Home Blog Pagina 1349

VoetbalJournaal Grensstreek Midden-Brabant – Voorjaar 2018

Lees hier de krant

VoetbalJournaal Bollenstreek – Voorjaar 2018

Lees hier de krant

VoetbalJournaal Goeree-Overflakkee – Voorjaar 2018

Lees hier de krant

VoetbalJournaal Hoeksche Waard – Voorjaar 2018

Lees hier de krant

BSM is bekend terrein voor Lennart Loorbach

Lennart Loorbach staat als trainer voor het eerst op eigen benen. “Ik ben dankbaar dat BSM mij de kans geeft”, zegt de 33-jarige oefenmeester, die zelf als speler van SV Vogelenzang regelmatig tegen de Bennebroekse club speelde. “Dat waren verhitte potjes.”

Loorbach was de afgelopen seizoenen assistent-trainer van zondag derdeklasser Alliance’22. In Haarlem was hij de rechterhand van hoofdtrainer Gidon Reinders Folmer, die deze zomer de club verlaat. “Ik had er best oren naar om zijn functie over te nemen, maar de club wilde een ervaren trainer. Ik heb mijn TC2, maar geen ervaring als hoofdtrainer.”

Hij solliciteerde bij twee clubs. “Ik heb niet iedere club, die een trainer zocht, een brief of mail gestuurd. Ik moet wel het gevoel hebben dat ik ergens kan aarden en pas. Bij BSM heb ik dat. Mijn gevoel zegt dat het een goede ‘match’ is.”

Hij kent BSM goed en denkt ook te weten wat hij kan verwachten. “Ik kom zelf oorspronkelijk uit Vogelenzang. Ook daar is er een kleine voetbalclub. Ik besef dat ik bepaalde zaken niet kan eisen. Zo is er bij BSM maar één zondagelftal. Er zit niets achter. Dat is lastig, maar het is geen belemmering iets moois neer te zetten.”

Hij heeft eigenlijk de leeftijd om zelf nog te voetballen. “Dat heb ik ook nog wel gedaan afgelopen seizoen, bij de zaterdag 1 van Alliance’22. Dat is een vriendenteam. Met prestatief voetbal ben ik al eerder gestopt. Ik was nooit gezegend met een oersterk lichaam en had altijd last van spierblessures. De fysiotherapeuten hebben goed aan mij verdiend. Als je jong bent kost terugkomen van een blessure weinig moeite, maar naarmate je ouder wordt, wordt dat toch anders. Ik heb altijd al trainersambities en op een gegeven moment heb ik besloten om me op het trainersvak te richten.”

Hij kijkt uit naar de eerste training in augustus bij BSM, als hij voor het eerst op eigen benen staat als trainer. “Niet dat ik bij Alliance alleen maar de pionnetjes aan het neerzetten was hoor. Gidon gaf mij zeker de ruimte om dingen in te brengen, maar straks ben ik echt verantwoordelijk voor een elftal. Dat voelt goed. BSM wilde een jonge trainer omdat de spelersgroep relatief jong is. Het is belangrijk dat een trainer tegenwoordig goed communiceert. Ik ben dat wel gewend in mijn werk”, aldus Loorbach, die in de jeugdzorg werkt.

Hij heeft de wens BSM tot stabiele vierdeklasser te laten uitgroeien. “Maar daar zal wel de nodige trainingsarbeid voor verricht moeten worden.” Zeker, omdat de inwoner van Haarlem er een visie met een zeer aanvallende speelstijl op nahoudt. “Ik hou ervan om met een hoge druk te spelen. Dat begint dus bij de aanvallers. Middenvelders moeten meedoen en aansluiten, verdedigers ook. Verdedigers moeten ook durven met ruimte in de rug te kunnen spelen. Durf is dus het sleutelwoord. We zullen zien in hoeverre we dat als team kunnen uitvoeren. Je kan iets nog zo graag willen, het moet wel haalbaar zijn.”

Ruwaard lonkt met Arkel naar de derde klasse

Arkel, dit seizoen een van de topploegen in de vierde klasse D, lijkt eindelijk op weg om een stabiele derdeklasser te gaan worden. Dat is de club nog nooit gelukt. Na de eeuwwisseling acteerde Arkel vier seizoenen op dat niveau maar keerde steeds weer snel terug naar de kelder van het amateurvoetbal.

