Home Blog Pagina 1340

Jonge Guardiola’s geven Nieuwland kleur

Hoewel de hoofdmacht van Nieuwland in zwaar weer verkeert, gaat het met de jeugd prima. Het niveau gaat langzaam maar zeker omhoog en jaarlijks neemt het ledenaantal toe. Enkele jonge jeugdtrainers liggen hieraan ten grondslag. ,,We willen het maximale rendement uit team én speler halen.’’

Een 18-jarige maakt de pupillen van Onder-13 beter, een 19-jarige zwaait de scepter bij Onder-15 en de pubers van Onder-17 worden getraind en gecoacht door een 21-jarige. Het is de nieuwe tendens bij voetbalvereniging Nieuwland, waar alle hoop gevestigd wordt op de jeugd. Een profielschets van drie jonge oefenmeesters, die op het sportcomplex aan de Oude Rijksweg opbloeien.

Jiri van den Hemel (18)
Hij is binnen de kalklijnen net zo fanatiek als daarbuiten. Van den Hemel speelt zelf bij JVOZ en wordt getraind door ex-prof John Karelse. ,,Hij is best streng, ja’’, vindt de vleugelverdediger. ,,Maar dat is alleen maar goed. Daar word je beter van. Of ik boos kan worden langs de lijn? Ja, zeker als het niet gaat zoals ik het wil. Ik wil dat alles op tempo gaat, bijvoorbeeld ballen pakken.’’ Wat is leuker, zelf voetballen of de scepter zwaaien? ,,Ik vind het leuker om zelf te voetballen. Maar training geven en coachen bevalt me ook heel erg. Ik wil het sowieso blijven doen. Volgend jaar hoop ik mijn TC3-diploma te behalen op het CIOS. In de toekomst – dat is nog ver weg – wil ik een eerste elftal trainen, dat is mijn doel!’’

Jordy Heeren (19)
Heeren schaakt op meerdere borden. Met het eerste elftal ploetert hij in de onderste regionen van de vierde klasse, als trainer van Onder-15 hoopt hij zijn talenten beter te maken en als scheidsrechter hoopt hij ook zijn steentje bij te dragen aan het welzijn van de vereniging. ,,Bezig zijn met kinderen, ze beter maken, dat is leuk aan het trainerschap’’, vertelt Heeren. ,,Soms heb je van die dagen dat je moet haasten, maar het valt relatief mee.’’ Heeren heeft een duidelijke visie die hij wil overbrengen op zijn groep. ,,Ik speel altijd met veel snelheid op de vleugels en een balvaste spits. Opbouwen is leuk, maar ik hamer daar niet op.’’

Aloys Meerman (21)
Meerman is hyperambitieus. Hij heeft het ook niet van een vreemde, want zijn vader Huib heeft verschillende successen geboekt in het Zeeuwse voetbal. ,,Hij is m’n voorbeeld’’, vertelt junior trots. ,,Mijn vader is een groot liefhebber, voetbal is zijn leven. Bij mij is dat niet anders. Het gaat vrijwel alleen maar over voetbal in huis.’’ Wat vindt moeder daarvan? ,,Niet zo leuk, haha.’’ Meerman is dagelijks bezig met het trainerschap. ,,Ik lees graag over laptoptrainers zoals Pepijn Lijnders (N.E.C., red.) en Nagelsmann van Hoffenheim, de nieuwe generatie. Ik ben erg leergierig, ja.’’ Meerman heeft zijn TC3-diploma al binnen. ,,Ik wil zelfs voor mijn TC2 gaan. Over een paar jaar pas, hoor. Maar ik heb wel de ambitie!’’ Nu maakt hij de pubers van Nieuwland O17 op alle vlakken beter. ,,Ik wil verzorgd voetbal spelen, opbouwen van achteruit dus. En mentaal de spelers beter maken.’’ Mentaal valt er nog veel te winnen, oordeelt Meerman. ,,Je hebt de Xbox, Playstation en zo, dat snap ik wel. Maar soms krijg je afmeldingen.’’ Korte stilte: ,,Daar moet je tegenwoordig mee dealen als trainer.”

Rijsoord 5 juicht bij een verkeerde ingooi

“Tegenstanders denken best wel eens: wat zijn dat voor een rare snuiters.” Jesper Lagendijk is al jaren topscorer én met keeper Ronald Rietbroek dé regelneef van Rijsoord 5. “We houden van een biertje, maar eenmaal in het veld zijn we bloedfanatiek.”

Het contrast voor een wedstrijd van Rijsoord 5 is gigantisch. Terwijl tegenstanders (Lagendijk: ‘We spelen alleen maar tegen tweede teams’) de tijd nemen om zich voor te bereiden, stappen de spelers van Rijsoord 5 vaak pas een paar minuten voor het beginsignaal het veld op. “Sommige hebben dan nog een sigaretje in de mond. Het enige wat we doen is de bal op het doel rossen”, lacht Lagendijk. “De tegenstander heeft er dan al een flinke warming-up opzitten. Met pionnen en al.”

