Home Blog

Timo Versteeg blijft trouw aan ‘zijn’ Rijsoord

Hij is pas 21 jaar, maar speelt al jarenlang in het eerste elftal van Rijsoord. Timo Versteeg ademt de club. Als geboren en getogen Rijsoordenaar maakte hij de hoogte- én dieptepunten van dichtbij mee, maar één ding veranderde nooit: zijn liefde voor de vereniging. “Ik ben hier opgegroeid, dit is mijn tweede thuis.”

Van jongs af aan bij de club

Timo hoeft niet lang na te denken als hij wordt gevraagd naar zijn eerste stappen bij Rijsoord. “Ik ben geboren in Zwijndrecht, maar woon al mijn hele leven in Rijsoord. Zodra ik geboren werd, stond ik eigenlijk al langs de lijn. Mijn broer voetbalde hier, dus ik liep als klein jongetje al op het sportpark rond,” vertelt hij met een glimlach. “Op mijn vijfde of zesde ben ik zelf gaan voetballen. Sindsdien ben ik nooit meer weggegaan. Door hard te werken en altijd te blijven geloven in mezelf, speel ik nu al een paar seizoenen in de selectie. Daar ben ik best trots op.”

Een jongen van de club

Versteeg is het toonbeeld van een echte clubjongen. “Ja, ik ben echt een jongen van de club,” zegt hij stellig. “Ik ben hier begonnen, ik geef training bij de jeugd en ik doe mijn best om iets terug te geven. Het is mooi om jonge gasten die ik training geef, later bij het eerste te zien aansluiten. Dan besef je pas echt hoe sterk de band binnen de club is.”

Over zijn speelstijl hoeft Timo niet lang na te denken. “Ik ben een scherpe verdediger, een beetje van de oude stempel. Denk aan iemand als Jaap Stam: hard in de duels, veel inzet, veel positiviteit. Ik hou van eerlijk en fel voetbal. Alles geven voor het team, dat vind ik het belangrijkste.”

Jong team met toekomst

Het huidige eerste elftal van Rijsoord bestaat uit veel jonge spelers, iets waar Timo juist kracht in ziet. “We hebben een jong team, met weinig ervaring, maar wel heel veel potentie. De club heeft bewust gekozen om de komende jaren meer jongens uit de eigen jeugd in het eerste te laten doorstromen. Dat is een toekomstplan waar ik helemaal achter sta,” vertelt hij enthousiast. “Een paar jaar geleden speelden we nog hoofdklasse, nu zitten we in de derde klasse. Natuurlijk is dat sportief gezien een stap terug, maar ik vind het juist mooi dat we bouwen aan iets nieuws. Je ziet nu weer meer bekende gezichten op het veld. Dat is goed voor het team én voor de binding met het publiek.”

Blijven ondanks tegenslagen

De laatste jaren kende Rijsoord een aantal degradaties, maar Versteeg bleef de club trouw. “Tuurlijk is dat frustrerend. Je hebt echt wel momenten dat je denkt: het is weer hetzelfde verhaal, het lukt weer niet. Maar dan komt toch dat gevoel van loyaliteit naar boven. Je bent een kind van de club en je wil blijven vechten voor de kleuren die je altijd hebt gedragen,” zegt hij. “Voetballen doe je met je hart. En als de technische commissie een goed plan heeft voor de toekomst, dan wil ik daar graag mijn steentje aan bijdragen. Ik heb vertrouwen in wat er komt, ook al kost het tijd.”

Rijsoord als familie

Het dorpsgevoel binnen Rijsoord is iets waar Timo veel waarde aan hecht. “Rijsoord is echt een dorpsclub. Gezelligheid, saamhorigheid, iedereen kent elkaar. In de kantine is het altijd leuk, er hangt een positieve sfeer. En wat ik mooi vind: het maakt niet uit waar je vandaan komt. Iedereen wordt hier hetzelfde behandeld, of je nou uit Rotterdam-Zuid komt of gewoon uit het dorp. We zijn één familie en we doen het met z’n allen.”

Vrijwilligers spelen daarbij een sleutelrol, benadrukt hij. “Zonder vrijwilligers geen club. Wij hebben het geluk dat er bij Rijsoord nog heel veel mensen zijn die zich met hart en ziel inzetten. Van trainers tot kantinemedewerkers – iedereen draagt zijn steentje bij. In de afgelopen tijd zijn er helaas wat clubiconen weggevallen, maar je ziet dat er meteen nieuwe mensen opstaan om het over te nemen. Dat zegt alles over de mentaliteit hier.”

Trots en dankbaar

Na al die jaren is Timo nog steeds trots dat hij het blauw-wit van Rijsoord mag dragen. “Ik heb er hard voor gewerkt om hier te komen en ik geniet er nog elke week van. Dit is mijn club, mijn vrienden, mijn familie. Daar doe je het voor,” zegt hij.
Tot slot wil hij graag nog één ding kwijt: “Een dikke pluim voor alle vrijwilligers. Zij zorgen ervoor dat de club blijft draaien en dat wij kunnen doen wat we het liefste doen: voetballen voor Rijsoord.”

Klik op VV Rijsoord voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Rijsoord voor meer informatie over de club.

Slikkerveer groeit door: “We moesten wel uitbreiden, anders pasten we niet meer op ons eigen complex”

Voetbalvereniging Slikkerveer is de afgelopen jaren flink gegroeid en dat is te zien op het sportpark aan de Anjerstraat. De club heeft de afgelopen maanden fors geïnvesteerd in het complex: zes nieuwe kleedkamers, een vernieuwde kantine, nieuwe meubels, een verse overkapping en hopelijk binnenkort ook een derde kunstgrasveld. Voorzitter Fred Vlasblom vertelt met gepaste trots over de metamorfose bij de Ridderkerkse vereniging.

