Home Blog Pagina 2

Rood Wit pakt de titel: ‘Het gaat eindelijk weer goed’

0

Na drie degradaties op rij, valt er eindelijk weer wat te lachen bij Rood Wit. Want met drie punten verschil op nummer twee Rimboe, pakt de club uit Sint Willebrord het kampioenschap in de vierde klasse. Toch weigert de ervaren Edwin Jaspers te hard van stapel te lopen. “Gelukkig hadden we het in eigen hand.”

Iets waar de 30-jarige Jaspers vier wedstrijden voor het einde, eigenlijk niet vanuit ging, is hij eerlijk. “Ik had verwacht dat Rimboe niks meer zou verliezen, dus dan hadden we zelf alles moeten winnen én vooral zoveel mogelijk goals moeten maken.” En zelfs dan, had het zomaar niet genoeg kunnen zijn. “Maar toen verloren ze thuis van DSE!” Rood Wit won op zijn beurt overtuigend op bezoek bij Sprundel en dus bedraagt het gat, met nog drie wedstrijden te gaan, drie punten. “Eerst hadden we het in eigen hand, maar ook weer niet. Nu hebben we het écht in eigen hand. We gaan er in ieder geval vol voor.”

Opnieuw beginnen

Helemaal na al die degradaties, van de afgelopen drie jaar. “Het gaat nu eindelijk weer goed. En dat werd tijd ook. Dat moest weer een keer gaan gebeuren.” Ook al is dat dan nu in de vierde klasse. “Dat scheelt wel enorm, ten opzichte van de derde klasse.” Toch kwam dat stiekem, misschien helemaal niet zo verkeerd uit, beseft Jaspers. “We hebben een jonge groep, dan is het op dit niveau makkelijker instromen. En die jongens zijn de afgelopen jaren ook ouder geworden, dus hebben meer ervaring in het eerste.” De lat, werd dan ook hoog gelegd. “We zeiden voor de grap tegen elkaar dat we kampioen wilden worden, maar het doel was vooral om bovenin mee te spelen. Dat was op voorhand onze verwachting.” Eén die bleek te kloppen. “Bouwen aan een nieuw team, vol eigen jeugd, kost tijd. Maar dat idee, begint nu echt vorm te krijgen.” Nadat de club een seizoen of acht geleden, dus nog actief was in de eerste klasse. “Toen hadden we gewoon een ontzettend goede lichting, plus spelers van buitenaf. Op het moment dat die dan weggaan of jongens stoppen, moet je opnieuw beginnen.” Met drie degradaties op rij tot gevolg. “Als iedereen fit is, horen we thuis in die derde klasse. Dan kunnen we daar zelfs een stabiele middenmoter zijn, denk ik.” En niet voor niks. “Het is een soort vriendengroep. Dus zowel binnen als buiten het veld, zijn we écht een team. Daardoor gaan we niet alleen tijdens wedstrijden voor elkaar door het vuur, maar zien we elkaar bijvoorbeeld ook op feestjes. We zullen nooit iemand laten vallen.”

Soort vriend

Iets wat Jaspers in al zijn jaren bij Rood Wit, als geen ander heeft geleerd. “Ik ben hier op mijn vijfde begonnen en dit is mijn veertiende seizoen in het eerste.” Nadat hij op zijn vijftiende zijn debuut mocht maken bij het vlaggenschip van de club. “Toen speelden we ook vierde klasse. Wat dat betreft is de cirkel, na een aantal jaar eerste klasse, rond.” Een cirkel die de inwoner van Sint Willebrord de nodige hoogtepunten heeft opgeleverd. “Het kampioenschap in de tweede klasse, was het mooiste. Dat is voor een dorpsclub als Rood Wit toch wel het hoogst haalbare.” Maar hoe leuk de eerste klasse ook was om in te spelen, Jaspers geniet misschien nog wel meer van de derby’s die hij nu speelt. “Daardoor komen er ook weer veel meer mensen kijken. Rotterdam en omstreken, was toch iets te ver.” Support waar ze bij de vereniging uit Sint Willebrord altijd op kunnen rekenen. “Als je ziet hoe de mensen met de club bezig zijn. Alles kan en niks is te veel.” Aan een vertrek heeft Jaspers, die in 2014 en 2016 te maken kreeg met twee kruisbandblessures, dan ook nooit gedacht. “Ik ken iedereen en alles is goed geregeld.” En ook het werken onder Rick Hoendervangers, bevalt de spits voorlopig prima. “Hij is jonger dan sommigen van ons, maar weet daardoor heel goed hoe wij denken. Buiten het veld kun je gewoon met hem appen en is hij een soort vriend, daarbinnen is hij trainer.” Dat de voormalig assistent-trainer de vertrekkende Ad van Seeters op moest volgen, was dan ook al snel duidelijk, meent Jaspers. “Daar stond iedereen binnen het team achter.” Met een mogelijk aanstaand kampioenschap, dus niet voor niks. “We trainen hard en als het niet goed gaat, kan Rick iemand ook gewoon op zijn flikker geven.” De toekomst ziet er dan ook positief uit, volgens de routinier. “We hebben een jonge groep, vol met jongens uit het dorp. Daar kunnen we de komende jaren mee vooruit!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

Amin El Bouazaoui: Trainer met gezonde ambities bij DVO’32

Als jong jongetje deed Amin El Bouazaoui aan kickboksen en begon pas op latere leeftijd met voetballen in clubverband. Pas op zijn vijftiende begon hij met voetballen bij DVO’32. Speelde een jaar in de selectie en stopte met voetballen toen hij 19 was. Sinds die tijd is de docent wiskunde trainer geworden.

