Home Blog Pagina 1321

NSVV en SSS staan quitte na laatste derby Cromstrijen

NSVV en SSS hielden elkaar goed in evenwicht in de laatste derby van Cromstrijen en de burgemeester kon tevreden weer naar huis. Wat betreft de kansen was het ook in evenwicht. De eerste helft had NSVV drie grote kansen om op voorsprong te komen. De laatste periode komt NSVV opvallend beter uit de kleedkamer voor de tweede helft. Niet deze derby. SSS ging meer vooruit druk zetten de tweede helft en NSVV had moeite met opbouwen. Nadat NSVV met tien man kwam te staan kreeg SSS meer ruimte en creëerde ook drie grote kansen. NSVV had aan een gelijkspel voldoende om verder te bekeren en deze missie is geslaagd.

In het eerste gedeelte waren de spelers van NSVV en SSS vooral met de tegenstaander irriteren bezig, zoals het vaak in een derby geschied. Meestal delft NSVV het onderspit als ze het voetbal uit het oog verliezen en de aandacht verzetten naar de tegenstander. Deze keer kwam NSVV tot inkeer en werd er het tweede gedeelte van de eerste helft behoorlijk gevoetbald. Het resultaat was drie grote kansen.  Eerst was het Lorenzo Pengel die ging kappen en draaien in het strafschopgebied van SSS, zich vrijspeelde en net over de lat schoot. Daarna ging Kelvin van der Giesen kappen en draaien in het strafschopgebied van SSS en gaf en slim balletje op Lorenzo Pengel. Lorenzo Pengel schoot weer net over de lat. De grootste kans creëerde Kelvin van der Giesen. Hij pikte de bal van de schoen van SSS-verdediger Tim Lader en ging alleen op SSS-keeper Sylvano Diepeveen af. Kelvin van der Giesen probeerde de keeper te passeren, maar zag nu de bal van zijn schoen gepikt worden.

De tweede helft kwamen er bij NSVV twee nieuwe spelers in en bij SSS één. SSS werd wat brutaler en ging meer druk vooruit zetten. Langzaam kreeg SSS het betere van het spel en na ruim een uur spelen mocht Dennis de Cauwer de handschoenen van Melvin Kruijthof testen. In de vijfenzeventigste minuut moest Thierry Bekker geblesseerd het veld verlaten en de drie wissels had NSVV al gebruikt. Met tien man werd de wedstrijd uitgespeeld. NSVV had aan één punt voldoende en SSS was door de twee verliespartijen al uitgespeeld in het bekertoernooi. Beide partijen kozen toch voor het “de dood of de gladiolen” concept, waardoor er veel ruimt op het veld ontstond. NSVV kwam er met tien man toch nog een paar keer via mooie combinaties over rechts door. In blessuretijd waren er nog twee grote kansen voor SSS’er Gijs van der Zande. NSVV heeft in dergelijke gevallen nog een “last line of defense” in de vorm van keeper Melvin Kruijthof. De eerste poging tikte Melvin Kruijthof met een weergaloze reflex net over. De tweede poging was een mooie omhaal, die net over ging.

NSVV reist volgende week voor de eerste competitiewedstrijd af naar het zuiden. Nieuwdorp is de tegenstander. Vorig seizoen heeft Nieuwdorp al in de tweede klasse E gespeeld en zijn toen twee punten boven de rode streep geëindigd. De ploegen in deze klasse zijn dicht bij elkaar geëindigd, dus het is belangrijk dat NSVV volgende week goed uit de startblokken schiet. Vorig jaar had NSVV een dramatisch bekertoernooi voor de competitie start afgewerkt en nu gaat NSVV een ronde verder. Uiteraard is NSVV nog lang niet in de cadans van de kampioensploeg die daarna in de loop van het seizoen ontstond.

Opstelling NSVV:

Melvin Kruijthof, Lars van der Heiden, Michael Ouwens, Yoeron van der Ree, Thierry Bekker (75e geblesseerd uitgevallen), Sjoerd Hofstede, Jeroen Voshart (60e Jordy Wemelsfelder), Richard Bras, Peter Jan Cazander (46e Roderick Bekker), Kelvin van der Giesen (46e Koen Witsiers), Lorenzo Pengel

Ruststand: 0 – 0

Eindstand: 0 – 0

 

CvdW: v.v. DIOZ – Christian Kerstens

Christian Kerstens is 27 jaar oud, en is bestuurslid van de club v.v. DIOZ. Hij woont tegenwoordig in Roosendaal, maar dat weerhoudt hem niet om zich nog in te zetten voor de club. Tevens voetbalt hij ook nog bij het vierde van de club uit Zegge, waar die als controlerende middenvelder de motor is van het elftal.

