Home Blog Pagina 1419

Van bomvolle sporthallen naar verlaten sportvelden

Je staat op het punt om definitief door te breken en slaat dan – pats, boem – een andere weg in; een keuze waar ontegenzeggelijk de nodige lef voor nodig is.

In het geval van Stefan Slabbekoorn (22) zit het zo: hij verruilde een beloftevolle toekomst als leidsman in het korfbal voor een precair bestaan als voetbalscheidsrechter. Maar voetbal, lag dat hem wel? ,,Eigenlijk helemaal niet”, is de Biezelingenaar verrassend eerlijk. ,,Al ben ik wel een liefhebber. Maar nooit voetbalde ik, nooit. De ballen die ik vroeger voor mijn verjaardag kreeg zien er nog altijd spik en span uit.”
Slabbekoorn zocht liever de korf dan het doel. Tot zijn zeventiende speelde hij voor KVK uit Kapelle en Tjoba uit ‘s-Heer Hendrikskinderen, waar hij tot het derde team reikte. Het gaf hem slechts geringe voldoening. ,,Ik ben maar gaan fluiten en dat ging vervolgens als een speer. Al snel mocht ik met een vaste assistent werken en floot in de overgangsklasse. Er werden mij bekerfinales toegewezen en ik had ooit de leiding over het duel van TOP Arnemuiden voor promotie naar de hoofdklasse – het op een na hoogste niveau van Nederland. Arnemuiden verloor, maar zelf stond ik wel op het punt om naar dat niveau te promoveren. En ik was nog maar twintig jaar hè.”

Het was het jaar 2014, het jaar dat zowel het Nederlands Elftal als scheidsrechter Björn Kuipers hoge ogen gooiden op het WK voetbal in Brazilië. Tijdens die sportzomer groeide Slabbekoorns voetballiefde, wat hem op het idee bracht zich in te schrijven voor de scheidsrechterscursus van de KNVB. In de jaargang 2014/2015 voldeed Slabbekoorn de basisopleiding voor voetbalscheidsrechter, wat hij combineerde met het fluiten als korfbalscheidsrechter. En toen viel die ene belangrijke en onverwachte brief in de bus. Daarin stond dat Slabbekoorn was uitgenodigd voor een selectiedag van de KNVB in het Willem II-stadion. ,,Ik was zó verbaasd, maar ben er wel gewoon heengegaan. We deden testen om toegelaten te worden tot het ontwikkelingstraject. Het stadion, de aanwezigheid van scheidsrechter Danny Makkelie: het maakte indruk. En uiteindelijk kreeg ik zelfs groen licht!”

Zo wiep zich een moeilijke keuze op. Of richting de hoofdklasse in het korfbal, of onderaan de ladder beginnen in het amateurvoetbal. Het duurde een aantal maanden voordat Slabbekoorn zijn beslissing nam. ,,Eerst wilde ik het zelfs combineren maar dat gaat je een keer opbreken. Het voetbal is toch professioneler en dat wilde ik gewoon eens meemaken. De reacties die ik vervolgens uit de korfbalwereld kreeg waren voornamelijk positief.” De twintiger koos ook maar meteen voor het seniorenvoetbal. ,,Ik ben ambitieus en dan is dit de snelste weg omhoog.”
Zijn uitnodiging voor het ontwikkelingstraject was de doorslaggevende factor in zijn keuze. ,,Anders had ik toch eerder geneigd naar het korfbal. Het traject brengt me gelukkig ook wat ik had gehoopt. Met 25 man zijn we uitverkoren om eens in de zes weken extra begeleiding te krijgen. Plus dat je nog een begeleider krijgt toegewezen die je volgt rond de wedstrijden.”

Toch blijft die ene vraag hangen. Of hij op geen enkel moment spijt heeft gehad in die anderhalf jaar dat hij nu de voetbalvelden afstruint? ,,Spijt is niet het juiste woord, maar het is anders. Ik miste in het begin de volle sporthallen, de sfeer bij opkomst. Gelukkig mag ik af en toe al ruiken aan de derde klasse zaterdag, en daardoor floot ik eind 2016 de stationsderby Kruiningen-Yerseke. Staat er toch zo’n vijfhonderd man langs de lijn. Dat smaakt naar meer.”