Trainer bij zijn broertje

“Mijn broertje speelde in de F-Jes. en ik zag ze een keer voetballen voor het Vlaardings kampioenschap. Ze verloren met 9-0 en gingen allemaal lachend van het veld af. Toen ben ik voor de lol ingestapt als trainer en nu zijn we negen jaar verder en train ik het eerste elftal van DVO’32”, zo verklaart hij de keuze om als 19-jarige trainer te worden. Mijn broertje speelt nu in het eerste elftal van DVO’32.

Mooie jaren als jeugdtrainer

Amin begon bij DVO’32 als trainer, ging toen naar een jaar naar CWO, kwam weer terug naar DVO’32. “Mijn lichting onder 19 gingen naar de senioren. Dat was een goede lichting en we hebben veel mooie dingen meegemaakt met het team. We haalden onder meer de finale van het Vlaardings kampioenschap, een behoorlijke prestatie voor een team van DVO’32. De spelers gingen naar de selectie of in een vriendenteam spelen en ik was toe aan een nieuwe stap. Die stap werd Excelsior Maassluis, dat heb ik vier jaar gedaan. Ook nog een jaartje bij Sparta als assistent bij de O13”, zo begint Amin zijn verhaal over het trainerschap. In die tijd haalde Amin zijn trainerspapieren en op een gegeven moment klopte DVO’32 bij hem aan. In eerste instantie om als technisch coördinator aan de slag te gaan, maar daar bedankte hij voor. Twee weken later, toen de hoofdtrainer bleek te vertrekken, vroeger ze hem alsnog om trainer te worden van de selectie van DVO’32

Een community bouwen bij zijn DVO’32

Amin was van mening dat het plan groter moest zijn dan alleen hoofdtrainer. De club is een club uit de Westwijk, heeft wel jeugdteams, maar alleen in de onderbouw. “We willen eigenlijk iets creëren met jongens die uit de buurt komen. Vanuit de jeugd doorstromen naar het eerste van de club en daarbij wilde hij er een (h)echte community van maken waar iedereen zich thuis voelt. Voor de selectie benaderde hij spelers uit zijn eigen netwerk en veel van deze jongens spelen nu bij DVO’32. 

Grootste tegenvaller in het eerste seizoen als hoofdtrainer

Als grootste tegenvaller ziet Amin de positie op de ranglijst in de vierde klasse. De ploeg staat op de 12e plek. Aan het eind van de rit betekent dat nacompetitie om in deze klasse te blijven. “We zijn vanaf de grond begonnen met bouwen. Spelers moeten passen binnen het team en binnen de community. Mensen die ons zien spelen begrijpen ook niet waarom wij zo laag staan. De oorzaak is vaak dat mijn spelers de slimmigheidjes missen om een wedstrijd over de streep te trekken”, legt Amin uit over de lage positie van zijn team. Toch is de sfeer goed binnen de selectie en is er een prima trainingsopkomst bij de club. De saamhorigheid van de groep is heel speciaal en met het trainingskamp is vrijwel iedereen ook mee geweest.

Multiculturele wijk in Vlaardingen

De Westwijk is eigenlijk wel een beetje een achterstandswijk. Je vecht dan ook een tegen het imago van de club. De selectie is behoorlijk multicultureel. Bij het tweede loopt een Oekraïense trainer. Er lopen veel nationaliteiten rond, maar het grootste deel is Marokkaans. “Dat is niet zo vreemd omdat er veel gasten uit mijn netwerk komen natuurlijk. Dat zijn jongens waar ik ook mee ben opgegroeid en samen mee heb gevoetbald. Het mooie is dat er nu ook steeds meer support komt vanuit de Westwijk en dat is wat we willen creëren bij DVO’32”, legt de trainer enthousiast uit.

Amin heeft genoeg ambities

We zijn er heilig van overtuigd dat wij er dit seizoen inblijven. Toch heeft 90% van de groep aangegeven te blijven, ook al zouden we naar de vijfde klasse degraderen. Een vereniging bindt mensen en daar staan wij als vereniging voor. We willen ook geen broodvoetballers hebben bij DVO’32. Ik kan hier enorm veel van leren als trainer, maar vooral als mens. Mijn hoop is dan ook dat ik bij DVO’32 een goed fundament kan achterlaten. Wij willen dat dit een vereniging voor iedereen is in Vlaardingen-West. Ik wil ooit mijn VC4 gaan halen, maar dat zal nog wel even duren. Dan ben ik benieuwd waar het schip strandt”, besluit El Bouazaoui.

Klik op vv DVO’32 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv DVO’32 voor meer informatie over de club.

