Home Blog Pagina 3

Dobbe geniet bij Wernhout: ‘Voetbal zit in mijn hart en nieren’

Na een uitdagend seizoen als trainer van het tweede van Zundert, streek Edwin Dobbe afgelopen zomer neer bij Wernhout. Een nieuwe omgeving, waar het voetbaldier zich voorlopig helemaal thuis voelt. “Ik ben met open armen opgevangen.”

Een warm welkom, dat Dobbe (59) na een moeilijk seizoen als trainer van het tweede van Zundert, wel even kon gebruiken. Helemaal, nadat hij na jaren als jeugdtrainer en hoofdtrainer van het derde, de kans kreeg om zich verder te ontwikkelen. “In totaal heb ik 48 spelers gebruikt en soms stonden we te trainen met een mannetje of zeven. Moesten we voor zondag nog allemaal jongens zien te regelen.” De oefenmeester twijfelde dan ook, of hij wel moest blijven. “Heb ik er nog wel plezier in? Vroeg ik mezelf regelmatig af. Ik wilde niet nog zo’n seizoen hebben.”

Leerzaam

Toen ook de club uiteindelijk besloot een andere weg in te slaan, nam hij contact op met Wernhout. “Vervolgens heb meerdere gesprekken gevoerd, waaronder ook met Joost Anthonissen, de trainer van het eerste, en dat klikte meteen. Daar had ik een goed gevoel over.” En dat gevoel, bleek wederzijds. “Binnen twintig minuten werd ik gebeld: we gaan door met elkaar!” Een welkome boodschap, zo vertelt Dobbe. “Daar was ik natuurlijk heel blij mee. Ik vind het spelletje nog steeds ontzettend leuk. Voetbal zit in mijn hart en nieren.”

Gelukkiger dan op een voetbalveld, kun je de geboren Delftenaar dan ook eigenlijk niet maken. “Op dinsdag trainen we samen met het eerste en donderdags trainen we apart. Dat sprak me aan.” Onder meer, door het grote aantal spelers, waarmee ze daardoor kunnen werken. “We hebben 34 selectiespelers en juist daarom, is het zó fijn om samen te trainen. Zodat je ze allemaal goed kunt zien.” De samenwerking met Anthonissen, loopt dan ook soepel. “Een uur voor de training, nemen we altijd alles door. En op donderdag, bespreken we de selecties voor het weekend.”

Een leerzame ervaring, zo vertelt Dobbe. “Joost legt dingen heel goed uit en stuurt vaak al een dag van tevoren, zijn training door. Daar leer ik ontzettend veel van.” Onder meer, in zijn manier van werken. “Om de drie weken, wisselen we van blok. Van aanvallen en verdedigen tot omschakelen. Dat probeer ik ook steeds meer in mijn trainingen naar voren te laten komen.” En voorlopig, gaat dat steeds beter. “Ik heb minder moeite om mijn trainingen neer te zetten.”

Randvoorwaarden

Aan inzet bij Dobbe, die vanwege een blessure aan zijn knie zelf moest stoppen met voetballen, dan ook geen gebrek. “Het doel is om spelers die tussen het eerste en tweede in hangen, op een hoger niveau te krijgen. Zodat we voor aanvoer naar het eerste elftal kunnen zorgen.” Een rol, waar de trainer tot op heden enorm van geniet. “Het is precies wat ik had verwacht! Ik ga er iedere keer met veel plezier heen.” Aan de randvoorwaarden, ligt het dan ook niet. “Vanuit de overige senioren, zit er ook altijd iemand bij op donderdag en als het nodig is, kunnen we zelfs nog uit de JO19 putten. Dat is natuurlijk wel heel fijn.” Een iets andere situatie, dan vorig seizoen bij Zundert.

Al heeft Dobbe ook daar, het één en ander van geleerd. “Hoe je om moet gaan met teleurstellingen, maar ook dat je eerder aan de bel moet trekken. Zeker als bepaalde dingen beter geregeld moeten worden.” En als trainer? “Ik ben nu rustiger langs de lijn, tactisch sterker en oefeningen verzinnen gaat soepeler.” Het vertrouwen in een goed seizoen, is dan ook groot bij Dobbe. “Vorig jaar zijn ze vijfde geëindigd, dus ik wil nu ook weer graag bovenin meedoen. Ondanks dat we vanuit de club, niet echt een concrete doelstelling hebben.”

Al kan hij er zelf, op persoonlijk vlak wel eentje bedenken. “Mijn oudste zoon speelt bij Zundert 2 en we moeten tegen elkaar. Het zou natuurlijk wel leuk zijn om van hem te winnen.” Voetbal is in huize Dobbe, dan ook het onderwerp dat de klok slaat. “Mijn jongste zoon heeft onlangs zijn VC2 gehaald en is nu trainer van Moerse Boys JO13. Dus we sparren regelmatig met elkaar.” Ambities om zelf zijn trainerspapieren te halen, heeft Dobbe niet. “Ik hoef niet zo nodig een eerste elftal te doen. Het is prima zo. Dit vind ik hartstikke leuk!”

Klik op vv Wernhout voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Wernhout voor meer informatie over de club.

‘Ik vind het juist wel leuk om de jongste te zijn’

0

Hij is pas zestien jaar, maar maakt nu al onderdeel uit van het eerste elftal van vierdeklasser Kogelvangers. En ondanks dat Auke Kannekens daar in het begin best wel even aan moest wennen, begint de middelbare scholier zijn draai steeds meer te vinden. “Ik vind het juist wel leuk om de jongste te zijn.”

