Home Blog Pagina 11

Apituley is terug bij Almkerk: ‘Goede herinneringen’

Nadat hij de afgelopen jaren vooral als trainer van seniorenteams langs de lijn stond, is Huib Apituley sinds dit seizoen bij Almkerk/Altena weer actief als jeugdtrainer. Van de JO19 om precies te zijn. En dat was in het begin best wel even wennen. “Jeugdvoetbal is toch altijd weer schakelen.”

Toch was het volgens de 69-jarige Apituley een bewuste keuze, afgelopen zomer. “Na twintig jaar bij de senioren, wil ik toch een klein beetje gaan afbouwen.” Al wil dat zeker niet zeggen, dat hij daardoor nu minder fanatiek is, voegt de inwoner van Woudrichem daar meteen aan toe. “Ik wil de jeugd graag proberen op te leiden. Daar ben ik een groot voorstander van. Maar helaas zie je op dat vlak nog een hoop dingen fout gaan.”

Leuke tijd

Dat de oud-trainer van onder meer Rijswijkse Boys, Noordeloos, Asperen en De Zwerver uiteindelijk opnieuw bij Almkerk terecht zou komen, was voor hemzelf eigenlijk geen verrassing. “Ik heb hier een jaar of zes geleden ook de JO19 gedaan, toen heb ik een heel leuke tijd gehad. Dat was een goede lichting.” Toch zaten er meer verenigingen op het vinkentouw, vertelt Apituley. “Ik kon kiezen uit vijf of zes verschillende clubs. Maar op het moment dat ik door Almkerk werd teruggevraagd, hebben we een paar goede gesprekken gehad.” En was de keuze voor hem simpel. “Dan kies je voor een mooie vereniging, waar je goede herinneringen aan hebt.” Al kan het natuurlijk altijd beter, blijft de trainer kritisch. “We moeten hier nog een stukje professioneler met de jeugd omgaan. Nu hebben de spelers bijvoorbeeld geen kleding van de club. Een shirtje of een trainingspak voor naar uitwedstrijden of tijdens de training. Ook dat is een stukje uitstraling.” Gelukkig heeft Apituley daar op het veld, geen last van. “Het is een leuk voetballende ploeg, waar we echt wel iets van kunnen maken.” Zeker als het straks ook daadwerkelijk een hecht collectief is, legt hij uit. “Het is nu nog geen eenheid, dus er moet echt nog een team van gemaakt worden.” Aan de randvoorwaarden, zal het in ieder geval niet liggen. “De lijntjes zijn heel kort en alles is snel geregeld. Daarnaast zijn de faciliteiten, zoals het veld en de materialen, goed in orde.” En gelukkig maar. “Daar houd ik van! Dat je kunt werken in een goede omgeving.”

Voetbaldier

Want alleen dan, kun je optimaal presteren, weet ook Apituley als geen ander. “Het doel is om die jongens beter met elkaar te laten voetballen. Vooral door dingen in te slijpen. Kantelen, kort op elkaar spelen en drukzetten op het juiste moment, met de juiste spelers.” Maar ook door goed positiespel te spelen. “Ik ben wel een trainer die graag wil opbouwen.” En hard wil trainen. “Als er getraind moet worden, moet er getraind worden. Ik houd van discipline en zeg waar het op staat. Al moet een lolletje af en toe natuurlijk ook kunnen. Er moet ook samen gelachen worden.” Want ook na 45 jaar als trainer, geniet Apituley nog steeds van het spelletje. “Gewoon het op het veld staan. Training geven en dingen overbrengen, blijft het leukste wat er is. Wat dat betreft ben ik echt een voetbaldier.” En een mensenmens. “Ik vind het leuk om met mensen om te gaan.” Voorlopig, blijft hij dat dan ook nog wel even doen. Als het aan hem ligt, dan tenminste. “De komende jaren wil ik lekker jeugdteams of tweede elftallen blijven trainen. Of misschien ergens jeugdcoördinator worden, want dat gaat lang niet altijd overal goed.” Zolang hij maar met voetbal bezig kan. De sport waar hij zelf als voetballer, op jonge leeftijd noodgedwongen mee moest stoppen. “Ik ben opgegroeid in Woudrichem, dus heb daar altijd gevoetbald. Op mijn zeventiende maakte ik mijn debuut in het eerste, maar toen ik 26 was, brak ik mijn been op twee plaatsen. Dat heeft vervolgens een jaar geduurd, alleen is nooit meer goed gekomen.” Gelukkig heeft hij daar nu, als trainer, niet al te veel last meer van. “Al voelt dat ene been, altijd anders dan die andere. Zeker in de winter, is ‘ie behoorlijk stijf!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Almkerk.

Bij SV Terheijden draait het bij het G-team om plezier, vriendschap en beweging

Karin kwam bij het G-team terecht via een oproep op Facebook. “Ik was al vaak op het complex, met de kinderen en bij het eerste elftal,” vertelt ze. “Toen ik de advertentie zag, dacht ik meteen: dat is echt iets voor ons. We hebben gereageerd en mochten een keer meetrainen — sindsdien zijn we gebleven.” Wat begon als een spontaan idee groeide uit tot een waardevolle bijdrage aan de club. “Een vereniging draait op vrijwilligers. Ouders rijden, wassen, staan achter de bar… maar dit voelde als iets waar ik echt iets kon betekenen.”