Toen hij zes jaar oud was begon hij met voetballen bij de club. Hij heeft bij DIOZ alle jeugdelftallen doorlopen, maar heeft nooit in een van de eerste elftallen gezeten. De keuze om bij de club te gaan voetballen was snel gemaakt: ‘’Ik woonde in Zegge, dan denk je er niet bij na, dan sluit je automatisch aan bij de club’’, zegt hij.

Sinds vorig jaar is hij bestuurslid geworden bij de club. ‘’Ik ben er een beetje ingerold, mede door een goede vriend van mij, Wessel Vroegrijk’’, verteld Christian. Daarvoor zat hij al vier jaar in de activiteitencommissie. Voor de activiteitencommissie regelt hij met een paar andere zo’n 7 a 8 activiteiten voor de club. Dit zijn activiteiten zoals een FIFA-toernooi of het ‘spel zonder grenzen’ op Hemelvaartsdag, wat vorig jaar een groot succes was. In het bestuur ondersteunt hij de penningmeester met het financiële gedeelte van de club, zoals het bijhouden van de contributie en het bijhouden van de sponsoren.

De club is erg blij met de vrijwilligers die zij hebben: ‘’Velen handen maken natuurlijk licht werk. We hebben een groep van 20 vrijwilligers waar we heel trots op zijn’’ zegt hij.

Volgens Christian is DIOZ een echte dorpsvereniging, waar iedereen elkaar kent, er zit geen haat en nijd tussen de mensen op de club. Mensen vertrekken uit Zegge, maar blijven zich toch nog inzetten voor de club ,of blijven nog spelen voor de club. ‘’Als ik kijk naar mijn eigen elftal, dan woont meer dan de helft buiten Zegge, maar toch staan ze elke zondagochtend om negen uur op de club. Dat zegt wel iets over de club’’, aldus Christian.

Hij heeft nog heel veel plezier in de werkzaamheden die hij doet voor de club, en hij denkt dat hij op termijn wel de taken van de huidige penningmeester zal overnemen. Christian hoopt dit zeker nog een goed tijdje te doen. Hij voorziet de toekomst van de club dan ook ‘rooskleurig’. ‘’Met de vrijwilligers die de club heeft en de jeugd die eraan ziet te komen, moet het goed komen, en kunnen we groeien’’, aldus Christian.

Voor het eerste elftal verwacht hij voor komend seizoen weer dat ze zich zullen handhaven. ‘’Vorig seizoen hebben ze zichzelf relatief makkelijk kunnen handhaven. Misschien kunnen ze dit seizoen een plek in het linke rijtje halen of met een beetje geluk een periodetitel pakken’’, zegt hij. Hij kijkt uit naar weer een jaar met leuke activiteiten en mooie gebeurtenissen.

Actieve trainingstherapie bij My Medical Centre

My Medical Centre in Utrecht en Nieuwegein is gespecialiseerd in het begeleiden van sporters die kampen met blessures. ,,Wij werken intensief aan het herstel, maar zijn ook preventief bezig”, vertelt Jaap Mol. ,,We geloven in een actieve therapie. Bij ons komen sporters niet om op de bank gemasseerd te worden. Er moet gewerkt worden aan je herstel”.

Tal van topsporters hebben My Medical Centre inmiddels weten te vinden. ,,Ik begeleid tennissers die op Roland Garros spelen, maar ook dartkampioenen en voetballers die op niveau uitkomen”, legt Mol uit. ,,Bij voetbalblessures komen we vaak spierblessures tegen. Je kunt daarbij denken aan spierscheuringen en overbelastingsklachten. De meest bekende blessures bij voetballers zijn natuurlijk de hamstringblessure en liesklachten” Ook kwetsuren aan knieën (bijvoorbeeld kruisbanden en meniscusproblemen) en enkels komt Mol vaak tegen in zijn praktijk. ,,We zien mensen meestal snel na het trauma en zo is een doorverwijzing naar een specialist snel mogelijk. Dan wordt via een MRI-scan veel duidelijk”, aldus Jaap Mol.

