Home Blog Pagina 80

Senna Kortekaas duidelijk over tweede jaar: ‘Ik eis meer van mezelf’

0

Senna Kortekaas is begonnen aan zijn tweede seizoen in de hoofdmacht van vierdeklasser Maasdijk. De verdediger, pas 19 jaar, kijkt met enigszins gemengde gevoelens terug op zijn eerste jaar in het team van trainer Dennis van der Steen. Een jaar vol nieuwe ervaringen en uitdagingen, vertelt hij. “Het was een leuk jaar, maar het begin was wel even wennen.”

“Het niveau ligt duidelijk hoger dan in de jeugd. Niet alleen het spel, maar ook de trainingen zijn een stuk intensiever.” Kortekaas begon zijn voetbalcarrière op vierjarige leeftijd bij Maasdijk en heeft sindsdien altijd met veel plezier bij de club gespeeld. “Ik speel hier nu al vijftien jaar en heb altijd genoten van de gezelligheid na de wedstrijden en trainingen. Het is een fijne club waar ik me echt thuis voel.”

Robin van der Ende
Maar de overgang van de jeugd naar de senioren was toch even slikken. “In de jeugd is het vooral veel voetballen, maar bij de senioren komt er veel meer bij kijken. Het is harder werken, meer tactiek en je wordt echt uitgedaagd om jezelf te verbeteren.” In zijn eerste seizoen wist Kortekaas wel meteen een basisplaats te veroveren. Hij speelde voornamelijk naast de ervaren centrale verdediger Robin van der Ende, die eerder bij Excelsior Maassluis speelde.

“Van Robin heb ik ontzettend veel geleerd. Hij heeft me laten zien hoe je positie moet kiezen en het spel moet lezen. Vooral in het begin sprak ik veel met hem, en dat heeft me echt geholpen om me aan te passen aan het seniorenniveau. Nu merk ik dat ik die rol ook begin over te nemen en probeer ik mijn teamgenoten te helpen.” Het afgelopen seizoen was succesvol voor Maasdijk, met een tweede plaats in de competitie achter kampioen FC Zoetermeer. “We zaten er echt goed bij,” herinnert Kortekaas zich. Maasdijk eindigde op vier punten van de nummer één.

Mis in nacompetitie
“Helaas ging het mis in de nacompetitie. In de eerste ronde verloren we, en dat was ongelukkig. Het was de eerste keer dat ik zo’n spanning voelde, maar nu weet ik wat ik kan verwachten en denk ik dat ik daar dit seizoen geen last meer van zal hebben.” Een van de hoogtepunten van het seizoen waren de derby’s tegen andere Westlandse clubs, Maasdijk tegen Quintus. “Zo’n wedstrijd wil je echt niet verliezen,” zegt hij met een lach. “Je voelt de spanning in de club, iedereen praat erover. Dat geeft extra druk, maar het maakt het ook juist leuker.”

Voor het komende seizoen zijn de verwachtingen hoog. “Ons doel is hetzelfde als vorig jaar: promotie. We hebben vorig seizoen laten zien dat we het kunnen, dus ik denk dat het zeker mogelijk is. Er zitten wel een paar nieuwe clubs in onze poule, dus het zal spannend worden om te zien hoe we tegen die clubs presteren. Maar uiteindelijk moeten we ze toch allemaal verslaan.”

Geen excuses meer
Kortekaas omschrijft zichzelf als een voetballer die graag van achteruit opbouwt en het fysieke duel niet schuwt. “Ik ben misschien niet de grootste en sterkste, maar wel eentje die altijd vooropgaat in de strijd. Ik hou van duels en probeer altijd te voetballen, niet zomaar de lange bal te geven.” Voor zijn tweede seizoen heeft hij ook persoonlijke doelen gesteld. “Ik wil meer van mezelf eisen, vooral in de grotere wedstrijden. Geen excuses meer, ik wil er gewoon staan.”

