Home Blog Pagina 7

Cohen wil met Victoria’03 naar de tweede klasse

Na vier jaar als hoofdtrainer van SCO uit Oosterhout, vond Maikel Cohen het tijd voor een nieuwe uitdaging. En na gesprekken met verschillende clubs, vond hij die uiteindelijk bij derdeklasser Victoria’03. In Oudenbosch. “Ik wilde graag een stap maken.”

Op maximaal een half uur rijden van zijn woonplaats Oosterhout, begint de 43-jarige Cohen te vertellen. “En dat is Oudenbosch precies!” Eén plus één, was dan ook eigenlijk snel twee. “Vorig seizoen heb ik mijn VC3 gehaald, dus ik wilde graag een stap maken. Want zo’n cursus, doe je natuurlijk niet voor niks.” De oefenmeester voerde vervolgens met verschillende clubs gesprekken, maar kreeg bij Victoria’03 het beste gevoel, vertelt hij. “Ze willen graag met eigen jongens werken én sportief stappen maken. Richting die tweede klasse.”

Beetje dubbel

Een plan, dat bij Cohen klonk als muziek in zijn oren. “We hebben een heel jonge en leergierige groep. Die gasten zuigen alles op. Dat is heel positief en past goed bij me.” Al had de voormalig speler van onder meer SCO, OVV’67 en Oosterhout, er stiekem graag misschien toch nog wat meer ervaring bij gehad. “Vooral in de as.” En hij kan het weten. “Ik heb zelf altijd als spits of nummer tien gespeeld. Later kwam ik op zes of acht terecht. Steeds verder naar achter. Ik miste wel een beetje de pure snelheid.”

Hoe bevallen zijn eerste maanden bij zijn nieuwe club? “Heel goed! Ik ben goed ontvangen en we hebben een leuke groep. Dus daar ben ik heel blij mee.” Helemaal nieuw, was Victoria’03 dan ook niet voor hem. “Ik kende de club al wel, door jongens bij OVV’67, die hier vandaan kwamen. Daardoor heb ik het destijds, al wel een beetje gevolgd.”

En niet alleen daardoor, lacht Cohen. “Eigenlijk volg ik alles wel zo’n beetje in onze regio. Dat is een beetje een uit de hand gelopen hobby.” Dus zag hij Victoria’03 een goed seizoen draaien, een periodetitel winnen en uiteindelijk op een tweede plaats eindigen. Hoopte hij op promotie? “Dat is altijd een beetje dubbel. Aan de ene kant natuurlijk wel, om op een zo’n hoog mogelijk niveau te spelen. Maar aan de andere kant, wil je dat dan ook zelf als trainer bereiken. En waren we er wel aan toe, aan die tweede klasse?” Het antwoord op die vraag, is nu in ieder geval ‘ja’. “We willen opnieuw meedoen om promotie! De potentie is er, nu moeten we onszelf blijven ontwikkelen en steeds beter worden.”

Stappen maken

Zowel kwalitatief, als kwantitatief. “Vorig jaar had de club een smalle selectie, dat brak ze uiteindelijk op. Nu zijn we in aantallen breder geworden.” Al biedt dat geen garanties, weet ook Cohen. “De competitie is namelijk ook sterker geworden.” Zaak om dus volle bak aan de slag te gaan. Vanaf het begin. “Ik merkte dat het vooral ontbrak aan opdrachten en bepaalde teamfuncties. Waar zetten we druk en hoe bouwen we op? Daar moesten we als team eerst echt stappen in maken.” Met aanvallend, maar wel realistisch voetbal, tot gevolg, legt Cohen uit. “Daar moet je de hele ploeg bij gebruiken. Daarom heeft iedere training wel een doel. Hoe staan we, waar zetten we druk en hoe doen we dat? Maar ook: wat doen we aan de bal?”

Zo is het vrijspelen van de nummer zes, een belangrijk thema voor de trainer. “Waar lukt dat op het veld? Dat moeten we zien te gaan herkennen. Gelukkig maken we daar stappen in, maar we zijn er nog niet.” Eén ding is in ieder geval wel duidelijk, Cohen is gek van voetbal. “Ik lees en zie alles.” Onder andere van Arne Slot en Carl Hoefkens, de trainer van NAC Breda. “Die heeft voor iedere tegenstander een ander strijdplan, dat vind ik mooi om te zien.”

Ambities, heeft hij zelf dan ook genoeg. “Daarom heb ik bewust de stap van SCO gemaakt, omdat ik mezelf graag verder wil ontwikkelen. De VC3-cursus vond ik heel leuk om te volgen, dus ik hoop in de toekomst ook VC4 te kunnen gaan doen.” Al moet het dan, met een eigen schildersbedrijf, ook allemaal maar net passen. “Uiteindelijk wil ik trainer worden op een zo’n hoog mogelijk niveau. Minimaal eerste klasse, en de rest zal de toekomst uitwijzen.” Maar eerst, de volledige focus op zijn huidige club. “Hopelijk gaat Victoria’03 met mij naar de tweede klasse!”

Klik op Victoria’03 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Victoria’03 voor meer informatie over de club.