“De groei van onze club maakte het gewoon noodzakelijk,” begint Vlasblom. “We zagen al een paar jaar dat het aantal leden bleef toenemen. Dat is natuurlijk fantastisch, maar op een gegeven moment liepen we tegen onze grenzen aan. Je kunt niet blijven schuiven met kleedkamers en velden. Als je iedereen de ruimte wilt geven om te trainen, om te douchen en gewoon lekker te voetballen, dan moet je investeren.”

Bouw met de club

De bouw van de zes nieuwe kleedkamers is volgens Vlasblom het paradepaardje van de vernieuwing. “We hebben dit grotendeels zelf van de grond gekregen,” legt hij uit. “Met obligaties die we destijds hebben uitgegeven, wat eigen vermogen en vooral een geweldige bouwploeg van vrijwilligers. Zoeteman Bouw heeft de basis neergezet, en onze eigen mensen hebben het daarna afgebouwd. Daar mogen we als vereniging echt trots op zijn.”

De plannen zijn niet nieuw. “Dit traject is eigenlijk begonnen toen Rinus Hitzert nog voorzitter was,” vertelt Vlasblom. “Hij zag samen met het toenmalige bestuur al aankomen dat we uit onze jas aan het groeien waren. Dankzij die vooruitziende blik zijn we nu zover gekomen.”

Kunstgras op komst

De volgende stap is het derde kunstgrasveld, al is dat nog even spannend. “Dat ligt nu bij de gemeenteraad van Ridderkerk,” zegt Vlasblom. “We hopen deze maand groen licht te krijgen. We hebben alle partijen in onze bestuurskamer uitgenodigd om te laten zien wat Slikkerveer betekent voor de gemeenschap: hoeveel jeugd hier voetbalt, hoeveel vrijwilligers zich inzetten. We hebben laten zien dat we het nodig hebben – en dat we het verdienen.”

Met een glimlach voegt hij toe: “Iedereen reageerde positief. Alleen de SGP was wat terughoudend, maar zelfs met die meneer hebben we een goed gesprek gehad. We hebben uitgelegd dat we nu op zaterdag spelen in plaats van zondag. Dat vond hij mooi om te horen.”

Vernieuwde kantine en warm clubgevoel

Niet alleen de kleedkamers en velden krijgen aandacht: ook de kantine is flink aangepakt. “De buitenkant was verouderd,” vertelt Vlasblom. “Het hout begon te rotten, dus dat hebben we helemaal vernieuwd. We hebben een nieuwe overkapping geplaatst, de kantine binnen opnieuw ingericht met nieuwe meubels — alles is fris en modern. Het geeft de club weer een professionele uitstraling.”

Toch benadrukt hij dat Slikkerveer meer is dan bakstenen en gras. “We hadden afgelopen week onze ‘Warm Gevoel-avond’,” zegt hij trots. “Daar verwelkomden we zeventig nieuwe leden met hun ouders. We gaven ze allemaal een goodiebag, een bal en een boekje waarin ze hun eerste goal kunnen noteren. We willen dat iedereen dat Slikkerveer-gevoel krijgt. Dat is wat onze club sterk maakt.”

Vrijwilligers en verbondenheid

Met groei komt ook een uitdaging: het vinden van vrijwilligers. “Dat is onze volgende grote stap,” legt Vlasblom uit. “We willen ouders en leden nog meer betrekken bij het clubleven. Zonder vrijwilligers geen club, zo simpel is het. En als je ziet hoe mooi ons complex nu wordt, dan is dat ook een uithangbord. Mensen willen graag iets bijdragen aan iets waar ze trots op kunnen zijn.”

Vrienden van Slikkerveer

De voorzitter prijst ook de steun van de Stichting Vrienden van Slikkerveer, die met donaties veel mogelijk maakt. “Dat is ooit begonnen met vijftig vrienden, inmiddels zijn het er al zestig,” vertelt hij. “Zij helpen ons elk jaar weer om nieuwe dingen te realiseren. Dat is goud waard.”

Ondanks de verbouwingen blijft Vlasblom ook naar het sportieve kijken. “We zijn derdeklasser en de start was wat stroef, maar we hebben nu twee wedstrijden op rij gewonnen. De sfeer is goed, de groep is leuk en het fundament van de club is sterker dan ooit. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.”

Klik op SV Slikkerveer voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Slikkerveer voor meer informatie over de club.

WSC moet wennen in de tweede klasse: ‘Een stapje beter’

Een mooi jaar, bekroond met promotie naar de tweede klasse. En een tripje naar Ibiza. Kortom, bij WSC zaten ze er afgelopen seizoen lekker in. En dus hoopt Jop Daems dat ze in Waalwijk die lijn, ook op een niveau hoger, door kunnen trekken. “Het is voorlopig nog wel even wennen.”

Want na een jaar waarin bijna alles werd gewonnen, WSC eindigde na 26 wedstrijden met 58 punten op een tweede plaats, is de start voorlopig stroef. In de tweede klasse dus. “Het gaat nog niet zo super…” Hoe dat komt? De 21-jarige Daems heeft er wel een antwoord op. “Twee oudere jongens bij ons zijn gestopt, dat is een flink verschil. En we maken de kansen niet af. Net als twee jaar geleden.” Ook toen speelde de ploeg uit Waalwijk namelijk in de tweede klasse, maar degradeerde het. “Tegenstanders zijn sneller én meer fysiek. Iedereen is net een stapje beter.”