ARKEL – Dit seizoen beschikt de naar Dubbeldam vertrekkende trainer Richard Smaal over een goede en uitgebalanceerde selectie. De kans op het kampioenschap is levensgroot aanwezig, al is het slot van het programma, met nog tegenstanders als Groot-Ammers en Unitas, loodzwaar. Arkel bekleedde begin april de koppositie. De ploeg scoort gemakkelijk en heeft ook nog eens de minste tegengoals van de regio. Kortom, het elftal staat goed.

Daan Ruwaard is CIOS-student in Breda. Volgend jaar vervolgt hij zijn opleiding in Goes. De pas 17-jarige Ruwaard werd vorig seizoen al door Smaal bij het eerste elftal gehaald. Het is snel gegaan met hem. “Natuurlijk pik ik veel op op de trainingen, maar het meest heb ik aan mijn ploeggenoten, die mij vooral in het begin op sleeptouw namen. Het is goed dat spelers als Corné van Horik weer terugkwamen bij Arkel. Corné scoort gemakkelijk. Hij is regionaal topscorer.” Ruwaard staat ondanks zijn jonge leeftijd ‘op zes’. Zijn rol als controlerende middenvelder wordt door de supporters gewaardeerd. Hij staat niet voor niets in de top van het ‘Man of the Season’-badjasklassement. Supporters geven na elk duel van Arkel een waardering aan de spelers.

Ruwaard gaat nog even terug naar die gedenkwaardige uitwedstrijd bij Unitas toen Arkel bij de rivaal met 3-4 won en een achterstand van acht punten op de Gorcumers had ingehaald. “Een bijzonder duel. Maar ik verwacht dat wij nu verder zijn en het Unitas straks bij ons op Schoonzigt nog lastiger kunnen maken. De eerste hindernis, VVAC, hebben wij met 1-0 genomen. Mogelijk kunnen wij op die voorlaatste speeldag tegen Unitas de titel ophalen. Ik vind dat Arkel in de derde klasse thuishoort, maar wij zullen toch echt nog wat stappen moeten maken om op dat niveau echt goed mee te kunnen. Soms missen wij stabiliteit. Onlangs speelden wij gelijk tegen SVS’65, dat negende staat. Dat mag eigenlijk niet gebeuren. Het waren heel dure punten.”

Volgend seizoen komt ASV Arkel onder leiding van de Gorcumse trainer Leon Elands. Daan Ruwaard houdt zich daar liever nog niet mee bezig. ,,Ik concentreer mij op dit seizoen en wil met Arkel promoveren. Laten wij ons daar maar op focussen.”

Bij Arkel is, onder druk van de leden, als een van de weinige clubs niet voor de aanleg van een kunstgrasveld gekozen. “Ik kan mij daar aan de ene kant wel in vinden, hoewel mijn spel zich beter leent voor een goede grasmat. Het zou fijn zijn als Arkel met kunstgras een goede trainingsfaciliteit zou krijgen. Daar is echter niet voor gekozen.” Arkel beschikt nu wel over een gerenoveerd tweede veld en houdt daardoor een flink bedrag in de verenigingskas.

Groei van VV Zuidland kent z’n grenzen

Menig club op Voorne-Putten werpt een jaloerse blik naar VV Zuidland. De club groeide de afgelopen jaren enorm en is inmiddels hét vrouwen- en meisjesbolwerk op het eiland. Maar er zijn ook zorgen voor morgen. “Die groei kent zijn grenzen”, aldus voorzitter Dave Chong.

Volgens Chong, sinds 2013 voorzitter, staat zijn club voor de enorme uitdaging om de groei in goede banen te leiden. Hij waarschuwt dat Zuidland tegen de grenzen van de mogelijkheden aanzit. “Dit seizoen redden we het nog wel, maar daarna moet er snel wat gebeuren. Anders zullen we de deur echt dicht moeten doen”, neemt hij een voorschot op een eventuele ledenstop.

Die ledenstop heeft absoluut niet de voorkeur van Chong (49) en zijn bestuur. Hij vindt dat iedereen die bij Zuidland wil voetballen welkom moet zijn. “Tot vijf jaar geleden waren de capaciteiten op dit complex voldoende”, geeft hij aan. “We hadden vierhonderdvijftig spelende leden, drie grasvelden en acht kleedkamers.”

