Home Blog

SPV’81: waar trainer en club samen het verschil maken

SPV’81 is een kleine, hechte vereniging in Polsbroek, een dorp waar, zoals sommige leden gekscherend zeggen, meer koeien dan mensen wonen. Juist in zo’n gemeenschap vervult de voetbalclub een belangrijke sociale rol. Er is geen kroeg meer, slechts een kleine supermarkt, en het sportpark is daardoor één van de weinige plekken waar dorpsbewoners elkaar vanzelfsprekend tegenkomen. SPV’81 draait op vrijwilligers en betrokkenheid, en dat merk je in alle lagen van de club.

Een van de mensen die die betrokkenheid belichaamt, is John van den Brink, coach van de JO19-1. John, inmiddels 46 jaar, heeft geen traditioneel voetbalverleden. Hij groeide op in Scherpenzeel, voetbalde op pleintjes maar mocht van zijn ouders nooit lid worden van een club. Zijn eigen voetbalpad begon pas in 2012, toen zijn zoon op zesjarige leeftijd bij SPV’81 begon. Als import-Polsbroekenaar , raakte hij al snel verweven met de vereniging. Met humor omschrijft hij het zo: “Mijn dakkapel kijkt uit over het veld, “de skybox van SPV’81”.

Het gezin Van den Brink ademt daarnaast pure SPV’81-cultuur. Alle vier de kinderen voetballen er: twee dochters bij de MO17, de jongste zoon bij de JO15 en de oudste jarenlang bij de teams waar John leider of coach werd. Bij vrijwel alle jeugdteams heeft hij inmiddels een rol,  al moet dat altijd passen naast zijn verantwoordelijkheden bij de JO19. Daardoor is hij veel te vinden op het sportpark, waar hij ook bardiensten draait en geregeld helpt met afsluiten. SPV’81 draait, zoals veel dorpsclubs, op mensen die nét even wat extra doen.

Johns eigen leiderschap begon toevallig. Na het eerste seizoen van zijn zoon stopte de toenmalige leidster en werd hem gevraagd of hij op zaterdag de begeleiding wilde doen. Hij had geen idee hoe een voetbalclub organisatorisch werkte, maar zei toch ja. Sindsdien, vanaf het seizoen 2013/2014, is hij actief binnen de jeugd, en dat debuutjaar werd meteen bekroond met een kampioenschap. Samen met Annemarie Rijneveld, die na een pauze opnieuw bij de JO19 betrokken is, vormt hij nu de vaste leiding.

Bij SPV’81 is de JO19 een bijzonder team, vooral door de context van het dorp. Iedereen kent elkaar. De staf weet waar spelers naar school gaan, waar ze werken en of er examens aankomen. Die nabijheid zorgt voor betrokken coaching: niet alleen voetbaltechnisch, maar vooral als mens. De leeftijdsverschillen binnen het team zijn relatief groot, van zestien tot negentien jaar, omdat SPV’81 niet de luxe heeft van meerdere teams per lichting. Toch zijn de jongens het gewend; zo werkt het al jaren.

Een belangrijke drijvende kracht achter de ontwikkeling van het team is trainer René Eyra. Hij is geen onbekende binnen de club: in het verleden trainde hij ook het eerste elftal. Onder zijn leiding is het spel van de JO19 duidelijk veranderd. Waar vroeger vaker de lange bal werd gehanteerd, ligt de nadruk nu op verzorgd positiespel. Spelers worden op andere posities uitgeprobeerd, leren lezen wat een wedstrijd nodig heeft, en krijgen meer tactische bagage mee. Eyra stopt veel tijd in de groep en dat zie je terug in het resultaat. De JO19 draait sterk in de derde klasse en pakte dit seizoen de eerste plaats in de bekerfase.

Omdat SPV’81 maar ongeveer 170 leden heeft, is doorstroming naar de senioren cruciaal. De verwachting is dat de huidige JO19 als groep door zal schuiven naar het tweede elftal, dat momenteel niet bestaat. De technische staf zal dan wekelijks bekijken welke spelers kunnen aansluiten bij het eerste. Dat zal nooit ineens de hele JO19-lichting zijn: het verschil tussen jeugd- en seniorenvoetbal is groot en de stap moet per speler worden beoordeeld. Daarnaast heeft SPV’81 nog wel een derde en vierde elftal, waardoor spelers altijd hun plek in de club kunnen vinden.