Het G-team van SV Terheijden bestaat al tientallen jaren. De vorige trainer liep richting de zestig en na zeker dertig jaar in de sport deed hij een stap terug. Karin vertelt:
“Hij heeft het waarschijnlijk moeilijk gevonden, omdat zijn zoon nog graag wilde voetballen. Wij zijn halverwege vorig jaar ingestapt. De eerste maanden hebben we gewoon meegedraaid en konden wennen, maar sinds september hebben mijn collega-trainer en ik officieel de leiding overgenomen.”

Volgens Karin gaat dat met veel plezier:
“Het gaat superleuk, we proberen wat nieuwe spelvormen uit, zodat iedereen lekker in beweging komt. We willen het liefst dat iedereen meedoet op zijn of haar eigen manier. De juiste balans vinden blijft belangrijk — soms gaat het wat harder, soms wat rustiger. Maar zolang iedereen plezier heeft, is het goed.”

De groep is divers: de jongste speler is begin twintig, de oudste midden vijftig. “En alles wat daartussen zit,” lacht Karin. “Ze helpen elkaar, motiveren elkaar. Bij binnenkomst is het één en al knuffels, handenschudden en begroetingen — iedereen gunt elkaar iets. De sfeer is warm, sociaal en oprecht. Het is een groep met karakter.”

Dat maakt het trainen ook voor haar zeer waardevol.
“Als ik op dinsdagavond thuis kom denk ik vaak: waar maak ik me eigenlijk druk om? De dankbaarheid en vrolijkheid van deze groep werkt aanstekelijk.”

Het team speelt geen reguliere competitie, maar doet wel twee keer per jaar mee aan een toernooi. Toch is de rol van het G-team binnen de club groot. Karin ziet hoe het verbindt:
“Het is niet alleen sport, het is sociaal. Voor deze spelers is het heel waardevol om samen te trainen, samen lol te maken en een doel te hebben. Tijdens carnaval spelen we altijd een wedstrijd tegen het eerste elftal. Vroeger stonden daar maar een paar spelers, nu tien man. Dat zegt alles.”

Volgens Karin mag het maatschappelijke aspect best meer aandacht krijgen.
“Het is een kleine moeite om tijd te maken voor deze jongens en meiden, maar voor hen betekent het ontzettend veel. Je ziet ze groeien. Ze worden gezien. Dat raakt me.”

Wat haar trots maakt?
“Dat het G-team binnen SV Terheijden niet alleen een plek heeft, maar een plek verdient. Het laat zien waar we als vereniging voor staan.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Havermans blij met kans: ‘Pak ik met beide handen aan’

Nadat hij afgelopen seizoen als stagiair voor zijn UEFA B-opleiding van de KNVB bekend raakte met de club en de spelers, had Jurgen Havermans niet heel lang nodig, toen ze hem vroegen of hij trainer wilde worden van derdeklasser Be Ready. En dus staat de inwoner van Raamsdonksveer sinds deze zomer, voor het eerst op eigen benen. “Het bevalt uitstekend!”

Iets wat Havermans (49) stiekem dus eigenlijk al wel een beetje wist, legt hij uit. “Afgelopen jaar liep ik in het kader van mijn UEFA B stage bij Be Ready. Daardoor was die klik met de spelers er al.” Tijd nodig om na te denken, had de oefenmeester toen ze hem in de winterstop vroegen dan ook niet. “Ik zag het meteen zitten!” Als opvolger van de naar Sleeuwijk vertrokken Angelo Ernst. “We hebben vorig seizoen heel prettig samengewerkt en ook nu, hebben we nog steeds goed contact.”

Uitdagen

Toch moet hij het dit jaar, dus zonder hem doen. Als hoofdtrainer. Hoe bevalt Havermans dat tot nu toe? “Het is een heel leuk proces. De groep is leergierig en we maken iedere week stapjes. Daar kunnen we mee verder!” Bij de club, waar hij zich uitstekend op zijn gemak voelt. “Be Ready is niet alleen een heel warme vereniging, maar ook een club waar ze mensen graag de kans geven om zichzelf verder te ontwikkelen.” Zoals in zijn geval dus. “Ik had er ook voor kunnen kiezen om ergens anders een team te gaan trainen, in een bekende omgeving, maar ik wilde mezelf graag uitdagen. En omdat ik zo’n goede klik met de spelersgroep had, wilde ik het juist hier doen.” De start, is voorlopig uitdagend, vertelt de oud-speler van Irene’58, BVC Oosterhout en Good Luck. “We hebben last van blessures, daardoor zijn we flink wat scorend vermogen kwijt”, aldus de voormalig ‘motor op het middenveld’. Via de vechtsport, belandde Havermans uiteindelijk in de voetballerij en dus bij Be Ready. “Eigenlijk is het hoofdtrainerschap precies wat ik ervan had verwacht. Door mijn medecursisten van vorig jaar, had ik daar al wel een duidelijk beeld van.” En ook de huidige spelersgroep, speelt daarbij een belangrijke rol. “Het is een voordeel dat ik een groot deel van de spelers al ken. Daardoor ken je hun kwaliteiten en kun je ze makkelijker neerzetten. Al zijn er ook flink wat jongens weggegaan.”