Naast zijn eigen ambities houdt Kortekaas ook zijn jongere broertje Kayne in de gaten, die begint aan zijn eerste jaar in de onder 19. “Hij moet zijn best doen, en ik hoop echt dat het hem lukt om het eerste team te halen. Voor mijn vader zou het geweldig zijn om ons allebei in het eerste te zien spelen. Hij is er bij elke wedstrijd sinds ik voetbal.”

Thuis
Wat de toekomst brengt, weet Kortekaas nog niet. “Voor nu heb ik het prima naar mijn zin bij Maasdijk. Ambities om hogerop te gaan, daar denk ik nog niet over na. Het is hier gezellig en ik voel me thuis. Dat is voor nu het belangrijkst.”

Klik op VV Maasdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Maasdijk voor meer informatie over de club.

Berry Jansen: ‘Ik voel ook nu die spanning nog bij Quintus’

0

Berry Jansen en Quintus. Mensen in Kwintsheul weten niet beter. Al sinds zijn vijfde loopt hij rond op de vereniging en inmiddels jaren later – Berry is nu 53 jaar – is er eigenlijk niets veranderd. Nou ja, hij voetbalt al enige tijd niet meer. “Ik heb het volgehouden tot mijn 41ste. Toen had ik het wel gezien.”

Op 37-jarige leeftijd maakte Jansen nog deel uit van de selectie van Quintus en na wat jaren in het tweede en derde team, wilde hij wat anders gaan doen. “En dan ga je verder als vrijwilliger. Ik ging training geven aan de b-jeugd, was ook nog even coördinator, en toen kwam er een plek vrij in de technische commissie. En in die commissie zit ik nu nog steeds, we zijn zeven jaar verder. Het werd me een beetje aangesmeerd hoor, maar ik kan inmiddels wel zeggen dat het wel iets voor mij is”, lacht hij.

En waarom deze functie hem past, kan Jansen ook haarfijn uitleggen. “Ik heb als speler altijd die spanning gehad van het moeten winnen. Het ging ergens om, het moest goed zijn. Dat heb ik in deze functie ook wel. Ik zit dicht op de selectie, praat met spelers, met de technische staf, met als doel met z’n allen vooruit te komen. Ik loop tussen de jongens. Met sommige gasten heb ik zelf nog gevoetbald. Dit past wel bij me. Het prestatieve.”

Vier mensen
De technische commissie van Quintus bestaat uit vier mensen, met naast Jansen ook Ed Louwerens, Ruud Kester en Edwin Grootscholten. Laatstgenoemde is met zijn bedrijf tevens hoofdsponsor van de club. “Dat loopt prima. We zijn onder meer verantwoordelijk voor het aanstellen van een trainer. Je kiest met z’n allen. Dat is leuk, maar ook lastig, want je moet het wel met elkaar eens zijn”, grapt hij.

Toen Jansen startte in de technische commissie was Niels Drabbe trainer van de hoofdmacht van de club. “Vervolgens zijn we een jaar later op zoek gegaan naar een opvolger, dat werd Richard Langeveld. Hij heeft vier jaar bij ons gezeten, tot 2023. Zijn opvolger, Ramon Hageraats, hebben we met z’n drieën gekozen. Het is wel leuk hoe dat gaat. Ed Louwerens, Edwin Grootscholten en ik deden die gesprekken destijds samen.”

Profiel
“Je kijkt echt naar wat voor trainer een groep nodig heeft. Welk profiel past bij zo’n selectie. Toen we Langeveld aanstelden, wilden ook echt een wat oudere trainer, Drabbe daarvoor was weer een andere type. Vorig jaar zochten we naar iemand die echt boven de groep staat. Een echte baas. Die hebben we met Ramon wel gevonden.”

Jansen kent Hageraats ook al langer. “Hij heeft tijdens actieve carrière nog een paar wedstrijden bij ons onder de lat gestaan, en toen Langeveld solliciteerde was Ramon ook langs geweest. Toen werd hij het net niet.”

