Home Blog Pagina 207

VC Vlissingen wil jeugdafdeling weer opnieuw vorm en uitstraling geven

0

Het is volgens John Casteleijn dringend nodig om de jeugdafdeling van VC Vlissingen opnieuw vorm te geven en vooral nieuw leven in te blazen. Steeds vaker kozen jonge voetballers voor een stap naar andere Vlissingse verenigingen in plaats van zich aan te sluiten bij de derdeklasser. ‘Daardoor hebben nu slechts enkele lichtingen bezet en daar willen we graag verandering in brengen.’

Casteleijn heeft zich het lot van de jeugdafdeling bij VC Vlissingen aangetrokken en wil proberen om met een nieuw te ontwikkelen jeugdplan, samen met een aantal vrijwilligers op termijn, weer doorstroming naar de senioren te realiseren. “Dat zal een pittige klus worden, want die is er nu niet. We hebben in de bovenbouw één JO15 en één JO17. Van die laatste groep moeten soms noodgedwongen jongens als wissels mee bij het eerste elftal en dat is eigenlijk té vroeg. Om verschillende redenen is er een gat ontstaan en dat moeten we zien te gaan dichten met z’n allen.”

Zelf speelde hij veertien jaar in het eerste van Walcheren, een vereniging die qua jeugd momenteel, net als het naastgelegen GPC behoorlijk aan de weg timmert. “Goeie jongens kiezen nu sneller voor de andere clubs, terwijl ze in het verleden juist wél naar Vlissingen kwamen. De jeugd was toen het paradepaardje van de club en daar willen we graag weer een omslag in gaan maken. Goede trainers op de elftallen, randvoorwaarden die goed zijn en dan stap voor stap weer terug de boel op de rails zetten.”

Momenteel traint Casteleijn zelf de JO13-1, een ploegje waar volgens hem muziek in zit. “Dat is een heel leuk en vooral ook talentvol groepje spelers. Die hebben echt wel wat in hun mars. Het is voor ons belangrijk om die jongens goed te begeleiden en ervoor te zorgen dat we ze voor de club kunnen behouden de komende jaren, want zij zijn de levensader ook voor onze senioren op langere termijn. Onder andere die jongens van Bouzambou zijn ook heel nadrukkelijk bij de jeugd nu betrokken en dat is wel een positieve ontwikkeling.”

Er is bij VC Vlissingen nu ook een Jeugd TC opgezet en naast Casteleijn zijn onder meer ook Jamal Bouzambou, Jan Machiel van Wezel en voorzitter Johan de Visser nauw daarbij betrokken. “Dat is een mooie groep clubmensen die ook zelf de nodige ervaring op voetbalgebied hebben opgedaan door de jaren heen. Samen gaan we een goed en ook vooral realistisch jeugdplan ontwikkelen om als rode draad te laten dienen. Want dat er voor de vereniging iets moet gebeuren om van de jeugd weer een bloeiende en succesvolle afdeling te maken, dat is iets wat buiten kijf staat. Er zijn een hoop mensen die er welwillend hun schouders onder willen zetten, want er loopt heel veel talent rond. Het is nu zaak voor ons als vereniging om dat verder te laten ontwikkelen, binnenboord te houden en er op langere termijn zelf de vruchten van te plukken.”

Klik op VC Vlissingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VC Vlissingen voor meer informatie over de club.

Stefan Visser ziet Stolwijk opfleuren

Stefan Visser kende bewogen maanden. Een tijdje geleden werd hij voor het eerst vader. Op het veld was er ook verandering: zijn positie centraal achterin bij Stolwijk is ingeruild voor die van spits.

“Het is het mooiste wat ik in mijn leven heb meegemaakt”, vertelt Visser (29) vol trots over zijn pasgeboren zoontje die de naam Morris heeft gekregen. Doorslapen doet de kleine Visser nog niet, maar dat maakt de kersverse vader niets uit. “We moeten er wel eens vier keer per nacht uit. Het zijn gebroken nachtjes, maar we doen het met liefde.”