Veel waard

Met een behoorlijk nieuwe groep, mikt Havermans dan ook op handhaving in de derde klasse. “Vorig seizoen speelden we nacompetitie voor degradatie, dus dat lijkt me een realistische doelstelling.” Maar vanzelf, gaat dat zeker niet. “In de eerste weken hebben we vooral gesleuteld aan onze verdedigende organisatie. Nu kijken we hoe we tot meer kansen kunnen komen.” Want ook daar, ziet Havermans nog wel de nodige ruimte voor verbetering. “In de eindfase ontbreekt het te vaak aan de afwerking of de juiste keuze. Dat is ook een stukje overtuiging en vertrouwen. Gelukkig gaat dat iedere week beter.” Heel gek is dat gezien zijn fanatisme, ook niet. “Ik ben super fanatiek! Ook met het bekijken van tegenstanders.” Havermans, wiens dochters nog altijd bij RFC voetballen, moet het naar eigen zeggen dan ook hebben van zijn analyserende vermogen. “Het anticiperen tijdens een wedstrijd, is denk ik één van mijn sterkste punten.” Al omvat het trainerschap natuurlijk meer dan dat. “Ik vind het heel leuk om met een groep bezig te zijn en écht een team te creëren. Je moet het samen doen.” Gelukkig zit dat bij Be Ready wel goed, weet hij. “Je merkt, ook qua sfeer, dat het een heel hechte groep is. Dat is heel veel waard!” Een sfeer waar Havermans ook volgend seizoen, als het goed is, van mag genieten. “Ik heb bewust voor twee jaar getekend, omdat ik hier echt een basis weg wil zetten.” Toch steekt hij ook zijn eigen ambities, niet onder stoelen of banken. “Uiteindelijk zou ik graag mijn UEFA A willen halen en in de top van het amateurvoetbal willen werken. Maar eerst met Be Ready er een mooi seizoen van maken.” Want, zo beseft Havermans. “Om mezelf als trainer verder te ontwikkelen, heb ik tijd nodig. Dat geven ze me hier en die kans pak ik met beide handen aan!”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Ryan de Man: de betrouwbare sluitpost die kiest voor het clubgevoel bij Olympia’60

Bij Olympia’60 in Dongen weten ze al jaren wat ze aan hem hebben. Ryan de Man, 24 jaar oud en afkomstig uit Dongen, is de stille kracht onder de lat. Een keeper met reflexen, rust en vooral clubgevoel. Hoewel hij aanbiedingen kreeg van teams uit hogere klassen, koos De Man er steeds opnieuw voor om te blijven. “Ik heb het hier gewoon enorm naar mijn zin. Olympia voelt als één grote familie.”

TERUG NAAR OUDE LIEFDE

Het keeperspad van De Man verliep niet volgens het boekje. “Ik ben eigenlijk altijd keeper geweest,” vertelt hij. “Mijn idool was Heurelho Gomes van PSV. Door hem wilde ik op doel staan.” Toch belandde hij even op het veld als veldspeler. “Bij SC ’t Zand liep het op een gegeven moment niet lekker met de trainer. Toen ben ik gestopt met keepen en voor de lol linksbuiten gaan spelen bij DVVC in Dongen, echt het laagste niveau.”
Een oud-ploeggenoot bracht hem weer terug onder de lat. “Espen Voskuil, met wie ik vroeger bij VV Dongen speelde, stuurde me een bekerfinale: of ik bij Olympia wilde komen keepen. Vanaf dat moment ging het snel. Ik stond over op doel en wist meteen: dit is wat ik echt wil.”

WAT DOE JIJ HIER IN DE VIERDE KLASSE?

Sindsdien is De Man uitgegroeid tot vaste waarde in het eerste elftal van Olympia’60. Zijn naam is in de regio bekend en vaak valt hij op bij tegenstanders. Na wedstrijden hoort hij het regelmatig: ‘Wat doe jij hier in de vierde klasse?’ Sommigen zeggen zelfs dat hij hoger had kunnen keepen. Dat is leuk om te horen, maar hij blijft er nuchter onder. “Ik ben geen groot ego en geniet gewoon van het spel.”
De Man omschrijft zichzelf als een moderne keeper. “Ik ben vooral een meevoetballende keeper. In de lucht ben ik vaak heer en meester en op de hoge trappen. Op de lijn kan het soms sterker, maar ik probeer altijd rustig te blijven. Dat helpt het team in de opbouw.”

WARME CLUB MET KARAKTER

Wat hem vooral bij Olympia houdt, is de sfeer. “Ik heb meer dan genoeg clubs gehad en van clubs uit de derde klas, eerste klasse en zelfs hoofdklasse, elf meter benaderd. Maar hier voel ik me thuis. Bij Olympia voetbal je gewoon omdat je het leuk vindt. Iedereen kent elkaar, je blijft met elkaar hangen na de training of wedstrijd. Het is één grote familie.”
Volgens De Man is dat dan ook precies wat Olympia’60 bijzonder maakt. “Het is een vrije vereniging, maar de sfeer is gemoedelijk. Iedereen zegt elkaar gedag, praat met elkaar. Dat clubgevoel maakt het speciaal. Het draait niet alleen om winnen, maar ook om samen plezier hebben.”

AMBITIE MET OLYMPIA

Met Olympia draait De Man dit seizoen mee in de subtop van de vierde klasse. Toch klinkt er ambitie door in zijn woorden. “We hebben een volwassen ploeg. Er zijn dit jaar drie ervaren jongens bijgekomen die echt het verschil maken. Dat merk je aan alles: we willen meer voor elkaar door het vuur gaan dit seizoen.”
Een van die nieuwkomers is Nick Smans, die overkwam van Dongen 3. “Je ziet aan hem dat niveauverschil. Hij trekt anderen mee in zijn spel, maakt het voor iedereen makkelijker. Dat soort spelers hebben we nodig om verder te groeien.”

