Home Blog Pagina 2

Ontstaan van MO17 bij Kruisland werpt vruchten af: ‘Vertrouwen is gegroeid’

Na één proeftraining wisten ze genoeg: de meiden in de bovenbouw van SC Kruisland wilden een eigen team. En die wens is afgelopen zomer in vervulling gegaan. Vanaf de start van dit seizoen speelt er een volwaardige MO17 in het oranje-zwart: ‘Nú al positieve ontwikkelingen gezien’, vertelt trainer Tom Welten (27).

Het idee om het meidenteam op te richten ontstond vorig seizoen. In de Kruislandse JO15 van toen, waar Welten trainer/leider van was, speelden vijf meiden. Na het eerste kwart van het jaar klopten zij bij hun trainer aan: ‘Zij gaven aan dat het fysieke verschil tussen hen en de jongens te groot werd. De ouders van de meiden vertelden me dat hun plezier in het voetballen daardoor minder werd. Dat wilde ik voorkomen en begon na te denken over een oplossing.’

‘Ik ben begonnen met alle meiden bij Kruisland te tellen’, gaat Welten verder. ‘En kwam tot de conclusie dat we, met een aantal versterkingen, een eigen team konden opstarten. Dat idee heb ik bij de meiden in de groep gegooid, om te kijken hoe zij er over dachten. Ook hebben we een keer met alle meiden bij elkaar getraind. Daarna heb ik de keuze aan hen gelaten: gaan we ermee door of niet? Iedereen was enthousiast, dus hebben we het doorgezet.’

Om een volwaardig elftal te kunnen vormen, waren er – zoals Welten al vertelde – versterkingen nodig. Er zaten namelijk maar negen speelsters in de geledingen van Kruisland. Er ging een Facebook-oproep uit en de meiden zetten hun eigen netwerk in om  het team aan te vullen. En dat werkte: ‘Het idee van een MO17 bij Kruisland trok aan’, zegt Welten, wiens zusje ook in de ploeg speelt. ‘Zij haalde een schoolgenootje uit Oud Gastel over om het team te versterken. Daarnaast zijn er nog twee meiden uit Kruisland aangesloten. Zij brachten het totaal op twaalf.’

Nu de eerste trainingen en wedstrijden van de MO17 erop zitten, is Welten een aantal dingen opgevallen: ‘Er zitten natuurlijk een paar meiden bij die ik al eerder onder mijn hoede heb gehad. Toen we nog met gemixte teams speelden, waren zij niet zo uitgesproken, durfden niet om de bal te vragen – een beetje bleu. Vanaf het moment dat ze tussen de meiden stonden, hoorde je ze continu. Hun vertrouwen is toegenomen. Dat heeft me positief verrast.’

Ook de nieuwe aanwinsten kunnen Welten wel bekoren: ‘De aantallen laten het niet toe om de nieuwe meiden, waarvan sommigen nog nooit op voetbal hebben gezeten, rustig te brengen. Ze moeten direct veel spelen. Ik vroeg me af hoe dat zou uitpakken, maar ze doen het eigenlijk hartstikke goed.’

Als trainer noemt Welten uiteraard een aantal voetbalgerelateerde ontwikkelingen. Hij staat echter niet alleen voor de groep, maar deelt de leiding van het team met Martha Canfijn. Zij is verantwoordelijk voor het contact met ouders en bouwt aan de teamgeest. Zo bezochten de meiden het openingsduel in de Eredivisie van de vrouwen van NAC tegen Feyenoord. ‘We merken dat er geen kliekjesvorming is in het team. Ze zijn er echt voor elkaar en doen het met z’n allen’, besluit Welten.

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

‘Het is een heel fanatiek groepje’

Hoewel hij zelf nooit had gevoetbald en door zijn kinderen in aanraking kwam met de club, staat Frank Schreuders sinds 2019 vol passie langs de lijn als jeugdtrainer. En met dit seizoen zijn twee zoons samen in de JO13-1, geniet de inwoner van Fijnaart nog net een beetje extra. “Welke vader wil nou niet zijn kinderen training geven?”

Want precies zo, is hoe het in augustus 2019 voor de inmiddels 43-jarige Schreuders begon. “Mijn zoontje begon met voetballen en had in het begin wat extra begeleiding nodig, dus was ik eigenlijk altijd al een beetje betrokken.” De stap naar trainer, was daardoor snel gemaakt. “Na een aantal trainingen vroegen ze of ik het zag zitten om mee te helpen.” Lang nodig om na te denken, had hij vervolgens niet. “Het is heel leuk! En welke vader wil nou niet zijn kinderen training geven?” Zogezegd, zo gedaan. “Ik ben bij de JO7 begonnen en ben samen met Jack Otto meegegroeid naar de JO11. Tot ik vorig seizoen werd gevraagd voor de JO13, daar hebben we nu twee teams.”

Persoonlijke aandacht

Waaronder dus de JO13-1, met allebei zijn zoons. “We hebben thuis gelukkig een redelijke tuin, dus daar wordt regelmatig een balletje getrapt.” Iets wat Schreuders zelf, in zijn jongere jaren niet heeft gedaan. In clubverband dan tenminste. “Ik heb nooit gevoetbald. Was vooral druk met mijn werk en mijn gezin. Af en toe ging ik wel naar de sportschool.” Een aantal jaar geleden, ging er dan ook een wereld voor hem open. “Door mijn kinderen ben ik eigenlijk bij de voetbal terecht gekomen.” Maar gelukkig valt er online, tegenwoordig een hoop te vinden. “Via YouTube, of de Rinusapp, kun je genoeg inspiratie opdoen. En onderling, wisselen we met verschillende trainers de nodige vormen uit.”

