Home Blog Pagina 10

‘Er viel een last van mijn schouders af’

0

Na een jaar vol blessureleed, is Jeroen Koevoet bij vierdeklasser Seolto eindelijk weer terug onder de lat. En als daar iemand blij mee is, dan is het de keeper zelf natuurlijk wel. “Dat ik weer een volledige wedstrijd kon keepen zonder pijn, was voor mij echt een opluchting. Er viel een last van mijn schouders af.”

Want na maanden in de ziekenboeg, lacht het voetballeven de twintigjarige Koevoet dan ook eindelijk weer toe. Om die lijdensweg te kunnen begrijpen, moeten we terug naar vorig seizoen. “Tijdens de zesde wedstrijd gebeurde er iets met mijn knie. Ze wisten in eerste instantie niet precies wat, maar ik had heel veel pijn.” De inwoner van Zevenbergen bracht bezoekjes aan verschillende fysiotherapeuten en specialisten, echt veel duidelijker werd het echter niet. “Mijn knieschijf was uit het kootje geschoten, verder wisten ze het eigenlijk niet.” Tot ze erachter kwamen dat hij zijn meniscus had gescheurd. “Toen ben ik geopereerd.”

Langs de lijn
Al ging daar nog wel iets aan vooraf, is Koevoet eerlijk. “Ik heb voor die operatie nog twee wedstrijden gespeeld. Dat had ik achteraf beter niet kunnen doen, maar ik wilde zó graag.” Toch te veel pijn, zat er niks anders dan opereren op. In plaats van hechten, kozen de artsen ervoor om zijn meniscus af te schaven. “Anders zou het herstel acht tot negen maanden duren.” Dat duurde zijn revalidatie uiteindelijk niet, zwaar was het desondanks wel. “Ik stond alleen maar langs de lijn, om dan die gasten alles wel gewoon te zien doen… En ik kon niks. Daardoor kreeg ik steeds minder zin om te voetballen.” Heel gek is dat gezien zijn brede interesse in sport, dan ook niet. “Padel, fitness, zaalvoetbal en beachsoccer. Dat doe ik ook nog allemaal.” Maar gelukkig, is hij nu dus ook terug op het veld. “De oefeningen die ik moest doen, gingen steeds met minder spanning. En we hebben de minuten gewoon rustig opgebouwd. Nu ben ik eindelijk weer helemaal fit. Daar ben ik heel blij mee!” Iets minder blij, is Koevoet met de vierde plaats en uitschakeling in de nacompetitie van afgelopen seizoen. “Het was een beetje dubbel. Tevreden dat we erin zijn gebleven, maar er zat meer in. Sommige wedstrijden hebben we echt onnodig weggegeven.” Hoe heeft hij dat zelf langs de kant ervaren? “Ik voelde me wel betrokken! Tijdens trainingen was ik er altijd op het veld bij en ook tijdens wedstrijden stond ik op het formulier als verzorger.”

Plezier
Tegenwoordig dus gewoon weer als keeper. Een echte doelstelling hebben ze voorlopig nog niet bij Seolto. “Vorig jaar kwam die ook pas later.” Toch heeft Koevoet wel zo’n vermoeden. “Ik denk dat de competitie wat zwaarder is, maar als het aan mij ligt, gaan we weer voor de eerste vijf.” Met de club waar de doelman sinds een jaar of vier speelt. “In de jeugd heb ik altijd bij Virtus gespeeld. Tot veel van mijn vrienden naar Seolto gingen. Ik merkte dat het niveau voor mij iets minder belangrijk werd, toen ben ik samen met wat jongens ook overgestapt.” Plezier dus. “Ik merkte meteen dat ik het weer goed naar mijn zin had. Later mocht ik proeven aan het eerste en vond ik hoger spelen ook weer heel leuk.” Spijt van zijn overstap, heeft Koevoet dan ook allerminst. “Het is echt een warme club, ben hier heel warm ontvangen.” En dus kan hij uitblinken als keeper, al was dat vroeger heel anders. “Ik ben begonnen als spits. Tot ik tijdens een toernooi met Virtus moest gaan keepen en ik veel complimenten kreeg. Ik vond het heel leuk, dus ben ik het vanaf dat moment blijven doen. Toen was ik dertien of veertien.” Een voordeel, zo denkt hij. “Meevoetballend ben ik daardoor wel goed.” Maar ook zonder bal, staat Koevoet zijn mannetje. “In de lucht en in de één tegen één ben ik sterk.” Geïnspireerd door Bart Verbruggen en Timon Wellenreuther. “Verbruggen was op het WK heel leuk om naar te kijken. En zelf ben ik voor Feyenoord. Het is mooi om te zien hoe Wellenreuther meedoet voor zijn goal.” Wie weet steekt hij er voor zijn eigen ontwikkeling nog iets van op. “Ik heb het hier enorm naar mijn zin, dus dit seizoen wil ik graag goed spelen. Als er dan iets leuks komt van een andere club, is dat misschien wel een poging waard!”

Klik op Seolto voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Seolto voor meer informatie over de club.