Al komt daar ook meteen wat extra druk bij kijken, lacht Kannekens. “Je wilt toch presteren én jezelf bewijzen.” Voorlopig, gaat dat goed, vertelt hij. “Het is gaaf, maar soms ook een beetje raar om tegen volwassen mannen te staan. Gelukkig wen ik er meer en meer aan.” Want leerzaam, is het zeker, heeft de inwoner van Willemstad gemerkt. “Doordat je natuurlijk niet sterker bent, moet je proberen om je lichaam op een slimme manier te gebruiken.” Bijvoorbeeld tijdens trainingen. “Dat gaat steeds beter, tussen de grote mensen.”

Met vrienden

Trainingen bij het eerste, waar Kannekens aan het begin van vorig seizoen al mee begon, zo memoreert hij. “Sindsdien train ik altijd mee.” Eerst nog in combinatie met wedstrijden bij de JO17, maar sinds dit jaar maakt de middenvelder annex aanvaller vast onderdeel uit van het vlaggenschip. Zonder zijn beste vriend, Thijn Heeren. “We kwamen afgelopen seizoen samen bij het eerste, daarna is hij naar Breda verhuisd en bij Baronie gaan voetballen. Dat vind ik wel heel jammer.” Desondanks, heeft de havo-student aan het Markland College in Zevenbergen, het uitstekend naar zijn zin bij Kogelvangers. “Ik voetbal hier al sinds mijn vierde. Het is een heel gezellige club en iedereen kent elkaar.” Toch maakte Kannekens tussendoor, nog even een uitstapje. Naar NSVV. “In de jeugd speelde ik altijd met mijn vrienden, tot ik in de JO11 ineens in een ander team werd gezet. Toen ben ik naar NSVV gegaan. Dat was ook een hoger niveau.” Na vier seizoenen, keerde hij als vijftienjarige terug op het oude nest. “Voetballen met je vrienden, is uiteindelijk toch het leukste wat er is.” Afgelopen seizoen, dus voornamelijk in de JO17. “Daar heb ik toen echt heel veel gescoord!” Bij het eerste, moet zijn teller voorlopig nog op gang komen. “Ik heb tot nu toe één doelpunt…”

Acties maken

En dat bleek, met negen punten achterstand op koploper Seolto, net niet genoeg voor het kampioenschap in de vierde klasse. Ook promotie via de nacompetitie, zat er uiteindelijk niet in voor de ploeg uit Willemstad. “Dat was echt heel erg zonde!” Toch was er van teleurstelling, nauwelijks sprake, legt Kannekens uit. “Al met al, waren we wel tevreden. We hebben een goed seizoen gehad, alleen hebben we onszelf niet beloond.” En dus, moet dat dit jaar gebeuren, vindt hij. “We willen nu écht kampioen worden.” Maar vanzelf, komt dat natuurlijk niet. “Als we met z’n allen hard blijven trainen, hebben we een goede selectie.” Een selectie, waar Kannekens graag zijn steentje aan bij wil dragen. “Mijn doel is om zoveel mogelijk te scoren.” Al is dat makkelijker gezegd, dan gedaan. “Meestal sta ik op het middenveld of voorin, maar soms speel ik ook als rechtsback.” Een voorkeur, heeft de jongeling nog niet echt. “Het maakt eigenlijk niet uit waar ik sta. Ik wil vooral spelen!” Toch passen zijn kwaliteiten meer bij een positie wat hoger op het veld. “Iemand die veel passes geeft en graag acties maakt.” Hoewel, begint hij te lachen. “Ik durf nu nog niet te veel acties te maken, omdat ik bang ben om balverlies te lijden.” De lat, legt Kannekens voor zichzelf voorlopig dan ook niet al te hoog. “Hopelijk kan ik twee of drie keer scoren en een paar assists geven.” Maar nog belangrijker: “Ik hoop zo snel mogelijk basisspeler te worden en vast in het eerste te staan.” Want plezier, is voor hem het belangrijkste. “Voetballen blijft het leukste wat er is.” Zeker, in een voor hem spannend jaar. “Ik moet ook examen gaan doen op school, maar dat komt vast goed!”

Klik op vv Kogelvangers voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Kogelvangers voor meer informatie over de club.

‘Tussenpaus’ De Regt maakt zich op voor derde en ‘laatste’ bestuurstermijn bij Cluzona

Ere-voorzitter Eric de Regt (63) is deze zomer begonnen aan zijn derde – en als het aan hem ligt laatste – termijn als hoofd van het bestuur bij de Wouwse voetbalclub, die hem zo nauw aan het hart ligt. ‘Ik ga deze periode met al mijn passie en plezier aan.’

De Regt ging per 1 juni met vervroegd pensioen, na een decennialange carrière bij verschillende gemeenten. De Wouwenaar was van plan te gaan genieten van zijn vrije tijd samen met zijn partner, maar tot zijn verdriet, en die van zijn naasten, overleed zij diezelfde maand. ‘Ik kwam thuis te zitten met zeeën van tijd en ging op zoek naar een invulling daarvoor’, vertelt De Regt.

Een van zijn andere grote liefdes, Cluzona, klopte bij hem aan. De club was op zoek naar een vervanger van aftredend voorzitter Jan Theuns, die het stokje in 2015 van De Regt over had genomen. ‘Natuurlijk streelde dit verzoek mijn ego’, vertelt de nieuwe voorzitter. ‘Maar ik heb wel even de tijd genomen om het besluit te nemen. Ik wist niet of het goed zou zijn om de rol voor de derde keer op me te nemen, terwijl er – mijn inziens – competente, jonge mensen in het bestuur zitten die er ook voor in aanmerking kwamen.’