De kleine Morris is inmiddels ook al in het bezit van zijn eerste Stolwijk-shirt. “Gekregen van mijn teamgenoten”, zegt Visser. “Natuurlijk gaat hij later ook voetballen.”

Met tien punten uit de eerste vier wedstrijden is Stolwijk goed aan het seizoen begonnen. Dat heeft aan de Sportlaan ervoor gezorgd dat de sfeer is opgeknapt, meent Visser. Na de degradatie vorig seizoen was de club in mineur. “We hebben best een vervelend jaar achter de rug”, doet Visser uit te doeken zonder daarbij veel uit te wijden. “Stolwijk hoort in de vierde klasse thuis, maar het is voor de jonge spelers wel goed om een niveautje lager te spelen. Daar hebben ze net even wat meer tijd om zich te ontwikkelen. Ze hoeven minder op de tenen te lopen.”

Visser maakt wel duidelijk dat, als het aan hem ligt, niet de bedoeling is dat Stolwijk een blijvertje wordt in de vijfde klasse. “Het doel is om snel weer terug te keren in de vierde klasse. Het liefst binnen een jaar.”

Om dat te bewerkstelligen heeft Marco Lange een andere rol voor Visser bedacht. De teamleider van een vleesbedrijf is verhuisd van centraal achterin naar de punt in de aanval. Dat lijkt opmerkelijk. “Aan de ene kant wel, aan de andere kant weer niet”, reageert Visser, die voordat hij bij Stolwijk als centrale verdediger werd ingezet, in de jeugd bij Jodan Boys spits speelde. “Het is natuurlijk wel even geleden, dus het is zeker wennen. Of ik het leuk vind? Jazeker, ik ben het aanspeelpunt voorin. We zijn met drie aanvallers gaan spelen, vorig seizoen speelden we nog 4-4-2.”

En heimwee naar zijn ‘oude’ positie heeft hij niet. “Ik speel er nog regelmatig, hoor. Zowel tegen SPV’81 als tegen WDS kwamen wij door een rode kaart met tien man te staan. Dat was rond de vijftigste minuut. De trainer haalde me meteen van voren naar achteren. Beide wedstrijden wonnen we met 2-1.”

Dat hij bij Stolwijk de oudste speler is, merkt hij vooral in de kleedkamer. Waar ploeggenoten vertellen in welke kroeg ze een dag eerder een biertje hebben gedronken, wordt er smadelijk gelachen als de aanvoerder verhaalt over zijn nachtelijke en gebroken nachten. “Ik probeer mijn verantwoordelijkheid te pakken als oudere speler. Dat betekent dat ik de jongens help met aanwijzingen. Vroeger ging ik soms wat te ver in mijn fanatisme. Ik ben nu meer van de positieve coaching, maar het hoeft ook niet altijd lief te zijn. Je mag elkaar best even de waarheid zeggen. Met elkaar wil je het beste bereiken.”

Klik op vv Stolwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Stolwijk voor meer informatie over de club.

Domino’s sponsort Schoonhoven-jeugd

Zonder sponsoren geen amateurvoetbal. Twee jeugdteams van VV Schoonhoven spelen dit seizoen met een smaakvolle sponsor op het shirt. Domino’s Pizza uit de Zilverstad is sponsor geworden. Yous Syed van Domino’s vindt het belangrijk dat haar zaak maatschappelijk betrokken is.

“Ik heb geen link met de voetbalvereniging, al hebben we wel enkele voetballers die bij ons in de pizzabakkerij werken of in de bezorgingen”, zegt Syed. “Ik vind dat je als bedrijf ook je maatschappelijk gezicht moet laten zien. Dat betekent voor ons dat niet alleen pizza’s verkopen en bezorgen in Schoonhoven, maar ook teams van sportclubs sponsoren. Sport is heel belangrijk in de huidige samenleving. Het is gezond en verbindt.”

