Home Blog Pagina 11

Wout Messemaker: ‘VV Rhoon is een deel van mijn leven’

Bij vv Rhoon lopen heel wat vrijwilligers rond, maar weinig mensen kennen het complex zó goed als Wout Messemaker. Hij is al sinds zijn jeugd bij de club te vinden en heeft in de loop der jaren ongeveer elke denkbare vrijwilligersrol uitgevoerd. Of het nu gaat om bestuurswerk, onderhoud, contact met de gemeente of het trekken van de lijnen op donderdagavond: Messemaker draait er zijn hand niet voor om. “Het is gewoon een stukje van je leven geworden”, zegt hij.

Messemaker is ooit begonnen als speler bij 5-0 – een team in de lagere senioren – en rolde daarna als vanzelf het vrijwilligerswerk in. “De rest liep er al rond. En toen mijn zoon ook bij de club ging voetballen, ben ik langzaam de jeugdcommissie ingerold”, vertelt hij. Het was de opmaat naar een lange reeks functies binnen vv Rhoon.

In 1994 trad hij officieel toe tot het bestuur. Zijn eerste taak: scheidsrechtercoördinator. “Daarna heb ik de functie wedstrijdsecretaris gedaan, en tussendoor kwam ik steeds vaker in het onderhoud terecht.” Het ging zoals dat bij veel vrijwilligers gaat: een keer meekijken, een keer bijspringen, en voor je het weet word je onderdeel van het fundament van de club. “Uit nieuwsgierigheid ben ik ooit eens gaan kijken bij de toenmalige veldenbeheerder, Maarten Mellaert. Ik was wel benieuwd hoe dat allemaal werkte. En van het een komt het ander.”

Tegenwoordig is Messemaker onder meer verantwoordelijk voor de veldkeuringen – een taak die hij al 23 jaar vervult namens de gemeente. “Dan kijk je wat er gedaan moet worden, wat genoteerd moet worden, wat er gerepareerd moet worden”, legt hij uit. Gelukkig hoeft hij het niet allemaal alleen te doen. “We hebben een mooi onderhoudsteam dat heel veel oppakt.”

Het huidige clubgebouw stamt uit 1973 en begint zo langzamerhand zijn leeftijd te tonen. Ook dat vraagt extra inzet. “Het is inmiddels 52 jaar oud. Dan kun je je voorstellen dat er genoeg onderhoud blijft liggen.” Bovendien staat vv Rhoon aan de vooravond van een grote verandering: de verplaatsing van de club naar een nieuw complex. “We zijn nu bezig met de gemeente over de verhuizing. Die moet binnen drie, vier jaar plaatsvinden. Dan kijk je: wat pak je nog aan, en wat laat je liggen?”

Die vragen spelen al jarenlang door zijn hoofd, want Messemaker draait al decennia mee. Hij heeft van alles gedaan: bestuurszaken, onderhoudscoördinatie, contacten met bedrijven en de gemeente, reparaties laten uitvoeren… noem het op en Wout heeft het gedaan. “Je bent er altijd mee bezig. Maar dat geeft ook structuur, gezelligheid en voldoening.”

Is het vrijwilligerswerk door de jaren heen veranderd? Volgens Messemaker wel. “De tijden zijn veranderd. Jongeren studeren meer, hebben andere dingen aan hun hoofd, een andere kijk op de wereld. En als je tegenwoordig je nek uitsteekt, loop je soms risico dat je wordt afgemaakt. Het is vrijwillig, maar soms voelt het niet meer vrijwillig.” Hij zegt het zonder cynisme, maar met realisme. “Dat speelt bij veel clubs.”

Toch staat hij er nog elke week. Samen met het onderhoudsteam trekt hij de lijnen op de velden: een klus waar ze gemiddeld twee tot tweeënhalf uur mee bezig zijn. “Het is een leuke activiteit. Je bent buiten, je bent lekker bezig.” Ook al is het soms wat drukker geworden op en rond het complex – “Het is een plek geworden waar veel jongeren rondhangen, dat geeft soms gedoe” – Messemaker blijft nuchter. “Dat hoort erbij.”

Over de toekomst van vv Rhoon maakt hij zich geen zorgen. “De jeugd groeit weer, dus we moeten ruimte creëren voor al die teams. Maar de club zit goed, daar maak ik me echt geen zorgen over.”

Of Wout zelf nog lang doorgaat? Hij hoeft er niet eens over na te denken. “Als ik gezond blijf, doe ik het belangrijkste werk gewoon door. Het is een deel van je leven.”

Klik op VV Rhoon voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Rhoon voor meer informatie over de club.

‘Het is echt het succes van een collectieve groep’

0

Vierde worden én een periode pakken. Bij Nieuwkuijk kunnen ze terugkijken op een uitstekend debuutseizoen in de tweede klasse. Maar garanties voor dit seizoen, biedt dat natuurlijk niet, weet ook trainer Ronny Everaerts. “Het tweede jaar na een promotie is altijd lastiger.”