‘Die mensen gaven echter aan zich in de luwte verder te willen ontwikkelen’, vervolgt De Regt. ‘Dus heb ik – mede door de tijd die ik nu heb – besloten om het te doen. Wel met de kanttekening dat ik maximaal twee tot drie jaar aanblijf. Ik zie mezelf als een soort tussenpaus.’

Alhoewel De Regt dus even de tijd nam om de beslissing te nemen, twijfelde hij geen moment of hij het wel wilde. Cluzona en hij zijn onlosmakelijk verbonden: ‘Ik kwam hier voor het eerst toen ik vijf jaar oud was. In 1992 trad ik toe tot het bestuur en drie jaar later vertrok de toenmalige voorzitter. Er werd met een schuin oog naar mij gekeken, omdat ik jong en ambitieus was’, vertelt De Regt.

‘De focus in mijn eerste termijn lag bij de renovatie van ons complex en de hervorming van het bestuur’, vervolgt De Regt. ‘Dat is uiteindelijk goed gelukt en in 2002 vond ik het tijd om wat anders te doen. Vier jaar later stopte mijn opvolger en ben ik opnieuw voorzitter geworden. In die periode heb ik me met name bezig gehouden met het sportieve. We speelden al te lang in de vijfde klasse, wat Cluzona-onwaardig was.’

De komst van Mark Klippel, de huidige trainer van RBC, en zijn staf in 2009 hadden een groot aandeel in de opmars van Cluzona naar de tweede klasse. Daarmee was de doelstelling bestuur-De Regt II behaald. Daarnaast werd de voorzitter in 2010 actief in de lokale politiek, waardoor hij zijn functie bij de Wouwse club uiteindelijk in 2015 neerlegde omdat die combinatie te belastend werd.

Tien jaar later keert De Regt dus terug en heeft – hoewel hij zichzelf als tussenpaus ziet – een aantal ambities. ‘Onze kleedaccommodatie is verouderd en aan vervanging toe. Daarnaast hebben we sportieve ambities. We willen met eigen jeugd in de tweede klasse blijven spelen, maar we merken dat de kloof te groot is. We willen onze jeugdafdeling verder professionaliseren en kijken daarvoor naar een aanvulling op de bestaande organisatie. Daarnaast komt ons negentigjarig bestaan eraan en willen we de sponsorinkomsten verhogen.’

Klik op Cluzona voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Cluzona voor meer informatie over de club.

Impulsen in de selectie en op de trainersbank: Alliance zet zinnen op promotie

0

RSC Alliance gaat het komende seizoen in met een nieuwe hoofdtrainer. De Roosendaalse club kwam begin april tot een akkoord met André Maas (61), een ervaren coach uit Wouw: ‘We zijn in een sterke klasse ingedeeld, maar we ambiëren om mee te draaien in de top.’

 

Het liep in seizoen 2024/25 niet van een leien dakje bij Alliance 1. Een gevulde ziekenboeg zorgde voor een ineenstorting in de tweede seizoenshelft, waardoor er zelfs geen nacompetitie gespeeld werd op Sportpark Kortendijk. De clubleiding en toenmalig trainer René Breve gingen uit elkaar, dus werd er gezocht naar iemand die voor nieuw elan kon zorgen.

Door eerder contact kwam de naam van Maas uit de koker: ‘Vier seizoenen geleden, heb ik ook gesolliciteerd naar het hoofdtrainerschap. Uiteindelijk koos ik ervoor om bij VV Krabbendijke aan de slag te gaan’, vertelt Maas, die na zijn driejarige periode bij de Zeeuwse club tekende bij de zaterdag 1 van RKSV Halsteren. Dat dienstverband duurde korter dan verwacht: ‘Er bleek geen klik te zijn, wat natuurlijk kan gebeuren. Na de winterstop zijn we uit elkaar te gaan.’

In maart zat Maas nog zonder club – en dat was bekend bij Alliance. De Roosendalers knoopten het gesprek aan: ‘We bespraken wat voor trainer en wat voor mens ik ben’, vertelt Maas. Zelf omschrijft hij zich als een trainer die om toewijding vraagt – ‘Drie weken op vakantie in de voorbereiding? Liever niet’ – en de verantwoordelijkheid zo veel als mogelijk bij de spelers legt: ‘We hebben met elkaar duidelijke afspraken gemaakt, zodat wij als staf, maar ook spelers onderling, elkaar daarop kunnen aanspreken. Tactisch gezien ben ik flexibel. Uiteraard speelt de cultuur van de club een rol, maar het belangrijkste voor de speelwijze is toch je spelersmateriaal.’

‘Maar ook de doelen van de club en de staat van de selectie werden bij die gesprekken besproken’, vervolgt Maas. De selectie was namelijk te dun gebleken vorig seizoen. Zoals eerder gemeld kwamen het eerste en het tweede van Alliance in de problemen door de vele blessures: ‘De selectie moest breder en dat is aardig gelukt. We hebben nu namelijk 36 selectiespelers, waarvan er een paar aan het revalideren zijn. Het is voldoende als iedereen fit en beschikbaar is.’