‘Voor ons gevoel had er meer ingezeten’

Een dubbel gevoel en achteraf toch vooral teleurstellend. De manier waarop V.V. Klundert vorig seizoen uit de nacompetitie voor promotie werd geknikkerd, zit bij Gijs den Hollander nog altijd niet lekker. Want wat hem betreft, had er nog veel meer ingezeten, voor de derdeklasser. “Voor ons gevoel waren we beter dan RCS.”

Toch ging het tijdens de eerste ronde van de nacompetitie tegen de Zeeuwse club dus mis. “Achteraf was dat wel een teleurstelling.” En dat terwijl de pas 21-jarige Den Hollander met een overwegend goed gevoel terugkijkt op afgelopen seizoen. “Zeker het laatste gedeelte, waren we stabiel sterk. Met weinig blessures, dat is heel belangrijk voor ons.” Al had hij stiekem op meer gehoopt. “Het is dubbel, zeker op deze manier.”

Sterkhouder
Wel staat er daardoor een stevige basis, om dit jaar op door te kunnen bouwen. “In principe hebben we nagenoeg dezelfde groep gehouden, dus tot nu toe ziet het er goed uit.” Met hier en daar een paar kleine wijzigingen, begint Den Hollander te lachen. “We zijn bezig met een ‘Plan B’, voor als het een keer niet loopt. Maar daar mag ik van trainer Maik (van den Kieboom) verder niks over zeggen.” Toch zullen ze dat plan dit seizoen misschien best wel eens nodig zullen gaan hebben, denkt hij. “We zitten volgens mij in de moeilijkste derde klasse van alle regio’s.” Desondanks legt Den Hollander de lat opnieuw hoog. “Het doel is om weer nacompetitie te halen en dan te kijken wat er mogelijk is. Ook al is de competitie zwaarder dan vorig jaar.” Met hem als sterkhouder. Of toch niet? “Haha! Ik zie mezelf niet zo, ben pas 21 jaar, maar voel die verantwoordelijkheid al wel.” Geleerd van zijn ouders. “Als je iets doet, moet je het met volle overgave doen. Zodat je anderen daar ook weer in mee kunt nemen.” Bijvoorbeeld als ze een uitwedstrijd op gras moeten spelen. “Dat is altijd wel een dingetje bij ons. Thuis op ons kunstgras pakken we alle punten, tegen ‘hotseknotsevoetbal’ hebben we het lastig.” Tijd om daar dus iets aan te doen. “We hebben heel de voorbereiding op gras getraind, om daaraan te kunnen wennen. En als we in het weekend uit moeten, trainen we doordeweeks ook op gras.”

Vertrouwde plaatje
Met hem als voetballende centrale verdediger. “Ik ben 1,81. Dat is voor een ‘CV’ niet heel groot. Daarnaast ben ik ook niet de breedste, dus moet het vooral hebben van mijn inzicht. Zorgen dat ik goed sta. Al kan ik met mijn snelheid vaak nog veel oplossen.” Toch heeft Den Hollander de bal het liefste zelf aan zijn voet. “Duels spelen is voor mij wel een ontwikkelingspunt. Ik merk nu dat ik vaak toch nog liever uit de duels blijf.” Bij de club waar hij al sinds zijn vierde komt. “Wat dat betreft ben ik wel een beetje een kind van de club. Iedereen is heel erg gebonden, kent elkaar en het is altijd gezellig. Dat blijft toch het vertrouwde plaatje.” Heel snel dat plaatje inruilen, zal de inwoner van Klundert voorlopig dan ook niet doen. “Op dit moment zou ik niet weg willen. Mijn ambitie is nu eerst om te promoveren met V.V. Klundert. Als er dan ooit iets komt, kan ik altijd nog kijken.” Ook na zijn actieve voetbalcarrière. “Misschien word ik hier dan wel trainer of leider!”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

‘Over één toernooitje wordt weken gesproken’

Een ander uitstapje dan de dagelijkse bezigheden en het opnemen tegen andere bedrijven. Voor YourFellow en Michael Oomen, is het bedrijventoernooi van Virtus inmiddels een jaarlijkse traditie. En hoe kan het ook anders, als alles ooit begon aan de bar in de kantine. “Dat is alweer zeven jaar geleden.”

Toch weet Oomen (35) het nog goed. Samen met Stefan Klok en Paul Rombouts. “Aan de bar van Virtus is ons bedrijf eigenlijk gestart. We zaten alle drie bij de selectie en hadden het over wat voor werk we deden.” De online marketeers hadden flink wat raakvlakken, zo bleek. “De zaterdag daarop zijn we met elkaar gaan zitten, zo is YourFellow ontstaan.” Zeven jaar en een verhuizing in Zevenbergen verder, is de groei behoorlijk doorgezet. “In eerste instantie deden we dit naast onze eigen baan, vier jaar geleden zijn we fulltime aan de slag gegaan. Nu werken we met dertien mensen.”