Schreuders voelde zich bij Klundert vanaf het eerste moment, dan ook als een vis in het water, vertelt hij. “Ik merkte meteen, dat het ontzettend leuk is om met die kids bezig te zijn. Vooral in het creëren van een team.” Want daar, ligt naar eigen zeggen zijn grootste kwaliteit. “Vooral op het sociale en persoonlijke aspect. Een stukje structuur en orde, maar ook positief blijven coachen. Dat vind ik heel belangrijk.”

Samen met zijn collega’s Mark Ketting en Henri Schreuders. “We geven echt met zijn drieën training, daardoor kun je extra aandacht geven aan het individu.” Sinds dit seizoen, voor het eerst op een groot veld. “Dat is best wel even wennen, voor iedereen. Je krijgt ineens te maken met buitenspel en natuurlijk veel grotere ruimtes.” Ook tijdens trainingen. “Vaak beginnen we met een warming-up, daarna spelen we een rondo, doen we een wedstrijdechte vorm en werken we af. En meestal sluiten we af, met een partij.”

Voldoening en plezier

Aan inzet en enthousiasme op het trainingsveld, in ieder geval geen gebrek. “Het is een heel fanatiek groepje, met jongens die echt graag een balletje willen trappen.” Samengesteld uit verschillende teams, legt Schreuders uit. “Na vorig seizoen, is er een selectie gemaakt. Dat is de JO13-1 geworden.” Presteren, is dan ook niet geheel onbelangrijk. “Op zaterdag proberen we het natuurlijk wel zo goed mogelijk te doen. Het is leuk als we winnen.” Maar, voegt hij daar snel aan toe. “Het draait uiteindelijk om plezier en het zijn van een team. En verliezen, leer je ook van.”

Al doen ze er natuurlijk alles aan, om dat te voorkomen. Om te beginnen door hard te trainen. “Ik houd ervan als iedereen zijn aandacht erbij houdt en goed luistert. Juist voor het teamverband. Daardoor ben ik soms misschien wat streng.” Of Schreuders in de toekomst daadwerkelijk de ambitie heeft om door te groeien als jeugdtrainer, weet hij nog niet. “Maar voorlopig vind ik het heel leuk en blijf ik het zeker doen.” Waardering, voelt de voetbaltrainer dan ook genoeg. “Dat merk je enorm vanuit de club.” En zijn spelers. “Als je hoort dat ze lekker getraind hebben, daar doe je het uiteindelijk voor. Ik haal er ontzettend veel voldoening en plezier uit!”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

‘Ik wist niet of dat wel bij me zou passen’

0

Na een aantal donkere jaren en drie degradaties op rij, keerde Rood Wit afgelopen zomer door middel van een fraai kampioenschap, terug in de derde klasse. Een promotie die Bryan Hellemons in eerste instantie niet helemaal aan zag komen, maar wel één die zeer welkom was. “Het ging misschien beter dan verwacht.”

En goed ging het, met slechts vijf wedstrijden zonder zege en een totaal van 47 punten. Uit twintig duels. “Het klopte gewoon. We hadden misschien niet de beste spelers, maar wel het beste team.” Want met weinig goals tegen, kun je die conclusie wel trekken. “Over het hele seizoen genomen, zijn we heel constant geweest.” Al moest dat ook, vertelt de 31-jarige Hellemons. “Het was met elf ploegen een kleine competitie, dus je kon maar weinig fouten maken.”

Doel bijgesteld

Fouten, die Rood Wit als kampioen uiteindelijk dus maar weinig maakte. “Aan het begin van het seizoen was ons doel om mee te spelen voor de top vijf, maar nadat we de eerste vier wedstrijden allemaal hadden gewonnen én tegen goede tegenstanders hadden gespeeld, dachten we wel bij onszelf: als we dit volhouden, wie weet wat het dan kan worden?” Toen de voorsprong rond de winterstop was opgelopen tot zeven punten, werd de doelstelling dan ook bijgesteld. “Vanaf dat moment zijn we vol voor het kampioenschap gegaan!” En met succes. Al kwam nummer twee Rimboe, met slechts drie punten minder, nog gevaarlijk dichtbij. “Rimboe won op een gegeven moment alles, daardoor werd het nog behoorlijk spannend en kwam het uiteindelijk aan op de laatste wedstrijd.” Toch hield de ploeg van trainer Rick Hoendervangers uiteindelijk stand en dus komt de vereniging uit Sint Willebrord dit seizoen uit op een niveau hoger, in de derde klasse. “Ik denk dat we nu moeten gaan voor handhaving, zonder nacompetitie.” Een realistische doelstelling, zo schat Hellemons in. “Het is een sterke competitie, waardoor we toch andere wedstrijden zullen gaan spelen. In de vierde klasse waren we negen van de tien keer de betere ploeg, dat zal nu anders zijn. Al zijn we zelf, natuurlijk ook allemaal weer een jaartje verder.” Wat moet er volgens hem vooral beter? “Zuiniger zijn en goed staan. Waarschijnlijk zullen we minder de bal hebben, dan moet de organisatie kloppen.” Afhankelijk van de manier van spelen, legt Hellemons uit. “In eerste instantie willen we gewoon met drie man achterin spelen en volle bak drukzetten. Maar misschien moeten we ook wel een keer wat lager gaan staan?” Over dat laatste, maakt de inwoner van Sint Willebrord zich overigens niet al te veel zorgen. “Dat kan in ons voordeel zijn. Als we tegen voetballende ploegen, gevaarlijk kunnen zijn in de omschakeling.”

