CvdW: SC Gastel – Koen de Vos
Middenvelder Koen de Vos (21) begon op zijn vijfde met voetballen bij Sc Gastel en is momenteel een van de sterkhouders van de formatie van trainer Peter Kepers. Wij spraken Koen over zijn carrière tot nu toe, zijn mooiste moment, zijn ambities en zijn verwachtingen voor dit seizoen.
Carrière
Van zijn vijfde tot zijn dertiende heeft Koen de Vos verschillende elftallen doorlopen bij de dorpsclub, waarna hij Gastel verliet voor het grotere Alliance uit Roosendaal. De Vos: ‘’Ik voetbalde bij de KNVB en de trainer die ik daar had benaderde mij destijds om naar Alliance te komen. Er werd mij verteld dat bij Alliance de kans groter zou zijn om een stap te maken naar bijvoorbeeld RBC Roosendaal, destijds nog een profclub. Ik ging de uitdaging aan, maar ik werd te licht bevonden voor een BVO.’’
Na een jaar keerde de Vos terug naar zijn oude liefde om weer te gaan voetballen met zijn vrienden. Na de C1, B1 en A1 kwam de student financiële dienstverlening in het seizoen 2014/2015 vast bij het eerste elftal, dat toen onder leiding stond van voormalig profvoetballer Eric Hellemons. Hij maakte een promotie mee naar de derde klasse en speelt binnenkort zijn 100e wedstrijd voor de rood-zwarten. Koen heeft het erg naar zijn zin bij Sc Gastel. ‘’Sc Gastel is een echte volksclub waar bijna iedereen wel een band heeft met elkaar. Dat spreekt mij aan’’.
Mooiste moment
De promotie naar de derde klasse is voor de in Roosendaal woonachtige de Vos het mooiste moment tot nu toe bij Gastel. ‘’Het seizoen voor we promoveerde miste ik in de laatste beslissende nacompetitiewedstrijd tegen RCS een strafschop, mede daardoor moesten we nog een jaar in de vierde klasse spelen. Dat was een enorme teleurstelling. Een jaar later scoorde ik in de nacompetitiewedstrijd tegen mijn oude club Alliance de openingsgoal en wisten we eindelijk uit de vierde klasse te komen. Toen was de ontlading extra groot.’’
Toekomst
De Vos twijfelt op dit moment niet over zijn toekomst. ‘’We hebben een jonge, serieuze en gezellige groep. Ook spelen een aantal vrienden van mij in het eerste en dat maakt het extra leuk. Ik heb wel de ambitie om in de toekomst op een hoger niveau te spelen en ik geloof er in dat dit mogelijk is met de huidige groep, mits deze bij elkaar blijft. Ieder jaar stoppen er één of twee bepalende spelers en dat kunnen we niet gebruiken. Ik hoop dat we deze groep bij elkaar kunnen houden, want het liefste speel ik nog heel lang bij Sc Gastel. Mocht dit niet het geval zijn houd ik mijn ogen open voor andere clubs. Ik zie de derde klasse niet als mijn plafond’’.
Voorspelling
Sc Gastel gaat komend weekend op bezoek bij het Zeeuwse Hontenisse. Er wacht een lastige uitwedstrijd in de strijd om de bovenste plaatsen. ‘’Ik verwacht dat de ploegen uit de huidige top vier in onze klasse zullen gaan strijden om het kampioenschap. Wanneer we deze wedstrijd weten te winnen ben ik er van overtuigd dat we ook daadwerkelijk in de top 4 gaan eindigen. Dat zou een geweldige prestatie zijn voor ons, al willen we zo lang mogelijk mee blijven doen om het kampioenschap.’’ De Vos verwacht een pittige wedstrijd, maar wel een 1-2 overwinning voor zijn club.
Student, middenveldster én bestuurslid van SV Capelle
Manon de Rooij is met haar 21 jaar een opvallend frisse verschijning in het bestuur van SV Capelle. De speelster van het damesteam wordt gedreven door de wil om mee te beslissen over de toekomst van haar geliefde vereniging en de kans om ervaring op te doen als bestuurder.
De blonde middenveldster studeerde tot voor kort Bedrijfskunde in Rotterdam. “Ik wilde graag iets bestuurlijks doen in de praktijk en kon daar geen betere plek voor bedenken dan mijn eigen vereniging, SV Capelle. Ik voetbal hier al vanaf mijn achtste, vind het leuk om dingen te organiseren, als eerste te horen wat er speelt en krijg zo ook nog eens de kans om mee te beslissen over belangrijke zaken.”