Twaalf jaar geleden ontstond het vriendenelftal. “Het was een allegaartje van jongens. Sommige hadden nog nooit in competitieverband tegen een bal getrapt, andere in een selectie-elftal”, vertelt Lagendijk, die jarenlang bij RVVH speelde en bij die club ook nog twee jaar deel uitmaakte van de selectie.

“We zijn op zoek gegaan naar een club en kwamen al snel bij Rijsoord uit. Een gezellige club met een goede derde helft. We hadden destijds en nu nog steeds trouwens maar één voorwaarde: spelen op zaterdag. Dat heeft er alles mee te maken dat de helft van onze spelers een seizoenkaart heeft bij Feyenoord. Als Feyenoord op donderdag speelt, is er bijna niemand op de training en die wordt doorgaans erg trouw bezocht.”

Rijsoord 5 was niet meteen Rijsoord 5. Lagendijk: “We zijn zelfs begonnen als het achtste, maar meteen in ons eerste jaar werden we kampioen van de vierde klasse. Daardoor schoven we wat op de ranglijst, haha. Later zijn we ook gepromoveerd naar de derde en tweede klasse. Vorig seizoen zijn we daar echter uit gedegradeerd. We hadden te veel blessures. Dit seizoen strijden we met Klundert 2 om het kampioenschap in de derde klasse, dus wie weet keren we binnen één seizoen terug.”

“We maken heel veel lol met elkaar, maar we willen wel graag winnen”, benadrukt Lagendijk, die op maandag steevast de topscorerslijst van zijn team in de groepsapp zet. “Dat doe ik met veel plezier, want ik sta altijd bovenaan. Ach, dat doe ik een beetje om die jongens te pesten. Dollen, gedold worden, dat hoort erbij.”

Daar weten scheidsrechters alles van. Regelmatig krijgen ze voor de wedstrijd van een Rijsoord 5-speler de vraag of hij voor een verkeerde ingooi van een medespeler wil fluiten. “Op verkeerd ingooien staat bij ons een kratje bier”, verklaart Lagendijk. “En we willen wel verzekerd zijn van wat vocht na afloop, vandaar.”

“We hebben ook jarenlang een boetepot gehad. Twee euro moest je dan betalen voor te laat komen en voor het niet dragen van je gesponsorde trainingspak. Nou, we hadden in één seizoen een vermogen opgebouwd: ik geloof achthonderd euro.”

Dat bedrag werd tijdens de jaarlijkse Familiedag bij Rijsoord keurig opgemaakt door de mannen. “Drinken én eten.” De Derde Helft van Rijsoord 5 is sowieso berucht bij de club. “Zonder ons had Rijsoord een flink gat in de begroting”, meent Lagendijk. “We zitten vaak op zaterdag totdat de kantine sluit. We zijn echt gezelligheidsdieren.”

Dat viel ook buiten Ridderkerk en omstreken op. Bij een landelijke verkiezing De Derde Helft eindigde Rijsoord 5 een paar jaar geleden als tweede. “Wij trainen tijdens de zomer ook gewoon door. Van de club krijgen we de sleutel van de kleedkamer. Het is al erg genoeg dat er dan geen competitie meer is.”

FC ’s-Gravenzande onderzoekt multifunctionele tribune

Als het aan FC ‘s-Gravenzande ligt, maakt de oude tribune op het hoofdveld plaats voor een hypermodern gebouw met alles ‘erop en eraan’. De bouw van een nieuwe tribune, door bestuurslid Dirk Valstar een ‘megaproject’ genoemd, wordt het grote sluitstuk van een opwaardering van het Juliana Sportpark.

De realisatie van het gebouw is een ambitie van de club en bevindt zich nog in de prille beginfase. “Binnenkort gaat een projectgroep van start die, in nauwe samenwerking met de beheerstichting van het sportpark (SJS), als eerste opdracht de haalbaarheid van een nieuwe tribune gaat onderzoeken. De ideeën zijn er. Een aantal enthousiaste leden heeft zelfs concepttekeningen door een architect laten maken”, reageert Valstar, vicevoorzitter van de fusieclub.

De bouwplannen zijn ingegeven doordat FC ’s-Gravenzande de huidige tribune, met een capaciteit van vijftienhonderd mensen, moet vervangen. “Die tribune staat er al tientallen jaren en is hard aan vervanging toe”, zegt Valstar. “We willen sowieso een tribune terug, maar willen dat combineren met andere faciliteiten. Je moet dan denken aan commissie- en commerciële ruimten en een ruimte voor een fysiotherapeut. En kleedkamers, want we verwachten de komende jaren weer een flinke groei van het aantal leden. Het ledental is sinds de fusie in 2010 ieder jaar stijgend. De laatste jaren stijgt het ledenaantal fors met ± 50 leden per jaar. Inmiddels hebben we zo’n 1.600 leden en met de woningbouw die in aantocht is, rekenen we op nog meer aanwas. Aangezien een ledenstop niet aan de orde is, moeten we als club onze faciliteiten aanpassen op een groter aantal leden.”