Levendige club

In zijn tweede seizoen terug bij de club, waar het voor hem ooit allemaal begon. “Ik heb twee seizoenen bij DOSKO gespeeld, maar Rood Wit blijft altijd kriebelen. Daar heb ik toch bijna mijn hele leven gezeten.” Dus toen zijn vrouw zwanger werd, besloot hij vorig jaar terug te keren op het oude nest. “Het is toch een stuk dichterbij en scheelt een hoop reistijd. En daarnaast, heb ik het hier altijd goed naar mijn zin gehad.” Al had hij dat ook, in Bergen op Zoom, vertelt Hellemons. “Sportief is het niet geworden wat ik ervan had gehoopt. We wilden graag naar de hoofdklasse, dat is niet gelukt. Sterker nog, we zijn twee keer gedegradeerd. Desondanks, heb ik er geen spijt van en kijk ik terug op een mooie tijd. Qua club én mensen.” Eenmaal teruggekeerd bij Rood Wit, moest de verdediger wel even wennen. “Ik kwam terecht in een compleet ander team, met een nieuwe hiërarchie. Er was bijna niemand meer over, van de spelers waar ik daarvoor mee had gespeeld.” En daarnaast. “Was ook de beleving, na drie degradaties op rij, heel anders. In het begin wist ik niet of dat wel bij me zou passen.” Maar als je dan veel gaat winnen én kampioen wordt. “Is dat natuurlijk wel een lekkere binnenkomer!” Hoe ziet hij nu de toekomst van zijn club? “Als we een stabiele derdeklasser kunnen worden, is dat prima.” Hoe anders was dat in ‘zijn tijd’, toen er nog voor promotie naar de Vierde Divisie werd gespeeld. “Toen ik wegging, was ik 28. Destijds kon ik me niet neerleggen bij het feit dat we vierde klasse gingen spelen. Nu kan ik dat wel. Want als je eerlijk bent, zagen we dit natuurlijk wel een beetje aankomen. Als dorpsvereniging, met eigen jongens…” Hellemons maakte op zijn beurt, dan ook alles wel zo’n beetje mee. “Van de mooie jaren in het begin, naar de wat mindere daarna.” Al maakt dat Rood Wit, ook tot die levendige club, lacht hij. “Het is ons kent ons en het leeft altijd. Gezelligheid, hosanna en mopperen. Dat vind ik mooi.” Vertrekken, gaat de centrale verdediger dan ook niet meer doen. En dat is gezien zijn kwaliteiten, maar goed ook. “Ik ben vooral een betrouwbare speler. Niet de meest technische, maar wel iemand met snelheid en een goede inzet!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

NSV knalt jubileumjaar in met feestelijk jeugdkamp

0

NSV uit Nispen bestaat het komende seizoen 105 jaar, een mijlpaal die ook door de jeugd van de club gevierd zal worden. De aftrap van het jubileumjaar vond plaats in het laatste weekend van de zomervakantie, toen bijna zeventig kinderen drie dagen lang genoten van een spectaculair jeugdkamp op het sportpark in Nispen.

Onder tropische omstandigheden werden de ‘Nispense Spelen’ geopend met een officiële ceremonie, compleet met een ereronde over het hoofdveld en het aansteken van het olympisch vuur. Daarna begon een zeskamp met onderdelen als touwtrekken, hordelopen en hoogspringen. ’s Avonds konden de kinderen genieten van een frietkraam, een pubquiz en een openluchtdisco die tot in de late uurtjes doorging.

Ook de zaterdag stond bol van de activiteiten: een voetbalclinic van voetbalschool TIC, het vervolg van de zeskamp en een gezellige barbecue. Voor de oudere jeugd was er nog een spannend nachtspel in het bos. Op zondag volgde de prijsuitreiking en werd het ‘Nispense Vuur’ gedoofd. ‘Alleen maar positieve verhalen gehoord,’ vertelt jeugdcoördinator Erwin van Boekel. ‘De kinderen hebben genoten, al was het voor sommigen wel zwaar. Maar dat hoort erbij – het was een weekend om nooit te vergeten.’

Van Boekel (45) is al acht jaar jeugdcoördinator van NSV en voelt zich nauw verbonden met de club. ‘Toen ik in 2014 in Nispen kwam wonen, was voetbal de makkelijkste manier om mensen te leren kennen. Ik ben zelf gaan spelen, mijn kinderen gingen voetballen en zo rolde ik in het trainerschap. Op een gegeven moment vroegen ze me voor deze rol en inmiddels voelt NSV echt als mijn club.’

Als jeugdcoördinator regelt Van Boekel de teamindelingen, het contact met trainers en leiders en de communicatie over jeugdactiviteiten. ‘We zijn een kleine vereniging, maar van de JO7- tot de JO12-categorie hebben we voor elke leeftijd een team. Het is soms passen en meten. Maar juist dat maakt het mooi: iedereen kent elkaar en vrijwilligers zijn enorm betrokken. Dat warme gevoel maakt de club sterk.’