Sinds tien jaar is ook de echografie een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van de fysiotherapeut. ,,Een spierblessure voel je niet van de buitenkant en met een echo kan het juiste behandeltraject gekozen worden.” vertelt Mol.

Naast de fysiotherapie is er ook Manuele therapie, Dry needling, voet en loopanalyse (VSO voor sportzolen), sport diëtiste, allemaal onder 1 dak!

Informatie over My Medical Centre is te vinden op www.mymedicalcentre.nl

Voor een afspraak zowel in Utrecht als in Nieuwegein kunt u bellen naar 030-6040665.

Nieuwe hoofdtrainer DSE begint vol energie

DSE is klaar voor de weg naar de derde klasse. De club groeit, de selectie krijgt er steeds meer talenten bij en heeft nu ook een talentvolle trainer: Willem Lambregts. En die is al even ambitieus en enthousiast.

Eigenlijk, geeft Willem Lambregts (29) toe, is hij een jongen van de Leur. “Ik heb altijd bij Unitas’30 gevoetbald.” Maar toch voelt hij zich als een vis in het water bij De Sportvriend Etten. “De sfeer die hier hangt is niet te vergelijken met Unitas’30 of Internos, hoewel DSE de afgelopen jaren flink gegroeid is. Iedereen kent elkaar grotendeels, of je nu bij het eerste voetbalt of een vrijwilliger bent. Alles gaat hier gewoon gemoedelijk en ook een buitenstaander als ik word direct opgenomen in de club.”

Kruisband
Lambregts kwam bij DSE terecht door een vacature voor een trainer bij de A1 en het tweede elftal. “Ik ben vier jaar geleden al gestopt met voetballen, noodgedwongen helaas. Ik scheurde mijn kruisband af en dat was niet mijn eerste blessure, dus besloot ik ermee te stoppen. Ik had altijd bij Unitas’30 gevoetbald, tot mijn laatste jaren bij Beek Vooruit en later nog even met vrienden bij DEVO. Nu voetbal ik nog wel in een lager team, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, maar dat is toch een ander niveau.”

Waar de ene weg werd afgesloten, ontdekte Lambregts een ander pad: het trainerschap. Hij haalde de eerste papieren bij Unitas’30 en ging daar de oudere jeugd trainen, tot hij de vacature zag bij DSE. “Ik dacht: lekker in de buurt, dus waarom niet? Ik heb een half jaar de A1 gedaan en toen het tweede overgenomen. Dat tweede team heb ik vier seizoenen geleid, eigenlijk bestond dat team niet echt meer bij DSE, dus heb ik het weer op mogen bouwen. Uiteindelijk zijn we zelfs gepromoveerd naar de reserve derde klasse.”

Het trainersvak lag hem wel, dat merkte het bestuur van DSE ook. Nadat Marc van der Linden aangaf te stoppen, klopten ze bij Lambregts aan voor het hoofdtrainerschap van het vlaggenschip. “Ik kende de spelersgroep grotendeels al, had de papieren en blijkbaar zagen zij de potentie in mij. Ik heb niet getwijfeld, als mensen mij het vertrouwen geven, ga ik daar graag op in.”

Wat ook meehielp, was de spelersgroep die Lambregts zag staan. DSE is gegroeid en daar profiteert het eerste van. “Dat is een mooie mix van jonge talenten en spelers die al langer in het eerste spelen. Die talenten voetballen allemaal al jaren samen, hebben goede jeugdtrainers gehad en zijn ook echt bereid voor het eerste elftal te gaan, dat zie je niet in elke generatie. Daar moet je ook een beetje geluk mee hebben.” Volgens Lambregts zijn het voor 75 procent jongens die al hun hele leven in het blauwwit spelen. “DSE is er de club niet naar om spelers van andere clubs te halen. Je moet graag bij ons willen voetballen, anders hoeft het niet.” Het overige kwart bestaat uit jongens die zelf graag bij DSE wilden spelen, een mooie combinatie volgens de jonge oefenmeester.

