebben allemaal gezinnen, banen, verplichtingen. Dat maakt het ook zo mooi: we doen dit puur uit plezier.” De balans tussen gezelligheid en prestatie is volgens Evers precies wat Dongen 2 bijzonder maakt. “We spelen in de eerste klasse en doen daar goed mee. Als iedereen fit is, kunnen we gewoon kampioen worden. Maar als er een paar geblesseerd zijn of weekendjes weg, dan merk je dat meteen. We zijn afhankelijk van wie er op zondag kan.”

HECHTE GROEP

De selectie van Dongen 2 blijft grotendeels stabiel. “We selecteren zelf,” legt Evers uit. “We kijken elk jaar wie stopt, en dan zoeken we er één of twee bij die goed passen in de groep. Dat zijn vaak jongens die we al kennen uit de club of het dorp. Het moet klikken, dat is belangrijker dan of iemand vroeger in het eerste heeft gespeeld.” De chemie binnen de groep blijkt ook buiten het veld. “We hebben paar vaste vriendengroepen binnen het team. Soms zijn er op zaterdagavond vijf of zes op vriendenweekend, dan staan we de dag erna met tien man. Maar dat hoort erbij. De sfeer is altijd goed.” ‘We spelen om te winnen, maar niet om koste wat kost kampioen te worden’.

Ambities zijn er zeker, maar niet ten koste van alles. “We willen graag winnen, natuurlijk,” zegt Evers. “Maar we wisselen bewust door, iedereen speelt. We hoeven niet per se kampioen te worden, want dan zouden we richting de hoofdklasse moeten. Dat levert vooral langere reizen op, daar zitten we niet echt op te wachten.” Het is precies die nuchtere houding die VV Dongen typeert. Een club waar prestaties belangrijk zijn, maar plezier nog altijd de boventoon voert. “We hebben allemaal al onze kilometers gemaakt,” besluit Evers. “Nu genieten we van het spelletje, van elkaar en van die zondagmiddag. Dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait.”

Klik hier voor meer artikelen over VV Dongen
Klik hier voor meer informatie over VV Dongen

‘Ik probeer er als trainer voor iedereen te zijn’

Een nieuwe uitdaging, andere tegenstanders en een hoger niveau. Na een seizoen als hoofdtrainer van de JO17, is Stijn Visser dit jaar bij Kozakken Boys actief als assistent-trainer van de JO19. En dat was een bewuste keuze, zo legt hij uit. “Je staat wat makkelijker tussen de spelers.”

Een rol die hem naar eigen zeggen goed ligt. “Ik ben heel erg van de verbinding. Mijn kracht zit hem vooral in het sociale.” Als assistent-trainer van de JO19, voelt Visser (25) zich voorlopig dan ook als een vis in het water. “Spelers kijken anders tegen je aan en je kunt wat vrijer in de groep staan.” De samenwerking met hoofdtrainer Corjan Vos, verloopt dan ook voorspoedig. “Het is heel fijn om assistent te zijn, als dat samen met een goede trainer die tactisch sterk is.”

Beter zien worden

Toch beschikt ook Visser zelf, inmiddels over aardig wat ervaring. Een jaar of tien, om precies te zijn. “Ik ben ooit bij de JO12 van Kozakken Boys begonnen en heb daarna alle teams op groot veld gehad.” Waaronder dus vorig seizoen de JO17. Als hoofdtrainer. “Twee jaar geleden was ik assistent-trainer van de JO15, maar het jaar daarna, hadden ze geen trainer bij de JO17. Toen ben ik dat gaan doen.” Wat is het grootste verschil met zijn huidige rol? “Ik hoef me nu niet met alle randzaken bezig te houden, dat is wel lekker. En het kost toch iets minder tijd, ook dat vind ik wel prettig.” Al scheelt dat misschien ook weer niet al te veel, lacht Visser. “Corjan en ik doen heel veel samen. We bespreken eigenlijk alles.” Een passie, die vrij toevallig ooit eens begon. “Een broertje van een vriend van mij had geen trainer, toen vroeg hij of ik het niet wilde doen.” En zo geschiedde. “Ik vind het mooi om die gasten beter te zien worden én om ze plezier te zien hebben.” Bijvoorbeeld door allerlei trainingen te bedenken. “Dat vind ik leuk om te doen! Als ze daar dan ook wat van opsteken, geeft dat veel voldoening.” Zeker als er op zaterdag wordt gewonnen. “Uiteindelijk wil je samen resultaat halen. Op het moment dat dat lukt als team, is het niet erg om er veel tijd in te steken.” Want assistent of niet, dat doet Visser met liefde. “Ik vind het vooral heel leuk om training te geven en op het veld te staan.” Iets minder autoritair dan voorheen, lacht de inwoner van Werkendam. “Als hoofdtrainer had ik dat meer, nu ben ik een stuk rustiger!”