TROSTE SLUITPOST

Na twee seizoenen bij Olympia is De Man meer dan alleen de keeper van het eerste elftal: hij is een gezicht van de club geworden. “Ik ben trots dat ik een Olympiaatje ben. Dat betekent veel voor me. Als ik na de training in de kantine sta en iedereen met elkaar zie lachen, weet ik waarom ik blijf. Dat gevoel — daar kan geen overstap of promotie tegenop.”
Ryan De Man bewijst dat succes in het amateurvoetbal niet altijd wordt afgemeten aan niveau of klasse. Voor hem draait het om plezier, betrokkenheid en trots. Zolang Olympia dát blijft bieden, is de kans groot dat de betrouwbare sluitpost uit Dongen nog lang onder de lat staat in Dongen.

Klik op de link voor meer artikelen over Olympia’60
Klik op de link voor meer informatie over Olympia’60

GDC bestaat 70 jaar: ‘De sfeer zal nooit veranderen’

Het is een datum die bij veel clubmensen van GDC vermoedelijk snel een belletje doet rinkelen: 15 oktober 1955. Dé oprichtingsdatum van de club. En dus was het vorige maand feest, bij de fusieclub uit Eethen. Tijd om samen met secretaris Gertjan Bax terug- en vooruit te kijken. “Door corona konden we het in 2020 niet vieren, dus wilden we het nu bij ons 70-jarig jubileum doen!”

Een jubileum, wat de nodige uitleg behoeft. Uitleg, die de 69-jarige Bax graag geeft. “GDC is een fusie van SDO en Drongelense Boys. Afkomstig uit Genderen en Drongelen. Maar omdat ze niet konden kiezen, werd het Eethen.” Dat probleem opgelost, dook het volgende vraagstuk op. Welke oprichtingsdatum pak je? “Uiteindelijk hebben ze de datum van SDO aangehouden, omdat die hoger speelden. In plaats van die van Drongelense Boys, negen jaar eerder.”

Speciale boom

En dus bestond de club 15 oktober, precies 70 jaar. Reden genoeg voor een feestje. “Door corona konden we het 65-jarig jubileum in 2020 niet vieren, dus hebben we toen gezegd: dan moeten we het nu doen!” Met een bijzondere feestweek tot gevolg. “Er zijn nog drie leden die vanaf het begin sinds de oprichting lid zijn, daar wilden we natuurlijk graag wat mee doen. Daar hebben we een esdoorn voor geplant. Precies op het punt waar iedereen binnenkomt.” Het bleek het startsein van een fraaie week. “Op woensdag hadden we een receptie, op donderdag een pubquiz in de tent en vrijdagmiddag stond in het teken van de jeugd. Die kregen een clinic.” Ook aan feestgedruis, ontbrak het niet, vertelt Bax. “Vrijdagavond hadden we een ‘Foute Party’ en de dag daarna een Hollandse Avond. Dat was toch wel de kers op de taart.” Want, zo geniet de inwoner van Genderen nog altijd na. “Het was een super week! Alle puzzelstukjes vielen in elkaar.” Mede dankzij de evenementencommissie, en zijn inzet als secretaris. “Ik heb de officiële dingen gedaan, zoals de uitnodigingen versturen en de spelden aanvragen. Dat hoort natuurlijk bij een jubileum.” Een rol die Bax al sinds 2016 vervult. “Inmiddels ben ik alweer 57 jaar lid. En ik heb absoluut niet de intentie om weg te gaan. Dit is mijn clubje!” Eén waar hij zelf ook altijd heeft gevoetbald. “Tot mijn 32ste, toen ben ik gaan fluiten.” En niet onverdienstelijk. “Door een blessure, ben ik uiteindelijk assistent-scheidsrechter geworden. Toen ben ik op de maandagavond twee jaar lang met Danny Makkelie meegeweest.”