Het jubileumjaar is echter nog lang niet voorbij. Zo gaat de jeugd van NSV de WK-kwalificatiewedstrijd tussen Nederland en Litouwen bijwonen in november in de Johan Cruijff Arena, komt Sinterklaas in december met extra grote cadeaus naar Nispen en in april staat het traditionele familietoernooi in een feestelijker jasje gepland. ‘Het jubileum geeft ons de kans om alles net wat groter aan te pakken,’ aldus Van Boekel. Ook wordt er in mei een ‘Ouders VS Jeugd’-toernooi gespeeld en staat in juni het Beachweekend op de planning, waarmee het jubileumseizoen feestelijk wordt afgesloten.

Dat de club na 105 jaar nog steeds zo leeft, is volgens Van Boekel veelzeggend. ‘We zijn een gezonde vereniging met een sterke groep vrijwilligers. Zonder hen zou dit allemaal niet mogelijk zijn. Het maakt niet uit of iemand al jaren lid is of net binnenkomt: iedereen wordt betrokken en draagt zijn steentje bij. Daardoor kunnen we deze activiteiten blijven organiseren. Dat is de kracht van deze club: we doen het echt samen.’

Klik hier voor meer informatie over NSV Nispen
Klik hier voor meer artikelen over NSV Nispen

Mike Daemen wil verder bouwen met Zundert

0

Met een eigen bedrijf in de elektrotechniek, is er voor Mike Daemen niks lekkerder dan zijn hoofd leegmaken op het voetbalveld en een balletje trappen met zijn vrienden. Helemaal, als de resultaten dan ook nog goed zijn. En dus hoopt de aanvaller van derdeklasser Zundert op een herhaling van vorig seizoen. “Hopelijk kunnen we daar nu op voortbouwen.”

Want met een vijfde plaats én het winnen van de derde periode, kan Daemen (26) niet anders dan tevreden terugkijken. “Het was een heel positief seizoen! Een paar vaste jongens waren gestopt, dus we moesten flink wat jonge gasten inpassen, maar dat is uiteindelijk een goed team geworden.” Met een plek in de subtop tot gevolg. “Dat was ook wel een beetje de doelstelling. Hopelijk kunnen we daar nu op voortbouwen.”

Vaak de nul

Vooral de defensieve stabiliteit, springt daarbij in het oog. In 22 wedstrijden, incasseerde de ploeg van Daemen namelijk maar negentien tegentreffers. Moet gezegd: met slechts negentien doelpunten voor, werd het publiek ook niet echt vermaakt. “Al waren het daardoor wel regelmatig spannende potjes! We hebben vaak de nul gehouden, volgens mij een stuk of tien keer, maar we hebben tegelijkertijd ook weinig scorend vermogen.” Daarbij speelt ook de manier van spelen, een belangrijke rol, denkt Daemen. “Inzakken en counteren, ligt ons beter. Daar hebben we de meeste punten mee gehaald.” 32 in totaal, om precies te zijn. “Vaak konden we aan het einde van een wedstrijd nog het verschil maken, omdat we conditioneel in orde waren en écht een fitte selectie hadden.” Wat verwacht hij van dit seizoen? “Onze doelstelling is handhaven. Er zijn opnieuw wat jongens gestopt, dus ik denk niet dat we heel veel hoger moeten kijken.” De groep, is daardoor nóg jonger geworden, legt Daemen uit. “Om dat op te kunnen vangen, zijn er negen spelers vanuit de JO19 doorgeschoven. Dat heeft even tijd nodig, om op elkaar ingespeeld te raken.” De inwoner van Zundert moet daar, met zijn ervaring én coaching, een belangrijke bijdrage aan proberen te leveren. “Ik ben nu één van de ouderen. Dit is mijn negende seizoen in het eerste, dus ik weet inmiddels een beetje hoe het gaat.” Sterker nog. Hij weet niet beter. “Sinds mijn zesde voetbal ik bij Zundert en ik heb nog nooit ergens anders gespeeld.”

Waarheid vertellen

Zijn verklaring daarvoor, is even helder als simpel. “Het is hier heel hecht en je kunt met iedereen een babbeltje maken. Het is echt een dorpsvereniging. Dat vind ik heel fijn.” Zaak om dat goede gevoel, door te trekken naar het veld. Want ook daar, wil Daemen er dit seizoen het maximale uithalen. “Achterin staat het als een blok, dus dat zit wel goed. Nu moeten we de kansen die we krijgen, echt af gaan maken. Dat is een must! Daar moeten we dodelijker in worden.” Waar ligt volgens hem het grootste verbeterpunt? “Rustiger zijn voor de goal en de laatste pass moet beter. Daar ontbreekt het nog wel eens aan.” Ook bij hem. Als rechtsbuiten. “Dan kan bij mij ook zeker beter. Vorig jaar had ik iets van zes goals en iets meer assists. Nu hoop ik er een stuk of acht te maken.” En natuurlijk assists te blijven geven. Helemaal met zijn kwaliteiten. “Ik ben redelijk snel, dus moet het meer hebben van diepte en voorzetten geven, dan van kort spel.” Bijvoorbeeld op zijn broer Joey, lacht de rechtspoot. “Sinds een paar seizoenen, spelen we samen bij het eerste. Dat had ik nooit verwacht. Hij was vroeger namelijk altijd keeper, maar is nu veldspeler.” Hoe dat is? “Je durft sneller iets tegen elkaar te zeggen, dus mopperen hoort er wel een beetje bij.” Juist dat, ontbreekt er soms bij Zundert nog wel eens aan, vindt Daemen. “Het is vaak nog een beetje te lief. Je mag soms best een keer boos worden en elkaar de waarheid vertellen.” Gelukkig, hebben ze daar de komende jaren nog alle tijd voor. Want vertrekken bij de club zal Daemen, die naast de voetbal veel tijd steekt in het bouwen en ontwerpen voor het welbekende bloemencorso, waarschijnlijk nooit doen. “Dat is niet de bedoeling!”