Syed opende haar zaak ruim een jaar geleden. Er werken 25 mensen. “Ik ben zelf ook ooit begonnen als pizzabakker”, vertelt ze. “Ik heb later hogere horecaschool gedaan. Ik ben hiervoor regiomanager namens Domino’s geweest van zes winkels in de regio Drechtsteden. Mijn wens om zelf als manager een winkel te openen. Dat is vorig jaar gelukt.”

De lokale manager van de franchise-organisatie vindt het belangrijk om zich te laten zien. “We doen regelmatig acties. Ja, ook bij D, waar we dan langs het veld pizzapunten uitdelen. Ik vind het belangrijk dat we klantgericht zijn. In hanteer de filosofie ‘never loose a custom’. Klanttevredenheid is een groot goed voor ons.”

Dat Domino’s Schoonhoven aan de weg timmert is ook te zien aan de landelijke competitie die het moederbedrijf jaarlijks uitschrijft. Syed: “Vorig jaar zijn we tweede geworden. Resultaten worden gemeten aan de hand van bezorgtijd, reviews op de sociale media en ook omzet per hoofd van de bevolking. Voor dit jaar staan we al een tijdje bovenaan, maar we moeten nog een kleine twee maanden. Het is spannend.”

Klik op VV Schoonhoven voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Schoonhoven voor meer informatie over de club.

Doorgeschoven jeugdspeler Ivo Dekker hoopt eindelijk op pijnvrij seizoen

Samen met nog een aantal jeugdspelers werd Ivo Dekker (17) vorig seizoen doorgeschoven naar de senioren van De Noormannen. Een blessure gooide roet in het eten en op dit moment is het nog afwachten hoelang de liesblessure hem van voetballen gaat afhouden.

“Het is wellicht een combinatie van overbelasting en groeiproblemen die voor een bepaalde pijn zorgen in de lies. Steeds als ik er druk op zet dan geeft het pijn. In het begin was het nog wel te behappen en heb ik ook getraind en gevoetbald, maar op dit moment doe ik niet, want het belemmert me teveel. Binnenkort ga ik naar het ziekenhuis om te onderzoeken wat het exacte probleem is en wat het behandeltraject zal zijn.”

De liesklachten begonnen voor de middenvelder zo’n twee jaar geleden en werden dus steeds erger en hardnekkiger. “Het was in die periode af en aan. Dan deed ik weer een aantal wedstrijden mee om vervolgens een paar weken niet te kunnen spelen. In die periode heb ik nooit echt pijnvrij kunnen voetballen en dat is best frustrerend. Het lijkt me gaaf om uiteindelijk in het eerste elftal te spelen hier op het dorp, maar ik heb nog steeds niet kunnen laten zien wat ik echt kan en dat is balen.”

Naast het spelen bij het tweede elftal, trainde Dekker ook een keer per week mee bij de eerste selectie. “Daar leer ik heel veel van en doe er ook zeker mijn voordeel mee. Vanuit de jeugd naar de senioren overstappen dat was zeker wennen, vooral op fysiek vlak. Daarin moet ik zeker nog groeien maar dan moet je wel wedstrijden kunnen spelen natuurlijk.”

Sinds zijn negende is de jonge middenvelder actief op Sportpark Prelaat, al zag het er daarvoor niet naar uit dat hij voetbalschoenen zou gaan dragen. “Ik ben inderdaad relatief laat gaan voetballen, maar dat kwam omdat ik daarvoor op korfbal zat. Net als de rest van de familie overigens. Doordat een aantal vrienden van mij op voetbal zaten of gingen voetballen ben ik ook bij De Noormannen gaan spelen. Mijn ouders hebben vroeger ook altijd gekorfbald, maar het is wel leuk dat mijn vader nu toch wekelijks op het voetbalveld als supporter langs de lijn staat om te kijken. De overstap was destijds absoluut wennen. In het begin helemaal. Want alles is anders. Het is toch een andere dynamiek op het voetbalveld en de spelregels zijn ook totaal verschillend. Gelukkig heb ik nooit de neiging gehad om ineens de bal op te pakken en weg te gooien haha.”