Jeroen de Lely en Joery Kaashoek op avontuur bij Victoria’04

Waar sommige duo’s wereldbekendheid genieten zoals Laurel en Hardy of dichterbij zoals Bassie en Adriaan zal er volgend seizoen een illuster duo aansluiten bij Victoria’04. Joery Kaashoek en Jeroen de Lely oftewel de twee J’s. Ze zwaaien na jaren trouwe dienst af bij het Capelse SVS om hun geluk te beproeven bij de Vlaardingse club.

SVS monumenten

Jeroen speelde vanaf zijn vijfde jaar bij SVS. Hij speelde tussendoor nog wel een jaar bij Xerxes, maar keerde toen terug bij de Capelse ploeg. Joery kwam in de d-tjes bij SVS. Hij speelde daarvoor bij de Egelantier Boys. Beide heren komen in totaal tot ongeveer 600 wedstrijden in SVS 1, alhoewel het er volgens beide veel meer moeten zijn omdat ze er bij SVS een vreemde telling op nahielden.

Toptijd in de jeugd van SVS

In de jeugd hebben de mannen een supermooie tijd gehad. “We hadden een elftal dat een behoorlijk niveau haalde. Mooie wedstrijden gespeeld tegen o.a. NAC Breda, FC Dordrecht en Feyenoord. Dat was echt een goed elftal” begint Jeroen. “Als tweedejaars A-junior werden er door trainer Wout Ooms vier spelers bijgevoegd bij het eerste, dat toen vocht tegen degradatie uit de derde klasse. Dat was wel een moeilijke keuze, omdat je wel je maatjes van de A1 in de steek zou laten. Het hoogste jeugdelftal speelde toen nog voor promotie.  We hebben het wel gedaan en dat is bizar goed uitgepakt. De uitwedstrijd tegen PPSC was toen een hoogtepunt. Als we zouden verliezen, waren we gedegradeerd. PPSC leek op een veilige plek te staan, SVS won met 3-1 en eindigde op de zevende plaats. PPSC degradeerde uiteindelijk toch nog door alle rare uitslagen die middag”, beide heren vullen elkaar af en toe aan.

Hoogtepunten bij SVS

Joery zijn hoogtepunt was de promotie naar de tweede klasse. In de nacompetitie werd toen afgerekend met Rijnmond Sport en SC Botlek. “Dat was echt een fantastische ervaring. Het waren toen nog uit en thuiswedstrijden. Thuis tegen Rijnmond Hoogvliet wonnen we met 3-1 en uit verloren we na verlenging met 4-2. Toen moesten er strafschoppen worden genomen. Joran van Opstal schoot toen de winnende strafschop binnen met een ‘Panenka’. We wisten allemaal dat hij dat ging doen. Wout Ooms zag het gebeuren en kreeg het Spaans benauwd. Tegen Botlek wonnen we thuis met 3-0 en uit werd het 2-2.  Voor Jeroen was die laatste wedstrijd eigenlijk zijn dieptepunt. In de thuiswedstrijd scoorde ik twee penalty’s en in de uitlooptraining maandag brak ik mijn duim, waardoor ik in het gips kwam. Waardoor ik niet heb gespeeld”, zegt Jeroen daarover.

Trainingskamp in Torremolinos

We hopen door de overstap naar Victoria’04 dat gevoel weer te kunnen krijgen en nog een paar mooie jaren te kunnen voetballen. Jeroen kende al wat jongens die bij Victoria’04 spelen. Toevallig zaten we samen met die club op trainingskamp in Torremolinos. In hetzelfde hotel en zelfs in hetzelfde vliegtuig. Eigenlijk spontaan werden we heel leuk opgevangen door die spelersgroep. Jeroen en Joeri zijn beste maatjes en ook gevoelig voor sfeer.  We stonden nog om vier uur gezellig in de club met de spelers van Victoria’04. Dat voelde goed zegt het duo.

Ambities bij Victoria’04

“Ik wil gewoon het gevoel krijgen dat we in het verleden bij SVS hadden. Met zijn allen knokken om mooie resultaten te behalen. Deze ploeg speelt ook al een tijd samen. Zijn ook wat oudere gasten en je merkt dat zij meer een team zijn dan SVS. Dat spreekt mij wel enorm aan. Ik heb er enorm veel zin in” zegt Joery enthousiast.  Jeroen vult aan “Ze hebben goede jaren gehad bij Victoria’04. Ook meegedaan voor promotie. Daarbij is het een volwassen ploeg, alhoewel het dit jaar er niet uitkomt. Wij vinden dat fantastisch en hopen bij Victoria’04 het SVS gevoel van zes jaar geleden kunnen krijgen.

Laatste thuiswedstrijd is tegen Victoria’04

Opmerkelijk is dat SVS op 17 mei a.s. de laatste thuiswedstrijd tegen Victoria’04 moet spelen. Op de vraag of ze dat lastig vinden antwoorden ze vrij duidelijk. “Als we de kans krijgen om te scoren, zullen we niet twijfelen. Maar het zal wel een bijzondere wedstrijd voor ons worden” zeggen de heren in koor.

Klik op sc Victoria’04 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sc Victoria’04 voor meer informatie over de club.