Een soort gouden regel, of zit zoiets gewoon tussen de oren? Everaerts (52) weet het antwoord zelf ook niet zo goed. “In het eerste jaar wil je jezelf altijd extreem bewezen. Maar daarnaast, moet je ook niet vergeten dat we tegen clubs spelen die drie keer zo groot zijn als Nieuwkuijk.” Toch heeft de tweedeklasser na een stroeve start, inmiddels zijn draai aardig gevonden. “Dat zie je direct terug in de resultaten. Onze kracht is dat we er in de laatste jaren in de breedte op vooruit zijn gegaan.”

In geslaagd

Maar ondanks de successen, Everaerts werd in zijn eerste seizoen direct kampioen met de club, blijft hij met beide benen op de grond staan. “We zijn een heel kleine club, die vorig jaar voor het eerst in de tweede klasse speelde…” Al was daar weinig van te merken, met een vierde plek én nacompetitie. “Dat is echt uniek. Voor een club als Nieuwkuijk is dat ongekend.” Hoe kijkt hij terug op dat seizoen? “In het begin moesten we echt wel wennen aan het niveau. Aan de snelheid, maar ook dat ieder foutje wordt afgestraft. Die ervaring hadden we nog helemaal niet.” Toch duurde dat niet lang, memoreert Everaerts. “Op een gegeven moment werden we een ploeg die heel moeilijk te verslaan was.” Zaak om die lijn, dit jaar door te trekken. “Deze competitie is meer fysiek, terwijl er in ‘West’ meer voetbal zit.” Is dat een nadeel voor zijn ploeg? “Dat fysieke kunnen we zelf ook wel, maar we hebben meer een voetballend idee.” Een ontwikkeling die Nieuwkuijk onder zijn leiding, in de afgelopen drie jaar heeft doorgemaakt. “Het is echt het succes van een collectieve groep. We hebben vooral stappen gemaakt in het voetballen. Overal zit een idee achter en we gaan altijd op zoek naar de voetballende oplossing.” En dat niet alleen. “Spelers zijn individueel beter geworden. Samen met mijn stafleden, hebben we ze naar een hoger niveau kunnen krijgen. Daar ben ik heel trots op.” Aan de randvoorwaarden, ligt het wat Everaerts betreft dan ook niet. “De club past goed bij me! Ik ben een trainer die het beste rendeert bij dorpsclubs. Juist omdat je daar kunt werken met eigen jongens. Dat is voor mij het mooiste wat je kunt hebben. Dat is toch een soort eigen visitekaartje.” Zeker als je daar, het maximale uit weten te halen. “Daar zijn we de afgelopen drie jaar denk ik aardig in geslaagd!”

Het maximale

Al blijft Everaerts realistisch. “Ons eerste doel is om er dit seizoen drie onder ons te houden en daarna te kijken wat er mogelijk is. Zo hebben we het vorig jaar ook gedaan.” Met uiteindelijk dus een vierde plaats tot gevolg. “Daarmee hebben we onszelf echt op de kaart gezet! Daarom was het ook geen teleurstelling dat we niet promoveerden.” Aan promoveren, denkt de inwoner van Best nu voorlopig sowieso niet. “Het moet bij ons allemaal een beetje heel blijven.” Zo min mogelijk blessures én wat geluk hebben. “Er zijn weinig ploegen waarvan we hoeven te verliezen, maar dan moet het wel een beetje meezitten. Anders is het gewoon keihard werken.” En dingen beter doen. “Vooral in het lezen van een wedstrijd. Wat moet ik nu doen?” Hoe dan ook. “Voorlopig ben ik trots op het feit dat we de hoogst spelende club in de regio zijn.” Aan fanatisme, dan ook geen gebrek. “Ik ben een échte voetbaltrainer. Iemand die er het maximale uit wil halen.” Ook na 25 jaar als hoofdtrainer. “Ik vind het nog steeds mooi om dingen waar je op traint, terug te zien in een wedstrijd. Dat geeft veel voldoening, zeker met deze groep. Het zijn allemaal vrienden van elkaar. Daarom werk ik zo graag bij een dorpsclub.” Toch komt daar na dit seizoen, een einde aan. Bij Nieuwkuijk dan tenminste. “Ik heb het altijd uitstekend naar mijn zin gehad en ben trots dat ik hier trainer ben geweest, maar je weet ook dat je niet eeuwig kunt blijven…”

Klik op Nieuwkuijk voor het laatste artikel over de club.

Bart Driesse schuift door bij vv Rhoon: van topscorer naar penningmeester

Bij vv Rhoon staat een bekend gezicht op uit een onverwachte hoek op. Niet als spits, niet als afmaker pur sang, maar als dé man die voortaan over de centen gaat waken: Bart Driesse. De 35-jarige clubman, jarenlang een vertrouwde naam op het wedstrijdformulier én ooit topscorer van de club, is vanaf 1 juli begonnen als penningmeester. Was het een logische stap? “Nou… ik ben er een beetje ingeduwd”, lacht hij.

