Home Blog Pagina 4

NBSVV durft hoog doel te stellen

Door blessureleed viel de openingsfase van het seizoen voor vijfdeklasser NBSVV deels in het water. Maar in Nieuw-Beijerland blijft men, ondanks het wat moeizame vertrek uit de startblokken, ambitieus voor het vervolg van deze competitiejaargang: de nacompetitie is het heilige doel waar de selectie van trainer Peter van Gestel op heeft ingezet.

NIEUW-BEIJERLAND – Voor aanvang van het seizoen 2025-2026 klonk het uit diverse monden op sportpark De Kreek, de thuishaven van NBSVV: deelname aan de nacompetitie zou een realistische doelstelling zijn voor de hoofdmacht van de Nieuw-Beijerlandse vereniging die daarmee de prestatie van het seizoen eerder wilde overvleugelen.

De eerste wedstrijden van het seizoen vormden nog geen ideale aanzet tot de realisatie van die doelstelling. Door verschillende blessuregevallen in de selectie moest NBSVV aanvankelijk pas op de plaats maken en was het in de eerste plaats vooral hopen dat alle puzzelstukjes op een bepaald moment weer in elkaar zouden passen.

Mutaties

Vorig seizoen kende NBSVV een geweldige eindsprint die met een vijfde plek in de eindrangschikking, in een poule met veel ploegen met een vierde klasse-verleden, net niet reikte tot het aanschuiven bij het competitietoetje. Vervolgens volgden er verschillende mutaties in de selectie, waarbij het vertrek van Antonio Costa Neto – hij keerde met zijn gezin terug naar Brazilië – absoluut impact had. Daarnaast zochten enkele spelers hun heil elders.

Die veranderingen opgeteld bij het blessureleed in de openingsfase zorgden ervoor dat NBSVV zich enigszins wankelend door de openingsweken van de huidige jaargang begaf. Met één punt uit de eerste vier wedstrijden was de start volledig gemist en waren er reparatiewerkzaamheden nodig.

De prestigieuze 0-3 zege bij de buren van Fortuna Be Quick – in het voormalige Korendijk-gedeelte voor de eenwording van de gemeente Hoeksche Waard – gaf het Nieuw-Beijerlandse moreel echter een boost. Immers, in de eerdere zeven onderlinge wedstrijden hadden de Nieuw-Beijerlanders, die ook bij het bezoek aan De Koorenaar in hun opvallende uittenue speelden, slechts één keer gewonnen.

Teamwork

Die triomf voedde het vertrouwen dat er dit seizoen absoluut wat kan. Want zo liet Van Gestel al eerder weten: ,,Als we compleet zijn, hebben we een mooie combinatie van spelers met technische vaardigheden en jongens die wedstrijden kunnen beslissen. Daarnaast beschikken we over ervaren spelers die rust brengen in het team. De grootste kracht van dit elftal is dat iedereen het samen wil doen: teamwork is belangrijk.”

Hoewel met het superieure FC Vlotbrug, dat in de eerste negen wedstrijden geen kruimel overliet voor de oppositie, de kampioen al in een vroeg stadium zich aan lijkt te dienen, is er voor NBSVV nog alles om voor te spelen in de rest van het seizoen. Want NBSVV lonk na het verblijf in de kelder van het amateurvoetbal, na de degradatie uit de vierde klasse van drie seizoenen geleden, nadrukkelijk naar een plekje hogerop de voetballadder.

Klik hier voor meer informatie over NBSVV
Klik hier voor meer artikelen over NBSVV

‘Dat vond ik leuker dan zelf voetballen’

Door in de beker, koploper in de hoofdklasse én winnaar van de eerste periode. Alles verloopt bij het tweede van Heerjansdam voorlopig volgens plan. Anders dan tevreden, kan trainer Remco Wilschut, geflankeerd door Nathan van den berg, dan ook niet zijn. “We mogen absoluut niet klagen!”

En klagen, is iets wat de 36-jarige Wilschut dan ook absoluut niet doet. “Voor het seizoen hebben we samen een paar doelstellingen opgesteld. Dat was meedoen voor de bovenste vier plekken en zo ver mogelijk komen in de beker. Wat dat betreft, zijn we goed op weg!” Met volgens hem, een mooie mix van spelers. “We hebben jongens met talent en ambitie, die graag het maximale uit zichzelf willen halen, én een hechte vriendengroep die presteren combineert met plezier. Dat maakt het team zowel gedreven als gezellig.”

Veel coachen

Een combinatie, die uitstekend werkt, vertelt Wilschut. “We zijn natuurlijk een opleidingselftal, maar willen ook het hoogst haalbare bereiken. Onze jonge spelers kunnen veel leren van de ervaren jongens die willen presteren, maar ook oog hebben voor het plezier.” Plezier, dat ze bij Heerjansdam 2 meer dan genoeg hebben, lacht de oefenmeester. “Naast de voetbal, zijn ze ook veel met elkaar bezig.” Met hem, dus dit seizoen als hoofdtrainer. “Ik ben sinds drie jaar verbonden aan het tweede. Eerst twee seizoenen als assistent, nu als eindverantwoordelijke.”

Hoe dat voor hem is? “Niet heel veel anders. Je hebt misschien wat meer verantwoordelijkheid, maar met Nathan (van den Berg) heb ik een heel goede assistent. Dus we bespreken nog steeds veel en doen het echt samen. We vullen elkaar wat dat betreft goed aan.” Ervaring heeft Wilschut, ondanks zijn nog jonge leeftijd, dan ook genoeg. “Vanaf mijn zestiende ben ik al jeugdtrainer bij Heerjansdam. Van de F’tjes tot de A1, heb ik alle teams getraind. Daarna ben ik naar het tweede gegaan.”