Sinds een paar maanden is ze als bestuurslid verantwoordelijk voor activiteiten die georganiseerd worden binnen de vereniging. Daarnaast is ze nog altijd fanatiek speelster van het damesteam. “Ik speel al mijn hele leven samen met dezelfde meiden. Wij waren het eerste meisjesteam van de club en zijn een paar jaar geleden doorgestroomd naar de senioren. De dames van toen wilden eigenlijk eerder al stoppen met voetballen, maar hebben gewacht totdat wij oud genoeg waren om het stokje over te nemen.” Inmiddels heeft Capelle ook een MO13-1 en een MO15-1. “Het is lastig voor een club met nog geen vierhonderd leden om een volwaardige jeugdopleiding voor meisjes te realiseren.”
Dat heeft ook gevolgen voor het niveau. “Wij spelen in de vijfde klasse, hebben op sommige posities te weinig speelsters. De MO15-1 speelt in de tweede klasse en de MO13-1 in de derde klasse, dus dat ziet er wel goed uit.” De Rooij heeft goede hoop voor de toekomst van het damesvoetbal bij Capelle. De stijgende populariteit van het Nederlandse damesvoetbal dankzij de goede prestaties van het nationale vrouwenteam helpen mee. De Rooij denkt dat Capelle qua niveau wel hoger moet kunnen, maar dan zal de trainingsintensiteit ook opgehoogd moeten worden. “Dat lukt nu niet doordat veel dames druk zijn naast het voetbal.”
Zelf waardeert ze de combinatie tussen het spelletje en de gezelligheid bij Capelle. “Ik vind het voetballen heel erg leuk en geniet van de gezelligheid met de meiden. We kunnen het heel goed vinden, hebben ook naast het voetbal contact met elkaar. Het is in de kantine altijd een gezellige boel na een wedstrijd of training.” De dames staan bekend om de feestelijke avonden die zij organiseren in de kantine, waarvoor de hele club wordt uitgenodigd. “Capelle is gewoon een heel gezellige, gemoedelijke en hechte vereniging, waarbij sfeer en prestaties goed samengaan. Het niveau van opleiden zit ook in de lift, je ziet dat de jeugd steeds professioneler wordt getraind.”
De Rooij roept alle meiden uit Sprang-Capelle en omgeving op eens kennis te komen maken met het voetbal bij haar club. “Wij zijn altijd blij met nieuwe aanmeldingen, op de vriendinnendagen die wij organiseren kan iedereen eens komen ervaren hoe het is, maar gedurende het seizoen ben je ook van harte welkom.” Interesse? Voor meer informatie is Manon te bereiken via activiteitenbeheer@svcapelle.nl.
De Iniesta en Fischer van Rozenburg
De één verdeelt het spel, de ander raast langs de flanken. Joris van Driel en Floris van den Heuvel, beiden 22 jaar, zijn uitgegroeid tot belangrijke krachten bij derdeklasser Rozenburg, dat dit seizoen grote plannen heeft. “Dit moet hét seizoen worden.”
Joris van Driel is niet alleen creatief op het veld, maar ook daarbuiten. De jonge Rotterdammer is gitarist. “Ik ben onlangs op het conservatorium in Tilburg begonnen op de Rock Academie. Ik hoop er later mijn beroep van te maken. Ik heb altijd al gespeeld in bandjes. Nu doe ik dat even niet, de band waar ik in speelde is nog niet zo lang geleden uit elkaar gegaan.”
Van Driel en Van den Heuvel bewandelden op voetbalgebied dezelfde weg. Drie seizoenen geleden maakten zij de overstap van Brielle 2 naar Rozenburg. “We hadden een erg succesvol team bij Brielle. We werden kampioen in de eerste klasse, promoveerden naar de hoofdklasse, maar uiteindelijk wil je als voetballer in het eerste elftal spelen”, vertelt Van den Heuvel. “Die kwam echter niet. Daarom was het niet zo moeilijk om ja te zeggen toen Rozenburg aan de telefoon hing.”
Van Driel: “Wij zijn maatjes en met zijn tweeën was de drempel een stuk lager.”
Hun entree bij de ploeg van trainer Dennis Zaal verliep moeizaam. “Ze moesten allebei erg wennen aan fysiekere voetbal van de derde klasse”, zegt de oefenmeester. “Zeker Joris. Die had zijn postuur ook nog niet eens mee.”