Nu zijn die capaciteiten niet meer toereikend. Het ledental is inmiddels explosief gestegen en die groei komt voor een groot deel voor rekening van de meisjes- en vrouwenafdeling. “We hebben meer dan honderdvijftig dames en meisjes. Eén ding is zeker: het is geen hype meer. Dit is blijvend en daar zullen we bij de invulling en uitvoering van ons beleid rekening mee moeten houden.

We zijn er hartstikke trots op dat we hét bolwerk op het eiland zijn, maar meisjes- en vrouwenvoetbal vergt wel een andere aanpak.” En afkijken bij andere verenigingen, hoe zij vorm hebben gegeven aan die groeiende tak, is lastig. “Er zijn niet of nauwelijks voorbeeldverenigingen.”

Eén van de praktische zaken waar Zuidland tegen aan loopt is de indeling van kleedkamers. “Vroeger kon je gerust meerdere jongensteams in een kleedkamer stoppen. Dat kan niet bij meisjes. Het heeft sowieso gevolg voor je indeling”, legt Chong uit. “Daarnaast hebben we door de toenemende aantal teams een capaciteitsprobleem om te trainen. Plus de belasting van de huidige velden wordt daardoor veel te hoog.”

De drie velden en het trainingsveld worden op doordeweekse trainingsdagen volop bezet. En uitbreiding van de velden is niet mogelijk. “Overal om ons heen staan of komen woningen”, aldus Chong. Dus heeft Zuidland zich gericht op de komst van kunstgrasvelden. Daarmee zou de trainingscapaciteit flink toenemen. Probleem daarbij is echter dat zowel de grond als de opstallen van Zuidland zelf zijn. Chong: “De kosten van kunstgrasvelden zijn voor ons onmogelijk om op te hoesten. Wij hebben wel voldoende reserves, maar dat is voor het onderhoud van het totale complex. Kunstgrasvelden kosten wel een aantal ton, maar er is geen bank die ons dat geld leent.”

Chong heeft zijn hoop gevestigd op de gemeente Nissewaard. “Een voorstel zou kunnen zijn om de grond terug te geven aan de gemeente, en dan eventuele kunstgrasvelden te huren.” Er wacht Chong het nodige lobbywerk. “Een door ons voorgestelde constructie zou ons uit de problemen kunnen helpen. Overigens staat voor ons voorop dat het hoofdveld gras blijft. Daar zijn we honderd procent principieel in.”

Het gebrek aan kleedkamerruimte is volgens Chong eenvoudiger op te lossen. “We hebben plannen voor units voor nieuwe kleedkamers. Die zouden dan komen op de plaats van de oude pupillenkleedkamers. We zitten nog in de fase van offertes, de leden moeten nog groen licht geven.” Een ledenstop is volgens Chong een uiterst middel om de problemen het hoofd te bieden. “Als er geen andere weg meer is, zijn we genoodzaakt om die maatregel te nemen. Ik hoop echter dat we niet zover hoeven te gaan.”

‘Voor veel leuke middagen gezorgd’

Als Johan van der Werff over een paar weken voor de laatste keer wegrijdt bij het complex van Wilhelmina’26, zal dat zijn met een tevreden gevoel. Wanneer hij voor de laatste keer de Maasdijk opdraait en een blik over zijn schouder werpt, kijkt hij terug op vier mooie seizoenen. Een periode waarin hij het maximale uit de club haalde. ,,Ik heb bijna vier jaar geweldig kunnen werken bij Wilhelmina’26.’’

Al in het eerste seizoen bleek de samenwerking tussen de trainer uit Werkendam en de club in Wijk en Aalburg een succes. Club en trainer spraken bij aanvang de ambitie uit om van Wilhelmina’26 een stabiele tweedeklasser te maken. Prompt werd de zaterdag-derdeklasser in de eerste jaargang onder Van der Werff kampioen. ,,Een wens van de technische commissie was om meer voetballend vermogen in de ploeg te krijgen. Minder opportunistisch spel en meer voetballen dan voorheen het geval was. Dat paste ook goed bij mijn visie op het spel, want ‘mijn’ ploegen bouwen graag van achteruit op en spelen graag pressing op de tegenstander. In de eerste weken heeft die aanpassing ons wel punten gekost, maar het ging steeds beter’’, blikt Van der Werff terug op die eerste periode. De aanpassing vormde wel gelijk een basis voor de seizoenen daarop, meent de trainer. Als tweedeklasser kwam Wilhelmina’26 in de seizoenen die volgden nooit serieus in de problemen en in de huidige jaargang deed de dorpsclub mee om de tweede periodetitel. ,,En dan hebben we dit seizoen eigenlijk niet één keer in de, in mijn ogen, sterkste opstelling kunnen spelen door verschillende pittige blessures. Onze aanvoerder Marcel de Waal (knieblessure, red.) heeft zelfs bijna het hele jaar niet gespeeld. Nacompetitie zou een geweldig toetje zijn geweest, maar wij zouden niet op kunnen tegen de kapitaalkrachtige clubs als Roda Boys/Bommelerwaard en Nivo Sparta’’, aldus Van der Werff.