Met al die kwaliteiten moet promotie op termijn mogelijk zijn, vinden zowel het bestuur als Lambregts. “Maar ik denk dat we eerst een stabiele vierdeklasser moeten worden, die elk jaar bovenin meedraait. Nu schommelt het nog te veel. We moeten laten zien dat wij in de top van de vierde klasse horen, daarna kunnen we aan een promotie gaan denken.” Zijn doel voor komend seizoen is duidelijk: een plek in de top 5.

Debuut
Lambregts omschrijft zichzelf als een ‘mensenmens’. “Trainer ben je niet alleen op dinsdag, donderdag en zondag, maar de hele week. Ik wil er altijd voor de jongens zijn.” Hij is blij met zijn staf. “Een erg waardevol groepje mensen, die allemaal al jaren bij DSE rondlopen. Ik heb hen echt hard nodig, kan het ook niet alleen.” Hij is benieuwd naar zijn debuutjaar. “Het is toch heel iets anders, trainer zijn van een eerste elftal. Je moet nu echt presteren, een elftal samenstellen en die spelers zowel individueel als in teamverband beter maken.”

Met zijn 29 jaar is hij nog een broekie in het trainersvak. Hij wil dat in zijn voordeel gebruiken. “Ik ben een trainer van deze tijd, leergierig, want ik weet ook niet alles. Daarnaast wil ik niet een autoriteit zijn die alles bepaalt, zonder naar zijn spelers te luisteren. Ook hun meningen wil ik meenemen.” DSE kan daarnaast verschillende tactieken verwachten. “Ik hou van het voetballende spel, niet van het reactievoetbal of lange ballen, maar heb graag de controle over een wedstrijd. Mochten we die controle niet hebben, dan kan ik mijn tactiek daar ook op aanpassen.

Ik vind het leuk om te experimenteren met die speelwijzen, maar heb wel altijd een basisplan liggen. Daarnaast is er nog een plan B en C.” Hij verliest zich niet in jeugdige ambities. “Laat ik me eerst maar eens bij DSE bewijzen, door aan te tonen dat een jonge gast het goed weg kan zetten en kan regelen bij een grote club.”

Yennick Berrevoets is ”kind in speelgoedwinkel’

In februari van 2017 beleefde Yennick Berrevoets zijn grootste voetbalnachtmerrie. Hij scheurde de voorste kruisband van zijn linkerknie. Wat volgde was een operatie en een lange revalidatieperiode. Nu is hij is klaar voor zijn comeback in het eerste elftal van MVV’27.

Bij de start van de nieuwe competitie is Berrevoets nog geen basisspeler bij de Maaslanders, die hun zinnen hebben gezet op promotie naar de tweede klasse. “Dat komt nog iets te vroeg”, zegt de 25-jarige inwoner van Maassluis. “Ik heb eind vorig seizoen vier, vijf wedstrijden gespeeld in het tweede. Dat voelde goed. Voor mezelf heb ik ingecalculeerd dat het een paar maanden duurt voordat ik weer helemaal de oude ben. De concurrentie op mijn plek is groot. De trainer heeft keuze zat. Ik zal vooral wedstrijdritme moeten opdoen en in het tweede elftal laten zien dat ik er klaar voor ben.

” Tot anderhalf seizoen geleden had Berrevoets, die met zijn vader een verzekeringsbedrijf in Monster heeft, een zorgeloos voetbalbestaan. Hij was een gewaardeerde basiskracht bij MVV’27. In de thuiswedstrijd tegen Verburch ging het echter na vier minuten al mis. “Ik draaide weg bij mijn tegenstander. Mijn knie bleef staan”, herinnert hij zich van dat gewraakte moment. Wat hij voelde was een helse pijn. “Alsof er een mes in je knie wordt geslagen. Een stekende pijn. Ik hoorde ook het geluid van het afscheuren. Later zei onze keeper dat hij dat ook had gehoord.”

“Ik wist meteen dat het foute boel was. Mijn broer is fysiotherapeut en heeft datzelfde weekend nog naar mijn knie gekeken. Hij was dik en helemaal blauw. Toen wist ik voldoende.” In de Medinova Kliniek bleek de voorste kruisband volledig afgescheurd. Ongeveer twee maanden na het oplopen van zijn blessure ging Berrevoets onder het mes. “De periode na die operatie was geen pretje”, weet hij nog. “De eerste weken had ik veel pijn. De knie zag paars van blauwheid. Ik kon alleen maar op de bank zitten en voelde me heel beperkt.”