Zat dat als speler ook al in hem? “Ik merkte wel dat ik als voetballer altijd veel aan het coachen was.” Dus toen ze bij de club een trainer zochten voor de F2 of F3, zag Wilschut zijn kans schoon. “Dat vond ik leuker dan zelf voetballen. Daarom ben ik toen mijn papieren gaan halen en ben ik mezelf op het training geven gaan focussen.” Zelf een balletje trappen, doet de inwoner van Zwijndrecht dan ook niet meer. “Dat is niet te combineren.”

Meeste punten

Het eerste, haalde hij uiteindelijk niet. “Ik ben vanaf mijn tiende lid van Heerjansdam en heb tot de A’tjes gevoetbald. Daarna zat ik nog even in een vriendenteam.” Als rechtsback of centrale verdediger. “Maar ik moest het vooral van het coachen hebben.” En zijn interesse in tactiek. “Ik was altijd geïnteresseerd in een bepaalde organisatie en het tactische plan. Dat maakt het voor mij ook leuk om trainer te zijn. Gewoon het spelletje, maar ook het nadenken over dat soort dingen.”

Om uiteindelijk een verschil te kunnen maken. “Door aanpassingen een wedstrijd winnen, dat vind ik mooi. Net als het teamgevoel.” Hoe zit het met zijn ambities op het trainersvlak? “Voorlopig wil ik lekker bij Heerjansdam blijven. Als trainer van het tweede én misschien later wel als assistent bij het eerste. Wie zal het zeggen?” De ambities om bij een andere club hoofdtrainer te worden, heeft Wilschut voorlopig niet. Ondanks dat hij vorig jaar zijn VC2-diploma heeft gehaald. “En ik zou ook nog wel mijn VC3 willen halen!”

Kennis, waar ze in Heerjansdam dus nog wel even van kunnen genieten. Zeker ook, met het oog op het vlaggenschip. “We zijn met het tweede natuurlijk aan het opleiden voor het eerste. Daarom hebben we ook veel contact met de trainers van één. Die komen geregeld kijken.” Onder meer om een selectie te maken voor het zogeheten Heerjansdam Opleiding Team (HOT). “Daar is de club een aantal jaar geleden mee begonnen en dat hebben we nu weer opgepakt. Eigenlijk is het een soort O23, met spelers van het eerste, tweede en de JO19, die samen oefenwedstrijden spelen.”

Gericht op de ontwikkeling van spelers. Zoals Wilschut ook tijdens trainingen van het tweede, zoveel mogelijk probeert te doen. “Ik houd heel erg van diverse oefeningen. Dus steeds weer wat anders. Op dinsdag doen we altijd VCT, conditionele training, en verder spelen we veel positiespelletjes en doen we omschakelvormen.” Naast pass- en trapoefeningen én de ‘Donderdagavondcup’. “Dat is een partij voor een puntje. Wie aan het einde van het seizoen de meeste punten heeft, krijgt een prijs. Op die manier combineren we plezier en prestatie.” Precies zoals Wilschut is als trainer. “Ik ben iemand die graag het collectief opzoekt, gericht coacht en openstaat voor die jongens. Rustig, bedachtzaam en altijd goed voorbereid!”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

‘Ik wilde graag betrokken blijven bij de selectie’

Nadat hij in zijn hoofd nog bloedfanatiek was, maar zijn lichaam eigenlijk niet meer wilde, was het voor Remco Vos tijd om keuzes te maken. Dus besloot de voormalig keeper van het eerste elftal, zich op een andere manier in te gaan zetten voor ZBC’97. En van het één, kwam vervolgens al heel snel het ander. “Ik heb de eigenschap dat ik moeilijk ‘nee’ kan zeggen.”

Zijn takenpakket, is in de loop der jaren dan ook flink uitgebreid. “Woensdagavond is in principe de enige avond, dat ik geen verplichtingen heb op de club.” Want verder, is de 46-jarige Vos er eigenlijk iedere dag te vinden. “Mijn hoofdtaak is secretaris. Dat wil zeggen de ledenadministratie doen, de contributie bijhouden en de teamindelingen doorgeven aan de KNVB.” Maar, dat was natuurlijk nog lang niet genoeg. “Verder ben ik verzorger bij het eerste elftal, draai ik bardienst, doe ik de inkoop van de kantine en regel ik sponsoren.” Naast het lid zijn van de ‘Club van 50’ en het voorzien in materialen. “En ik doe op zaterdag het wedstrijdverslag op X!”

Keuzes maken

Kortom, Vos heeft het er maar druk mee. Op een leuke manier. “In het dagelijks leven werk ik als kwaliteitsdeskundige bij Evides, dat is totaal iets anders.” Maar zijn liefde voor ZBC’97, is wat dat betreft nergens mee te vergelijken. “Ik heb zelf jarenlang in het eerste gekeept. Pas op mijn 38ste ben ik daarmee gestopt. Dan heb je toch een band met de club.” En met het vlaggenschip. “Op een gegeven moment moet je keuzes maken. In mijn hoofd was ik nog net zo fanatiek, maar mijn lichaam wilde niet meer. Toch wilde ik graag betrokken blijven bij de selectie, dus ben ik toen een cursus sportmassage gaan doen.”

Want, zo memoreert de lijnkeeper met een goede trap, zoals hij zichzelf als doelman omschrijft. “Er viel een gat bij het eerste, waardoor ze op zoek waren naar een verzorger. Of ik niet mijn papieren wilde gaan halen.” En zo geschiedde. “Heb ik een jaar lang, op dinsdagavond, een cursus gevolgd in Rotterdam.” Met veel plezier. “Ik heb daar, ook als speler, altijd wel interesse in gehad. Hoe iemand werd behandeld of ingetapet. Dat is me bijgebleven.”

Naast natuurlijk het sociale element. “Ik vind het leuk om met die gasten bezig te zijn. Met een hoop jongens had ik ook al een band, dus dan is het een makkelijke stap. Een andere club, is voor mij nooit een optie geweest.” Vos weet dan ook eigenlijk niet beter. “In de D’tjes ben ik begonnen bij Zwijndrecht, en vervolgens ben ik ZBC’97, na de fusie, altijd trouw gebleven.” Onder andere als keeperstrainer. “Dat doe ik nu niet meer, omdat ik daar gewoon geen tijd meer voor had.” En niet alleen door zijn toch al rijk gevulde vrijwilligersbestaan. “Ik heb ook nog drie zoons én een dochter. Ook daar, moet je natuurlijk tijd insteken. Al voetballen ze allemaal niet, hoe gek dat ook klinkt.”