De middenvelder, klein van stuk, kan dat slechts beamen. “Ik ben niet groot en moet het niet hebben van mijn duelkracht. Op het niveau van Brielle lag de nadruk op het voetballende deel, in de derde klasse werden we ineens geconfronteerd met ploegen die ook flink de beuk er ingooide. Daar moesten we ons tegen wapenen.”
“Joris was in die beginperiode allesbehalve goed genoeg”, weet Zaal nog. “Maar we zijn met hem hard aan de slag gegaan. Hij is nu onmisbaar.”
“Hij is een fantastische dribbelaar, erg balvast en soms lijkt het alsof de bal aan het touwtje zit bij hem. Hij draait makkelijk weg bij zijn tegenstander, op dit niveau is dat weinig spelers gegeven”, is Zaal vol lof over Van Driel. “Wij noemen hem de blonde Iniesta.”
Van Driel: “Is dat zo? Ze vergelijken mij wel eens met Modric van Real Madrid, maar Iniesta, die had ik nog niet eerder gehoord. Qua spel heb ik inderdaad wel wat weg van ze. Ik probeer ook het spel te verdelen. Ik ben ook veel slimmer geworden. Ik moet de duels ontwijken en niet de strijd aangaan met een gozer van twee meter. Dat win ik toch niet. Ik moet slim zijn in positie én ruimte kiezen.”
Is Van Driel het creatieve brein op het middenveld, Van den Heuvel is een echte buitenspeler. “Een klassieke nog”, zegt Van Driel over zijn maatje. “Hij is rap, kan nog een mannetje passeren en een goede voorzet geven. We voelen elkaar goed aan. Bij Brielle speelde ik eigenlijk iedere bal naar voren naar Floris. Hij heeft zo veel snelheid en diepgang.”
Van den Heuvel paste zich na zijn komst sneller aan, maar raakte aan het begin van vorig seizoen wel zijn basisplaats kwijt. “We stapten over van een drie- naar een twee spitsensysteem. Daar werd ik de dupe van. Dat was geen makkelijke periode, omdat ik ervan overtuigd was dat ik in de basis hoorde.”
“Uiteindelijk heb ik me weer in de basis teruggeknokt en ben ik samen met Brian van der Laan met vijftien doelpunten nog topscorer van het team geworden.” Zaal: “Dat was wel knap hoe Floris zich terugvocht. En vijftien doelpunten is natuurlijk prima voor een buitenspeler.” en
“Ik wil die lijn dit seizoen doorzetten”, voegt Van den Heuvel toe. Zijn trainer vindt dat hij nog wel wat effectiever moet worden. “In aanname en afwerking.”
“Een echte spits ben ik natuurlijk niet”, is Van den Heuvel eerlijk. “Daar heb ik net te veel kansen voor nodig. Dat weet ik gewoon”, aldus de buitenspeler, die bij zijn oude club Brielle Fischer werd genoemd. “Die speelde toen bij Ajax. Ik ben voor Ajax en ook blond. Vandaar. Geen idee waar hij nu speelt. Hij is een beetje in de vergetelheid geraakt.”
Beiden hebben voor Rozenburg dit seizoen een hoofdrol in gedachten. “De lat ligt het allerhoogst”, geeft Van Driel de ambities weer. “Iedereen is gebleven en we hebben een paar goede spelers erbij gekregen. We zijn echt sterk.”
“Dit moet hét jaar worden”, zegt Van den Heuvel. “Dat gevoel heerst bij iedereen, technische staf en spelers. We willen oogsten.”
Wouter Lagraauw weet de juiste snaar te raken
Het is een ‘erelijst’ die er wezen mag. Wouter Lagraauw heeft volgens KMD-insiders het kampioenschap aan zijn ‘kont kleven’, want de 25-jarige trainer uit ’s-Gravenzande werd met drie verschillende JO11-1-teams (voorheen de E1) kampioen. “Je moet de juiste vragen stellen”, verklapt hij.