Toch klinkt er weinig twijfel bij Driesse, die inmiddels al vijftien jaar in het shirt van Rhoon speelt. Het bestuur wilde weer compleet zijn – zeker met de fusie in aantocht – en met de aanstelling van de vader van teamgenoot Stanley in het bestuur, voelde de routinier het juiste moment om zelf ook door te schuiven. “Ik speel hier al zo lang. Dan wil je ook een keer wat terugdoen. En ja, de functie stond toevallig nog open.”

Financiële achtergrond? “Tja…”

Of hij dan misschien uit de wereld van spreadsheets en balansen komt? “Ik weet niet hoe je het zegt, maar… dank u wel mevrouw”, klinkt het lachend. Een financieel expert is hij niet, wel iemand die verantwoordelijkheid wil nemen. Bovendien wacht niemand een chaos: “De club staat er meer dan gezond voor. We betalen geen spelers, er wordt al jaren zuinig beleid gevoerd en daardoor hebben we een hele ruime buffer.”

Die financiële rust is volgens Driesse een bewuste keuze. Niet strooien met geld, geen gekke avonturen, en vooral bouwen op de eigen jeugd. “We spelen met veel gasten die samen in de F’jes zijn begonnen. Dat scheelt enorm. Het is een hechte groep en er is nooit paniek geweest vanuit het bestuur.”

Oude kleedkamers, nieuwe toekomst

Toch is het niet alleen rozengeur en maneschijn. Het huidige complex is verouderd en hier en daar zelfs nostalgisch te noemen. “Als je het dak open zaagt, komt er denk ik nog asbest uit”, grapt Driesse. “Maar dat hoort een beetje bij de charme. Ik vind dat mooi. Alleen ja, de jeugd kijkt anders: die wil gewoon moderne accommodaties.”

En daar komt de fusie met onder meer Poortugaal en Meeuwenplaat om de hoek kijken. Het nieuwe sportcomplex moet binnen twee jaar verrijzen, en dat biedt enorme kansen. “Dan kan er een echte businessclub komen, kunnen we sponsoren beter ontvangen, en wordt het makkelijker om als vereniging door te groeien. Nu hebben we daar gewoon de ruimte niet voor.”

Sponsoring als grootste groeipunt

Waar vv Rhoon nog flinke slagen kan maken, is volgens Driesse op het vlak van sponsoring. Ondanks de gezonde financiële situatie, liggen er volop kansen. “Veel clubs hebben tegenwoordig een grote businessclub, organiseren avonden voor sponsoren. Dat missen wij nu. Gelukkig hebben we sinds een jaar weer een actieve sponsorcommissie. Maar met een nieuw complex kun je veel meer.”

Klik op VV Rhoon voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Rhoon voor meer informatie over de club.

Ton Habermehl benoemd tot erelid van Smitshoek

Bij voetbalvereniging Smitshoek worden mensen die jarenlang van onschatbare waarde zijn geweest niet zomaar vergeten. Tijdens de algemene ledenvergadering werd Ton Habermehl (74) volledig onverwacht benoemd tot erelid van de club. Een onderscheiding die hij zelf absoluut niet zag aankomen. “Ik wist van niks. Normaal word ik bij dit soort dingen betrokken, maar dit hadden ze knap geheimgehouden.”

Van Feyenoord naar Smitshoek

Habermehl kwam op jonge leeftijd bij de Barendrechtse club terecht. “Ik was 24 en speelde nog bij Feyenoord,” blikt hij terug. “Een collega van mij – destijds de wedstrijdsecretaris van Smitshoek – vroeg of ik niet eens daar wilde komen voetballen. De club kende ik eigenlijk helemaal niet, maar ik dacht: waarom ook niet? Zo ben ik hier terechtgekomen, en ik ben eigenlijk nooit meer weggegaan.”

Wat begon met voetballen, groeide uit tot een leven lang betrokkenheid. “Ik ben vrij snel ook trainer geworden van verschillende elftallen. Daarna ben ik in het bestuur gegaan, heb ik de technische commissie mede opgericht en was ik betrokken bij de oprichting van de stichting SOS, die de spelersvergoedingen regelde. En de laatste zestien jaar werk ik als verenigingsmanager. Eigenlijk heb ik alles wel gedaan bij deze club.”

“Je doet wat voor je club, dat hoort zo”

De drang om iets terug te doen, zit diep. “Dat heb ik van huis uit meegekregen,” zegt Habermehl nuchter. “Mijn vader was ook zo. Als je ergens lid van bent, dan doe je wat voor die vereniging. Je zit er niet alleen om te halen, je moet ook brengen. Dat vind ik nog steeds. En dat probeer ik ook mijn kinderen mee te geven – en die doen dat ook.”

Die houding verklaart ook waarom hij nog altijd dagelijks op het complex te vinden is. “Ik ben eigenlijk altijd bezig. Er is altijd wel wat te regelen, te fixen of te organiseren. En dat doe ik graag. Zolang ik kan bijdragen aan een nette, goed draaiende club, dan ben ik tevreden.”