Femke Alblas-Bol : Bevlogen trainster van de jongste meidenjeugd

Femke Alblas-Bol is sinds kort de trainster van de allerjongste meiden. Ze traint en begeleid de MO6 van MVV’27, die sinds kort op de voetbalbalvelden rondlopen. “De stoere meiden in de onderbouw doen nu met de jongens mee. Bij de MO6 hebben we nu 17 meisjes rondlopen en die train ik. Daar richten wij ons nu dan ook op. Als je meiden wil laten voetballen bij de club, moet je van jongs af aan beginnen”, begint Femke over de meidenafdeling van MVV’27.

Zelf ook gevoetbald bij MVV’27

Zelf heb ik vroeger ook gespeeld bij MVV’27 en ik vond het ook enorm leuk om te doen. Ik ging ook niet tussen de jongens voetballen, dat zie je nu ook heel veel”, gaat Femke verder over het meidenvoetbal. “Mijn dochter is nu vijf en die doet alles met haar vriendinnen. Toen ik tien was begon ik met voetballen en de meiden missen dan eigenlijk al jaren een voetbalopleiding. Afgelopen september zijn we begonnen met de MO6. Toen ben ik begonnen met het appen van moeders van kinderen die bij mijn dochter op school zitten en gezegd dat we een meisjesteam gaan oprichten. Dat ging als een lopend vuurtje door Maasland”, zegt de trainster over de start van het team.

Lekker tikkertje gespeeld tijdens de eerste training

Tijdens de eerste training gingen we gewoon tikkertje spelen. Dat was voor sommige meisjes al enorm spannend. Iemand die je niet kent, moet je tikken. Bij jongens zie je dat die anders in elkaar zitten. Jongens beginnen al snel met stoeien en dat soort zaken. Jongens zijn dan ook veel meer prestatiegericht, ze willen winnen en de sterkste zijn. Bij meiden ligt dat anders, die willen vooral aardig gevonden worden.

Glitterhoepels en muziek voor de meiden

De trainingen zijn dan ook heel anders ingericht. Zo doen we bijvoorbeeld een stoelendans met hoepels. We hebben glitterhoepels gekocht en als de muziek uitgaat moeten ze in een hoepel stilstaan. Dat vinden de meiden helemaal geweldig, maar zoiets hoef je niet bij jongens uit te proberen. Ze hebben zoveel lol met elkaar en dat trekt ook weer andere meiden aan.

Meer meiden dan jongens in de jongste leeftijdscategorie

“Inmiddels hebben we voor deze leeftijdscategorie nu dan ook meer meiden dan jongens. Wat ook opvallend is, de meiden luisteren echt geweldig. Ik kwam erachter dat er bij de UEFA een Disney programma speciaal voor meiden tussen de vijf en acht jaar hebben laten ontwikkelen. Het ziet er heel goed uit, maar de KNVB doet daar op dit moment nog niet aan mee. De reden daarvoor is nog onbekend op dit moment”, zegt trainster tot besluit.

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

Het derde van Schijf droomt van de platte kar

0

Goed voetbal, wedstrijden winnen en gezelligheid. Leider zijn van het derde bij Schijf, heeft voor Hendrik de Rijk alles wat het spelletje zo mooi maakt. Want ondanks dat de voormalig speler van Rood Wit zelf niet meer kan voetballen, is hij nog altijd net zo fanatiek. “Ik ben een slechte verliezer.”

Lekker meedoen en een balletje trappen, mist De Rijk (50) dan ook nog altijd wel. “Als je dan die bal ziet rollen, wil je ook weer…” Toch kan hij dat, inmiddels dus niet meer. De inwoner van Schijf legt uit hoe dat komt. “Ik heb op mijn zestiende, toen ik nog bij Rood Wit speelde, mijn been gebroken. Lag ik er anderhalf jaar uit.” Geboren en getogen in Sint Willebrord, kwam hij via zijn vrouw, rond 1999 in het dorp waar hij nu woont terecht. “Mijn vrouw komt uit Schijf en ik kende daar zelf ook wel wat mensen. Dan vragen ze of je hier komt voetballen. Uiteindelijk ben ik overstag gegaan.”

Goede reden

Maar wel in een lager elftal. “Eerst bij het derde en later het vijfde. In 2014 ben ik helemaal gestopt met voetballen.” Om vervolgens dus leider te worden. Eerst bij het vijfde, later het derde. “Dit is nu alweer mijn derde seizoen. Eigenlijk wilde ik er destijds een punt achter zetten, maar toen werd ik voor dit team gevraagd.” Toch had hij liever tussen de jongens, op het veld gestaan. “Op donderdag deed ik vaak nog mee tijdens de training. Een potje voetballen en daarna gezellig samen een biertje drinken. Maar sinds juli 2024 blijf ik maar sukkelen met een klapvoet. Dus sporten gaat gewoon niet meer.” De voormalig rechtshalf, die door zijn blessure een zwaar verbrijzeld been heeft, neemt dan ook geen enkel risico meer. Mede vanwege zijn werk bij een bouwbedrijf. “Dat was ook de reden dat ik hier op een lager niveau ging voetballen.” Als leider, is dat risico gelukkig een stuk minder groot, lacht De Rijk. “Ik moet zorgen dat we genoeg spelers hebben, zodat ik op zondag de opstelling kan maken. Dat doe ik altijd in een ‘Excelletje’.” En dat gaat uiterst serieus. “Jongens moeten voor donderdagavond 22:00 uur laten weten of ze er dat weekend zijn. Ook waarom niet. Ze moeten wel een goede reden hebben.”