Stand verplicht

In vergelijking met de derde klasse dus. Het niveau waarop WSC afgelopen seizoen met succes uitkwam. “Dat is zeker een mooi jaar geweest! Het is jammer dat we het niet kunnen herbeleven.” En niet voor niks, lacht Daems. “Als kers op de taart, gingen we ook nog een weekendje naar Ibiza.” Want, zo vertelt hij. “Een vader van iemand uit ons team, had dat aan het begin van het seizoen op een bierviltje geschreven. Voor als we zouden promoveren.” Zo geschiedde.

Al kostte het de nodige moeite, is de inwoner van Waalwijk eerlijk. “Ons doel was kampioen worden. Met ons team, waren we dat ook eigenlijk wel aan onze stand verplicht.” Toch lukte dat uiteindelijk dus niet. “We waren in principe de beste, maar hebben het zelf weggeven. Onder meer met domme fouten.” Met één punt minder dan kampioen SVW, waren de druiven dan ook zuur. Zou je zeggen. “Tuurlijk was dat jammer, maar iedereen heeft toen heel snel de knop omgezet. Omdat we zeker wisten dat we die nacompetitie gingen winnen. En achteraf, was dat misschien nog wel leuker dan kampioen worden…”

Zak geld

Zaak om dat goede gevoel, na de moeizame start van dit seizoen, snel weer terug te vinden. “Van de tegenstanders die we tot nu toe hebben gehad, hadden we eigenlijk niet hoeven te verliezen. Dus ik heb er alle vertrouwen in dat het goed gaat komen. Maar dat heb ik eigenlijk altijd wel.” Waar zetten ze bij WSC op in? “Ons doel is middenmoot. En ik denk zeker dat dat kan!” Maar vanzelf, zal dat niet gaan, weet ook Daems. “We moeten onze kansen afmaken en zorgen dat we de doelpunten niet te makkelijk tegenkrijgen. Want voor je het weet, ligt die bal zo aan de andere kant in het net.”

Iets wat hij als centrale verdediger, moet zien te voorkomen. “Ik ben absoluut niet snel en moet het vooral van mijn passing, overzicht en duelkracht hebben.” Kwaliteiten, waar ze op Sportpark Eikendonk al heel wat jaar van kunnen genieten. “Vanaf mijn vierde voetbal ik bij WSC. Dicht bij huis en alles klopt.” Onder meer door zijn vrienden. “En het is de hoogst spelende club in de regio.”

Vertrekken, zal Daems derhalve niet zo snel doen. “Alleen voor een flinke zak geld zou ik misschien weggaan, haha! WSC is gewoon mijn club en al mijn vrienden voetballen hier.” Kortom. “Ik voetbal puur voor mijn plezier. Vroeger dacht ik nog dat het leuk zou zijn om profvoetballer te worden, maar dat heb ik nu niet meer.” Zijn geld, verdient Daems inmiddels dan ook op een andere manier. “Als dakdekker. Ik ben nog jong, dus voorlopig heb ik daar geen last van tijdens de voetbal!”

Klik op WSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WSC voor meer informatie over de club.

Gebroederlijke samenwerking: ‘Levert mooie discussies op’

Na jarenlang zelf bij Baardwijk te hebben gespeeld, keerde Senad Hadzic afgelopen zomer terug op het oude nest. Samen met zijn broertje Vedad. Niet als speler, maar als trainersduo bij het eerste. En dat bevalt, na een goede start van de competitie, voorlopig prima. “Het is voor ons natuurlijk geen onbekende club, dan is het makkelijker terugkomen!”

De keuze om ONI, de vorige club van het duo, in te ruilen voor Baardwijk, was dan ook niet al te moeilijk, vertelt Hadzic (45). “Als de club waar je altijd hebt gespeeld én waar je wat mee hebt, vraagt of je trainer wil worden, hoef je daar geen minuut over na te denken.” Want, zo legt hij uit. “Het voelde meteen goed. Als een soort droom die uitkomt!” Heel veel, is er in al die jaren niet veranderd, heeft hij gemerkt. “Jongens die toen klein waren, spelen nu in het eerste. Daarvan zie je dan weer hun ouders rondlopen. Dat maakt het hier echt een hechte familie. En heel prettig om te werken.” Kortom. “Ik ga met heel veel plezier naar de trainingen en wedstrijden.”

Tegenpolen

Samen met broertje Vedad (37) dus. “Dit is de tweede keer dat we samenwerken. Bij ONI deden we dat voor het eerst.” Een samenwerking die smaakte naar meer. “Vanaf minuut één klikte dat heel goed. Hij was al een aantal jaar gestopt als voetballer en wilde ook iets in het trainersvak gaan doen. Dan beter samen, toch?” Hoe ziet de rolverdeling tussen beide heren er precies uit?

“Vedad vindt het heel leuk om training te geven, ik ben meer van het coachen, begeleiden en gesprekken voeren.” Maar, zo voegt de oudste van de twee er direct aan toe. “We doen het echt samen!” Ook op zaterdag. “Dan doe ik de bespreking en de coaching, hij analyseert. Dat vult elkaar goed aan.” Een fijne samenwerking, bestaat er dan ook niet volgens de oud-speler van onder meer WSC, Capelle, RWB en SC ‘t Zand. “Je hebt nooit het gevoel dat er iemand is die aan je stoelpoten zaagt. Ik ken hem natuurlijk al heel mijn leven, dan kun je elkaar blind vertrouwen.” Ondanks dat ze het niet altijd met elkaar eens zijn, lacht Hadzic.