Een avond vol verrassingen

Dat hij erelid zou worden, had Habermehl niet zien aankomen. “Ik was die dag gewoon aan het werk. Ik had de stoelen klaargezet, de microfoon getest, gezorgd dat alles in orde was voor de vergadering. Dat soort dingen doe ik al jaren. En toen kwam het onderdeel ‘ereleden en jubilarissen’ aan bod. Ik dacht nog: we hebben toch helemaal niemand dit jaar? Tot ik ineens mijn eigen naam hoorde.”

Hij lacht. “Ik was echt verrast. En ik ben niet zo van de grote emoties, hoor. Ik vond het gewoon leuk, hartstikke leuk dat ze dat gedaan hebben. Je wordt niet zomaar erelid, dus dat is wel bijzonder. En dat ze het helemaal buiten mij om hebben geregeld, dat is knap gedaan.”

Na afloop kreeg hij veel reacties, ook van buiten de club. “Mensen kwamen naar me toe, stuurden berichtjes, ook van andere verenigingen. Ik zit natuurlijk veel in de wedstrijdzaken, dus dan ken je een hoop mensen. Dat was allemaal hartverwarmend om te lezen.”

“Een grote club, maar nog altijd warm”

In de tientallen jaren dat hij rondloopt bij Smitshoek, zag Habermehl de vereniging enorm groeien. “We zijn nu een club met zo’n 1800 leden en meer dan 90 teams. Toch is het nog steeds een warme vereniging,” benadrukt hij. “Dat komt misschien ook omdat ik bijna iedereen ken, maar het voelt gewoon goed. Mensen groeten elkaar, maken een praatje, en het is altijd netjes en opgeruimd. Dat zegt veel over de cultuur die hier heerst.”

Ondanks de groei en professionalisering blijft Smitshoek volgens hem een echte familieclub. “Het maakt hier niet uit wat je achtergrond is, of hoe oud je bent. Iedereen hoort erbij. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste van allemaal.”

Erenlid met beide benen op de grond

Bescheiden als hij is, ziet Habermehl zijn benoeming vooral als iets gezamenlijks. “Ik zie het niet als iets wat alleen over mij gaat,” zegt hij. “Ik heb altijd samen met anderen gewerkt. Besturen, trainers, vrijwilligers – zonder hen lukt het niet. Je doet het gewoon, omdat het bij de club hoort. En dat zal ik blijven doen, zolang ik het kan.”

Klik op Smitshoek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Smitshoek voor meer informatie over de club.

Smitshoek eert Henk Ebben

Terwijl de regen neerdaalde over het sportpark van VV Smitshoek, stond het bestuur van de club klaar om Henk letterlijk en figuurlijk in het zonnetje te zetten. Voor zijn jarenlange verdiensten voor de club, en vooral voor de jeugd en de mini F, werd het boardingveld voortaan het Henk Ebben boardingveld genoemd.

Voorzitter Gert-Jan Bravenboer sprak Henk toe in aanwezigheid van zijn vrouw Aaf en hun zoons Arno en Erik. “Graag wil ik namens het bestuur van onze vereniging enkele woorden tot jou richten, Henk,” begon hij. “Jij bent sinds 1997 actief lid van onze vereniging. Als er iemand begrijpt wat het betekent om lid te zijn van een club, dan ben jij dat wel.”

Henk Ebben begon al snel samen met zijn zoon Arno als jeugdtrainer. In de periode van snelle groei van Smitshoek speelde hij een sleutelrol. In 2005 werd hij benoemd tot jeugdcoördinator, een keuze die het bestuur geen moment betreurde. “Elk jeugdlid dat zich aanmeldde bij onze club moest bij jou langskomen. Maar minstens zo belangrijk: ook elke ouder. Jij legde haarfijn uit dat lid worden van onze vereniging zowel rechten als verplichtingen met zich meebrengt. Jij moedigde ouders aan kaderlid, trainer of leider te worden,” sprak Bravenboer vol trots.

De bijdrage van Henk is van onschatbare waarde geweest voor de jeugdafdeling. Nadat hij de coördinatie en begeleiding van de mini F van zijn zoon Erik overnam, besloot hij het competitieve element weg te halen. Geen standen, geen uitslagen; spelen en plezier hebben stond voorop. Het werd een zogenaamde landencompetitie, mede mogelijk gemaakt door Remax van Marco Bos. “Op die jonge leeftijd gaat het immers om plezier en ontwikkeling, niet om winnen,” lichtte Bravenboer toe.

Naast zijn rol in de jeugdafdeling vervulde Henk door de jaren heen talloze andere taken. Hij zat in de technische commissie, beheerde materialen en hield de wachtlijst van de club in de gaten. Ook als fan van het eerste elftal en trouwe bezoeker van de derde helft was hij overal actief. “Het is niet voor niets dat Henk al in 2016 werd benoemd tot erelid van onze vereniging,” aldus Bravenboer.