Klik op VV Zundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Zundert voor meer informatie over de club.

Thuiskomer met ambitie: Dylan Nijhoff vond bij Gastel wat hij zocht

0

Dylan Nijhoff heeft in zijn eerste seizoen terug bij SC Gastel precies ervaren waarvoor hij terugkwam. De twintigjarige buitenspeler heeft ontwikkeling hoog in het vaandel staan en oordeelde dat seniorenvoetbal hem zou brengen wat hij nodig had. ‘Ik verwacht veel van mezelf en er mag nog steeds een schepje bovenop.’

Na drie mooie jaren bij Unitas’30 uit Etten-Leur stond Nijhoff in de zomer van 2024 voor een belangrijke keuze. Aansluiten bij de Onder-23-ploeg of terugkeren op het oude nest om daar seniorenvoetbal te kunnen spelen? Hij ging bij zichzelf ten rade: ‘Op welk vlak kom ik tekort in mijn spel? Dat was het fysieke en de slimmigheidjes die daarbij komen kijken. Waar kan ik dat het beste ontwikkelen? In het seniorenvoetbal.’

‘Tijdens mijn periode bij Unitas’30 hield ik jaarlijks contact met Gastel en zij zeiden altijd dat de deur voor me openstond’, gaat Nijhoff verder. ‘Mijn terugkeer was voor mij een kwestie van tijd.’

Heel lang had Nijhoff niet nodig om de warme band met SC Gastel op te bouwen. Pas op zijn veertiende kwam hij er te spelen: ‘Op mijn twaalfde ben ik met mijn familie van Fijnaart naar Stampersgat verhuisd en ging ik naar een middelbare school in Steenbergen. Mijn omgeving veranderde compleet, waardoor ik ook ben gaan kijken naar een nieuwe voetbalclub.’

En dat werd SC Gastel. In eerste instantie kwam hij in de JO15-2 terecht, waar hij een seizoen speelde. Daarna volgden de JO15-1 en de JO17-1, totdat corona zijn inslag deed. ‘Ik had niks te klagen bij Gastel, maar het ambitieuze in me begon aan me te knagen. Ik wilde graag de gok wagen en het een treetje hogerop proberen, omdat ik een voorstander ben van jezelf in nieuwe omgevingen te ontwikkelen. Toen corona voorbij was heb ik de stap naar Unitas’30 gemaakt.’

In Etten-Leur kende Nijhoff naar eigen zeggen weinig aanpassingsproblemen, ondanks de andere omgeving. ‘Ik werd warm ontvangen en heb goede vriendschappen gemaakt. Na een jaar kwam ik in de JO19-1 terecht en was ik gericht op het halen van het eerste. Uiteindelijk heb ik ook mijn debuut gemaakt.’

Maar na twee jaar in de Onder-19 werden de kansen om direct aan te sluiten bij het eerste schaarser. ‘Niet dat ik de concurrentiestrijd uit de weg ging, maar ik vond dat ik seniorenvoetbal nodig had om me beter te ontplooien.’

En dat vond Nijhoff bij Gastel. ‘Ik werd warm ontvangen en dat deed mijn vertrouwen erg goed. In de voorbereiding en beker speelde ik alles. Daarna kwam ik in een dipje terecht – de roze wolk waar ik opzat, kwam in een kleine regenbui terecht. Toen raakte ik een aantal maanden voor de winterstop ook nog geblesseerd, waardoor ik pas in het nieuwe jaar weer aan spelen toekwam. Ik begon voorzichtig, maar ik maakte een aantal belangrijke doelpunten waardoor het vertrouwen terugkwam. Als team hebben we veerkracht en saamhorigheid laten zien, wat ons uiteindelijk handhaving opleverde.’

Dat is ook het doel voor dit seizoen, hoewel de seizoenstart verre van ideaal was. ‘Gastel hoort thuis in de tweede klasse. We weten wat we aan elkaar hebben. Als ik naar mezelf kijk, mag er qua intensiteit en gedrevenheid nog wel een schepje bovenop.’

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

Stichting Kinderopvang Mariadonk: Waarom steeds meer ouders kiezen voor een gastouder

Wie de jeugd van DIOZ ziet spelen, kent de letters ‘SKM’ van de shirts. Stichting Kinderopvang Mariadonk is al jaren shirtsponsor van de Zegse jeugd en biedt kinderopvang in verschillende vormen – van kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang tot een eigen gastouderbureau. En juist dat laatste verdient volgens bemiddelingsmedewerker Ilona de Jong meer aandacht.

‘We merken dat steeds meer ouders bewust kiezen voor een gastouder,’ vertelt De Jong. ‘Niet iedereen voelt zich prettig bij een kinderdagverblijf met grote groepen kinderen. Een gastouder vangt maximaal vijf of zes kinderen op in een huiselijke omgeving. Dat betekent rust, overzicht en persoonlijke aandacht. Bovendien zijn gastouders vaak flexibeler. Ouders kunnen beter maatwerk afspreken en hoeven niet altijd vaste tijdsvakken af te nemen zoals bij een BSO.’