‘We waren steeds net niet goed genoeg’

0

Net niet goed genoeg. Dat was afgelopen seizoen eigenlijk een beetje het verhaal van VVR in de derde klasse. Tenminste, als we Renzo Roelands moeten geloven. Want ondanks dat de ploeg uit Rijsbergen zelden werd weggespeeld, degradeerde het als hekkensluiter wel naar een niveau lager. “We waren zeker niet kansloos, maar op een gegeven moment kom je in een negatieve flow…”

Een negatieve flow, waar ze bij de voormalig derdeklasser op een gegeven moment eigenlijk niet meer uit wisten te komen, vertelt Roelands (22). “Het liep gewoon niet lekker. En als je dan steeds net verliest, wordt het natuurlijk wel minder leuk.” Zelfs bij een club als VVR. “Het is bij ons eigenlijk altijd wel gezellig, ook als we verliezen, maar op een gegeven moment was dat afgelopen seizoen uiteraard ook niet meer zo.” Helemaal, omdat de inwoner van Rijsbergen het gevoel had dat er meer in had gezeten. “Ik denk dat we erin hadden kunnen blijven.”

Inzet tonen

Al is hij ook eerlijk. “We werden niet vaak weggespeeld of waren zelden kansloos, maar we waren de meeste wedstrijden steeds net niet goed genoeg.” Met uiteindelijk dus degradatie naar de vierde klasse tot gevolg. “Tijdens de tweede seizoenshelft stonden we ver onderaan, dan weet je dat het moeilijk gaat worden.” Maar veel tijd om bij de pakken neer te zetten, hebben ze bij VVR niet. Roelands kijkt liever vooruit. “We moeten nu gewoon een soort van opnieuw beginnen. Een groot deel van de JO19 is doorgeschoven, dus we hebben een brede selectie.” Een flinke verandering, ten opzichte van afgelopen seizoen, legt hij uit. “Toen was het regelmatig krap, qua aantal spelers.” Inmiddels hersteld van een ingescheurde enkelband, kan ook Roelands vol aan de bak. “Er is meer concurrentie, dus moet iedereen zijn stinkende best doen en inzet tonen. Want zonder inzet, spelen we een stuk minder.” Met genoeg inzet, wil hij graag naar boven kijken. “Lekker voetballen met die gasten en hopen op een periode en de nacompetitie. Dat zou mooi zijn!” Hoe ze dat voor elkaar willen gaan krijgen? “Door echt als een team te spelen. Dan hebben we genoeg goede spelers en gaan we vanzelf meer wedstrijden winnen.” Maar makkelijk, zal het zeker niet worden. “Ik verwacht in de vierde klasse meer vechtvoetbal en lange ballen. Teams die inzakken en duels willen spelen.” Iets wat VVR op voorhand niet zo goed ligt, is Roelands eerlijk. “Persoonlijk speel ik zelf ook liever tegen voetballende ploegen.”

Nummertje zingen

Gezien zijn manier van spelen, is dat ook niet zo gek. “Ik ben in principe een middenvelder, maar speel ook vaak als hangende buitenspeler. Iemand die veel loopacties maakt, de bal naar de juiste kleur speelt en dan doorloopt. Meer van het combinatievoetbal, dan van de acties maken.” Een kilometervreter met een neusje voor de goal. Kwaliteiten waar ze bij de Rijsbergse club al een flinke tijd van mogen genieten. “Ik voetbal al heel mijn leven bij VVR. In de F’jes begonnen en nooit meer weggegaan.” En dat is niet voor niks. “Het is een leuke vereniging, lekker dichtbij en het is vooral leuk om met je vrienden te voetballen.” Want wonend op nog geen twee minuten fietsen van het sportpark, voelt Roelands zich helemaal thuis bij VVR. Letterlijk en figuurlijk. “Als we winnen, wil ik nog wel eens een nummertje zingen in de kantine. In het jaar dat we kampioen werden, heb ik veel gezongen. Hopelijk dit jaar weer!” Aan de sfeer, zal het in ieder geval niet liggen. “Het eerste en tweede klikt heel goed samen en ook nieuwe spelers worden door iedereen altijd opgevangen.” Vertrekken, zal Roelands als kind van de club dan ook niet zo snel doen. “Voor nu zit ik hier prima. Ik hoef ook niet per se hogerop.”

Klik op VVR voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVR voor meer informatie over de club.

Matthijssen (27) zet punt achter carrière na vervelend nieuws: ‘Baal enorm’

0

Dylan Matthijssen heeft na drie wedstrijden in het nieuwe seizoen noodgedwongen een punt achter zijn carrière moeten zetten. De middenvelder van Roosendaal kreeg in drie weken tijd twee keer levensveranderend nieuws te horen, waardoor hij het voetballen achter zich moest laten: ‘Het zit er helaas niet meer in.’

Dat Matthijssen überhaupt nog op het voetbalveld te vinden was de laatste jaren, mocht al een wonder heten. Vele doktoren adviseerden hem vanwege kraakbeenschade te stoppen met voetballen, maar de Roosendaler ging onverbeten door. En dat ging hem vrij goed af. Na een aantal blessurevrije jaren werd hij echter geconfronteerd met ander slecht nieuws: ‘Ik kreeg te horen dat mijn vader kanker heeft en dat het is uitgezaaid. Dat was een shock.’

Het leven van Matthijssen werd opeens 180 graden gedraaid: ‘Ik kon altijd overal het positieve in zien, maar dat verging plotseling. Het voetballen hielp me daarbij wel. Het is altijd mijn uitlaatklep geweest, en ik putte er sinds het nieuws van mijn vader extra steun uit. Het deed me de laatste weken extra goed om lekker stoom af te kunnen blazen op de voetbal.’