Toen volgde de revalidatieperiode. “Ik heb twee keer in de week fysiotherapie gedaan. Daarnaast moest ik ook veel oefeningen doen. Die discipline was zeker in het begin lastig. Ik had de mazzel dat mijn broer fysiotherapeut is. Hij kent mij door en door en heeft me in die periode regelmatig op mijn kop gegeven als ik even de boel liet versloffen.”

“Geduld is erg belangrijk in het revalidatieproces”, vervolgt Berrevoets. “Na zes maanden voelde ik mijn knie weer sterk worden. Ik wilde eigenlijk snel weer gaan trainen en spelen. Mijn broer maakte duidelijk dat voor zo’n zware blessure een bepaalde periode staat en dat spelen nog veel te vroeg was.

”Eenmaal voor het eerst op het veld, voelde Berrevoets zich ‘hemels’. “Het was een verademing, de eerste training en later de eerste speelminuten in een wedstrijd. Ik waardeer het voetballen veel meer. Voor mijn blessure was het automatisch dat je speelde, maar ik weet nu wel beter.”

Angst om weer tegen een grote blessure aan te lopen, heeft hij niet. Wel ondervindt hij nog de beperkingen van zijn linkerknie. “Zo flexibel als mijn rechterknie wordt hij niet meer. Buigen is ook moeilijker. Ik zal altijd mijn bovenbeenspieren goed moeten blijven trainen. Verder geniet ik van mijn terugkeer. Ik voel me als een kind in een speelgoedwinkel.”

In gesprek met Johan van der Ham, speler van OHVV

Johan van der Ham begint ‘’alweer’’ aan zijn veertiende seizoen bij OHVV. De rechtsbenige middenvelder is 42 jaar, maar dat houdt hem niet tegen om het veld op te gaan. Elke mogelijkheid om op het voetbalveld te staat, die benut hij zo lijkt het wel.

‘’Ik werk full-time in onregelmatige diensten en ben trotse vader van twee kinderen. Mijn zoontje voetbalt ook, bij VV Hellevoetsluis, en daar ben ik ook trainer. Ik ben dus zes dagen in de week op het voetbalveld te vinden’’ Kortom een druk bestaan voor de middenvelder. ‘’Maar ik regel het wel met mijn collega’s om soms iets eerder weg te gaan en soms neem ik voor het voetbal verlof uren op. Dat heb ik er wel voor over, want ik ben helemaal gek van het spelletje en doe het dus graag.’’

De derde en vierde klasse op zondag zijn dit seizoen samengevoegd. De beste helft gaat halverwege het seizoen strijden voor promotie en het kampioenschap, terwijl de onderste helft moet vechten voor lijfsbehoud in de derde klasse. ‘’Bij de eerste zes moeten we zeker eindigen, dat is ook de doelstelling die uitgesproken is. Daarna moeten we hopelijk wel serieus mee kunnen doen  voor daadwerkelijke promotie.’’

Hoewel Johan, zelf toegegeven, op leeftijd is om nog mee te voetballen met het eerste elftal, schort het niet aan motivatie. ‘’Ik heb met mijn nieuwe trainer Mitchell van Gastel gesproken en gelukkig wilde hij me er graag bijhouden. Voetballend gaat het zeker allemaal nog wel, maar conditioneel moet je reëel zijn dat je een jaartje ouder wordt. Toch heb ik inmiddels al weer aardig wat minuten gemaakt. Voor mij zijn alle minuten die ik mee pak weer mooi meegenomen. Als ik mijn steentje weer kan bijdragen ben ik tevreden.’’

‘’OHVV is echt een unieke vereniging, zeker in deze tijd nog. Het is een kleine vereniging, ons kent ons en ook de accommodatie is nog authentiek. Je waant je in een oase van rust in de polder. We noemen het zelf niet voor niets de ‘Oudenhoornse toendra’. Dat is een omgeving waarin ik me heel prettig voel, zeker met al die fusieclubs en hun gelikte accommodaties en grote kantines van tegenwoordig.’’

