Home Blog

Het 7vs7-toernooi van Tristan Koet is goud waard voor HSSC’61

Bij HSSC’61 en clubs in omstreken kennen ze hem allemaal: Tristan Koet (28), controlerend middenvelder van het eerste elftal van HSSC én de drijvende kracht achter het jaarlijkse 7-tegen-7-toernooi tijdens de feestweek van de club.

Koet voetbalt al zolang hij zich kan herinneren in Hei- en Boeicop. “ Op één jaar na heb ik de hele jeugd van HSSC doorlopen. Ik ben even weggeweest omdat ik het te lang vond duren voordat ik in het eerste kwam.  Maar uiteindelijk durf ik nu wel toe te geven dat toenmalig trainer Marten Boverhof wel een punt had en eerst wat volwassener moest worden. Eigenlijk heb ik nooit echt de behoefte gehad om hier weg te gaan. Ik speel graag met de jongens die ik al jaren ken, op een plek waar ik me thuis voel. HSSC is voor mij niet alleen een voetbalclub, maar ook een plek voor sociaal contact.”

Op het veld is hij een controlerende middenvelder met techniek en spelinzicht. “Van mijn snelheid moet ik het niet hebben, ben meer een type van Bommel die controleert en de lijntjes zo goed mogelijk probeert uit te zetten. Net als van Bommel zijn mijn temperament en fanatisme mijn kracht maar soms ook mijn achilleshiel” lacht hij. “Ik ben niet het type dat elke week drie assists geeft of de winnende maakt. Maar ik zorg dat het team in balans blijft. Dat is mijn rol en die past me prima.”

Koet denkt niet aan een kampioenschap dit jaar. Hij is nuchter. “We moeten realistisch blijven. Natuurlijk wil je altijd winnen, maar ik denk dat een periodetitel voor ons een mooi doel is. Als we een goede serie neerzetten, kunnen we daar zeker voor gaan. Kampioen worden leeft niet bij ons, het gaat erom dat we stabiel blijven in de vierde klasse. Ook zijn ploegen als Arkel en Heukelum een stuk sterker in de breedte denk ik.”

Hij lacht. “Dat klinkt misschien te bescheiden, maar ik weet hoe het bij HSSC werkt. Het is hier niet puur voetbal. Het is ook sfeer, humor, samen dingen doen. Al mag het soms best iets serieuzer, dat is ons laatst wel een beetje duidelijk gemaakt.”

De man van het 7-tegen-7-toernooi

Dat plezier is precies waar Koet zijn energie uit haalt. Ieder jaar, in de feestweek van HSSC’61, organiseert hij het inmiddels welbekende 7-tegen-7-toernooi. Wat ooit begon als een spontaan idee, is uitgegroeid tot een evenement waar de hele regio voor warmloopt.

“Het begon jaren geleden met een A4’tje in de kantine. Je kon je daar gewoon inschrijven met een teampje. Niks bijzonders. We hadden toen een stuk of acht ploegen, allemaal bekenden uit het dorp. Dat was hartstikke gezellig, maar ik dacht: dit kan groter. Toen ben ik er echt werk van gaan maken. Ook heb ik veel geleerd van mijn vrienden van Focus die iets eerder begonnen met het Laagvliegerstoernooi. Ook echt een aanrader als je een leuk toernooi zoekt met je vrienden.”

En dat deed hij. Via Instagram begon hij andere verenigingen te benaderen. “Ik stuurde clubs gewoon een berichtje: ‘Hey, zin om mee te doen aan een gezellig 7×7-toernooi in de feestweek van HSSC?’ Eerst moest ik ze overtuigen, maar inmiddels is het andersom. Nu sturen zij mij berichtjes of ze nog mee mogen doen en dat vind ik het allerleukst.”

De groei van het toernooi is indrukwekkend. “De laatste editie hadden we zestien mannenteams en acht vrouwenteams. Meer dan driehonderd spelers deden mee. En volgend jaar wil ik er nog een 35+ categorie aan toevoegen met acht extra teams. Het moet een toernooi zijn voor iedereen.”

Wat Koet onderscheidt, is zijn oog voor detail. “Ik heb bewust een aparte vrouwenpoule opgezet omdat die meiden het vaak spannend vinden om tegen mannen te spelen vanwege het fysieke verschil. Nu zijn er ieder jaar 8 damesteams en dat zorgt voor een andere dynamiek, meer gezelligheid, en het maakt het toernooi gewoon leuker. We hebben hier een hele ontspannen sfeer. Natuurlijk wordt er fanatiek gevoetbald, maar het draait net zo goed om de bar, de muziek en de mensen.”

Dat ‘feestelijke karakter’ is voor hem heilig. “Ik wil dat iedereen zich welkom voelt. Geen gedoe, geen gezeur, gewoon lekker voetballen en lachen. En aan het eind samen een biertje drinken.”

Inmiddels is het toernooi zo ongeveer uitgegroeid tot een professioneel georganiseerd evenement. Koet houdt tijdens de dag alles bij via zijn laptop. “Daarop noteer ik de standen, doelpunten, uitslagen, alles. Er is zelfs een app waarin mensen live kunnen zien wat de tussenstanden zijn. Als ik zelf moet spelen, neemt iemand anders de laptop even over. We proberen het zo strak mogelijk te regelen die dag. Ook heb ik goud in handen met supervrijwilligers als Marco Kooyman, Stephan Stijsiger en al het barpersoneel dat ongelofelijk veel energie in het toernooi stopt.”

De ondernemer in de speler

Die ondernemende houding komt niet uit de lucht vallen. Koet is afgestudeerd als commerciële econoom, en wat hij daar heeft geleerd, past hij direct toe bij zijn club. “Ik vind het leuk om dingen te organiseren, om mensen te verbinden. Dat zit een beetje in me. En bij HSSC heb ik daar de ruimte voor gekregen.”