 

 

‘Ik wil alles weten, maar bemoei me niet met de trainerspositie’

Jan Hereijgers (63) heeft door de jaren heen alle denkbare vrijwilligerstaken bij VV Wernhout zo’n beetje uitgevoerd. De huidige voorzitter is een clubman in hart en nieren en heeft daarnaast een bloedband met de hoofdtrainer met Wernhout: dat is namelijk zijn eigen zoon: Jan Hereijgers junior.

WERNHOUT – De club heeft een zeer goed jaar achter de rug en dus is iedereen tevreden bij VV Wernhout. Jan Hereijgers somt met trots het rijtje successen op: “Het eerste team is gepromoveerd, de dames zijn kampioen geworden (zie artikel hierboven/beneden), en het tweede is net niet gepromoveerd. Niet slecht voor een club met zes seniorenteams en ongeveer 320 leden hé?”, zegt hij. ,,Een paar jaar geleden rommelde het hier en daar nog binnen de club, maar daar is niets meer van over. We zijn een gezonden en gezellige dorpsclub en daar ben ik trots op.”

Supervrijwilliger
Hereijgers is een supervrijwilliger: zo’n type die elke amateurvereniging kan gebruiken en die altijd klaarstaat als er iets moet gebeuren. “Door de jaren heen heb in ongeveer elke functie wel gehad hier”, zo haalt Hereijgers herinneringen op. “Als je lang hier blijft hangen, dan rol je zo van de ene in de andere functie, wat ik trouwens prima vind hoor. Tot mijn 39e heb ik hier ook nog in het eerste gespeeld. Daarvoor ben ik een tijdje weggeweest, maar Wernhout is mijn club. Ik wist dat ik weer zou terugkeren. Zo ben ik een tijdje hoofdtrainer geweest.” Als voorzitter heeft Hereijgers bestuurlijke taken. Maar het voetbaldier heeft nog altijd honger naar de bal. Hij traint de meisjes en de dames van Wernhout. De bevlogen voorzitter is dus nog zeer actief binnen de lijnen en is op bestuurlijk vlak daarnaast ook erg gedreven. “Ik wil alles weten”, zegt hij. “Ik vind het namelijk belangrijk om zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van dingen die leven binnen de club.”

Zoon als hoofdtrainer
Een van de belangrijkste zaken bij Wernhout laat Hereijgers echter zo veel mogelijk links liggen. Dat is het reilen en zeilen van de hoofdtrainer van de club. Dat is namelijk zijn zoon Jan Hereijgers junior. Die promoveerde afgelopen jaar in zijn debuutseizoen met Wernhout 1 direct naar de vierde klasse. “Ik heb niks met zijn aanstelling te maken gehad, maar ik wist wel dat een goede keuze was. Jan weet waar hij over praat en erg goed met de jongens omgaan”, zegt hij. Volgens Hereijgers zijn er veel verschillen tussen de voorzitter en de hoofdtrainer. ,,We praten eigenlijk nooit over voetbal. Als hoofdtrainer is hij ook een stuk beter dan ik. Hij is assistent-trainer geweest bij Halsteren en veel geleerd bij de Dutch Lions in de Verenigde Staten. Ik deed gewoon maar iets en riep tegen mijn spelers dat ze tegen de bal moesten trappen”, grapt hij. Komend seizoen gaat Wernhout de vierde klasse in, waar het derby’s speelt tegen Achtmaal, Schijf en VVR. Hereijgers heeft al weer zin in het komende jaar. Wat doet de voorzitter als zijn zoon hierin slecht presteert met het eerste team? “Ik doe helemaal niets dan”, reageert hij koeltjes. “Nogmaals: andere bestuursleden focussen zich op het eerste team.”

 

 

‘Drie zoons in Moerse Boys 1: ja dat is wel erg uniek’

Na zeventien jaar trekt Jack Goossens zich terug als bestuurslid van Moerse Boys. De clubman kan nu zijn volledige aandacht op de zondagen nu richten op zijn drie zoons Joris (26), Sjors (23) en Pim (20), die allemaal deel uitmaken van het eerste team van het vlaggenschip.