In gesprek met Ayrton Verlaan

Ayrton Verlaan (21) is nu bezig aan zijn tweede seizoen bij het eerste elftal van Zuidland. De snelle buitenspeler studeert sportmarketing en management aan de Hogeschool Rotterdam. Momenteel loopt hij stage bij kledingmerk “Clan de Banlieue” en daarnaast werkt hij nog bij de Nike Store in Rotterdam. Ondanks zijn jonge leeftijd is Ayrton al voor vier clubs uitgekomen en daar komt er in de toekomst waarschijnlijk nog wel één bij. De in Spijkenisse geboren voetballer zit nog vol ambitie en wilt zo hoog mogelijk eindigen. Waar die dan gaat eindigen, dat ziet de jongeling nog wel.

Hij startte zijn carrière bij SCO’63, dit niveau ontgroeide hij op zijn twaalfde en dus besloot de SCO’er het hogerop te gaan zoeken bij de andere vereniging in de stad: VV Spijkenisse. Hier heeft hij de rest van zijn jeugd gespeeld en ook een mooie tijd gehad. In deze periode heeft hij altijd in de nationale jeugdcompetities gespeeld en moest hij het vaak opnemen tegen verschillende BVO’s door het land. “In deze tijd heb ik tegen vrijwel elke BVO gespeeld”. Zijn eerste jaar in het seniorenvoetbal besloot hij naar Nieuwenhoorn te gaan. “Jammer genoeg zag de trainer het daar niet in mij zitten en kwam ik weinig aan spelen toe.” Het jaar daarop besloot Ayrton een club te zoeken waar hij wel aan spelen toe zou komen, aan hem werd Zuidland geadviseerd. “Ik vond het belangrijk om naar een club te gaan op hetzelfde niveau maar waar ik meer kans zou hebben om minuten te maken, ik ben jong en het is belangrijk om ervaring op te doen en veel te spelen.” Dat laatste is gelukt, met veel minuten in de benen en ook nog 10 goals en 6 assists was Ayrton belangrijk voor de ploeg. Hij kan dus terugkijken op een goed debuutjaar en daarom kijkt hij ook uit naar komend seizoen.

De aanvaller van Zuidland zit momenteel nog midden in de voorbereiding en die loopt soepel, bij winst tegen MZC’11 is het verzekerd van de volgende ronde. MZC’11 staat onderaan met nul punten en Zuidland deelt de koppositie met SV Poortugaal. Ayrton verwacht dat Zuidland het spel moet gaan maken en dat ze veel de bal zullen krijgen. Ook hoopt hij dat zijn team kan gaan domineren en een mooie uitslag op het scorebord kan gaan zetten. Persoonlijk begint het bij Ayrton steeds beter te lopen, aan de start had hij nog moeite met de goal te vinden maar inmiddels is de eerste goal al gemaakt. Hij belooft daarop dat er nog meer gaan volgen.

Ayrton heeft een duidelijk doel voor ogen dit jaar, hij wilt belangrijker worden voor het team om volgend seizoen misschien een stap hogerop te komen. Een stap naar de eerste klasse zou dan logisch zijn denkt Ayrton. Echter moet de club wel bij hem passen en ook de garantie op speelminuten. Geforceerd hogerop is hij dan ook niet van plan. “Het plaatje moet gewoon kloppen”, zegt hij. Daarnaast hoopt de buitenspeler uiteraard de 10 goals en 6 assists van vorig seizoen te overtreffen.

Als team zijnde hoopt Ayrton dat Zuidland mee kan draaien met de bovenste drie ploegen. “We hebben een jonge ploeg die gretig is en er zit ook zeker veel potentie in de groep.” Een kampioenschap vindt Ayrton iets te ambitieus maar een periode zou zeker mogelijk zijn. “Echter moeten we niks en is het vooral de bedoeling om met leuk en attractief voetbal bovenin mee te doen. Wel zijn er twee belangrijke spelers vertrokken maar daar zijn ook weer versterkingen voor teruggekomen, al met al is de selectie dus redelijk in balans gebleven.” Ook vindt hij de competitie dit jaar leuker geworden, volgens hem zijn er een paar leuke ploegen uit de eerste klasse bijgekomen en zo hoopt hij op een hoger niveau dit jaar.