Een belangrijk onderdeel van het plan zijn ook de commerciële ruimten. Volgens Valstar, die onder meer commerciële zaken in zijn portefeuille heeft, heeft FC ’s-Gravenzande op het complex, zoals het nu is ingericht, op afzienbare termijn de grenzen van zijn commerciële mogelijkheden bereikt. “Onze sponsors zijn in twee categorieën in te delen: de bedrijven die sponsoren uit liefhebberij omdat ze het de club gunnen en de bedrijven die zaken willen doen: sponsors die voor de business clubs komen en voor het netwerken. In het nieuwe gebouw zouden wij daar een nieuw categorie aan toe kunnen voegen: bedrijven die hun relaties in speciale ruimten kunnen uitnodigen om een wedstrijd te bekijken. Skybox-achtige ruimten dus. Ook doordeweeks kunnen bedrijven gebruik maken van deze ruimten voor bijvoorbeeld vergaderingen. Daarnaast kunnen sportgerelateerde bedrijven en organisaties zich in het gebouw vestigen, zoals fysiotherapie, fitness, sportkleding en -artikelen, enzovoorts. We zouden in het nieuwe gebouw dus nieuwe commerciële mogelijkheden kunnen ‘uitnutten’ en extra inkomsten voor de club genereren.”

Als de plannen doorgaan duurt het nog even voordat het gebouw er staat. “We houden een deadline van 2022 aan”, vertelt Valstar. “Het is natuurlijk ook op financieel gebied een megaproject. Na de zomer gaan we een projectgroep opstarten voor onderzoek naar de haalbaarheid en dan ook zo snel mogelijk starten met de fondsenwerving.”

FC ’s-Gravenzande werkt sowieso hard om de accommodatie up-to-date te houden. Valstar: “Vorig jaar hebben we de keuken flink uitgebreid. Niet alleen in vierkante meters, maar ook qua apparatuur. Alles is gemoderniseerd. Toen we vier jaar geleden voor het eerst in de hoofdklasse speelden zijn we door de gezamenlijke hoofdklassers uitgeroepen tot club met de beste keuken. Die titel moeten we wel eer aan blijven doen.”

Binnenkort wordt ook de kantine aangepakt. Meubilair en aankleding krijgen een upgrade. “Tijdens een enquête onder de leden kwam naar voren dat het allemaal wat ‘eigentijdser’ mag. Het huidige interieur stamt dan ook van vijftien jaar geleden. We krijgen dus een ander smoeltje, een ‘look and feel’-ploeg houdt zich daar mee bezig.”

Op het complex wordt dit jaar ook nog een andere lang gekoesterde wens van de club gerealiseerd, een Soccer Court  bestaande uit twee kunstgrasveldjes van vijftien bij 25 meter. “Daar kunnen FC ‘s-Gravenzande, de kinderopvang, de scholen en het  wildvoetbal gebruik van maken. Wij kunnen er ook de jongste voetballertjes op laten spelen en gebruiken als trainingsfaciliteit. Het zorgt in ieder geval weer voor een stukje extra capaciteit.”

Als laatste is met behulp van de gemeente de parkeercapaciteit op het sportpark uitgebreid en daarmee ook de verkeersveiligheid op en rond het Sportpark verbeterd. “Met al deze vernieuwingen is wat ons betreft het Juliana Sportpark weer klaar voor de toekomst.”

Johan Lamens schopte bij Lopik met succes tegen heilige huisjes aan

Ruim dertien jaar was Johan Lamens dag en nacht in touw voor voetbalvereniging Lopik. Met een team enthousiaste mensen bracht hij structuur in de opleiding, was jeugdvoorzitter en bestuurslid voetbaltechnische zaken en moest soms tegen heilige huisjes schoppen. Dat riep weerstand op, maar Lamens nam onlangs met gepaste trots afstand van zijn vrijwilligersfunctie. Nu heeft hij eindelijk tijd om bij zijn vier zoons te kijken, die allemaal bij Lopik voetballen.

Johan Lamens moet lachen om de vraag. De voormalig bestuurder van voetbalvereniging Lopik praat zo enthousiast over de club en het beleid, dat het gerechtvaardigd is om te vragen waarom hij eigenlijk is gestopt. De passie druipt er nog vanaf bij de 55-jarige key accountmanager. ,,Het is gewoon too much”, geeft Lamens aan. ,,Ik heb een heel drukke baan en bij Lopik had ik er een baan naast. Het koste mij twintig uur per week. Daarnaast heb ik mijn gezin. Ik heb vier zoons die allemaal bij Lopik spelen, maar zie ze eigenlijk te weinig voetballen.”