Over kwaliteit heeft Maas echter niets te klagen, vindt hij: ‘Voetbaltechnisch is het een goede selectie voor de vierde klasse en we hebben een mooie verdeling over alle linies. In het tweede lopen ook een paar talenten, die nog wat stapjes moeten maken, maar zeker in aanmerking kunnen komen. Het enige wat we missen in de selectie is een echte killer. We hebben wel een aantal jongens die in een seizoen tien doelpunten kunnen maken, maar niet iemand die er 25 inlegt. Zo’n speler kan – bij wijze van – vijf gelijke spelen ombuigen in vijf nipte overwinningen.’

Na de voortvarende voorbereiding en bekerfase – een gelijkspel gevolgd door vijf overwinningen – waarin flink werd gerouleerd, wil Maas toewerken naar een vaste basiself. ‘We hebben met name tegen lager geklasseerde teams gespeeld, dus het is nog een beetje gissen waar we staan. Wel hebben we de ambitie om mee te doen om promotie.’

Klik op Alliance voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Alliance voor meer informatie over de club.

Cohen wil met Victoria’03 naar de tweede klasse

Na vier jaar als hoofdtrainer van SCO uit Oosterhout, vond Maikel Cohen het tijd voor een nieuwe uitdaging. En na gesprekken met verschillende clubs, vond hij die uiteindelijk bij derdeklasser Victoria’03. In Oudenbosch. “Ik wilde graag een stap maken.”

Op maximaal een half uur rijden van zijn woonplaats Oosterhout, begint de 43-jarige Cohen te vertellen. “En dat is Oudenbosch precies!” Eén plus één, was dan ook eigenlijk snel twee. “Vorig seizoen heb ik mijn VC3 gehaald, dus ik wilde graag een stap maken. Want zo’n cursus, doe je natuurlijk niet voor niks.” De oefenmeester voerde vervolgens met verschillende clubs gesprekken, maar kreeg bij Victoria’03 het beste gevoel, vertelt hij. “Ze willen graag met eigen jongens werken én sportief stappen maken. Richting die tweede klasse.”

Beetje dubbel

Een plan, dat bij Cohen klonk als muziek in zijn oren. “We hebben een heel jonge en leergierige groep. Die gasten zuigen alles op. Dat is heel positief en past goed bij me.” Al had de voormalig speler van onder meer SCO, OVV’67 en Oosterhout, er stiekem graag misschien toch nog wat meer ervaring bij gehad. “Vooral in de as.” En hij kan het weten. “Ik heb zelf altijd als spits of nummer tien gespeeld. Later kwam ik op zes of acht terecht. Steeds verder naar achter. Ik miste wel een beetje de pure snelheid.”

Hoe bevallen zijn eerste maanden bij zijn nieuwe club? “Heel goed! Ik ben goed ontvangen en we hebben een leuke groep. Dus daar ben ik heel blij mee.” Helemaal nieuw, was Victoria’03 dan ook niet voor hem. “Ik kende de club al wel, door jongens bij OVV’67, die hier vandaan kwamen. Daardoor heb ik het destijds, al wel een beetje gevolgd.”

En niet alleen daardoor, lacht Cohen. “Eigenlijk volg ik alles wel zo’n beetje in onze regio. Dat is een beetje een uit de hand gelopen hobby.” Dus zag hij Victoria’03 een goed seizoen draaien, een periodetitel winnen en uiteindelijk op een tweede plaats eindigen. Hoopte hij op promotie? “Dat is altijd een beetje dubbel. Aan de ene kant natuurlijk wel, om op een zo’n hoog mogelijk niveau te spelen. Maar aan de andere kant, wil je dat dan ook zelf als trainer bereiken. En waren we er wel aan toe, aan die tweede klasse?” Het antwoord op die vraag, is nu in ieder geval ‘ja’. “We willen opnieuw meedoen om promotie! De potentie is er, nu moeten we onszelf blijven ontwikkelen en steeds beter worden.”

Stappen maken

Zowel kwalitatief, als kwantitatief. “Vorig jaar had de club een smalle selectie, dat brak ze uiteindelijk op. Nu zijn we in aantallen breder geworden.” Al biedt dat geen garanties, weet ook Cohen. “De competitie is namelijk ook sterker geworden.” Zaak om dus volle bak aan de slag te gaan. Vanaf het begin. “Ik merkte dat het vooral ontbrak aan opdrachten en bepaalde teamfuncties. Waar zetten we druk en hoe bouwen we op? Daar moesten we als team eerst echt stappen in maken.” Met aanvallend, maar wel realistisch voetbal, tot gevolg, legt Cohen uit. “Daar moet je de hele ploeg bij gebruiken. Daarom heeft iedere training wel een doel. Hoe staan we, waar zetten we druk en hoe doen we dat? Maar ook: wat doen we aan de bal?”

Zo is het vrijspelen van de nummer zes, een belangrijk thema voor de trainer. “Waar lukt dat op het veld? Dat moeten we zien te gaan herkennen. Gelukkig maken we daar stappen in, maar we zijn er nog niet.” Eén ding is in ieder geval wel duidelijk, Cohen is gek van voetbal. “Ik lees en zie alles.” Onder andere van Arne Slot en Carl Hoefkens, de trainer van NAC Breda. “Die heeft voor iedere tegenstander een ander strijdplan, dat vind ik mooi om te zien.”