SKM onderscheidt zich van grote bureaus door kleinschaligheid en persoonlijke begeleiding. ‘Wij werken met elf gastouders in Roosendaal, Zegge, Oudenbosch en omgeving. Daardoor kennen we iedereen goed en hebben we korte lijnen,’ legt De Jong uit. ‘We zorgen voor de bemiddeling tussen vraagouders en gastouders, maken de contracten in orde en begeleiden nieuwe gastouders in het voldoen aan alle wettelijke eisen. Denk aan veiligheid, hygiëne, inschrijving in het Landelijk Register en een geldige Verklaring Omtrent Gedrag.’

Een van die gastouders is Collinda uit Roosendaal met haar opvang ‘t Rebelleke. Na jaren in de ouderenzorg gewerkt te hebben, maakte ze dertien jaar geleden de overstap naar gastouderopvang. ‘Ik bracht mijn zoontje destijds zelf naar een gastouder en had daar zo’n goede klik mee dat ik dacht: dit wil ik ook’, vertelt ze.

Een dagje mee met Collinda
Haar dagen beginnen vroeg. ‘Tussen zeven en half negen worden de kinderen gebracht. We starten rustig met vrij spelen in de speelkamer en daarna werken we met een maandelijks thema. We lezen boekjes, doen woordkaarten, zingen liedjes en knutselen. Het zijn peuters en kleuters, dus hun spanningsboog is kort – spelenderwijs leren werkt het beste. Daarna hebben we een fruitmoment en trekken we eropuit: naar het bos, de speeltuin of gewoon lekker de tuin in om te voetballen of te rennen. Beweging is belangrijk voor kinderen, en buiten zijn doet ze zichtbaar goed.’

Na de gezamenlijke lunch doen sommige kinderen een dutje en is er ruimte voor rustig spel of creatieve activiteiten. ‘’s Middags dansen we soms of houden we een mini-disco’, lacht Collinda.

Collinda merkt dat veel ouders de overstap naar gastouderopvang bewust maken. ‘Ze zeggen vaak: hadden we dit maar eerder gedaan. Je kunt de kinderen veel aandacht geven, ze voelen zich geborgen. Met goed weer zijn we altijd op pad. Ik heb een Kiddy Bus waarin de kinderen als prinsjes en prinsesjes zitten. Voor hen is het een avontuur en voor mij is het een mooie manier om ze de wereld te laten ontdekken.’

Volgens De Jong is dat precies wat gastouderopvang zo waardevol maakt. ‘Het is flexibel, persoonlijk en vertrouwd. En dankzij onze begeleiding weten ouders dat alles goed geregeld is. Ook voor nieuwe gastouders bieden wij begeleiding en scholing, zodat zij professioneel kunnen starten.’

Ouders die geïnteresseerd zijn in een plek bij een van de gastouders of mensen die zelf gastouder willen worden, kunnen contact opnemen via info@gob-skm.nl. ‘We nodigen iedereen uit om eens te komen kijken en kennis te maken’, besluit De Jong.

RKVV ontvangt komende vijf jaar internationale profclubs op trainingskamp

0

De afgelopen zomer was het een komen en gaan van internationale profclubs bij RKVV Roosendaal. Zo maakten Livingston – kampioen van het tweede niveau van Schotland – Rakow Czestochowa – nummer 2 van Polen – OFI Kreta – nummer 6 van Griekenland – en Lokomotiva Zagreb uit Kroatië gebruik van de faciliteiten van sportpark Hulsdonk. Iets wat we de komende jaren vaker gaan zien, onthult vicevoorzitter Tim Kerseboom: ‘Hiermee kunnen we de club mooier gaan maken.’

Eind september zette de club namelijk een handtekening onder een vijfjarig contract met PR Sport. Een bedrijf dat trainingskampen organiseert voor BVO’s in de voorbereiding. Het contact tussen deze partijen kwam tot stand via het Otium Welness Hotel aan De Stok. Dit hotel was eerder in zee gegaan met PR Sport, om in de zomer als onderkomen voor voetballers te fungeren. ‘Daar varen zij wel bij, om in een rustige maand vollebak bezetting te hebben’, legt Kerseboom uit. ‘Wij zijn na contact met Otium al vrij snel benaderd door Jacco Jansen van PR Sport. Hij stelde voor om deze driehoek te maken.’

En zo geschiedde. Maar, als je profclubs over de vloer krijgt, is het belangrijkste vereiste goede velden. Dus namen grasmeesters, die ook bij NAC in dienst zijn, de velden van Roosendaal een maand voor ontvangst van de clubs in beheer. Zij deden er alles aan om deze in optimale staat te krijgen. ‘Eerst begonnen ze met bemesten en prikken’, vertelt Kerseboom. ‘Daarna als het gras begint te groeien, nadat het zon en water heeft gehad, moet het iedere dag gemaaid worden. Anders groeit het gras omhoog en wordt het niet dicht genoeg, heb ik me laten vertellen. Ik kreeg op een gegeven moment iedere dag foto’s doorgestuurd van de grasmeesters, dus ik heb hier het een en ander over opgestoken de afgelopen maanden’, lacht de vicevoorzitter. ‘Als je de velden zag, kreeg je gewoon zin om je voetbalschoenen aan te trekken. Werkelijk de droom van iedere voetballer.’

