Home Blog Pagina 183

Ruben de Waal zit op een roze wolk

Net vader geworden van een dochtertje, kan Ruben de Waal zijn geluk eigenlijk niet op. Wellicht had alleen een plek in de nacompetitie met NOAD’32 zijn roze wolk misschien nog net iets meer doen zweven. Al is die extra vrije tijd, nu natuurlijk juist wel lekker. “Ze is precies op tijd geboren!”

En of ze nou later, net zo fanatiek gaat voetballen als haar papa, één ding is in ieder geval zeker: “Ik ga haar nu alvast lid maken”, lacht De Waal (29). Die ondanks wat gebroken nachten, niet mag klagen. “Tot nu toe slaapt ze best wel goed door, dus het valt mee.” Gelukkig voor hem, zit het voetbalseizoen er wat dat betreft net op. Al had dat niet veel gescheeld. “Eén team is uit de competitie gestapt, anders hadden we die periode wel gehaald.” Precies wat ze bij vierdeklasser NOAD’32 vooraf toch wel een beetje hadden bedacht. “Het kampioenschap hadden we niet verwacht, maar we hoopten mee te doen voor een toetje. In dit geval de nacompetitie.” 

Smalle groep

Al was het lastig om precies te voorspellen wat ze konden verwachten, vertelt De Waal. “In een onbekende competitie, van sommige ploegen had ik nog nooit gehoord. We kwamen op plekken waar we nog nooit zijn geweest.” Of dat beviel? “Niet helemaal. Ik denk, dat ik dan wel voor de hele groep spreek. We spelen liever lekker gewoon hier in de buurt.” Toch, ondanks de soms verre reizen, vielen de resultaten dus positief mee. “Ik vind dat we wel een periode hadden moeten of kunnen hebben, maar we hebben het in één week weggeven. Dat was een teleurstelling, al hoort dat ook een beetje bij het hebben van een smalle groep. Op een dorpsclub.” Drie keer op voorsprong komen én toch niet winnen of een zeker lijkende zege bij 0-3 toch nog uit handen geven. NOAD’32 beleefde het dit seizoen allemaal. “Is dat pech? Ik weet het niet. Zulke dingen gebeurden gewoon bij ons. Qua inzet en strijd zat het vaak wel goed, al hebben we het misschien op sommige momenten af laten weten.” Vanwege de vaak ‘onbekende’ tegenstanders een iets lastiger gevoel om op te roepen, toch is dat niet het belangrijkste verbeterpunt. “De selectie was niet altijd breed genoeg. Nu komen er gelukkig veel jongens door van de JO19.” Een goede zaak, vindt hij. “Soms stonden we, vanwege blessures, met tien man op de training. Straks kun je op dinsdag en donderdag in ieder geval normaal trainen. Dat betaalt zich dan vanzelf uit.” 

Warmte

Zeker op de lange termijn. “De jeugd wordt nu bij ons in de kelderklasse ‘gegooid’, dat is fysiek best even schakelen. Maar ik weet zeker, dat we straks weer een mooie ploeg hebben en echt voor die periode kunnen gaan.” Met De Waal, er gewoon weer bij. “Tot de B-junioren bij GDC gespeeld, daarna is mijn moeder in Wijk en Aalburg gaan wonen en kwam ik bij jongens van NOAD’32 in de klas. Ik ging een aantal keer mee naar de kantine en was meteen verkocht door de warmte.” En dat is hij, na tien seizoenen in het eerste, dus nog steeds. “Het zijn inmiddels natuurlijk allemaal vrienden geworden, iedereen kent elkaar.” Zelfs zo goed, dat De Waal één van zijn teamgenoten vroeger nog training heeft gegeven.” Joël Strijbis kwam er vanuit de JO19 bij, die heb ik een jaar of acht geleden, hier nog in de E2 gehad. Dan is het natuurlijk wel grappig om nu samen te spelen.” Met hem als rechtsback. “Ik ben ooit, met mijn chocoladebeen, begonnen als linksback. De laatste jaren sta ik op rechts. Naar voor, weer terug en vol de strijd aangaan.” Nog altijd stiekem ziek van een nederlaag, weet De Waal precies waar zijn kwaliteiten liggen. “Er zijn zat jongens die beter kunnen voetballen, dus die probeer ik de bal te geven.” Zolang, als dat ze hem nodig hebben. “Af en toe moet je dat even peilen, haha!” Voorlopig is dat het geval en dus gaat de routinier nog lekker even door. “Tot mijn 34ste moet kunnen. Ergens anders zie ik niet meer gebeuren, ik voel me nu een jongen van de club!”

Klik op NOAD’32 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NOAD’32 voor meer informatie over de club.

Rik de Wit voelt zich prettig in de nieuwe speelwijze bij WHS

Als nieuwkomer in de Zaterdag 2e Klasse G van presteert WHS niet geheel onverdienstelijk. Maar met de versterkte promotie/degradatieregeling blijft het voor de club uit Sint Annaland spannend tot de laatste bal in de competitie stopt met rollen. Verdediger Rik de Wit (25) mikt in elk geval op rechtstreekse handhaving.