Waardering

Toch is dat wel één van de redenen, dat Vos bij ZBC’97 steeds meer is gaan doen, als vrijwilliger. “Na mijn scheiding, waren de kinderen vaak bij mijn ex-vrouw en had ik heel veel tijd. Dus vond ik het leuk om dingen voor de club te doen.” Daarnaast. “Heb ik de eigenschap dat ik het moeilijk vind om ‘nee’ te zeggen. En ik vind het fijn als alles goed draait.” Goed draaien, dat doet het, bij ZBC’97. “Ik word er blij van als iedereen er netjes bijloopt. Daarom vind ik het leuk om sponsoren te regelen. Dat is toch een bepaalde uitstraling, allemaal in hetzelfde trainingspak. Dat vind ik mooi en geeft voldoening.”

Voldoening, haalt Vos dan ook genoeg uit zijn vrijwilligerswerk. “Inmiddels ken ik misschien wel 95 procent van alle leden hier. Mensen komen vaak naar me toe, om te vertellen dat het goed gaat. Dat doen ze niet bij iedereen en is toch een stukje waardering. Daardoor is het voor mij makkelijk om het vol te houden.” Bij een echte familieclub, zoals hij ZBC’97 noemt. “Klein, maar echt dat familiegevoel. Daarom zie ik mezelf ook een beetje als een soort verbinder. Ik ga eigenlijk met iedereen goed.” En Vos, weet als geen ander hoe moeilijk het is om vrijwilligers te vinden. “Er is een klein groepje mensen, waarmee we heel veel binnen de club oppakken.”

Al komt dat ook, door de soms ietwat gebrekkige communicatie, beseft de inwoner van Zwijndrecht. “Daar schieten we wel eens in tekort, waardoor we niet alle leden bereiken én we ook niet aangeven dat we wel wat handjes kunnen gebruiken. Vooral in de kantine. Want misschien, zijn die mensen er wel, die ons willen helpen.” Zoals ook Vos zelf, dat natuurlijk blijft doen. “Ik ben nog jong en heb voldoende energie, dus voorlopig zijn ze nog niet van me af!”

Klik op ZBC’97 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ZBC’97 voor meer informatie over de club.

‘We horen niet thuis in de vierde klasse’

Na de degradatie van afgelopen jaar en een moeizame start van de competitie, hebben ze bij vierdeklasser ZBC’97 de draad weer opgepakt. En dus is het tijd om naar boven te kijken, vindt verdediger Luca Ottenheijm. “Het doel is om weer zo snel mogelijk in die derde klasse te komen.”

Al is dat lastiger, dan op voorhand misschien gedacht, heeft Ottenheijm (23) tijdens de eerste wedstrijden van het seizoen gemerkt. “Onze start was wat minder. We hadden echt even tijd nodig om er weer in te komen.” Want de degradatie van afgelopen jaar, dreunde nog een klein beetje na, is hij eerlijk. “Ik had echt niet verwacht dat we zouden degraderen. Dat kwam wel even aan.” Zeker gezien de selectie, vertelt de inwoner van Dordrecht. “Met dit team horen we ons gewoon te handhaven in de derde klasse.”

Meer tijd

Inmiddels wat opstartproblemen verder, kan er weer naar boven gekeken worden, door ZBC’97. “De eerste paar wedstrijden hadden we het lastig, maar daarna werd de trainingsopkomst ook weer wat beter. Al had het wel beter gekund, qua uitslagen.” Wat is volgens hem het grootste verschil tussen de competitie van dit jaar en die van vorig seizoen? “In de derde klasse staat er veel meer druk op je. Nu heb je meer tijd om de bal aan te nemen en even te kijken.”

Maar of dat een voordeel is, weet Ottenheijm eigenlijk nog niet. “Door die druk, blijf je wel continu alert.” Eén ding weet hij wel: “Ik vind niet dat we in de vierde klasse thuishoren.” Het doel, is dan ook simpel. “We willen zo snel mogelijk terug naar die derde klasse.” En dus, moeten er wedstrijden gewonnen worden. “Alleen dan kunnen we weer naar boven gaan kijken.” Iets wat ze vorig seizoen, ook regelmatig probeerden te doen. “Als je veel wedstrijden achter elkaar verliest én last hebt van blessures, ga je vanzelf naar beneden kijken. Maar dat is juist niet goed.”

Toch had Ottenheijm lange tijd het gevoel, dat er meer in zat. “Dat weet ik zeker! Helemaal als je kijkt naar hoeveel kwaliteit we in ons team hebben zitten.” Toch kwam dat er dus niet altijd uit. Hoe dat komt? “Dat vind ik lastig om te zeggen. Door al die nederlagen, kom je in een negatieve spiraal. En daardoor, komen jongens weer minder vaak trainen. Uiteindelijk begint het daarmee.”

Veel kracht

Desondanks, heeft Ottenheijm het nog altijd naar zijn zin, bij de club waar op zijn achttiende terechtkwam. “Ik heb altijd bij GSC/ODS gespeeld, tot ik daar naar het eerste moest. Dat vond ik niet zo’n leuk team…” Gelukkig kende zijn zwager Robert Mohan, trainer van ZBC’97, en zo begon het balletje te rollen. “Toen ben ik mee gaan trainen en dat beviel meteen heel goed!” Want, zo vertelt hij. “De trainingen én het team zijn heel leuk.” Hoe dat komt? “Het is gezellig en we zijn heel open met elkaar. Iedereen wordt overal bij betrokken.”