Snel vergeten
Vorig seizoen was er voor de hoofdmacht een om snel te vergeten, zegt Jansen. “Veel blessures, een te kort aan spelers. Ja, dat was niet best. Zeker omdat juist de kwaliteitsspelers geblesseerd raakten. Nee, het was niet echt een leuk jaar. We zijn er op het laatste moment in gebleven.”

“Als technische commissie hebben we wel gekeken waar we spelers konden halen. Nou, dat is gelukt. We hebben er aardig wat spelers bij en zeker de terugkeer van Angelo Zwirs is een verrassing. Van FC ’s-Gravenzande naar de vierde klasse. We wisten dat hij ooit terug zou keren, maar niet dat het zo snel zou gebeuren. Voor ons geweldig. We willen zeker nacompetitievoetbal bereiken. Dat is wel het doel.”

Fit gestopt
Jansen is niet weg te slaan bij Quintus. “Ik woon al mijn hele leven in het dorp. Ik woon achter de club. Als je hier vanaf je vijfde loopt, betekent de club automatisch veel voor je. Ik ben echt een jongen van de club, als speler heb ik ook geen jaar gemist. Ik was nooit geblesseerd. En ik stopte ook fit. Dat kunnen niet veel voetballers zeggen.”

Klik op vv Quintus voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Quintus voor meer informatie over de club.

Van Defensie tot DIA: Het Verhaal van Verzorger John Hauf

0

TETERINGEN – Iedereen die weleens bij DIA over de vloer is gekomen, kent hem waarschijnlijk wel: verzorger John Hauf (68). Maar hoe de ex-verzorger van het BIMS (Bureau Internationaal Militair Sport) voetbalteam op het sportpark aan de Donkerstraat zijn plekje vond? ‘’Het voelt als een tweede thuis, als ik op de club kom’’, vertelt Hauf.

Hauf is al sinds 2008 niet meer weg te denken van het complex van RKVV DIA. De inmiddels gepensioneerde praktijkassistent bij Defensie drillt de Teteringse voetballers al jarenlang om ze weer helemaal trainingsfit over te leveren aan hun coaches. Daarbij hanteert hij de ‘tough love’-behandeling: ‘’Ik ben keihard en altijd eerlijk naar de spelers toe. Dat is het beste voor ze en dat weten ze. Daarnaast ben ik ook een soort vertrouwenspersoon. De jongens vertellen toch vertrouwelijke dingen over hun leven. Je bouwt zo echt een band over de jaren.’’

Maar hoe kwam Hauf ooit bij DIA terecht? Om zijn carrièrepad te omschrijven duikt Hauf een tijdje het verleden in: ‘’Na acht jaar als medewerker Buro Bedrijfs Economie bij de luchtmacht dacht ik bij mezelf: ‘Wil ik dit mijn hele leven blijven doen?’. Het eerlijke antwoord daarop was: nee. Ik wilde graag iets medisch doen, dus heb ik de aanvraag gedaan om een opleiding tot praktijkassistent te mogen volgen binnen Defensie. Dat was de beste keuze die ik ooit gemaakt heb.’’

Na twee jaar lang elke dag naar Valkenswaard en Utrecht te hebben gereden voor zijn opleiding kon Hauf aan de slag. In die tijd begon hij ook als sportverzorger bij een handbalvereniging in Oosterhout: ‘’Dat is echt een gemene sport, dus ik had veel te doen’’, lacht Hauf. ‘’Maar na vier jaar werd ik benaderd door het BIMS of ik daar de verzorger van het veldvoetbalteam wilde worden. Voetbal is echt mijn sport, dus ben ik vol voor die uitdaging gegaan.’’

Vijftien jaar lang reisde Hauf samen met het voetbalteam van het BIMS de hele wereld over voor toernooien. Zo kwam hij in Zuid-Korea, Ecuador, Brazilië, de VS, Canada en in landen over heel Europa: ‘’De landen met dienstplicht waren het beste’’, legt Hauf uit. ‘’Daar zaten natuurlijk gewoon professionals tussen.’’