“We zijn wat dat betreft echt tegenpolen. Dat levert mooie discussies op.” Over wat zoal? “Hij kon vroeger heel goed voetballen, maar haalde er naar mijn mening te weinig uit. Puur door zijn mentaliteit. Dat zie je nu ook terug. Hij is wat makkelijker, terwijl ik alles tot in het detail wil voorbereiden.” Juist daardoor, werkt het zo goed, denkt de inwoner van Waalwijk. “Vedad weet precies wat spelers fijn vinden en staat, mede door zijn leeftijd, heel dicht bij de groep. Hij heeft zelfs nog met twee jongens samen gevoetbald!”

Andere manier

Zelf voetballen is ook iets wat Hadzic deed, al was het niet zo lang. “Ik was een middelmatige speler, die het van hard werken en zijn best doen moest hebben. Op mijn 23ste ben ik gestopt, omdat ik trainer zijn leuker vond.” De middenvelder werd jeugdtrainer bij WSC, haalde via de club ook zijn papieren en stond vervolgens aan het roer bij het tweede van onder meer WSC en SC ‘t Zand. Via ONI uit ‘s-Gravenmoer, belandde hij afgelopen zomer samen met zijn broertje bij vierdeklasser Baardwijk. “We zijn goed gestart, dus we mogen niet klagen. En we hebben van onze oude club gewonnen, dat is natuurlijk ook altijd wel lekker.”

Hoe het duo, geboren in Bosnië en Herzegovina, dat probeert te doen? “Verzorgd voetbal van achteruit en drukzetten. We willen de bal hebben en hem niet zomaar wegschieten.” Een andere manier van spelen, dan ze in Baardwijk de afgelopen jaren gewend waren. “Toen was het veel inzakken en counteren.” Maar een verandering, levert altijd weerstand op, lacht Hadzic. “In het begin dachten ze wel: komen weer twee van die eigenwijze gasten. Tot ze zien dat het werkt en de resultaten goed zijn.”

De lat, legt hij dan ook hoog. “We willen voor de prijzen spelen. Minimaal een periode.” Om vervolgens te promoveren. Iets wat vorig seizoen, ondanks een periodetitel, net niet lukte. “Ik hoopte écht dat ze zouden promoveren. Helaas was dat niet zo, dus moeten wij daar nu maar voor zorgen. Dat roepen we al vanaf dag één.” Aan vertrouwen, geen gebrek. “Het is een mooie groep, met veel voetbal en een goede mix tussen jong en oud.” Met hem als een soort manager. “Ik vind het leuk om zo’n proces te begeleiden en spelers het beste uit zichzelf te laten halen. Onder meer door te zorgen voor een goede sfeer.”

Zat het trainer zijn als voetballer al in hem? “Ik was als speler bloedirritant. Continu aan het coachen, alles neerzetten en bezig met een scheidsrechter.” In het bezit van zijn UEFA C, ziet Hadzic zichzelf samen met zijn broertje, voorlopig nog wel even bij Baardwijk blijven. “We willen echt de club op de kaart zetten.” Om uiteindelijk, misschien ooit ergens een tweedeklasser te trainen. “Maar niveau is niet het belangrijkste. Het gaat om de beleving, samen iets willen bereiken en daar plezier uithalen. Dat vind ik mooi!”

Klik op VV Baardwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Baardwijk voor meer informatie over de club.

Jeugdtrainers VV Papendrecht geslaagd

Voetbalvereniging Papendrecht is op vele vlakken de jeugdopleiding aan het ontwikkelen. De club heeft een nieuw jeugdopleidingsplan om het niveau van de jeugdafdeling nog verder omhoog te brengen. Een belangrijk onderdeel is het bijscholen van de begeleiding. De club ondersteunt trainers die cursussen willen volgen. Twee van hen, Haval van Papendrecht O17-1 en Ersan van Papendrecht JO16-1, hebben de afgelopen periode bij de KNVB de opleiding Voetbalcoach 1 Junioren gevolgd. Deze hebben ze recentelijk succesvol afgerond waarna ze het bijbehorende trainersdiploma overhandigd kregen.

Klik op vv Papendrecht voor meer informatie over de club.
Klik op vv Papendrecht voor meer artikelen over de club.

Heerjansdam viert 80-jarig jubileum: “Een feest van trots, historie en saamhorigheid”

Bij voetbalvereniging Heerjansdam was het dit jaar groot feest. De club vierde haar 80-jarig bestaan met twee feestweekenden vol herinneringen, gezelligheid en waardering voor de vele leden en vrijwilligers die de vereniging groot hebben gemaakt. Voorzitters Willem Renes en Rob van Dijk kijken met trots terug op een jubileum dat precies samenvatte waar Heerjansdam al acht decennia voor staat: sportiviteit, familiegevoel en trouw aan de eigen identiteit.

Twee zaterdagen feest

Het jubileum werd verspreid over twee zaterdagen, vertelden Renes/ Van Dijk. “We hebben het bewust in twee delen gedaan. De eerste zaterdag, op 24 mei, was vooral intern gericht.

Diverse belangstellenden, leden en oudleden hadden de mogelijkheid om de opgezette tentoonstelling in de bestuurskamer wat betreft historie vv Heerjansdam te kunnen bezichtigen wat voor een ieder een groot succes was.

Tevens zijn er activiteiten voor de jeugd georganiseerd, wedstrijden, spelletjes en we sloten de dag af met een groot feest voor iedereen. Dat werd echt een gezellige dag met veel animo,” zeggen zij enthousiast.