Zaak om dat teamgevoel, nu ook in het veld te laten zien. In zijn geval als rots in de branding, centraal achterin. “Ik ben een kopsterke verdediger en laat me niet zo makkelijk passeren.” Lang, maar dun, voegt Ottenheijm daaraan toe. “Je zou niet verwachten dat er veel kracht in mijn lichaam zit, maar dat zit er wel! Ik laat in ieder geval niet zomaar over me heen lopen.”

Een karaktereigenschap, waar ze in Zwijndrecht voorlopig nog wel even van kunnen genieten. “Bij GSC/ODS had ik het niet meer naar mijn zin en dacht ik eraan om te stoppen, tot ik bij ZBC’97 kwam. Nu zou ik hier nooit meer weg willen.” Zelfs niet, na een dag hard werken. “Ik ben stukadoor, maar gelukkig heb ik daar geen last van tijdens het voetballen. Ondanks dat het soms best pittig is om ‘s avonds weer te moeten trainen, zorg ik er altijd voor dat ik erbij ben om weer te knallen!”

Klik op ZBC’97 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ZBC’97 voor meer informatie over de club.

Groeneveld voelt zich als een vis in het water

Bezig aan zijn vierde seizoen in het eerste van Pelikaan, heeft Cees Groeneveld dit jaar écht het gevoel dat de ploeg voor het kampioenschap kan gaan spelen. Al hopen ze dat bij de derdeklasser al langer, beseft de flegmatieke linkspoot. “Maar het is ons nog niet gelukt.”

Want nadat de club twee seizoenen geleden degradeerde uit de tweede klasse, wilde het eigenlijk zo snel mogelijk terug. Maar ondanks al die ambities, viel het afgelopen jaar toch een klein beetje tegen, is Groeneveld (27) eerlijk. “We waren te wisselvallig. Tegen goede teams lukte het vaak wel, en tegen de op papier mindere tegenstanders juist niet.” Met een ietwat teleurstellende zesde plaats tot gevolg. “Het viel tegen, maar uiteindelijk viel het mee. We begonnen slecht, daarna hebben we onszelf behoorlijk goed hersteld. Al hadden we het ons anders voorgesteld.”

Scherp zijn

Zaak om dit seizoen, een stuk beter te beginnen. En dat is gelukt. “Het gaat lekker!” Heel verrassend, is dat voor de projectmanager bij een marketingbureau overigens niet. “We hebben er een aantal goede jongens bijgekregen, onder meer uit de eerste klasse. Dat helpt natuurlijk wel mee.” Ook tijdens trainingen. “Het niveau in de groep is omhooggegaan. Daardoor is er veel concurrentie en moet je continu scherp zijn. Als het goed is, word je daar alleen maar beter van.”

Blijkt in ieder geval uit de resultaten. “Voor mijn gevoel is dit een sterkere competitie dan vorig seizoen, maar dat ligt ons wel. Daardoor krijgen we iets meer ruimte om te voetballen en gaan we mee in het niveau van de tegenstander.” Want voetballen, is waar ze het bij Pelikaan van moeten hebben, vindt Groeneveld. “Zoveel mogelijk opbouwen en niet te snel lang.” Voorlopig, gaat dat goed. “Het loopt gewoon! We hebben ook weinig last van blessures, dat scheelt.”

De lat, legt de inwoner van Breda voor het gemak dan ook maar lekker hoog. “Ik denk dat we voor het kampioenschap kunnen spelen. Dat is in ieder geval de doelstelling die we samen hebben uitgesproken.” En niet voor het eerst. “We roepen het al langer, dat we bovenin mee willen spelen, alleen lukte het niet. Nu wel. Zeker met dit team.” Een team, wat los van kwaliteit, vooral ook heel gezellig is, vertelt Groeneveld. “Het is een leuke groep, maar we zijn ook heel serieus. Dan gaat het voetballen er vanzelf in mee.” Mede door de komst van een aantal ‘nieuwe’ spelers. “Veel van die jongens hebben hier ooit al eens gespeeld of kennen een hoop gasten.”

Type mensen

Een groot verschil met afgelopen seizoen, zo heeft Groeneveld gemerkt. “Niet alleen in kwaliteit, maar ook in alles eromheen. We zijn als team nog dichter bij elkaar gekomen.” Kortom, alle ingrediënten voor een succesvol jaar, zijn aanwezig. “Verdedigend staat het goed, we zijn in staat om verschillende formaties te spelen én het klikt in het veld. Dat merk je aan de positieve sfeer. Al kom je natuurlijk vanzelf in een flow, als je veel wedstrijden wint.” En weer helemaal fit bent, zoals in zijn geval. “Ik heb vorig seizoen veel last gehad van blessures, pas aan het einde was ik weer helemaal wedstrijdfit.”

Vooral zijn heup, hield hem lang aan de kant. “In totaal heb ik er vier maanden uitgelegen, door een scheur in de aanhechting van een pees.” Ook zijn hamstring, speelde Groeneveld parten. “Vanaf de kant toekijken is het ergste wat er is!” Helemaal, nu hij zijn plezier in het spelletje weer helemaal heeft teruggevonden. “Ik ben ooit begonnen met voetballen bij Wieldrecht, daar speelde ik op mijn achttiende in het eerste. Tot de trainer mij linksback wilde zetten.” Een positie waar de aanvallend ingestelde Groeneveld zich niet al te prettig voelde. “Toen ben ik bij het tweede gaan voetballen.”

Om uiteindelijk via Bram Kok, een goede vriend van hem, in Zwijndrecht te belanden. “Die vroeg of ik dan niet hier naartoe wilde komen. Vervolgens hebben we samen in het tweede gespeeld en zijn we daarna allebei doorgeschoven naar het eerste.” En dus voelt Groeneveld zich bij Pelikaan, nog altijd als een vis in het water. “Het zijn gewoon mijn type mensen. Gezellig, serieus en alles eromheen. Ik heb hier echt een vriendengroep gevonden en voel me ontzettend op mijn gemak. Meer dan bij Wieldrecht.” Vertrekken zal de veelzijdige aanvaller, die het liefste als links- of rechtsbuiten speelt, dan ook niet zo snel doen. Sterker nog. “Ik ben aan het kijken om in Zwijndrecht te gaan wonen. Dus dan ga ik zeker nooit meer weg!”

Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer artikelen over de club.
Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer informatie over de club.

Wederopbouw na mutaties in selectie

Nadat een poging om de vierde klasse te verlaten door Be Fair in de kiem werd gesmoord in het afgelopen seizoen, veranderde er nogal wat in de selectie van ’s-Gravendeel. En dus wachtte er een uitdagende klus voor trainer Mark Smeding, zijn staf maar ook zijn selectie om dit seizoen een wederopbouw te starten én ook nog eens te presteren.

’S-GRAVENDEEL – Voor de derde maal in successie greep ’s-Gravendeel mis in de nacompetitie en bleef de Trekdamclub opnieuw verstoken van de status van derdeklasser. De teleurstellende climax, met de nederlaag tegen Be Fair uit Waddinxveen dat in de allesbeslissende confrontatie domweg de betere ploeg was geweest, moest worden weggestoken want met het oog op de nieuwe jaargang wachtte een flinke klus.

Hectisch

’s-Gravendeel zag namelijk nogal wat mutaties plaatsvinden in de selectie. ,,Als je op een selectie van 22 spelers acht tot tien spelers inlevert en je krijgt er vier voor terug, dan is dat niet evenredig. En voor die vier hebben we hard moeten werken. Dus moeten we reëel zijn: de selectie is minder breed dan vorig seizoen. We hebben ervaring ingeleverd, dat is de nieuwe realiteit’’, is de constatering van trainer Mark Smeding, aan zijn tweede seizoen bezig als keuzeheer van ’s-Gravendeel.

,,We hebben te laat herkend dat het zo’n grote groep jongens zou zijn die afscheid zou nemen. Die tekenen waren er in de winterstop nog niet. Toen was er wel twijfel bij verschillende spelers, maar was het volume vertrekkers nog niet duidelijk. Daardoor was het hard werken om dat verlies nog enigszins op te vangen en dat maakte de laatste periode van het vorig seizoen hectisch. Want het kost heel veel energie om nieuwe jongens aan je te binden.’’

En dus is het uitgangspunt voor de oefenmeester duidelijk: opnieuw gaan bouwen. ,,We hebben echt wel een jasje uitgedaan binnen de selectie, ook als het gaat om kwaliteit en ervaring. Dat heb je niet direct terug. Maar er zijn talentvolle jongens die vanuit de jeugd zijn doorgestroomd. Maar het kost tijd om die jongens in te passen.’’

Reëel

In de technische staf is ten opzichte van vorig seizoen wat veranderd. John Kolmsberg is als assistent-trainer toegevoegd. ,,John en ik hebben afgelopen jaar regelmatig contact gehad. Ik merkte dat hij iets zou kunnen toevoegen, wat extra handjes op het veld. Rob Stolk heeft afscheid genomen als keeperstrainer. Onze keepers zullen dit seizoen door Keepersschool Hoeksche Waard getraind gaan worden.’’

De afgelopen seizoenen startte ’s-Gravendeel op voorhand als favoriet voor de prijzen in de vierde klasse. Dit seizoen is er een andere uitgangspunt. ,,Wij moeten reëel zijn: we willen meespelen voor de bovenste plekken, maar we moeten ons in eerste instantie richten op de ontwikkeling van de spelers.’’

Klik op VV ’s-Gravendeel voor het laatste artikel van de club.
Meer informatie over VV ‘S-Gravendeel, klik hier.

‘Ik wil niet alleen trainer zijn van het eerste’

Na vijf jaar bij Smitshoek, staat Edwin de Koning sinds dit seizoen als trainer voor de groep bij vierdedivisionist Heerjansdam. En na een prima start van de competitie, bevalt dat de oefenmeester uit Rhoon meer dan prima. “Ik heb het uitstekend naar mijn zin en kan helemaal mezelf zijn.”

Iets wat De Koning (57) na lange periodes bij Rhoon en Hellevoetsluis, ook wel een beetje had verwacht. “Heerjansdam lijkt qua cultuur wel een beetje op die twee verenigingen. Dat dorpse, vind ik prettig. Iedereen kent iedereen. Het draait bij dit soort clubs om meer dan voetbal.” Ook in zijn geval. “Ik ben niet de makkelijkste, want ik bemoei me overal mee. Van de verlichting, tot aan het tweede en de muziek in de kantine.” Of zoals de ervaren oefenmeester het zelf noemt: “Ik wil trainer zijn van een club, niet alleen van het eerste.”

Kieskeurig

Want, zo redeneert De Koning. “Ik wil met de hele vereniging stapjes zetten. Dat vind ik leuk. En daar ligt ook mijn kracht!” Hoe dat er in de praktijk aan toegaat? “Mijn spelers moeten ook bijdragen aan de breedte van de club. Dat wil zeggen een jeugdwedstrijd fluiten of eens een activiteit organiseren.” Zoals hij dat ook deed, toen hij tien jaar lang trainer was bij eerst Rhoon en later Hellevoetsluis. “Misschien is dat wel de reden dat ik vaak lang bij een club blijf.”

Ook bij Smitshoek, had De Koning het vijf seizoenen prima naar zijn zin. “Als je er voor jezelf plezier uithaalt, doen anderen dat daardoor ook.” Precies wat hij, al 26 jaar lang als hoofdtrainer op de amateurvelden doet. “In die tijd heb ik nog nooit ergens gesolliciteerd.” Zo ook niet, bij Heerjansdam. “Aan het einde van vorig jaar, werd ik gebeld. Alleen wist ik op dat moment nog niet, of ik bij Smitshoek zou blijven.” Gevraagd of de club hem over twee weken nog eens kon bellen, wist hij het toen wel. “Na vijf jaar bij Smitshoek, hadden we er daar alles uitgehaald. Dus toen Heerjansdam belde, waren we een week later rond.”