Het doel om dit seizoen vaker aan te sluiten bij het eerste elftal is voorlopig even ‘geparkeerd’ door de liesblessure, maar het is wel datgeen waar hij op termijn naartoe wil werken. “Eerst maar eens afwachten wat er uit de onderzoeken komt en hoelang ik moet herstellen. Daarna kijk ik wel verder. Eindelijk weer eens pijnvrij kunnen voetballen dat zou vooral fijn zijn. Op die manier kan ik weer in mijn ritme komen en laten zien wat ik als middenvelder in me heb. Of ik ook basisspeler kan worden bij het eerste dat durf ik niet te zeggen, al hoop ik er wel op. En of dat dan als centrale middenvelder is waar ik bij het tweede speel óf als linkshalf waar ik meestal sta bij het eerste, dat maakt me niet zoveel uit. Fit worden is het enige wat nu telt en elke pijnvrije wedstrijdminuut die ik dit seizoen ga maken in het eerste of het tweede elftal is pure winst.”

Klik op De Noormannen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op De Noormannen voor meer informatie over de club.

Simon (14) regelde zijn eigen trainingspakken

Bij de JO15-3 van Unitas’30 lopen ze er dit seizoen netjes bij. Volledig in een nieuw trainingspak gestoken, kan er eigenlijk niks meer mis. Maar zoiets komt niet aanwaaien, en dus regelde de net veertienjarige Simon Junior Hanemaaijer het gewoon zelf. “Ik heb heel vaak ‘nee’ gehad.”

Maar gelukkig hield dat de kleine man, die sinds zijn vijfde bij de club uit Etten-Leur voetbalt, absoluut niet tegen. Zijn doel was simpel én moest behaald worden. Wat dat was? Hij legt het zelf even haarfijn uit. “Het begon met het printen van een document, daar heeft papa bij geholpen. Daarna ben ik gewoon naar bedrijven toe gegaan. Met een heel verhaal, waarom ze ons moesten sponsoren!” Simon Junior stelde zijn gesprekspartners vervolgens voor drie lastige keuzes, vertelt hij. “Voor 350,- een groot logo, een iets kleinere was 200,- en voor 50,- kregen ze een vermelding op Facebook.”

Aanspreken

Allesbehalve een gemakkelijke opgave, herinnert Simon Junior zich. “Ik heb heel vaak ‘nee’ gehad en moest echt goed mijn best doen. De meesten kozen uiteindelijk voor de vermelding op Facebook.” Maar hoe kwam hij eigenlijk op het idee om zelf sponsors te gaan zoeken voor zijn eigen team? De tiener begint te lachen. “Van mijn vader! In het weekend en tijdens de vakantie, was ik vaak alleen maar aan het gamen. Hij was het beu dat ik maar een beetje op de bank zat te luieren. Toen kwam hij in de zomer met dit idee.” Zijn vader, Simon Senior, vult aan. “Het is goed om mensen aan te leren spreken. Op school zijn ze ook bezig met economie, dit was de praktijk.” En zijn zoon, bleek een snelle leerling. “Ik heb hem uit proberen te leggen, dat je dan vooral naar lokale bedrijven moet gaan. Dus niet de HEMA, zei hij meteen. Je gaat min of meer gewoon lokaal met de pet langs. Dat is een stukje ondernemend denken, maar ook schakelen, als ze je allemaal vragen stellen. Sociaal is het gewoon goed.” Dat laatste, zag Senior vanaf een afstandje. “De eerste twee keer heb ik meegekeken, bleef ik bij de ingang staan. Hij werd overal normaal behandeld, maar soms ook gewoon keihard weggestuurd.” Een lesje in motivatie, dus. “Ik zag het een paar keer niet meer zetten”, vertelt Junior. “Maar als je dan stopt, heb je niks…” Stoppen, deed Simon dan ook niet. Dus stapte hij iedere dag opnieuw op zijn fiets naar het bedrijventerrein. En met succes. “In totaal heb ik 1500,- opgehaald. Dat was het doel!”