Gevoelsmens

Bij de club waar Visser al bijna zijn hele leven komt. “Ik moest eerst mijn zwemdiploma halen, maar ik had een bloedhekel aan zwemmen. Dus ben ik hier uiteindelijk op mijn zesde begonnen met voetballen.” De verdediger doorliep vervolgens alle standaardteams en kwam uiteindelijk via de JO19-2, in een vriendenteam terecht. “Eerst het vijfde en het vierde, nu het derde. Als rechtsback of centrale verdediger.” Kozakken Boys is voor Visser dan ook meer dan alleen het spelletje. “De waardering, het tussen de mensen, daarom vind ik het zo’n fijne club. Ik ben een gevoelsmens en houd van gezelligheid. In de kantine, tijdens de derde helft of even een praatje maken. Je kent ondertussen iedereen.” Heel gek, is dat zeker in zijn geval ook niet. “Ik ben als bestuurslid ook actief voor de ‘Club van 50’ en ik zit in het bestuur van de supportersvereniging.” Maar naast het organiseren van verschillende activiteiten, staat Visser uiteindelijk toch het liefste lekker op het veld. “Ik probeer als trainer een verbinder te zijn, er te zijn voor iedereen en te zorgen voor een goede sfeer. Al kan ik soms wat te direct zijn.” Hoe zit het met zijn verdere ambities? “Ik heb nu nog niet echt de ambitie om een eerste elftal te gaan doen, maar misschien komt dat geleidelijk. Mijn UEFA B zou ik wel graag willen halen, dus we zien het wel met de tijd.” Aan fanatisme, in ieder geval geen gebrek. “Vroeger schreef ik oefeningen op, die ik deed als speler. En tegenwoordig kijk ik ook naar trainingen van het eerste. Ik vind het echt heel knap van Ruud Brood, hoe hij hier de rust heeft teruggebracht.” Maar ook standaardsituaties, volgt hij op tv met extra aandacht. “Hoe doen profclubs dat? Dat vind ik interessant om te zien.” Kortom, genoeg om bij Kozakken Boys in de praktijk te brengen. “Ik woon op vijf minuten lopen van het veld, dus voorlopig zit ik hier goed!”

Klik op Kozakken Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Kozakken Boys voor meer informatie over de club.

Vrienden, voetbal en Mallorca: het tweede elftal van OVV’67 leeft op het veld én daarbuiten

Het tweede elftal van OVV’67 is niet zomaar een team. Het is een hechte vriendengroep die al jaren samen op het veld staat, en waar plezier, competitie en een flinke dosis gezelligheid hand in hand gaan. Speler Bart Bergers, zelf al vanaf jonge leeftijd lid van de club, vertelt hoe dit bijzondere team het hart van OVV’67 vormt.

“Ik ben vanaf mijn zesde bij OVV’67 begonnen, samen met bijna alle jongens uit mijn klas,” zegt Bart. “Het grappige is dat veel van die jongens nog steeds spelen, of op een andere manier betrokken zijn. Het voelt een beetje als familie.” Door de jaren heen is het team veranderd, spelers komen en gaan, maar de kern van het tweede elftal blijft hetzelfde: een groep vrienden die er samen voor gaat, zowel op als naast het veld.

Bart omschrijft zichzelf als een voetballer die altijd zijn best doet. “Ik ben niet de beste speler, dat weet ik ook wel, maar ik geef altijd honderd procent. Ik speel vaak op het middenveld, een beetje een kuitenbijtertje, en probeer mijn steentje bij te dragen aan het team.” Het tweede elftal van OVV’67 kenmerkt zich volgens hem vooral door het plezier dat er op het veld heerst. “Het gaat niet alleen om winnen. Het gaat om de lol, het lachen met elkaar en de sfeer. Natuurlijk probeer je wedstrijden te winnen, maar het sociale aspect staat centraal.”