Op de vraag waar de krachten van Zuidland liggen is Ayrton helder. “We spelen voornamelijk vanuit de omschakeling, de tegenstander moet opletten om niet te ver op onze helft te spelen want als we er uit komen is het vaak raak.” Met de snelheid van Ayrton is hij dus een belangrijke pion in het schakelvoetbal van Zuidland.

Op de vraag of Ayrton ooit terug zou willen keren bij Spijkenisse is de rappe buitenspeler ook duidelijk. “Waar Spijkenisse nu speelt is wel het niveau waar ik naartoe wil werken, veel van mijn oud-teamgenoten spelen nog op dat niveau, het zou mooi zijn om dat niveau ook te behalen. Of dat nu bij Spijkenisse is of bij een andere club maakt mij niet zoveel uit. Mocht het Spijkenisse worden is dat natuurlijk altijd mooi, maar ik zou daar niet komen om mijn naam te vestigen of revanche te nemen.”

Keepershelm heeft echt nut

Het is alweer tien jaar geleden dat keeper Petr Cech een keepershelm opzette om zijn hoofd te beschermen. De toenmalige doelman van Chelsea had een schedelbasisfractuur opgelopen na een botsing eerder dat seizoen. Hoezeer het nut van het dragen van een keepershelm ook bewezen is, nog steeds zijn er te weinig keepers die er mee spelen.

Dat laatste verbaast Sander Zaal en Mozes Hoppenbrouwer. Het tweetal runt in Leusden Full90 Europe het enige
bedrijf in Europa dat zich bezighoudt met het afzetten van specifiek voor het voetbal ontworpen keepers- en voetbalhelmen. ,,Met Full90 zorgen wij voor een passende preventieve oplossing voor het groeiende probleem binnen het voetbal, hersenletsel.’’, vertelt Hoppenbrouwer, zelf voetballer van Roda’46 Zondag. ,,Onze doelstelling is om de bewustwording van het probleem te vergroten.’’

,, Ondanks dat vrijwel iedere voetballiefhebber weet dat Cech met een keepershelm op doel staat en Oranje  Leeuwin Kirsten van de Ven als speelster met een hoofdbeschermer voetbalde is er nog steeds veel onwetendheid. Jaarlijks wordt er bij ongeveer 15.000 voetballers hoofd- en hersenletsel geconstateerd’’, vertelt Zaal. ,,Ongeveer 7000 daarvan wordt gezien door een arts, en 3000 belanden op de Eerste Hulp. Wetenschappelijk onderzoek
wijst uit dat 85% van het sport gerelateerde hersenletsel, bijvoorbeeld hersenschuddingen, niet opgemerkt wordt.
Het werkelijke aantal voetballers met licht hersenletsel ligt waarschijnlijk zelfs dichter bij de 100.000.’’

Gelukkig zijn er steeds meer clubs die preventief bezig zijn. Hoppenbrouwer: ,,Bij onder andere Oranje Wit uit
Dordrecht en Unitas uit Gorinchem is elke keeper tot en met 13 jaar verplicht om met een keepershelm te keepen.
Bij Roda’46 Zondag bijvoorbeeld heeft de technisch staf keeper Rick Schoonderbeek, na het oplopen van een zware hersenschudding, verplicht een helm te dragen. Zo’n 600 keepers in Nederland spelen nu wekelijks met een helm. Dat is mooi, maar nog altijd veel te weinig, gezien het risico dat keepers lopen.’’

Om die reden gaat Hoppenbrouwer regelmatig bij clubs langs om voorlichting te geven. ,,We richten ons tot ouders en kinderen tot veertien jaar.” Aldus Hoppenbrouwer.

CvdW: v.v. DIOZ – Aaron van Overveld

Aaron van Overveld is 25 jaar oud, en speelt al heel vanaf de jeugd bij v.v. DIOZ. De in geboren en getogen Zeggenaar speelt al sinds zijn negentiende vast in het eerste elftal van de club, waar hij nu al drie jaar aanvoerder van is.

In zijn jeugd heeft hij altijd in de eerste elftalen gezeten en toen hij eenmaal de overstap naar de senioren moest maken, begon hij bij het tweede elftal. Daarvoor mocht hij af en toe al weleens meedoen met het eerste elftal. Hij heeft ongeveer een jaar tussen het tweede en het eerste gedobberd, en zat na dat jaar vast bij de selectie van het eerste.