Slechte verliezer

Doordeweeks getraind door Ad Brink of Wilfried Broos, moet het op zondag gebeuren. “We beginnen zondagmorgen altijd met een praatje, daarna gaan we omkleden en lekker het veld op.” Heel lastig, is dat praatje overigens niet, is De Rijk eerlijk. “Veel van die jongens hebben vroeger samen in het eerste gespeeld, dus die kunnen makkelijk op een hoger niveau spelen. Die hoef ik niet meer uit te leggen hoe ze moeten lopen.” Want met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 30, beschikt het derde van Schijf over meer dan genoeg ervaring. “Het zijn allemaal vrienden en iedereen kent elkaar. Dat was voor mij een paar jaar geleden de belangrijkste reden om door te gaan.” Met succes. “De laatste seizoenen ging het goed tot aan de winterstop, maar wisten we daarna niet compleet te blijven. Dat is nu wel het geval, dus kunnen we met twee punten achterstand nog altijd dromen van het kampioenschap.” En als De Rijk, die op zaterdag vaak bij de jeugd gaat kijken, dromen van zegt, bedoelt hij dat ook écht. “Ik ben een slechte verliezer, dus ik wil graag kampioen worden.” In de vijfde klasse. “Die jongens zijn ook allemaal nog net zo fanatiek, dus die willen er ook vol voor gaan. Dat proef ik wel.” De plannen voor een eventueel kampioensfeest, worden in ieder geval alvast gemaakt. “Dan gaan we met een platte kar door het dorp, zeker weten!” Aan gezellige activiteiten sowieso geen gebrek. “We doen altijd een winter- en een zomeruitje. In principe moeten nieuwe spelers dat organiseren. Van een kroegentocht, tot bowlen. En nu denken we na over een weekendje weg.” Iets waar De Rijk, zelf zeker bij zal zijn. “Ik wil dit absoluut nog langer blijven doen. Tenzij er een aantal stoppen en we veel gaan verliezen, dan ben ik weg!”

Klik op RKVV Schijf voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Schijf voor meer informatie over de club.

Zwaluwen O14-2 tussen twee klassen in

Zwaluwen O14-2 is een team zoals er veel zijn bij de amateurclubs in Nederland. Soms winnen, soms verliezen. Onder leiding van trainer Xavier Marang (28) speelt het team zijn wedstrijden op de zaterdag.

O14-2 is een hechte vriendenploeg

Het team is een hechte vriendenploeg. Dat is de kracht van de jongens. Ze kunnen heel lief tegen elkaar zijn, maar elkaar ook de waarheid vertellen.  De meeste zitten bij elkaar op school en wonen ook in de omgeving van het Zwaluwen-terrein. Dit zijn de woorden van Xavier Marang, trainer van Zwaluwen O14-2. De 28-jarige van origine Rotterdammer heeft een deel van het team al vier jaar onder zijn hoede. Xavier zal volgend jaar niet meer als trainer voor een groep staan. Hij heeft nog een andere functie bij de club bij het wedstrijdsecretariaat. 

Te goed voor de derde klasse, niet goed genoeg voor de tweede klasse

Ze spelen in de tweede klasse en dat is eigenlijk te zwaar voor ze. Heel veel jongens hebben veel potentie en je ziet dat er wel niveauverschil in de jongens zit. Daar probeer je dan het team omheen te bouwen. In totaal zijn er nu nog veertien spelers, er zijn er een paar naar de O14-1 doorgeschoven en ook zijn er wat blessures. Het team begon de eerste van drie competities in de tweede klasse, van de zeven wedstrijden werd er toen eentje gewonnen. In de tweede fase kwam het team uit in de derde klasse en dat ging uitstekend met een tweede plaats achter Pernis. In de derde fase mocht de tweede klasse weer worden geprobeerd. Dat is tot nu toe geen succes gebleken, want de eerste zes wedstrijden werden verloren. Ook tegen middenmoter Westlandia zijn de jongens van trainer Xavier kansloos en verliezen ze, ondanks bij vlagen leuk spel, ruim. Ook omdat de tegenstander twee grote jongens had lopen die wel heel makkelijk overal doorheen konden lopen.

Lootjes trekken voor de positie in het veld

Om te zorgen dat er toch nog leuke dingen zijn, bedenkt de trainer originele dingen rond de wedstrijden. Zo moesten alle spelers voor de wedstrijd een lootje trekken om te bepalen op welke positie ze zouden spelen. Dit ritueel werd in de rust herhaald.

Mooie sponsor voor het team

Hartmans Montage is de sponsor van het team. Het bedrijf is de partner als het gaat om het aansluiten van bekabelingssystemen en datatechniek. Voor meer informatie: www.hartmansmontage.nl

Klik op vv Zwaluwen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwaluwen voor meer informatie over de club.

Tijdelijke expositie DSC in het Driels Museum!

0

Medio september opent in het Driels Museum een tijdelijke expositie over DSC. Het Driels Museum, gelegen aan de Teisterbantstraat, is een lokaal museum dat de geschiedenis van de regio Kerkdriel tentoonstelt.