Wat SPV’81 echt bijzonder maakt, is vooral het gezamenlijke karakter. De onderlinge band is sterk, mede doordat de club een belangrijke ontmoetingsplek vormt voor het dorp. Met trainers als René Eyra en clubmensen als John van den Brink blijft SPV’81 meer dan alleen een voetbalvereniging: het is een gemeenschap waarin voetbal, vriendschap en betrokkenheid samenkomen.

klik hier voor meer artikelen over SPV’81.

Hakkers en Suiker treden toe tot bestuur

DORDRECHT – Het bestuur van GSC/ODS is na de meest recente algemene ledenvergadering uitgebreid met twee leden. Ariëtte Hakkers en Hans Suiker werden voor een periode van drie jaar gekozen in het bestuur van de fusieclub.

Ariëtte vertegenwoordigde de voorbije periode al regelmatig de jeugdcommissie tijdens de bestuursvergaderingen, dus voor haar was bestuursdeelname eigenlijk al bekend terrein. Voor Hans Suiker gold dat wat minder, al liep hij al enige tijd mee in het bestuur. Die gewenningsperiode overtuigde hem zodanig dat hij uiteindelijk de definitieve stap naar het bestuur wilde maken en tijdens de algemene ledenvergadering daadwerkelijk toetrad. Door de toetreding van Hakkers en Suiker is het bestuur van GSC/ODS bijna weer op volle oorlogssterkte.

Vrijwilligers

Tijdens de algemene ledenvergadering werd Ryan Rombout benoemd tot lid van verdienste. Hij zet zich al meer dan tien jaar op diverse fronten in voor de vereniging GSC/ODS, waardoor zijn kandidatuur voor de eretitel vanuit het bestuur door de aanwezige leden volledig werd omarmd. Met de benoeming van Ryan Rombout wilden de bestuursleden ook de aandacht vestigen op het grote nut  en de onmisbaarheid van het vrijwilligerswerk binnen de vereniging. Vanuit de leden kwam de vraag of er nog méér waardering voor de vrijwilligers zou kunnen zijn, waarop vanuit het bestuur de toezegging kwam dat er aan het einde van het seizoen (waarschijnlijk) iets leuks gedaan gaat worden voor de vaste groep vrijwilligers.

Ondanks de hogere kosten voor het eerste elftal, dat het afgelopen seizoen acht keer in Zeeland moest spelen maar ook meer gebruikte op het gebied van kleding en materiaal, sloot GSC/ODS het afgelopen jaar af met een positief saldo op de jaarrekening. Dat was met name te danken aan de grotere kantineopbrengsten, waarbij de ‘kantinebazen’ Klaas en Anneke de Groot een voorname hoofdrol speelden met hun tomeloze energie.

Klik hier voor meer informatie over GSC/ODS
Klik hier voor meer artikelen van GSC/ODS

Marwan Amraoui pakt zijn kans

0

Marwan Amraoui (24) stopte op zijn negentiende drie jaar met voetbal, maar bewijst inmiddels al voor het derde seizoen op rij dat hij over veel kwaliteiten beschikt. De energieke spits van Oranje Wit staat bekend om zijn werklust en teamgerichtheid. „Nee, ik ben er zeker niet vies van om hard te werken,” zegt hij met een glimlach.

DORDRECHT – „Ik blijf niet voorin hangen tot de bal een keer mijn kant op komt,” vervolgt Amraoui. „Ik doe altijd mijn best voor het team.” De drie jaar dat hij niet voetbalde vielen grotendeels samen met de coronaperiode. „Dus zoveel heb ik eigenlijk niet gemist. Het is vooral mooi om weer lekker op het veld te staan.” In januari 2025 sloot hij definitief aan bij de selectie van Oranje Wit 1. In het seizoen 2023/2024 maakte hij al indruk bij de Onder 23, waarna hij vorig jaar begon in Oranje Wit 2 en steeds vaker minuten kreeg in de hoofdmacht van de Dordtse eersteklasser.

De naam Amraoui klinkt vertrouwd in het Dordtse voetbal. Zijn ooms Samir en Badr speelden jarenlang in het eerste elftal van EBOH en ook zijn vader Nourdin gold als talent, al werd diens carrière vroegtijdig afgeremd door blessures. „Ik ben zelf ook begonnen bij EBOH, toen ik nog heel klein was,” vertelt Marwan. „Maar de jeugd was daar op dat moment niet sterk. Al in de F’jes ben ik overgestapt naar Oranje Wit.”