Goede sfeer
Maar wat doen ze precies? “We zijn een online marketingbureau voor zowel B2B als B2C. Wij helpen bedrijven door het hele land dag in dag uit online te groeien.” Alles in een prettige en gezellige sfeer. “We werken intern eigenlijk als een soort familie. Dat wil zeggen dat we iedereen meenemen in belangrijke beslissingen.” Op een gezonde manier groeien, noemt Oomen dat. “Als we nieuw personeel werven, moet zo iemand wel in het team passen. Puur omdat we de huidige sfeer graag willen behouden.” En dat lukt voorlopig aardig, vertelt hij. “Iets minder dan een jaar geleden zijn we verhuisd, omdat we gewoon te weinig ruimte hadden. Desondanks wilden mensen toch graag naar kantoor komen, dat zegt veel over de sfeer.” Mede door het bedrijventoernooi van Virtus, lacht Oomen. “We doen al een jaartje of vijf mee met het bedrijf. Je ziet dat het toernooi leeft en steeds groter wordt.” Als voormalig voetballer en huidig leider van het derde, voelt de ondernemer zich daar dan ook meer dan thuis. “Er hang altijd een goede sfeer en ik kom er van jongs af aan. Dat is ook één van de redenen om naar het bedrijventoernooi te gaan. Ons kantoor zit in Zevenbergen, dus dan is het heel logisch dat je meedoet. Het is gewoon gezellig om samen als team een activiteit te doen.” Even iets anders dan de dagelijkse bezigheden. “En het opnemen tegen andere bedrijven, onderling kennen we natuurlijk ook elkaar.”

Spierpijn
Eind augustus was het opnieuw zover en liet YourFellow zich van zijn sportiefste kant zien. “De eerste paar edities deden we mee in de prestatieve poule, tegenwoordig zitten we bij de recreanten. Deze keer werden we negende, van de zestien.” In totaal doen er 24 teams mee, maar vooral het feest na afloop, viel wederom goed in de smaak. “Met een zanger en DJ. We hebben een ontzettend leuke avond gehad, dat is het belangrijkste.” Bij de club die Oomen maar al te goed kent. “Ik ben hier in de F’jes gestart, twee jaar geleden ben ik gestopt met voetballen bij de selectie. Tegenwoordig ben ik leider van het derde.” Tussendoor maakte hij nog een uitstapje naar NAC Breda. “Vier seizoenen, vanaf de tweedejaars B.” In het veld steeds een beetje verder naar achter. “In de jeugd stond ik altijd op tien, later bij NAC ook even in de spits. Later naar zes of centraal achterin. Bij Virtus speelde ik de laatste jaren vooral daar.” De betrokkenheid, voelt Oomen dan ook nog steeds. “Je komt altijd weer bekenden tegen. Het is ook een manier van je vriendenkring uitbreiden.” Onder meer dus door deel te nemen aan het bedrijventoernooi. Iets wat YourFellow de komende jaren zeker zal blijven doen. “Eén simpel toernooitje, wordt intern weken over gespreken. Toen we ons weer hadden ingeschreven, doken de foto’s van de vorige editie alweer op. Iedere lunch, hebben we wel weer iets over dat ene doelpunt gehoord.” Waar gaat het na de laatste topprestatie over? “Vooral over spierpijn…”

Klik op VV Virtus voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Virtus voor meer informatie over de club.

‘Het is een genot als alles er strak bij staat’

0

Toen de gemeente eind 1999 van het groenonderhoud op het sportpark van TPO af wilde, wisten ze bij de club al vrij snel Cor Stoop en Sander van Wensen als vrijwilligers voor de klus te vinden. En nu, ruim 25 jaar later, doet het tweetal dat nog steeds. Van snoeien tot slootkanten bijwerken. “We werken allebei bij een hoveniersbedrijf, dus dit kunnen we goed!”

Heel lang nodig om na te denken, had Stoop (56) eind 1999 dan ook niet. “Of ik het zag zitten om het onderhoud te gaan doen. Dat wilde ik wel, maar niet alleen. Dus toen kwam snel mijn maat Sander erbij.” Ook Jacques de Ridder sloot zich niet veel later aan en dus werd er vanaf januari 2000 aan het groenonderhoud van de club begonnen. “Jacques ging met pensioen, dus die had genoeg tijd. De gemeente wilde van het onderhoud af, daar krijgen we nu een bijdrage voor. Om het zelf met drie echte clubmensen te doen.”

Ontspanning
Inmiddels met zijn tweeën, maar nog altijd met net zoveel liefde, vertelt Stoop. “We werken allebei bij een hoveniersbedrijf, dus dit kunnen we goed. En we vinden het leuk om vrijwilligerswerk voor de club te doen.” De club waar het voor Van Wensen (43) allemaal op zesjarige leeftijd begon. “Tot zes jaar geleden speelde ik met name in het tweede elftal, tegenwoordig speel ik in de 35+, al heb ik behoorlijk wat last van blessures aan mijn hamstring.” Ook Stoop, was er vanaf zijn zesde vroeg bij. “Op mijn 32ste ben ik gestopt, ook vanwege blessures. Daarna ben ik jeugdtrainer, jeugdleider en leider van het tweede geworden. Die binding heb ik al van kinds af aan, mijn kinderen voetballen ook hier.” Het is en blijft voor Stoop een stukje ontspanning. “Hier bezig zijn is toch anders dan op je werk. Even een praatje maken, lekker gezellig.” Van Wensen, net als zijn collega geboren en getogen in Moerdijk, vult hem aan. “Zomers zijn we twee of drie avonden per week op de club, om bij te snoeien. En op woensdagavond doen we altijd het onderhoud van de bestrating en het bosmaaien. Twee of drie keer per jaar, pakken we ook de slootkanten.” Met hulp van de dochter van Stoop. “In de winter doen we het grote snoeiwerk, de beplanting uitdunnen en snipperen. Tussendoor wordt er natuurlijk ook geknipt, afhankelijk van het weer en de groei.”