En niet voor niks. “Ik ben door acht verschillende clubs benaderd, maar ik ben heel kieskeurig. Ik pas ook niet overal.” Waarom had hij dat gevoel bij zijn huidige club van wel? “Het was een heel leuk gesprek én Heerjansdam stond op mijn lijstje van clubs waar ik graag een keer wilde werken.” Onder meer door de geweldige accommodatie, verklaart De Koning zijn keuze. “Maar ook de mensen spraken me aan. Gewoon dat no-nonsense. Het is een warm bad, waar iedereen bereid is om wat te doen en te regelen.” Merkt hij ook nu, nog iedere dag. “Als je aan komt rijden, met die mooie tribune en het goede veld…”

Volle tribune

Aan de randvoorwaarden, kan het dit seizoen wat hem betreft dan ook niet liggen. “We hebben iedere training een heel veld, dat is echt het voordeel van een kleine club. Ik merk nu pas wat voor luxe het is, als je heel de training al uit kunt zetten. Dat komt de sfeer én het niveau ten goede.” Blijkt ook uit de resultaten, tot nu toe. “Ik ben tevreden met de manier van spelen en het aantal punten, maar we hadden er nog meer uit kunnen halen.” Toch is de ploeg hard op weg, om de doelstelling te halen. “Het doel van de spelers was om 40 punten te halen en dan te kijken. Voorlopig zijn we al over de helft.”

Maar gas terugnemen, is niet iets wat bij De Koning in zijn woordenboek staat. “Mijn wens is om een keer heel de tribune vol te spelen. Dat zijn een kleine 1000 stoeltjes. Dat lijkt me stoer.” En dus is wedstrijden winnen het devies. “Bij Heerjansdam zijn ze een beetje gewend om naar beneden te kijken, terwijl we nu moeten leren om ook naar boven te kijken. Als we bovenaan het rechterrijtje of onderaan het linkerrijtje kunnen eindigen, zouden we dat geweldig vinden!” De eerste bouwstenen, zijn in ieder geval gelegd. “We zijn begonnen met hoog drukzetten, nu staan we wat lager. Daardoor kunnen we iets meer vanuit de omschakeling spelen. Daar hebben we de ploeg voor.”

Zaak om daar nu, de volgende stappen in te zetten, vindt De Koning. “We moeten onszelf meer gaan belonen. Op dit moment hebben we te veel kansen nodig om te scoren.” Want vanzelf, gaat het niet in de Vierde Divisie, weet de oefenmeester als geen ander. “We kunnen de agressiviteit in het drukzetten nu ongeveer 70 minuten volhouden, dat moet naar 90.”

Maar niet door overal als trainer kort op te zitten. “Dat deed ik tien of twintig jaar geleden wel, nu weet ik dat dat niet de manier is om het maximale resultaat eruit te halen. Ondanks dat ik veeleisend ben, ben ik wel relaxed.” Zo staat er een ‘ludieke straf’ op te laat komen. “Van een liedje zingen tot schoenen poetsen.” De Koning hecht dan ook veel waarde aan een goede relatie met zijn spelers. “Mijn communicatie is rechtdoor en ik steek veel energie in mijn wisselspelers.” Iets wat hij de komende jaren, bij Heerjansdam hoopt te doen. “Daarom teken ik altijd voor twee seizoenen. Dat geeft rust en houvast voor spelers én mezelf!”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

Kylian Kouwenberg (Bergambacht) heeft 25 uur in een dag en blijft altijd gaan

0

De meeste mensen kennen Kylian Kouwenberg (25) tegenwoordig als trainer en jeugdcoördinator, maar ooit stond hij zelf onder de lat. Als jonge keeper bij Spirit was hij wekelijks op het veld te vinden, totdat een zware knieblessure op zijn veertiende abrupt een einde maakte aan zijn actieve loopbaan. Na een revalidatieperiode probeerde hij het nog kort, maar het plezier was verdwenen. Toch liet het voetbal hem niet los.

Via via kwam Kylian terecht bij Excelsior Rotterdam, waar hij begon als assistent-trainer bij de JO10 en JO12. Daar ontdekte hij zijn passie voor het trainen en opleiden van jeugdspelers. Die ontwikkeling zette hij voort bij Spartaan’20, waar hij zich vooral richtte op technische vaardigheden.

Na zijn opleiding Sportmarketing Management en een periode waarin zijn werk centraal stond, begon het weer te kriebelen. Hij startte zijn eigen voetbalschool bij Spirit, die inmiddels al twee jaar succesvol draait. Sinds 2023 is hij daarnaast actief als jeugdscout voor PSV Eindhoven, waar hij talenten scout in de onderbouw (JO8 t/m JO12).

Zijn enthousiasme bleef niet onopgemerkt. Vorig seizoen werd hij gevraagd om bij VV Bergambacht de O16 en O12 te trainen. Na dat seizoen kwam er een extra rol bij: Kylian werd begeleider van de trainers in de onderbouw. Hij houdt zich bezig met structuur, trainingsvoorbereiding, oefenstof, instructievideo’s en de dagelijkse ondersteuning van trainers.

Bij het scouten en trainen kijkt Kylian vooral naar motivatie, fysieke kenmerken en techniek. De eerste aanname vindt hij cruciaal: als die goed is, volgt de rest vaak vanzelf. In zijn trainingen ligt de nadruk op passing en traptechniek met beide benen en op bewustwording van wat écht belangrijk is in het spel.

Naast zijn voetbalactiviteiten werkt Kylian als marketeer bij een grote automotive organisatie, waar hij verantwoordelijk is voor de bedrijfswagenmarketing van negen merken. Stilzitten is duidelijk niets voor hem.

Samen met Aart Zaanen, René Geneugelijk en Wilco Mak heeft hij de onderbouw bij Bergambacht stevig gestructureerd. De visie is helder: een sterke basis, jeugd opleiden voor het eerste elftal en trainers blijven ontwikkelen. Zelfs interne cursussen voor jeugdtrainers behoren tot de plannen.