De onthulling van het bordje met de naam van Henk Ebben markeerde het officiële moment. Met een glimlach en zichtbaar geraakt door de erkenning, mocht Henk samen met de voorzitter het bord onthullen. Het Henk Ebben boardingveld zal vanaf nu elke speler, trainer en ouder eraan herinneren dat plezier in voetbal en betrokkenheid bij de club hand in hand gaan.

Voor de jonge spelers van de mini F die erbij waren, was het een bijzonder moment. Zij konden zien dat iemand die al decennia voor de club klaarstaat, niet alleen wordt gewaardeerd, maar dat zijn inzet ook tastbaar wordt vastgelegd. Voor Henk Ebben zelf was het een moment van trots, maar ook van bescheidenheid. “Het gaat altijd om de club, de kinderen en het plezier op het veld. Dat je dat op deze manier terugziet, is geweldig,” liet hij weten.

Klik op Smitshoek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Smitshoek voor meer informatie over de club.

Klomp is penningmeester bij Haarsteeg: ‘Samen met mijn vader’

Zelf werkzaam als fiscalist, zag Roel Klomp het bij Haarsteeg wel zitten om de rol van penningmeester gedeeltelijk voor zich op te nemen. Samen met zijn vader, die de functie binnen de club al langer bekleedde. “Ik vind het leuk om te doen en je wordt er niet dommer van.”

En precies dat, is handig voor zijn werk. “Ik werk als fiscalist, dus dan is het alleen maar leerzaam.” Daarnaast, helpt hij in het dagelijks leven zijn vader, met zijn administratiekantoor. Een beetje zoals de verdeling, ook bij de voetbal is. “Eigenlijk ondersteun ik hem sinds dit jaar. Ik heb een deel van hem overgenomen.” Hoe dat er in de praktijk uitziet? “Hij doet de administratieve zaken, ik houd de contributie bij en schakel met het bestuur over werkzaamheden die moeten worden verricht in de kantine.”

Dingen leren

Benaderd door vader Marco, had Klomp (24) niet heel lang nodig om na te denken. “Ik wilde het vooral doen, omdat hij het niet meer in zijn eentje kon.” Maar dat niet alleen. “Ik vind het leuk om te doen en je wordt er niet dommer van.” Want, zo heeft de inwoner van Haarsteeg in de praktijk gemerkt. “Je leert dingen voor je werk én komt erachter hoe het werkt binnen een vereniging en binnen een bestuur.”

Iets waar je als voetballer, normaal gesproken maar weinig mee van doen hebt. “Ik ben hier begonnen met voetballen in de F’jes. Daarna ben ik nooit meer weggegaan.” Op één jaartje na dan. “Na mijn eerste jaar in de senioren, ben ik gestopt. Vooral omdat dat beter was voor mijn opleiding. Maar ik miste het voetballen zo, dat ik het snel weer ben gaan doen.” Inmiddels in de Zondag 2, vertelt hij. “Dat is puur een vriendenteam.” Tot de selectie, schopte Klomp het bij Haarsteeg dan ook niet. “Daar had ik het talent niet voor.” Minder leuk, is het voor de rechtsback daardoor allerminst. “Ik voetbal nu met mijn vrienden, waardoor ik ze toch ook weer een dagje extra kan zien. Het is vooral heel gezellig. En ik vind voetballen leuk.”

Verjonging

Zoals hij het ook leuk vindt, om onderdeel uit te maken van het bestuur. Op relatief jonge leeftijd. Net als clubgenoot Bas van den Berk, die de communicatie heeft opgepakt. “Dat is een goede zet geweest! Wat dat betreft is het leuk om die verjonging te zien. Al moet ik zeggen dat er goede mensen in het bestuur zitten, dus het was niet per se nodig.” Hoe ziet Klomp dat voor zichzelf, in de toekomst voor zich? “We gaan zien hoe het loopt! Misschien als mijn vader gaat minderen, dat ik het dan van hem overneem. Maar voorlopig, heb ik hem nog wel even nodig. De administratieve kant, is niet mijn sterkste punt.”

Samen, staan ze dan ook sterker. “Ik vind het juist heel leuk om het samen met hem te doen. Dat was voor mij de belangrijkste reden om het te gaan doen.” En te blijven doen. “Voor nu heb ik het heel erg naar mijn zin.” Klomp doet dan ook graag een kleine oproep. “Soms is het best wel lastig met scheidsrechters of mensen in de kantine, dus meer vrijwilligers zijn altijd welkom!” Maar anders, is hij ook zelf, niet te beroerd om bij te springen. “Ik heb bij gebrek aan, al een aantal keer geholpen in de kantine. Uiteindelijk moeten we het samen, met alle juniorenteams én senioren, zien op te lossen. Dan moet je af en toe even bijspringen!”

Klik hier voor meer artikelen over VV Haarsteeg
Klik hier voor meer informatie over VV Haarsteeg

Het is nooit saai bij energiek RKC Waalwijk

RKC Waalwijk heeft dit seizoen in de Keuken Kampioen Divisie de ambitie om te strijden voor promotie. Het is nooit saai bij de wedstrijden die het team van hoofdtrainer Sander Duits speelt.