Voldoening
Een mooie klus, zo vindt Van Wensen. “Het is een genot als we het terrein opkomen en alles er strak bij staat. Zo hebben we bij de ingang de letters van TPO in beplanting gemaakt, in een logootje. Dat straalt iets moois uit en geeft veel voldoening.” Net als de vele complimenten, vertelt Stoop. “We horen regelmatig dat ons complex er netjes bij ligt. Die waardering is toch leuk.” Waar laatstgenoemde vanwege zijn dochter fanatiek supporter is van het damesteam, staat Van Wensen regelmatig langs de lijn bij het eerste. Zou het duo ook de velden willen onderhouden? “Dat zou té gek worden, of we moeten echt zo’n mooie machine krijgen”, lacht de jongste van het stel. “Daar hebben we geen tijd voor, dat wordt te veel werk”, voegt Stoop daaraan toe. Maar gelukkig, zijn ze op hun huidige werkzaamheden nog lang niet uitgekeken. “Het verveelt nog niet. Wat dat betreft kijk ik uit naar mijn pensioen, dat ik gewoon lekker een paar uurtjes per week hier rond kan lopen op de club. Dus nog even volhouden!” Van Wensen, inmiddels verhuisd naar Lage Zwaluwe, is het roerend met hem eens. “Zolang Cor het blijft doen, doe ik het ook. Het is hartstikke leuk.” Al kunnen ze soms wel wat extra handjes gebruiken. “In zo’n groeizaam jaar als nu, kan er best een mannetje bij!”

Klik op TPO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TPO voor meer informatie over de club.

‘Hier trainer worden kun je gerust een droom noemen’

0

Wat goed is, komt snel. Maar dat het voor Rick Hoendervangers zo snel zou komen, had de nieuwe trainer van Rood Wit ook weer niet verwacht. Maar ambitieus als de jonge oefenmeester is, pakte hij de kans om hoofdtrainer van ‘zijn club’ te worden, afgelopen zomer met beide handen aan. “Tijd om na te denken heb ik eigenlijk niet echt gehad.”

Want na het vertrek van Ad van Seeters naar Baronie, ging het afgelopen juli allemaal heel snel. “Als ze je dan vragen, moet je ook niet voor je verantwoordelijkheid weglopen.” En daarnaast, zo vertelt Hoendervangers (28). “Het is een mooie nieuwe stap in het proces wat we samen met de club hadden.” Na trainer bij de JO19, van het tweede én assistent bij het eerste, is de inwoner van Sint Willebrord nu dus hoofdtrainer van de vierdeklasser. “Nu ben je echt eindverantwoordelijke.” Precies zoals hij een aantal jaar geleden voor zichzelf had bedacht. “Die ambitie heb ik natuurlijk altijd gehad. De druk om te presteren en die hele ambiance, houd ik van.”

Voorsprong
Dus toen ze hem uiteindelijk vroegen, was het gevoel meteen goed, herinnert Hoendervangers. “Er bleek veel vertrouwen, zowel bij de club als bij de spelers. Al komt er nu natuurlijk wel iets meer verantwoordelijkheid en druk bij kijken.” Naast de aandacht en intensiteit. Gelukkig is de trainer allesbehalve een onbekende. “Er zijn genoeg jongens die ik in de JO19 of bij het tweede heb gehad. Dan is het wel mooi dat het zo samenkomt. We weten wat we aan elkaar hebben en ze kennen mijn manier van voetballen. Dat is een voordeel.” En een soort voorsprong, denkt Hoendervangers. “Daardoor hoef je niet helemaal als nieuweling te beginnen.” Want zijn proces, begon eigenlijk al na de degradatie uit de eerste klasse. “Vanaf dat moment ben ik twee jaar assistent geweest van Ad.” Een leerzame periode, meent hij. “Het eerste seizoen in de tweede klasse, was vooral proeven en leren. Een jonge groep, met veel jeugd. Vorig jaar hadden we wel op meer gehoopt. Na een slechte start, hebben we ons uiteindelijk goed herpakt.” Maar een derde degradatie op rij, kon niet worden voorkomen. “De nadruk lag op ontwikkelen. Daar moeten we nu de vruchten van plukken. Ondanks dat de teleurstelling behoorlijk groot was. Zeker na al dat keiharde werken.”