Afgelopen zomer was een soort proefperiode, om te ontdekken of het project bij de RKVV zou bevallen. En dat deed het: ‘Het is een mooi verdienmodel voor ons als club’, zegt Kerseboom. ‘We ontvangen huur voor het gebruik van ons complex, delen mee in de recette en ontvangen horeca-inkomsten. Dat komt allemaal ten goede van onze club. Zo kunnen we bijvoorbeeld alle doelen vervangen.’

OFI Kreta heeft al toegezegd terug te keren komend jaar. De andere clubs worden waarschijnlijk pas in maart of april bekend, maar Kerseboom weet dat PR Sport goede connecties heeft in Griekenland: ‘Zo zitten bijvoorbeeld Olympiakos en AEK Athene in hun stal, maar wordt er ook gesproken met clubs als Chelsea en Anderlecht.’

Livingston werkte ook twee oefenwedstrijden af op sportpark Hulsdonk, tegen Patro Eisden en Lommel. Volgend seizoen zullen alle clubs een wedstrijd met publiek spelen: ‘Daar zullen dan tickets voor te koop zijn, waarvan een gedeelte van de inkomsten naar ons gaat.’

Om zulke wedstrijden, maar ook de trainingen, in goede banen te leiden, wil Roosendaal voor komende zomer een team aan vrijwilligers op de been krijgen: ‘We hebben al een fantastische groep met bereidwillige vrijwilligers. Maar hoe mooi zou het zijn als je als achttienjarige je nieuwe voetbalschoenen hiermee kunt verdienen, in plaats van met aardbeien plukken. We hopen dat de allure van die profclubs daar een rol in gaat spelen.’

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

“Van blessure naar comeback, OrthoMedic zet voetballers weer in het spel”

0

Blessures horen helaas bij het voetbal. Een misstap, een harde tackle of simpelweg overbelasting kan al genoeg zijn om weken langs de kant te staan. Gelukkig staat OrthoMedic klaar om spelers snel én verantwoord terug het veld op te helpen.

Bij OrthoMedic staat Aandacht, Actie en Advies centraal. Iedere sporter krijgt een behandelplan op maat, afgestemd op de blessure, maar ook op de persoon achter de blessure. Van een verrekte hamstring tot een gescheurde kruisband: met een gericht behandelplan en moderne behandelmethodes wordt gewerkt aan een sterk en duurzaam herstel.

Toch draait het bij OrthoMedic niet alleen om genezen. Preventie is minstens zo belangrijk. Veel voetbalblessures kunnen namelijk worden voorkomen door gerichte krachttraining, mobiliteitsoefeningen en looptechniek. Spelers leren hun lichaam beter kennen, waardoor de kans op terugval een stuk kleiner wordt. Hier wordt dan ook steeds vaker gebruik van gemaakt.

Voor wie een ernstige blessure oploopt en een operatie moet ondergaan, zoals bij een gescheurde kruisband of meniscus, biedt OrthoMedic gespecialiseerde post-operatieve zorg. Zo’n operatie is het begin van een intensief traject. Met een duidelijk plan en persoonlijke begeleiding helpen de therapeuten sporters veilig, verantwoord en gemotiveerd hun herstel door.

Daarbij maakt OrthoMedic gebruik van moderne meetapparatuur om iedere fase van het herstel nauwkeurig te monitoren. Zo worden onder meer force plates ingezet die de verschillen tussen links en rechts objectief in kaart brengen en kracht kunnen uitdrukken in cijfers. Door deze gegevens te analyseren, werken therapeuten gericht aan het minimaliseren van afwijkingen en zorgen ze ervoor dat sporters voldoen aan de normwaarden. Zo weet iedere speler zeker dat hij of zij veilig en volledig hersteld terug het veld op kan.

Eren zijn weg terug na een kruisbandoperatie

Eren (20), middenvelder bij RKVV Roosendaal O23, scheurde vorig seizoen zijn voorste kruisband tijdens een toernooi. “Het voelde alsof mijn seizoen én misschien wel mijn hele voetbalcarrière voorbij waren,” vertelt hij. “De eerste weken na de operatie waren zwaar, ik had nauwelijks kracht in mijn been en twijfelde of ik ooit weer op mijn oude niveau zou komen.”

Bij OrthoMedic vond Eren de juiste begeleiding. “Vanaf dag één kreeg ik een duidelijk plan. Eerst werkten we aan basisdingen zoals lopen en stabiliteit. Daarna werd het stap voor stap zwaarder, met krachttraining en uiteindelijk zelfs veldtraining. Het hielp enorm dat alles meetbaar werd gemaakt met de force plates. Zo zag ik letterlijk mijn vooruitgang, en dat gaf vertrouwen.”

Na maanden hard werken traint Eren nu weer mee met de ploeg. In de laatste fase van zijn herstel worden de speelminuten steeds verder opgebouwd. “We beginnen met situaties als vrije man en werken toe naar volledige fysieke duels,” legt Robin van Wensveen, fysiotherapeut bij OrthoMedic, uit. Eren voelt zich inmiddels sterker dan ooit en kan niet wachten om zijn eerste wedstrijdminuten te maken. “Voor mij was het belangrijk om niet te haasten, maar om op de best mogelijke manier terug te komen. De persoonlijke begeleiding bij OrthoMedic gaf me precies dat vertrouwen.”

Met passie voor sport, kennis van het lichaam, moderne technologie én oog voor de mens achter de voetballer, is OrthoMedic dé plek waar je niet alleen herstelt van een blessure, maar ook sterker terugkomt.