Ambities, heeft hij zelf dan ook genoeg. “Daarom heb ik bewust de stap van SCO gemaakt, omdat ik mezelf graag verder wil ontwikkelen. De VC3-cursus vond ik heel leuk om te volgen, dus ik hoop in de toekomst ook VC4 te kunnen gaan doen.” Al moet het dan, met een eigen schildersbedrijf, ook allemaal maar net passen. “Uiteindelijk wil ik trainer worden op een zo’n hoog mogelijk niveau. Minimaal eerste klasse, en de rest zal de toekomst uitwijzen.” Maar eerst, de volledige focus op zijn huidige club. “Hopelijk gaat Victoria’03 met mij naar de tweede klasse!”

Klik op Victoria’03 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Victoria’03 voor meer informatie over de club.

‘We waren steeds net niet goed genoeg’

0

Net niet goed genoeg. Dat was afgelopen seizoen eigenlijk een beetje het verhaal van VVR in de derde klasse. Tenminste, als we Renzo Roelands moeten geloven. Want ondanks dat de ploeg uit Rijsbergen zelden werd weggespeeld, degradeerde het als hekkensluiter wel naar een niveau lager. “We waren zeker niet kansloos, maar op een gegeven moment kom je in een negatieve flow…”

Een negatieve flow, waar ze bij de voormalig derdeklasser op een gegeven moment eigenlijk niet meer uit wisten te komen, vertelt Roelands (22). “Het liep gewoon niet lekker. En als je dan steeds net verliest, wordt het natuurlijk wel minder leuk.” Zelfs bij een club als VVR. “Het is bij ons eigenlijk altijd wel gezellig, ook als we verliezen, maar op een gegeven moment was dat afgelopen seizoen uiteraard ook niet meer zo.” Helemaal, omdat de inwoner van Rijsbergen het gevoel had dat er meer in had gezeten. “Ik denk dat we erin hadden kunnen blijven.”

Inzet tonen

Al is hij ook eerlijk. “We werden niet vaak weggespeeld of waren zelden kansloos, maar we waren de meeste wedstrijden steeds net niet goed genoeg.” Met uiteindelijk dus degradatie naar de vierde klasse tot gevolg. “Tijdens de tweede seizoenshelft stonden we ver onderaan, dan weet je dat het moeilijk gaat worden.” Maar veel tijd om bij de pakken neer te zetten, hebben ze bij VVR niet. Roelands kijkt liever vooruit. “We moeten nu gewoon een soort van opnieuw beginnen. Een groot deel van de JO19 is doorgeschoven, dus we hebben een brede selectie.” Een flinke verandering, ten opzichte van afgelopen seizoen, legt hij uit. “Toen was het regelmatig krap, qua aantal spelers.” Inmiddels hersteld van een ingescheurde enkelband, kan ook Roelands vol aan de bak. “Er is meer concurrentie, dus moet iedereen zijn stinkende best doen en inzet tonen. Want zonder inzet, spelen we een stuk minder.” Met genoeg inzet, wil hij graag naar boven kijken. “Lekker voetballen met die gasten en hopen op een periode en de nacompetitie. Dat zou mooi zijn!” Hoe ze dat voor elkaar willen gaan krijgen? “Door echt als een team te spelen. Dan hebben we genoeg goede spelers en gaan we vanzelf meer wedstrijden winnen.” Maar makkelijk, zal het zeker niet worden. “Ik verwacht in de vierde klasse meer vechtvoetbal en lange ballen. Teams die inzakken en duels willen spelen.” Iets wat VVR op voorhand niet zo goed ligt, is Roelands eerlijk. “Persoonlijk speel ik zelf ook liever tegen voetballende ploegen.”

Nummertje zingen

Gezien zijn manier van spelen, is dat ook niet zo gek. “Ik ben in principe een middenvelder, maar speel ook vaak als hangende buitenspeler. Iemand die veel loopacties maakt, de bal naar de juiste kleur speelt en dan doorloopt. Meer van het combinatievoetbal, dan van de acties maken.” Een kilometervreter met een neusje voor de goal. Kwaliteiten waar ze bij de Rijsbergse club al een flinke tijd van mogen genieten. “Ik voetbal al heel mijn leven bij VVR. In de F’jes begonnen en nooit meer weggegaan.” En dat is niet voor niks. “Het is een leuke vereniging, lekker dichtbij en het is vooral leuk om met je vrienden te voetballen.” Want wonend op nog geen twee minuten fietsen van het sportpark, voelt Roelands zich helemaal thuis bij VVR. Letterlijk en figuurlijk. “Als we winnen, wil ik nog wel eens een nummertje zingen in de kantine. In het jaar dat we kampioen werden, heb ik veel gezongen. Hopelijk dit jaar weer!” Aan de sfeer, zal het in ieder geval niet liggen. “Het eerste en tweede klikt heel goed samen en ook nieuwe spelers worden door iedereen altijd opgevangen.” Vertrekken, zal Roelands als kind van de club dan ook niet zo snel doen. “Voor nu zit ik hier prima. Ik hoef ook niet per se hogerop.”

Klik op VVR voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVR voor meer informatie over de club.

Matthijssen (27) zet punt achter carrière na vervelend nieuws: ‘Baal enorm’

0

Dylan Matthijssen heeft na drie wedstrijden in het nieuwe seizoen noodgedwongen een punt achter zijn carrière moeten zetten. De middenvelder van Roosendaal kreeg in drie weken tijd twee keer levensveranderend nieuws te horen, waardoor hij het voetballen achter zich moest laten: ‘Het zit er helaas niet meer in.’