De ambitie is duidelijk: Amraoui wil uitgroeien tot eerste spits van Oranje Wit. Dat combineert hij met een studie International Management in Tilburg, met een economische richting. „Niet altijd de leukste stof, maar ik ben wel gedisciplineerd,” zegt hij. „De afgelopen tijd heb ik trainingen moeten missen vanwege avondprogramma’s op school. Dat zijn lastige keuzes, maar profvoetballer word ik niet meer.”

Toch blijft zijn drive onverminderd groot. „Hopelijk wordt het binnenkort wat rustiger met mijn studie, zodat ik de focus meer op voetbal kan leggen. Ik wil graag, en dat zie je denk ik ook wel op het veld.” Eind november speelde hij twee wedstrijden van tachtig minuten. „Dan geef ik alles en ben ik ook eerlijk richting de trainer als de tank leeg is. Dat was weer even wennen na een periode met vooral korte invalbeurten.” Vorig seizoen kwam hij tot vijf doelpunten in het eerste elftal.

De belangrijkste daarvan viel op de slotdag van de competitie. Een kwartier voor tijd scoorde hij tegen Spartaan’20 met een fraaie beweging achter zijn standbeen. Mede dankzij die treffer ontliep Oranje Wit de nacompetitie tegen degradatie, tot grote opluchting binnen de club.

Dit seizoen vormt Amraoui samen met Dylan de Melo en Thomas Schalekamp de spitsenbezetting. „We zijn allemaal verschillende types. Het is belangrijk dat er opties zijn voorin, want blessures liggen altijd op de loer. Maar natuurlijk wil ik meer dan alleen die rol, dus daar werk ik hard voor.” Daarbij krijgt hij op de training tips van oud-goalgetters Brandon Könemann en Christiaan Perrier, die hun ervaring graag delen met de nieuwe generatie.

klik hier voor meer artikelen over SV Oranje Wit
klik hier voor meer informatie over SV Oranje Wit

Mini-voetbal aan de Schenkeldijk

0

Van september tot en met begin november waren er bij EBOH weer acht zaterdagen met Mini-voetbal, net als in het voorjaar. De echte EBOH-mannen Stephan Roovers (vader van selectiespeler Mitchell) en Gert Fok (broertje van Ries, oom van selectiespeler Jordi) gingen op die zaterdagochtenden vrolijk in de weer met een enthousiaste club jonge voetballertjes, in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar. Kinderen komen daarbij op een vrijblijvende manier in aanraking met het voetbal, waarbij ze spelenderwijs leren dribbelen en schieten. Daarbij staat niet de ontwikkeling, maar vooral het plezier van de kinderen voorop. Voor de acht trainingen betalen de ouders slechts een tientje. Social media-man Kai de Jong is op de zaterdagochtenden bij alle trainingen aanwezig en zet de vrolijke gezichten van de jonge voetballers met veel plezier op de foto, wat ook bij de trotse ouders weer voor vrolijke gezichten zorgt.

Klik op EBOH voor de laatste artikelen over de club.
Klik op EBOH voor meer informatie over de club.

Preses Arnaud de Swart wil meer vrijwilligers binnen RCD

0

Arnaud de Swart heeft nooit bewust toegewerkt naar het voorzitterschap bij RCD. Toch staat hij sinds juni aan het roer van de Dordtse voetbalvereniging. De 60-jarige Dordtenaar kan inmiddels terugkijken op tientallen jaren clubliefde, waarin hij actief was als speler, trainer, vrijwilliger en nu als preses van de club waar hij op zijn 24ste lid werd.

DORDRECHT – Zijn voetbalcarrière begon niet in Dordrecht, maar in de Hoeksche Waard. „Via mijn vrouw ben ik uiteindelijk in Dordrecht terechtgekomen en zo belandde ik ook bij RCD,” vertelt De Swart. Grote sportieve ambities had hij als speler niet. „Het hoogste wat ik heb gehaald, is het derde elftal. Natuurlijk hoop je altijd op meer, maar ik was druk met mijn werk. Daardoor is het voetballen er op een gegeven moment een beetje bij ingeschoten.”

Wat bleef, was zijn betrokkenheid bij de club. Die uitte zich op allerlei manieren. De Swart was ruim 25 jaar actief als trainer, onder meer bij de B-selectie, het tweede elftal en verschillende jeugdteams. Vooral de periode met het tweede elftal, dat uitkwam in de reserve eerste klasse, koestert hij. „Dat waren geweldige jaren. Daarnaast hielp ik waar nodig: bardiensten, hand- en spandiensten, noem maar op.”