ZUNDERT – Jaar in jaar uit was Jack Goossens altijd (57) enorm druk bij ‘zijn’ Moerse Boys. In totaal was hij maar liefst zeventien jaar lid van het hoofdbestuur, waar hij zich voornamelijk richtte op de coördinatie van de jeugdafdeling van de Zundertse club. “Maar ik heb veel meer gedaan hoor”, zegt Goossens met lichte trots. “Toen ik jonger was, heb ik lange tijd bij Moerse Boys gespeeld, het is altijd mijn cluppie geweest.” Op een gegeven moment vond hij het mooi geweest en kapte hij met voetballen, maar Goossens keerde er terug toen zijn zoons lid werden. “Prachtig was het om weer weder te keren bij Moerse Boys. De club is altijd een soort tweede thuis voor me geweest. Het is een echte familieclub, iedereen kent elkaar en staat voor elkaar klaar.”

Vanaf het moment dat zijn zoontjes over zijn geliefde velden dribbelden, werd Goossens een zeer actieve vrijwilliger binnen de club. “Je begint als jeugdtrainer en voor je het weet, rol je van de ene in de andere rol. Zo gaat dat nu eenmaal vaak bij zo’n club en daar is niks mis mee”, lacht de voetbalvader. “Voor je het weet zit je zo zeventien jaar in het bestuur, de tijd is snel voorbijgegaan. Het werken met de jeugd is erg leuk, maar ook van andere taken heb ik genoten hoor. Ik draag graag mijn steentje bij en dat werd me gelukkig ook in dank afgenomen. Zo ben ik een keer clubman van het jaar geweest, erg leuk om op die manier gewaardeerd te worden.”

Goossens speelde zelf een tijdje in het eerste team van Moerse Boys. Momenteel spelen er zelfs drie jongens van Goossens in de selectie, namelijk zijn zoons Joris (26), Sjors (23) en Pim (20). “Ik weet dat het eerder is voorgekomen bij Moerse Boys, maar het is wel uniek moet ik toegeven. Zijn twee oudste zoons spelen er al een tijdje in het eerste team en Pim is na een kort avontuur bij NAC Breda weer terug op het oude nest. “Helaas heeft hij het daar niet gered, ondanks dat Pim er een hele leuke periode heeft beleefd. Zijn profdoom is uiteengespat, maar hij vindt het ook erg tof om met zijn broers samen te spelen. “Helaas is Moerse Boys gedegradeerd naar de 2e Klasse, maar daarin kan de selectie hopelijk hoge ogen gooien”, hoopt Goossens.

De prestaties van het eerste team kan Goossens vanaf komend seizoen op zijn gemak volgend: na zeventien jaar heeft hij zijn handen vrij. “Het wordt misschien moeilijk om dingen los te laten omdat ik de club graag help, maar het is tijd voor andere mensen die opstaan als vrijwilliger”, denkt hij. Het gaat bovendien goed met Moerse Boys: de club is gezond en groeit nog altijd qua leden. “Een aantal jaren geleden maakten sommige leden zich zorgen. Ze waren bang dat we in de toekomst een krimping van het aantal leden zouden krijgen, maar niets is minder waar. We groeien nog altijd en gelukkig geldt dat ook voor het niveau van onze selectieteams. De organisatie staat goed en de sfeer in de kantine en in de kantine is goed. Dat maakt het hopelijk wat makkelijker om te stoppen. Ik ga komend jaar lekker genieten van mijn vrije rol en sta elke zondag langs de lijn om te kijken hoe mijn zons het er vanaf brengen. Daar kijk ik enorm naar uit”, besluit Goossens.

 

Promovendus Unitas’30 zeer ambitieus: ‘Gaan direct voor top vijf klassering’

Kees de Rooij staat de trappelen om het seizoen te starten met de kersverse tweedeklasser Unitas’30. De ervaren trainer is volgens de clubleiding de juiste nieuwe man die aansluit bij de ambitieuze plannen die gesmeed zijn op Sportpark de Lage Banken.

ETTEN-LEUR – Unitas’30 beleefde vorig seizoen een droomeinde van een roerig voetbaljaar. De club beleefde een dramatische competitiestart en besloot de samenwerking met trainer Peter Remie in november te beëindigen. Eddy van Vugt nam het roer van hem over en sindsdien ging de geelzwarte formatie ineens draaien. De resultaten werden beter en beter, wat uiteindelijk leidde tot een plek in de nacompetitie voor promotie. Hierin maakte Danny Lauwen drie minuten voor het einde van de tweede verlenging de belangrijke 2-1, waardoor Unitas’30 en niet tegenstander VV Hoeven dit jaar uitkomt in de tweede klasse.