Maar Matthijssen speelde al de hele voorbereiding met pijn. Iets wat hem niet onbekend voorkwam, maar toch liet hij het na een tijdje controleren: ‘Uit de MRI-scan kwam naar voren dat mijn kraakbeenschade verder toegenomen is, dus werd ik dringend geadviseerd te stoppen met voetballen. Vroeger had ik dit advies in de wind geslagen, maar met de ziekte van mijn vader zijn mijn prioriteiten verschoven. Het voelde wel als een extra deksel op mijn neus, maar het was niet anders. Ik heb besloten te stoppen en Roosendaal heeft me daarin gesteund.’

De trainer bood Matthijssen de optie om nog bij het team betrokken te blijven, door hem een rol in de staf aan te bieden. Op dit aanbod gaat hij echter voorlopig niet in: ‘Ik vond het een mooi aanbod, maar ik wil de komende tijd mijn focus volledig thuis houden. Als dat goed gaat en ik hou tijd over in mijn agenda, dan wil ik het wel overwegen.’

Door het noodgedwongen vertrek van Matthijssen gaat het eerste van Roosendaal met een nóg jongere selectie het komende seizoen in dan vorig jaar. Toen beleefde de ploeg onverwachts een zware campagne, door het wegvallen van ervaren krachten. Zij zetten, net als Matthijssen, om verschillende redenen een punt achter hun voetbalcarrière.

Zij worden vervangen door jongens uit de jeugd, waardoor de gemiddelde leeftijd teruggaat tot ongeveer twintig jaar. ‘Het ontstane gat qua ervaring is natuurlijk moeilijk op te vullen, maar jonge jongens zijn wel extra gretig. Ze geven altijd de volle honderd procent’, vertelt Matthijssen.

‘Het is natuurlijk ook de filosofie van de club om jeugd de kans te geven, alhoewel de doorstroming idealiter wat geleidelijker gaat’, legt Matthijssen uit. ‘Normaal komen er jaarlijks een of twee jongens bij, die dan rustig de tijd krijgen om te wennen. Bij ons moeten ze er al direct staan.’

Maar gezien de waardevolle lessen van vorig jaar vindt Matthijssen dat Roosendaal een stabiele middenmoter moet zijn dit seizoen: ‘Het team is slimmer geworden in momenten kiezen van drukzetten en inzakken. Ook weten ze nu wat het vraagt om een kleine voorsprong over de streep te trekken. Er wordt van wedstrijd tot wedstrijd gekeken. Op de langere termijn – en dan spreek ik over volgend seizoen of later – hebben ze de kwaliteiten om mee te doen om promotie.’

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

Drie maal is scheepsrecht, hoopt pechvogel Ackerman: ‘Knie voelt weer beter’

0

HSC’28 hoopt dit seizoen – na vorig jaar nét naast de derde periodetitel te hebben gegrepen – mee te gaan doen om de prijzen, zo stelt trainer Omid Chaab. Spelersontwikkeling staat daarbij centraal. Zo maakt Bas Ackerman (24) zijn rentree in het voetbal bij de club uit Heerle, na twee jaar geen bal te hebben aangeraakt: ‘Merk dat ik lang stil heb gezeten.’

Ackerman is een van de vier nieuwelingen die bij het eerste van HSC’28 zijn aangesloten afgelopen zomer. Het is niet zijn eerste periode bij de dorpsclub. Op zijn zestiende verhuisde de Bergenaar met zijn familie naar Heerle, wat ook betekende dat hij zijn vertrouwde M.O.C.’17 achter moest laten. ‘Dat vond ik jammer in het begin, maar ik ging samen met een vriend van school naar HSC. Hij kwam in het tweede terecht, ik in het eerste. Daar ben ik heel goed opgevangen. Ik kende eigenlijk niemand, maar kreeg al snel een warm gevoel bij de club.’

In Heerle ontwikkelde Ackerman, die van huis uit altijd verdediger is geweest, zich tot middenvelder. ‘Ik moest het altijd hebben van mijn loopvermogen, heb overzicht en probeer de simpele oplossing te vinden. Die kwaliteiten zijn ook bruikbaar op het middenveld. Het maakt mij niet zo heel veel uit waar ik sta, achterin of op het middenveld, als ik maar speel.’

Aan het begin van zijn vierde jaar bij HSC’28 sloeg het noodlot toe voor Ackerman. In de voorbereiding van het seizoen 2021/22 speelde hij met zijn team een oefenwedstrijd in Rilland, en ging het helemaal mis: ‘Er was een tegenstander in mijn buurt, dus wilde ik wegdraaien met de bal. Ik kan me nog herinneren dat het gras erg hoog was, waardoor het wat zwaarder aanvoelt. Op dat moment voelde ik iets scheuren in mijn knie en ging ik naar de grond. Ik kon niet direct opstaan, dus wist ik hoe laat het was. Mijn kruisband was afgescheurd.’ Een revalidatieproces van negen maanden volgde.

Uiteindelijk keerde Ackerman in de voorbereiding op het seizoen erna terug bij HSC’28. Dit rentree was echter van korte duur. Wederom ging het fout in het eerste oefenduel van het seizoen, dat op de dag af een jaar later gespeeld werd als de wedstrijd waarin hij zijn kruisband afscheurde: ‘Deze keer kwam ik verkeerd terecht bij een val en brak ik mijn sleutelbeen. Dat was een behoorlijke klap. Toen ik daarvan terugkeerde voelde mijn knie niet goed, en begon ik me af te vragen of het wel verstandig was om te blijven voetballen. Na vier wedstrijden besloot ik te stoppen.’