Dat Matthijssen überhaupt nog op het voetbalveld te vinden was de laatste jaren, mocht al een wonder heten. Vele doktoren adviseerden hem vanwege kraakbeenschade te stoppen met voetballen, maar de Roosendaler ging onverbeten door. En dat ging hem vrij goed af. Na een aantal blessurevrije jaren werd hij echter geconfronteerd met ander slecht nieuws: ‘Ik kreeg te horen dat mijn vader kanker heeft en dat het is uitgezaaid. Dat was een shock.’

Het leven van Matthijssen werd opeens 180 graden gedraaid: ‘Ik kon altijd overal het positieve in zien, maar dat verging plotseling. Het voetballen hielp me daarbij wel. Het is altijd mijn uitlaatklep geweest, en ik putte er sinds het nieuws van mijn vader extra steun uit. Het deed me de laatste weken extra goed om lekker stoom af te kunnen blazen op de voetbal.’

Maar Matthijssen speelde al de hele voorbereiding met pijn. Iets wat hem niet onbekend voorkwam, maar toch liet hij het na een tijdje controleren: ‘Uit de MRI-scan kwam naar voren dat mijn kraakbeenschade verder toegenomen is, dus werd ik dringend geadviseerd te stoppen met voetballen. Vroeger had ik dit advies in de wind geslagen, maar met de ziekte van mijn vader zijn mijn prioriteiten verschoven. Het voelde wel als een extra deksel op mijn neus, maar het was niet anders. Ik heb besloten te stoppen en Roosendaal heeft me daarin gesteund.’

De trainer bood Matthijssen de optie om nog bij het team betrokken te blijven, door hem een rol in de staf aan te bieden. Op dit aanbod gaat hij echter voorlopig niet in: ‘Ik vond het een mooi aanbod, maar ik wil de komende tijd mijn focus volledig thuis houden. Als dat goed gaat en ik hou tijd over in mijn agenda, dan wil ik het wel overwegen.’

Door het noodgedwongen vertrek van Matthijssen gaat het eerste van Roosendaal met een nóg jongere selectie het komende seizoen in dan vorig jaar. Toen beleefde de ploeg onverwachts een zware campagne, door het wegvallen van ervaren krachten. Zij zetten, net als Matthijssen, om verschillende redenen een punt achter hun voetbalcarrière.

Zij worden vervangen door jongens uit de jeugd, waardoor de gemiddelde leeftijd teruggaat tot ongeveer twintig jaar. ‘Het ontstane gat qua ervaring is natuurlijk moeilijk op te vullen, maar jonge jongens zijn wel extra gretig. Ze geven altijd de volle honderd procent’, vertelt Matthijssen.

‘Het is natuurlijk ook de filosofie van de club om jeugd de kans te geven, alhoewel de doorstroming idealiter wat geleidelijker gaat’, legt Matthijssen uit. ‘Normaal komen er jaarlijks een of twee jongens bij, die dan rustig de tijd krijgen om te wennen. Bij ons moeten ze er al direct staan.’

Maar gezien de waardevolle lessen van vorig jaar vindt Matthijssen dat Roosendaal een stabiele middenmoter moet zijn dit seizoen: ‘Het team is slimmer geworden in momenten kiezen van drukzetten en inzakken. Ook weten ze nu wat het vraagt om een kleine voorsprong over de streep te trekken. Er wordt van wedstrijd tot wedstrijd gekeken. Op de langere termijn – en dan spreek ik over volgend seizoen of later – hebben ze de kwaliteiten om mee te doen om promotie.’

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

Drie maal is scheepsrecht, hoopt pechvogel Ackerman: ‘Knie voelt weer beter’

0

HSC’28 hoopt dit seizoen – na vorig jaar nét naast de derde periodetitel te hebben gegrepen – mee te gaan doen om de prijzen, zo stelt trainer Omid Chaab. Spelersontwikkeling staat daarbij centraal. Zo maakt Bas Ackerman (24) zijn rentree in het voetbal bij de club uit Heerle, na twee jaar geen bal te hebben aangeraakt: ‘Merk dat ik lang stil heb gezeten.’

Ackerman is een van de vier nieuwelingen die bij het eerste van HSC’28 zijn aangesloten afgelopen zomer. Het is niet zijn eerste periode bij de dorpsclub. Op zijn zestiende verhuisde de Bergenaar met zijn familie naar Heerle, wat ook betekende dat hij zijn vertrouwde M.O.C.’17 achter moest laten. ‘Dat vond ik jammer in het begin, maar ik ging samen met een vriend van school naar HSC. Hij kwam in het tweede terecht, ik in het eerste. Daar ben ik heel goed opgevangen. Ik kende eigenlijk niemand, maar kreeg al snel een warm gevoel bij de club.’

In Heerle ontwikkelde Ackerman, die van huis uit altijd verdediger is geweest, zich tot middenvelder. ‘Ik moest het altijd hebben van mijn loopvermogen, heb overzicht en probeer de simpele oplossing te vinden. Die kwaliteiten zijn ook bruikbaar op het middenveld. Het maakt mij niet zo heel veel uit waar ik sta, achterin of op het middenveld, als ik maar speel.’

Aan het begin van zijn vierde jaar bij HSC’28 sloeg het noodlot toe voor Ackerman. In de voorbereiding van het seizoen 2021/22 speelde hij met zijn team een oefenwedstrijd in Rilland, en ging het helemaal mis: ‘Er was een tegenstander in mijn buurt, dus wilde ik wegdraaien met de bal. Ik kan me nog herinneren dat het gras erg hoog was, waardoor het wat zwaarder aanvoelt. Op dat moment voelde ik iets scheuren in mijn knie en ging ik naar de grond. Ik kon niet direct opstaan, dus wist ik hoe laat het was. Mijn kruisband was afgescheurd.’ Een revalidatieproces van negen maanden volgde.