KMD-voorzitter Peter van den Berg zegt dat Wouter Lagraauw ‘iets’ heeft, maar hij weet dat ‘iets’ niet goed te benoemen. “Het is in ieder geval een bijzondere statistiek”, lacht de trainer zelf als hij wordt ‘geconfronteerd’ met zijn drie opeenvolgende titels. “De eer die ik krijg is leuk, maar het zijn wel de jongens die het doen. Als trainer in deze leeftijdscategorie ben je een hulpmiddel, je hebt een begeleidende rol. Het gaat erom de spelertjes er zo veel mogelijk bij te betrekken. Dat doe je door ze zelf oplossingen te laten aandragen. Door de juiste vragen te stellen kan je ze vervolgens krijgen waar je ze hebben wil. Ik hanteer daarbij het principe van de drie w-vragen: Wie? Wat? Waarom? Spelers van die leeftijd vinden het reuze interessant om met magneetjes op het tactiekbord te schuiven.”
Hij noemt zijn manier van werken zelf van een ‘trucje’, maar doet hij zichzelf daarmee niet tekort? “Noem het wat je wil, het gaat erom dat die jongens het idee hebben dat het geen eenrichtingsverkeer is. Dat zie je natuurlijk wel vaak. De trainer bepaalt hoe en wat en de spelers moeten dat maar uitvoeren. Mijn insteek is: laat ze meedenken over tactiek en speelwijze om uiteindelijk door het stellen van de juiste vragen uit te komen wat je als trainer al voor ogen had.”
Lagraauw, die zelf voetballer van KMD 3 is en ook actief is voor de Wateringse club in de zaal, was voordat hij bij KMD neerstreek, vier jaar als trainer werkzaam in de jeugdafdeling van FC ’s-Gravenzande. “Daar ben ik begonnen bij de A- en B-meiden. Ik was techniektrainer, passen, aannemen en trappen deed ik.”
Bij KMD is hij sinds vier jaar hoofdtrainer van de E-lijn. “In totaal zijn dat zes jongens- en een meisjesteam. Bij de F is het vooral lekker ballen. Ook bij ons, bij de E, kunnen ze gerust hun acties maken, maar het ontwikkelen van het tactische basisniveau hoort er ook bij. Dat is een vereiste als de overstap naar de D, naar een groter veld, wordt gemaakt.”
Lagraauw speelt altijd met een systeem. “Je hebt een aantal varianten, maar in principe komt het neer op met het puntje naar voren of naar achteren. Dit seizoen spelen we met een zuivere kerstboom: 1-3-2-1.”
In de training besteedt hij veel aandacht aan passen, trappen en aannemen. “Tactisch gezien probeer je spelers van die leeftijd bewust te maken van een actie. Een verdediger heeft als primaire taak verdedigen, maar als hij de bal na het verdedigen blind naar voren trapt, zal hij opnieuw moeten gaan verdedigen. In dat geval laat ik zien wat de andere oplossing is: de bal spelen naar de rechtsback die vrij staat. Je bent als trainer telkens bezig om te laten zien welke opties er zijn.”
Hij gelooft niet in goede en slechte lichtingen. “Dat zou betekenen dat je kampioen wordt met een goede lichting en laatste wordt met een slechte lichting. Dat is mij te makkelijk.”
Lagraauw heeft ambities als jeugdtrainer. Hij is bezig met zijn TC3-diploma. “Mijn droom? Als jeugdtrainer werken bij een bvo.”
Mike van Helvoirt: RWB’er in hart en nieren
“RWB is mijn familie”, omschrijft Mike van Helvoirt. De aanvallend ingestelde speler uit Waalwijk is dan ook blij dat hij weer volledig meedraait in het eerste team en ziet dat het een stuk beter gaat dan in het seizoen 2016/2017.
2016/2017 was een jaargang om snel te vergeten voor de 26-jarige Mike van Helvoirt. RWB ontliep degradatie maar nipt en hij verdween uit de selectie. Niet vanwege slechte prestaties, maar omdat hij niet goed overweg kon met de trainer. “Dat lag voor een deel ook aan mezelf, maar ik vond hem niet altijd eerlijk”, legt hij uit.
Dit seizoen verloopt tot nu toe een stuk beter. Onder Ruud van de Heuvel speelt Van Helvoirt altijd (“dan is het al snel goed hè, haha”) en RWB draait mee in de middenmoot. “De trainer is niet puur van de regeltjes, houdt ook de gezelligheid erin. Dat is heel belangrijk bij een club als RWB. In de selectie spelen nu ook weer bijna alleen maar jongens met een RWB-hart, dat merk je meteen aan de sfeer.”