Aan de nieuwe man Kees de Rooij de taak om op dit hogere niveau goed voor de dag te komen met Unitas’30, een klus waar de ervaren trainer enorm veel zin in heeft. In de winterstop zette de oefenmeester zijn handtekening onder een tweejarig contract en dus weet het voetbaldier precies waar hij aan begint. “Ik ben enorm blij dat ik mag werken bij een vereniging als Unitas’30. De clubleiding overtuigde me met een goed verhaal, waardoor ik niet lang hoefde na te denken voordat ik mijn ja-woord gaf”, zegt hij.

Na een eenjarig dienstverband als hoofd van technische zaken van MOC’17 keert De Rooij terug op de plek waar hij het liefst staat: op het voetbalveld. Op zijn trainers-CV prijken achtereenvolgend de namen van ZPR’84 (nu BVV’63), Grenswachters, Veere, Roosendaal, Halsteren en MOC’17. “Ik kies altijd bewust voor clubs waarvan het hele totaalplaatje klopt”, legt De Rooij uit. Daarin zijn een aantal facetten belangrijk: de organisatie moet ‘op poten’ staan, de betrokkenheid van vrijwilligers en fans moet groot zijn, de accommodatie moet in orde zijn én er moet voldoende kwaliteit en talent zijn in de spelersselectie. Unitas’30 scoort op al deze punten erg hoge cijfers en daarom ben ik erg blij dat ik bij deze club mag gaan werken.”

Bij de grootste club van Etten-Leur komt De Rooij in dat opzicht in een gespreid bedje terecht. De selectieteams van Unitas’30 spelen op hoog niveau, de organisatie binnen de club, die ruim 1500 leden telt, staat als een huis en er zijn voldoende vrijwilligers die klaar staan voor de vereniging. Het ambitieuze Unitas’30 wil snel groeien en heeft aan Kees de Rooij dan een goede trainer. Ondanks dat het team ‘via de achterdeur’ dit jaar de tweede klasse binnenstapt, denkt de nieuwe coach dat hij met zijn selectie voor niemand bang hoeft te zijn. “Ik ben erg tevreden met mijn selectie. We hebben een goede mix van jeugdig talent en ervaren jongens. Als promovendus is het altijd erg eenvoudig om direct maar te roepen dat je voor handhaving wilt gaan. Oké, misschien is het met Unitas’30 ook wel realistisch om die doelstelling met zijn allen te formuleren, maar ik wil het maximale uit mijn jongens halen, het beste in hun naar boven brengen. Daarom zeg ik: wij gaan met deze groep voor een top-vijf klassering. Je moet niet te snel tevreden zijn zeg ik altijd.”

De trainer kan deze vooruitstrevende plannen natuurlijk alleen maar waarmaken als zijn spelers dezelfde drive hebben en De Rooij heeft gemerkt dat hij het qua mentaliteit wel goed zit bij zijn nieuwe vereniging. “Voor het eerst start het seizoen wat later en dus was het even puzzelen om een voorbereidingsplan in elkaar te zetten. Ik heb gezegd: de eerste twee weken van de voorbereiding zijn niet verplicht. Ik was benieuwd naar de trainingsopkomst. Wat bleek: iedereen die kon komen, was direct aanwezig, een mannetje of 16 zeker. Dat doet me veel plezier en het zegt volgens mij dat iedereen hetzelfde plan heeft: zo goed mogelijk presteren met Unitas’30.

Het alsmaar groeiende Unitas’30 wil graag met eigen jeugd aan de weg timmeren in de top van het amateurvoetbal. “Ik vernam wat verhalen dat deze club vroeger bekend stond om de vele ‘clublopers’ maar dit jaar is daar in ieder geval geen sprake meer van”, zegt De Rooij. “Ik heb bewust getekend voor twee jaar omdat ik veel jonge jongens de kans wil geven in onze selectie. Werken met jeugdig talent is een van de dingen die het trainersvak zo leuk maken en tot mijn tevredenheid ben ik niet de enige die er zo over denkt. Aardig wat spelers uit het eerste team zijn binnen de vereniging actief als jeugdtrainer. Als speler is dit niet alleen leerzaam: zij geven ook het goede voorbeeld voor de jonge gasten. Die kijken op tegen een eerste elftalspeler en denken dan: ik wil ook ooit het eerste halen. Dat is precies wat je nodig hebt bij een bloeiende amateurvoetbalclub.”