Of het nu de zinderende acties en spetterende schoten van revelatie Jordi Altena zijn, de bekeken kopballen van de talentvolle Jesper Uneken, de indrukwekkende reflexen van doelman Mark Spenkelink of de bijna voor spektakel garant staande invalbeurten van Tim van der Leij: er is bij RKC Waalwijk dit seizoen altijd wel wat te beleven.

Voor naar het stadion

De ploeg van Sander Duits, die in Waalwijk debuteert als eindverantwoordelijke, presenteert zich sinds de eerste speelronde van de competitie als een team dat speelt met lef. Aanvallend, opportunistisch: echt zo’n elftal waarvoor je naar het stadion komt. Dat doen tweewekelijks dan ook heel wat duizenden voetballiefhebbers uit Waalwijk en omstreken. RKC Waalwijk heeft voor het seizoen 2025/2026 meer seizoenkaarten verkocht dan ooit, in een jaargang waarin de club uitkomt op het tweede niveau. ‘Wij vormen tezamen’. Het blijkt niet alleen het credo te zijn van de Geelblauwen, het is daadwerkelijk aan de orde in het Mandemakers Stadion.

Volop derby’s

Daar is sinds de komst van Technisch Directeur Bernard Schuiteman, eerder dit jaar, zorgvuldig gewerkt aan de samenstelling van een sterke technische staf en een energieke spelersgroep. Routiniers als Michiel Kramer en Richard van der Venne delen de kleedkamer met aanstormende talenten. De mix tussen gelouterde Eredivisie-spelers en gretige jongelingen blijkt een goede formule, met regelmaat worden er mooie overwinningen behaald tegen sterke tegenstanders.

Zo werd SC Cambuur zowel in de beker (4-2) als in de Keuken Kampioen Divisie (3-2) verslagen en werden Almere City FC (2-0) en Roda JC (1-4) geklopt. Een plek in de subtop van de Keuken Kampioen Divisie is vooralsnog het resultaat, maar de competitie duurt nog lang. Na de winterstop, dán vallen de beslissingen. RKC Waalwijk speelt in de tweede helft van het seizoen nog negen keer thuis. Op het programma staan in Waalwijk onder meer vier Brabantse derby’s, tegen respectievelijk FC Den Bosch, TOP Oss, Jong PSV en FC Eindhoven. Na een spectaculair eerste deel van het seizoen, is het tweede blok van de voetbalkalender er dus één om nu al reikhalzend naar uit te kijken.

Klik op RKC Waalwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKC Waalwijk voor meer informatie over de club.

Jan Smulders: ‘We doen het vooral voor het feestavondje’

Voetballen in een vriendenteam, is voor veel liefhebbers van het spelletje misschien wel het leukste wat er is. Dus als je dan op vrijdagavond ook nog mee kunt doen met de 35+, dan doe je dat. Dachten ze ook bij het vijfde van Blauw-Wit’81. “We doen het vooral voor het feestavondje”, vertelt Jan Smulders.

Want hoewel de club al een team voor de 35+ ingeschreven had staan, zagen Smulders (45) en zijn teamgenoten dat ook wel zitten. Mede door Jeroen Brouwers. “Die heeft vroeger ooit een keer zijn kruisband afgescheurd, en sindsdien wilde hij niet bij ons in het team. Maar de 35+ moet volgens hem wel lukken, dus hij heeft zich aangemeld. Dat maakt het extra leuk!” En daarnaast. “Het is maar vijf keer én er zit een feestavond bij.” Vooral dat laatste, kon het vijfde van Blauw-Wit’81 wel bekoren, lacht de inwoner van Kaatsheuvel. “Het draait met name natuurlijk om de gezelligheid, maar het is ook leuk om lekker bezig te zijn. En zeven tegen zeven, is toch een heel ander spelletje.” Minder intensief? “Juist intensiever! Je hebt minder mensen, dus moet meer lopen.”

Leuke tijd

Iets wat ze liever, ook als vijfde elftal op zondag, niet al te veel doen. “We spelen nu inmiddels alweer een jaar of tien samen. Trainen doen we niet meer. Het is echt een vriendenteam.” Nadat, Smulders eerst furore maakte bij het vlaggenschip. “Tot mijn 21ste heb ik bij DESK gespeeld, daarna ben ik naar Blauw-Wit’81 gekomen.” Waarom hij die overstap maakte? “Veel vrienden van mij voetbalden hier én ik kende de trainer. Die had mij al heel vaak gevraagd.” En dus besloot Smulders het na lang aandringen, toch maar te doen. “Sportief gezien was het misschien niet de beste keuze, want Desk speelde hoger, maar spijt heb ik er nooit van gehad. Het was een heel leuke tijd!” Zowel in het veld. “Ik bestreek heel de linkerflank, van linksback tot linksbuiten.”