“Als het ons lukt om dat voor elkaar te krijgen, dan hebben we met WHS een prima eerste seizoen gedraaid op dit niveau. Want de stap van de derde naar tweede klasse is toch best een flinke. Waar we vorig jaar zelf veelal de bal hadden, daar merk je nu dat we dit seizoen een ploeg zijn die vooral vanuit de reactie moeten voetballen. Het is op dit niveau ook een gegeven dat foutjes veel sneller worden afgestraft. Dat was in de derde klasse niet het geval en daartegen moeten we ons in mijn ogen soms nóg beter wapenen.”

De Wit is afkomstig uit Bergen op Zoom, waar hij voor MOC’17 en SV Dosko speelde in de jeugd. Naast het voetbal is de verdediger ook actief als tennisser en speelt competitie op de zondagen. Dus toen hij vijf jaar geleden vanuit de jeugd de overstap moest maken, wilde hij niet op zondag gaan voetballen dus viel de keus op een club uit het zaterdagvoetbal. Dat werd dus WHS, waar zijn oom trainer was en hij samenspeelt met enkele van zijn neven. “Die keus was niet zo moeilijk en tot op de dag van vandaag heb ik nog geen seconde spijt gehad. Ik ben basiskracht, speel op een mooi niveau en ook nog eens in een vriendenteam. Nu alleen de klus nog klaren en ons veilig spelen, dan is het voor mij een meer dan prima seizoen.”

De enige kanttekening ten aanzien van zijn prestaties dat zijn de reeks van blessures en pijntjes waarmee De Wit te kampen heeft gehad. “Dat was best irritant ja. Want dan weer de knie, dan de enkele. Kleinere en grotere pijntjes waardoor het soms moeilijk was om in je ritme te komen en je normale niveau te kunnen halen. Voor de winter moest ik steeds weer opnieuw opstarten en heb ik nooit geheel pijnvrij kunnen voetballen of moest ik voortijdig mezelf laten vervangen. En dat belemmert je dan soms toch behoorlijk om het maximale eruit te halen.”

Onder de nieuwe trainer Karl Vergouwen voelt de rechtsbenige verdediger zich overigens wel op zijn plek binnen de veranderde speelwijze. “Zeker weten! Voorheen werd van een back vooral verwacht dat je achterin bleef, terwijl ik nu toch ook de vrijheid heb om mee op te komen en me ook aanvallend te mengen in het veldspel. Dat is wel een rol die me ligt en die het voetbal op deze positie ook leuker maakt. Ik kan met mijn snelheid en diepgang nu de gehele rechterkant bestrijken en dat voelt wel heerlijk. Na de winter kwam ik steeds meer in vorm en kreeg ik de kans om écht te laten zien wat erin zit.”

Voor de toekomst ziet De Wit zichzelf nog wel wat seizoenen bij WHS voetballen, het liefst ook op tweede klasse-niveau. “Heel veel teams zijn aan elkaar gewaagd en staan qua punten kort bij elkaar. We hebben het in eigen hand of we rechtstreeks handhaven of niet. En anders moet het via de nacompetitie, want ik denk zeker dat we hebben laten zien op dit niveau mee te kunnen.”

Klik hier voor meer artikelen over WHS
Klik hier voor meer informatie over WHS

Remon den Boer kende bij WIK’57 een seizoen om heel snel te vergeten

Een seizoen beleven waarin je geen enkele speelminuut hebt gemaakt. Dat is wat verdediger Remon den Boer meemaakte bij vierdeklasser WIK’57. Een hardnekkige en vooral gecompliceerde enkelblessure houdt hem al ruim een jaar aan de kant. 

“Twee wedstrijden voor het eind van seizoen 2021-2022 sprong ik op tijdens een training en landde bij het neerkomen op de voet van een teamgenoot. Ik ging er vol doorheen. Ik had direct veel pijn en het was einde seizoen. Maar ik had niet verwacht dat ik ook dit gehele seizoen niet zou kunnen spelen. Dat was wel een flinke tegenvaller.”

De Boer bleek na een MRI-scan uitsluitsel te krijgen: een breukje in de enkel en kraakbeenschade. Maar niet groot genoeg om te opereren. “Het moet uit zichzelf herstellen werd me verteld, maar het duurt me nu wel wat lang. Intapen had geen zin, want het zit echt in het gewricht. Rust zou helpen, maar ik ben ZZP’er in de bouw dus dat was en is voor mij niet direct een optie. Dagelijks heb ik er nu dus nog last van, al merk ik nu wel een beetje verbetering.”

Vanaf de zijkant maakt Den Boer, die ook twee jongere broers in het eerste elftal heeft spelen, met WIK’57 een chaotisch seizoen mee waarbij maar liefst twee trainers op korte tijd werd ontslagen. “Dat is zeker uitzonderlijk, maar het werkte niet en dat is jammer voor beide partijen. Wekelijks ben ik wel gaan kijken natuurlijk, want ik ben naast speler ook vooral supporter van de club. Al voelde het soms enorm frustrerend dat je op het veld zelf niet je steentje kan bijdragen.”