Die instelling van altijd bijspringen waar nodig, bracht hem uiteindelijk ook richting het voorzitterschap. Toen het vorige bestuur aangaf te willen stoppen, raakte De Swart toevallig in gesprek met een bestuurslid. „Ik dacht: dan wil ik dat ook wel oppakken. Sommige mensen waren verbaasd, maar als je al zo lang meeloopt, weet je goed wat een club nodig heeft.”

Dat hij het niet alleen wil doen, blijkt uit de manier waarop hij zijn bestuur heeft samengesteld. „Ik heb bewust vijf mensen om me heen verzameld, allemaal met hun eigen expertise. Een schooldirecteur, een ondernemer, iemand met financiële kennis, iemand voor de voetbaltechnische zaken en een echte clubman. Je kunt niet alles zelf doen. Delegeren is essentieel.”

De ambitie voor de komende jaren is helder: RCD weer meer een vereniging laten zijn in de volle betekenis van het woord. „Niet alleen op papier, maar vooral in gedrag en betrokkenheid,” benadrukt De Swart. Hij beseft dat zo’n cultuurverandering tijd kost. „Dit is geen proces van één jaar. Mensen moet je stap voor stap meenemen.”

Het tekort aan vrijwilligers ziet hij als een van de grootste uitdagingen. „Dat probleem speelt bij vrijwel elke club. Achter de bar, bij schoonmaakdiensten, overal. Bovendien is een groot deel van de vaste vrijwilligers op leeftijd. We willen daarom juist jongeren betrekken bij de club.”

Tijdens de feestavond ter gelegenheid van het 95-jarig bestaan sprak De Swart de leden daar al nadrukkelijk op aan. „Soms moeten mensen gewoon even wakker worden. Een oproep op sociale media helpt, maar persoonlijk aanspreken werkt veel beter. Het zou mooi zijn als leden zich aanmelden om iets te doen voor de club, al is het maar één keer per jaar.”

Naast het voetbal wijst hij ook op de nieuwe mogelijkheden bij RCD. „Mensen kunnen zich bijvoorbeeld aanmelden om te padellen. We hebben inmiddels twee nieuwe padelbanen. Ook dat hoort bij het verenigingsgevoel dat we verder willen versterken.”

Klik hier voor meer informatie over RCD
Klik hier voor meer artikelen over RCD

Nostalgisch afscheid van hoofdveld

0

Voor voetbalvereniging Dubbeldam breekt in 2025 een nieuw tijdperk aan. Met de verhuizing naar en opening van het nieuwe complex aan de Schenkeldijk laat de club stap voor stap het verleden achter zich. Dat afscheid werd onlangs tastbaar met het laatste duel op het oude hoofdveld, dat ruim een halve eeuw dienstdeed als thuisbasis van de Dubbeldammers.

DORDRECHT – De wedstrijd tegen ZBC’97, die eindigde in een 2-2 gelijkspel, betekende het officiële afscheid van het oude hoofdveld aan de Schenkeldijk. Meer dan vijftig jaar lang was dit veld het decor van thuiswedstrijden, nadat Dubbeldam vanaf het Kooipad neerstreek op het sportpark dat ooit werd gedeeld met DMC en nog altijd met onder meer voetbalburen EBOH.

Het afscheid had naast een nostalgisch ook een feestelijk tintje kunnen krijgen. Dubbeldam, dat dit seizoen met de hoofdmacht de overstap maakte van het zondag- naar het zaterdagvoetbal, had bij winst namelijk beslag kunnen leggen op de eerste periodetitel. Door het gelijke spel bleef dat succes voorlopig uit, maar aan de symbolische waarde van de wedstrijd deed dat weinig af.

Intussen tikt de klok verder richting de officiële opening van het nieuwe sportcomplex. Op 7 februari volgend jaar is het zover en begint Dubbeldam definitief aan een nieuwe werkelijkheid. Na jaren wachten betrekt de vereniging dan een moderne accommodatie, die een belangrijke impuls moet geven aan de toekomst van de club.

Op de openingsdag speelt het eerste elftal een thuiswedstrijd tegen DHV. Die ploeg heeft daarmee de eer om als eerste tegenstander het nieuwe hoofdveld te betreden onder leiding van trainer Patrick Stok. In de aanloop naar die datum worden de laatste werkzaamheden aan het complex afgerond. Aan de buitenkant is al duidelijk zichtbaar dat Dubbeldam, na een lange adem, straks kan beschikken over een fraaie en eigentijdse accommodatie.