De tweede zaterdag, op 14 juni, stond meer in het teken van de officiële viering. “Dat was de dag dat we echt 80 jaar bestonden,” legden Renes/ Van Dijk uit. “Toen hadden we ook formele gasten uitgenodigd: collega-besturen van andere verenigingen, vertegenwoordigers van de KNVB, Burgemeester en B&W van de gemeente Zwijndrecht, leden Sportplatform en en oud-leden. Het was een waardige viering van een bijzondere mijlpaal.”

Tijdens die dag werden bovendien meerdere vrijwilligers benoemd tot Lid van Verdienste, als dank voor hun jarenlange inzet voor de club. “Dat was een prachtig moment,” zeggen Renes/ Van Dijk met een glimlach. “Zonder vrijwilligers is er geen vereniging. We wilden hen echt in het zonnetje zetten, want zij zijn het hart van Heerjansdam.”

Gouden verrassing voor de voorzitter

Voor Rob van Dijk zelf kreeg de feestdag een onverwachte wending. “Ik wist van niets,” vertelt hij lachend. “Plotseling stond er iemand namens de KNVB op het podium en werd mij de Gouden Waarderingsspeld uitgereikt. Dat was een complete verrassing, maar natuurlijk wel een hele eervolle.”

De onderscheiding werd uitgereikt door Marcel Mourik van de KNVB, als erkenning voor Van Dijks jarenlange inzet binnen de club. “Het is niet iets wat je verwacht, maar het doet wel wat met je. Het is een blijk van waardering, en eigenlijk ook een compliment aan iedereen die samen met ons de club draaiende houden,” benadrukten zij.

Een boek vol herinneringen

Bij een jubileum hoort ook een blijvende herinnering. Daarom bracht de club een jubileumboek uit, waarin 80 jaar Heerjansdam wordt verteld aan de hand van foto’s, verhalen en interviews. “Ze hebben er veel werk van gemaakt,” vertelden Renes/ Van Dijk trots. “Het is een prachtig boek geworden waarin het verleden en heden samenkomen. Je ziet foto’s van vroeger, lees verhalen van oud-spelers en vrijwilligers. Het is niet alleen leuk voor de huidige leden, maar ook voor toekomstige generaties. Zij kunnen zien wat er allemaal is opgebouwd.”

Het boek laat zien hoe de vereniging, opgericht op 13 juni 1945, in tachtig jaar tijd is uitgegroeid tot een belangrijke spil in het dorp. Heerjansdam is een vereniging met een grote maatschappelijke waarde: een plek waar generaties voetballers plezier hebben beleefd en waar het dorp samenkomt op sportpark De Molenwei.

Trots op wat is opgebouwd

“Ja, we zijn tevreden,” zeggen Renes /Van Dijk beslist. “Niet alleen op wat er bereikt is, maar ook op hoe we het doen. We zijn een gezonde club, met een goede sfeer en veel betrokken leden. En wat we echt mooi vinden, is dat we voor elk jeugdelftal trainers hebben kunnen vinden. Dat hoor je niet overal. We doen het met elkaar, en dat maakt Heerjansdam sterk.”

De club heeft volgens hen gezonde ambities op sportief vlak. “We willen vooral een stabiele vereniging blijven, waar mensen zich thuis voelen en plezier hebben. Handhaven van ons 1e elftal in de middenmoot van de 4e divisie B landelijk en stiekem een periodetitel behalen, dat is prima.

Zolang de jeugd zich kan ontwikkelen en leden met plezier op zaterdag naar de club komen, doen we het goed.”

Toekomst met vertrouwen

Na tachtig jaar kijkt Heerjansdam met vertrouwen vooruit. “Tachtig klinkt oud, maar in verenigingsland is dat nog jong,” zeggen Renes/ Van Dijk. “We willen vooral doorgaan op de manier zoals we dat nu doen: sportief, gezellig en betrokken. Hier ben je geen nummer, hier kent iedereen elkaar. Dat is precies wat ons bijzonder maakt.”

De jubileumviering liet dat nog maar eens zien: een bruisende vereniging met een warm hart. Renes/Van Dijk besluiten met een glimlach: “We hebben een verleden om trots op te zijn – en een toekomst om samen verder op te bouwen. Dat is waar Heerjansdam voor staat.”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

‘Ik vind het mooi om te zien hoe ze met elkaar omgaan’

0

Begonnen bij de JO10 en meegegroeid naar de JO19. Frank Hendriks is inmiddels al heel wat jaren als jeugdtrainer verbonden aan HHC’09. En ook na al die seizoenen, geniet de inwoner van Oudheusden daar nog vol fanatisme van. “Het is mooi om de ontwikkeling van die jongens mee te maken.”

Letterlijk én figuurlijk, in zijn geval. “Ik ben begonnen bij de JO10 en vervolgens iedere keer met ze meegegaan. Tot en met de JO19 nu.” Puur omdat het zoontje van een vriend van hem, zonder trainer zat. “Daarom ben ik eigenlijk ingestapt.” Om uiteindelijk dus nooit meer weg te gaan, lacht Hendriks (53). “In eerste instantie wilde ik gewoon graag helpen, maar ik vind het vooral ook heel erg leuk om te doen!”