Vanaf zijn vierde ging hij met zijn vader mee naar de dorpsclub om er nooit meer weg te gaan. Vanuit de JO19 stroomde hij uiteindelijk door naar het eerste elftal waar de voormalige aanvaller/middenvelder (indien fit) de vaste linksback is. “Een heerlijke plek waar ik terecht ben gekomen toen er wat versterkingen van buitenaf naar onze club kwamen. Maar ik kan er mijn energie kwijt en heerlijk mee aanvallen. Ik hoop dat ik de blessure weer gaat beteren, want nu duurt het wel erg lang.”

De linkspoot werkt sinds april aan zijn herstel samen met de fysiotherapeut die is verbonden aan de club. “Oefeningen oppakken en ook een stuk mindset veranderen om ook mentaal de pijn te doorbreken. We zijn rustig aan de slag zonder tijdsdruk. Ik hoop stiekem bij de start van het seizoen er weer bij te zijn, maar realistischer is om me te richten op de winterstop. Ik neem de tijd, al moet ik toegeven dat onder een bal trappen en weer eens een wedstrijd spelen geweldig zou voelen.”

Klik op sv WIK’57 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv WIK’57 voor meer informatie over de club.

Café Scheffers en DFC hebben een warme band

Wie een bezoek brengt aan Café Scheffers op de Groenmarkt in Dordrecht loopt een grote kans om een DFC’er tegen het lijf te lopen of aan te treffen. Niet zo verwonderlijk, de horecaonderneming van Angela Stevense en de oudste club van Dordrecht onderhouden een warme band met elkaar.

DORDRECHT – Angela Stevense is inmiddels twee jaar hoofdverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van Café Scheffers. Vanaf het moment dat zij aantrad als eigenaar, is er een goed contact met DFC ontstaan.

Hoe is dat contact tussen Café Scheffers en DFC eigenlijk gelegd?
Angela Stevense: ,,DFC’ers kwamen altijd al graag langs in het café, maar de sponsorband is eigenlijk ontstaan door het contact dat ik met Ton Lucas had. Ton loopt al heel lang rond bij de club, komt regelmatig in de zaak en stelde me voor of ik het niet leuk vond om iets meer voor de club te gaan betekenen. Uiteindelijk heb ik toegezegd om te gaan sponsoren.’’

Café Scheffers was de balsponsor van het laatste duel van DFC in het afgelopen seizoen tegen Internos. Krijgt dat een vervolg?
,,Als sponsor wilde ik iets extra’s doen en heb daarom toegezegd om de bal te sponsoren. Meteen na de wedstrijd kreeg ik berichtjes dat het geluk had gebracht, aangezien DFC met 6-0 gewonnen had en daardoor veilig was in de derde klasse. De kans is dus groot dat ik het verzoek krijg om dat nog eens te herhalen, haha.’’

Wat hebben Café Scheffers en sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder met elkaar?
Sport is in ons café heel belangrijk. De races in de Formule 1 zijn bij ons altijd live te zien en het Formule 1-team, een groep liefhebbers van het racen dat in onze kroeg te vinden is, gaat regelmatig naar races in het buitenland. Daarnaast ben ik supporter van landskampioen Feyenoord. En mijn zoon Wesley Dijkstra is speler van het eerste team van ’s-Gravendeel.’’ 

Hoe ben jij zo in de horeca verzeild geraakt?
,,Ik had al wat ervaring in de horeca, maar het is eigenlijk toevallig op mijn pad gekomen. In 2021 had ik een autoverhuurbedrijfje en kreeg toen de vraag hoe ik erin zou staan om Café Scheffers te gaan runnen. Ik kreeg een kans om te gaan doen waar ik echt wel zin in had. Door de coronaperiode die toen gold, hebben we met elkaar – het team van Scheffers en ik – alles goed op een rijtje kunnen zetten en voorbereiden zodat we een goede start hebben gemaakt. Vanaf dag één dat ik in de zaak sta, heb ik het enorm naar mijn zin.’’

Wat staat er de komende periode allemaal op het programma?
,,Met elkaar hebben we verschrikkelijk veel leuke ideeën, maar het is niet altijd mogelijk om die te realiseren. Ik ben ook betrokken bij Big Rivers en dat komt er binnenkort weer aan. Daarnaast hebben we medio juni onze Hollandse avond met een hoog Hazes-gehalte en houden we ook regelmatig een open podium. We doen er alles aan om de gezelligheid erin te houden.’’

Klik op DFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DFC voor meer informatie over de club.

Jeugdplan helpt Herovina het voetbal levend te houden

Hoe een rivierdorp als Herwijnen met nog geen 3000 inwoners een voetbalclub in leven houdt? Wij gaan erover in gesprek met Kees de Fockert, de drijvende kracht achter de jeugdafdeling van Herovina.