Kylian benadrukt het belang van betrokken ouders en oudere jeugdspelers. Hun inzet maakt volgens hem het verschil. Vanuit zijn voetbalschool organiseert hij bovendien sportmiddagen voor scholen, om jonge kinderen enthousiast te maken voor voetbal en de club.

Met een duidelijke structuur, gemotiveerde trainers en een positieve sfeer ziet hij de toekomst van Bergambacht met vertrouwen tegemoet. En ondanks zijn volle agenda geniet Kylian zichtbaar van alles wat hij doet – op het veld, op kantoor en daarbuiten.

Klik op v.v. Bergambacht voor de laatste artikelen over de club.
Klik op v.v. Bergambacht voor meer informatie over de club.

Bo Hunting geniet van mix bij vrouwen Dubbeldam

0

Bo Hunting zit op haar plek bij de vrouwen van voetbalvereniging Dubbeldam. Toch was voetbal niet haar eerste hobby. Jarenlang was korfbal haar sport. Maar ergens tijdens de middelbare school begon er iets te kriebelen.

DORDRECHT – ,,Voetbal trok me altijd al’’, zegt de 22-jarige middenvelder van de vrouwen van Dubbeldam. ,,Misschien door mijn vader, die vroeger zelf gevoetbald heeft. En veel vrienden zaten op voetbal. Uiteindelijk ging de switch vanzelf.”

Hunting was als kind al fanatiek. Korfbal paste goed bij haar: intensief, technisch, tactisch. Maar het voelde nooit helemaal als het eindstation. ,,Ik vond het echt leuk hoor’’, vertelt ze. ,,Maar ergens bleef voetbal steeds terugkomen. Die sport bleef toch trekken. Mijn vader voetbalde vroeger op zondag, ook bij Dubbeldam. Zo kwam ik zelf al vaak op de club en voetbalde ik ook zelf met wat vrienden.”

Promotie

Toen ze uiteindelijk overstapte naar het voetbal, bleek dat ze niet alleen de sportwissel aankon, maar ook snel haar plek vond. Nu staat ze al jaren op het middenveld bij Dubbeldam, een positie die haar perfect ligt. “Ik speel mid-mid. Dat past bij mij. Je zit overal tussenin, bepaalt het tempo, verdedigend én aanvallend. Ik probeer het spel te verdelen.”

Dubbeldam speelt dit seizoen in de vierde klasse. Een kleine competitie met acht teams, waarin iedereen drie keer tegen elkaar uitkomt. ,,Je leert tegenstanders snel kennen’’, zegt Hunting. ,,Voor de rest maakt het me niet echt uit dat we in een kleine competitie spelen. Ik vind het juist ook wel leuk dat je de teams zo goed kent.”

Twee seizoenen geleden werd Dubbeldam nog kampioen in de vijfde klasse. Het gevolg was een promotie waar het team trots op was, al bleek de overgang pittig. Vorig seizoen eindigde de ploeg in de onderste regionen. ,,Moet ik toch eerlijk zeggen’’, lacht Hunting. ,,We hadden het lastig. Maar we waren ook nog een beetje zoekende.”

Kwaliteit

Dit jaar is het gevoel anders. Rustiger. En ambitieuzer. ,,Ik durf niet te zeggen dat we kampioen worden’’, zegt Hunting realistisch. ,,Maar we gaan absoluut voor de top-drie. Dat moet lukken als we consistent blijven.”

Wat volgens haar de kracht is van de ploeg? De mix. ,,We hebben echt een gemixte groep. Jonge meiden, oudere meiden, verschillende niveaus. En toch werkt het. Iedereen heeft iets te brengen. En er zit best veel kwaliteit in onze selectie.”

Hunting is niet zomaar een pion in het elftal. Ze is één van de betere speelsters binnen de groep, iets wat ze zelf moeilijk vindt om te zeggen. ,,Ik denk dat ik wel een belangrijke rol heb’’, geeft ze toe. “Als mid-mid probeer je om tempo in het spel te brengen en dreigend te zijn.”

Hunting is ambitieus, maar altijd met plezier als basis. ,,Plezier blijft het allerbelangrijkste. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. En ik wil dat we als team groeien. Het zou mooi zijn als we de komende jaren kunnen doorgroeien naar een stabiel elftal in de vierde klasse en misschien zelfs de derde klasse.”

Klik op vv Dubbeldam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Dubbeldam voor meer informatie over de club.

Laros en Luijten zorgen voor zeldzaamheid in amateurvoetbal

0

In het amateurvoetbal zijn hiërarchieën meestal glashelder: één hoofdtrainer die beslist, een assistent die ondersteunt. Maar bij RCD doen ze het anders. Daar staat een opmerkelijk duo langs de lijn van het eerste elftal: Gerard Laros (50) en William Luijten (49).

DORDRECHT – Laros en Luijten stonden vroeger samen op het veld, verloren elkaar uit het oog verloren en werken nu jaren later opnieuw schouder aan schouder. Niet als trainer en assistent, maar als échte gelijkwaardige partners. De enige reden dat Laros officieel de titel ‘hoofdtrainer’ draagt, is omdat hij de papieren heeft om hoofdtrainer te zijn. Functioneel dus, niet inhoudelijk.                                                                                                                  Wie met beide Dordtenaren praat, merkt meteen: dit is geen constructie van nood, maar een bewuste keuze die past bij hun karakters, hun clubgevoel en hun gezamenlijke visie op opleiden, bouwen en realistisch vooruitkijken.

William Luijten

William Luijten voetbalt al sinds zijn zesde. Tot en met de C’s speelde hij bij RCD, waarna hij drie jaar bij FC Dordrecht speelde. Daarna keerde hij terug naar RCD, waar hij achttien jaar in het eerste elftal van de club speelde. ,,Een niveautje hoger kon ik zeker wel aan, maar het is er nooit echt van gekomen. De juiste mentaliteit had ik niet. Ik vond voetballen leuk, maar was niet ambitieus genoeg om alles ervoor te laten. Tot m’n 38e heb ik gespeeld, vooral voor het plezier.”