Het eerste team van RWB begon uitstekend aan het seizoen in de derde klasse, met negen punten uit de eerste drie duels. Na een ongelukkige nederlaag tegen DESK kwam de klad er echter in. Het duurde tot 3 december voor RWB weer een wedstrijd wist te winnen, op bezoek bij TSC. De ploeg ging echter met een vervelend gevoel de winterstop in: op bezoek bij Bavel werd met 6-0 verloren.
Maar de eerste wedstrijd na die winterse break gaf RWB een boost, merkte Van Helvoirt. “We wonnen van Were Di, dat toen laatste stond. Dat was een belangrijke slag, daardoor hoefden we even niet meer naar beneden te kijken.”
Van Helvoirt wordt dit seizoen vooral als aanvallende middenvelder gebruikt. “Dat bevalt prima, zolang ik er maar in sta hè. Ik speelde voorgaande seizoenen vaak in de spits, dan sta je wat meer op een eiland. Nu krijg ik de bal wat vaker, maar moet ik ook meer lopen en dat is nou juist niet mijn sterkste punt”, geeft hij lachend toe. Van Helvoirt ziet zichzelf niet voor een andere club dan RWB spelen. “Dit is mijn familie, al mijn vrienden spelen hier dus waarom zou ik weggaan. Ik ken mijn eigen kwaliteiten ook goed genoeg om te weten dat de derde klasse mijn plafond is.”
Hij kijkt uit naar de rest van het seizoen. “Als we een degradatiestrijd voorkomen, hebben we het goed gedaan.”
SV Capelle profiteert optimaal van Vriendenclub
De Vriendenclub van SV Capelle is in korte tijd uitgegroeid tot een onmisbare kracht binnen de voetbalvereniging. De stichting zorgt voor een mooie en comfortabele aankleding van het sportpark en kantine en organiseert regelmatig feestelijke activiteiten die de leden dichterbij elkaar brengen.
Een groepje leden van SV Capelle wilde De Vriendenclub na de oplevering van de nieuwe accommodatie weer nieuw leven inblazen. Nu de vereniging een mooi complex had, moest die ook een moderne inrichting en aankleding krijgen, vonden zij. De Vriendenclub was in de jaren daarvoor langzaam doodgebloed, maar dit groepje pakte de draad weer op. Zij richtten zelfs een eigen stichting op, met succes: sinds de start vijf jaar geleden hebben zij al 125 tot 150 donateurs aan zich weten te binden.
Dat zijn mensen die jaarlijks geld doneren aan de stichting. Zij krijgen in ruil daarvoor, naast het goede gevoel, kortingen bij evenementen die De Vriendenclub organiseert. Met kerstborrels, Hollandse avonden en toernooien als ‘De Bierbuikenbokaal’, haalt De Vriendenclub extra geld op voor het spaarpotje. Daar kan de stichting dan weer mooie investeringen van doen: van voetbaltafels, wedstrijdballen, reservetenues, sfeerverlichting voor in de kantine tot aan een speeltuin. “Wij doen dit allemaal uit gevoel voor onze club, we willen dat alles in orde is bij SV Capelle. We zijn al jaren lid van de club en doen dit dan ook graag”, vertelt Arjan Pruijssers van De Vriendenclub.
”Je kunt als club gewoon je wedstrijdjes voetballen en verder niks organiseren, maar wij willen ook een beetje saamhorigheid en clubgevoel kweken. Dat doen we onder meer door donateurs aan ons te binden, die voelen zich dan toch allemaal extra betrokken bij de club. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat al onze elftallen er spik en span bijlopen, van alle materialen zijn voorzien en dat de accommodatie mooi is aangekleed.”
Ook kocht De Vriendenclub een AED, die van levensbelang is. “We hebben die helaas al twee keer moeten gebruiken, bij een hartstilstand van een supporter en speler. Het is mede te danken aan die investering dat zij het in eerste instantie hebben overleefd. Een van de slachtoffers is echter helaas een week later overleden.”
De Vriendenclub werkt nauw samen met het hoofdbestuur van SV Capelle, alle investeringen worden eerst met die leiding besproken. “We doen alles in overleg en hebben de stichting ook binnen de voetbalclub ondergebracht.” De vier bestuurders van De Vriendenclub doen alles ‘100 procent vrijwillig’, vertelt Pruijssers. “We hebben professioneel gezien allemaal een nuttige achtergrond die we samen met vele vrijwilligers inzetten voor de club, in de avonduren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het opbouwen van een podium, speeltuin en darthoek.”
Dat De Vriendenclub na vijf jaar al zo’n succes is, had de stichting zelf ook niet direct verwacht. “Maar het is heel snel gegaan dankzij de mond-tot-mondreclame en zichtbare resultaten.”