HERWIJNEN – Sinds anderhalf jaar maakt De Fockert deel uit van het hoofdbestuur, met jeugdzaken in zijn portefeuille. Meteen is het jeugdbeleid bij Herovina gestructureerd. ,,Wij hebben ervoor gekozen om met coördinatoren te gaan werken om structuur in de jeugdopleiding te krijgen”, vertelt De Fockert. ,,Drijvende kracht daarachter is eerste-elftalspeler Marthijn Hobo. Hij is jaren betrokken geweest bij een voetbalschool. Met een select clubje hebben wij een specifiek beleidsplan jeugdvoetbal voor onze club Herovina geschreven. De coördinatoren ondersteunen nu vanaf de winterstop de trainers.”

En het heeft succes, want de jeugdafdeling groeit enorm. In aantallen zijn de teams, met name na corona, verdubbeld. Omdat er nu in een aantal leeftijdsgroepen meerdere teams zijn, kan er geselecteerd worden en gaat het niveau snel omhoog. De groei is verklaarbaar, want Herovina is naast Badminton Herwijnen, de enige sportvereniging in het relatief kleine dorp. Er wordt door Herovina veel georganiseerd. Vorige maand waren er nog de voetbaldagen voor de jeugd, waar zestig kinderen aan meededen. Daarnaast zijn er de tentenkampen. De grote slotdag en volgend seizoen ook de startdag. ,,Vanuit het hoofdbestuur worden voldoende middelen beschikbaar gesteld om leuke dingen te doen. Het FIFA-toernooi komt eraan. Het is ook mogelijk om met een team een externe activiteit te organiseren.”

Kleedkamersessies
,,Wij houden eveneens kleedkamersessies met de ouders, waarbij wij uitleggen hoe wij de voetbaltoekomst van de kinderen ontwikkelen’’, vervolgt De Fockert. ,,Wij leggen de gedragsregels uit en vertellen waar wij uiteindelijk naartoe willen. Ook vragen wij om betrokkenheid. Bij een kleine club als de onze zijn er nooit genoeg vrijwilligers. In de bovenbouw, vanaf JO12, willen wij graag gediplomeerde trainers neerzetten. Voor de onderbouw is het goed dat jonge trainers van binnen de club zich daarvoor inzetten. Onze eerdergenoemde coördinatoren zorgen dan voor begeleiding.”

Intern wordt met alles rekening gehouden. ,,Wij beschikken nu over twee JO10-teams. Het eerste team, onder leiding van Marthijn Hobo, speelt eerste klasse en dat is gewoon een goed niveau. Spelers van JO10-2 zijn later ingestroomd. Zij worden door ons bewust lager ingedeeld zodat ook zij plezier in het voetbal houden.”

De ontwikkeling van het Herovina-beleidsplan voor de jeugdafdeling wordt straks geëvalueerd en waar nodig verbeterd. ,,Onze veldtrainers/coaches moeten er uiteraard wel achter staan”, is De Fockert duidelijk. Er is al gesproken over de teamindelingen voor het volgend seizoen. ,,Dat is weer een uitdaging. Natuurlijk kijken wij welke kinderen bij elkaar in de klas zitten, maar als voetbalclub kijk je ook naar kwaliteit. Dat moet wel in evenwicht zijn.” Na het gesprek rent Kees de Fockert naar veld twee. Hij is naast speler in het Herovina 7×7-team ook trainer van JO8.

Klik voor meer informatie op Herovina.
Klik voor andere artikel van de club op Herovina.

‘Als die kinderen plezier hebben is het goed’

Actief in het jeugdbestuur, trainer van de kabouters en waar nodig achter de bar. Maar ook het materiaal, valt onder zijn beheer. Kortom, als er bij Wilhelmina’26 wat moet gebeuren, weten ze Goof van de Nieuwegiessen te vinden. “Als er iets te klussen is, kom ik helpen!”

De ballen of de kleding klaarleggen voor het weekend? Van de Nieuwegiessen doet het. Kaartjes verkopen in het kassahokje bij het eerste? Bel hem maar op! Bij Wilhelmina’26 kunnen ze letterlijk en figuurlijk niet zonder ‘m, maar andersom eigenlijk ook niet. “Ik woon op loopafstand van de club. De gezelligheid onder elkaar, ondertussen heb je zoveel vrienden gemaakt. Op zaterdag ben ik er van zeven uur ‘s ochtends, tot acht uur ‘s avonds. Leuk toch?”