Eigen auto’s

Binnen het veld, was hij iets minder succesvol als spits, lacht Bax. “Ik was vrij fors en draaide altijd mijn kont erin. Moest het vooral hebben van mijn werklust.” Op zijn twaalfde begonnen bij Drongelense Boys, belandde hij uiteindelijk dus bij GDC. “Voor een lager elftal, was ik veel te fanatiek. Dat was voor mij meer dan 35 jaar geleden de reden om te gaan fluiten en daarna als assistent-scheidsrechter aan de slag te gaan.” Al werkte versleten kraakbeen hem behoorlijk tegen. “Daardoor moest ik stoppen met vlaggen op hoog niveau. Daarna ben ik nog acht jaar lang grensrechter geweest bij het eerste van GDC. Dat ging nog wel.” Minder naar zijn zin, heeft hij het daardoor echter absoluut niet. “Je ziet steeds weer families terugkomen. Het familiaire, is wat deze club zo mooi maakt.” Naast de hoogtepunten op het veld. “Dat was toch wel de promotie naar de eerste klasse. Met eigen jongens. Mochten we met ons kleine clubje, tegen al die grote clubs waar wel werd betaald. En we gingen naar iedere wedstrijd, gewoon met onze eigen auto’s.” Langer dan een jaar, duurde dat avontuur helaas niet. “We wisten dat het een eenjarig iets was. Uiteindelijk werden we één na laatste, maar toch waren dat mooie momenten. Daar wordt nog regelmatig over gesproken.” Heel veel is de club, in zijn ogen verder dan ook niet veranderd. “Er zijn velden bijgekomen en er ligt kunstgras.” De kracht, is nog altijd hetzelfde. “Als er iets gedaan moet worden, zijn er heel veel mensen die willen helpen. Dat is die saamhorigheid.” Reden genoeg voor Bax, om ook nog wel een tijdje actief te blijven. “Nog een paar jaar, dan is het een mooi moment om het stokje over te dragen aan een jonger iemand. Dan staat er vast weer iemand anders op. Maar juist door de passie voor het voetbal, is het zo leuk om betrokken te zijn.” Aan fanatisme, dan ook geen gebrek. “Ik ga altijd bij het eerste kijken. En bij uitwedstrijden, ga ik samen met voorzitter Paul van Rooijen mee als vertegenwoordigers van de club.” Hoe kijkt hij naar de sportieve ambities? “Als we ooit nog eens zouden promoveren, zou dat heel mooi zijn. Alleen heeft GDC daar te weinig aanwas vanuit de jeugd voor. Dus als er een moment komt dat we degraderen naar de vierde klasse, dan is dat zo.” Over de toekomst, maakt Bax zich verder weinig zorgen. “De sfeer zal nooit veranderen!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van GDC.

‘Dat zit in het beestje en zal ook nooit veranderen’

Zorgen dat alle spullen in orde zijn, dat de kleding gewassen is en dat het wedstrijdformulier in orde is. Kortom, zorgen dat niemand rondom het eerste elftal van Woudrichem zich ergens druk om hoeft te maken. Dat is wat Fred van Straten als leider van het vlaggenschip, eigenlijk al meer dan tien jaar zo’n beetje doet. “Op die manier kun je toch nog een beetje meedoen.”

Want nadat hij zelf als spits bijna twintig jaar in het eerste van de club speelde, heeft Van Straten (55) daar nog altijd de behoefte aan. “Je bent toch prestatiegericht ingesteld, dan trek je snel naar een eerste elftal toe. Wat is er dan mooier, om samen te zorgen dat die gasten zo goed mogelijk kunnen presteren?” Als leider én assistent-trainer dus. “Op donderdag assisteer ik Pascal (Smits) tijdens de training.”

Alles geregeld

Maar daarnaast, is Van Straten dus vooral leider. Of teammanager, zo u wilt. “Dat doe ik nu inmiddels al meer dan tien jaar.” Begonnen in de tijd van Leon Elands. “Dat was een heel fijne trainer, dus daar had ik een goede klik mee. We werkten echt samen op gelijke basis. En we zijn nu nog steeds goed bevriend.” Daarna werkte hij ook prettig samen met andere trainers, zoals Piet Saaman en Bert Schouten, vertelt Van Straten. “Dat zegt ook veel over de club. Woudrichem is echt een familieclub, waar de derde helft ook heel belangrijk is. Dat hoort er gewoon bij. En daarnaast, krijg je er heel veel waardering voor terug van die jongens.” Niet voor niets, zo blijkt. “Als leider zorg ik er eigenlijk voor dat alles om het voetballen heen, goed is geregeld. Dat ze zich nergens zorgen om hoeven te maken.” Van de kleding tot aan de overige spullen. “Bij ons wordt de trainingskleding ook gewassen, dus daar zorg ik dan voor dat het geregeld is.” Naast het invullen van het wedstrijdformulier én het ontvangen van de scheidsrechter. Het voelt soms net alsof hij zelf nog deel uitmaakt van de selectie, lacht Van Straten. “De beleving om wedstrijden, vind ik nog steeds leuk.” En hij kan het weten, na jarenlang op niveau te hebben gevoetbald. “Behalve bij Woudrichem, heb ik ook nog NOAD’32 en Achilles Veen gespeeld.” Als balvaste en technische spits, zoals Van Straten zichzelf omschrijft. “Ik was niet zo heel snel, maar kon wel makkelijk doelpunten maken. In de ’16’ was ik dodelijk.” Buiten het veld, ging het hem vroeger minder gemakkelijk af, is hij eerlijk. “Als ik niet met een trainer door één deur kon, ging ik naar een andere club. Ik was best wel eigenwijs en ongeduldig.”