OVV’67 zelf is een typische dorpsclub, met een warme, gemoedelijke sfeer waar iedereen elkaar kent. “Wat ik belangrijk vind zijn de feestjes,” vertelt Bart. “Dat is niet onbelangrijk, want we spelen niet op het hoogste niveau. Het gaat om de gezelligheid en de sociale binding. Er zijn hier een paar vriendenteams, en dat maakt de club alleen maar leuker.” Het tweede elftal is daar een schoolvoorbeeld van: een mix van oude bekenden en nieuwe spelers uit de regio, die samen de balans vinden tussen competitie en plezier.

Een van de grappige tradities van het team is de boete pot. Kleine overtredingen zoals te laat komen, vergeten sokken of bierverspilling worden door de spelers financieel bestraft. “Het is echt een manier om geld in te zamelen voor een teamuitje,” legt Bart uit. “Vorig jaar zijn we naar Hamburg geweest, hebben we een paar Duitse steden bezocht en er een heel weekend van gemaakt. Alles voor het goede doel, maar vooral om samen plezier te hebben.” De boete pot stroomt gestaag, met een huidige stand van ongeveer 800 euro, en het team houdt het strak bij via een app.

Sportief gezien gaat het tweede elftal goed. Momenteel staan ze tweede in hun competitie, net achter Right Oh. “We hebben natuurlijk het kampioenschap nog in het vizier,” zegt Bart. “Het is een uitdaging, maar we hebben er alle vertrouwen in als we blijven voetballen zoals we nu doen.” Ondanks dat het niveau soms wat zwaarder is en het aantal wedstrijden is toegenomen, weet het team met zijn ervaring en cohesie de competitie goed te doorstaan.

Wat het tweede elftal van OVV’67 zo uniek maakt, is volgens Bart het sociale aspect. “Het leukste aan een vriendenteam is het plezier op het veld, maar ook voor en na de wedstrijd. Als je elkaar goed kent, kun je altijd lachen. Dan maakt het niet uit of je wint of verliest. Zelfs na een teleurstellende wedstrijd is het in de kantine altijd gezellig.” Het is precies deze combinatie van inzet, sportiviteit en vriendschap die het team zo bijzonder maakt binnen OVV’67.

Voor OVV’67 betekent het tweede elftal meer dan alleen voetbalwedstrijden. Het is een bindmiddel voor de club, een team dat tradities in stand houdt en tegelijkertijd nieuwe herinneringen creëert. Bart Bergers en zijn teamgenoten laten zien dat voetbal op amateurniveau niet alleen gaat om winnen, maar vooral om samen zijn, plezier hebben en het onderhouden van vriendschappen die soms tientallen jaren meegaan.

Met een goed gevulde boete pot, een vrolijke sfeer en de ambitie om bovenaan de competitie te eindigen, laat het tweede elftal van OVV’67 zien dat vriendschap en voetbal hand in hand gaan. Of ze aan het einde van het seizoen op Mallorca staan, zoals beloofd bij een kampioenschap? “De kans is reëel,” lacht Bart. “Maar bovenal blijven we genieten van elke wedstrijd, samen met vrienden, op en naast het veld.”

Klik op de link voor meer artikelen over OVV’67
Klik op de link voor meer informatie over OVV’67

Irene’58 snakt naar nieuw complex

DEN HOUT – Bij Irene’58 in Den Hout groeit de frustratie met de dag. De club is al jarenlang in afwachting van een nieuw complex, maar ziet het project telkens opnieuw vertragen door procedures en vertragingen op bestuurlijk niveau. Voorzitter Niek de Jongh volgt het dossier al van dichtbij sinds de eerste schetsen op tafel kwamen. “Alles is klaar: de tekeningen, de vergunningen, het bestek. Als het licht op groen gaat, kunnen we morgen beginnen.”