Klik op vv Dubbeldam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Dubbeldam voor meer informatie over de club.

Dennis Verkaik: Als je niet kan winnen, moet je zorgen dat je niet verliest

0

Sinds het einde van vorig seizoen staat Dennis Verkaik (45) aan het roer bij Dilettant uit Krimpen aan de Lek. De geboren Rotterdammer, opgegroeid in Krimpen aan den IJssel, komt uit een echte voetbalfamilie. Zijn liefde voor het spel ontstond al op jonge leeftijd. Verkaik doorliep de jeugdopleiding van DCV en speelde later ook voor Spirit en NOC Kralingen. Op 21-jarige leeftijd kwam er echter abrupt een einde aan zijn actieve loopbaan door een zware knieblessure. Terugkeren als speler bleek onmogelijk, maar het voetbal liet hem niet los.

„Het kriebelde gewoon te veel om helemaal te stoppen,” vertelt Verkaik. Hij vond zijn weg in het trainersvak en begon bij de D-junioren van DCV. Via die route groeide hij door tot assistent-trainer van het eerste elftal, waar hij jarenlang samenwerkte met Ralph Kalkman. In die periode behaalde hij zijn trainerslicenties en ontwikkelde hij zijn eigen visie. „Als assistent kun je veel bijdragen, maar uiteindelijk wil je ook zelf keuzes maken en je ideeën uitvoeren.”

Naast DCV deed Verkaik als assistent ervaring op bij clubs als Heinenoord, Zwaluwen Vlaardingen en VV Capelle, steeds aan de zijde van Kalkman. Toen de trainer van Dilettant vorig seizoen op non-actief werd gesteld, schoof Verkaik eerder dan gepland aan als hoofdtrainer. „Ik heb daar goed over nagedacht, maar het voelde meteen als de juiste stap. Zowel de club als ik stonden er positief in.” Het seizoen werd afgesloten met deelname aan de nacompetitie voor promotie naar de derde klasse, waarin Dilettant uiteindelijk strandde tegen Naaldwijk.

In het huidige seizoen ziet Verkaik zijn ploeg groeien. De selectie bestaat uit een mix van ervaren spelers en jong talent. De technische commissie leverde volgens hem uitstekend werk door gerichte versterkingen aan te trekken, onder meer vanuit het tweede elftal van Capelle. Ook kwamen er spelers over van Schoonhoven, waaronder een nieuwe eerste doelman. „Het is mooi dat er jonge jongens in het team zitten, zoals Ryan Koedood, die eigenlijk nog in de O19 had kunnen spelen,” aldus Verkaik.

Zijn voetbalvisie is duidelijk en consequent. Dilettant speelt met een vast systeem en een herkenbare speelwijze. „We spelen elke wedstrijd om te winnen. Lukt dat niet, dan zorgen we dat we niet verliezen.” Daarbij hecht hij veel waarde aan het groepsgevoel. „Spelers die op de bank beginnen, spreken we doordeweeks gerust even. Maar op zaterdag moet het team altijd voorop staan.”

Over de organisatie en sfeer binnen Dilettant is Verkaik bijzonder positief. „Voor een vierdeklasser is de staf uitgebreid en staat de club organisatorisch sterk. De vrijwilligers hebben echt hart voor de club en er is een nieuwe hoofdsponsor die verder kijkt dan alleen het eerste elftal.” Toch ziet hij ook verbeterpunten. Het hoofdveld is volgens hem kwetsbaar en bij regen nauwelijks bespeelbaar. „Elke euro die je erin stopt, is eigenlijk weggegooid geld. We hopen al langer op kunstgras, zodat we niet bij de eerste regen moeten uitwijken naar een ander veld zonder tribune, wat ook voor sponsors vervelend is.”

Ook over de KNVB is hij kritisch. De tijdelijke stillegging van Haastrecht vanwege een vermeend incident met een grensrechter roept bij hem vraagtekens op. „Beelden lieten iets anders zien. Zo’n beslissing raakt ook andere clubs die wedstrijden moeten inhalen. Dat voelt niet logisch.”

Ondanks die kanttekeningen overheerst bij Verkaik het positieve gevoel. „De eerste maanden bij Dilettant zijn geweldig geweest. Er is een gezonde ambitie bij de club, de staf en de spelers. Dat geeft vertrouwen.” Met Bergambacht en Schoonhoven als directe concurrenten lijkt Dilettant mee te doen om de titel in de vierde klasse D. Met een brede selectie, een duidelijke speelvisie en een trainer die weet wat hij wil, ligt er een interessant seizoen in het verschiet.