‘Er is nog veel te bereiken in het vrouwenvoetbal’

0

Stoppen of nog één keer zijn laatste kunstje uithalen? Het werd dat laatste. Want nadat Dirk van Akkeren benaderd werd door Achtmaal of hij trainer wilde worden van de dames, besloot hij na een aantal goede gesprekken toch met de club in zee te gaan. “We hebben twee uur lang met elkaar zitten praten en er was meteen een klik.”

Toch moet Van Akkeren (48) na periodes bij onder meer FC Bergen, BSC en als materiaalman en vertrouwenspersoon bij de FC Twente Vrouwen, wel even wennen, geeft hij eerlijk toe. “Het bevalt goed, maar het is een andere slag dan ik gewend was. Ze willen hier meer plezier hebben dan écht het serieuze.” Zijn speelsters trapten dan ook al snel op de rem, vertelt de inwoner van Bergen op Zoom. “Je merkt dat we tegen bepaalde dingen aanlopen. Te weinig meiden, of net genoeg. Dan moet je de jeugd de kans geven of dames vragen van de 30+.”

Niet te vergelijken

Al maakt Van Akkeren zich voorlopig, ook na 34 seizoenen als trainer, nog niet al te veel zorgen. “Uiteindelijk komt het goed! Die meiden willen hartstikke graag, dus het is ook een beetje van beide kanten aanpassen. Na al die jaren, leer ik zelf ook nog steeds.” Na zeventien jaar als trainer van verschillende damesteams, weet de oefenmeester, in het bezit van zijn VC2, dan ook wel waar hij over praat. “Een vereniging als Achtmaal, is natuurlijk niet te vergelijken met een BSC of FC Twente.” En ook niet met SC Gastel, zijn vorige club waar hij onderdeel was van de staf. “Daar zijn we uiteindelijk naar de eerste klasse gegaan.” Heel even, dacht Van Akkeren er dan ook over na om te stoppen op zijn hoogtepunt. “Of er moest iets leuks op mijn pad komen. Toen belde Achtmaal.” Een aantal goede gesprekken later, besloot hij in te stappen bij de derdeklasser. “Ook het gesprek met de dames zelf, was heel erg leuk. Dat duurde twee uur en je merkte meteen dat we een klik hadden.” Tijd dus, om zijn naar eigen zeggen laatste kunstje uit te halen. “Ik ben begonnen als trainer toen ik vijftien was. Dan is het ook een keer mooi geweest en moet je gaan genieten van andere dingen dan op het veld staan.” Al zegt zijn trainershart wat anders, lacht Van Akkeren. “Die blijft maar doorgaan!” Ook de mensen in zijn omgeving, moedigden hem aan. “Pak die kans! En je moet doorgaan, anders word je chagrijnig. Zeggen ze dan.” Spijt om naar die goedbedoelde adviezen te luisteren, heeft hij vooralsnog niet. “De groep is heel gezellig, ook na de wedstrijd. Daarnaast zijn er voetbaltechnisch ook genoeg mogelijkheden.”

Andere aanpak

Mogelijkheden die Van Akkeren zelf als voetballer, helaas nooit helemaal heeft kunnen benutten. “Ik ben keeper geweest, bij FC Bergen en Borgvliet, tot ik geblesseerd raakte aan mijn knie.” Een scheur van een centimeter, noopte hem om op zijn 21ste te stoppen met voetballen. “Op die manier ben ik er ingerold als trainer, bij een D-team.” Dat beviel Van Akkeren zo goed, dat hij besloot om zijn trainerspapieren te gaan halen. “En sindsdien, is die passie alleen maar groter geworden.” Hoe dat komt? “Omgaan met jeugd en volwassen, blijft mooi om te mogen doen. Je bent ook een soort psycholoog én opvoeder. Alles om een speler op te laten bloeien.” Al vraagt het trainen van een vrouwenteam, een andere aanpak dan bij de mannen. “Bij mannen kun je hard zijn, ‘to the point’. Bij vrouwen moet je het voorzichtig brengen. Er is nog een behoorlijke inhaalslag te maken. Eigenlijk staat het vrouwenvoetbal nog altijd op een laag pitje.” En dat is jammer, vindt Van Akkeren. “Veel trainers willen geen vrouwenelftal trainen, terwijl er nog heel veel te bereiken is.” Hoe probeert hij dat zelf voor elkaar te krijgen? “Ik kan wel streng zijn, op het moment dat het moet. Anders probeer ik de teugels zo veel mogelijk te laten vieren.” Om dit seizoen uiteindelijk, minimaal in de middenmoot te eindigen. “Vorig jaar zijn ze laatste geworden, dus dat is een mooie doelstelling. In de derde klasse, valt voor ons nog genoeg te leren.” Zeker met het oog op de toekomst. “We moeten de jeugdige dames zoveel mogelijk proberen te ontwikkelen, zodat we daar later profijt van hebben.” Bij echt zijn laatste club. Toch? “Of er moet echt nog een héél mooie uitdaging komen.” Voorlopig, denkt Van Akkeren daar echter nog niet aan. “Ik wil zo lang mogelijk bij Achtmaal blijven. Het liefste een paar jaar.” Ook al is dat een klein stukje rijden, vanuit Bergen op Zoom. “Als het goed zit, maakt dat niks uit!”

Klik op VV Achtmaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Achtmaal voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.