Iets teruggeven
Toch kwam die degradatie voor Hoendervangers zelf, als een geluk bij een ongeluk. “Ik heb alleen mijn papieren voor de vierde klasse, UEFA C. Dus anders had ik het helemaal niet kunnen doen. Achteraf was dat mijn geluk.” Maar makkelijk, wordt het ook dit seizoen niet. “Het is een uitdagende en sterke klasse, met vijf gedegradeerde derdeklassers en veel ploegen die gelijkwaardig zijn aan elkaar.” Een flinke uitdaging dus. “Daarnaast is het ook een kleine competitie, met maar elf teams. Eigenlijk is dat niet wenselijk.” Heel lang om daar mee in te zitten, hebben ze in Sint Willebrord echter niet. “We hebben nu al drie vervelende seizoenen gehad, dus hopelijk wordt het beter. Die jongens verdienen ook wel een succesje, zijn altijd allemaal enorm hard blijven werken.” Hoendervangers legt de lat dan ook hoog. “We willen een gooi doen om zo snel mogelijk terug te keren in die derde klasse. Dat is uiteindelijk onze ambitie.” Hoe hij dat wil gaan doen? “Met goed, gedurfd en aanvallend voetbal. Veel energie, intensiteit en druk naar voren.” In combinatie met presteren. “We willen de supporters en de club graag iets teruggeven. Ook voor hen is het niet altijd makkelijk geweest.” En dat begint op de training. “Veel wedstrijdgericht én herhalen. Soms door er juist veel over te praten.” Zijn jonge leeftijd is wat Hoendervangers betreft dan ook een voordeel. “Daardoor sta je dichterbij, weet je wat er leeft en is het makkelijker communiceren.” Al had hij zelf ook niet verwacht, dat het allemaal zo snel zou gaan. “Het is echt in een stroomversnelling geraakt. Maar om eerlijk te zijn, had ik er nog niet aan durven denken, om nu al hoofdtrainer van Rood Wit te zijn. Ik ben bewust jong trainer geworden, dus dit was ooit natuurlijk wel mijn doel.” Helemaal als je bijna letterlijk en figuurlijk in de achtertuin van de voetbal woont. “Ik ben een echte Rood Witter. Als je dan op mijn leeftijd, deze stap kan maken bij de club van je hart, kun je dat gerust een droom noemen!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

‘Iets terugdoen voor de club én het dorp’

0

Voor het derde jaar op rij, verzorgde APEX360 tijdens het afgelopen U10-toernooi van Rood Wit, de beveiliging en het gastheerschap van het succesvolle jeugdtoernooi. Onder leiding van Tonny Matthijssen, werd het opnieuw een geslaagde editie. “Mijn kinderen voetballen ook bij de club, dan is het mooi om dit te mogen doen.”

En dat begon dus allemaal twee jaar geleden, vertelt de eigenaar van het beveiligingsbedrijf. “Toen werden we gevraagd, of we een offerte uit wilden brengen.” Naast hoofdsponsor van de jeugd, opnieuw dus een mooie samenwerking. “We proberen altijd lokale partijen bij onze werkzaamheden te betrekken. Dan zijn de lijntjes toch korter en het geeft gewoon een trots gevoel.” Gevestigd in Sint Willebrord, had Matthijssen (44) dan ook niet lang de tijd nodig om na te denken. “Ik ben hier opgegroeid, mijn kinderen voetballen bij Rood Wit en ik sta er daardoor ook altijd. En zelf ben ik net zo goed een enthousiaste kijker van het U10-toernooi.”

Talentjes
Tegenwoordig dus in een iets andere rol. “We zijn overdag tijdens het toernooi vooral gastheer, want de clubs komen natuurlijk overal vandaan. Dat doen we met een paar man. Bij het begeleiden van de bussen, bij de entree of de VIP-tent. Puur om mensen te helpen vanuit gastheerschap.” Tijdens de feestavond, wordt de beveiliging opgeschaald. “Dan wordt het voor ons gewoon een evenement.” Iets waar ze bij APEX360 inmiddels gespecialiseerd in zijn. “In januari 2017 ben ik daar, alleen aan de keukentafel, mee begonnen. Oorspronkelijk kom ik uit de horecabeveiliging.” Met acht man op kantoor en 250 daarbuiten, is het bedrijf in die tijd niet alleen flink gegroeid, maar heeft het dus ook een warme connectie met Rood Wit gekregen. “Zelf heb ik altijd vechtsporten gedaan, door mijn kinderen kwam ik bij de voetbal.” En in aanraking met het jeugdtoernooi. “Het is prachtig om te zien, hoe fanatiek al die talentjes zijn.” Tegelijkertijd is het mooie promotie voor het dorp, denkt hij. “Dat we dat hier in Sint Willebrord kunnen doen. Samen hebben we toch iets moois neergezet.”

Happening
Zeker gezien zowel de binnen- als buitenlandse interesse. “Steeds meer clubs willen meedoen. Het toernooi wordt groter en groter. Nog meer een happening. Voor ons is het mooi om daar onderdeel van te zijn.” En als het aan Matthijssen ligt, blijft dat voorlopig ook nog wel even zo. “We hebben nog een doorlopend contract. Dus zolang het blijft bestaan en Rood Wit tevreden is met onze inzet, blijven we het doen.” Ook als een stukje sponsoring. “We willen graag iets terugdoen voor de club én het dorp. Ik ben in Sint Willebrord geboren en getogen, opgegroeid en nu woon ik er nog steeds!”

Klik op Rood-Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rood-Wit voor meer informatie over de club.

Driemaal was scheepsrecht voor Marieta en Unitas’30

Sinds het begin van deze zomer, zijn Marieta en Marcel Vermolen bij Unitas’30 verantwoordelijk voor het beheer van de kantine van de club. Want na drie keer eerder te zijn gevraagd, konden ze nu toch echt geen ‘nee’ zeggen. “We hebben er lang over nagedacht, want er komt best wel veel bij kijken.”