 

CvdW s.v. Capelle – John Treffers

John Treffers is bij s.v. Capelle actief als bestuurslid, selectie Coördinator en leider van het 1e elftal. Van kinds af aan is hij al betrokken bij de club. De redenen dat hij gekozen heeft om zelf te gaan spelen voor s.v. Capelle, zijn als volgt: ‘’Het was de club die in de buurt lag, zijn vader voetbalde al bij s.v. Capelle en Gerrit de Bie (clubicoon) woonde twee huizen verderop en nam ons (lees: mij en mijn vrienden) mee naar de club.‘’

Wat maakt de club zo uniek?
‘’De club voelt nog steeds als een warm bad’’. Wat de club, in de ogen van John, uniek maakt is het feit dat s.v. Capelle een warme club is waarbij de leden een soort van familie zijn voor elkaar. Ook mensen van buitenaf worden ook opgenomen in deze sfeer (zolang ze maar ‘normaal’ doen).

Hoe gaat het momenteel met het eerste elftal?
Het eerste elftal staat, op het moment, op de tweede plaats en staat twee punten achter op de nummer 1 (met een wedstrijd meer gespeeld). Komend weekend speelt het eerste elftal tegen de huidige nummer 1 van de competitie (NOAD’32). Voorafgaand aan het seizoen was de ambitie om bovenin mee te draaien en d.m.v. periodetitel na competitie te halen. Momenteel gaat het dus een stuk beter dan vooraf gedacht werd. Volgens John Treffers komt dit doordat er een goede groep is, waarbij het onderling goed klikt. Daarnaast is er momenteel ook een goede trainer, genaamd Edin Curic. De huidige hoofdtrainer blijft tot het einde van dit seizoen actief bij de selectie van s.v. Capelle.

In het begin was het wennen, twee verliespartijen kort achter elkaar en sindsdien ongeslagen (10 of 11 wedstrijden). Dit komt, volgens John, door de kwaliteit van de groep, de hechtheid van de groep (ze willen werken voor elkaar) en door het feit dat de fanatieke trainer Edin Curic de jongens beter maakt. Vorig jaar zat de hoofdtrainer nog bij een club in Saudi-Arabië. Edin Curic is zelf een Joegoslavisch professional en international geweest. Echter had hij het wel een beetje gehad met het profvoetbal. De reden dat hij in Nederland aan de slag wilde, was zijn gezin. Zijn gezin woonde al in Nederland en hij heeft besloten om voor zijn gezin te kiezen. In Nederland kwam Curic niet aan de slag bij een profclub, aangezien mensen met een Nederlands clubverleden (denk hierbij aan mensen zoals Giovanni van Brockhorst & Frank de Boer) voorrang kregen.

Zodoende ging hij op zoek naar een mooie club waar hij een goed gevoel bij had en wat in de buurt lag. Uiteindelijk is hij terecht gekomen bij s.v. Capelle. Er zijn momenten geweest waar zijn profinstelling botste met de selectiespelers. John Treffers: ‘’Capelle blijft uiteindelijk toch een amateurclub. Dit houdt in dat de spelers de basis zijn. Uiteindelijk is het allemaal goed opgepakt en probeert de trainer rekening te houden met de feedback van de spelers betreft de trainingen. Momenteel is er wederzijds respect en willen zowel de spelers als de staf het seizoen samen goed afsluiten.’’

Wat is uw verwachting voor de komende wedstrijd?
John Treffers: ‘’Ik heb, voor aankomend weekend, een goed gevoel over de wedstrijd. Het zou mij verbazen als wij verliezen aankomende zaterdag. Ik weet wat de jongens kunnen, wat er in de groep zit (aan kwaliteit) en dat de overtuiging er is. Mocht het uiteindelijk niet zo zijn, dan heb ik er ook vrede mee. Maar ik weet dat wij de beter ploeg hebben en voorspel dat s.v. Capelle komende weekend met 3-1 wint in eigen huis van NOAD’32 1.’’

 

Bergambacht na verbeterslagen toekomstproof

Bergambacht onderging de afgelopen zes jaar grote veranderingen. In alle geledingen heerst rust en dat was in het verleden, vooral door de zaterdag- en zondagsituatie, wel anders. “We zijn toekomstproof”, aldus voorzitter René ter Braak.

Als hij een rondleiding geeft op sportpark Hofkamp valt meer dan eens het woordje ‘trots’ bij Dieks Potuyt. De huidig vice voorzitter is al jaren verbonden aan Bergambacht, maar heeft zijn club de laatste zes jaar een enorme verbeterslag zien maken.“Er moest wat gebeuren en er is wat gebeurd”, zegt hij. “En kijk eens wat er nu staat. Daar mogen we met elkaar trots op zijn.”