Het Instagramaccount van het toernooi heeft inmiddels meer dan driehonderd volgers. “Het leeft echt. Mensen delen foto’s en video’s en van tevoren proberen we het toernooi te hypen. Zo ga ik sinds de tweede editie langs bij de titelhouder om daar een live loting te doen op ons Instagramkanaal. Dan neem ik van die KNVB beker balletjes mee en gaan alle teams ook echt ‘in ‘de koker’. Zo doen we er alles aan om het evenement zo levendig mogelijk te maken en het enthousiasme erin te houden. Het is mooi om te zien hoe iets wat ooit begon met een A4’tje nu een mini-evenement is geworden.

Volgens Koet is dat precies wat HSSC’61 zo bijzonder maakt. “We hebben geen grote budgetten of dure spelers, maar we hebben wél sfeer en saamhorigheid. Iedereen doet iets voor de club. Zoals ik bijvoorbeeld dat toernooi organiseer. Samen maken we er iets moois van.”

Eén ding is zeker: zolang Tristan Koet er is, blijft het zeven-tegen-zeven-toernooi van HSSC’61 een begrip. “Het is elk jaar weer een gekkenhuis, maar dat vind ik juist leuk. Dan zit ik daar achter mijn laptop, kijk ik soms even rond en denk ik: dit is precies waarom ik het doe. Voor de club, voor de mensen, voor het plezier. Meer heb ik niet nodig.”

Klik op HSSC’61 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSSC’61 voor meer informatie over de club.

‘Ik heb altijd een warm gevoel bij Virtus gehad’

0

Nadat hij een jaar of negen geleden al eens een seizoen trainer was geweest bij de club, keerde Jack Sweres afgelopen zomer terug op bekend terrein. Want toen Virtus de ervaren oefenmeester belde, had de voormalig voetballer van NAC Breda maar weinig tijd nodig om na te denken. “Binnen een kwartiertje waren we eruit!”

En dat was niet voor niks, legt Sweres (62) uit. “Ik heb altijd een warm gevoel bij Virtus gehad. Het is gewoon een gezellige club, ook met alle mensen eromheen. Echt een fijne dorpsclub.” Het contact met een aantal jongens, is dan ook altijd gebleven, vertelt hij. “Dus toen de trainer wegging, vroegen ze aan mij: wil jij het niet doen? Maar ik ben natuurlijk ook geen twintig meer…” Toch besloot de inwoner van Prinsenbeek op gesprek te gaan. Al duurde dat dus niet lang. “Binnen een kwartiertje waren we eruit. Ik ben nooit zo moeilijk.”

Niet piepelen

Hoe bevalt het hem tot nu toe, terug op het oude nest? “Prima! Ik heb het goed naar mijn zin.” Met een jonge, maar talentvolle groep, schetst Sweres de situatie. “Er zijn flink wat jongens gestopt, waardoor er een hoop jeugdspelers zijn doorgeschoven. Onder andere gasten van net zeventien.” En dus, zo weet de oefenmeester uit ervaring. “Is het de ene week alles, en de andere week een stuk minder. Dat weten we.” Ook voordat hij besloot om voor twee jaar te tekenen, bij de derdeklasser. “Virtus heeft over het algemeen een goede jeugdopleiding en de JO19 was een heel goede lichting. Dat wist ik, want daar had ik mezelf op voorhand in verdiept.” Maar talentvol of niet, soms zorgt dat voor een ongelijke strijd, lacht Sweres. “Ze moeten nu regelmatig tegen mannen van 30. Die laten zich niet zomaar piepelen door een ventje van zeventien.” Zorgen, maakt de voormalig trainer van onder meer Baronie, Internos, Rood Wit, Zundert en Beek Vooruit zich daar echter niet over. “Daar moeten ze juist van leren, dat komt wel goed. Dat zeg ik ook steeds tegen die gasten. Laat je daardoor niet uit het veld slaan.” Gelukkig, gebeurt dat voorlopig ook niet, heeft hij gemerkt. “Omdat het om meer jongens gaat, die allemaal uit het dorp komen, houden ze elkaar scherp en sterk.” Want van de ervaring, moeten ze het bij Virtus dit seizoen niet hebben. “We hebben een stuk of vier spelers die ouder zijn, de rest zit onder de 21 of 22.”

Mondiger

De oud-jeugdtrainer van NAC, is dan ook voorzichtig met zijn verwachtingen. “Prioriteit nummer één is handhaven. Dat is onze eerste doelstelling, daarna kijken we wel.” In een leuke competitie. “Met allemaal wedstrijden in de buurt. Het is niet ver reizen, dat is ook wel fijn.” De voetballiefhebbers uit Zevenbergen, kunnen dan ook hun hart ophalen, denkt Sweres. “Die vinden het natuurlijk helemaal geweldig, dat we met allemaal jongens uit het dorp spelen. Zeker als ze ook nog uit de eigen jeugd komen.” Enthousiasme genoeg dus, al tempert het voetbaldier dat wel een klein beetje. “Iedere trainer wil aanvallend voetbal spelen, maar ik ben ook realistisch. Onze spits van vorig seizoen is gestopt, dus moeten we het met andere jongens doen.” En daar heeft Sweres alle vertrouwen in. “Ik ben tevreden, als we progressie boeken en in die derde klasse blijven. Maar vooral, als die gasten het naar hun zin hebben gehad en ik ze een prettig jaar heb bezorgd. Dat we het gezellig hebben gehad en leuk met elkaar omgaan.” Want, zo heeft Sweres de afgelopen jaren wel gemerkt: “Dat is niet altijd even makkelijk. Spelers zijn een stuk mondiger geworden, zelf durfde ik dat vroeger echt niet allemaal tegen een trainer te zeggen. Maar daar heb je nu gewoon mee te dealen, mijn vrouw merkt dat ook in het onderwijs.” Een stukje leeftijdsverschil en andere opvattingen, denkt hij. “Ik ging echt geen weekendje weg, ik ging voetballen. Nu is dat heel normaal. Dat vind ik wel eens lastig of moeilijk om mee om te gaan.” Zeker in een teamsport. “Dat zeg ik ook tegen die gasten. Wat nou als tien jongens dat doen? Dan kunnen we niet voetballen. Ik misgun ze niks, maar bij selectievoetbal, komen ook verplichtingen kijken. Anders moet je een individuele sport gaan doen.” Gelukkig is ook veel, na zijn eerdere periode bij de club, nog steeds hetzelfde. “Het is nog altijd dat gemoedelijke clubje. Voor de training een bakje thee doen en gezellig met de dame van de kantine een beetje ouwehoeren. Dat vind ik belangrijk. Gewoon normaal met elkaar omgaan, daar houd ik van.” Net als van het spelletje. “Ik geniet er nog steeds van! Om samen met die gasten iets te bewerkstelligen en dan na de wedstrijd gezellig een biertje te doen.”