Hij bedoelt het niet eens als klacht, eerder als constatering. Lamens stopte sinds 2003 zijn ziel en zaligheid in de vereniging. Toen zijn zoontje dat jaar op 6-jarige leeftijd ging voetballen, was Lamens senior erbij. Langzaam rolde hij in de vereniging. Eerst als jeugdcoördinator van de F-pupillen, later kreeg hij de E’tjes en D’tjes er ook bij en werd hij algeheel jeugdcoördinator. Als jeugdvoorzitter nam hij zitting in het bestuur en schoof daarna door naar de functie van bestuurslid voetbaltechnische zaken.

In de jaren dat hij zich met een groep enthousiaste mensen om zich heen inzette voor Lopik zag Lamens veel ten goede veranderen bij de club. ,,In het begin zag ik goedwillende trainers en ouders, maar was er te weinig kader om structuur aan te brengen. Mijn buurman die verderop in de straat woont, vroeg of ik iets voor de club wil betekenen. Zo rolde ik er langzaam in. Lopik stond in de omgeving toch bekend als de club die de lange bal speelt en veel strijdlust toont, niet altijd in de goede zin van het woord. Trainers en ouders waren vooral bezig met het creëren van hun eigen team. Vanaf de D tot en met de A mocht er niet meer aan die teams worden gezeten. In de vereniging zat iedereen op zijn eiland en dacht niemand in het clubbelang.”

De ommezwaai betekende wel dat Lamens tegen heilige huisjes moest schoppen. Dat levert weerstand op, in het bijzonder van mensen die de club al lang dienen. ,,In 2009 schreven we ons eerste beleidsplan. We hebben een visie uiteengezet hoe we de jeugd willen opleiden op voetbalgebied en formuleerden per leeftijdscategorie aan aantal doelstellingen. Dat was niet ingewikkeld, want in de TC 3-opleiding stonden die uitgangspunten al. Daar zijn we mee begonnen door trainers in de onderbouw oefenstof te geven van mijnvoetbaltrainer.nl. In de bovenbouw ligt de nadruk meer op de teamfunctie en wordt er meer wedstrijdgericht getraind. Uiteindelijk moeten alle teams aanvallend en verzorgd voetbal spelen.”

Lamens en zijn team kwamen ook tot de conclusie dat de Lopik-trainers begeleiding moeten krijgen. Daarvoor stelde de club per leeftijdscategorie een technisch coördinator aan. In de praktijk is dat de eerste trainer van die categorie. ,,Die is verantwoordelijk voor die trainers. Dat ging met vallen en opstaan. Later hebben we onze hoofdtrainer – Bertus van Schaik – uitbreiding van zijn uren gegeven. Hij is als technisch manager verantwoordelijk voor de technische coördinatoren per leeftijdscategorie.”

Lopik kwam ook in contact met All Sports Academy van René van der Kooij. ,,Wij hadden nog geen uitgewerkte visie op de speelwijze. Daarom is er in overleg met All Sports Academy een technisch plan samengesteld waarmee we de praktijk in konden. We willen in alle facetten 1-4-3-3 spelen. De technische coördinatoren en selectietrainers komen eens in de zes weken bij elkaar om de oefenstof voor de komende zes weken door te spreken. Dat wordt allemaal begeleid door Bertus van Schaik en Mitch Maas, trainer van All Sports Academy. Dat is allemaal voor de selectieteams. Voor de basisteams komen de trainers ook één keer in de zes weken bij elkaar. Zij krijgen dan vooral oefenstof op basis van techniek.”

Bij Lopik beginnen ze de vruchten te plukken van het beleid. De C1, B1 en A1 hebben goede lichtingen die kunnen doorgroeien naar de eerste klasse. Toch ziet Lamens ook nog voldoende uitdagingen voor Lopik. ,,Ik hoop dat het huidige beleid wordt doorgezet. Daarnaast is de komst van een kunstgrasveld noodzakelijk, al wil de gemeente geen cent bijdragen. Waar ik ook trots op de ben, is de continue aandacht voor sportiviteit en respect. Tweemaal per seizoen reiken wij de sportiviteitsprijs uit aan een team. Weet je, ik heb dan afscheid genomen als bestuurslid, maar het gaat niet om mij. Ik heb samengewerkt met een heel leuke groep mensen. Met z’n allen hebben we de afgelopen jaren best veel neergezet.”

Brielle ziet meisjestak als groeimodel

Sandra Terol, coach van de MO13-1 van Brielle, moet lachen als zij in de rust van de uitwedstrijd tegen Rotterdam United vraagt wie van haar speelsters in de tweede helft als wissel wil beginnen. Het ene vingertje is nog niet omhoog of het andere vingertje volgt.

“Dat zijn meisjes, hé”, lacht Terol. “Jongens hebben dat toch minder, die offeren zich wat minder op voor het team. Die willen zich manifesteren.” Als wissels Luna van Dijk en Faith van Hoorn van het heerlijke voorjaarszonnetje genieten, blijkt dat teamwork de belangrijkste reden is waarom ze voor voetbal hebben gekozen. “Je moet samenwerken, dat vind ik leuk”, vertelt Faith, die geen oog heeft voor de grote moskee op de achtergrond.