De Jongh, inmiddels meer dan vijftien jaar voorzitter van de dorpsclub, loopt al zestig jaar
kamers. “Het wordt prachtig,” zegt De Jongh trots. “Als je de tekeningen ziet, dan denk je: wat een aanwinst voor het dorp. We hebben er zó veel zin in.” Voor Irene’58 is het nieuwe complex meer dan een sportieve noodzaak: het is cruciaal voor de toekomst van het dorp. “Den Hout telt maar zo’n 1200 inwoners,” vertelt De Jongh. “Op onze huidige locatie kunnen straks dertig nieuwe woningen gebouwd worden. Dat zou weer jonge gezinnen aantrekken, kinderen voor de school, voor de voetbal. Dat houdt een dorp levend.”
De Jongh ziet de gevolgen van de stilstand ook binnen de club. “We zijn gezakt van bijna 400 naar 250 leden. De oudere generatie stopt, jongeren trekken naar clubs met mooiere accommodaties in Oosterhout. Je merkt dat mensen tegenwoordig kiezen voor comfort. En dat begrijp ik ook wel: daar hebben ze kunstgras, nieuwe kleedkamers, alles netjes. Bij ons wordt het ieder jaar een beetje ouder.”
ECHTE HOUTENAAR MET CLUBHART
Ondanks de trage vooruitgang blijft De Jongh strijdvaardig. “Soms vragen mensen me wel eens hoe ik het volhoud. Maar ja, dit is mijn club. Ik ben hier opgegroeid, heb in alle commissies gezeten. Dan laat je het niet zomaar los.” De voorzitter is een man van het dorp, en dat vindt hij belangrijk. “Vroeger hadden we vaak voorzitters uit Oosterhout. Toen ik het stokje overnam, dacht ik: er moet weer een echte Houtenaar aan het roer staan. Dat bevalt me nog steeds prima. Ik probeer er bij iedere wedstrijd van het eerste bij te zijn – alleen af en toe gun ik mezelf een dagje vrij,” lacht hij.
Hij zag het voetbal veranderen, maar ook zijn club langzaam verouderen. “Onze kleedkamers zijn echt aan vervanging toe. Die hadden we al vijf, zes jaar geleden nieuw moeten krijgen, maar omdat er toen sprake was van verhuizen, is dat stopgezet. Inmiddels wordt er weinig meer aan onderhoud gedaan, want we weten dat we op termijn gaan verhuizen – alleen wanneer, dat weet niemand meer.”

HOOP OP NIEUW BEGIN

De hoop bij Irene’58 is dat er binnen afzienbare tijd eindelijk duidelijkheid komt. “Het ligt allemaal bij de Raad van State,” herhaalt De Jongh. “Zodra de uitspraak er is, kunnen we aan de slag. We hebben er lang genoeg op gewacht.” Als het complex er eenmaal ligt, moet dat ook sportieve vruchten afwerpen. “Dan kunnen we weer groeien naar vierhonderd
leden,” besluit hij. “En dan kunnen kinderen vanuit de nieuwe wijk veilig naar ons
toe fietsen, zonder kruisingen of stoplichten. Dat is goed voor iedereen. Het wordt tijd dat we vooruit kunnen – wantIrene’58 verdient dat gewoon.”

Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58

 

Den Dunnen nieuwe voorzitter HZ’75: “Deze club zit in mijn bloed”

HZ’75 krijgt een nieuwe voorzitter. Na elf jaar stopt Maron Gosens, een van de drijvende krachten achter de club, en maakt hij plaats voor Ricardo den Dunnen. Voor velen binnen de club is het een vertrouwd gezicht: Ricardo kent HZ’75 van binnen en van buiten. Als jeugdlid gestart, heeft hij alle elftallen doorlopen en stond hij al op 14-jarige leeftijd bij de senioren. “Op mijn vijftiende speelde ik zowel zaterdag als zondag vaste wedstrijden bij het eerste. Het was best intens, maar ik ben altijd een beetje een doorzetter geweest,” vertelt Den Dunnen.