Genieten
Bijna net zo leuk, als zijn eigen actieve voetbalcarrière. “Vanaf mijn achtste, tot mijn 42ste heb ik gevoetbald. Bij de selectie gestopt toen ik dertig was. Daarna nog tussen de veteranen.” Een toch wel bijzonder verhaal. “Ik ben vroeger begonnen als keeper, dat heb ik een jaar of drie gedaan, daarna heb ik gevoetbald tot mijn dertigste. En vervolgens? Ben ik weer gaan keepen!” Linksback, linkshalf of doelman, het maakte Van de Nieuwegiessen, die puur links was, allemaal niks uit. “Voetballen of op doel, ik vond het allebei net zo leuk.” Slechte knieën dwongen hem uiteindelijk een punt achter het avontuur te zetten.  Maar tijd om niks te doen, had de 57-jarige clubman daarna natuurlijk niet. “Of ik wat wilde doen, vroegen ze… Uiteindelijk ben ik er zo ingerold.” Een understatement. Want na bijna veertig jaar als jeugdleider bij de F én de E, en vier seizoenen als trainer van de kabouters, kun je dat gerust wel stellen. “Het is gewoon leuk om met kinderen om te gaan. Als die plezier hebben, dan is het goed hè?” En plezier, dat hebben ze. “We trainen natuurlijk heel speelsgewijs. Op doel schieten en doelpunten maken, dan zie je ze zomaar genieten. Fleuren ze helemaal op!” En hijzelf, natuurlijk ook. “Iedere zaterdagmorgen, van tien tot elf. Dan is het feest.”

Trots
Het is onderdeel van een inmiddels vast ritueel. “Als de mannen van één thuis spelen, zit ik eerst in het kassahokje, om kaartjes voor de entree te verkopen. Daarna ga ik kijken.” Spelen ze uit? “Dan blijf ik bij Wilhelmina, om andere teams op te vangen.” Of om even te blijven hangen, met de veteranen. “Op zaterdags doen we altijd gezellig een biertje.” Van de Nieuwegiessen geniet er, ook als hij praat over zijn gekregen lintje, nog altijd zichtbaar van. “De Parel van Altena! Dat is toch een mooie waardering vanuit de club? Daar ben ik echt trots op.” En trots, is de vrijwilliger in hart en nieren sowieso wel. Ook op de club. “Ik hoop dat we over drie jaar ons 100-jarig bestaan mogen vieren. Maar dat moet wel lukken.” Van heel die periode, maakte Van de Nieuwegiessen zelf, dus een flink deel mee. Hij heeft in die tijd vooral de mentaliteit, behoorlijk zien veranderen. “Veel makkelijker afzeggen. Dat is niet meer zoals twintig jaar geleden. Dan had je een team van dertien of veertien man, die er gewoon altijd waren.” Toch blijft hij alles voorlopig, of het nou achter de bar staan, spullen klaarzetten of training geven is, nog wel even met net zoveel passie doen. “Het is gewoon veel te leuk!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.

Boudzra is bij RBC de motor op het middenveld

Het was na alle uitgesproken ambitie en het halen van versterkingen in Roosendaal niet meer de vraag óf, maar meer wanneer RBC kampioen zou worden. Dit jaar lukte het dan toch in de tweede klasse, mede te danken aan een sterk debuutseizoen van Rhomar Boudzra. “Het is heel goed bevallen!”

Met een kampioenschap op zak, is dat op zijn zachtst gezegd een aardig gevoel voor understatement. De middenvelder die deze zomer overkwam van Rood Wit uit Sint Willebrord, kan terugkijken op een meer dan geslaagde kennismaking. “Je komt na de degradatie daar toch een beetje binnen als ‘niemand’. Dan moet je jezelf maar gaan bewijzen.” En dat is aardig gelukt. “Ik heb alles gespeeld en we zijn kampioen geworden, dus wat dat betreft is het geslaagd. In het begin is het kijken hoe en wat, je bent nieuw, maar ik denk dat ik tevreden kan zijn.”

Veel de bal
Spijt van zijn overstap, heeft de 28-jarige Boudzra, spelend met rugnummer vijf, dan ook absoluut niet. “De club wil graag hogerop, dat merkte je wel tijdens de gesprekken. Die ambitie sprak mij meteen aan.” Een groot verschil met vorig jaar, toch had hij weinig tijd nodig om écht te wennen. “Bij Rood Wit was het vooral hard werken en knokken voor de winst, RBC heeft voetballend veel meer kwaliteit. Hier ben je vaak beter dan de tegenstander en heb je zelf juist veel de bal.” En als je beter bent dan je tegenstander, dan word je kampioen. Zo simpel is het. Toch? “Met onze selectie moest je kampioen worden, maar dan moet je het ook nog ‘even’ doen. Dan is het extra mooi als het lukt.” Teamgenoot Jay-Jay Meierdres zei het eerder al in deze krant: “Je kunt alleen verliezen van jezelf.” Gelukkig voor Boudzra en RBC, deden ze dat dit seizoen maar weinig. “Na de wedstrijd tegen Antibarbari (een knotsgekke 4-3-overwinning in de laatste seconde), gingen we er nog meer in geloven. Het verschil werd toen negen punten, anders komt de druk er nog vol op. Nu waren we heel blij dat we toch nog wonnen.”