Al snel volgt een analyse van de eerste helft. “Verdedigend wel goed, maar we moeten meer vanuit onze plek spelen”, zegt Luna. “Als dat lukt, kunnen we misschien de 1-0 achterstand wel goedmaken”, hoopt Faith.

Ze heeft dat nog niet gezegd of Rotterdam United komt op 2-0. Het is het begin van een tweede helft waarin ‘de meiden van Terol’ in fysiek opzicht overrompeld wordt. “De helft van onze speelstertjes zijn nog E”, bekent de trainer/coach, die lang in het eerste damesteam van Brielle speelde, maar volgens eigen zeggen ‘geen ster was’.

Op het middenveld moet een meisje van Brielle het opnemen tegen een tegenstandster, die niet alleen twee keer zo groot is, maar ook wat ‘breder’. Met een beetje fantasie kan het Brielle-meisje twee keer in haar tegenstandster.

Terol ziet het allemaal met een glimlach aan. Zij ziet vooral veel plezier op het veld, ondanks dat de wedstrijd eindigt in een duidelijke 5-1 nederlaag. “We zijn net bezig om bij Brielle het meisjesvoetbal op te starten. We zijn dit seizoen ook begonnen met een zevental bij de MO17. We merken dat er veel aanloop is. Volgend seizoen willen we graag een MO19 inschrijven. We hebben inmiddels tien meiden en zoeken dus nog wat versterking.”

De wens van Brielle én van Terol is een volledige, aansluitende leeftijdslijn, van de MO13 tot en met de MO19. “Als ze jonger zijn kunnen ze nog meespelen met de jongens”, zegt Terol. “Meisjes kunnen bij Brielle altijd kiezen waar ze willen spelen. We zouden nu best een MO15 kunnen maken, want er spelen heel veel meiden van die leeftijd bij de jongens.” De meisjestak is volgens Terol een groeimodel. “Maar het is niet zo dat ze bij ons maar komen aanwaaien. We moeten er zeker wat voor doen. We organiseren clinics en flyeren op scholen.”

RCD, een echte familieclub

DORDRECHT – Mieke Zwang staat ieder weekend met haar fotocamera langs de lijn bij RCD, waar haar zoon Noah voetbalt. Aan de Reeweg-Oost kan ze twee van haar grote hobby’s, voetbal en fotografie, op perfecte wijze combineren. Van de jongste pupillen tot de oudste senioren, Mieke legt alles vast. Voor het VoetbalJournaal maakte ze een selectie van haar favoriete RCD-foto’s van het afgelopen jaar.

Plezier voor iedereen bij RCD
DORDRECHT – De jeugd van RCD groeit al jaren, zowel in aantallen als qua niveau. Hans Hamberg loopt sinds de zomer van 2013 rond bij RCD, waar zijn zoons Luuk en Sven in de jeugd actief zijn. Hij is coördinator van de JO7, JO8 en JO9 en bovendien traint hij de JO8-1. ,,Dat doe ik allemaal met veel plezier, want dat staat bij RCD altijd voorop. We vinden het belangrijk dat iedereen zich volledig thuis voelt op de club, zowel de jeugdspelers als de ouders. Dat familiegevoel is erg belangrijk bij deze club. RCD is de laatste jaren weer flink gegroeid qua aantallen, maar we willen niet te groot worden. Het is juist leuk dat iedereen elkaar nu kent en dat alle trainers de spelers gewoon bij hun naam kunnen noemen.”

Hamberg is ook blij dat RCD sinds de zomer van 2016 weer bij iedere wedstrijd een pupil van de week heeft bij thuiswedstrijden van het eerste elftal. ,,Ik weet niet waarom het een tijdje niet zo is geweest, maar het is in ieder geval mooi dat we op deze manier weer een mooie brug kunnen slaan tussen het eerste elftal en de jeugd. Ik merk hoe trots die jongens zijn als ze pupil van de week zijn geweest, als ik bijvoorbeeld zie dat ze de wedstrijdbal met handtekeningen op maandag mee naar school nemen om te laten zien aan hun klasgenootjes, maar ook de mannen van het eerste vinden het leuk. In eerste instantie konden de jeugdspelers zich zelf opgeven om pupil van de week te worden, maar nu kiezen we voor iedere wedstrijd iemand uit. Dat kan zijn omdat iemand altijd keihard zijn best doet, maar pas kozen we ook een jongetje uit die even een zware periode had omdat zijn ouders waren gescheiden. Dan is zo’n dag meelopen met de jongens van RCD 1 een mooie afleiding. Daar draait het allemaal om binnen een familieclub.”

RCD, een echte familieclub

DORDRECHT – Mieke Zwang staat ieder weekend met haar fotocamera langs de lijn bij RCD, waar haar zoon Noah voetbalt. Aan de Reeweg-Oost kan ze twee van haar grote hobby’s, voetbal en fotografie, op perfecte wijze combineren. Van de jongste pupillen tot de oudste senioren, Mieke legt alles vast. Voor het VoetbalJournaal maakte ze een selectie van haar favoriete RCD-foto’s van het afgelopen jaar.