Klik op VV Virtus voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Virtus voor meer informatie over de club.

‘Belangrijkste dat iedereen lekker kan voetballen’

De stijgende lijn vast zien te houden, doorbouwen op afgelopen seizoen en zoveel mogelijk punten pakken. Justin Vervaart is bij vijfdeklasser Noordhoek vooral blij dat ze gewoon lekker kunnen voetballen. Want uiteindelijk is dat, natuurlijk het belangrijkste. “We hebben in ieder geval een eerste elftal, met genoeg spelers én een trainer.”

En dus kijkt de 26-jarige Vervaart met een positief gevoel terug op afgelopen seizoen. “Eigenlijk hebben we het met een negende plek, helemaal niet zo slecht gedaan.” Want, zo realiseert de inwoner van Noordhoek zich terdege. “Het was het eerste jaar onder de nieuwe trainer (Anton Verwij), dus dat is altijd een beetje zoeken.” Tot aan de winterstop, herinnert hij zich. “Tijdens de tweede seizoenshelft merkte je al dat we de stijgende lijn te pakken hadden. Vooral het middenveld was toen echt goed op elkaar ingespeeld. Daar moeten we nu op door zien te bouwen.”

Meer voetballen

Met een aantal nieuwe spelers die erbij zijn gekomen, moet dat volgens Vervaart helemaal gaan lukken. “Het belangrijkste is dat iedereen lekker kan voetballen, dat de sfeer goed is en dat we qua aantallen niet te krap zitten.” Oftewel. “Volhouden zoals we nu bezig zijn en zoveel mogelijk punten pakken.” Dat laatste, proberen ze bij Noordhoek te doen door aanvallend voetbal te spelen, vertelt Vervaart. “Ondanks dat we voetballend echt niet de beste ploeg zijn, willen we nu veel meer voetballen dan vroeger. Toen speelden we vooral de lange bal. Dan is dit veel leuker.”

Maar wel wat risicovoller, weet Vervaart. “Daardoor gaat het af en toe ook wel eens fout.” Heel erg, vindt hij dat overigens niet. “Daar moet je in investeren. Op de lange termijn, levert dat meer op.” Al levert dat ook voor hemzelf, een flinke uitdaging op, lacht de linksback. “Voetballend ben ik niet geweldig, maar ik ben verdedigend sterk en ga voor iedere bal. Ik moet het vooral van mijn inzet en beleving hebben.” Vroeger in de jeugd meer centraal, tegenwoordig dus als back. “Bij de senioren eerst als rechtsback, nu op links. Rechtsbenig, daardoor is opbouwen niet mijn sterkste punt. Ik kom mezelf nog wel eens tegen, haha!”

Club helpen

Gezien zijn voetbalverleden, is dat echter ook niet zo gek. “Ik heb lang in het derde en vierde gespeeld, tot ik werd gevraagd voor het eerste. Omdat ze krap in de spelers zaten.” En als kind van de club, Vervaart begon op zijn vijfde met voetballen bij Noordhoek, kun je dan eigenlijk geen ‘nee’ zeggen. Toch? “Zelf wilde ik het niet per se, maar uiteindelijk heb ik ‘ja’ gezegd om de vereniging te helpen.” Want voetballen, doet Vervaart vooral voor de gezelligheid. “En het plezier. Lekker met je vrienden en na afloop in de kantine.” Gelukkig is daar, in feite niks aan veranderd.

“Nu spelen we alsnog samen!” Spijt van zijn overstap, heeft de verdediger in inmiddels zijn derde seizoen bij het vlaggenschip dan ook allerminst. “Ik heb het goed naar mijn zin en zit prima op mijn plek bij de selectie. In het begin was het wel even wennen, want alles gaat natuurlijk veel sneller. Dat gaat nu beter.” Aan een vertrek denkt Vervaart, die meestal lopend naar de club komt, dan ook absoluut niet. “Hopelijk kan ik de komende tien jaar nog lekker een balletje trappen. Bij de selectie of in een vriendenteam!”

Klik op V.V. Noordhoek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Noordhoek voor meer informatie over de club.

Voormalig Gastel-topscorer Ronald ziet dochter Kim schitteren in eerste klasse

Zo vader, zo dochter. Dat geldt zeker voor Ronald (56) en Kim Akkermans (26) en hun band met SC Gastel. Waar Ronald in de jaren ’80 en ’90 ruim driehonderd wedstrijden speelde bij het vlaggenschip en promoties vierde, maakt zijn dochter nu iets soortgelijks mee: voor het eerst spelen de vrouwen van Gastel in de eerste klasse.

Zes keer werd Ronald clubtopscorer, maar dat zijn niet de momenten die hem het meest bijbleven. ‘We hebben meerdere promoties meegemaakt. Toen ik begon, speelden we in de vierde klasse, maar eind jaren ’90 promoveerden we voor de tweede keer in de clubgeschiedenis naar de eerste klasse.’

Tegen die tijd was Ronald al een linie teruggehaald, naar het middenveld. ‘Ik werd een leidende speler, stuurde de troepen aan en zorgde voor de steekpassjes. Ik kwam nog geregeld rond de zestien om een doelpuntje mee te pikken, maar had het vooral van mijn werklust. Na vijftien jaar in het eerste deed ik een stapje terug. In datzelfde jaar werd Kim geboren. Tegenwoordig speel ik in het zevende van Gastel,’ vertelt hij. ‘Dat is een ontzettend hecht team, een groep die altijd voor elkaar klaarstaat – op én buiten het veld. Dat is meer dan alleen voetbal.’