Twee jaar lang raakte Ackerman geen voetbal aan: ‘We zijn inmiddels een paar jaar verder en mijn knie voelt eindelijk weer goed. Niet als de oude, maar goed genoeg. Daarom kriebelde een terugkeer op de voetbalvelden al een tijdje bij me. Omid stelde voor om alles rustig weer op te bouwen. Mijn conditie en balgevoel zijn namelijk ook niet meer wat ze zijn geweest.’

Door een blessuregolf moest Ackerman echter al meer minuten maken dan gehoopt: ‘De groep is ineens een stuk kleiner geworden. Daardoor zijn we tegen wat nederlagen aangelopen in de voorbereiding en beker. Onze doelstelling in de competitie is om te promoveren – en dat moet het altijd zijn.’

Klik op HSC’28 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSC’28 voor meer informatie over de club.

‘Voordeel dat tegenstanders ons niet kennen’

0

Na een wisselvallig seizoen en een teleurstellende achtste plaats, hoopt vierdeklasser Sprundel in een nieuwe competitie en met nieuwe tegenstanders, dit jaar de lat een stukje hoger te kunnen leggen. Aan vertrouwen, ontbreekt het bij Sven Buurstede in ieder geval niet. “Het is een voordeel dat tegenstanders ons nu niet kennen.”

Want na jaren in dezelfde vierde klasse, liepen ze daar bij Sprundel wel een klein beetje tegenaan, merkte Buurstede (27). “Tegenstanders wisten onze krachten en gingen zich daardoor aanpassen.” Met als gevolg: slechts 27 treffers voor. “Dat was bij ons het grootste probleem. We missen scorend vermogen. We creëren genoeg kansen, maar hebben eigenlijk maar twee aanvallers die scoren. En onze middenvelders, doen dat ook niet echt.”

Te spannend

Het leverde Sprundel naar eigen zeggen een verloren seizoen op, zo vindt Buurstede. “We waren veel te wisselvallig. Pas op het einde, kwamen we er een beetje in.” Een verklaring, heeft de aanvoerder daar wel voor. “Er zaten maar elf ploegen in de competitie, dus was je soms ineens een weekend vrij. Daardoor kwam je lastig in een ritme.” Ook het inpassen van jonge jongens, kostte de nodige tijd. “Als je eigen jeugd doorschuift, duurt het even voordat je op elkaar bent ingespeeld.” Desondanks, waren de verwachtingen op voorhand hoog. “Onze doelstelling was top vijf, alleen viel het net niet…” Met slechts één punt minder dan nummer vijf Wernhout, was dat gat te overzien. Echter kwam ook de nacompetitie voor degradatie, gevaarlijk dichtbij. Uiteindelijk verzamelde Sprundel twee punten meer dan nummer negen Schijf. “We hebben het op het einde nog wel iets té spannend gemaakt voor onszelf. Maar gelukkig is het goed gekomen.” Zaak om dat dit seizoen, te voorkomen. “We willen in de eerste weken zoveel mogelijk punten pakken, daarna bepalen we onze doelstelling. Al vind ik dat we eigenlijk gewoon weer voor een plek bij de eerste vijf moeten gaan.” Aan de bezielende leiding van de broers Mark en Rob Monden, zal het in ieder geval niet liggen. “Ze zijn allebei jong én gedreven. Dat merk je. In hoe ze denken over voetbal, maar ook hun coaching tijdens trainingen. Dan spat het vuur er echt vanaf.” Iets wat Buurstede stiekem, al een tijdje wist. “Ik heb met zowel Mark, als Rob, nog samengespeeld bij Sprundel 1.” Hoe dat voor hem is? “Zeker in het begin, was het wel even schakelen. Maar daardoor weten ze heel goed hoe bepaalde spelers zijn en kunnen ze boven de groep staan.”

Aanvoerder

Zodat ze Buurstede als drager van de aanvoerdersband kunnen helpen, bij het op sleeptouw nemen van de nog altijd jonge groep. “Ik ben hier begonnen op mijn zesde en sinds mijn negentiende, ben ik al aanvoerder van ‘mijn club’. Dat is iets waar ik wel trots op ben. Helemaal bij de eerste keer.” Toevalligerwijs, nam hij die band over van Rob. Zijn huidige trainer. “Rob was geblesseerd, toen kozen ze voor mij.” Tussendoor, maakte Buurstede op zijn 23ste nog een uitstapje naar Rood Wit. “Daar heb ik twee jaar gespeeld, voor de rest ben ik nooit weggeweest.” Hoe kijkt hij terug op die periode in Sint Willebrord? “Het is heel leuk om met je vrienden te voetballen, maar ik voelde dat er meer in zat. Bij Rood Wit kende ik wat mensen en ik had daarvoor ook al eens contact gehad met hoger spelende clubs. Toen dacht ik: ik ga er gewoon voor! Uiteindelijk was het een mooie stap, kon ik het niveau zeker aan en is het goed bevallen.”