Plezier voor iedereen bij RCD
DORDRECHT – De jeugd van RCD groeit al jaren, zowel in aantallen als qua niveau. Hans Hamberg loopt sinds de zomer van 2013 rond bij RCD, waar zijn zoons Luuk en Sven in de jeugd actief zijn. Hij is coördinator van de JO7, JO8 en JO9 en bovendien traint hij de JO8-1. ,,Dat doe ik allemaal met veel plezier, want dat staat bij RCD altijd voorop. We vinden het belangrijk dat iedereen zich volledig thuis voelt op de club, zowel de jeugdspelers als de ouders. Dat familiegevoel is erg belangrijk bij deze club. RCD is de laatste jaren weer flink gegroeid qua aantallen, maar we willen niet te groot worden. Het is juist leuk dat iedereen elkaar nu kent en dat alle trainers de spelers gewoon bij hun naam kunnen noemen.”

Hamberg is ook blij dat RCD sinds de zomer van 2016 weer bij iedere wedstrijd een pupil van de week heeft bij thuiswedstrijden van het eerste elftal. ,,Ik weet niet waarom het een tijdje niet zo is geweest, maar het is in ieder geval mooi dat we op deze manier weer een mooie brug kunnen slaan tussen het eerste elftal en de jeugd. Ik merk hoe trots die jongens zijn als ze pupil van de week zijn geweest, als ik bijvoorbeeld zie dat ze de wedstrijdbal met handtekeningen op maandag mee naar school nemen om te laten zien aan hun klasgenootjes, maar ook de mannen van het eerste vinden het leuk. In eerste instantie konden de jeugdspelers zich zelf opgeven om pupil van de week te worden, maar nu kiezen we voor iedere wedstrijd iemand uit. Dat kan zijn omdat iemand altijd keihard zijn best doet, maar pas kozen we ook een jongetje uit die even een zware periode had omdat zijn ouders waren gescheiden. Dan is zo’n dag meelopen met de jongens van RCD 1 een mooie afleiding. Daar draait het allemaal om binnen een familieclub.”

De Witte wil vooral belangrijk zijn voor NOAD’67

SINT PHILIPSLAND – Ondanks een belabberde seizoenstart kan NOAD’67 zich toch nog opmaken voor een ‘toetje’ in de vorm van de nacompetitie. De ploeg van aanvaller Joost de Witte heeft dus nog alle kansen op promotie naar de tweede klasse van het zaterdagvoetbal. En daar heeft De Witte zelf ook een grote rol in gespeeld.

Want met een ongekende reeks van vijf winstpartijen met 1 – 0, kenden de manschappen van de scheidend trainer Ad Palings een geweldige tweede periode. Met een periodetitel tot gevolg en dus een plek gegarandeerd in de nacompetitie. De Witte was met vier treffers in die reeks telkens belangrijk als matchwinner. “En dat had niemand nog verwacht. Zeker niet als je na negen wedstrijden slechts twee schamele puntjes bij elkaar hebt gevoetbald. Daarna kenden we dus die mooie reeks en stonden we ineens weer op een voor NOAD ‘normale’ plek in de middenmoot. Het was voor mij persoonlijk natuurlijk ook mooi, omdat ik vier keer met een winnende goal belangrijk was voor de ploeg.”

De Witte (22) mag zich met recht een laatbloeier noemen als het gaat om voetballen in competitieverband. Zijn reformatorische achtergrond weerhield hem lang van het spelen van competitievoetbal. Maar toen hij achttien jaar geworden was, was zichzelf inschrijven als lid van NOAD’67 het allereerste wat hij deed. “Mijn ouders vonden voetbal maar niks, en vanaf het moment dat ik zelf mocht beslissen heb ik mezelf direct hier aangemeld. Want voetbal is voor mij heel belangrijk. Ik deed het al heel lang, maar nooit in competitie. Was wel uren te vinden in de voetbalkooi maar dat is toch helemaal anders. Vanaf mijn achttiende kon ik wedstrijden spelen, om het echie. Dat was wat ik wilde.”

En de snelle aanvaller liet zien dat hij over het nodige talent beschikte, want na slecht een half jaartje in het tweede elftal werd hij al door Palings bij het eerste elftal gehaald, om er nooit meer te verdwijnen. Inmiddels staat dit seizoen de teller op twaalf treffers, waarvan dus enkele heel belangrijke. “Heerlijk. Ik maak er ook liever minder, maar wel dat ze belangrijk zijn dan dat ik er twintig maak en steeds het de 5-0 is ofzo. Bovendien is het heerlijk voetballen in de spits samen met Frank en Rob den Engelsman. We voelen elkaar goed aan en ik kan bovendien heel erg veel van die mannen leren. Ze geven me ook tips waardoor ik echt een betere speler word en ik mezelf wekelijks nog ontwikkel. Erg waardevol.”