De collectie van het museum richt zich op lokale tradities, ambachten en het dagelijk leven van de inwoners door de eeuwen heen.

Naast deze permanente tentoonstelling heeft het museum een tijdelijke expositie rondom een bepaald thema.

Eind 2024 kreeg DSC de vraag of zij het onderwerp van een tijdelijke tentoonstelling wilden zijn. Na overleg om te kijken wie hieraan vanuit DSC zouden kunnen meewerken aan de voorbereidingen is gestart met oproepen via Narrow Casting in het clubhuis en social media aan DSC-ers en oud leden en betrokkenen. Van vele kanten zijn veel spullen zoals foto’s, films, oude clubbladen etc aangeleverd. Ook enkele zeer bijzondere stukken waarvan velen niet wisten dat het (nog) bestond. Ook had het Driels Museum zelf een groot bijzonder stuk, nog uit de 2e wereldoorlog, in bezit tot ieders verrassing. Tijdens deze expositie komt niet alleen de geschiedenis van de club aan bod, ook komen (oud) spelers, trainers, sponsoren en vrijwilligers aan het woord en in beeld.

Rondom de expositie over DSC worden er daarnaast diverse activiteiten georganiseerd. Zo is er een kleurplatenwedstrijd voor de jongste jeugd en worden jeugdspelers uitgedaagd om hun ‘eigen’ DSC – tenue te ontwerpen.

De expositie is te bezoeken tijdens de vaste openingstijden van het museum, te weten: zondagmiddag tussen 14.00 uur en 17.00 uur, en maandagavond tussen 19.30 en 22.30 uur.

In de maand september is het Driels Museum extra geopend op zaterdagmiddag (14.00 – 17.00 uur) vanwege de wedstrijden van DSC 1 op zondagmiddag. De toegang tot het museum en de expositie is gratis.

De verwachting is dat de expositie tot eind 2026 zal lopen.

Heeft u na het lezen van dit artikel nog spullen die de tentoonstelling kunnen verrijken, neem dat contact op met expositie@vvdsc.nl

Klik op DSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DSC voor meer informatie over de club.

‘Dit voelt voor ons een beetje als een tweede thuis’

0

Twee echte RSV‘ers, oud-voetballers van het eerste en allebei bestuurslid bij de club. Lesley en Davy Suijkerbuijk kunnen niet zonder elkaar én de voetbal. En dus spelen de twee broers sinds dit seizoen samen in het tweede. “Dit voelt voor ons een beetje als een tweede thuis.”

In het geval van Lesley (32) lange tijd als rechtsback van het eerste elftal. “Ik voetbal vanaf mijn vijfde bij RSV en heb veertien jaar in het eerste gespeeld. Afgelopen seizoen ben ik daar pas gestopt.” Nooit weggeweest, omschrijft de jongste van de twee het duo als echte RSV’ers. “Dat is ook een beetje het typerende van een dorpsclub en ons kent ons. We zijn in Rucphen geboren en getogen, dan is de voetbal dichtbij en kom je op de fiets. In al die jaren hebben we een hoop vrienden gemaakt.” Datzelfde, geldt voor de 36-jarige Davy. “Ik kom hier nu ruim dertig jaar, RSV voelt als een tweede thuis. Waar ik kan helpen, doe ik dat.”

Achter de schermen

Bijvoorbeeld als kantinebeheerder, vertelt Davy. “Dat doe ik sinds 2019. Om te voorkomen dat er verplichte bardiensten kwamen, heb ik die functie op me genomen.” Vooral achter de schermen, zo blijkt. “We hebben een vrijwilligersclubje opgericht, van een mannetje of twintig. Die zijn keihard nodig en draaien om de beurt een bardienst. Ik ben meer bezig met het maken van de roosters, het bijhouden van de voorraad en het regelen van de financiële dingen met onder andere leveranciers.” Naast het training geven aan het team van zijn zoontje, de JO7, is dat alles goed te behappen. “Vroeger werkte ik altijd in de horeca, dus ik heb wel wat ervaring. Dat zit er daardoor toch een beetje in.” Een manusje-van-alles dus, net als zijn broertje. “Sinds dit seizoen zit ik in het hoofdbestuur, voor alle technische zaken omtrent de senioren. Dus het aanstellen van trainers, het indelen van de teams óf de velden en het voeren van gesprekken met de staf van ieder elftal.” En dat terwijl Lesley twee jaar geleden begon, met een andere functie binnen de vereniging. “Ze zochten een secretaris, maar die was lastig te vinden. Toen wilde ik best wel kijken of het wat voor mij was. Uiteindelijk ben ik gaan meelopen, tot er iemand anders bij kwam.” Een ‘transfer’ naar technische zaken volgde. Net als die naar het tweede. Samen met zijn broer. “Hij is voornamelijk leider, ik geef op donderdag de training.” Maar spelen, doet vooral Lesley, ook nog steeds. “Ik wil op zondag nog wel graag voetballen, Davy doet alleen mee als het écht nodig is.” Zoals vroeger bij het eerste, waar ze met elkaar de rechterkant vormden. Al was dat maar kort. “Alles bij elkaar, misschien één seizoen. In de jeugd speelden we ook nooit samen, door het leeftijdsverschil.”