Na zijn actieve carrière binnen de selectie bleef Ricardo nauw betrokken bij de club. Acht jaar lang was hij leider van de oudste jeugd en gaf hij training aan verschillende teams, waaronder dames- en 30-plus teams. “Bij de dames moest ik wennen, die eerste tien minuten werden vaak gebruikt om bij te kletsen over de week,” lacht hij. Daarnaast nam hij tientallen jaren deel aan het jaarlijkse voetbal kamp en hielp hij mee bij de organisatie van jubilea. Zijn inzet bleef niet onopgemerkt: “Ik was de kaarttrekker bij het 25-, 30- en 40-jarig jubileum. Dat was altijd een groot feest, ondanks dat corona het een keer roet in het eten gooide.”

Voordat hij voorzitter werd, bekleedde Ricardo diverse bestuurlijke functies, waaronder acht jaar als secretaris van de senioren. Toen de vraag kwam om het voorzitterschap op zich te nemen, stond hij aanvankelijk niet meteen te springen. “Het is niet iets waar ik gelijk voor riep. Ik heb het ook thuis goed besproken met mijn vrouw. We hebben vier kinderen, en het vraagt toch wat van je tijd. Maar uiteindelijk dacht ik: als ik het niet doe, wie dan wel?”

Voor Ricardo is de motivatie duidelijk: HZ’75 is altijd een uitlaatklep geweest, zowel persoonlijk als sociaal. “Ik kijk vanuit mijn kantoor uit op het kunstgraspark. Deze club zit gewoon in mijn bloed. Het is mijn tweede huis, mijn vrienden zijn hier, en ik vind het leuk om dingen te regelen en mensen mee te krijgen.” Zijn nauwe banden met andere bestuursleden maken dat proces gemakkelijker. “Drie van mijn beste vrienden zitten ook in het bestuur. We kennen elkaar al 25 jaar, van school, van voetbal, van het derde en eerste elftal. Dat scheelt enorm, omdat je elkaar blind vertrouwt.”

HZ’75 omschrijft hij als een hechte club waar jong en oud goed met elkaar omgaan. Vooral op wedstrijddagen valt dat op: “Als het eerste thuis speelt, blijven de andere teams hangen, iedereen leeft mee en dat geeft altijd gezelligheid. Het is een brede en fijne selectie, maar de betrokkenheid is groot.” De club kan volgens hem trots zijn, al is de vrijwilligersorganisatie behoorlijk soepel. Ricardo is positief over de jonge instroom in bestuur en vrijwilligersgroep, iets wat bij andere clubs wel eens een uitdaging kan zijn.

Toch beseft hij dat de schoenen die hij moet vullen groot zijn. Maron Gosens, zijn voorganger, zette de club op een stabiele en ambitieuze koers en werd zelfs tijdens zijn jubileum gehuldigd met een koninklijke onderscheiding. “Maron heeft zijn ziel en zaligheid in deze club gelegd, ook functioneel net zijn eigen bedrijf. Het is een eer om die lijn voort te zetten, maar het is ook uitdagend,” zegt Ricardo.

Vooruitkijkend blijft hij realistisch. De club draait goed, het bestuur staat stevig, maar volgens hem is er altijd ruimte voor radicale veranderingen. “Ik hoef niet alles overhoop te gooien. Het is vooral belangrijk dat iedereen zijn ding kan doen en dat het netjes wordt uitgevoerd.” Toch wil hij zijn stempel drukken op het sociaal-culturele aspect. “Ik ben meer een socializer, iemand die mensen bij elkaar brengt. Dat is mijn kracht als voorzitter.”

Ricardo kijkt uit naar zijn nieuwe rol, met een gezonde mix van enthousiasme en realisme. “Ik hoop dat HZ’75 de komende vijftig jaar nog net zo succesvol blijft. Of ik dat allemaal meemaak, weet ik niet, maar ik ga mijn best doen om de club zo goed mogelijk te leiden.” Het bestuur, de leden en de vrijwilligers van HZ’75 hebben er een nieuwe voorzitter bij die de club door en door kent en bereid is om alles te geven. Ricardo den Dunnen staat klaar om de traditie van betrokkenheid, gezelligheid en sportiviteit voort te zetten. Voor HZ’75 begint een nieuw hoofdstuk, met een man die het hart op de juiste plek heeft: midden in het dorp, midden in de club.

Klik op de link voor meer artikelen over HZ’75
Klik op de link voor meer informatie over HZ’75

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.