In 2008 legde het toenmalige bestuur een uitgebreide visie op tafel. Onderdeel daarvan was de keuze voor één prestatietak. In eerste instantie werd gekozen voor de zondag, later stapte de club over naar de zaterdag. “Uiteindelijk was die eenwording het startpunt om grondige aanpassingen te doen”, vertelt voorzitter René ter Braak. “Ons complex was verouderd, er was door de zaterdag/zondag-situatie veel onrust in de organisatie en de jeugd liep niet denderend. Veranderingen waren hard nodig.”

Kleedkamers werden aangepakt, er kwam een nieuw kunstgrasveld én aandacht voor de normen- en waarden van de club. Ter Braak: “Niet dat we hier rollebollend over straat lagen, maar om de juiste verwachtingen te scheppen en uit te spreken wat voor vereniging we wilden zijn.”

Bij de jeugdafdeling werd veel energie gestoken in het verbeteren van de randvoorwaarden en het neerzetten van een duidelijke structuur. “Zodat iedereen wist wie wat deed of bij welk loket ze terecht konden.”

Er werd onder leiding van secretaris Tineke Hordijk een nieuwe activiteitencommissie in het leven geroepen. “We wilden meer gezelligheid”, zegt Ter Braak. “We hebben nu een aantal activiteiten per jaar, zoals een après-skifeest, een oktoberfest en een vrijwilligersavond. Niet onbelangrijk is dat door die activiteiten onze barinkomsten zijn gestegen met 25 procent. En dat geld kunnen we weer steken in de club.”

Het belangrijkste was misschien wel dat Bergambacht de organisatie onder handen nam. “We hebben alle functies benoemd met duidelijke verantwoordelijkheden. Voorheen zat er weinig lijn in.” Potuyt: “We hadden vroeger vijf, zes mensen die heel veel taken verrichtten en werk op hun schouders namen, maar dat was in een andere tijd.”

Ter Braak: “Wij hebben er bewust voor gekozen om het vrijwilligerswerk op te knippen in kleinere stukjes. Dan stappen mensen niet alleen makkelijker in, maar blijven ze ook langer hangen.”

“Vroeger hadden we één penningmeester”, vult Potuyt aan. “Nu hebben we een penningmeester, maar daaronder hangt een financiële commissie van vier, vijf leden.”

“Zo blijft het te behappen voor iedereen”, meent Ter Braak.
De voorzitter is geen voorstander van verplichte vrijwilligerstaken. “Twee jaar geleden is dat bij de ledenvergadering ter sprake gekomen. De leden wilden graag dat we daar onderzoek naar deden. Daar kwam echter uit dat dat model niet geschikt is voor ons als club. Ook wij hebben wel eens een vacature, maar meestal wordt deze snel ingevuld.”

Het beeld van de club is ten goede veranderd, zegt Ter Braak. “We hebben in Bergambacht een openbare en christelijke school. Tot een jaar of zes, zeven jaar geleden kwam maar twintig procent van onze jeugdleden van de christelijke school. Nu is de verhouding bijna gelijk. Dat vind ik mooi. Wij zijn een fijnere club geworden en dat wordt doorverteld.”

© VoetbalJournaal

Cees van der Sluis gestopt na een plotselinge operatie.

De meeste vrijwilligers vinden dat er meer mensen zich kunnen inzetten voor vrijwilligerswerk. Cees deed dit al altijd met veel plezier maar heeft door een operatie het niet in zich om alle taken uit te voeren. Wij hebben gesproken met Cees van der Sluis een vrijwilliger bij DFC om hem hierover te horen.

 

Cees van der Sluis
Voor de operatie vond Cees het leuk om te badmintonnen en was hij iedere zondag te vinden bij de klimhal. Na zijn vakantie is hij direct naar de dokter gegaan omdat hij heftige pijn had in zijn benen. Op de echo was te zien dat er een ader achter zijn knieën verstopt zat en het zo snel mogelijk geopereerd moest worden.’’Er was geen oorzaak te vinden en ik was altijd erg actief, daarom is het rot dat ik nog last heb want ik mis het bewegen.’’