Verschillende culturen

En gezien zijn achtergrond, is dat ook niet zo gek. “Ik heb zelf ook altijd bij de club gevoetbald. Van jongs af aan, tot en met de senioren.” Een middenvelder, die het moest hebben van zijn inzet en beleving, zo omschrijft Hendriks zichzelf. “Die twee dingen staan ook altijd bovenaan mijn lijstje als trainer.” Zeker nu, als eindverantwoordelijke bij de JO19. “Op deze leeftijd, wordt het toch wat serieuzer. Sommige jongens van ons doen ook mee met de selectie, dan moet dat speelse en kinderlijke er wel een beetje uit.” Gelukkig, lukt dat voorlopig best aardig, vertelt Hendriks. “Het is mooi om te zien dat ze steeds volwassener worden.” Zijn aanpak, is in de loop der jaren dan ook wel veranderd, zo blijkt. “Ik ben wat directer geworden.” En met een selectie vol met verschillende nationaliteiten, moet dat misschien ook wel. “We hebben Nederlandse, Marokkaanse, Turkse en sinds kort ook vier Syrische jongens.” Een flinke uitdaging, merkt Hendriks. “Je moet waken voor groepjes. Al zijn die er natuurlijk sowieso, op basis van bepaalde culturen.” Maar juist dat maakt het voor de jeugdtrainer, samen met Peter van der Poel en leiders Herman Hooijmans en Duncan van Drunen, extra leuk om te doen. “Ik vind het mooi om te zien hoe mensen met verschillende achtergronden met elkaar omgaan. De Nederlandse jongens zijn een stuk losser en houden van een feestje, terwijl de buitenlandse jongens veel rustiger zijn.” Al hoopt hij er, ook buiten het veld, één team van te maken. “Even blijven hangen na een wedstrijd of training, dat probeer ik er wel in te krijgen!”

Twee keepers

Hoe lastig het soms ook is, om met elkaar te kunnen communiceren. “Sinds twee maanden hebben we er vier Syrische jongens bij, die spreken geen Engels. Gelukkig kan één van onze Turkse spelers, wél met hen praten.” Lastig communiceren of niet, Hendriks is vooral blij met de tussentijdse versterking van zijn team. “We hadden maar een klein groepje, van een mannetje of twaalf, dus nu hebben we er zestien. Dat betekent meer keuzes en meer concurrentie.” En sterker nog. “Ik had eerst geen keeper, die hebben we nu wel!” In het begin zelfs twee. “Van de vier, wilden er twee graag keepen. Maar uiteindelijk, wilde er eentje toch liever gaan voetballen. Alleen weet ik zijn positie nog niet echt.” Van de overige twee, spits en middenvelder, weet Hendriks dat wel. “Zo zie je maar, hoe het kan gaan. Ze wilden een keer meetrainen, vonden het leuk en zijn daarna blijven hangen. Nu zijn ze volwaardig lid van ons team!” Met hem, als fanatieke trainer. “Ik ben best wel streng. Verder wil ik graag van achteruit voetballen en houd ik niet van te veel lange ballen. Dat doen ze tot nu toe hartstikke goed.” Mede dankzij zijn aanvoerder, centraal achterin. “Die bepaalt het spel, samen met de nummer zes en tien. En onze twee snelle spitsen.” Ook volgend seizoen, staat Hendriks hoogstwaarschijnlijk weer voor de groep. Als het aan hem ligt tenminste. “Ik heb altijd gezegd dat ik bij ze blijf, tot ze naar de senioren gaan. Dat is hierna nog één jaar JO19.” Vervelen, hoeft de voormalig speler van HHC’09 zich voorlopig sowieso niet te doen. “De hoofdtrainer van het eerste, is een vriend van mij. Dus daar ben ik ook al drie seizoenen lang assistent-trainer van.” En ook daar, denkt Hendriks nog niet aan stoppen. “Zolang Gilbert (de Fijter) blijft, blijf ik ook!”

Wil je meer artikelen over de club HHC’09 klik hier.
Wil je meer informatie over de club HHC’09 klik hier.

Drie broers in één elftal: de Peelens maken VV Pernis tot familiezaak

Op het veld van VV Pernis zijn ze bijna niet te missen: Jack, Guido en Beau Peelen, drie broers die samen in het eerste elftal spelen. Drie karakters, één gedeelde passie. Waar veel families hun zaterdagen aan de eettafel doorbrengen, vullen de Peelens die met tackles, passes en goals. “We hebben echt een sterke band, dat zit diep van huis uit,” zegt Jack. “Daarom is het extra mooi dat we dit samen in het eerste mogen doen.”

Vanaf de eerste trap

Voetbal zit de Peelens in het bloed. Jack: “Ik voetbal al mijn hele leven bij Pernis. We wonen hier, het was nooit een vraag waar ik zou spelen.” Hij begon al op vierjarige leeftijd bij de F’jes en doorliep alle jeugdteams. Guido bevestigt dat het bij hen met de paplepel werd ingegoten: “Onze vader voetbalde bij DOTO, dus wij begonnen eigenlijk vanzelf. Vanaf het begin was het duidelijk: Pernis hoort bij ons.”

Beau, de jongste, herinnert zich hetzelfde. “Ik begon ook op vier. Het voelde nooit als verplichting, gewoon als vanzelfsprekend. We konden nooit meer stoppen.”

Ieder zijn rol op het veld

In het eerste elftal hebben de broers hun plek gevonden. Jack is de spits en het geweten van het team. “Ik probeer altijd balvast te zijn, kopsterk, en goals te maken. Het gaat erom dat ik mijn kracht voor het team kan inzetten,” zegt hij nuchter. Guido is de motor langs de op de linkerflank: “Ik ben de drukste van de drie, altijd in beweging, wil overal bij zijn. En als ik mijn broers kan bedienen, is dat het mooiste wat er is.” Beau is de dribbelaar, altijd in beweging en gevaarlijk voor het doel. “Ik hou ervan om de bal aan mijn voeten te hebben, op te draaien en te schieten,” zegt hij.