Concurrentie
En niet alleen voor zichzelf, vertelt hij. “We wilden dit seizoen hoe dan ook kampioen worden. Het bestuur, de club, al die mensen willen zó graag. Die druk voel je wel.” Al maakte dat de ontlading, ook net weer een beetje groter. “Ik heb er enorm van genoten, het was een goed feestje!” Een verdiend feestje, zo vindt Boudzra. “Het beste team, met het meeste voetballende vermogen. Antibarbari was ook goed, maar wij net iets beter.” En niet alleen voetballend. “Iedereen blijft, dat zegt veel over deze groep.” Om samen, volgend jaar, opnieuw bovenin mee te doen. “Daar kijk ik nu al naar uit. We moeten geloven in die titel én ook gewoon in de eerste klasse kampioen willen worden.” Met versterkingen als Jens en Sander Wirix en Moustafa Mohammad (allen van Baronie) zit het qua selectie in ieder geval weer prima in elkaar. “Meer concurrentie, dat is alleen maar goed. Uiteindelijk word je daar beter van.”

Genieten
Want goed, is bij RBC al lange tijd niet meer goed genoeg. Barstend van de ambities, kijkt ook Boudzra al vol vertrouwen verder vooruit. “Ik zou hier graag divisievoetbal willen spelen, daar wil ik mijn steentje aan bijdragen.” Als voetballende middenvelder ‘op zes’ dus. “Dit seizoen heb ik echt weer lekker gevoetbald. De bal vragen, het spelletje verleggen en zorgen voor de opbouw. Bepalend proberen te zijn.” Toch blijft de Bredanaar bescheiden. “Ik spreek zelf niet zo snel uit, dat ik het goed heb gedaan. Dat moeten anderen maar doen.” Al zeggen de mensen op de tribune, wat dat betreft genoeg. “De kampioenswedstrijd in het stadion, met 1400 man… Dat was wel heel bijzonder en mooi om te ervaren.” En als het aan hem ligt, was dat geen eenmalig iets. “Je merkt dat RBC steeds meer gaat leven, ook bij sponsoren. Het kampioenschap, betekende echt veel voor ze.” Maar bescheiden als Boudzra is, gelukkig ook voor hem. “Ik ben nu echt aan het genieten van het voetbal!”

Klik op RBC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RBC Roosendaal voor meer informatie over de club.

Mitchel Jansen had zich heel ander seizoen voorgesteld bij Tholense Boys

‘Sportief gezien is het een dramatisch jaar. Voor de club vanwege de resultaten in de competitie en ook voor mij persoonlijk vanwege die vervelende enkelblessure’, zegt Mitchel Jansen. De verdediger ligt er al sinds de voorbereiding uit en speelde daardoor nog geen enkele officiële minuut in het huidige seizoen.

“We speelden een wedstrijdje tegen het tweede elftal en ging vol door mijn enkel heen. Uiteindelijk had ik wel direct het gevoel dat het fout zat. Dat bleek ook wel, want in het verleden had ik al eens eerder een gescheurde enkelband gehad. Toch voelde deze nog anders en na een aantal onderzoeken bleek dat er vocht zit tussen het spronggewricht en dat beperkt me nog altijd bij het lopen en bewegen. Dus voorlopig zit voetballen er nog niet echt in jammer genoeg.”

Rechtstreeks degraderen is niet meer het risico, maar de kans dat de ambitieuze Tholense club via de nacompetitie het vege lijf als derdeklasser moet zien te redden is erg groot. “Het is gewoon een ongekend slecht jaar. Het loopt niet en het zit ook niet mee. Heel veel spelers zijn ook met blessures afwezig en dan wordt het toch lastig. Zelf heb ik nog geen minuut gespeeld en dat knaagt wel. Zeker omdat ik vorig seizoen twijfelde of ik nog zou doorgaan. De trainer vroeg me om nog één seizoen door te gaan bij het eerste. Ik heb toen ‘ja’ gezegd en als je dan een heel seizoen al met een blessure aan de kant staat….”

Bezoekjes aan de orthopeed, verschillende scans en onderzoeken en een fysiotraject. Tot op heden nog altijd zonder het gewenste resultaat. “Ik merk eigenlijk nog altijd niet heel veel verbetering en dat is frustrerend. Want voetbal is het allerleukste wat er is en je wilt graag helpen, maar helaas zal dat dit seizoen niet meer het geval zijn. Als ik weer ga voetballen dan zal dat naar alle waarschijnlijk wel bij een lager elftal zijn, want ik merkte sowieso dat de laatste paar jaar de kleine pijntjes als toenamen. En zowel bij het eerste als tweede elftal heb ik de nodige vrienden spelen dus in beide teams voel ik me prima thuis.”

Zich thuis voelen dat doet de 32-jarige Jansen zich bij de club overigens al heel lang. Op zijn vijftiende streek de rechtsbenige verdediger met zijn ouders vanuit Krimpen aan de IJssel neer op Tholen en voelde zich direct geaccepteerd. “Het is een warme en gezellige familieclub. Inmiddels ben ik wel al aardig ingeburgerd en ga hier zeker ook niet meer weg, daarvoor voel ik me hier al teveel vastgeroest haha.”

Vorig seizoen eindigde Jansen met zijn ploeg nog in de middenmoot en speelde hij alles, zij het soms op wisselende posities.