Horecapapieren op zak en achter de bar bij NAC. Dat ze Marieta Vermolen bij Unitas’30 al meerdere malen vroegen voor het kantinebeheer, was zeker niet zo gek. “Daardoor was het de eerste twee keer gewoon te veel. Marcel werkte toen gewoon nog én ik ook.” Nu haar man met pensioen is, zag de 59-jarige Bredase het dus wel zitten. “We hebben er lang over nagedacht en kijken het nu een jaartje aan.” Want, zo heeft ze in de eerste maanden al wel gemerkt. “Er komt veel bij kijken, meer dan gedacht!”

Leerproces
Zowel voor, als achter de schermen, vertelt Vermolen. “Bestellingen doen, dingen opruimen, de kantine draaien en een planning maken. Gelukkig hebben we 34 vrijwilligers, dus dat is wel fijn. Al blijft genoeg personeel altijd moeilijk.” Bij een grote club, heeft ze gemerkt. “Het is veel, maar wel leuk. Doordeweeks worden de avonden geregeld, in het weekend beginnen we ‘s morgens om 08:00 uur.” En dus moet er veel georganiseerd worden. “De voorraad, het schoonmaken en dingen regelen als het eerste speelt.” In een andere tak van sport. “Voor ons is het ook nieuw. Over één of twee maanden weet je het, vooral dingen die er moeten zijn.” Uit eigen ervaring, lacht Vermolen. “Laatst ging alles op, toen was het zó druk. Terwijl we dachten dat er genoeg was. Dat leren we nu allemaal.” Net als bijvoorbeeld ‘het seizoen’. “Soms drinkt iedereen vooral AA Drink, dan weer chocomel.” Een leerproces dus. “Sommige dingen weten we nog niet, maar leren we in een korte tijd. Dat is leuk!” Net als de inzet van vrijwilligers. “Dat verbaast me wel, die grote groep aan vrijwilligers. Veel mensen zijn verbonden aan Unitas’30. Vrouwen van, ouders van. Iedereen kent elkaar en is bereid om in te vallen.”

Blanco
En om een steentje bij te dragen. “Op dinsdag ruimen we de boodschappen op en maken we het koffiezetapparaat schoon.” Daarnaast is het personeel indelen en zelf de handen uit de mouwen steken. “Marcel staat vaak in de keuken en ik achter de bar.” Bij een club die ze eigenlijk nog niet echt goed kenden. “Een bestuurslid van NAC, zit hier ook. Dus op uitnodiging zijn we wel eens een wedstrijd komen kijken. Verder kende ik de mensen niet echt.” Een voordeel, zo denkt Vermolen. “Daardoor ging ik er blanco in en kenden ze ons ook niet. Dan heb je ook geen vooroordelen. Inmiddels kennen we elkaar natuurlijk wel!” En dat is maar goed ook. “We hebben voor een jaar getekend, daarna gaan we evalueren. Of het goed loopt en het voor beide partijen bevalt!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.

‘We kunnen soms best fel zijn tegen elkaar’

Fanatiek, graag willen winnen, maar toch ook heel gezellig. Veel dames van het eerste van De Fendert voetballen inmiddels al bijna dertien jaar samen. En dus kun je gerust spreken van een hecht team, zegt Suzanne Stomphorst. “Al kunnen we soms ook best fel zijn tegen elkaar.”

Na jarenlang turnen en paardrijden, besloot Stomphorst (25) op haar twaalfde te beginnen met voetballen. In de D’tjes, bij een meidenteam. “Opgericht door Leon (de Haas). Later zijn veel meiden ook doorgegaan naar de dames. Sommigen voetballen nu al dertien jaar samen.” Want dames 1 en 2 zijn hecht, vertelt ze. “Er worden veel feestjes georganiseerd op de club, dus de sfeer is altijd gezellig. En ook bij de derde helft, proberen we te blijven hangen.”

Populairder
Al gaat het in die vijfde klasse, met Vrouwen 1, ook wel gewoon om winnen. “We zijn fanatiek en soms ook best fel op elkaar.” Maar dat moet ook, lacht Stomphorst. “Inmiddels hikken we al een paar jaar tegen die promotie aan, tot nu toe werden we vaak tweede. Het zou leuk zijn om een keer eerste te worden. Daar gaan we voor!” Aan de populariteit van het meidenvoetbal bij De Fendert, kan het in ieder geval niet liggen. “We hebben nu in totaal zes meiden- en damesteams bij de club. Dat is best wel veel. Je ziet dat het steeds populairder wordt, dat is natuurlijk alleen maar leuk en goed.” Toch merken ze daar niet altijd wat van, weet Stomphorst. “Onze trainers regelen zelf heel veel en van onze sponsoren hebben we een aantal ballen gekregen.” Op het hoofdveld, spelen ze echter bijna nooit. “Maar dat vinden we niet heel erg, hoor.” Haar eigen plezier, wordt er sowieso niet minder door. “Ik vind het spelletje gewoon heel leuk. Ook om het gezellig met z’n allen te doen. We spelen nu inmiddels al zo lang samen.” Desondanks blijft het qua speelsters af en toe schrapen, legt Stomphorst uit. “Het is lastig om ieder weekend genoeg meiden te hebben. En ook het onderling elkaar helpen, wordt lastiger. Omdat we verder weg moeten of er sprake is van overlap.”