Het oude nest

Toch bleef het avontuur uiteindelijk dus maar beperkt tot twee seizoenen. “Ik heb getwijfeld om langer te blijven, maar de groep viel daar behoorlijk uit elkaar. Dus koos ik eieren voor mijn geld.” Terug op het oude nest, heeft Buurstede het in Sprundel weer uitstekend naar zijn zin. “Het is lekker dorps en heel gemoedelijk.” Ook bij de selectie. “Het is één grote vriendengroep. Met veel jongens ga ik al mijn hele leven lang om.” Samen met zijn tweelingbroer, die lange tijd in het tweede elftal speelde. “In alle jeugdelftallen speelden we ook altijd samen. Dus dit voelt echt weer als vanouds!” Vertrekken zal Buurstede, die op een steenworp afstand van het sportpark woont, dan ook niet meer doen. “Ik ga hier afsluiten.” Tijd genoeg voor de voetballiefhebbers in Sprundel, om te genieten van zijn kwaliteiten. “Iemand die graag duels speelt, inzicht heeft en goed kan koppen.” Maar ook een typische leider is. “Ik ben fanatiek en wil altijd het beste uit anderen halen.” Tegenwoordig als centrale verdediger. “Vroeger speelde ik veel op het middenveld, maar de laatste vijf jaar sta ik achterin. Ik heb het spel liever voor me, dus dat is nu wel mijn favoriete plek!”

Klik op SV Sprundel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Sprundel voor meer informatie over de club.

Trainer BSC over zijn selectie: ‘Die luxe hadden we vorig jaar niet’

Hoofdtrainer Jeroen de Vlaming (38) kijkt met een realistische blik vooruit op de  rest van het seizoen, maar ziet tegelijk voldoende reden voor optimisme.

‘Vorig seizoen begonnen we met hoge verwachtingen’, vertelt De Vlaming. ‘Na onze tweede plek het jaar ervoor dachten we opnieuw mee te kunnen doen om de bovenste plaatsen. Maar door omstandigheden, waar we deels geen invloed op hadden, kregen we te maken met een zware eerste seizoenshelft. We stonden op een gegeven moment zelfs een-na-laatste. Iedere week hadden we een andere ploeg op het veld staan. We konden nergens aan bouwen.’

Blessures speelden een grote rol. ‘We hadden vijf à zes blessures tegelijkertijd en er haakte steeds weer iemand af. We hadden bijvoorbeeld tegen VV Steen uit en thuis maar één speler die op dezelfde positie stond – zelfs de keeper was anders. Dat zegt genoeg.’ Toch kijkt De Vlaming met een goed gevoel terug. ‘Vanaf de winterstop werd iedereen weer een beetje fit en konden we eindelijk doen wat we voor ogen hadden. We hebben toen veel punten gepakt en alsnog een leuk seizoen gedraaid.’

Ook benadrukt De Vlaming de positieve ontwikkelingen binnen zijn selectie. ‘De kracht van deze groep is dat we voor elkaar door het vuur gaan. De sfeer rondom wedstrijden en trainingen is uitstekend, en ondanks dat er wat verschuivingen zijn geweest, is het alleen maar gezelliger geworden. Het niveau op de trainingen ligt hoger.’

BSC mag bovendien zes nieuwe spelers verwelkomen, waaronder een terugkerende speler van Alliance, drie talenten die dit seizoen definitief de overstap maken vanuit eigen jeugd en drie externe versterkingen. ‘We hebben nu een brede selectie en moeten zelfs spelers buiten de wedstrijdselectie laten. Dat is een luxe die we vorig jaar niet hadden.’

De trainer ziet nog wel verbeterpunten. ‘Ik heb als trainer een duidelijke visie en daar hebben we vorig jaar niet zo veel als ik wilde aan kunnen werken, omdat dat niet altijd haalbaar was vanwege de blessures. Daar hebben we dit jaar nieuw leven ingeblazen en dan zie je nog genoeg ruimte voor verbetering. Tevens hebben we vorig jaar veel tegengoals gekregen door persoonlijke fouten en omdat we kwetsbaar waren in de omschakeling. We zijn een van de beter voetballende teams, maar we moeten leren wat we doen zonder bal. Door meer vastigheid te creëren in de opstelling kunnen spelers elkaar beter vinden en wordt de onderlinge afstemming beter.’

Over de voorbereiding was De Vlaming gematigd tevreden. ‘We hebben goede dingen laten zien en conditioneel zijn we op orde. De eerste bekerwedstrijd tegen METO was echter dik onvoldoende, maar tegen Schijf en Rood-Wit hebben we vertrouwen getankt richting de competitie.’

De doelstellingen voor dit seizoen zijn bewust bescheiden. ‘Ik heb alle spelers gevraagd naar hun persoonlijke en teamdoelen. Natuurlijk willen we beter worden en meedoen bovenin, maar na vorig jaar wil ik eerst dat we ons veilig spelen. Het is een pittige competitie en er zijn nieuwe tegenstanders waar ik minder bekend mee ben. Laten we eerst zien hoe het loopt – dan kunnen we verder kijken.’

Klik op BSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSC voor meer informatie over de club.

‘Het is best een groot verschil met de jeugd’

0

In zijn eerste maanden als vast selectielid van het vlaggenschip van vierdeklasser RSV, maakt jongeling Maxim Feraaune voorlopig behoorlijk wat indruk. Maar ondanks dat de negentienjarige middenvelder er al een aantal doelpunten in heeft liggen, blijft hij met beide benen op de grond staan. “Ik wil vooral proberen zoveel mogelijk minuten te maken.”