Kleding passen

En niet voor niks, vertelt zijn vader. “Hij is zelf naar de lokale sportwinkel gegaan en heeft daar een factuur opgevraagd voor zeventien trainingspakken. Dat hebben we vervolgens verwerkt in het documentje. Hoeveel hebben we dan nodig? Daarna is ‘ie op pad gegaan!” Een soort vakantieprojectje, lacht Simon Senior. “We hebben hem een weekje bezig kunnen houden, haha. Toen was het al geregeld.” Nadat de kleding was gekozen én gepast, regende het vervolgens complimentjes. “Ze vonden het heel vet, dat ik dit had gedaan”, vertelt de jongste van het tweetal. “Veel jongens vroegen ook hoe en waarom.” Maar vooral: “Wanneer de kleding komt!” Dat bleek een flinke logistieke organisatie. “Er zat iets meer achter, dan alleen sponsoren regelen. We wilden ook echt iedereen alles laten passen.” Het leverde Simon Junior een zomervakantie op, die hij waarschijnlijk niet snel zal vergeten. Zag ook zijn vader. “Gewoon ergens binnenstappen. Doorzetten, als mensen je afwijzen. Ergens aan beginnen en het ook afmaken. Daardoor word je minder onzeker.” Maar makkelijk was het niet, lacht zijn zoon. “Bij sommigen had je het gevoel dat ze ‘nee’ gingen zeggen, als je dan voor het pand stond…” Toch heeft het avontuur, zijn vuurtje meer dan aangewakkerd. “Ik wil hetzelfde gaan doen als mijn vader! Die zit ook in het verkopen en onderhandelen.” Om precies te zijn, in de verkoop van hologrammen. “Hij is een werknemer voor toekomst!” Maar eerst, denkt de kleine inwoner van Etten-Leur vooral aan heel andere dingen. “Mijn droom is om in een stadion te spelen!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.

Zwervers met Sparta-kennis vooruit

CVV Zwervers tekende eind van deze zomer een contract met Sparta Rotterdam, waardoor de club de komende seizoenen is verbonden aan de jeugdopleiding van de Kasteelheren. De Capelse vereniging hoopt te profiteren van de kennis die bij de Rotterdamse eredivisionist aanwezig is.

Het contract, dat op 23 augustus door vertegenwoordigers van beide partijen werd ondertekend, heeft een voorlopige looptijd tot medio 2025.

Michael Groeneweg, hoofd opleiding bij Zwervers, spreekt van een goede ‘match’. “Sparta is kieskeurig als het gaat om clubs, waarmee het samenwerkt. Wij zijn als Zwervers een interessante partij, omdat wij een club zijn die in het leefgebied van Sparta actief is en een grote jeugdafdeling hebben. Zeker zo belangrijk is dat wij als Zwervers al gericht werken om het niveau van trainers en spelers omhoog te krikken”, zegt Groeneweg.

Tijdens de herfstvakantie vond op sportpark Couwenhoek Sparta-trainingsdagen plaats. Op twee dagen kon de Zwervers-jeugd zich naar hartenlust uitleven als ‘echte prof’. De Sparta-trainingsdagen waren het eerste zichtbare activiteit van de onlangs begonnen samenwerking tussen prof- en amateurclub.

“Uiteindelijk hopen zowel wij, als Sparta te profiteren van deze samenwerking”, zegt Groeneweg. “Hoe hoger het niveau bij ons, hoe sneller een spelertje van ons ook zal doorstromen naar de jeugdopleiding bij Sparta. Op onze beurt hopen we te profiteren van de kennis en expertise die Sparta in huis heeft op het vlak van trainingsmethodiek en organisatie.”

Groeneweg, die ongeveer twee jaar geleden door Zwervers werd aangesteld als hoofd opleiding op sportpark Couwenhoek, kreeg bij zijn aanstelling de opdracht mee om het niveau van de jeugdopleiding te verbeteren. “Het was zeker niet zo dat Zwervers er niks aan had gedaan voor mijn komst”, zegt Groeneweg. “Heel veel zaken waren al goed ingevuld. Zoals de jeugd allemaal in hetzelfde tenue traint en ook de aandacht voor waarden en normen. Op technisch vlak wilde de club een extra impuls.”