Heel leuk
De doelstelling is, naast kampioen worden, dan ook simpel. “Zorgen dat we genoeg meiden hebben! Maar veel speelsters werken onregelmatig, bijvoorbeeld in de zorg. Hopelijk gaat het lukken.” Want ondanks de stijgende populariteit, blijft dat dus een dingetje. “Toch merk je daardoor wel dat het niveau omhoog is gegaan, we zijn met z’n allen echt beter geworden.” Stomphorst zelf ook, ondanks dat ze pas op relatief late leeftijd begon met voetballen. “Ik zat eerst op turnen en paardrijden, waardoor ik nog niet op voetbal kon.” Tot ze een toernooitje meedeed onder leiding van Leon de Haas. “Toen kwam ik erachter dat ik het heel erg leuk vond!” En dus nog steeds. Tegenwoordig als laatste vrouw. Of laatste man, zoals de inwoonster van Fijnaart het zelf zegt. “Meer opbouwend dan verdedigend. Op de training zijn we veel bezig met durven voetballen. Al ga ik een duel ook niet uit de weg.” Voorlopig blijft ze dat dan ook nog wel even doen. “Zolang ik er tijd voor heb, doe ik het de komende paar jaar nog met liefde. Het spelletje blijft gewoon heel leuk. Om samen te werken naar een of eigenlijk het doel. En natuurlijk in een team, lekker actief bezig zijn.” En dus moet dat blijven bestaan. “Enthousiaste meiden zijn van harte welkom!”

Klik op De Fendert voor meer artikelen over de club.
Klik op De Fendert voor meer informatie over de club.

‘Een eer om een stapje hogerop te doen’

Na jaren als jeugdtrainer én hoofdtrainer van het derde, staat Edwin Dobbe sinds dit seizoen als eindverantwoordelijke voor de groep bij het tweede van Zundert. Een mooie kans, voor de fanatieke en ambitieuze oefenmeester. “De passie en het enthousiasme zit toch in je.”

Dus bevalt het hem voorlopig meer dan prima. “Het is een leuke en jonge ploeg. Dat is heerlijk om mee te werken.” En anders dan bij het derde, begint Dobbe (58) te lachen. “Ze zijn meer gedreven, hebben meer kwaliteit, zijn sneller en luisteren beter. Het is soms wel fijn dat je dingen niet meer drie keer hoeft te zeggen.” Bij de club waar de geboren Delftenaar inmiddels alweer een tijdje komt. “In 1997 ben ik naar Zundert verhuisd, daarvoor heb ik zelf altijd in Delft gevoetbald.”

Uitdaging
Even deed Dobbe na zijn verhuizing een tijdje niks, tot het weer begon te kriebelen. “De passie en het enthousiasme zit toch in je. Ik vind het spelletje gewoon heel leuk.” Na in de jeugd als trainer van zijn eigen zoontjes te zijn begonnen, kwam hij vorig jaar bij het derde terecht. Een iets andere wereld. “In de jeugd ben je vooral bezig om ze het voetballen te leren, bij de senioren is het veel meer tactisch.” Iets wat Dobbe, die vanwege een blessure aan zijn knie zelf moest stoppen met voetballen, wel ligt. “Wedstrijden voorbereiden en training geven kost tijd, maar dat weet je. Dat vind ik juist leuk.” Dobbe zit dan ook vol met enthousiasme. “Ik moest er wel even over nadenken, of ik trainer van het tweede wilde worden. Het is een flinke stap, maar daardoor ook weer een uitdaging én een eer om een stapje hogerop te gaan.” Twee avonden in de week en op zondag, is hij daardoor nu op de club te vinden. En niet alleen om training te geven. “Soms sta ik ook achter de bar, om even te helpen. Zundert is een vrij kleine vereniging, waar iedereen elkaar kent en behulpzaam is. Je wordt makkelijk aangesproken. Daardoor is het ook altijd gezellig.”

Vrij rustig
Maar voor gezelligheid alleen, komt Dobbe natuurlijk niet. Er moet ook gepresteerd worden, in die eerste klasse. “Onze doelstelling is handhaving, daar gaan we alles aan doen. Daarna kunnen we verder kijken.” Aan zijn eigen inzet, zal het in ieder geval niet liggen. “Een enthousiaste trainer, vol passie en iemand die alles altijd wil overzien. Heel af en toe kan ik uit mijn slof schieten, maar over het algemeen ben ik vrij rustig. Ik sta niet als een gek langs de kant te schreeuwen.” Over de juiste tactiek, moet hij de komende tijd nog nadenken. “We hebben twee tactieken geprobeerd, hoog druk en wat lager. Nu is het kijken wat straks het beste is.” Eén ding is wel zeker: “Sowieso opbouwen en driehoekjes maken.” Iets waar ze doordeweeks veel op trainen, vertelt Dobbe. “Positiespelletjes in verschillende vormen, maar ook pass- en trappen, afwerken en partij.” Kortom, de inwoner van Zundert zit helemaal op zijn plek. “Ik heb er wel eens over getwijfeld om een eerste elftal te gaan doen, maar dan moet ik mijn papieren halen. Voorlopig is dit prima. Ik heb altijd zin om naar de club te gaan, dus als dit de komende jaren goed gaat, kan ik altijd nog kijken!”