Die samenwerking werkt uitstekend. “Als Jack scoort en ik heb hem bediend, is dat extra speciaal,” lacht Guido. “Zo’n moment vier je echt samen.” Het onderlinge respect en vertrouwen maakt dat er zelden woorden vallen op het veld, ook al zijn ze broers. “Er is wel eens wat onderling overleg, maar ruzie? Nee, bijna nooit,” zegt Jack.

Een gemoedelijke dorpsclub

Voor de Peelens draait het bij VV Pernis om meer dan alleen voetbal. Jack: “Het is de gezelligste club van het land. Mensen zijn betrokken, er is altijd sfeer, en na de wedstrijd is het vaak een feestje met een dj of zanger. Maar je merkt ook meteen als iets niet goed ging, dat hoor je dan ook van iedereen.” Guido vult aan: “Het is een echte ‘ons kent ons’-club. Als het eerste wint, is de kantine vol en gezellig. Verlies je, dan voel je dat ook. Dat maakt het nog leuker om met z’n allen te spelen.”

Beau: “Het is een prachtige club. Al mijn liefde zit erin. Ik wil hier nooit weg. De sfeer, de mensen, het plezier — dat is waar het om draait.”

Kampioen in de maak

De Peelens hebben dit seizoen serieuze ambities. “Jack wil kampioen worden, dat heeft hij duidelijk gemaakt,” lacht Guido. “Ik ben wat voorzichtiger, maar het gaat hartstikke lekker. De sfeer zit er goed in, we spelen prima voetbal en de nieuwe trainer, Wesley van Gils, maakt echt verschil.”

Meer dan voetbal

Het gaat bij de Peelens om familie en vriendschap. “Voetbal heeft ons als broers nog dichter bij elkaar gebracht,” zegt Beau. “Je leert samenwerken, elkaar helpen en ook tegenslagen samen verwerken.” Jack knikt instemmend: “Het mooiste van voetbal is dat je iets bereikt met mensen die je kent en vertrouwt. Dat geldt voor ons en voor de club.”

En zo vormen de Peelens niet alleen een aanvallend blok op het veld, maar ook een hechte familie op Sportpark Pernis. Drie broers, één elftal, één passie — en een hele club die ervan geniet.

Klik op VV Pernis voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Pernis voor meer informatie over de club.

FC Drunen is uit op revanche: ‘Voelde als onrecht’

0

Helemaal tevreden, zijn ze bij FC Drunen na de seizoenstart voorlopig nog niet. Want ondanks dat de ploeg meedraait in de bovenste regionen van de vijfde klasse, had er volgens Soufiane Bakkali nog meer ingezeten. “Die gelijke spelletjes waren best wel teleurstellend.”

Want volgens hem, had FC Drunen er daar zeker minimaal twee van moeten winnen. Toch beseft de 34-jarige Bakkali ook, welke stappen de club de laatste maanden heeft gezet. “Vorig jaar begonnen we matig en waren we te wisselvallig. Rond de winterstop, bungelden we ergens in de onderste regionen.” Het trainingskamp in januari, in het Turkse Antalya, veranderde daarna alles, lacht de centrale verdediger. “Dat was een geslaagd tripje! Vooral qua teambuilding en gezelligheid. Dat heeft bijgedragen aan de betere resultaten.”

Puntenaftrek

Al kwam de opmars in de competitie niet alleen daardoor, vertelt Bakkali. “Het eerste half jaar was het proberen en iedereen tevreden houden, na de winterstop hebben we echt puur op resultaat gespeeld.” Hetgeen nog bijna een periodetitel opleverde. “In de laatste periode stonden we bovenaan, dus daar wilden we vol voor gaan. Tot het door die puntenaftrek als een nachtkaars uitging.” Een situatie die de nodige uitleg behoeft. “Tegen Wadenoijen werd er een harde overtreding op een speler van ons gemaakt, die reageerde vervolgens met een duw en daarna ontstond er het nodige duwen en trekken.” Het incident werd door de KNVB gezien als een massale vechtpartij en leverde FC Drunen uiteindelijk een flinke straf op: vier punten in mindering. “Ondanks dat de aanwezige rapporteur van de KNVB schriftelijk gemeld had dat er alleen sprake was van enig duw- en trekwerk.” Een flinke deceptie. “Daardoor kwamen we één punt tekort voor de periode. Dat was natuurlijk wel heel zuur. Zeker omdat het voelde als onrecht.” Genoeg motivatie in ieder geval, om er dit seizoen alles aan te doen om die nacompetitie wél te halen. “We hebben de goede reeks van na de winterstop doorgezet en gaan nu vol voor de bovenste plekken. Ons doel is promotie. Daar heb ik alle vertrouwen in!” Mede dankzij een nieuwe formatie. “Alles is daardoor op zijn plek gevallen. We zijn beter gaan voetballen en hebben meer vastigheden.”