Toen Kim tien werd volgde ze in haar vaders voetsporen en ging bij SC Gastel voetballen. ‘Er waren toen nog maar vier meiden die voetbalden’, herinnert Ronald zich. Kim: ‘Ik begon tussen de jongens in de e’tjes. Dat deed ik met veel plezier, maar we wilden graag een eigen meidenteam. Dus hebben wij met z’n vieren posters opgehangen in het dorp om nieuwe speelsters te werven. Uiteindelijk lukte het om in de d’tjes een meidenteam op te richten.’

Het meidenvoetbal groeide daarna gestaag. Inmiddels telt SC Gastel drie damesteams, een dertigplusteam en een MO17. ‘Dames raakten geïnteresseerd in voetballen bij Gastel en we kregen een bepaalde aantrekkingskracht in de regio’, vertelt Kim. Haar vader vult aan: ‘De meiden zijn op een redelijk niveau gaan spelen. In de regio is het eerste een van de betere teams.’

Afgelopen seizoen promoveerde het team van Kim via een bijzondere route naar de eerste klasse. ‘We eindigden in de middenmoot, maar pakten een periodetitel en mochten daardoor nacompetitie spelen’, vertelt Kim. In het beslissende duel verloor Gastel, maar kreeg onverwacht een tweede kans. ‘Een van de gepromoveerde teams wilde niet promoveren, dus mochten we nóg een wedstrijd spelen. Die wonnen we gelukkig wel.’

En dus speelt Gastel komend seizoen voor het eerst op eerste klasse-niveau. De ploeg onderging daarbij enkele veranderingen. Er kwam een nieuwe trainer en een assistent: Peter Baan en Marcel van Hees, afkomstig van FC Tilburg en daarvoor erg lang actief bij DSE uit Etten-Leur. Vertrouwd gezicht Curtis van Leeuwaarde is het derde staflid. ‘Peter wilde eigenlijk stoppen na FC Tilburg, maar een charmeoffensief van ons team heeft hem toch overgehaald’, zegt Kim. ‘Tot nu toe heeft hij een heel positieve indruk achtergelaten. Daarnaast hebben we drie nieuwe speelsters erbij. Ik denk dat we met deze versterkingen een beter team zijn geworden. Onze doelstelling? Handhaven!’

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

Wandelvoetbal DVO’60 verbindt sport voor zestigplussers met zorg voor dementerenden

0

Op woensdag 8 oktober stond bij DVO’60 de negende editie van het jaarlijkse wandelvoetbaltoernooi op het programma. Het evenement is in de regio inmiddels een begrip en trekt twintig teams uit Nederland en België, inclusief de ‘All Stars’ van Feyenoord, FC Utrecht, Willem II en Zulte Waregem. De dag begon om 11.00 uur, duurde tot 17.00 uur en werd afgesloten met een barbecue en muziek.

De man die aan de basis stond van het wandelvoetbal bij DVO’60 is Piet van Osta (73). Hij is inmiddels meer dan een halve eeuw verbonden aan de club. ‘Ik ben in 1972 lid geworden en heb jaren in het eerste elftal gespeeld’, vertelt Van Osta. ‘In 1975 heb ik de jeugdafdeling opgericht, omdat ik vond dat de club dat nodig had. Ik heb in het jeugdbestuur en hoofdbestuur gezeten en nu zit ik in het bestuur voor wandelvoetbal en het onderhoud van de velden. Mijn dochter en vrouw draaien bardiensten, mijn kleinzoons voetbalt hier – je zou kunnen zeggen dat wij een echte DVO-familie zijn. Volgend jaar ben ik 54 jaar lid. Dan ga je hier nooit meer weg.’

Negen jaar geleden kwam Van Osta in contact met Reinald Boeren van Sportservice Noord-Brabant en tegenwoordig trainer bij Halsteren 1. ‘Ik was net gepensioneerd en vond het een leuk idee om op woensdagmorgen iets op te zetten. In Brabant was toen nog helemaal niets op het gebied van wandelvoetbal. Reinald en ik hebben de nek uitgestoken en zijn gewoon begonnen.’

Dat bleek een schot in de roos. ‘We zijn met één persoon begonnen en hebben nu 42 leden, inclusief begeleiding. Er sluiten nog steeds nieuwe mensen aan, vaak via mond-tot-mondreclame. We hebben ook een overeenkomst met de Katholieke Bond van Ouderen. In hun blad staat regelmatig een oproep om te komen kijken of mee te doen. Het mooie is dat er ook mensen meedoen die nooit eerder gevoetbald hebben. Ze doen mee voor de beweging, maar vooral ook voor het sociale aspect. Mensen van zestigplus moeten niet achter de geraniums gaan zitten. Dit is een mooie manier om bezig te blijven.’

Het sociale aspect gaat verder dan alleen de deelnemers. ‘Iedere woensdagochtend komen er ook mensen met dementie van Heerma State en De Wiek kijken. Voor hen is het een uitje: een bakje koffie, een praatje, even erbij horen. Bij ons toernooi zetten we muziek en spelletjes neer, speciaal voor deze groep. Voor die mensen is dat goud waard en wij vinden dat mooi om te organiseren. DVO betekent “Door Vrienden Opgericht” en dat sociale zit echt in ons DNA.’

De trainingen zijn meer dan een gezellig uurtje bewegen. ‘Reinald verzorgt de warming-up, we hebben een fysio rondlopen, en daarna spelen we partijtjes. Het moeilijkste is dat je alleen mag wandelen en de bal niet hoog mag schieten. Het veld is kleiner en er wordt zes tegen zes gespeeld. Op een leuke manier zijn de deelnemers fanatiek – soms zelfs té fanatiek’, lacht Van Osta.

Met het toernooi in aantocht leeft het enthousiasme weer op. ‘Het is elk jaar een feestdag voor onze vereniging’, zegt Van Osta. ‘De kantine zit vol en er komen mensen van heinde en verre. We krijgen zelfs uitnodigingen van andere verenigingen om uit te leggen hoe wij dit organiseren. Daar zijn we best trots op.’

Klik op DVO’60 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DVO’60 voor meer informatie over de club.