Klik op VV Zundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Zundert voor meer informatie over de club.

DSE werkt aan nieuw jeugdbeleidsplan

0

Een nieuw beleidsplan, voor de gehele jeugd. Die zijn Dirk Poelstra en Frank van den Diepstraten samen aan het schrijven. Want als kersvers aangestelde hoofd jeugdopleiding, hebben de twee grootse plannen.

Het tweetal begint daarom letterlijk en figuurlijk bij het begin, vertelt Poelstra (41). “Als coördinator van de meiden ben ik al een aantal jaar betrokken bij het jeugdbestuur en steeds kwamen dezelfde onderwerpen ter sprake. Hoe gaan we selecteren? Hoe groot worden de teams? En wat wordt er van iemand in een bepaalde rol verwacht? Dat soort zaken willen we vastleggen in een plan.” En dus zette Van den Diepstraten de eerste ideeën op papier. “Alles bij elkaar, wordt het een nieuw beleidsplan voor de gehele jeugd.”

Breed gedragen
En dat is nodig ook, weet de 41-jarige Van den Diepstraten uit eigen ervaring. “Ik ben begonnen als trainer van mijn zoon, dat werd geen succes. We waren allebei veel te fanatiek. Na een aantal jaar andere jongensteams te hebben getraind, ben ik een meidenteam gaan trainen. Daar ben ik inmiddels na vier seizoenen ook mee gestopt. In die tijd, heb ik genoeg verbeterpunten voorbij zien komen. Die willen we nu vastleggen in een beleidsstuk.” Poelstra vervolgt: “Frank is verantwoordelijk voor de meiden, ik voor de jongens. Gewoon kijken of het lukt!” Ook hij, raakte betrokken dankzij zijn zoon en dochter. “Mijn dochter voetbalde eerst altijd bij Unitas’30, tot we vier jaar geleden tegenover DSE kwamen wonen. Toen zijn ze allebei hier gaan voetballen. Daarna ben ik trainer en coördinator geweest. Dat laatste doe ik nog steeds.” Wel in mindere mate, zodat het duo tijd genoeg heeft om een beleidsplan op te kunnen stellen. “Ons doel is om het kort te houden, zodat het geen dik boekwerk wordt”, vertelt Van den Diepstraten. “Met in ieder geval onze missie, visie en doelstellingen.” Een plan dat binnen de club breed wordt gedragen. “Daarom betrekken we er juist heel veel mensen bij.” Maximaal tien tot twaalf pagina’s, exclusief bijlages, met daarin een verdiepingsslag, vult Poelstra hem aan. “Het wordt een richtlijn, voor ouders en (nieuwe) leden. Zodat iedereen weet hoe we hier willen voetballen.”

Professioneler
“Als club zijn we gegroeid naar 900 leden, waarvan de helft jeugd is. Zij moeten weten waar ze aan toe zijn. Dan is eenduidigheid essentieel.” Bijvoorbeeld hoe ze om willen gaan met het opleiden van trainers. “Die gaan we niet alleen cursussen aanbieden, maar het is ook de bedoeling dat we gaan interacteren met trainers en leiders. En dat ze feedback krijgen van coördinatoren, want dat zijn onze ogen en oren.” Alles om spelers beter te kunnen maken. Een initiatief van de lange adem, beseffen beide heren. “Je moet het zien als een vijfjarenplan. Met ieder jaar een concreet actieplan. Maar eerst moeten we dit beleidsplan aan iedereen kenbaar maken.” En zelf aan de studie, vertellen ze. “We gaan samen de cursus kader voetbalcoach én voetbalscout jeugd volgen bij de KNVB.” Naast dus het verder uitwerken van al hun ideeën. “Rond november willen we het plan indienen, nog zonder de bijlages, zodat we daarna de vertaalslag kunnen maken met de mensen die daarvoor nodig zijn. In april of mei moet alles klaar zijn, om het volgend seizoen te kunnen gaan gebruiken.” En daar is behoefte aan, merkt Van den Diepstraten. “Als je hier rondloopt, proef je dat. Een jeugdvoetbalbeleidsplan, dat zorgt voor meer duidelijkheid. Op ieder vlak, van materiaal tot kleding. Maar ook over het herkennen van talent en hoe we daarmee om willen gaan binnen de club.” Een belangrijke slag, noemt Poelstra het. “De gezelligheid en de charme van DSE moeten we behouden, maar binnen én buiten de lijnen mag het professioneler.” In de toekomst, moet dat de club dus een hoop op gaan leveren. Ook voor de senioren. “Uiteindelijk wil je eigen jeugd opleiden voor de selectie en daarmee zo hoog mogelijk spelen.” Vol passie en energie, vertellen de twee inwoners van Etten-Leur. “De komende vijf jaar zal het plan in werking treden en uitgedragen worden. Zodat we daar als DSE de vruchten van kunnen plukken.” Allemaal voor de jeugd. “Daar doen we het voor. We willen voor iedereen klaarstaan, qua gezelligheid, maar ook wat betreft inhoud. Want ook dat, willen we ze bieden!”

Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.