“Ik geloof heel erg in dat goede trainers de basis vormen voor de ontwikkeling van spelers. Als je goed opgeleide trainers hebt, zul je als club ook je spelers beter opleiden. We zijn daar al een tijdje mee bezig. We geven zelf cursussen op de club en ook organiseren we bijeenkomst waarbij we werken met thema’s. Alles met het doel om de bagage van een trainer te vergroten.”

In die manier van werken past de partnership van Sparta meer dan uitstekend, meent Groeneweg. “Wij krijgen door de samenwerking toegang tot meer voetbalkennis. We hebben de mogelijkheid om trainers naar trainingen van Sparta te laten gaan en ook gaat Sparta cursussen en bijeenkomsten houden, waarbij trainers worden geïnformeerd over trainingsmethoden en ontwikkelingen in het voetbal.”

Het moet uiteindelijk leiden tot een betere jeugdopleiding waarbij het Zwervers-talent zich vrij en veilig kan ontwikkelen. “We hebben het afgelopen anderhalf jaar al de nodige stappen gemaakt”, reageert Groeneweg. “Er komen al een aantal teams uit in de hoofdklasse, de selectieteams die dat nog niet doen, kloppen op de deur. Het niveau waarop we spelen is voor ons niet zaligmakend, maar er is meer een indicator hoe het gaat.”

Klik op CVV Zwervers voor de laatste artikelen over de club.
Klik op CVV Zwervers voor meer informatie over de club.

Wijkhuis heeft nu andere doelen dan alleen voetbal

0

Vraag een willekeurig jeugdspelertje wat hij later wil worden, dan is het antwoord bijna altijd ‘profvoetballer’. Marijn Wijkhuis joeg diezelfde droom ruim vijftien jaar lang na, maar maakte vorig jaar de bewuste keus voor derdeklasser FC Dauwendaele. Geen profvoetbal, maar strijden om promotie. ‘Ik heb andere passies gevonden en andere doelen om te bereiken in het leven dan alles voor het voetbal opzij te zetten.’

De 25-jarige vormgever op het middenveld bij FC Dauwendaele speelde jarenlang bij JVOZ en voetbalde daarna ook nog voor onder meer FC Twente en FC Dordrecht. Daarna keerde hij terug naar Zeeland om er op hoog niveau uit te komen voor HSV Hoek en Kloetinge. “Maar ik merkte steeds vaker dat ik niet meer de absolute drive had om op een zo hoog mogelijk niveau te voetballen. Ik was een studie aan de Pabo gestart en merkte dat het lesgeven op school me veel meer voldoening gaf dan trainen en voetballen. Voor velen misschien gek, maar ik heb er inmiddels wel vrede mee.”

Waar anderen zouden tekenen voor het bestaan als prof, daar wilde Wijkhuis juist veel meer ‘huisje-boompje-beestje’ en een maatschappelijke carrière. “Dat is me nu al aardig gelukt. De studie is afgerond en ik sta fulltime voor de klas. Daarnaast hebben mijn vriendin en ik pas een huis gekocht in Koudekerke. Dus wat dat betreft gaat het lekker haha.”

Wijkhuis, die dit seizoen door trainer Gertjan van Leiden is benoemd tot aanvoerder bij de ambitieuze derdeklasser, geeft aan dat hij wellicht ook mentaal niet sterk genoeg was om te slagen in het betaalde voetbal. “Het voetbal voelde op een gegeven moment als een verplichting, terwijl het nu vooral weer voelt als een heerlijke ontspanning. Dat gevoel heb ik hier weer helemaal teruggevonden en dat is geweldig om te ervaren. Ik voel me gewaardeerd en bij deze club mag iedereen zijn wie hij is. De selectie heeft heel veel kwaliteit met een mooi mix van ervaring en jong talent. Ik probeer als aanvoerder een leidende rol op te pakken en het voortouw te nemen.”