Waar De Witte in 2005 vanuit Nieuw-Beijerland naar Sint-Philipsland, daar voelt hij zich sinds hij er lid werd enorm op zijn plek bij de club uit zijn woonplaats. Hij kijkt ook uit naar de nacompetitie om daar zichzelf van zijn beste kant te tonen en nogmaals wil proberen van waarde te zijn. “Ik wil voor mezelf de lat altijd zo hoog mogelijk leggen, maar moet nog meer rust in mijn spel krijgen. Ook moet ik nog leren om meer overzicht te houden voor de goal, want dan zou ik nog meer assists op mijn naam hebben en wellicht ook meer goals. En als ik dan zoals tegen De Fendert in de laatste minuten de kans op de winnende om zeep help… Dan ben ik daar echt een heel weekend doodziek van. Dat soort elementen in mijn spel wil ik verder verbeteren. Maar daar heb ik gelukkig nog voldoende tijd voor.”

Bovendien kijkt hij ook uit naar volgend seizoen. Naar de samenwerking met de nieuwe trainer Perry Snoep, huidig trainer van SKNWK, die Ad Palings zal opvolgen. “Ik heb alleen nog maar Ad Palings als trainer meegemaakt natuurlijk. Dus een nieuwe trainer biedt weer nieuwe inzichten en uitdagingen. Ik wil kijken hoe ik mezelf daarbij ontwikkel. Ik heb het in het systeem waarin we nu spelen met drie steeds bewegende spitsen erg naar de zin. Maar als spelers en ploeg moet je jezelf telkens weer uitdagen en dan is een nieuw gezicht na vier jaar wel goed. In de competitie zit het allemaal heel dicht bij elkaar en kunnen we op het eind of vijfde of zelfs nog als tiende eindigen…. Daarin hebben we door die slechte start niet het constante niveau gehaald wat zou moeten. Het zou daardoor natuurlijk geweldig zijn om dit seizoen via de nacompetitie alsnog een heel mooi slot te kunnen geven. We hebben dankzij die mooie reeks overwinningen onszelf met een periodetitel beloond. Dus is het ook aan ons om de huid zo duur mogelijk te verkopen tijdens die extra wedstrijden. En wie weet hoever we dan nog kunnen reiken. Als ik daarin zelf dan ook weer belangrijk kan zijn voor het team, dat zou het plaatje helemaal compleet maken.”

Eny Tammer denkt vaak terug aan dat groene keetje

Hij maakt er geen geheim van. Vliegdorp verdediger  Eny Tammer zou zo weer het ultra moderne clubhuis willen verruilen voor dat groene keetje waarmee de geelzwarten begonnen als kantine op Sportpark Kerklaan. ,,Dat was veel knusser en gezelliger. Daar heb ik de mooiste tijd meegemaakt. Nu hebben we een mooi, maar kil gebouw.’’

Mancave
De 33-jarige medewerker in de ouderenzorg woont op een steenworp afstand van zijn club. In zijn fraaie doorzonwoning valt meteen een trapgat op die een kelder verraadt. Tammer laat trots zijn vrijwel nieuwe ondergrondse ontspanningsruimte zien. Een zithoek, bar, badkamer, keuken, dartbord en een muziekinstallatie doen je wanen in echte mancave. Het is tekenend voor Tammer, die van gezelligheid houd. ,,Mijn vrouw en ik ontvangen hier veel vrienden. We kaarten, darten, eten en draaien harde muziek. Niemand in Soesterberg die ons hoort.’’ Het is een groot contrast met iemand die ouderen verzorgt. Over dat werk is hij enthousiast: ,,Ik wilde altijd gymleraar worden, maar werkte al snel als schoonmaker in de thuiszorg. Ik maakte de overstap naar de verzorging zelf. Dat is prachtig werk. Zorg zit in mijn hart. Sommige mensen die ik verzorg hebben een week lang geen familie gezien en als ik dan kom zie ik ze blij worden. Kan het mooier?’’

Sportfanaat
Tot zijn 18ehad Tammer niet gevoetbald. Judo, karate, badminton en volleybal waren zijn sporten. Op een uitstapje van een jaar na,bij FZO, verdedigt hij nu de kleuren van Vliegdorp. ,,Voetbal had mijn voorkeur omdat het een teamsport is met de daarbij behorende gezelligheid.’’ De Soesterberger maakte de gouden tijd mee. Onder coach Coco Fares maakte hij de reuzensprong van de vijfde naar de tweedeklas. ,,Ja, dat was een geweldige periode die ik niet had willen missen, ondanks dat we speelden met meer jongens van buitenaf. Maar als je in een dorp als Soesterberg op niveau wil voetballen gaat dat echt niet lukken met alleen eigen jongens. Ik vond dat niet zo erg, want ik wilde op een zo hoog mogelijk niveau voetballen.’’

