Terug op het niveau waar Vlijmense Boys hoort. Zo voelde de promotie van afgelopen seizoen, voor doelman Matthew van Dommelen. En dus is de ploeg uit Vlijmen er alles aan gelegen, om zich dit jaar te handhaven in de derde klasse. “Als ons dat lukt, hebben we het goed gedaan!”
Met het vertrouwen, is in ieder geval niks mis. “Dat zit er echt wel in.” Als ze compleet zijn dan tenminste. “We hebben een aantal jongens, met andere verplichtingen. Zoals werken in het leger.” En aangezien dat veelal ook nog basisspelers zijn. “Is het lastig om te werken aan vastigheden.” Maar, zo weet de 31-jarige Van Dommelen zeker. “Als we compleet zijn, gaan we ons handhaven!” Helemaal nieuw, is het niveau waarop ze na het kampioenschap van vorig jaar dit seizoen actief zijn, dan ook niet voor Vlijmense Boys. “We hebben eigenlijk altijd in de derde klasse gespeeld, tot we van de zondag overstapten naar de zaterdag.”
Eigen jongens
Twee jaar later, zijn ze dus terug. “Terug in de klasse waar we horen.” Hoe bevalt de hernieuwde kennismaking tot nu toe? “We draaien goed mee en zijn zeker nog niet weggespeeld.” Wat is volgens hem het grootste verschil met de vierde klasse? “Tegenstanders zijn veel fitter, sneller, sterker én tactischer. Er wordt veel minder vaak de lange bal gespeeld.” En je krijgt als team minder ruimte en kansen. “Dus moeten we effectiever zijn.” De doelstelling, steekt Van Dommelen dan ook voorzichtig in. “Ons doel is eerst handhaven en daarna kijken wat er misschien nog meer in zit.” Het wennen, is wat hem betreft nu in ieder geval voorbij. “Tegenstanders zijn slimmer, daar moeten we nu gewend aan zijn. We weten wat we kunnen verwachten.” Makkelijke wedstrijden, zitten er dan ook niet meer tussen. “We scoren veel en geven achterin weinig weg, toch hebben we al een aantal keer nét verloren.” Iets waar ze bij Vlijmense Boys na afgelopen jaar, wel weer even aan moeten wennen. “Vorig seizoen was natuurlijk heel mooi! Kampioen worden is het mooiste wat je kunt bereiken. Helemaal als dat tien jaar geleden voor het laatst is gebeurd.” En dat na het inslaan van een nieuwe weg. Op de zaterdag. “Na die overstap gingen er tien of twaalf jongens weg en werden er spelers vanuit het tweede en de jeugd, doorgeschoven naar het eerste. Als je dan met eigen jongens kampioen wordt, is dat echt fantastisch.” Helemaal in zijn geval. “Ik was nog nooit kampioen geworden. En dat met je eigen clubje…” Maar niet alleen Van Dommelen, kon het nauwelijks geloven, zo vertelt hij. “Het zou eigenlijk niet moeten kunnen, met 300 leden. Dat is bizar. Als je ook ziet wat het met zo’n dorp doet. We hebben twee weekenden feest gevierd.”
In de spits
Toch kwam het gedurende het seizoen, allesbehalve als een verrassing, memoreert de sluitpost. “Vanaf de zevende speelronde, hebben we bovenaan gestaan. Dan mag je best een beetje bravoure tonen.” En nadat ze zich kroonden tot winterkampioen en iedereen hadden gehad. “Begonnen we er helemaal met z’n allen in te geloven. Dan ga je toch dromen.” Met een verdiend kampioenschap tot gevolg. “We waren echt een team. Het stond goed en we kregen de minste goals tegen.” Dé sleutel tot succes. “Voetballend waren er echt wel teams beter dan ons, maar het was voor tegenstanders gewoon heel moeilijk om er doorheen te komen. Daar moeten we het nu ook weer van hebben.” Al is dat dus lastig, als niet iedereen altijd aanwezig is. “Daardoor loop je ook conditioneel achter op bepaalde ploegen.” In zijn derde seizoen terug bij de club, nadat hij een uitstapje maakte naar Wilhelmina’26. “Ik was toen 26 of 27, maar dat had ik nooit moeten doen.” Gelukkig, is de inwoner van Den Bosch inmiddels dus weer terug op het oude nest. Als keeper. “Ik ben pas op latere leeftijd begonnen met keepen, daarvoor was ik altijd spits.” Al is dat voetballen, er wel een beetje uit, lacht Van Dommelen. “In het begin, als je net bent omgeturnd, probeer je heel veel mee te voetballen en ver uit je goal te komen. Nu doe ik dat niet meer.” Toch was die positiewissel moeilijker, dan hij in eerste instantie dacht. “Ik had nul ervaring als keeper, maar bij de senioren word je dan wel gewoon afgerekend op je fouten. Dat vond ik best wel lastig.” Tegenwoordig, ligt Van Dommelen daar niet meer wakker van. “Keepers zijn meestal gek, toch vind ik mezelf rustig. Iemand die geen gekke dingen doet, veel probeert te coachen en makkelijk een balletje weg kan leggen.” Of het maken van doelpunten nog in hem zit? Onlangs bleek van niet. “We hadden tijdens een oefenwedstrijd een spits nodig, toen heb ik vijf minuten gespeeld én een enorme kans gemist. Mijn hoofd wil nog wel, maar mijn lichaam niet.” En dus is het maar goed, dat hij veilig tussen de palen staat. Bij Vlijmense Boys. “Ik ga hier nooit meer weg!” Want de toekomst, ziet Van Dommelen rooskleurig in. “Als we een stabiele derdeklasser zouden kunnen worden, zou dat mooi zijn. Maar als de jongens die toen weg zijn gegaan, daadwerkelijk terugkomen, kunnen we misschien nog wel hoger gaan spelen.”
Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Vlijmense Boys.