Toen hij het stokje bij het BIMS overdroeg ging de praktijkassistent aan de slag bij de Commando’s in Roosendaal. In die tijd begon hij ook als verzorger bij ‘t Zand in Tilburg. Daar zat hij vier jaar, maar hij werd bijna elk jaar benaderd door DIA: ‘’John Rooijakkers kende ik nog uit de tijd bij Defensie; zo is het contact ontstaan. Maar elke keer als hij me benaderde had ik net mijn contract verlengd. De vierde keer was scheepsrecht in dit geval.’’

En de rest was geschiedenis. Sinds 2008 zit Hauf in zijn eigen ‘hok’ op de club, waar hij niets tekortkomt: ‘’Als ik een cursus wil volgen, wordt dat verzorgd door de club. Ik heb alle spelers van kleine jochies tot grote mannen zien opgroeien. Ik heb ondertussen een geel-zwart hart.’’

Klik hier voor meer informatie over RKVV DIA.
Klik hier voor meer artikelen over RKVV DIA.

Trainster Annelies Barendse hoefde niet lang na te denken: ‘Spelletje is zo leuk’

0

Annelies Barendse is sinds dit seizoen trainster van het eerste vrouwenteam van KMD. Onbekend is ze niet met de vereniging, allesbehalve zelfs. Ze speelde in de jaren tachtig zelf bij KMD en is inmiddels ook alweer 13 jaar verbonden aan het meidenvoetbal bij de club. “Mijn twee dochters spelen ook in het eerste team.”

Barendse houdt van voetbal, vertelt ze. “Ik vind dit spelletje zo leuk. Ik geef al jaren training en met enorm veel plezier. De meeste meiden van het eerste team ken ik al heel wat jaartjes, en dan doel ik niet alleen op mijn dochters Laura en Marit. Sommige meiden hebben mij zelfs al elf jaar als trainer. Ik hoefde niet lang na te denken toen ze mij vroegen om dit te gaan doen.”

Zelf voetbalde Barendse van haar 15de tot 47ste jaar. “Maar wel veel in de zaal, dat vond ik ook altijd leuk. Op het veld heb ik tot ik mijn 27ste gespeeld. Bij KMD, daarna FC ’s-Gravenzande en vervolgens in de zaal bij Westlandia. Dat werd later FC Westland. Ook training geven vind ik leuk. Sowieso in de buitenlucht zijn is al heerlijk, en als ik een bijdrage kan leveren om meiden beter te maken, is dat gewoon heel fijn.”

Overgangsjaar
Het eerste vrouwenteam van KMD speelde jarenlang recreatief voetbal. “Vorig seizoen hebben ze zich met het doorgeschoven MO20-team voor het eerst ingeschreven in de derde klasse. Het was echt een overgangsjaar. Ik was nog geen trainster, maar ik ging altijd naar mijn kinderen kijken. Ik was er dus eigenlijk iedere wedstrijd wel bij als supporter.”

“De meiden moesten echt wennen aan het niveau. Het was echt wel een stapje, ineens in de derde klasse spelen. Spelen tegen oudere speelsters, van 28 of 30 jaar. Meiden die fysiek sterker zijn. Dat waren ze bij de MO20 natuurlijk niet gewend. Bij ons lopen ook nog tieners. Dit jaar hopen we wel te profiteren van dat jaartje ervaring. Ik denk dat ze de strijd wel aan kunnen en gewoon lekker mee kunnen draaien”, aldus Barendse.

Eerste vijf
Te hoog van de toren blazen wil de nieuwe trainster van KMD 1 niet. “Het doel is ook echt om lekker mee te draaien, om met plezier te voetballen. Daar begint alles mee. En we willen voetballen met een bepaalde visie. Niet lange ballen vooruit, maar echt voetballen, combineren. Ik hoop dat we in een poule met twaalf teams bij de eerste zes kunnen eindigen.”

Dat haar dochters zijn gaan voetballen doet het voetbaldier Barendse goed. “Ja, met de welbekende paplepel hè! Ze hebben wel een jaartje gehandbald, maar ze kwamen er al snel achter dat ze voetbal leuker vonden. En ja, moeder vindt dat ook leuk. En vader ook trouwens.”