Uiteindelijk keerde Ackerman in de voorbereiding op het seizoen erna terug bij HSC’28. Dit rentree was echter van korte duur. Wederom ging het fout in het eerste oefenduel van het seizoen, dat op de dag af een jaar later gespeeld werd als de wedstrijd waarin hij zijn kruisband afscheurde: ‘Deze keer kwam ik verkeerd terecht bij een val en brak ik mijn sleutelbeen. Dat was een behoorlijke klap. Toen ik daarvan terugkeerde voelde mijn knie niet goed, en begon ik me af te vragen of het wel verstandig was om te blijven voetballen. Na vier wedstrijden besloot ik te stoppen.’

Twee jaar lang raakte Ackerman geen voetbal aan: ‘We zijn inmiddels een paar jaar verder en mijn knie voelt eindelijk weer goed. Niet als de oude, maar goed genoeg. Daarom kriebelde een terugkeer op de voetbalvelden al een tijdje bij me. Omid stelde voor om alles rustig weer op te bouwen. Mijn conditie en balgevoel zijn namelijk ook niet meer wat ze zijn geweest.’

Door een blessuregolf moest Ackerman echter al meer minuten maken dan gehoopt: ‘De groep is ineens een stuk kleiner geworden. Daardoor zijn we tegen wat nederlagen aangelopen in de voorbereiding en beker. Onze doelstelling in de competitie is om te promoveren – en dat moet het altijd zijn.’

Klik op HSC’28 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSC’28 voor meer informatie over de club.

‘Voordeel dat tegenstanders ons niet kennen’

0

Na een wisselvallig seizoen en een teleurstellende achtste plaats, hoopt vierdeklasser Sprundel in een nieuwe competitie en met nieuwe tegenstanders, dit jaar de lat een stukje hoger te kunnen leggen. Aan vertrouwen, ontbreekt het bij Sven Buurstede in ieder geval niet. “Het is een voordeel dat tegenstanders ons nu niet kennen.”

Want na jaren in dezelfde vierde klasse, liepen ze daar bij Sprundel wel een klein beetje tegenaan, merkte Buurstede (27). “Tegenstanders wisten onze krachten en gingen zich daardoor aanpassen.” Met als gevolg: slechts 27 treffers voor. “Dat was bij ons het grootste probleem. We missen scorend vermogen. We creëren genoeg kansen, maar hebben eigenlijk maar twee aanvallers die scoren. En onze middenvelders, doen dat ook niet echt.”

Te spannend

Het leverde Sprundel naar eigen zeggen een verloren seizoen op, zo vindt Buurstede. “We waren veel te wisselvallig. Pas op het einde, kwamen we er een beetje in.” Een verklaring, heeft de aanvoerder daar wel voor. “Er zaten maar elf ploegen in de competitie, dus was je soms ineens een weekend vrij. Daardoor kwam je lastig in een ritme.” Ook het inpassen van jonge jongens, kostte de nodige tijd. “Als je eigen jeugd doorschuift, duurt het even voordat je op elkaar bent ingespeeld.” Desondanks, waren de verwachtingen op voorhand hoog. “Onze doelstelling was top vijf, alleen viel het net niet…” Met slechts één punt minder dan nummer vijf Wernhout, was dat gat te overzien. Echter kwam ook de nacompetitie voor degradatie, gevaarlijk dichtbij. Uiteindelijk verzamelde Sprundel twee punten meer dan nummer negen Schijf. “We hebben het op het einde nog wel iets té spannend gemaakt voor onszelf. Maar gelukkig is het goed gekomen.” Zaak om dat dit seizoen, te voorkomen. “We willen in de eerste weken zoveel mogelijk punten pakken, daarna bepalen we onze doelstelling. Al vind ik dat we eigenlijk gewoon weer voor een plek bij de eerste vijf moeten gaan.” Aan de bezielende leiding van de broers Mark en Rob Monden, zal het in ieder geval niet liggen. “Ze zijn allebei jong én gedreven. Dat merk je. In hoe ze denken over voetbal, maar ook hun coaching tijdens trainingen. Dan spat het vuur er echt vanaf.” Iets wat Buurstede stiekem, al een tijdje wist. “Ik heb met zowel Mark, als Rob, nog samengespeeld bij Sprundel 1.” Hoe dat voor hem is? “Zeker in het begin, was het wel even schakelen. Maar daardoor weten ze heel goed hoe bepaalde spelers zijn en kunnen ze boven de groep staan.”

Aanvoerder

Zodat ze Buurstede als drager van de aanvoerdersband kunnen helpen, bij het op sleeptouw nemen van de nog altijd jonge groep. “Ik ben hier begonnen op mijn zesde en sinds mijn negentiende, ben ik al aanvoerder van ‘mijn club’. Dat is iets waar ik wel trots op ben. Helemaal bij de eerste keer.” Toevalligerwijs, nam hij die band over van Rob. Zijn huidige trainer. “Rob was geblesseerd, toen kozen ze voor mij.” Tussendoor, maakte Buurstede op zijn 23ste nog een uitstapje naar Rood Wit. “Daar heb ik twee jaar gespeeld, voor de rest ben ik nooit weggeweest.” Hoe kijkt hij terug op die periode in Sint Willebrord? “Het is heel leuk om met je vrienden te voetballen, maar ik voelde dat er meer in zat. Bij Rood Wit kende ik wat mensen en ik had daarvoor ook al eens contact gehad met hoger spelende clubs. Toen dacht ik: ik ga er gewoon voor! Uiteindelijk was het een mooie stap, kon ik het niveau zeker aan en is het goed bevallen.”