Met een plekje net onder de top van de tweede klasse heeft Van der Werff naar zijn gevoel het maximale uit Wilhelmina’26 gehaald. Hij kijkt terug op een tijdsbestek waarin zijn selectie in de tweede klasse jaar op jaar meer punten haalde en meer doelpunten scoorde. Het ontbeert de club aan een (sterke) juniorengroep en het niveau van het tweede elftal sluit niet aan bij dat van het vlaggenschip. Aanvullingen moeten vooral van buitenaf komen, maar in Wijk en Aalburg worden spelers niet verleid met een geldbuidel. Dat in de afgelopen jaren verschillende spelers ‘van buiten’ op hun plek bleken in Wijk en Aalburg, vervult Van der Werff met trots. ,,Een bepaalde geleding binnen de club was toch bang dat eigen jongens hun plek zouden verliezen aan spelers van buitenaf. Maar ik ben er supertrots op als je ziet dat jongens van buiten de club hier zijn gekomen en meedraaien binnen de vereniging. Ze krijgen niets betaald, maar doen wel bardiensten, trainen de jeugd, et cetera. Het zijn jongens van de club geworden. En met een lege portemonnee die jongens binnenhalen is ook van grote waarde voor de toekomst van het vlaggenschip.’’

Tevreden is Van der Werff ook over het spel dat zijn ploeg liet zien. ,,De mensen kwamen graag bij ons kijken, want we speelden altijd voor de winst’’, vertelt hij. ,,Je moet zorgen dat de mensen naar jouw club komen, als hun eigen club niet speelt en ze ook kunnen kiezen voor bijvoorbeeld NOAD’32. Je moet de mensen een leuke middag bezorgen, dan komen ze de volgende keer weer. Ik denk dat we de mensen heel wat leuke middagen hebben laten beleven.’’

Komende zomer stapt Van der Werff over naar Altena. De uitdaging die hem daar wacht, vertoont overeenkomsten met die van vier jaar geleden bij Wilhelmina’26. ,,De club speelt nu in de derde klasse, al kan daar via de nacompetitie nog verandering in komen. De ambitie is om door te groeien naar een stabiele tweedeklasser en misschien meer. De onderdelen zijn voor handen om er een geoliede machine van te maken, nieuwe jongens ook die specifieke kwaliteiten hebben en een goede kop erop. Nu is het afwachten of het ook klikt’’, kijkt Van der Werff vooruit. De jaren bij Wilhelmina’26 leerden hem dat hij goede afspraken moet maken met de beleidsbepalers binnen de club. ,,Ik denk op alle vlakken graag mee als het gaat over het eerste elftal en dat kan maar beter duidelijk zijn’’, zegt Van der Werff. ,,Er mag geen ruis op de lijn komen. Als bestuursleden zich gaan bemoeien met technische zaken en niet faciliteren is het moeilijk werken.’’ Wanneer zijn nieuwe club eind mei begint aan de nacompetitie, als winnaar van de tweede periode, heeft Van der Werff overigens wel een sterke voorkeur voor de uitkomst. ,,Het idee blijft hetzelfde, maar het liefst begin ik wel in de tweede klasse’’, stelt hij. ,,Op papier staat er een groep die op dat niveau zeker niet in de problemen hoeft te komen.’’

Van Helmond treedt aan op De Ebbe
Met Marcel van Helmond heeft Wilhelmina’26 een gelouterde opvolger voor Johan van der Werff in huis in de komende voetbaljaargang. De voormalig prof van NAC, Fortuna Sittard en FC Den Bosch heeft als amateurtrainer inmiddels een aardige schat aan ervaring opgebouwd. Van Helmond was werkzaam bij WNC en IFC en is thans verbonden aan GRC 14 dat onder de oefenmeester tot eersteklasser uitgroeide. Marcel van Helmond krijgt een nagenoeg ongewijzigde selectie in handen: alleen Nick Linnenbank, die in 2016 van WSC naar Wilhelmina overstapte, heeft aangekondigd te vertrekken Linnenbank gaat spelen voor Roda Boys/Bommelerwaard.