Als daarbuiten. “Blauw-Wit’81 is een klein clubje, dat merk je aan de gezelligheid. Het is echt een warme vereniging.” Waar het om meer draait dan alleen het spelletje. “We worden allemaal een stukje ouder en hebben minder tijd voor elkaar, dan is het heel mooi dat je elkaar toch nog ziet op de voetbal.” Al loert daar ook het gevaar, lacht Smulders. “Soms denken we nog dat we achttien zijn…” En dus liggen blessures op de loer. Maar of dat echt erg is? “De voetbalhumor en het met elkaar in de kleedkamer zitten, blijft toch het leukste.” Dat laatste, nemen ze dan ook behoorlijk serieus. “Vaak zitten we er twee uur na een wedstrijd nog. Dat is toch dat sociale.”

Voetbalgenen

Zoals ook de jaarlijkse weekendjes weg, geregeld door Smulders, in het teken staan van hun vriendschap. “We zijn al in België, Riga en natuurlijk Nederland geweest. De laatste paar jaar, gaan we vooral vaak naar Antwerpen.” Hoe zo’n weekend eruitziet? Hij neemt ons graag mee. Figuurlijk dan tenminste. “Meestal gaan we op zaterdagochtend weg, dan hebben we ‘s middags een activiteit en daarna gaan we uiteten.”

Om vervolgens de kroeg in te duiken. “En de volgende dag gaan we weer naar huis.” Vanaf april komen daar straks dus ook nog vijf avonden 35+ voetbal bij. Kortom, voetbal genoeg voor Smulders. “Ik hoop dat ik dit nog heel lang kan blijven doen!” In combinatie met het training geven aan zijn zoontje. “Die is nu vijf en zit bij de mini’s. Ze spelen nog geen wedstrijden, dat komt later pas.” De voetbalgenen worden wat dat betreft, in ieder geval alvast doorgegeven, lacht Smulders. “Het is heel leuk om met die gastjes bezig te zijn en te kijken naar die kleine. Hopelijk heeft hij net zo’n onbevangen voetbaljeugd als ik!”

Klik op Blauw-Wit’81 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Blauw-Wit’81 voor meer informatie over de club.

MOC’17 heeft voor de JO19 ambitieuze trainer met Tim van der Ree

BERGEN OP ZOOM – In de zomerperiode moest er bij MOC’17 even geschakeld worden toen door omstandigheden de overeenkomst met een trainer voor de JO19 niet kon worden ingevuld. Uiteindelijk werd er in Tim van der Ree een geschikte trainer aangesteld. Een trainer ook met ervaring bij senioren én met trainersambities. De Steenbergenaar wil zich graag doorontwikkelen  en hoopt uiteindelijk in het seniorenvoetbal als hoofdtrainer aan de slag te gaan.

“Die ambitie heb ik inderdaad. Ik heb de afgelopen jaren op verschillende niveaus en bij een aantal clubs in de keuken kunnen kijken en in diverse rollen ervaring kunnen opdoen. Ik was actief als jeugdtrainer bij de JO19 en JO17 bij Steenbergen, was actief bij de O23 en als assistent bij het eerste elftal. Dat was voor mij een leerzame reis en daar probeer ik nu als trainer mijn voordeel mee te doen.”

Van der Ree was ook nog enkele maanden interim-trainer bij het eerste elftal van SC Welberg en het afgelopen seizoen was hij ‘stagiair’ bij de eerste elftallen van IFC en derde divisionist v.v. Kloetinge. “Bij die twee clubs heb ik echt alle facetten mogen meemaken, veel trainingen bekeken en ook in de kleedkamer er vaak bij geweest. Dan zie je hoe ervaren trainers bepaalde zaken aanpakken en oplossen. Hoe ze hun speelwijze overbrengen en op wat voor manier ze spelers ontwikkelen. Daar heb ik veel van opgepikt en dat hoop ik in mijn verdere loopbaan als trainer te kunnen gaan toepassen.”

Als hem wordt gevraagd wat voor type trainer hij is heeft hij een heldere analyse. “Ik was in het begin een heel felle trainer en probeerde dan gaandeweg wat meer rust in te bouwen. Nu bij de JO19 heb ik het de eerste periode juist omgekeerd aangepakt. Ik kwam vrij laat bij de club en heb niet helemaal de voorbereiding gehad die ik had gewild en gewend ben als trainer.”

“Nu ben ik toch als trainer wat meer ‘aanwezig’, vooral omdat ik het gevoel kreeg dat de groep dat nodig heeft. Van nature ben ik erg benaderbaar, maar waarschijnlijk omdat ik van buitenaf kom moeten we elkaar daarin nog meer gaan vinden. We maken als groep progressie al geven de sportieve prestaties nog niet altijd diezelfde indruk. Maar ik heb er vertrouwen in, want nu pas begin ik de groep steeds beter te kennen en zij mij. Dat is een proces en heeft gewoon tijd nodig.”