En voorlopig, gaat hem dat prima af, vertelt de inwoner van Rucphen. “We hebben een goede voorbereiding gehad en ook persoonlijk, ben ik lekker aan het seizoen begonnen. Nu is het zaak om dat niveau iedere keer op de mat te kunnen leggen.” Helemaal nieuw, is het eerste elftal voor Feraaune dan ook niet. “Vorig seizoen heb ik al een groot gedeelte van de tweede seizoenshelft meegedaan en vanaf mijn zestiende, ben ik ook al begonnen met meetrainen.” Sterker nog. “Toen heb ik ook al mijn debuut gemaakt.”

Steekpasses

Inmiddels vast onderdeel van de selectie, heeft het op jonge leeftijd meetrainen, hem behoorlijk geholpen, zo heeft Feraaune gemerkt. “Het is best een groot verschil met de jeugd. Vooral aan het tempo en het fysieke, moet je behoorlijk wennen. Dan is het een voordeel, als je daar wat langer de tijd voor hebt gekregen.” Want, zo lacht hij. “Als je minder snel bent, moet je slim zijn.” Zeker op zijn positie, als aanvallende middenvelder. “Ik kom graag voor de goal. Dat is ook wel een beetje mijn rol als nummer tien. Iemand die aan de bal prima is, tussen de linies probeert te spelen en met steekpasses teamgenoten voor de keeper wil zetten.”

Vooral dat laatste, doet Feraaune met enige regelmaat. “Meestal zijn mijn assists ook mooier dan de doelpunten die ik maak.” Kwaliteiten die hij afgelopen seizoen, al geregeld bij het eerste mocht laten zien. “Na de winterstop ging het beter bij ons en zijn we gelukkig nog omhooggeklommen.” En met een zevende plaats als eindrangschikking en slechts drie punten boven de nacompetitie, was dat nodig ook. Echt zorgen om degradatie, heeft Feraaune zich naar eigen zeggen overigens niet gemaakt. “Maar we zijn er wel scherper door geworden!” Stiekem, zat er volgens hem dan ook wel meer in. “Het ging een periode wat minder, als we dat niet hadden gehad, waren we denk ik hoger geëindigd.”

Opgegroeid

De doelstelling voor dit seizoen, is dan ook niet heel anders, legt hij uit. “Die is eigenlijk hetzelfde als vorig jaar. Bij de eerste vijf eindigen en een periode pakken. Dat hebben we besproken met elkaar, en we voelen allemaal aan, dat het mogelijk is.” Aan hem de taak, om daar zijn steentje aan bij te dragen. “Ik moet op de trainingen gewoon mijn best doen en proberen om zoveel mogelijk minuten te maken. En natuurlijk mijn goaltjes mee te pikken!”

Bij de club waar Feraaune al op vierjarige leeftijd begon. “Als je hier bent opgegroeid, weet je eigenlijk niet beter. Het is altijd gezellig en al mijn vrienden, waar ik ook mee op de basisschool heb gezeten, voetballen hier. We gaan regelmatig nog samen bij de JO19 kijken.” Bang voor een vertrek van Feraaune, die meestal op zijn fiets naar Sportpark De Molenberg komt, hoeven ze in Rucphen voorlopig niet te zijn. “Ik zou het leuker vinden om met RSV hoger te komen, dan dat ik bijvoorbeeld naar een andere derdeklasser ga.”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

RSV is alles voor Dierks: ‘Daarna komt de voetbal’

0

Eerst komen zijn gezin en zijn kleinkinderen, maar daarna komt toch wel de voetbal. Dat RSV een belangrijke rol van betekenis speelt in het leven van Co Dierks, mag duidelijk zijn. En dus zet de vrijwilliger zich iedere dag met hart en ziel in, voor de club uit Rucphen. Op welk gebied dan ook. “Ik heb graag wat om handen.”

Want hele dagen stilzitten, is niks voor de inmiddels 66-jarige Dierks. “Vorig jaar mei ben ik met pensioen gegaan, dan moet je toch wat te doen hebben? Lekker onder de mensen komen en actief zijn.” En actief, dat is de inwoner van Rucphen bij RSV. “Ik verzorg de kleding voor de jeugd en de senioren, onderhoud de gebouwen en ben lid van de onderhoudsploeg.” Naast zijn functie als algemeen bestuurslid. “Ondertussen kom ik nu ongeveer 25 jaar bij de club. Begonnen als jeugdleider, daarna zat ik jarenlang in het jeugdbestuur en ben ik ook nog jeugdvoorzitter geweest.”