Inmiddels is hij bijna niet meer weg te denken uit de organisatie van RCD. Hij was leider, zat in de technische commissie, maakte deel uit van het bestuur en nam het tweede elftal twee jaar onder zijn hoede.

Toen het contract van hoofdtrainer John de Wit na vijf seizoenen afliep, vond het bestuur het tijd voor een nieuwe koers. Namen van buitenaf werden gepolst, maar al snel kwam een andere gedachte op tafel: waarom niet met eigen mensen verder? De spelersgroep kende Laros al als assistent. Luijten coachte op dat moment het tweede. En ook onderling was er een klik.

,,We hebben samen gevoetbald vroeger”, vertelt Luijten. ,,Daarna hebben we jaren geen contact gehad toen Gerard bij Emma zat, maar toen ik trainer van het tweede werd, merkten we dat we allebei hetzelfde idee van voetbal hebben. Soms komen we bijvoorbeeld met exact dezelfde opstelling voor een wedstrijd zonder dat we elkaar gesproken hebben. Dan weet je dat je op één lijn zit.”

Dat hij nu samen met Laros het eerste leidt, is voor hem geen ladder om te beklimmen. ,,Ik heb nooit die ambitie gehad om per se hoofdtrainer te zijn. Maar als de club het vraagt, dan doe ik het. RCD is mijn club. En als ik het doe, wil ik ook écht meedoen. Ik ga niet alleen pionnen neerzetten. Voorbereiding, bespreking, keuzes maken: dat doen we samen.”

Gerard Laros

Gerard Laros groeide bij RCD op als keeper. Op zijn zestiende vertrok hij naar SC Emma, waar hij zestien jaar lang keepte in het eerste en tweede elftal. Vervolgens werd hij keeperstrainer, assistent en jeugdcoach van de C1, later drie jaar assistent bij het eerste van RCD. ,,In die periode stond ik soms zes dagen per week op het veld. Ik geniet ervan om jonge jongens wat bij te brengen. Eigen jeugd opleiden, dat is iets waar ik echt in geloof.”

Zijn loopbaan als trainer is zorgvuldig en natuurlijk opgebouwd. Geen haast, geen gedram bij besturen, maar stap voor stap meer verantwoordelijkheid. Toen hij gepolst werd voor de functie van hoofdtrainer, had hij één duidelijke voorwaarde: hij wilde het alleen doen met iemand waarmee hij een klik had, in voetbal én in de randzaken eromheen. En dat was Luijten.

Met zichtbaar plezier vertelt hij dat er foto’s hangen in de kantine waarop ze samen te zien zijn uit hun eigen voetbaljaren en ook afbeeldingen van hun vaders die nog samen hebben gevoetbald. ,,Het is bijzonder hoe dat dan allemaal weer bij elkaar komt”, zegt Laros. ,,En nu staan we hier, samen verantwoordelijk voor het eerste elftal.”

Bijzondere samenwerking

Hoewel Laros op papier de hoofdtrainer is, werkt het duo zonder enig hiërarchisch onderscheid. ,,Voor de spelersgroep is het duidelijk’’, zegt Luijten. ,,We doen alles met z’n tweeën. Gerard heeft de papieren en staat de pers te woord. Maar binnen het team zijn we volledig gelijkwaardig.”

Die aanpak heeft grote voordelen, merkt Laros. ,,Het is mijn eerste jaar als hoofdtrainer van een seniorenploeg. Dat is nieuw. Dan is het heel prettig dat je beslissingen samen kunt nemen. Je draagt de verantwoordelijkheid met z’n tweeën. Dat geeft rust. Ik zou het iedere beginnende trainer aanraden: doe het samen met iemand die je vertrouwt en waarmee je een klik hebt.”

Samen opstellingen maken, samen tactische keuzes doornemen, samen de trainingen opzetten: het is voor beiden vanzelfsprekend. ,,De ene speler praat misschien makkelijker met William, de andere met mij”, vertelt Gerard Laros. ,,Ik ben keeper geweest, hij is spits geweest. Dat geeft verschillende invalshoeken.”

Jonge selectie

RCD heeft dit seizoen een opvallend jeugdige selectie. Maar liefst zeven spelers van JO19-1 stroomden in. ,,Dat is wennen’’, erkent Luijten. ,,Maar we krijgen daar van de club ook de tijd voor. Ongeveer tachtig procent van de selectie is onder de 25 jaar. Dat betekent dat je een aantal jaren kunt bouwen. En die tijd hebben we ook nodig.”

Laros vult aan: ,,De mentaliteit is anders dan vroeger. Jongens stoppen tegenwoordig sneller. Maar áls je ze bij elkaar kunt houden, heb je wél een basis voor de toekomst. Dat is wat we willen: niet per se kampioen worden, maar stabiliteit creëren. Uiteindelijk willen we wel promoveren naar die derde klasse om daar een stabiele derdeklasser te worden. Dat is realistisch én haalbaar.”

De selectie heeft ook duidelijke regels. Eén daarvan is simpel maar effectief: train je één keer, dan sta je wissel. Niet om te straffen, maar om iedereen scherp en gretig te houden. En die aanpak is door de spelers geaccepteerd. Ook door de betere jongens.

Het duo werkt nu toe naar de overstap van de zondag naar de zaterdag. ,,We worden geen kampioen dit jaar en zullen ook niet degraderen’’, zegt Laros nuchter. ,,Maar dat geeft juist rust om te ontwikkelen. De jeugdspelers moeten stappen maken. Dat is waar ons werk ligt.”

De trainers zijn blij met de groep die er nu staat. ,,Ze geven alles’’, zegt Luijten. ,,Dat waardeer ik enorm. Er is groei, en dat is nu het belangrijkste.”

Klik hier voor meer informatie over RCD
Klik hier voor meer artikelen over RCD

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.