Cees heeft gevoetbald bij ODS en daarvoor door verhuizing bij nog wat andere verenigingen.Hij is nu al meer dan 55 jaar lid van ODS, ook heeft hij bij Emma en Oranje wit vrijwilligerswerk verricht. 6 Jaar geleden kwam hij bij DFC en daar heeft hij een tijd niks meer voor gedaan door de operatie. Nu is hij terug gekeerd en helpt hij de scheidsrechter door bijvoorbeeld drinken in de rust te brengen bij teams.

Mening
Ook Cees vind dat er meer mensen zich moeten inzetten als vrijwilliger maar hij verteld wel dat de club er meer aan kan doen om dat doel te bereiken door bijvoorbeeld meer ouder persoonlijk aan te spreken. Cees verteld dat er veel jonge scheidsrechters op DFC rondlopen en die komen dan wel eens een praatje met hem maken. In dit gesprek praten ze over de wedstrijd en verteld Cees wat goed is gegaan en ook wat beter kan maar dat is om de scheidsrechters op een goede manier advies te geven zodat het de volgende keer beter gaat.

 

©voetbaljournaal

Cees van der Sluis gestopt na een plotselinge operatie.

De meeste vrijwilligers vinden dat er meer mensen zich kunnen inzetten voor vrijwilligerswerk. Cees deed dit al altijd met veel plezier maar heeft door een operatie het niet in zich om alle taken uit te voeren. Wij hebben gesproken met Cees van der Sluis een vrijwilliger bij DFC om hem hierover te horen.

 

Cees van der Sluis
Voor de operatie vond Cees het leuk om te badmintonnen en was hij iedere zondag te vinden bij de klimhal. Na zijn vakantie is hij direct naar de dokter gegaan omdat hij heftige pijn had in zijn benen. Op de echo was te zien dat er een ader achter zijn knieën verstopt zat en het zo snel mogelijk geopereerd moest worden.’’Er was geen oorzaak te vinden en ik was altijd erg actief, daarom is het rot dat ik nog last heb want ik mis het bewegen.’’

Cees heeft gevoetbald bij ODS en daarvoor door verhuizing bij nog wat andere verenigingen.Hij is nu al meer dan 55 jaar lid van ODS, ook heeft hij bij Emma en Oranje wit vrijwilligerswerk verricht. 6 Jaar geleden kwam hij bij DFC en daar heeft hij een tijd niks meer voor gedaan door de operatie. Nu is hij terug gekeerd en helpt hij de scheidsrechter door bijvoorbeeld drinken in de rust te brengen bij teams.

Mening
Ook Cees vind dat er meer mensen zich moeten inzetten als vrijwilliger maar hij verteld wel dat de club er meer aan kan doen om dat doel te bereiken door bijvoorbeeld meer ouder persoonlijk aan te spreken. Cees verteld dat er veel jonge scheidsrechters op DFC rondlopen en die komen dan wel eens een praatje met hem maken. In dit gesprek praten ze over de wedstrijd en verteld Cees wat goed is gegaan en ook wat beter kan maar dat is om de scheidsrechters op een goede manier advies te geven zodat het de volgende keer beter gaat.

 

©voetbaljournaal

Hordijk geeft clinics volgens de ‘Cruyff-methode’

Michel Hordijk (46) had van juli 2011 tot december 2015 een belangrijke functie binnen de jeugdopleiding van Ajax, maar de geboren Zwijndrechter is de laatste maanden weer regelmatig te vinden bij de club waar hij jarenlang trainer was: Pelikaan.

Sinds 1 oktober geeft Hordijk, tegenwoordig woonachtig in Dordrecht, twee keer per week een voetbalclinic op het kunstgras van Pelikaan: het Cruyff Football Training Program. De trainingen zijn voor jongens en meisjes van 6 tot en met 12 jaar. De nadruk ligt op techniek, balcontrole, creativiteit en spelinzicht. Half december is de laatste clinic, maar gezien de grote animo komt er volgend jaar mogelijk een vervolg. Hordijk heeft zijn strepen in de voetballerij wel verdiend.

Als technisch manager van de onderbouw, waar hij van juli 2011 tot en met juni 2015 werkzaam was, hervormde Michel Hordijk de filosofie en trainingsmethodologie van de jeugdopleiding van Ajax voor de leeftijdsgroepen U8 tot en met U12. Voorafgaand aan zijn activiteiten bij Ajax was Hordijk techniektrainer in Nederland bij NAC Breda en FC Utrecht en in Rusland bij CSKA Moskou.