Binnen de staf krijgt de nieuwe oefenmeester van Wilhelmina’26 in elk geval te maken met Rob Wolters. Wolters treedt na het zomerreces aan als nieuwe fysiotherapeut bij de tweedeklasser, waar hij als selectiespeler een voetbalverleden heeft. De nieuwe fysiotherapeut is in het dagelijks leven werkzaam bij Fysio Ammerzoden.

CvdW: SVO DKS’17 – Laura Willaert

De 23-Jarige Laura Willaert is in augustus 2017 geblesseerd geraakt aan haar kruisband waardoor ze sindsdien niet meer in staat is geweest om te voetballen. Momenteel is ze volop aan het revalideren om volgend seizoen de draad weer op te pakken. Ondanks deze blessure is ze niet weg te slaan uit het voetbal en is nu bestuurslid van DKS’17 om toch betrokken te blijven. Ze vertelt VoetbalJournaal meer over haar blessureleed, voetbal met een glimlach en de toekomst van de vereniging.

Bij VV Steen is Willaert begonnen met voetballen toen ze 14 was. Hiervoor wilde ze al graag beginnen met voetballen maar wegens omstandigheden is dit er nooit op vroege leeftijd van gekomen. Uiteindelijk is VV Steen de samenwerking aangegaan met RKVV Koewacht om elkaar te helpen vanwege de nood aan het aantal speelsters bij beide clubs. Sindsdien zijn beide clubs gevormd tot SVO DKS’17.

Afgelopen jaar was er een enquête over de invulling van DKS’17, hier kon je je inschrijven voor bijvoorbeeld organisator, bestuursfuncties, etc. ‘’In mijn team was ik ook altijd degene die dingen regelde en omdat ik toch op die manier bezig wilde blijven bij de club heb ik mij opgegeven voor een bestuursfunctie.’’ Willaert is nu coördinator van de communicatie binnen de vereniging, dat betekent dat ze o.a. de Facebookpagina en de website beheert. De website is momenteel onder constructie maar hier wil ze zich weer volop mee gaan bezighouden. Verder heeft Willaert nog een commissie onder haar waar ze posters maken en stukjes schrijven zoals de maandelijkse nieuwsbrief.

Aan het einde van afgelopen seizoen zijn er een aantal speelsters bijgekomen van een andere club waardoor DKS’17 de keuze heeft moeten maken om met drie damesteams aan de slag te gaan in plaats van twee. Ze zijn momenteel nog bezig om voor dit team nieuwe sponsors en trainers te vinden. ‘’Het is nu wel lekker rustig op de club vanwege de afsluiting van het seizoen, maar achter de schermen zijn we al wel bezig met de voorbereidingen voor DKS’17.’’

Momenteel is Willaert hard aan het werken om zo snel mogelijk weer te kunnen spelen. ‘’Het is nog niet bekend wanneer ik weer kan spelen, het gaat tot nu erg goed dus daar ben ik erg blij mee. Ik moet het gewoon niet overhaasten, aankomend seizoen een paar keertjes mee trainen en dan langzamerhand opbouwen.’’ Zelf hoopt ze na de winterstop weer een aantal minuten te kunnen meepakken en kijkt hier erg naar uit.

‘’Voetbal is erg belangrijk voor mij, door voetbal heb ik een hele hechte vriendengroep opgebouwd met meiden die ik echt elk weekend zie.’’ Willaert voelt zich erg thuis bij de club. De visie van de vereniging is ‘voetbal met een glimlach’, dit is dan ook iets wat haar erg trekt en wat zij belangrijk vindt. ‘’Binnen deze club accepteert en respecteert iedereen elkaar. Bij de tegenstander kunnen ze tijdens een wedstrijd wel is tegen elkaar zeuren maar bij ons is de sfeer altijd wel erg leuk, gezellig en relaxt.’’

In de toekomst ziet Willaert graag dat DKS’17 ooit de grootste damesvereniging van Zeeland wordt, een SVO die volledig voor en door vrouwen is. Ze zou het mooi vinden als ze bij DKS’17 iets kunnen creëren voor dames die graag prestatiegericht willen voetballen maar ook voor meiden die wat minder goed zijn en recreatief niveau willen spelen zodat het voor iedereen leuk is en blijft.