Diëgo Rokx wil van voetbal zijn werk maken

0

Ooit begonnen als veldspeler, maar al snel tussen de palen beland, besloot Diëgo Rokx op jonge leeftijd om zijn keepershandschoenen op te bergen en zich bij Rood Wit te gaan richten op het trainersvak. En inmiddels trainer van de JO14, heeft hij daar nog geen seconde spijt van gehad. “Ik wilde kijken hoe het zou bevallen.

Het antwoord daarop, bleek simpel. “Het beviel zo goed, dat ik het nog steeds doe.” Als jeugdtrainer begonnen op zijn vijftiende, is dat gezien zijn vader, ook niet zo gek. “Die is onder meer trainer geweest bij Internos en Rood Wit, dus ik weet van kinds af aan eigenlijk niet beter.” Zelf voetballen, hield de nu 27-jarige Rokx minder lang vol. “Ik ben hier op mijn vijfde of zesde gaan voetballen, als veldspeler. Daarna ben ik vrij snel gaan keepen.”

Geen stem meer

Nadat hij beide passies een tijdje gecombineerd had, besloot de inwoner van Zegge op zijn 21ste definitief zijn voetbalschoenen aan de wilgen te hangen. “Mede doordat ik last kreeg van mijn knieën en enkels, ben ik me toen volledig gaan focussen op het trainersvak.” Gekeept in vriendenteams en een jaartje bij DSE, heeft hij daar nog altijd geen spijt van. “Inmiddels heb ik alle teams, vanaf de JO8 tot en met de JO15, gehad.” Bewust zette Rokx dit seizoen, een stapje terug in leeftijd. “Ik heb mijn VC1 gehaald en de JO14 speelt op een hoger niveau.” Aan fanatisme, bij de twintiger dan ook geen gebrek. “Ik ben een veeleisende trainer, maar wel iemand die fair is en altijd voor mijn spelers klaarstaat.” Want, zo weet hij. “Het persoonlijke gedeelte, is heel erg belangrijk. Kinderen moeten zich fijn én gehoord voelen. Alleen dan kun je ze echt iets bijbrengen en helpen met hun ontwikkeling.” Mede door het gebruik van ‘Feeton’. “Dat is een programma, vol met oefeningen. Verschillende profclubs, werken daar ook mee.” Op die manier probeert Rokx zoveel mogelijk wedstrijdecht te trainen, iets dat hij leerde tijdens de VC1-cursus. “Die heb ik afgelopen seizoen gehaald, onder leiding van Maikel Nijst. Trainer van JEKA.” Hoe kijkt hij daarop terug? “We hadden een fijne groep cursisten, daardoor leer je veel van elkaar.” Onder meer om rustig te blijven langs de lijn en het overzicht te bewaren. “Ik had altijd geen stem meer over na een wedstrijd, omdat ik alles voor wilde zeggen. Terwijl je spelers juist zelf het denkwerk moet laten doen.” En dus is Rokx een stuk rustiger geworden, lacht hij. “Nu kan ik op zondag en maandag gewoon nog praten.”

Ambitie

Toch werd zijn vuurtje, door de cursus alleen nog maar verder aangewakkerd. “Ik wilde mezelf meteen inschrijven voor de VC2, maar die zat binnen tien minuten vol.” Zichzelf verder ontwikkelen, blijft Rokx desondanks doen. “Tijdens wedstrijden en trainingen probeer ik nu heel veel vragen te stellen en niet te veel dingen voor te zeggen. Zodat ze zelf na moeten denken. En daarnaast, coach ik spelers meer individueel. Bijvoorbeeld door iemand even apart te nemen.” Want dat Rokx barst van de ambities, mag duidelijk zijn. “Ik heb laatst gesolliciteerd bij de PSV Soccer Academy, maar daar ben ik niet aangenomen.” Bij de pakken neerzitten, doet hij echter niet. “Ik heb de ambitie om van voetbal mijn werk te maken.” Of dat is bij de jeugd of de senioren, weet het voetbaldier nog niet. “Eerst wil ik veel ervaring opdoen bij Rood Wit, vlieguren maken en mezelf inschrijven voor de VC2.” Om daarna door te pakken. “Ik wil zo snel mogelijk de juiste papieren halen, om op dat niveau aan de slag te kunnen gaan.” Want Rokx, denkt groot. “Tot mijn vijftiende was ik echt fanatiek Ajacied, dus mijn droom is wel om ooit bij Ajax te werken.” Al zijn er ook in de regio genoeg clubs, waar hij geen ‘nee’ tegen zou zeggen. “Willem II of NAC, zou ik ook heel mooi vinden. Zolang ik mezelf maar verder kan ontwikkelen.” Bijvoorbeeld door veel naar wedstrijden of trainingen op YouTube te kijken. “Onder meer van Erik ten Hag, Peter Bosz of Ron Jans. Daar kan je vaak genoeg dingen uithalen.” Om vervolgens toe te passen, bij de club waar het ooit allemaal begon. Vol fijne mensen. “Ik ben in het dorp geboren, heb er tot anderhalf jaar geleden altijd gewoond en heb de hele jeugd doorlopen. Dan weet je waar Rood Wit voor staat en wat je aan iedereen hebt!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

‘Het is tijd voor verjonging en nieuwe ideeën’

0

Na meer dan twintig jaar in het bestuur, in allerlei verschillende functies, vond Meindert Bijleveld het afgelopen zomer tijd om het stokje over te geven. Maar helemaal zonder TPO en de voetbal, kan de inwoner van Zevenbergen natuurlijk niet. “Ik blijf betrokken en kom gewoon nog bij het eerste kijken!”

En dat terwijl de inmiddels 57-jarige Bijleveld, oorspronkelijk niet uit Moerdijk komt. “Ik heb zelf altijd in Pernis gewoond, tot ik in 1993 in Moerdijk kwam wonen. Daarom word ik hier altijd ‘een bovensloter’ genoemd.” Maar wel één die, voornamelijk als verdediger, het shirt van het vlaggenschip van de club droeg. “Tot 2001 heb ik hier gevoetbald, daarna moest ik stoppen vanwege een kruisbandblessure.”