Eigen jongens

Toch maakte hij als voetballer, de nodige hoogtepunten mee. “In 2003 zijn we met Woudrichem via de nacompetitie gepromoveerd naar de eerste klasse.” Een wedstrijd die Van Straten zich nog goed kan herinneren. “De finale speelden we in Papendrecht, tegen Groote Lindt. Toen scoorde ik twee keer.” Voor de club, waar het voor hem op vijfjarige leeftijd allemaal begon. “Het is voor veel mensen uit Woudrichem vooral een leuk uitje op zaterdag. Wat dat betreft is Woudrichem natuurlijk gewoon een dorpsclub.” Ook bij het eerste. “We spelen met eigen jongens en iedereen is gelijk binnen de vereniging. Als je dan presteert, heb je er nog meer voldoening van.” En als het even niet lukt, is dat ook niet erg, is Van Straten van mening. “Ik speel liever lager, dan dat we allemaal spelers van buitenaf gaan halen.” Toch durft hij als derdeklasser, nu stiekem toch wel te dromen. “Je blijft afhankelijk van generaties, maar het zou mooi zijn als we weer een keer kunnen promoveren naar de tweede klasse. Het is geen moeten, wel een mooi doel.” Hij weet, ook als leider, in ieder geval hoe het is. “We zijn een keer kampioen geworden in de derde klasse, toen hadden we 83 doelpunten voor en maar 6 tegen. Dat was een landelijk record.” Prestaties waar Van Straten, wiens dochters bij de dames voetballen, als staflid net zo van kan genieten, als toen hij zelf binnen de lijnen stond. “Ik ben eigenlijk té fanatiek. Dat zit gewoon in het beestje en zal ook nooit veranderen. Maar emoties horen er ook bij, toch?” Zeker als het binnen de perken blijft. “Als speler ben ik nooit geschorst geweest en als leider, heb ik tot nu toe één gele kaart gekregen.” Voorlopig, kan de eigenaar van een handelsbedrijf in staalplaten, er dan ook geen genoeg van krijgen. “Ik probeer ook nog te helpen bij het regelen van sponsoren. Dus zolang ik er plezier in heb, is het voor mij heel moeilijk om te stoppen!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Woudrichem.

Oosterhout heeft primeur met eerste Intersport Football Store van Europa

OOSTERHOUT – Intersport Oosterhout heeft een bijzondere mijlpaal bereikt: in het centrum van de stad is de allereerste echte Intersport Football Store van Europa geopend. Een unicum voor zowel Oosterhout als voetballiefhebbers uit de hele regio.

Volgens eigenaar Patrick van Overbeek is het geen toeval dat juist Oosterhout deze primeur heeft. “We waren in onze bestaande winkel al heel groot op het gebied van voetbal. Het sportseizoen stond op het punt van beginnen, terwijl wij nog volop bezig waren met de laatste loodjes van de verbouwing. Natuurlijk wilden we eerder open, maar bij zo’n groot project loop je altijd tegen dingen aan. Gelukkig is het eindresultaat echt iets om trots op te zijn.”

NIEUWE WINKELBELEVING

Het nieuwe winkelconcept Intersport Football Store werd gelijktijdig gelanceerd in Athene, Istanbul en Oosterhout, maar alleen in Oosterhout is het volledige interieur- en brandingconcept gerealiseerd. Daarmee zet de stad de toon voor toekomstige vestigingen in Europa.

De Football Store is via een ‘spelers­tunnel’ verbonden met de bestaande Intersport-winkel. “We kunnen nu beter inspelen op de verschillende sporten en de beleving die daarbij hoort,” vertelt Van Overbeek.

FOCUS OP VOETBAL

De ondernemer, die al jarenlang voetbalverenigingen in de regio sponsort en voorziet van kleding, ziet de nieuwe winkel als een logische volgende stap. “We hebben nu een team met specifieke voetbal-expertise in de winkel. Klanten merken dat direct,” zegt hij. Ook merken tonen volgens hem veel interesse: “Zij willen juist hier liggen, omdat we meer specialisatie en beleving bieden.”

TREKPLEISTER VOOR VOETBALLIEFHEBBERS

De combinatie van expertise, uitstraling en exclusieve producten zorgt volgens Van Overbeek voor een unieke winkelervaring. “Mensen komen echt speciaal voor deze winkel naar Oosterhout.” Met de opening van de eerste Intersport Football Store van Europa heeft Oosterhout er niet alleen een sportieve primeur bij, maar ook een nieuwe trekpleister voor voetballiefhebbers uit binnen- en buitenland.

De Intersport Football Store is gevestigd aan Kerkstraat 14 in het centrum van Oosterhout.

‘Dat gaat toch wel een beetje in je hoofd zitten’

Als aanvaller wil je altijd scoren. En als dat dan even niet lukt, kan dat best wel een beetje in je hoofd gaan zitten. Merkte ook Rick Naaijen afgelopen seizoen, bij derdeklasser Woudrichem. Want ondanks een knappe vijfde plaats én nacompetitievoetbal, kende de linksbuiten een lastig jaar. “De goals wilden er gewoon niet in.”

Verder dan één doelpunt, kwam de 22-jarige Naaijen uiteindelijk dan ook niet. Hetgeen bij hem toch lange tijd voor een dubbel gevoel zorgde. “Met het team ging het heel goed, maar persoonlijk wat minder.” Want, zo vertelt hij. “Ik scoorde normaal altijd veel, dan is het lastig om die knop om te zitten. Dat gaat best wel een beetje in je hoofd zitten. Zeker als je in de laatste wedstrijden dan ook nog op de bank komt te zitten.” Voor dit seizoen, heeft de inwoner van Woudrichem dan ook één duidelijk doel: “Meer doelpunten maken en belangrijk zijn voor het team. Dat is voor het gevoel toch een stuk lekkerder!”