Nieuwe positie

Aan kwaliteit, ontbreekt het bij FC Drunen sowieso niet, vindt Bakkali. “Met de groep die we hebben, zijn we het min of meer verplicht om te promoveren.” Inmiddels bezig aan zijn derde seizoen bij de club én in het verleden op een hoger niveau te hebben gespeeld, kan de inwoner van Haarsteeg het weten. “Ik ben begonnen bij Vlijmense Boys en heb daarna in de jeugd van Willem II gespeeld. Tot de A1. Daarna heb ik onder meer zeven jaar lang in het eerste van WSC gespeeld, voordat ik weer terugkeerde bij Vlijmense Boys. Om samen met mijn broertje te spelen.” Via vrienden, belandde Bakkali uiteindelijk bij FC Drunen. “En ook de trainer kende ik al jaren. Dus dat voelde als een goede stap.” Wel één, naar een lager niveau. “Ik heb jarenlang in de tweede klasse gespeeld, maar ik vond het wel best zo. Ik wist toch dat er niet meer in zat.” Een beetje tijd om af te bouwen dus. “Nu voetbal ik met vrienden en collega’s, die ik ook buiten de voetbal regelmatig zie. Het is een leuke mix, met jonge gasten. Bij een leuke club om te zijn.” Op een voor hem nieuwe positie. “De trainer wilde graag een afjagende spits hebben, dat moet je van mij niet verwachten. Ik ben absoluut geen loper. Meer een luie voetballer. Dus daarom vindt hij voetballen van achteruit, beter bij me passen.” En dus staat Bakkali sinds twee seizoenen, centraal achterin. “Dat bevalt goed! Ik heb het spelletje nu voor me en door mijn ervaring, zie ik sneller wat er nodig is.” Ook in de opbouw. “Met mijn traptechniek, kan ik aardig een balletje wegleggen.” Heel lang nodig om te wennen, had de routinier dan ook niet. “Als oud-spits weet je wat de tegenstander gaat doen. Je weet hoe een aanvaller denkt. Daardoor kun je makkelijker anticiperen.” Zelfs eventueel als keeper, lacht hij. “Ik heb tot nu toe door blessures, al een aantal keer moeten keepen.” Uitsluiten doet Bakkali dan ook helemaal niets meer. “Het maakt niet uit waar ik sta, als ik maar kan voetballen.” Zonder al te veel te lopen, dan wel natuurlijk. “Ik merk nu dat ik pijntjes begin te krijgen en langer moet herstellen van een wedstrijd.” Maar aan stoppen, wil hij liever nog niet denken. “Als het fysiek gaat, ga ik zo lang mogelijk door.” Om daarna, iets in de trainerswereld te gaan doen. “Dat heb ik al besproken met de club. Daar wil ik graag aankomend jaar mee starten!”

Klik hier voor meer artikelen over FC Drunen
Klik hier voor meer informatie over FC Drunen

‘Die komen nu met hun eigen kinderen naar de club’

0

Toen haar kinderen begonnen met voetballen en ze in de kantine iemand zochten die kon helpen, voelde Rian de Rooij zich wel geroepen om haar steentje bij te dragen. En nu, inmiddels 21 jaar later, is de vrijwilligster nog altijd als kantinebeheerder actief bij NEO’25. “Ik ben er eigenlijk een beetje ingerold.”

Nadat ze eerst met haar vader, rondliep op de manege. “Dat heb ik gedaan vanaf mijn zestiende. En ook dat vond ik heel erg leuk.” Tot ze samen in de kantine van NEO’25 terechtkwamen en daar de boel draaiende probeerden te houden. “Door mijn kinderen en vader kwam ik bij de voetbal, helaas is hij vorig jaar overleden.” Toch weet De Rooij (58) zelf, ook na 21 jaar nog altijd van geen ophouden. “Op dinsdagavond, donderdag, vrijdag én zaterdag, sta ik achter de bar. En daarnaast, doe ik ook de bestellingen.”

Gezellig maken

Maar alleen, staat ze er natuurlijk niet voor. Onder andere haar zus, staat in de keuken. “Mary (van der Mast), Jet (van den Hout) en Joze (Hubeek) zorgen gelukkig voor een paar extra handen!” Want hoe leuk het ook is. “Het kost heel veel tijd.” Tijd die ze er met alle liefde insteekt, lacht De Rooij. “Je ziet de jeugd echt opgroeien. Jongens die vroeger aan de bar hingen, komen nu met hun eigen kinderen naar de club.”  En vooral dat, vindt de inwoonster van Sprang-Capelle het leukste aan haar werk, lacht ze. “Ik houd helemaal niet van voetbal én weet nooit de uitslag. Het gaat voor mij om de mensen, de kinderen en het gewoon samen gezellig maken.” Bijvoorbeeld door te gourmetten tijdens kerst. “Dat is inmiddels een traditie geworden hier bij NEO’25. Iedere keer dat we het organiseren, zit het zo vol.” Naast een hoop aanmeldingen, levert het ook veel leuke reacties op, vertelt ze. “Je kent hier ondertussen natuurlijk ook heel veel mensen.”

Papegaai

Aan waardering, dan ook geen gebrek. Zo bleek ook afgelopen zomer. Toen De Rooij werd verrast met een Zilveren Speld van de KNVB. “Het was feestweek, dus ik stond gewoon achter de bar. Mijn zoon was 25 jaar lid van de club, daarom waren mijn moeder en andere familieleden er ook. Dacht ik. Tot ik mijn naam hoorde. Ik wist er niks van!” Een mooie waardering, waar De Rooij wel even aan moest wennen. “Persoonlijk houd ik er niet zo van om in het middelpunt te staan. Dat vind ik eigenlijk verschrikkelijk.” Veel liever staat ze, met haar papegaai Toto, lekker rustig achter de bar. “Die gaat altijd mee naar NEO’25. Daar kijkt niemand meer van op.” En als het aan haar ligt, blijft dat nog wel even zo. “Ik heb twee keer een hartinfarct gehad, dus als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik het zo lang mogelijk doen!” Want aan stilzitten, heeft De Rooij een hekel. “Naast mijn papegaai, heb ik thuis ook nog 21 kangoeroes, twee honden én twee pauwen. Anders is het ook maar saai, toch?”

Klik hier voor meer artikelen over NEO’25 .
Klik hier voor meer over NEO’25.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.