Zo leuk mogelijk

Maar vanaf dat moment, begon het voor Bijleveld eigenlijk pas echt. “Vervolgens ging mijn oudste zoon voetballen en ben ik leider geworden. Een paar jaar later, kwam ik in het bestuur terecht. Vooral om de samenwerking met VOV in goede banen te leiden.” Niet veel later, kwam daar ook het penningmeesterschap bij. Een rol die hij samen met zijn vrouw oppakte. “Daar hoorde ook een stukje sponsoring bij. In die tijd, hebben we de jeugd volgens mij drie keer in het nieuw gestoken. Naast natuurlijk het eerste.” Verder vervulde Bijleveld zes jaar lang de rol van leider van het vlaggenschip, gaf hij training aan de jeugd en organiseerde hij activiteiten. Een flink rijtje dus. “Maar ik heb het vooral altijd heel leuk gevonden!” Zelfs nu de vrijwilliger sinds twee jaar in Zevenbergen woont. “Ik blijf komen. TPO is gewoon een mooi dorpsclubje. Het is hier altijd druk. Daaraan zie je de impact die het heeft.” En daar ga je dan vanzelf in mee, lacht Bijleveld. “Je probeert alles met z’n allen zo goed mogelijk te organiseren. Op een gegeven moment zijn we eens de ‘Pupil van de Week’ of een DJ bij het eerste gaan proberen. Alles om het maar zo leuk mogelijk te maken.” Toch nam Bijleveld na al die jaren, afgelopen zomer een klein beetje afstand. “Het is tijd voor nieuwe en jonge mensen. Verjonging binnen de club, is alleen maar goed. Gewoon wat frisse ideeën.” Helemaal stoppen, doet de voormalig voetballer overigens niet. “Ik blijf gewoon betrokken en kijk of ik af en toe wat leuke dingen op kan pakken. Zoals het Jan van Gils toernooi. Maar dat zijn dan maar korte momentjes, terwijl je als bestuurslid veel vaker bezig moet zijn. Dat valt nu even weg. Dat is wel lekker.”

Stukje waardering

Want na ruim twintig jaar als bestuurslid, is het voor Bijleveld wel even goed zo. “Dat is een heel mooie periode geweest! Ik kijk er echt met veel plezier op terug.” Al gaat de oud-jeugdleider niet alles missen, is hij eerlijk. “De mensen die kritiek hebben, maar zelf weinig doen, vond ik soms wel eens lastig.” Bijleveld doet dan ook met liefde een oproep. “We hebben het over het algemeen goed voor elkaar, qua vrijwilligers, maar er kunnen er nog wel wat meer van de jonge garde opstaan.” Wat dat betreft is hijzelf, een goed voorbeeld. Bleek ook uit de koninklijke onderscheiding, die hij kreeg in 2021. Onder andere voor zijn activiteiten binnen de vereniging, zijn rol in het sinterklaascomité van Moerdijk én het meehelpen bij de ontwikkeling van de Moerdijkregeling. “In eerste instantie hoefde dat niet zo voor mij, vond ik het allemaal wat veel poespas. Maar uiteindelijk is zo’n onderscheiding toch wel heel leuk en echt een stukje waardering.” Waardering, die Bijleveld bij TPO sowieso altijd wel heeft gevoeld, vertelt hij. “De gezelligheid met elkaar en de impact die de vereniging heeft op het dorp. Er is hier geen café, daarom is het des te belangrijker dat de voetbal blijft bestaan.” Al zal er dan wel wat meer aanwas moeten komen. “Er moet jeugd bij, maar dan moeten er ook wel huizen worden gebouwd.” Want, zo dagdroomt Bijleveld verder. “Ik hoop vooral dat de gezelligheid blijft, dat zou al geweldig zijn! En dat we het eerste elftal in stand weten te houden.” Zodat hij in ieder geval op zondag, nog regelmatig kan komen kijken. “Dat is wel de bedoeling. Gezellig een biertje drinken. Dat zal niet veranderen.” Tijd, heeft hij nu in ieder geval genoeg. “Even niet meer die verplichting, dat is wel prettig!”

Klik op TPO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TPO voor meer informatie over de club.

Jochems is ambitieus: ‘Op school wist ik het al beter’

Als docent op de opleiding Curio Sport en Bewegen in Breda én trainer van de O23 van Unitas’30, is Rik Jochems hele dagen met sport bezig. En nadat hij zelf op jonge leeftijd noodgedwongen moest stoppen met voetballen, is dat helemaal zijn nieuwe passie geworden. “In het begin vond ik dat wel heel lastig.”

Want heel lang kon Jochems (30), als voetballer van Chaam, niet van het spelletje genieten, vertelt hij. “Mijn knieschijven schoten regelmatig uit de kom, dus op mijn achttiende moest ik daarvoor geopereerd worden. Toen werd me eigenlijk afgeraden om nog fanatiek te voetballen.” Inmiddels al twee seizoenen bezig als jeugdtrainer, zag de middenvelder zijn voetbaldroom in duigen vallen. “In het begin vond ik dat heel lastig, maar door het training geven, mis ik het zelf voetballen nu niet meer.”

Onder de indruk

Jochems werd na jaren als jeugdtrainer bij Chaam vervolgens assistent-trainer bij het eerste, alvorens hij als hoofdtrainer voor de groep kwam te staan bij de vierdeklasser. “Dat heb ik drie jaar gedaan, toen wilde ik graag verder kijken.” De oefenmeester haalde, nadat hij op het CIOS zijn UEFA C had gehaald, ook zijn VC3 en kwam daarbij in aanraking met zijn huidige club: Unitas’30. “Jordy Bollaart zat ook op de cursus, die was destijds trainer van de O23 hier.” Al snel, raakte Jochems tijdens trainingsavonden onder de indruk. “Dat was echt wel een beetje mijn type groep. Veel enthousiasme en een hoog niveau.” En dus gooide hij, nadat Bollaart zelf bij de O23 van Unitas’30 vertrok, een balletje op. “Laar maar weten dat ik wat zoek, zei ik tegen hem.”