Van der Ree geniet wel van het werken met deze talentvolle groep en in een omgeving waar alle elementen aanwezig zijn om te kunnen presteren. “Ik heb de beschikking over een prima selectie. Maar wel een nette en lieve groep. Te lief ook soms en dat is iets wat ze moeten durven loslaten. Het doel is om gaandeweg het seizoen zoveel mogelijk jongens te laten proeven aan het eerste elftal. Als dat lukt zou dat mooi zijn. Maar belangrijker is misschien nog wel om met elkaar een mooi en vooral leerzaam seizoen kunnen hebben waarin plezier en presteren hand in hand kunnen gaan.”

De jonge oefenmeester is in het bezit van een VC2-diploma, het voormalige Uefa-C, en hoopt dat er uiteindelijk een kans komt om als hoofdtrainer aan de slag te gaan. “Dat is wel iets waar ik naartoe werk als trainer. Het maakt dan niet persé uit welk niveau het is, als er maar een uitdaging ligt voor mij als trainer. Nu is het zaak om vooral ervaring op te blijven doen en mijn rugzak verder te vullen. Waar het uiteindelijk toe leidt dat zal de toekomst uitwijzen.”

Klik hier voor meer artikelen over MOC ’17
Klik hier voor meer informatie over MOC ’17

Erwin van den Heuvel is WVV’er in hart en nieren

WOENSDRECHT – Jarenlang was Erwin van den Heuvel doelman bij het eerste elftal. Inmiddels verdedigd hij het doel bij het derde van WVV’67. Maar sinds acht jaar is hij ook voorzitter en daarbij is hij ook als (jeugd)trainer actief.

Ondanks dat hij inmiddels woonachtig is in Hoogerheide stroomt er wel groenzwart bloed door de aderen. Van den Heuvel is WVV’er in hart en nieren en hij doorliep er ook de gehele jeugd als speler. “Het is een prachtige club met betrokken leden en heel betrokken vrijwilligers. Daarbij hebben we ook een heel jong jeugdbestuur dus wat betreft de toekomst zie ik het voor de club ook heel positief tegemoet. Het voorzitterschap is leuk omdat we de club gezond houden en alles regelen met veel betrokken clubmensen. Je staat er nooit alleen voor en dat is prettig. Als je de taken goed verdeeld dan blijft het voor iedereen behapbaar. En daar slagen we gelukkig goed in.”

Toen hij een jaartje of negentien was bekleedde hij bij zijn club al de rol van jeugdvoorzitter en in het dagelijks leven is Van den Heuvel werkzaam als interim-manager. “Het is ook gewoon leuk om te doen. Iets doen voor je club en voor de leden vind ik fijn. Zo was mijn vader binnen de biljartwereld bestuurslid en is mijn broer voorzitter bij de tafeltennisvereniging. Het zit blijkbaar wel in de genen. Ik vind het een heel dynamische rol die je moet invullen op een manier zodat je jezelf kan blijven. Een ‘rol’ spelen heeft geen zin. Binnen ons bestuur zijn alle posten bezet en weet iedereen prima wat daarbinnen zijn of haar deelgebied is. Iedereen is een waardevolle schakel in een draaiend geheel.”

Jarenlang was hij de vaste man onder de Woensdrechtse lat bij het eerste elftal en dus bestuurlijk betrokken. Maar sinds enkele jaren staat hij op dinsdagavonden als trainer bij het damesteam voor de groep. “Ik ben op dinsdag en donderdag toch altijd op de club en en dat uurtje extra een team ondersteunen is voor mijn zeker geen probleem. Net zoals ik ook heel veel energie haal uit het trainen en coachen van onze JO12. De week is dus aardig gevuld met WVV’67 taken maar dat doe ik graag.”

Het doel voor WVV’67 als vereniging heeft de voorzitter goed voor ogen. “We willen graag een stabiele vierdeklasser zijn met ons eerste team. En als dan allen andere teams op een passend niveau en vooral met plezier kunnen trainen en wedstrijden spelen, dan ben ik tevreden. Je hebt altijd te maken met golfbewegingen maar we moeten vooral realistisch blijven. Als de basis op orde is binnen de club dan kan al de rest daarna vanzelf.”

Het allerbelangrijkste is volgens de clubman dat er goed wordt gekeken naar het belang van de leden en naar de mogelijkheden die een club heeft, zonder gekke sprongen te maken. “We moeten altijd met elkaar blijven kijken hoe je het per seizoen zo goed mogelijk kunt organiseren allemaal. Voldoende kader bij de teams, kleding op orde, een goede onderhoudsploeg, sponsoring geregeld, kantine draait en er naast het voetbal ook voldoende wordt georganiseerd. Als in alle geledingen de boel op orde is dan kan je als voorzitter niet meer dan tevreden zijn. En ik denk dat we het op al die vlakken bij WVV’67 momenteel goed op orde hebben en daar ben ik als voorzitter uiteraard dankbaar voor en trots op.”

Klik hier voor meer informatie over WVV’67
Klik hier voor meer artikels van WVV’67

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.