Kleinschalig
“Mijn dochters zijn heel fanatiek, maar heel ambitieus zijn ze niet. Het is niet zo dat hogerop willen. Ze vinden het gewoon gezellig bij KMD, met die andere meiden. En gezellig is het ook. Iedereen kent elkaar hier. Het is lekker kleinschalig, het blijft leuk en gezellig.”

Barendse speelde zelf in de jaren tachtig jaren in de hoofdmacht van KMD. “Weet je wat leuk is? Dat we ieder jaar nog een reünie hebben van dat elftal. Dit jaar gingen we naar Alkmaar, waar een mijn teamgenoten van destijds nu woont. Gaan we herinneringen ophalen. Om maar aan te geven wat een mooie tijd het was.”

“Ik hoop dat ik dat ook mee kan geven aan de volgende generatie. Dat het hartstikke leuk is, voetballen en het verenigingsleven, en dat je er mooie contacten aan over kan houden. Dus bij deze gelijk een oproep: als er nog meiden zijn die zin hebben om te voetballen, er is bij KMD nog ruimte voor speelsters. We kunnen op elk niveau nog leden gebruiken. Voor het eerste, tweede en derde elftal. Kom gezellig onze kant op!”

Klik op KMD voor de laatste artikelen over de club.
Klik op KMD voor meer informatie over de club.

De cirkel is rond voor nieuwe jeugdvoorzitter Maasdijk

0

Martin de Zeeuw wordt de nieuwe jeugdvoorzitter van Maasdijk. De clubman volgt Edwin de Kleijn op. Dat gaat officieel gebeuren in november, tijdens de Algemene Ledenvergadering. Op die dag neemt ook Ivo Peeters afscheid als voorzitter van de vereniging.

De Zeeuw, die het jeugdbeleid in de komende jaren vorm gaat geven, is een Maasdijker in hart en nieren. De rol die hij op zich gaat nemen, past bij hem. Althans, als we kijken naar het verleden. “Ik woon al mijn hele leven in Maasdijk en mijn vader en opa hebben allebei dezelfde functie in de jeugd vervuld. Het voelt alsof de cirkel nu rond is,” vertelt De Zeeuw met een lach. Hij loopt al enige tijd mee met De Kleijn, de huidige jeugdvoorzitter, om zich voor te bereiden op de taak die hem te wachten staat.

De betrokkenheid van de familie De Zeeuw bij Maasdijk gaat verder. Martins vader, Martien de Zeeuw, was ook nog voorzitter voordat de huidige voorzitter, Ivo Peeters, aantrad. “Twee van mijn kinderen zitten ook op voetbal, vertelt Martin, en als je ziet wat de jeugdafdeling betekent voor een club als Maasdijk, dan wil je daar iets voor doen. Het is een vorm van betrokkenheid die ik belangrijk vind.”

Bijzondere jaren
Hoewel De Zeeuw nieuw is in bestuurlijke functies, is hij geen onbekende met verantwoordelijkheid en leiderschap. Zeven jaar lang runde hij een sierteeltbedrijf en ook op het voetbalveld heeft hij zijn sporen verdiend. Vanaf zijn achttiende speelde hij in het eerste team van Maasdijk en beleefde hij bijzondere jaren. Voornamelijk als linksbuiten, maar later ook als spelverdeler op het middenveld. “Vond ik een mooie positie, op 8.” Tussendoor acteerde hij nog twee jaar bij Naaldwijk, waar hij ook kampioen werd onder leiding van trainer Edgar Kuntz.

“Bij Maasdijk heb ik mooie jaren beleefd als voetballer, maar wel vaak met spelers van buitenaf die het niveau omhoog tilden. Met Raymond van Dullemen heb ik een mooie tijd gehad. Een spits die ook in Engeland heeft gevoetbald (Northampton Towns, red.). Van hem leerde ik veel. Hij bracht echt iets extra’s voor ons. We speelden vooral in de derde klasse in die tijd. In de tweede klasse heb ik nooit gespeeld met Maasdijk. Toen we meer met eigen jongens speelden, schipperden we altijd tussen de derde en vierde klasse in.”