Het oude nest

Toch bleef het avontuur uiteindelijk dus maar beperkt tot twee seizoenen. “Ik heb getwijfeld om langer te blijven, maar de groep viel daar behoorlijk uit elkaar. Dus koos ik eieren voor mijn geld.” Terug op het oude nest, heeft Buurstede het in Sprundel weer uitstekend naar zijn zin. “Het is lekker dorps en heel gemoedelijk.” Ook bij de selectie. “Het is één grote vriendengroep. Met veel jongens ga ik al mijn hele leven lang om.” Samen met zijn tweelingbroer, die lange tijd in het tweede elftal speelde. “In alle jeugdelftallen speelden we ook altijd samen. Dus dit voelt echt weer als vanouds!” Vertrekken zal Buurstede, die op een steenworp afstand van het sportpark woont, dan ook niet meer doen. “Ik ga hier afsluiten.” Tijd genoeg voor de voetballiefhebbers in Sprundel, om te genieten van zijn kwaliteiten. “Iemand die graag duels speelt, inzicht heeft en goed kan koppen.” Maar ook een typische leider is. “Ik ben fanatiek en wil altijd het beste uit anderen halen.” Tegenwoordig als centrale verdediger. “Vroeger speelde ik veel op het middenveld, maar de laatste vijf jaar sta ik achterin. Ik heb het spel liever voor me, dus dat is nu wel mijn favoriete plek!”

Klik op SV Sprundel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Sprundel voor meer informatie over de club.

Trainer BSC over zijn selectie: ‘Die luxe hadden we vorig jaar niet’

Hoofdtrainer Jeroen de Vlaming (38) kijkt met een realistische blik vooruit op de  rest van het seizoen, maar ziet tegelijk voldoende reden voor optimisme.

‘Vorig seizoen begonnen we met hoge verwachtingen’, vertelt De Vlaming. ‘Na onze tweede plek het jaar ervoor dachten we opnieuw mee te kunnen doen om de bovenste plaatsen. Maar door omstandigheden, waar we deels geen invloed op hadden, kregen we te maken met een zware eerste seizoenshelft. We stonden op een gegeven moment zelfs een-na-laatste. Iedere week hadden we een andere ploeg op het veld staan. We konden nergens aan bouwen.’

Blessures speelden een grote rol. ‘We hadden vijf à zes blessures tegelijkertijd en er haakte steeds weer iemand af. We hadden bijvoorbeeld tegen VV Steen uit en thuis maar één speler die op dezelfde positie stond – zelfs de keeper was anders. Dat zegt genoeg.’ Toch kijkt De Vlaming met een goed gevoel terug. ‘Vanaf de winterstop werd iedereen weer een beetje fit en konden we eindelijk doen wat we voor ogen hadden. We hebben toen veel punten gepakt en alsnog een leuk seizoen gedraaid.’

Ook benadrukt De Vlaming de positieve ontwikkelingen binnen zijn selectie. ‘De kracht van deze groep is dat we voor elkaar door het vuur gaan. De sfeer rondom wedstrijden en trainingen is uitstekend, en ondanks dat er wat verschuivingen zijn geweest, is het alleen maar gezelliger geworden. Het niveau op de trainingen ligt hoger.’

BSC mag bovendien zes nieuwe spelers verwelkomen, waaronder een terugkerende speler van Alliance, drie talenten die dit seizoen definitief de overstap maken vanuit eigen jeugd en drie externe versterkingen. ‘We hebben nu een brede selectie en moeten zelfs spelers buiten de wedstrijdselectie laten. Dat is een luxe die we vorig jaar niet hadden.’

De trainer ziet nog wel verbeterpunten. ‘Ik heb als trainer een duidelijke visie en daar hebben we vorig jaar niet zo veel als ik wilde aan kunnen werken, omdat dat niet altijd haalbaar was vanwege de blessures. Daar hebben we dit jaar nieuw leven ingeblazen en dan zie je nog genoeg ruimte voor verbetering. Tevens hebben we vorig jaar veel tegengoals gekregen door persoonlijke fouten en omdat we kwetsbaar waren in de omschakeling. We zijn een van de beter voetballende teams, maar we moeten leren wat we doen zonder bal. Door meer vastigheid te creëren in de opstelling kunnen spelers elkaar beter vinden en wordt de onderlinge afstemming beter.’

Over de voorbereiding was De Vlaming gematigd tevreden. ‘We hebben goede dingen laten zien en conditioneel zijn we op orde. De eerste bekerwedstrijd tegen METO was echter dik onvoldoende, maar tegen Schijf en Rood-Wit hebben we vertrouwen getankt richting de competitie.’

De doelstellingen voor dit seizoen zijn bewust bescheiden. ‘Ik heb alle spelers gevraagd naar hun persoonlijke en teamdoelen. Natuurlijk willen we beter worden en meedoen bovenin, maar na vorig jaar wil ik eerst dat we ons veilig spelen. Het is een pittige competitie en er zijn nieuwe tegenstanders waar ik minder bekend mee ben. Laten we eerst zien hoe het loopt – dan kunnen we verder kijken.’

Klik op BSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSC voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.