Kwartje
Inmiddels is hij met zijn club weer terug in de vierde klas en traint onder de hoede van Femke van Odijk. Dat er nu een vrouw aan het roer staat vindt hij geen probleem. ,,Het begin was even wennen, maar ze houdt zich goed staande in het mannenwereldje. Ik kan heel goed met haar overweg. Ze heeft tactisch inzicht. De veel te smalle selectie is niet gunstig voor haar. Zo kan ze weinig druk uitvoeren op de kleine groep.’’ Vliegdorp bivakkeert momenteel in onderste regionen van de kelder van het amateurvoetbal. ,,Dit seizoen lukt er weinig. We spelen best goed voetbal, maar het kwartje valt steeds de verkeerde kant op.’’ Hij kijkt liever vooruit. ,,Zo lang het nog gaat ga ik door. Ik wil best weer hogerop met Vliegdorp. Veel hangt er vanaf of er spelers bijkomen, want anders wordt het weer een moeilijk seizoen. Wat mij betreft maar jongens van buitenaf halen.’’

Erwin van der Linden wordt technisch coördinator onderbouw

 De 39-jarige Erwin van der Linden was van 2006 tot 2009 speler bij V.V. Groote Lindt, maar heeft zijn carrière als speler moeten beëindigen vanwege blessureleed aan zijn knie. Nu werkt hij achter de schermen bij de vereniging. Aankomend seizoen wordt hij aangesteld als de nieuwe technische coördinator van de onderbouw en is daar nu al volop voor aan het werk. Hij vertelt VoetbalJournaal meer over hoe bij Groote Lindt is beland, het belang van voetballen tegen leeftijdsgenoten en het vrijwilligerstekort.

Van der Linden is opgegroeid in Rotterdam-Zuid en speelde hier in de jeugd van DRL. Via wat omwegen, Zwart Wit’28; ASWH en Barendrecht, is hij uiteindelijk terecht gekomen bij Groote Lindt. In 2004 is de toekomstige technische coördinator van de onderbouw zijn huidige vrouw tegengekomen die uit Zwijndrecht komt. Hij is toen naar Zwijndrecht verhuisd en vanwege het feit dat zijn schoonfamilie ook een rijk verleden hadt bij de vereniging is hij zo in aanraking gekomen met de club.

Toen zijn zoont begon met voetballen bij de vereniging, is Van der Linden meegegaan om weer bij de club terug te keren als begeleider van de minipupillen, en later dat jaar ook hoofdtrainer van de minipupillen. Het jaar erop is hij trainer geworden van de JO9-3 en dit jaar is hij hooftrainer van de JO9 & JO7.

Volgend jaar gaat hij de functie technisch coördinator onderbouw officieel uitoefenen. ‘’Om goed voor de dag te kunnen komen aankomend jaar ben ik die rol al in uitvoering aan het brengen door gespreken te voeren met trainers en spelers om te kijken hoe de organisatie eruit moet komen te zien en wat voor veranderingen we kunnen gaan doorvoeren ten opzichte van afgelopen jaar.’’

De KNVB biedt sinds kort in Afdeling Zuid op iedere leeftijdscategorie een competitie aan. Groote Lindt is momenteel aan het kijken om daar komend seizoen ook meer invulling aan te kunnen gaan geven. Op deze manier willen ze dat elke jeugdspeler op zijn eigen niveau voetbalt tegen leeftijdsgenoten.

Sommige teams bestaan uit alleen 1ejaars, andere alleen uit 2ejaars en sommige zijn maar gemengd. Bij Groote Lindt komt het vaak voor dat ze tegen alleen 2ejaars spelen en dan worden ze helemaal weggespeelt. ‘’Wij willen de jeugd opleiden, wij houden ons nog niet bezig met prestatievoetbal. Niet alleen wij leren er niks van maar de tegenstander ook niet. Die worden dan kampioen met elke wedstrijd 15 punten maar de leermomenten zijn er verder niet geweest.’’

Als er nieuwe mensen bij de verenging komen die zoekende zijn, dan worden ze opgevangen, wegwijs gemaakt en worden ze voorgesteld aan de mensen. ‘’Groote Lindt is gewoon een erg warme en sociale club, voor iedereen is er hier iets te vinden. Heb je talent kan je selectievoetbal spelen maar je kan hier ook voor recreatie komen.’’

Bij de onderbouw zijn ze erg bezig met het werven van vrijwilligers, want op dit moment is het niet mogelijk om voor iedere groep een voetbaltrainer te hebben staan die zelf ook gevoetbald hebben en die weten wat er gevraagd wordt in een teamsport. ‘’We zijn afhankelijk van ouders die het leuk vinden om wat te doen maar eigenlijk zelf weinig kennis hebben over opleiden van een jeugdgroep in het voetballen. Nu zijn we bezig om die mensen intern op te leiden en te ontwikkelen met het ‘train de trainer programma’.’’

Aan het einde van de dag gaat voor van der Linden het opleiden van de jeugd boven prestatief voetbal. Hij wilt graagover de gehele jeugdopleiding herkenbaar voetbal kunnen spelen en alle teams per leeftijdscategorie laten spelen in dezelfde opstelling.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.