Het plezier is dus terug bij Wijkhuis en de ambitie om met FC Dauwendaele te promoveren ook. “Daarvoor hebben we ook de kwaliteiten vind ik. Het vuurtje is terug en dat voelt heerlijk. Jammer dat de start tot op heden niet goed is. We moeten gewoon een keer winnen en dan zijn we vertrokken. Die overtuiging heb ik echt. Voor het profvoetbal was ik als persoon niet gemaakt, maar nu de vonk weer is gaat knetteren wil ik dit seizoen toch wel proberen om er weer het maximale uit te halen.”

Klik op FC Dauwendaele voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Dauwendaele voor meer informatie over de club.

 

 

‘Gozer’ houdt de boel weer scherp bij SPV’81

0

Net als twintig jaar geleden fungeert Henk van Pernis dit seizoen als rechterhand van hoofdtrainer Kenneth Nelstein bij SPV’81. En net als toen zorgt de oer-Rotterdammer voor de peper en het zout als dat nodig is. “Deze rol is me op het lijf geschreven.”

Van Pernis, 63 jaar inmiddels, hoefde zich bij de eerste training van dit seizoen niet of nauwelijks voor te stellen aan de spelersgroep van de vijfdeklasser. “Ze kennen mij allemaal al van het dorp. In het dorp sta ik bekend als ‘gozer’.”

Die bijnaam kreeg hij vrijwel meteen toen hij 36 jaar geleden in Polsbroek kwam wonen. De Rotterdammer streek in Polsbroek neer, omdat hij landelijk wilde wonen. “Ons oog viel destijds op een hoekwoning, een zogenaamde premie C-woning. We wilden weg uit de stad. Pittoresker dan Polsbroek krijg je het dan bijna niet.”

Van Pernis dacht dat het voor de sociale contacten goed zou zijn om lid te worden van de plaatselijke voetbalclub. “Ik werd met open armen ontvangen. Ik speelde bij Xerxes in het tweede elftal. Bij SPV kwam ik meteen in het eerste. Gert Alblas was toen trainer.”

Van Pernis maakte bij SPV vrienden voor het leven. Hij speelde jarenlang in het eerste, kwam ook uit voor het hoogste zaalvoetbalteam van de club en had de Polsbroekse vrouwen in de zaal onder zijn hoede. Ook was hij jeugdtrainer. Hij volgde Gert Alblas eerst als speler – hij speelde drie seizoenen voor vierdeklasser OVS Oudewater – en later als assistent-trainer bij onder meer Bergambacht. En van 2002 tot en met 2007 was hij de assistent van Kenneth Nelstein, die in 2000 in Polsbroek was neergestreken. “Kenneth heeft er destijds voor gezorgd dat er een andere wind is gaan waaien bij de club. Hij is een serieuze trainer die voetbal maar ook bewustzijn in de selectie heeft gebracht. Bovendien is het een prettig mens met wie het goed samenwerken is.”

Daarom ook had Van Pernis weinig bedenktijd nodig toen hem werd gevraagd of hij open stond voor een hereniging met de Rotterdamse oefenmeester. “We hebben allebei onze rollen. Als assistent-trainer sta ik wat meer tussen de groep en Kenneth in. Ik probeer de ploeg te prikkelen waar dat nodig is. Dat betekent dat ik de boel op scherp hou, dat ik soms iemand op zijn nummer zet, maar soms ook een speler een veer in de kont steekt. Noem me maar een aanjager.”

Van Pernis zegt er ook gelijk bij dat hij een hekel heeft aan verliezen. “Vergeleken met twintig jaar geleden is de beleving natuurlijk wel anders geworden. Dat is niet alleen bij SPV, maar overal. Wij proberen de jongens bij te brengen dat ze er negentig minuten voor moeten gaan. Bij sommige zit dat er automatisch in, bij de andere minder en die hebben een duwtje van ons nodig. Je merkt dat het nog een beetje bleu is. Het mag allemaal wat gehaaider. Als de bal uitgaat lopen wij met zijn allen van de bal weg, in plaats van die ingooi te claimen.”