“Ik ben van origine een rechtsbenige verdediger, maar speelde waar dat nodig was voor het elftal. Altijd in een dienende rol en me vooral heel goed bewust wat ik als voetballer niét kan, dat probeerde ik zoveel mogelijk ook over te laten aan anderen. Nu zie je dat er wat ervaren jongens missen door blessures en het erg jong is wat op het veld staat. Die moeten ervaring gaan krijgen en dat gaat altijd beter in een goed draaiende ploeg. Lukt dat niet dan krijg je het lastig en dat zie je nu gebeuren jammer genoeg. Vanuit een lager elftal zijn nu onder andere de gebroeders Hopmans teruggekeerd om de jonkies te ondersteunen. Hopelijk weten we het alsnog te redden, want ik ben zeker van mening dat een club als Tholense Boys minimaal thuishoort in de derde klasse.”

Klik op Tholense Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Tholense Boys voor meer informatie over de club.

Onderscheiden Jan de Bruijn blijft actief voor zijn ‘cluppie’ Schelluinen

Jan de Bruijn, inmiddels 76 jaar, werd door zijn vader Leen al op zeer jong leeftijd meegenomen naar sportpark Scalune. Het zal 1952 zijn geweest toen hij voor het eerst tegen een bal trapte. Voor Schelluinen-begrippen werd hij een prima speler en hij zou zijn deskundigheid daarna bij veel clubs als trainer overdragen.

SCHELLUINEN – Later werd De Bruijn, oud-voorzitter, een onmisbaar bestuurder bij zijn Schelluinen en nu nog is hij bijna dagelijks op het sportcomplex. Schelluinen is met ruim 1300 inwoners een van de kleinste kernen in de regio. ,,Daarom is het extra knap dat wij ons cluppie, dat door mijn opa Jan-Willem de Bruijn is opgericht, al ruim 77 jaar overeind houden. Het 75-jarig jubileum moeten wij vanwege corona nog vieren. De vereniging blijft klein. Het is elk jaar puzzelen, hoor. Gelukkig spelen wij dit seizoen de competitie met drie elftallen uit. Daarnaast hebben wij vijf jeugdteams in competitie.”

De Bruijn – hij is bij Schelluinen erevoorzitter en lid van verdienste – is vol lof over de nieuwe gemeente Molenlanden. ,,Ons mooie sportcomplex wordt verder gerenoveerd. Op dit moment ligt het tweede veld eruit en krijgt een nieuwe toplaag. Er komen nieuwe doelen en dug-outs. Volgend jaar is het trainingsveld aan de beurt, een jaar later volgt het hoofdveld.” Schelluinen heeft de ‘gouden pot’, ooit ontvangen van de voormalige gemeente Giessenlanden, nooit aangesproken. ,,Wij zijn daarom een kerngezonde club.”

Werkploeg
Doordeweeks maakt De Bruijn nog altijd deel uit van de werkploeg, die uit zes personen bestaat. ,,Op zaterdag ga ik bij mijn kleinkinderen kijken. Daarnaast speel ik nog mijn wekelijkse partijtje biljart.” Hij is uiteraard kleinzoon Frenkie de Jong niet uit het oog verloren. Onlangs was De Bruijn nog in Camp Nou voor de huldiging van Barcelona na het behalen van het kampioenschap van Spanje.

Natuurlijk houdt Jan de Bruijn het eerste elftal nauwlettend in de gaten. Na het pijnlijke verlies in de derby tegen GJS, moest de ploeg weer naar beneden kijken en was nog niet bekend of Schelluinen nacompetitie ging spelen. Schelluinen krijgt er komend seizoen met spits Nick Linnenbank (GVV’63), Jens van Baaren (Pelikaan), Emre Gulpinar (Heukelum), doelman Nick den Haan (Kozakken Boys) en Adem Kahraman (SVW) flink wat spelers bij. De ervaren Marcel van Steenis wordt de opvolger van trainer Richard van Gils. Bij Schelluinen staat de vierde generatie De Bruijn al klaar. Oud-speler Léon de Bruijn is nu assistent-trainer.

Onderscheiding
Uiteraard verdiende Jan de Bruijn voor al zijn werk voor de samenleving een koninklijke onderscheiding. Eind april is hij benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Al jaren is hij vrijwilliger bij voetbalvereniging Schelluinen in verschillende functies. Hij was wedstrijdsecretaris en voorzitter en helpt nu als vrijwilliger bij het onderhoud, de kaartverkoop, bedient het scorebord tijdens wedstrijden, is gastheer, verslaggever voor de radio en ombudsman voor de club. Ook was hij voorzitter van Biljartvereniging Schelluinen en was de drijvende kracht als contactpersoon richting de gemeente en de KNBB. En dan wordt niet eens zijn inzet voor zijn kleinzoon Frenkie benoemd. Jarenlang bracht hij de huidige topspeler van Barcelona en het Nederlands elftal naar de trainingen bij Willem II.

Klik hier voor meer artikelen over VV Schelluinen.
Klik hier voor meer informatie over VV Schelluinen.