Macedonische gifkikker imponeert aan de Krommedijk

Foto: Pro Shots/Erwin Spek

FC Dordrecht is de best presterende -club in 2018 en ligt op koers voor de derde periode. Een van de blikvangers van het elftal is Denis Mahmudov, een 28-jarige routinier. Over Rotterdam, scoringsdrift en dromen van de Eredivisie.

Op een warme zomerdag in juni 2017 kwam er witte rook uit het Riwal Hoogwerkers Stadion. Aanvaller Denis Mahmudov poseerde breedlachend tussen zijn zaakwaarnemer en toenmalig td Marco Boogers in. Hij kwam over van Telstar, waar hij terecht was gekomen na buitenlandse avonturen in Bulgarije en Armenië. ”Het gevoel bij FC Dordrecht was gelijk goed. Ik heb er meerdere clubs voor moeten afbellen’’, liet de rechtspoot optekenen op de clubsite. Maar welke clubs kregen in de zomerse transferwindow nul op het rekest? ”Ik heb alleen concreet met FC Oss gesproken. Maar Marco Boogers overtuigde me om naar Dordrecht te komen’’, vertelt Mahmudov aan de telefoon in z’n auto. Hij is onderweg naar huis. ”Ik woon in Rotterdam. Mooie stad, hoor! Nooit geweest?’’

Zijn start in Dordrecht was prima; Mahmudov was vanaf speelronde 1 basisklant en hij scoorde twee maal in de eerste vier wedstrijden. ”Ja, ik begon heel goed. De trainer gaf me veel vertrouwen.’’ Na een terugval waarin de creatieveling drie wedstrijden achtereenvolgens moest plaatsnemen op de reservank, knokte hij zich terug in het basiselftal van trainer Gérard de Nooijer. ”Het liep gewoon niet’’, bekent de rechtspoot. ”Ik kon twee dingen doen: niks of alles geven. Ik probeerde me zo snel mogelijk weer in de basis te knokken.’’ Inmiddels is Mahmudov de verpersoonlijking van de in bloedvorm verkerende Schapenkoppen. ”Ja, ik denk dat ik bijna bij alle doelpunten betrokken ben’’, zegt Mahmudov. ”Als je mij ziet, zie je iemand die heel graag wil scoren en assists geven. Ik ben gretig!’’

Mahmudov is de ideale schaduwspits. Hij is snel, doelgericht en creatief. Daarnaast heeft hij een vlammend schot in de benen, wat hem dit seizoen tot dusver zes treffers opleverde. ”Gezien mijn kwaliteiten maak ik te weinig goals, denk ik. Ik leg de lat heel hoog voor mezelf, want ik wil veel betekenen voor FC Dordrecht.’’ Tevreden is hij dus niet met zijn doelpuntenproductie. Het weerspiegelt de gretigheid van Mahmudov. Zijn honger is nooit gestild, hij wil altijd meer. ”Ik wil nog graag een stap maken’’, onthult de kleine handenbinder. ”Binnen Nederland of naar het buitenland, het maakt mij niet zo veel uit. Mijn contract loopt na dit seizoen af, dus ik ben interessant voor clubs.’’

Als FC Dordrecht zo blijft presteren en het heeft een beetje mazzel in de play offs, dan lonkt de Eredivisie. Geen MVV-thuis op vrijdagavond, maar Vitesse-uit op zondagmiddag. ”Dat zou heel mooi zijn. Ik heb mooie herinneringen aan de Eredivisie. Uit bij FC Utrecht viel ik in toen we 1-0 achter stonden. Ik maakte de 1-1, een mooie kopbal. We wonnen uiteindelijk met 1-2. Dat is nog steeds het mooiste moment uit mijn leven. Niet te beschrijven, ongelofelijk!’’ Rest nog één vraag: hoelang wil de gifkikker nog topsport bedrijven? ”Nog heel lang’’, aldus Mahmudov. ”Ik ben niet meer de jongste en je moet wel aan je financiële dingen denken. Daar draai ik niet om heen. Als er een club uit het buitenland komt, ben ik weg. Maar het liefst ga ik naar de Eredivisie. Ik heb in de basis gestaan tegen Ajax, AZ en Heracles (als speler van PEC Zwolle, red.). De Eredivisie is het mooiste wat er is.’’

© VoetbalJournaal / Stefan Maas

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.