Klik op Dilettant voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Dilettant voor meer informatie over de club.

Rienes Pols: 50 jaar verbonden aan V.V. Lekkerkerk

0

Het blijft een mooi gezicht op het complex van v.v. Lekkerkerk. Rienes Pols in clubkleding, een vriendelijk groet hier, een bemoedigende klap op de schouders daar of een gezellig praatje aan de bar. Rienes gaat dit jaar zijn 50e seizoen in als verzorger bij de selectie. ‘’in 1975 leek mij dit leuk om te gaan doen, dat gevoel is altijd gebleven.’’

Wie Rienes op de club tegenkomt zou bijna denken dat de cijfers niet kloppen. Op 29-jarige leeftijd kwam de Krimpenaar in dienst bij v.v. Lekkerkerk. ‘’Ik ben eigenlijk van origine een DCV’er, wel had ik al een goed gevoel en kende ik veel mensen uit Lekkerkerk vanwege de hoogtijdagen van de Shop in Amicitia. Op die feesten kwam je uiteraard Lekkerkerkers tegen. De sfeer van het dorp sprak mij toen al aan.’’

Het was een advertentie voor de functie Sportmasseur die Pols deed besluiten om zich te verdiepen in het vak. ‘’Ik werkte altijd in de autobranche en was eigenlijk wel op zoek naar een nieuwe uitdaging. Na twee jaar avondschool mocht Pols zich verzorger/sportmasseur noemen. Via toenmalig voorzitter Wim Bons ben ik bij Lekkerkerk aan de slag gegaan.

Inmiddels is Rienes 50 jaar verbonden aan v.v. Lekkerkerk. Een korte rekensom leert dat hij zo’n 1500 wedstrijden op de bank heeft gezeten. ‘’Ik doe er alles aan om bij te kunnen zijn. Vakanties plan ik om de wedstrijden heen en de zaterdagen en vroeger zondagen zijn wat dat betreft gewoon heilig. In die zin is het soms wel lastig als we in wedstrijden jongens te kort komen, door welke reden dan ook.’’ Toch is er bij Rienes op geen enkele manier sprake van een generatiekloof: ‘’Nee joh, ben je gek’’, lacht Rienes. ‘’Die jonge gasten houden mij ook jong he. Die praatjes van de jongens, dingen die ze meemaken, de kleedkamerlol. Dat is elk jaar, met elke generatie voetballers weer één groot feest. Het is daarnaast een cliché, maar zeker waar: dit houdt mij ook jong van geest. Je blijft hierdoor gewoon bij de tijd en geeft veel levensvreugd. Dat is belangrijk voor mij. Je jong voelen is fijn, maar ik ga ook gewoon twee keer per week naar de sportschool.’’

Gerard Meijer van Lekkerkerk

De liefde voor het vak, de band met de voetballers, de pararellen met Feyenoord-verzorger Gerard Meijer zijn snel getrokken. ‘’Ik heb van bepaalde families, de opa, de vader en de kleinzoon op de massagetafel gehad. Met iedereen heb ik een goede band en met sommige een heel speciale. Sommige jongens vertellen over dingen die er thuis of op werk spelen. Altijd in vertrouwen.’’

In de 50 jaar is Pols hele generaties voetballers en trainers tegengekomen. ‘’Met veel trainers heb ik nog veel fijn contact, ook met jongens die vroeger bij de selectie zaten, heb ik een fijne band.’’ Toch zijn er een aantal waar Rienes met extra plezier op terugkijkt. ‘’Daan de Vos is zo’n type. Een weergaloze voetballer. Het mooie is dat er soms trainingen waren dat die aan mij vroeg of ik extra lang kon behandelen. Dan was er niks aan de hand en zaten we lekker een bakkie te doen. Ik denk dat de trainer dat stiekem ook wel wist, maar goed: Daan schoot er dan 40 in per jaar, dat vond de trainer dan net even wat belangrijker.’’

Blij als het weer begint

Na 50 jaar is er qua fysiek en qua energie weinig verandert bij Rienes. ‘’Als het seizoen weer is afgelopen, wil ik eigenlijk na twee weken vakantie weer beginnen. Ik ga dan echt weer juichend naar de training. Ik geniet oprecht van mijn cluppie. Thuis achter de geraniums zitten, zie ik mijzelf niet doen. Ik ben mijn vrouw Rita dan ook enorm dankbaar dat ik de ruimte hiervoor krijg. Aan de andere kant: voor haar zou het ook vreemd zijn als ik op zaterdag opeens naast haar op de bank zit’’, lacht Rienes.