Ondanks de matige competitiestart is eindigen in het linkerrijtje het doel voor Van Pernis en Nelstein. “We hebben wat oudere spelers gemist door blessures en dat raakt meteen de balans in het elftal, maar eenmaal compleet zie ik ons nog veel punten pakken.”

Klik op SPV’81 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SPV’81 voor meer informatie over de club.

VVR is weer derdeklasser: ‘Begon pas laat te leven’

0

Een voorsprong van zes punten en de titel op zak. Bij VVR kunnen ze terugkijken op een prima seizoen. Na de eerdere degradatie, is de club terug in de derde klasse. “Daar hadden we natuurlijk allemaal wel op gehoopt”, vertelt Tygo de Koning.

En dus heerst ook bij de twintigjarige De Koning vooral tevredenheid. “We hebben het vorig jaar wel aardig gedaan”, lacht hij met gevoel voor understatement. “Het is goed om meteen na de degradatie weer terug te keren.” Want na één jaar in die vierde klasse, mag VVR zich komend seizoen dus opnieuw derdeklasser noemen. “Meedoen voor promotie was het doel, toch begon pas heel laat het idee écht te leven, dat we kampioen konden worden.”

Feestje

Desondanks gebeurde het, mede dankzij slechts twee nederlagen en het minste aantal tegentreffers, dus toch echt. “We stonden verdedigend goed en speelden als een team.” Een welverdiend feestje volgde. “Na de wedstrijd tegen PCP kwamen we met de bus terug en werden we door heel veel mensen opgewacht. Dat zal ik niet snel vergeten.” Logisch ook, gezien zijn band met de club. “Ik voetbal sinds mijn zesde bij VVR, en nooit ergens anders. Het is een gezellige club, in een klein dorp, waar iedereen elkaar kent. Dan maak je automatisch veel vrienden.” Tegenwoordig dus bij het eerste. “Vanaf vorig seizoen. In het begin was het best lastig, dus heb ik tot aan de winterstop bij het tweede gespeeld. Daarna ben ik aangesloten bij één.” Een flinke overstap, zo vertelt De Koning. “Vooral fysiek. Op het einde raakte ik daaraan gewend. Dus wat dat betreft ben ik wel tevreden.” Toch legt hij de lat voor dit jaar, weer een stukje hoger. “Ik hoop in ieder geval op meer minuten. Zien of ik basisspeler kan worden.”

Diepgang

In een competitie die een stuk uitdagender is, verwacht de aanvaller. “Het zal vooral sneller gaan in de derde klasse. De vierde is toch van een minder niveau.” De doelstelling laat zich dan ook raden. “We gaan voor handhaving!” Om die kans van slagen te vergroten, zal VVR de volgende stap moeten zetten. “Aan de bal beter worden én sneller handelen. We moeten mee in dat tempo.” Ook hij, als rechtsbuiten. “Dat is wel mijn favoriete positie. Al speel ik soms ook op links. Veel snelheid en iemand die graag een actie maakt.” Toch houdt de rechtspoot zijn doelpunten en assists, niet al te veel in de gaten. “Ik heb geen doel of aantal, dat ik graag zou willen halen. Gewoon zoveel mogelijk.” Hoe dat gaat lukken? “Meer de ruimte achter de verdediging van de tegenstander bespelen en zorgen voor diepgang. Dat is voor mij nog wel een verbeterpuntje.” Want, zo lacht De Koning: “Dan hoor ik de trainer alweer roepen! Nu kom ik toch nog vaker in de bal.” Voor de inwoner van Rijsbergen staat zijn fietsje alweer te trappelen én dat blijft hij voorlopig nog wel even doen. “Voor nu heb ik geen ambities wat betreft een andere club. Ik vind het gewoon leuk hier. Hoop vooral op lijfsbehoud!”

Klik op VVR voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVR voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.