Nieuwe messen

Voetballen, deed Dierks niet bij de vereniging uit Rucphen. “Ik kom niet van het dorp. Heb altijd in Fijnaart gewoond. Daar heb ik tot mijn twintigste bij Kaaise Boys gevoetbald. Daarna vond ik geld verdienen belangrijker.” Een keuze waar de voormalig rechtsback, achteraf misschien toch wel een beetje spijt van heeft. “Ja en nee. Wellicht ben ik wat te vroeg gestopt. Het is dat ik nu versleten knieën heb, anders had ik het misschien nog wel gedaan. Want het spelletje, blijft gewoon heel leuk.” Gelukkig kan Dierks als vrijwilliger, tegenwoordig buiten het veld zijn ei kwijt. Onder meer als onderdeel van de onderhoudsploeg. “Als er iets kapot is, zet ik dat in de app en wordt het gemaakt. Bijvoorbeeld in de kantine of één van de kleedkamers.” Maar ook het onderhoud van het veld, valt onder zijn verantwoordelijkheid. “We hebben een robotgrasmaaier, die moeten we iedere maandagmorgen even schoonmaken. En om de vier weken, zetten we er nieuwe messen op.” Daarnaast, houdt Dierks zich ook bezig met het zoeken van sponsoren, zodat alle leden van de club er netjes bijlopen. “Ik moet er min of meer voor zorgen, dat iedereen kleding heeft.” Toch heeft de clubman het de laatste maanden, vooral druk met de bouw van de nieuwe kleedkamers. “Daar houd ik toezicht op. Die moeten uiterlijk november klaar zijn!” Maar klaar met verbouwen is Dierks, die nagenoeg iedere dag op de club te vinden is, daarna nog niet. “De oude kleedkamers gaan we ombouwen tot materiaalhok.”

Complimenten

Tijd en energie, die hij er met alle liefde insteekt. “Die betrokkenheid vind ik zo leuk. En ik krijg heel veel waardering. Complimenten van andere verenigingen, dat het er hier netjes uitziet, of dat alles zo goed geregeld is. Dat is natuurlijk leuk om te horen. Daar doe je het uiteindelijk allemaal voor.” Want, zo vertelt Dierks. “RSV is echt voor iedereen. De saamhorigheid, de gezelligheid. Alles mag en kan.” Zonder de voetbal, kan het bestuurslid dan ook eigenlijk niet. “Op zondag ga ik bij thuiswedstrijden altijd met een vaste groep bij het eerste kijken. Ook uit, ga ik vaak mee. Als vertegenwoordiger van de club.” En op zaterdag, is Dierks regelmatig te vinden bij wedstrijden van de jeugd. Kortom. “RSV is bijna alles voor mij. Eerst komen mijn gezin en mijn kleinkinderen, maar daarna komt de voetbal.” Fanatiek als hij is, hoopt Dierks ooit dan ook nog eens de derde klasse mee te maken. “Je spreekt natuurlijk regelmatig een woordje met die jongens van het eerste, dus dat zou ik heel mooi vinden. Aan het veld en de spullen, ligt het in ieder geval niet.” Nu nog dat beetje geluk. “Zeker bij een dorpsclub, heb je te maken met lichtingen. Dan moet je voetballen met de spelers die je hebt.” Zolang het kan blijft Dierks zelf, hoe dan ook vol enthousiasme zijn steentje bijdragen. “Ik wil sowieso het 100-jarig bestaan meemaken, dus dat is nog minimaal zeven jaar!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

Jay Meijers terug op oude nest: ‘Ik heb me aan mijn woord gehouden’

Na een aantal seizoenen in de jeugd van Virtus, keerde Jay Meijers afgelopen zomer bij het naar de vierde klasse gepromoveerde SVC terug op het oude nest. En voor wie denkt dat de jongeling het tijdens zijn eerste seizoen bij de senioren rustig aan wil doen, heeft het mis. “Ik durf wel te zeggen dat we weer bovenin mee gaan doen!”

Aan vertrouwen, dus geen gebrek, bij de achttienjarige spits. En aan plezier, overigens ook niet. “Ik heb het heel goed naar mijn zin! Gewoon weer lekker voetballen.” Bij de club, waar Meijers ooit op vijfjarige leeftijd begon. “Vervolgens heb ik tot mijn veertiende bij SVC gevoetbald, daarna ben ik naar Virtus gegaan.” Met een duidelijk doel, zo blijkt. “Ik wilde graag een stap hogerop en het niveau hier, vond ik toen te laag. En daarnaast, waren veel van mijn vrienden ondertussen al naar Victoria’03 gegaan.”

Weddenschap

Hoe kijkt hij terug op zijn tijd bij de club uit Zevenbergen? “Het was daar serieuzer, dan meer voor de leuk. Daardoor heb ik heel veel geleerd. In het meevoetballen, drukzetten, maar ook gewoon het snappen van het spelletje.” Toch verloor hij zijn oude liefde, nooit uit het oog. “Als ik kon, ging ik nog vaak bij SVC kijken.” Sterker nog. “Ik had een weddenschap met Jorn Magielse, dat als ze zouden promoveren, ik weer terug zou komen.” En zo geschiedde. Via de nacompetitie. “Uiteraard heb ik me aan mijn woord gehouden!” Met alle gevolgen van dien. “Dit is mijn eerste seizoen bij de senioren, dus ik speel nu echt tegen oudere mannen.”