Voor meer informatie over vv Lekkerkerk, klik hier.
Meer artikelen lezen over vv Lekkerkerk, klik hier.

Cabauw bouwt aan de toekomst met sterke meidenlijn

0

VV Cabauw staat bekend als een hechte dorpsclub waar bijna iedereen elkaar kent. Toch is er in de afgelopen decennia iets opvallends gegroeid: een stabiele, levendige en steeds sterker wordende meidentak. De huidige MO17 is daar een treffend voorbeeld van. Onder begeleiding van een vaste staf en met duidelijke structuren ontwikkelt dit team zich tot een serieuze regionale kracht.

Het meiden- en vrouwenvoetbal is bij Cabauw geen modeverschijnsel, maar al ruim veertig jaar een vast onderdeel van de club. In 1984 werd gestart met damesvoetbal, waarna al snel de eerste meidenteams volgden. Door de jaren heen wisten speelsters uit onder meer Lopik, Polsbroek, Oudewater en Schoonhoven Cabauw te vinden. In de jaren negentig beschikte de club zelfs over vier damesteams, waarbij het eerste elftal op een behoorlijk niveau actief was. Ook in de jeugd kende Cabauw meerdere sterke lichtingen en kampioenschappen.

Dat regionale karakter is altijd gebleven en is ook terug te zien bij de huidige MO17. Hoewel vier speelsters aan het begin van dit seizoen stopten, bleef de selectie op peil doordat vijf meiden uit Lopik aansloten nadat hun eigen team ophield te bestaan. Die instroom zorgde niet alleen voor continuïteit, maar ook voor nieuwe energie binnen de groep.

Coach Casper Overbeek speelt een belangrijke rol rondom het team, al is hij nadrukkelijk geen trainer. De trainingen worden verzorgd door Dick Wiltenburg en Jet van Kats op maandag en door Renzo Overbeek op donderdag. Casper richt zich op de wedstrijddagen en bewaakt bewust de scheiding tussen trainen en coachen. Die duidelijke rolverdeling zorgt voor rust en duidelijkheid binnen de groep.

Dick Wiltenburg is al jarenlang een vertrouwd gezicht binnen het meidenvoetbal van Cabauw. Samen met Jet van Kats, speelster van Vrouwen 1, vormt hij een stabiele basis binnen de begeleiding. Het typeert de clubcultuur: betrokkenheid is groot en ervaring wordt graag doorgegeven aan de volgende generatie.

De groei van het meidenvoetbal vraagt ook om faciliteiten. Met de ingebruikname van een derde veld heeft Cabauw een belangrijke stap gezet. Voorlopig is dit nog een grasveld, omdat de ondergrond eerst moet inklinken voordat er kunstgras kan worden aangelegd. Toch betekent het extra veld een aanzienlijke verruiming van de trainings- en speelmogelijkheden, waar vooral de jeugd en de meidenlijn van profiteren.

Binnen het team wordt hard gewerkt aan ontwikkeling. De MO17 wordt door de staf omschreven als een leuke en spontane groep, waarin ook serieus wordt getraind. Niveauverschillen zijn onvermijdelijk bij een club met één team per leeftijdscategorie, maar juist dat werkt leerzaam. De sterkere speelsters trekken de rest mee omhoog.

Sportief gezien draait de MO17 een uitstekend seizoen. In de tweede fase staat het team bovenaan en promotie naar de eerste klasse is een reële optie. Het verschil in niveau is groot, maar juist die stap zou volgens de begeleiding een waardevolle leerervaring zijn.

Naast prestaties hecht Cabauw veel waarde aan normen en waarden. In eerdere seizoenen speelde de MO17 in West I, een competitie die als sportiever werd ervaren. Wedstrijden tegen teams uit grotere steden verliepen niet altijd prettig, met taalgebruik dat niet past bij een dorpsclub. Binnen het team geldt daarom een duidelijke regel: wie scheldt, wordt direct gewisseld, zonder vervanger.

De blik is inmiddels ook op de toekomst gericht. Volgend seizoen wordt de MO17 waarschijnlijk de MO20, omdat de categorieën MO18 en MO19 ontbreken. Voor Casper Overbeek voelt dat als een logische volgende stap voor een groep die al jarenlang samen speelt en zich blijft ontwikkelen.