CvdW: SC Gastel – Adrie Doomen (Voorzitter)
Adrie Doomen is al sinds zijn twintigste betrokken bij SC Gastel. Vanaf zijn twintigste tot en met zijn dertigste heeft hij namelijk zelf gevoetbald bij de club en in 2002 is hij voorzitter geworden van de club in Oud Gastel.
Het voorzitterschap
Het begon allemaal 15 jaar geleden voor Adrie Doomen, toen hij gebeld werd door de toenmalig clubicoon Bert Kempenaars. Kempenaars gaf aan dat er een positie vrij was gekomen als voorzitter, omdat de (op dat moment) huidige voorzitter had aangegeven dat hij ermee wilde stoppen en dat hij vond dat Adrie Doomen dit op moest pakken. Na zich hier meer in verdiept te hebben, heeft Doomen besloten dat hij het voorzitterschap zou gaan oppakken.
Het verenigingsleven heeft Doomen altijd al aangesproken. Adrie Doomen gaf aan dat hij het zeer leuk vindt dat zijn acties en beslissingen gewaardeerd werden door de jeugd. Al met al is Doomen 12,5 jaar lang voorzitter geweest van SC Gastel, echter is hij hier 3,5 jaar geleden toch mee gestopt. Dit wilt uiteraard niet zeggen dat hij niet meer betrokken was bij de club, in tegendeel. Hij heeft, in afstemming met zijn opvolger, besloten dat hij de bouw en begeleiding van de nieuwe accommodatie van de club op zich zou nemen. Inmiddels is zijn opvolger sinds afgelopen zomer ook gestopt en heeft Doomen, omdat de opvolgers voor het voorzitterschap niet in de rij staan, het voorzitterschap in september weer opgepakt.
Betrokkenheid bij de club
Zoals eerder al aangegeven was Adrie Doomen vanaf zijn twintigste tot en met zijn dertigste zelf actief geweest als speler bij SC Gastel. Rond zijn dertigste moest hij het voetballen echter achter zich laten vanwege een heupaandoening. Hierdoor werd zijn betrokkenheid bij de club wel wat minder, maar hij bleef betrokken bij de club. Doomen: ‘’Ik keek altijd naar de wedstrijden van het eerste elftal en van mijn zoon. Zodoende ben ik, weliswaar langs de zijlijn, betrokken gebleven bij de club.’’
De club
Wat de club, in de ogen van Adrie Doomen, zo mooi maakt, is de betrokkenheid van heel veel mensen bij de club. Deze mensen hebben vroeger bij de club gevoetbald of voetballen nog steeds bij de club. Deze mensen willen een bepaalde beweging zien binnen de club. Vandaag de dag is er ook een nieuw jeugdbestuur actief binnen de club. Doomen: ‘’Dit jeugdbestuur is jonger en kijkt anders tegen dingen aan. Zo kijkt het jeugdbestuur onder andere naar hoe de jeugd omgaat met verplichtingen en wat hun betrokkenheid bij de club is.’’
Adrie Doomen gaf hier nog de volgende toelichting bij: ‘’Je moet leven in de tijd dat je er bent en niet terug denken aan hetgeen wat allemaal al geweest is.’’ De voorzitter van SC Gastel, die inmiddels aan zijn tweede termijn bezig is, heeft aangegeven dat hij zoveel mogelijk probeert te communiceren met mensen van de club en dat hij er naar streeft om (nog) meer betrokkenheid te creëren.
Verwachtingen aankomende wedstrijd
Doomen had, over de aankomende wedstrijd tegen Hontenisse 1, het volgende te zeggen: ‘’Ik denk dat wij een grote kans hebben om de drie punten mee naar huis te nemen. Het niveau en de beleving bij de spelers is zeer goed, ze willen er samen voor gaan. In vergelijking met vorig seizoen gaat het aanzienlijk beter. Vorig jaar speelde de club nog bijna om degradatie en dit seizoen (drie á vier maanden later) wint het eerste elftal de eerste periode in een nieuwe competitie. De spelersgroep is nagenoeg hetzelfde gebleven als er gekeken wordt naar het afgelopen seizoen. De jeudige spelersgroep wordt goed bij elkaar gehouden door de staf.
De voorspelling van Adrie Doomen is dat SC Gastel de uitwedstrijd met 0-2 zal winnen van Hontenisse.