En met succes, dus. “Tot nu toe bevalt het heel goed! Het is een fijne vereniging en al die jongens willen graag naar het eerste. Al zijn er weinig spelers meer over, van de groep die ik twee jaar geleden zag.” Desondanks, legt Jochems de lat hoog. “Afgelopen seizoen zijn ze gedegradeerd en er staat nu een heel nieuw elftal, maar toch willen we met de O23 echt presteren. Ik zou graag willen promoveren naar de tweede divisie.” A

l is het maar, om de aansluiting met het eerste te behouden. “Dat is nodig voor de ontwikkeling van die spelers, als ze straks echt die stap willen maken. Nu vind ik het niveauverschil tussen de Derde Divisie voor O23-teams en de Vierde Divisie voor senioren nog te groot.” De samenwerking met het vlaggenschip, verloopt voorlopig in ieder geval voorspoedig, legt Jochems uit. “In de voorbereiding hebben we samen met één getraind, nu trainen we apart. Maar voor de training zitten we altijd samen en we hebben regelmatig contact over jongens die het verdienen om mee te trainen.”

Doorgroeien

Een werkwijze waar Jochems zich meer dan prettig bij voelt. “Je hebt bij ons echt te maken met spelers die leven voor het voetbal en over een hoop technische vaardigheden beschikken. Daardoor kunnen ze snel stappen maken. Die bedrevenheid en dat stukje strijd op een training, is heel fijn werken.” Daarbij speelt teambelang, een belangrijke rol, vindt Jochems. “Dat moeten ze nu al leren en op kunnen brengen. Je probeert iedereen betrokken te houden, onder meer door met jongens in gesprek te gaan en ze allemaal een eerlijke kans te geven.”

En bijvoorbeeld door vragen te stellen, in plaats van alles voor te zeggen. “Dan gaan ze dingen sneller herkennen en gaan ze er ook echt mee aan de slag.” Aan zijn enthousiasme, ligt het in ieder geval niet. “Ik vind het altijd belangrijk om spelers zo goed mogelijk voor te bereiden op een tegenstander. Vaak doe ik dat met beelden en een presentatie. Als zij dit doen, doen wij dit.”

Iets wat hij voor een groot gedeelte leerde, in zijn tijd bij NAC Breda. Waar hij twee jaar lang assistent-trainer bij de O16 en O17 was. Daar heb ik vooral geleerd hoe belangrijk het is om vast te houden aan een bepaald plan. Het hameren op vastigheden en het overbrengen van tactische discipline.” Waar komt zijn passie voor het trainersvak vandaan? “Vroeger ging ik altijd samen met mijn vader naar NAC en bij de voetbal, was hij mijn leider. Maakten we samen de opstelling.”

Tot zijn vader overleed, toen Jochems twaalf jaar oud was. De gezamenlijke liefde voor het spelletje, heeft hem echter nooit losgelaten. “Op de basisschool wist ik het altijd al beter. Zeiden ze dat ik leraar of minister-president moest worden. Gym vond ik het leukste, dus die koppeling was snel gemaakt.” Ook nu, vele jaren later. “In de toekomst wil ik graag doorgroeien als trainer, mijn VC4 halen en dan verder kijken. De eerste klasse of Vierde Divisie, zou een mooi niveau zijn.” Maar wel stap voor stap, is Jochems realistisch. “Werken in de jeugdopleiding van een BVO is eigenlijk niet te combineren met mijn werk. En mijn vriendin en ik, hebben net een kleine gekregen. Trainer worden van een eerste elftal in de tweede of derde klasse, zou een mooie vervolgstap zijn!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.

‘Dan was ik er waarschijnlijk niet meer geweest’

0

Na een heel jaar revalideren, staat Ramon Frijters sinds het bezig van deze zomer weer op het voetbalveld. Niet nadat de aanvaller van Klundert zwaar geblesseerd raakte tijdens een wedstrijd of training, maar omdat hij betrokken raakte bij een eenzijdig auto-ongeluk en dagen later wakker werd. “Ik vroeg meteen of ik nog wel kon voetballen.”

Maar het antwoord op die vraag, moesten ze hem schuldig blijven, herinnert Frijters (25) zich. “Dat durfden ze niet te zeggen…” Heel gek, was dat gezien zijn lichamelijke toestand ook niet. “Mijn rechtervoet was verbrijzeld, mijn heup was gebroken en ik had een gebroken kaak.” Hoe dat kwam? De voetballer wist het op dat moment zelf ook niet. “We hadden na een oefenwedstrijd een feestje en vijf dagen later werd ik wakker.” In een ziekenhuis. “Ik weet zelf niks meer van het ongeluk. En misschien is dat maar beter ook.”

Geluk gehad

Toch heeft Frijters zich door de verhalen, inmiddels een aardig beeld kunnen vormen, van wat er vorig jaar augustus is gebeurd, vertelt hij. “Het was een heel heftig ongeluk. Eenzijdig. We zijn vol tegen een boom aan geknald en vervolgens ben ik uit de auto gevlogen.” Met alle gevolgen van dien. “Ik heb geluk gehad dat ik mijn gordel niet om had, anders was ik er waarschijnlijk niet meer geweest.” Dat besef, kwam bij Frijters overigens pas later. “Toen ik wakker werd, had ik helemaal niet in de gaten hoe erg het was. Veel teamgenoten waren heel emotioneel, ik had dat zelf minder. Het valt toch wel mee? Zei ik. Pas maanden later, in februari of maart, besefte ik dat ik echt heel veel geluk had gehad.” Na drie dagen op de IC en een hoop operaties, werd Frijters verplaatst naar de trauma-afdeling. Eenmaal wakker, kon hij maar aan één ding denken: “Kan ik nog voetballen? Dat was het eerste wat ik vroeg.” Veel zekerheid, konden ze hem op dat gebied niet geven. “Volgens de fysio was het afhankelijk van hoe graag ik het zelf zou willen. En hoe mijn lichaam zou reageren.” Zijn lichaam reageerde goed, en ook met zijn mindset, was allesbehalve iets mis. “Door mijn werk als personal trainer, heb ik veel discipline. Dat heeft me enorm geholpen. Daarnaast dacht ik altijd dat ik heel fit was, dus dit was een soort test.” Hoe lastig dat soms ook was. “Ik haat het als ik geen zekerheid heb.” Want, zo vertelt Frijters. “De revalidatie was leuk, maar ook zwaar en onzeker. Ik vroeg mezelf regelmatig af of het nog wel goed ging komen.” Zeker zijn voet, zorgde voor de nodige strubbelingen. “Door het littekenweefsel, was het lastig om mijn voet goed af te wikkelen. Daardoor moest ik in het begin vooral de kracht in mijn enkelgewricht opbouwen.”