Colijn droomt stiekem nog altijd van meer

Lange tijd stond het onderin dichtbij elkaar. Maar zich echt zorgen maken om nacompetitie voor degradatie, deden ze bij Wilhelmina’26 dit seizoen eigenlijk niet. En dus hebben Willian Colijn en zijn ploeggenoten het abonnement op de tweede klasse weer met een jaartje verlengd. “Over het algemeen hadden we wel vertrouwen dat we het gingen halen.”

En dat is volgens de 30-jarige Colijn naar eigen zeggen maar goed ook. “Ik ben eigenlijk wel een beetje toe aan vakantie. Even rust, dan kunnen we weer!” Voordat het zo ver is, is het natuurlijk eerst tijd om terug te kijken. Op een toch degelijk seizoen. “In het begin waren we nog even bang dat het écht pittig zou worden. Toen hebben we te veel potjes weggegeven. Maar daarna werden we steeds stabieler.” En dus blijft de Waalwijker toch een klein beetje met een dubbel gevoel achter. “Uiteindelijk zijn we wel tevreden, toch hadden we misschien gehoopt op meer. Stiekem ergens een periode bijvoorbeeld.”

Eigen ding

Al is Colijn tegelijkertijd ook realistisch. “Veel andere ploegen in onze competitie, hebben meer te bieden dan wij. Wat dat betreft hebben we het gewoon goed gedaan.” Helemaal als je kijkt naar de vooraf gestelde doelstelling. “Wegblijven van die onderste plekken, veilig spelen en dan kijken naar meer. Dan had die periodetitel leuk geweest, dat was een beetje ons doel.” Dat laatste is dus niet gelukt, toch is Colijn allesbehalve ontevreden. “Ons samenspel en daarin dingen voor elkaar over hebben, is enorm gegroeid. Gedurende het seizoen werden we ook steeds fitter, dat heeft zeker meegespeeld.” Want, zo denkt hij. “Als iedereen fit is, wordt de concurrentie groter. Vanaf dat moment begon het te lopen.” Nadat ze bij Wilhelmina’26 eerst toch wel wat zoekende waren. “Wat past ons nou het beste? We wilden ons eigen spel spelen, voetballen van achteruit, en niet te veel aanpassen. Uiteindelijk vonden we daar een modus in.” Wat die was? Colijn legt het uit. “Afhankelijk van hoe het liep, konden we schakelen tussen 4-3-3 en 4-4-2, maar wel door ons eigen ding te blijven doen.” Onder leiding van Ömer Kaya dus. “Hij maakt niet alleen spelers beter, maar brengt ook sfeer in de groep. Dat is, zeker bij ons, wel een belangrijk dingetje.” Misschien ook wel meteen de reden dat Colijn er na al die jaren, nog altijd speelt. “Ik was een jaar of vijf, toen ik begon. Altijd hier gespeeld, op een uitstapje naar SV Capelle in 2017 na…” Dat avontuur was dan ook van korte duur. “Na één seizoen was ik weer terug in Wijk en Aalburg, miste het toch een beetje.”

Nieuwe positie

Desondanks, heeft de routinier geen spijt van zijn overstap toentertijd richting Sprang-Capelle. “Bij Wilhelmina sukkelde ik een tijdje tussen één en twee in, toen verloor ik het plezier. Dat was ik beu. Mijn ooms zaten bij Capelle en daar kreeg ik die kans in het eerste wel.” Plezier teruggevonden, missie geslaagd. Toch keerde hij dus alweer snel terug op bekend terrein. “Het is bij Wilhelmina gezelliger, dan bij menig club. Dat durf ik wel te zeggen.” Vooral ook buiten het veld. “De saamhorigheid, de sfeer en natuurlijk veel vrienden bij elkaar. De mensen zijn hier echt geïnteresseerd in je, ook over andere dingen dan de voetbal.” Al blijft dat onderwerp, stiekem natuurlijk altijd nog wel het leukste. Bijvoorbeeld om het te hebben over zijn nieuwe positie. “Eerst was ik altijd ‘back’, sinds dit seizoen sta ik vast centraal achterin.” En dat bevalt hem eigenlijk beter dan verwacht. “Het is wat eenvoudiger. Als het voetballend niet lukt, kun je in ieder geval je tegenstander gewoon uitschakelen.” Zijn sterke punten? “Voorop in de strijd, duels winnen én durven te voetballen.” Kwaliteiten die ze ook komend seizoen bij Wilhelmina maar wat goed kunnen gebruiken. “Hopelijk kunnen we het dan nog net iets beter doen dan die achtste plek.” Want aan ambitie bij Colijn geen gebrek. “Als er ooit nog eens een kans komt om hogerop te gaan, zou ik daar wel voor openstaan. Ik ben nog altijd zó fanatiek, dat ik wil gaan voor het hoogst haalbare. Maar je moet ook realistisch zijn, ik heb natuurlijk niet meer het eeuwige leven. Als het niet komt, zit ik ook helemaal prima hier!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.