Betrokken blijven

Dat leeftijdsverschil, merkt Davy bij het tweede, nu ook nog steeds, lacht hij. “De rest is een stuk fitter én jonger dan ik. Ik ben echt de oudste.” De rolverdeling, is dan ook duidelijk. “Ik sta op donderdagavond regelmatig in de kantine, om te zorgen dat die jongens na de training wat te drinken hebben.” Maar in het weekend, is de voormalig jeugdkeeper er gewoon bij. “Het is leuk om in die kleedkamer te zijn en af en toe te spelen op plekken waar ik nodig ben. Het gaat voor mij vooral om de gezelligheid.” En het regelen van allerhande zaken. “De wasbeurten, de tenues en de materialen.” Davy, voornamelijk keeper geweest in lagere elftallen, dacht afgelopen jaar dan ook eigenlijk aan stoppen. “Maar Lesley wilde graag samen naar het tweede. Dus ben ik nog maar een seizoentje doorgegaan.” En zonder spijt. “RSV is een warme vereniging, waar iedereen voor elkaar klaar staat. Alles is goed geregeld. Voor mij is het echt het totaalplaatje.” Lesley, inmiddels woonachtig in Sprundel, beaamt dat. “Daarom willen we ook graag betrokken blijven bij de club, buiten de voetbal om. Om te zorgen dat het goed gaat met RSV.” En voorlopig, gaat het goed, vertelt hij. “De club is groeiende, vooral bij de jeugd. Er komen nieuwe kleedkamers en het zou mooi zijn als er ooit ook nog ergens een extra veld of kunstgras zou komen. Mocht dat mogelijk zijn.” Zijn steentje daaraan bijdragen, ziet de jongste van de twee zichzelf dan ook nog wel even blijven doen. “Ook op dit vlak, zou ik mezelf graag verder willen ontwikkelen. Zodat we hopelijk steeds meer jeugd, bij de senioren betrokken kunnen blijven houden.” Zijn broer, wonend in Rucphen, ziet zijn toekomst bij de ambitieuze club precies hetzelfde voor zich. “We staan er goed op. Dus zolang het te behappen blijft, doe ik het met alle liefde en plezier. Dan fiets ik graag naar RSV!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

‘Misschien is het beter om in de vierde klasse te gaan bouwen’

0

Na onderaan te zijn geeindigd met  VVR in de derde klasse, probeert Milan Daemen de moed erin te houden. “We willen het seizoen in ieder geval met een goed gevoel afsluiten.”

Hoe lastig dat misschien ook is, als hekkensluiter van de derde klasse. “We hebben wel eens betere tijden gehad”, concludeert Daemen (25) met gevoel voor understatement. “Al wisten we vooraf al dat het lastig ging worden.” De verklaring voor de mindere resultaten, is dan ook simpel, legt hij uit. “Er zijn vijf goede én belangrijke spelers gestopt, waardoor de groep kleiner is geworden. Als iedereen fit is, zijn we derde klasse waardig. Hebben we last van blessures, dan zijn we gewoon een vierdeklasser.”

Plezier

Maar desondanks, blijven ze bij VVR positief. “Het is een gezellige groep en de sfeer is goed. Maar die is natuurlijk nog beter, als je regelmatig wint.” Tot nu toe slaagde de ploeg daar in negentien duels drie keer in en dus is er nog wel wat werk aan de winkel. Om in ieder geval directe degradatie te ontlopen. “Ik heb er alle vertrouwen in dat we nog wedstrijden gaan winnen, alleen lijkt het gat naar de nummer elf te groot. Zo eerlijk moet je zijn.” En met een achterstand van vier punten op zowel Clinge als BSC, zou Daemen daar wel eens gelijk in kunnen hebben. “De competitie is een stuk sterker geworden, ten opzichte van vorig seizoen. Je merkt gewoon dat ploegen kwalitatief beter zijn.” Een niveautje lager gaan voetballen, betekent volgens de middenvelder dan ook niet het einde van de wereld. “Tuurlijk wil je zo hoog mogelijk spelen, maar wat niet kan, kan niet. Uiteindelijk voetbal je toch voor je plezier. Dan is het misschien beter om in die vierde klasse te gaan bouwen en meer wedstrijden te winnen.” Hij kan het weten. “Vanaf mijn zesde voetbalde ik nooit ergens anders. In al die jaren bij het eerste, heb ik zowel promotie als degradatie meegemaakt.” Maar in welke klasse ze ook speelden, één ding veranderde nooit. “Het is hier altijd gezellig! Rijsbergen is natuurlijk maar een klein dorpje, dus het is heel hecht en iedereen kent elkaar.” Ook na een nederlaag op de zondagmiddag. “Na de wedstrijd is het altijd wel even zuur, daarna wordt er al snel weer een biertje gedronken en samen gelachen. Zoals het hoort.”