Willaert ziet het niet zitten om de club in de aankomende jaren al te verlaten en kijkt hiermee uit naar een blauwe toekomst bij DKS’17. ‘’Ik ben zelf niet een van de betere speelsters maar haal erg veel plezier uit het voetballen en geef altijd de volle honderd procent. Ik zie mezelf in de toekomst zeker nog wel bij deze club blijven, ik heb hier veel vriendinnen, dat is voor mij heel belangrijk. Daarmee gein ik soms wel eens mee dat als we 40 zijn dat we nog steeds samen voetballen,’’ vertelde ze lachend.

Mike Langerak kiest voor verdere ontwikkeling en vertrekt naar Oranje Wit

Mike Langerak (20) maakt komende zomer de overstap van Sliedrecht naar het Dordtse Oranje Wit. De talentvolle middenvelder voerde de afgelopen tijd ook goede gesprekken met zijn oude club ASWH (derde divisie) en RVVH (hoofdklasse), maar kiest bewust voor een stap naar de huidige nummer zeven van 1B.

,,Over een paar jaar wil ik in de absolute top van het amateurvoetbal spelen. Elke keuze die ik maak staat in het teken van mijn ontwikkeling. Ook bij ASWH en RVVH had ik een goed gevoel en perspectief, maar op dit moment past Oranje Wit het beste bij mijn ontwikkeling”, vertelt Langerak. Twee jaar geleden keerde Langerak (in navolging van zijn vader Michel) terug bij Sliedrecht, na twee leerzame seizoenen bij het Ambachtse ASWH. Vorig jaar speelde hij al zeer regelmatig in de hoofdklasse, dit seizoen speelde hij bijna alles. Toen bekend werd dat de club niet verder ging met zijn vader als trainer, maakte hij voor zichzelf de keuze om ook verder te gaan kijken.

,,Natuurlijk heb ik de afgelopen maanden ook met mijn vader gesproken over mijn vervolgstap, maar hij heeft me volledig vrij gelaten in mijn keuze. Ik heb goede gesprekken gehad met trainer Pippy Pruymboom en zijn assistent Frank Wierks. Ze hebben mij geen basisplaats beloofd, maar wel gezegd dat ik bij Oranje Wit kan uitgroeien tot een belangrijke speler”, stelt Langerak, hbo-student in Den Bosch en woonachtig in Sliedrecht.”

Oranje Wit wil doorgroeien na status Regionale Jeugdopleiding
Oranje Wit kreeg in november de status Regionale Jeugdopleiding (RJO) toebedeeld door de KNVB. De Dordtse voetbalclub is daarmee de 31ste amateurclub in Nederland met deze status, maar ziet dat predicaat zeker niet als een gegeven om tevreden achterover te leunen. ,,Dat was voor ons een mooie bevestiging van de kwaliteit van onze jeugdopleiding, maar ook een uitgangspunt om ons nog verder te ontwikkelen”, zegt Ron Stieding, jeugdcoördinator bij Oranje Wit.

,,Vanaf volgend seizoen gaan we een aantal dingen in de jeugd anders aanpakken en daarmee zijn we in de tweede helft van dit seizoen al in pilotsmee bezig. In de onderbouw gaat Michel Hordijk (voormalig hoofd jeugdopleiding bij Ajax, red.) op maandagavond aan de slag met individuele techniektraining, zodat de jeugdspelers baas over de bal worden. In de middenbouw gaan we specifieker trainen richting de overstap naar het elf tegen elf-voetbal. In de bovenbouw zijn we nu met zes spelers bezig met een gericht plan om ze klaar te stomen voor de stap naar het eerste elftal. Die jongens hebben allemaal al hun debuut in het eerste gemaakt, maar die definitieve stap blijft overal erg groot. Daarom geven we die jongens duidelijkheid en laten zij ons weten op welke vlakken ze zich willen ontwikkelen. Daar gaat Michel Hordijk op maandag met ze mee aan de slag. Dat moet zich als een olievlek gaan uitbreiden over de hele jeugd. Uiteindelijk kun je niet je hele jeugd laten doorstromen naar het eerste elftal, maar we willen wel voor alle talenten een gericht plan hebben.’’

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.