Niet promoveren

Al was afgelopen jaar ook leerzaam, legt Naaijen uit. “Ik ben sterker geworden in het vasthouden van de bal én het meeverdedigen. We spelen man op man, dus vooral in het verdedigen, heb ik veel werklust laten zien.” Met een vijfde plaats en deelname aan de nacompetitie tot gevolg. “Ons doel was in eerste instantie handhaven. Omdat de competitie zwaarder was geworden door de versterkte degradatie, dachten we dat dat nog wel eens lastig kon gaan worden.” Maar niets bleek dus minder waar. “Uiteindelijk hebben we natuurlijk een heel goed seizoen gehad!” Al was de periodetitel, meer leuk voor erbij, zo blijkt. “We zijn gewoon een sterke derdeklasser, dus wilden eigenlijk niet promoveren. Als we boven in de middenmoot meedraaien, doen we het goed.” Met voornamelijk eigen jongens. “Dat is ook het leuke aan dit team! Iedereen is bevriend met elkaar.” Het vertrouwen onderling, is dan ook groot. “Ergens hoog in de middenmoot eindigen, is denk ik realistisch. Ons doel is om de koers van vorig jaar voort te zetten. Dat zou mooi zijn.” Gemakkelijk, wordt dat overigens niet, weet Naaijen. “We zijn een fysieke ploeg, knokken altijd met elkaar, maar hebben moeite om het spel te maken. Daarom zijn we eigenlijk beter tegen betere teams, zodat we kunnen stunten.” De op papier mindere ploegen, zorgen daarentegen juist voor meer problemen. “Dan verwacht iedereen dat we winnen en gaan we foutjes maken.” En dus zijn ze daar bij Woudrichem hard mee aan het werk. “Zodat we beter van achteruit kunnen opbouwen.”

Op de fiets

Om uiteindelijk de kans op doelpunten van Naaijen, te vergroten. Als linksbuiten. “Ik heb een goede één tegen één, een goed schot en ga af en toe ook binnendoor.” Want ondanks dat hij linksbenig is, passeert hij dus ook wel eens over zijn mindere been. “Gelukkig kan ik ook wel iets met rechts, haha!” Aan inzet, ontbreekt het bij de jongen van de club sowieso niet. “Ik ben iemand met veel werklust, die ook zijn verdedigende taken uitvoert.” Kwaliteiten, waar ze bij Woudrichem al flink wat jaren van kunnen genieten. “Vanaf mijn vierde of vijfde, voetbal ik al hier. En ik heb nooit ergens ander gezeten.” Heel gek, is dat gezien zijn band met de vereniging én het dorp, ook niet. “Lekker op de fiets, je kent iedereen en de meeste jongens zijn bevriend met elkaar. Veel van mijn vrienden, spelen in lagere elftallen, daardoor is het altijd gezellig in de kantine.” Gezelligheid waar Naaijen voorlopig, nog wel een tijdje van wil blijven genieten. “Als ik hier plezier blijf hebben, wil ik graag zo lang mogelijk bij ‘Woerkum’ blijven.” Alleen dus nog wat meer scoren. Inmiddels weer als basisspeler. “Dat ga ik zeker doen!” Hoeveel? “Ik hoop bij minimaal vijftien doelpunten betrokken te zijn.”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Woudrichem.

Tim van Dongen: een routinier met een voetbalkarakter dat blijft boeien

Tim van Dongen is dit seizoen terug in het eerste elftal van VCW, en dat na een korte uitstap van twee jaar. De 33-jarige middenvelder kent de club als zijn broekzak. “Ik ben hier eigenlijk door alle jeugdteams heengegaan,” vertelt Tim. “Vanaf mijn twaalfde heb ik vrijwel alle stappen binnen de club doorlopen. Het voelt als thuiskomen om weer in het eerste te spelen.”

Als speler omschrijft Tim zichzelf als een echte voetballer. “Ik ben meer een voetballer dan een kilometervreter,” zegt hij met een glimlach. Afhankelijk van de formatie staat hij op tien, acht of soms zelfs op zes, altijd met het doel om aanvallend te voetballen, maar hij verdedigt ook wanneer dat nodig is. “Aanvallen is leuker dan verdedigen, maar het ligt er echt aan hoe we het team laten spelen,” legt hij uit. Zijn technische vaardigheden en inzicht in het spel maken hem een betrouwbare schakel op het middenveld.

VCW is voor Tim veel meer dan een voetbalclub; het is een echte dorpsclub. “Het grootste deel van de spelers komt uit Wagenberg, en dat geeft een hele andere dynamiek. Iedereen kent elkaar en er hangt een prettige sfeer,” zegt hij. Ook buiten de lijnen is er veel betrokkenheid van leden die niet per se zelf voetballen. “Mensen komen kijken en ondersteunen ons op allerlei manieren, en dat maakt de club bijzonder,” voegt hij toe.

Hoewel Tim twee jaar elders voetbalde, besloot hij terug te keren naar het eerste elftal. “Het tweede elftal had toen veel afmeldingen en weinig spelers bij uitwedstrijden. Dus ben ik weer aangesloten bij het eerste. Het voelt goed om terug te zijn, en ik haal nog steeds plezier uit het spel,” vertelt hij. Die betrokkenheid blijkt ook uit zijn voorbereiding: hij is aanwezig bij trainingen, wedstrijden en staat klaar om zijn ervaring te delen met jongere teamgenoten.

Sportief heeft het team dit seizoen een stap omhoog gezet: promotie naar de vierde klasse na een sterk seizoen in de vijfde klasse. Tim benadrukt dat het verschil merkbaar is. “Het scoren gaat lastiger, de tegenstanders maken hun kansen beter af. Het is een treintje hoger, maar het begint allemaal op zijn plek te vallen. Iedereen heeft zijn positie gevonden en met de nieuwe trainer passen we ons spel steeds beter aan.”