Vol met slimmigheidjes. “Verdedigers zijn nu een stuk slimmer én ervaren. Je kunt een bepaalde actie maar één of twee keer doen, dan hebben ze het door.” Maar met inmiddels al een aantal doelpunten achter zijn naam, gaat dat voorlopig goed. Meijers voelt zich dan ook als een vis in het water. “Het niveau is prima, dus ik heb er absoluut geen spijt van. Verder ken ik natuurlijk ook al die gasten, daardoor is het leuk en gezellig.” Een terugkeer, moest er vroeg of laat dan ook een keer van komen. “Bij Virtus was de situatie een klein beetje onduidelijk en wist ik niet of ik in het eerste of het tweede zou komen. En bij SVC hadden ze al zó vaak gevraagd of ik terug wilde komen…”

Minimaal vijftien

Tijd om die vasthoudendheid, dit seizoen te belonen. “We willen ons natuurlijk handhaven, maar stiekem durf ik wel te zeggen dat we bovenin mee gaan doen. Als je ziet hoe goed we kunnen voetballen, vind ik dat we hoog in moeten zetten. Dat vertrouwen moeten we uitstralen.” En niet voor niks. “Tot nu toe zie ik heel veel potentie in ons team, om nóg beter te worden. Dat kunnen we nu mooi in die vierde klasse testen.” Met hem dus als goalgetter. “In totaal wil ik er minimaal vijftien maken!” Hoe hij dat gaat doen? “Het liefste krijg ik de bal in mijn voeten.”

Al is dat door de wisselwerking met collega-spits Tim van den Dool nu iets anders, vertelt de inwoner van Standdaarbuiten. “Daardoor moet ik iets meer voor diepte zorgen.” Maar ook dat, heeft Meijers in zich. Ondanks dat hij naar eigen zeggen niet meer dan ‘een prima snelheid’ heeft. Snelheid waar de supporters van SVC, nog wel even van kunnen genieten. “Ooit zou ik het leuk vinden om hogerop te gaan, maar voor nu denk ik daar niet aan. Voorlopig blijf ik nog lekker hier voetballen. Daarna zien we het wel!”

Klik op SVC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVC voor meer informatie over de club.

Van Jeugd EK naar Kroeven: het pad van El Tarrahi

0

Adnane el Tarrahi heeft de harten van de Kroevense fans gestolen met zijn linkervoet. De voormalig jeugdinternational van Oranje degradeerde in zijn eerste seizoen met ZVV Kroeven, maar leidde de ploeg vorig jaar met zijn doelpunten weer terug naar het hoogste niveau: ‘We mikken op handhaving, maar willen onszelf niet tekort doen – we hebben namelijk een goede selectie.’

De Roosendaalse zaalvoetbalformatie werd vorig jaar overtuigend kampioen in de Eerste Divisie, volgens de 25-jarige speler van Kroeven: ‘Er gingen maar twee jongens weg, die we goed hebben vervangen. Daarnaast had iedereen natuurlijk al een jaar Eredivisie-ervaring in hun rugzak en stond er met Samir Yaaqobi een nieuwe trainer voor de groep. Ik wil niet zeggen dat we geen tegenstand hebben ervaren, maar seizoensbreed zijn we terecht kampioen geworden.’

In El Tarrahi’s eerste jaar bij Kroeven debuteerde de club in de Eredivisie. Hijzelf had al eerder op dat niveau gespeeld: ‘Toch was het wennen voor mij, omdat ik voor het eerst een sturende rol kreeg. We verloren veel wedstrijden met kleine marges, waar we wel genoeg kansen hadden om meer te scoren. De laatste zes, zeven wedstrijden moesten we aan de bak om te handhaven. Dat deden we goed, maar we kwamen uiteindelijk één punt tekort. Onnodig, maar wel de realiteit.’

El Tarrahi komt uit Rotterdam, waar hij nog steeds woont en werkt als jongerenwerker. In die stad begon hij op zijn zestiende met zaalvoetballen bij TPP: ‘Ik werd al snel doorgeschoven naar het eerste elftal, waar ik mocht meetrainen. Vanuit daar ben ik uitgenodigd voor Oranje Onder-17 en uiteindelijk geselecteerd voor de kwalificatiewedstrijden van de Olympische Jeugdspelen. Ik mocht tegen toplanden spelen en trainen in Zeist. Ik begon het spelletje beter te begrijpen. Dat vond ik zo geweldig, dat ik na dat toernooi mijn focus volledig verlegde naar de zaal.’

En dat werd beloond. El Tarrahi bleef een vaste kracht voor de JO18 en JO19 van het Nederlands elftal. Met de Onder-19 speelde hij een EK in Riga, Letland. ‘In van die grote ijshockeystadions hadden ze zaalvoetbalvloertjes gelegd. De resultaten vielen wat tegen, maar het was al een verrassing dat we überhaupt op dat EK speelden. Men had niet verwacht dat we de kwalificatie zouden overleven, maar dat lukte toch. We kwamen als team niet vaak bijeen en moesten spelen tegen teams die vijf keer per week met elkaar trainden. Toch was het een geweldige ervaring.’

Met 21 jeugdinterlands op zak maakte El Tarrahi de stap naar ZVG/Cagemax uit Gorinchem, dat toen in de Eerste Divisie uitkwam. Daarna vertrok hij naar Eredivisionist ZVV BE’79 uit Tilburg. Maar de linkspoot was daar ook weer na een jaar uitgekeken: ‘Het was een leuk seizoen – we zijn tot de play-offs gekomen – maar ik was toe aan iets nieuws. Toen ben ik benaderd door Kroeven, die dat jaar als promovendus hoge ogen wilden gooien. De verhalen over een volle zaal met supporters, en een goed gesprek met de toenmalige trainer en de voorzitter, hebben me overgehaald deze kant op te komen.’

Bij Kroeven houdt El Tarrahi het al wat langer uit. En dat komt door het warme gevoel dat de club hem geeft: ‘Kroeven voelt als één grote familie en ik ben erg dankbaar dat ik daar onderdeel van ben.’

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.