Oude ik

De beloning voor al dat harde werk, kwam in mei. Toen hij voor het eerst weer twintig minuten buiten mocht trainen. “Het was heerlijk om weer op het veld te staan!” Inmiddels de eerste wedstrijden achter de rug, geniet Frijters vooral van het feit dat hij weer kan voetballen. “Zelfs van de minder leuke dingen. Ik doe met alle liefde nog even een extra rondje.” Toch is het zo nu en dan mentaal, nog wel eens een uitdaging. “Het is heel lastig om te weten, dat je veel beter kan. Daar heb ik het soms wel moeilijk mee. Je moet geduld hebben, maar ik ben van mezelf nogal ongeduldig.” Voorlopig, maakt Frijters dan ook voornamelijk zijn minuten bij het tweede. “Ik heb al een aantal assists gegeven en een goal gemaakt!” En ook fysiek gezien, gaat dat goed. “Op wat stijfheid na, heb ik verder geen last.” Behalve soms bij het spelen van een duel. “Af en toe heb ik dan nog wat angst. Mijn teamgenoten zijn daar natuurlijk ook heel erg mee bezig. Dat heeft gewoon tijd nodig.” Tijd, die de inwoner van Klundert zichzelf probeert te geven. “Ik heb altijd vertrouwen gehad in mezelf en mijn lichaam, dat het goed zou komen.” Maar niet zonder de support van de mensen om hem heen. “Ik heb vooral veel steun gehad aan mijn vriendin én mijn werk. Het feit dat ik als personal trainer mensen kon helpen, gaf een goed gevoel.” Een gevoel dat Frijters straks zelf, ook weer hoopt te hebben op het veld. “Net voor of na de winterstop, wil ik weer de ‘oude ik’ zijn. Daarom is het voor mezelf, nu vooral belangrijk om nog fitter te worden.” Hoe onzeker en vervelend, dat ook is in de eindfase van zijn revalidatie. “Mijn lichaam zit na al die operaties vol met ijzer. Daardoor is het de vraag hoe het reageert. Dat merk ik al na een lange dag werken…”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

Jason (6) is helemaal weg van TIC: ‘Over twee daagjes mag ik weer’

0

‘Wanneer gaan we weer naar TIC?’. Die vraag krijgen de ouders van Jason Boender bijna dagelijks om hun oren. De jongen uit Steenbergen wil namelijk niets liever dan trainen bij zijn geliefde voetbalschool. Met zijn zes jaar is hij een van de jongste spelertjes, maar dat schrikt hem bepaald niet af: ‘Jason doet overal aan mee’, vertelt zijn moeder Sharissa.

Vorig seizoen sloot Jason aan bij V.V. Steenbergen. Hij was toen vijf jaar oud en werd ingedeeld in de JO6. Na drie trainingen hadden de trainers al wel door dat ze met een speciaal voetballertje te maken hadden, dus mocht hij direct door naar de JO7. Daar ontwikkelde Jason zich snel uit tot de spits van het achttal: ‘Ik wist direct dat ik spits wilde zijn, omdat ik fan ben van Cristiano Ronaldo. Maar niet van Real Madrid, dat is mijn vader. Ikzelf ben meer van Barcelona, omdat Lamine Yamal daar speelt.’

En geheel naar het voorbeeld van zijn twee favoriete spelers, scoorde Jason erop los. ‘Het waren er te veel om te tellen’, lacht hij. Hoewel zijn hart bij het aanvallende gedeelte van het spelletje ligt, is Jason ook niet vies van verdedigen. ‘Dat vind ik ook leuk.’

Op zoek naar wat uitdaging, stelde Jason’s vader voor om hem aan te melden bij TIC uit Roosendaal. De voetbalschool gevestigd in het Atik Stadion, waar RBC zijn thuiswedstrijden speelt, biedt ruimte aan spelertjes van alle niveaus om te werken aan hun techniek (T), inzicht (I) en coördinatie (C). Negen maanden geleden kwam Jason er voor het eerst over de vloer, nu is hij er bijna niet meer weg te slaan. Zo neemt hij deel aan de groepstrainingen: ‘We doen altijd eerst een warming up, daarna doen we in kleinere groepjes vier verschillende oefeningen en draaien we de hele tijd door. Het zijn grappige en leuke oefeningen waar je veel van leert’, vertelt Jason.

Maar één keer per week naar TIC was lang niet genoeg voor Jason. Al snel schreven zijn ouders hem ook in voor privé trainingen: ‘Ook dan doen we vier oefeningen, maar dan elke keer met dezelfde trainer. Het vaakst krijg ik die van trainer Yorbe, hij is mijn favoriet. Waarom hij mijn favoriet is? Hij maakt veel grapjes met me, hij leert me spelen met mijn linkervoet – ik ben namelijk rechts – en we werken aan het afwerken en nieuwe acties. Zo heb ik van hem een paar goede kapbewegingen geleerd.’

Twee keer in de week staat Jason dus op het veld bij TIC. Nog steeds bleek het niet genoeg om zijn onstilbare voetbalhonger te stillen. Dus besloot de familie Boender mee te gaan met de TIC voetbalvakantie naar Spanje: ‘Elke ochtend begonnen we met een training op het gras. Daarna konden we even relaxen bij het zwembad en een duikje nemen. ‘s Middags trainden we op het strand. Ik heb veel nieuwe vriendjes gemaakt’, vertelt Jason. ‘En de volgende vakantie staat al gepland, hè’, vult zijn moeder aan.

Wie denkt dat Jason inmiddels wel verzadigd zou zijn met voetballen, heeft het mis. Zo ging hij met TIC ook al op een heus vijfdaags trainingskamp: ‘In de ochtend brachten mijn ouders me, ging ik de hele dag voetballen, kwamen m’n ouders me ophalen, ging ik slapen, en de volgende dag weer opnieuw.’

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.