Het team zelf combineert ervaring met jong talent. “Er zijn een paar jonge spelers en ook een nieuwe keeper vanuit Maarten,” legt Tim uit. “Het zijn vriendelijke gasten en er is onderling veel respect. Buiten het veld spreek ik niet met iedereen even intensief, maar de sfeer is top. Je voelt dat er vriendschappen zijn en dat iedereen elkaar helpt.” Voor een club als VCW, een echte dorpsvereniging, is dat essentieel. Het samenspel en de kameraadschap zijn minstens zo belangrijk als de sportieve resultaten.

Tim’s carrière in het eerste elftal laat zien dat leeftijd geen barrière hoeft te zijn voor betrokkenheid en prestaties. “Ik ben inmiddels 33, maar zolang ik er plezier in heb en fit blijf, ga ik door. Het helpt dat ik weinig andere verplichtingen heb die het voetballen in de weg staan,” zegt hij. Zijn terugkeer naar het eerste elftal symboliseert de kracht van ervaring gecombineerd met passie voor het spel.

Het persoonlijke aspect van VCW maakt het voor Tim extra waardevol. “Zaterdagmiddag voetballen kijken met vrienden, samen de eindwedstrijden volgen en genieten van de gezelligheid: dat is onbetaalbaar. De club geeft je een sociaal netwerk, maar ook voldoening in het spel zelf,” benadrukt hij. Voor hem staat het teamresultaat niet altijd op de eerste plaats; het gaat om het plezier, de verbinding en de uitdaging van elke wedstrijd.

Met zijn technische vaardigheden, zijn inzicht in het spel en zijn ervaring als routinier vormt Tim van Dongen een belangrijke spil in het eerste elftal van VCW. Zijn verhaal laat zien dat een dorpsclub als VCW niet alleen draait om voetbal, maar om mensen, vriendschap en gemeenschapsgevoel. En zolang spelers zoals Tim actief blijven, blijft de club leven, zowel op als naast het veld.

Klik op de link voor meer artikelen over VCW
Klik op de link voor meer informatie over VCW

Familie Wientjens vult eerste van DVVC aan: “Na een nederlaag gaan we de derde helft in”

Bij DVVC draait het niet alleen om voetbal, maar vooral om familie. In het eerste elftal spelen Thomas Wientjens en zijn jongere broer Lucas samen onder leiding van hun vader, die de ploeg traint. Dat zorgt wekelijks voor bijzondere en vooral gezellige zaterdagen aan de Sportlaan.

Van VV Rijen naar DVVC

Thomas (22) doorliep de jeugdopleiding van VV Rijen en speelde daar jarenlang in de selectieteams. “Tot mijn zeventiende,” vertelt hij. “Toen stapten we met een groep vrienden over naar DVVC. Minder prestatiedruk, meer plezier.”
Wat begon als een vriendenteam in de O23 groeide al snel uit tot de basis van het huidige eerste elftal. “Toen het complete eerste stopte, werden wij doorgeschoven. Sindsdien spelen we met bijna dezelfde groep. Dat schept een band.”

Van buitenspeler naar vaste linksback

Hoewel Thomas jarenlang buitenspeler was, kwam hij bij DVVC op een andere plek terecht. “Door een blessure werd ik ineens linksback gezet. Dat bleek verrassend goed te werken,” lacht hij.
Hij typeert zichzelf als een voetballer die rust aan de bal brengt. “Ik houd van verzorgd voetbal, combinaties, de oplossing zoeken. En natuurlijk loop ik nog steeds graag mee naar voren.”

Klein maar hecht: DVVC als dorpsclub

DVVC staat bekend om zijn warme en gemoedelijke sfeer. “Het is een kleine vereniging, iedereen kent elkaar,” zegt Thomas. “Je speelt een pot, en daarna is het altijd gezellig. Tegen Olympia is het zelfs een klein volksfeest.”
Dat dorpsgevoel maakt DVVC volgens hem uniek: “Het draait hier om saamhorigheid. Jongens, meiden, tweede elftal, vrijwilligers—iedereen helpt elkaar.”

Voetbal met vader en broer

Twee seizoenen geleden maakte zijn broer Lucas de overstap naar het eerste. Niet veel later nam hun vader het trainersstokje over. “In het begin was het even wennen, je vader als coach,” erkent Thomas. “Maar nu is het vooral leuk. Hij leeft mee, is betrokken en heeft echt plezier in het trainersvak.”
Thuis gaat het opvallend weinig over voetbal. “We laten wedstrijden niet de sfeer bepalen. Plezier staat altijd voorop.”

Broederduel op het veld

Lucas speelt centraal op het middenveld, waardoor de broers elkaar regelmatig tegenkomen in duels. “Hij verdedigt goed, dat geef ik hem mee,” zegt Thomas met een knipoog. “Maar voetballend ben ik net iets verder—dat weet hij zelf ook wel.”

Plezier boven alles

Hoewel DVVC niet op hoog amateurniveau speelt, is de beleving groot. “We willen elke week winnen en doen er alles voor, maar we blijven realistisch. Verliezen hoort erbij—en daarna drinken we samen bier.”
Voor Thomas is DVVC dan ook de perfecte club: “Niet groot, maar écht. Een plek waar iedereen elkaar helpt. Als je dat hebt meegemaakt, wil je nergens anders meer spelen.”

Klik op de link voor meer artikelen over DVVC
Klik op de link voor meer informatie over DVVC

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.