De verdedigende middenvelder is nooit concreet gevraagd om bij een andere club te voetballen, maar als hij het zou willen had het waarschijnlijk wel gekund. ‘’Het is niks voor mij, ik heb het hier naar mijn zin en ik heb hier al mijn vrienden’’, verteld hij. Voor hem staat het plezier voorop.

Wat de club zo mooi maakt volgens Aaron is het feit dat de club in een klein dorp ligt. ’’Iedereen kent elkaar hier en na de wedstrijd in de kantine vindt iedereen, zelfs de tegenstander, het hartstikke gezellig hier’’, zegt hij. Hij is ook realistisch wat betreft de prestaties van de club. ‘’Zegge is een klein dorpje, en als wij geluk hebben halen we een keer een periodetitel, en als we pech hebben moeten we vechten voor degradatie’’, aldus Aaron. Het is dus volgens hem wel het hoogst haalbare voor de club.

Het is ook moeilijk voor de club om echt te groeien. Door het kleine aantal jeugdteams wat de club heeft , is er amper doorstroom naar het eerste elftal. ‘’We hebben nu wel redelijk veel pupillen teams, maar hebben maar een juniorenteam, de J015’’, zegt hij. Het duurt dus nog wel even voordat die met het eerste elftal mee kunnen. Het voordeel van het eerste elftal is wel dat ze nog een jong team hebben staan, die nog even door kunnen.

Hij heeft zijn mooiste moment bij de club twee jaar geleden beleefd. Ze speelden toen twee keer de derby tegen v.v. DEVO, en wonnen ook twee keer. Thuis wonnen ze toen de wedstrijd met 8-2, en uit stonden ze met 1-0 achter, en wonnen vervolgens nog met 1-2. ‘’Het is altijd leuk om dit soort wedstrijden te winnen, ook omdat er veel publiek staat en de wedstrijden meer leven dan andere wedstrijden.

Met twee nieuwe veldspelers van andere clubs en twee nieuwe keepers, verwacht hij voor aankomend seizoen dat de ze weer in de middenmoot gaan eindigen. ‘’Natuurlijk hoop ik op een plek bij de bovenste plekken, maar als ik eerlijk moet zijn verwacht ik dat het een plek in de middenmoot wordt’’, aldus Aaron. Hij kijkt in ieder geval uit naar de seizoenstart van volgende week.

Vooruitblik op Swift – Ter Leede

Het zal de vierde keer worden dat Ter Leede uit aantreedt tegen Swift. De laatste ontmoetingen waren ruim in het voordeel van de roodgele. Ter Leede won namelijk uit met 0-2 en thuis werd er op de laatste speeldag met maar liefst 6-2 gewonnen. Swift zal dus uiterst gemotiveerd zijn om revanche te halen. Daar bovenop komt ook nog dat Quick met nul punten op een gedeelde laatste plek staat.

Ondanks de goede voorbereiding van Quick waarin werd gewonnen van CSV Apeldoorn, SDC Putten en SDO wil het in de competitie nog niet echt lukken. Er werd thuis met 1-2 verloren van Smitshoek en uit tegen ’s-Gravenzande lukte het wederom niet want er werd deze keer met 4-2 verloren.

Trainer Bart Logchies had de start van de competitie graag anders gezien. Voor de competitie kwam hij nog met de uitspraak: “met onze versterkte selectie mikken we op een plek bij de eerste vijf”. Nou is dat natuurlijk nog mogelijk maar dan zullen er toch echt punten gepakt moeten worden.

In de onderlinge wedstrijden tussen Ter Leede en Quick staat Ter Leede riant aan de leiding. Alleen in 2011 werd er uit met 2-1 verloren. Ook het onderlinge doelsaldo is in het voordeel van Ter Leede, laatstgenoemde scoorde 17 keer en Quick maakte er maar 6. Ondanks deze cijfers zal het geen makkelijke wedstrijd worden, Quick zal tot op het bot gemotiveerd zijn om de punten van Ter Leede af te pakken.

Om 14.30 zal het eerste fluitsignaal klinken op sportpark Olympiaplein. De wedstrijd zal geleid worden door scheidsrechter M.G. Paarhuis.

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.