Rust nemen

En waar ook Daemen, volgend seizoen nog van kan blijven genieten. Al klinkt dat vanzelfsprekender, dan het daadwerkelijk is. “Ik wil graag nog zo lang mogelijk blijven voetballen, maar vanwege fysieke problemen, bekijk ik het echt per jaar.” Want de Rijsbergenaar, sukkelt met blessures, zoals hij het zelf noemt. “Er is iets niet goed met mijn achillespees, daarom loop ik ook met steunzolen. Eigenlijk zou ik een paar maanden rust moeten nemen. Het spelletje is alleen nog te leuk…” In zijn geval als balafpakker op zes. “Als ik de bal heb, lever ik hem zo snel mogelijk in bij teamgenoten die er veel betere dingen mee kunnen dan ik.” Hopelijk voor Daemen, zijn dat soort jongens er volgend jaar bij VVR ook nog genoeg. “Ik denk dat de meeste basisspelers wel zullen blijven en dat er misschien vier spelers gaan stoppen. Dat moeten we dan op zien te vangen met gasten uit de jeugd of het tweede. Ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen.” Maar niet voordat dit seizoen met een goed gevoel is afgesloten. “Ik hoop dat we nog een paar potjes kunnen winnen, dan zien we wel waar we staan. We willen er in ieder geval allemaal voor vechten!”

Klik op VVR voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVR voor meer informatie over de club.

‘Er wordt nu soms te veel op het bordje van keepers gelegd’

0

Ballen vangen, positie kiezen en natuurlijk meevoetballen. Het is een kleine greep uit de dingen die Rob Schulten zijn keepers als keeperstrainer bij DSE wekelijks probeert te leren. En die positie, wordt steeds belangrijker, merkt de oud-doelman. “Je bent nu echt onderdeel van het team.”

Hoe anders was dat in zijn tijd, als keeper van onder meer Internos, Unitas’30 en RBC Roosendaal. “Toen moest je alleen maar ballen tegenhouden, nu moet je ook veel meer meevoetballen.” Al is dat eerste, volgens Schulten (56) nog altijd wel de hoofdtaak van een doelman. “Soms wordt er te veel op het bordje van keepers gelegd. We moeten ook niet gaan overdrijven. Je moet gasten vooral op hun sterke punten benutten.” En met al zijn ervaring, kan de inwoner van Etten-Leur het weten. “Ik heb tot mijn 36ste gekeept, daarna ben ik keeperstrainer geworden.”

Brutaal zijn

Bij onder meer Roosendaal, Rood Wit, Unitas’30, Internos en de jeugd van zowel RBC als FC Dordrecht. “Na acht jaar bij Rood Wit, was ik toe aan een nieuwe uitdaging.” Dat werd zeven seizoenen geleden, dus DSE. “Op dinsdag en donderdag, geef ik keeperstraining aan de keepers van de selectie én de jeugd.” Al gaat het verder dan dat, vertelt Schulten. “Ik ga ook naar wedstrijden of trainingen kijken, zodat ik weet wat die jongens hun tekortkomingen zijn. Daar kunnen we dan vervolgens weer op trainen.” Hoe ziet zo’n training er over het algemeen uit? “Bij de jeugd is het vooral de basis. Dus vangen, voetenwerk en positie kiezen. Bij de keepers van de selectie zijn het meer hoge ballen, kort werk en schoten.” Maar ook het meevoetballen, vergeet Schulten niet. “Aannemen, vooraf kijken en dan op de goede snelheid doorspelen.” In combinatie met een stukje karakter, legt hij uit. “Als doelman moet je een beetje brutaal zijn. In mijn tijd, hadden keepers echt haar op hun tanden. Die gingen gewoon een duel aan. Nu zijn ze allemaal een beetje lief, dat is de mentaliteit van tegenwoordig.” Hoe dat komt? “Vroeger hadden we niks anders dan voetbal. Nu hebben ze eigenlijk geen tijd. De echte diehards, zijn er niet meer.” Op Coen Jansen, doelman bij het eerste van DSE, na dan misschien. “Die werkt keihard en is daardoor hartstikke gegroeid. Dan heb je ook als keeperstrainer, toch een beetje eer van je werk.”

Leren van tv

Werk waar Schulten ook na al die jaren, nog altijd van geniet. “Het blijft ontzettend leuk om te doen! Ik ben graag buiten en het is mooi om die keepers beter te maken. Daar haal ik mijn voldoening uit.” Op de voor hem nog altijd mooiste positie, in het veld. “Je bent een eenling in het team, maar daardoor kun je ook de held zijn. In die verantwoordelijkheid, moet je de balans zien te vinden.” Onder meer door goed op te letten tijdens voetbalwedstrijden op tv. “Ik kijk altijd extra naar de keepers, dat zeg ik ook tegen die jongens. Daar kun je heel veel van leren.” Zoals vroeger in zijn geval van de Duitse doelman Harald Schumacher. “Die speelde onder meer bij FC Köln, dat was wel echt mijn idool. Naast Hans van Breukelen natuurlijk.” Hoelang blijft Schulten, die op zondagochtend ook nog zijn eigen keepersschool heeft, training geven bij DSE? “Volgend seizoen blijf ik nog een jaar, maar als ik straks 60 ben, is het wel klaar. Stiekem gaat er toch veel tijd in zitten.” Tijd die Schulten steeds een beetje minder over heeft. “Er was ook interesse van Halsteren, dat heb ik niet gedaan. Ik wil niet meer iedere week gaan kijken of met wedstrijden mee, daar heb ik geen zin meer in.”

Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.