Wat ooit begon met een paar pionierende speelsters, is uitgegroeid tot een volwaardige meidenafdeling die stevig is verankerd binnen VV Cabauw en klaar is voor de volgende stap.

klik op Cabauw voor de laatste artikelen over de club.
klik op Cabauw voor meer informatie over de club.

Patrick Nieuwerf (29) steunpilaar onder de lat bij SVS

0

Voor Patrick Nieuwerf begon het voetbalavontuur in de F-jes van FC Boszoom. In die jaren combineerde hij voetbal met judo, een sport waarin hij zelfs een hoog niveau bereikte. Toen hij moest kiezen, gaf hij de voorkeur aan het spel met de bal. Via SVS belandde hij uiteindelijk onder de lat. Tijdens een training keepte hij één keer en dat bleek genoeg: hij stroomde door naar de E3 en pakte direct een kampioenschap.

In de jeugd wisselde Nieuwerf regelmatig tussen het doel en het veld, maar als B-junior maakte hij de overstap naar DCV. Daar kwam hij meteen in de A1 terecht, al viel dat team halverwege het seizoen uiteen en keerde hij terug naar de B1. Op zijn zeventiende maakte hij al de stap naar de senioren. Hij trainde mee met het eerste elftal, maar vlak voor zijn debuut sloeg het noodlot toe: zijn schouder schoot uit de kom. Jong en onbezonnen probeerde hij na drie weken weer te keepen, met opnieuw een blessure tot gevolg. Maanden revalideren volgden en uiteindelijk bleek een operatie onvermijdelijk.

Een periode bij VVOR leverde door die blessure weinig speeltijd op en de motivatie zakte weg. Terug bij SVS koos hij bewust voor volledig herstel. Na zes tot zeven maanden keihard werken sloot hij weer aan bij het eerste elftal. In die periode leerde hij veel van toenmalig eerste keeper Bart de Keijzer, vooral op het gebied van lijnkeepen en coaching.

Concurrentie bleef een terugkerend thema. Zo moest hij de strijd aangaan met Migael Essajas, die zich sterk ontwikkelde en later een transfer naar Spartaan’20 verdiende. In de voorbereiding werd regelmatig aan hem getwijfeld, waardoor hij vaak van achteruit moest knokken voor zijn plek. Zijn spel kenmerkte zich door meevoetballen en coachen, soms ten koste van het pure keeperswerk. Trainer Ron Luijten vatte dat ooit treffend samen met de woorden: “Je bent keeper geworden om ballen tegen te houden.”

Een van zijn beste wedstrijden speelde hij opvallend genoeg in een met 5-0 verloren duel tegen Neptunus-Schiebroek. SVS kreeg liefst 37 doelpogingen tegen en Nieuwerf stopte zelfs een strafschop, maar moest toch vijf keer capituleren. Het typeerde het zware degradatieseizoen: individuele kwaliteit genoeg, maar als team kwam het niet samen.

Dit seizoen in de vierde klasse begon wisselvallig, maar vanaf de wedstrijd tegen SV Ommoord kwam er stabiliteit. Een ongeslagen reeks volgde en Nieuwerf voelt nog altijd de drive om in het eerste elftal te spelen. De jonge selectie is leergierig en heeft volgens hem veel potentie. Spelers als Ruben Visser ziet hij als echte clubjongens die de ploeg op termijn bij de hand kunnen nemen. Over zijn eigen toekomst is nog geen beslissing genomen, al is er vanuit het tweede elftal interesse.

Naast het veld is Nieuwerf van grote waarde voor SVS. Hij traint de keepers, runt op zondag zijn eigen peutervoetbalschool en verzorgt via zijn bedrijf Printlab de bedrukking van de clubkleding. Samen met zijn vriendin runt hij het bedrukkingsbedrijf, daarnaast geeft hij keeperstraining bij Alexandria’66 en werkt hij fulltime bij Rubaflex in Schiedam.

SVS blijft voor hem een bijzondere club. In de omgeving liggen grotere verenigingen als VV Capelle, CVV Zwervers en Alexandria’66, waar het wellicht professioneler is ingericht. Maar juist de charme van SVS zit volgens Nieuwerf in de onderlinge verbondenheid en de enorme inzet van vrijwilligers.
Patrick Nieuwerf is keeper, trainer en ondernemer, maar bovenal een echte SVS’er.

Voor meer artikelen over SVS, klik hier.
Voor meer informatie over SVS, klik hier.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.