Identiteit
En toch is het voor een club als Maasdijk belangrijk dat de basis uit eigen jeugd bestaat, vindt De Zeeuw. Zoals dus nu het geval is. “Dat is de identiteit van de club.” Nu hij de stap maakt naar het jeugdvoorzitterschap, heeft hij een duidelijke visie voor ogen. “De jeugd is de toekomst van de club, en ik wil ervoor zorgen dat ze met plezier blijven voetballen en zich sportief kunnen ontwikkelen.”

“We hebben een goede organisatie, maar er zijn altijd mogelijkheden om stappen te maken. Vooral op het gebied van trainingen en begeleiding van onze jeugdtrainers zie ik wel wat ruimte voor verbetering,” zegt hij.

Derde team
Zijn ambitie om de jeugdafdeling verder te versterken, komt niet alleen voort uit zijn eigen ervaring als voetballer, maar ook uit zijn tijd als coach van het derde team van Maasdijk. “Ik heb twee jaar lang het derde team gecoacht, en het was mooi om te zien hoe de jongens zich ontwikkelden en doorgroeiden naar het tweede team. Die overgang van jeugd naar senioren is iets waar ik me op wil focussen”, vertelt hij.

Meniscusoperaties
De Zeeuw, 37 jaar inmiddels, heeft in zijn eigen voetbalcarrière ook te maken gehad met blessures. Drie keer is hij aan zijn meniscus. Hoewel hij na zijn laatste operatie het advies kreeg om kniebelastende sporten te vermijden, kan hij het sporten niet loslaten. “Ik ben eigenwijs,” geeft hij lachend toe. “Dat weet ik ook. Sporten is gewoon echt een belangrijk deel van mijn leven. Voetballen, padellen, tennissen. Gelukkig kan ik ook nog wel golfen, dat vind ik heerlijk.”

“Ik had voor mezelf altijd een sportieve carrière uitgestippeld. Voetballen tot mijn 35ste, daarna tennissen en rond mijn 50ste gaan golfen. Nou, het tennissen heb ik grotendeel overslagen. Met mijn knie kan ik wel lekker golfen. Een leuk kutspel, noem ik het altijd. Ja, het is ontspanning en je komt in de mooiste natuurgebieden, maar als je een bal niet goed slaat, kan je niemand de schuld geven. Het is soms best frustrerend. Het is heel veel oefenen en oefenen en hopen dat het beter gaat”, lacht hij.

Wat betreft de toekomst van Maasdijk ziet de nieuwe jeugdvoorzitter het zonnig in. “De jeugdafdeling groeit nog steeds, en het damesvoetbal zit ook in de lift. We doen het goed met open dagen en andere initiatieven om de jeugd enthousiast te houden. Maasdijk wordt als dorp ook steeds groter, dus er is genoeg potentieel”, zegt De Zeeuw. “We hebben ieder jaar meer aanmeldingen dan afmeldingen. Dat is alleen maar positief.”

Gespreid bedje
En hoe ziet hij zijn eigen rol als jeugdvoorzitter? “Nou, ik stap in een gespreid bedje. Dat is gewoon zo. De organisatie staat goed, en er zijn niet veel zaken die drastisch veranderd hoeven te worden. Maar ik wil wel dat we als club blijven groeien, vooral op het gebied van voetbaltechnische begeleiding. De juiste trainers en coaches zijn essentieel om de jeugd met plezier te laten voetballen en om hen te helpen het beste uit zichzelf te halen.”

Sterke band
Als jeugdvoorzitter staat De Zeeuw voor de taak om de jeugdafdeling van Maasdijk naar een hoger niveau te tillen. Met zijn ervaring, zowel binnen als buiten het veld, en zijn sterke band met de club, lijkt hij de juiste man op de juiste plaats. “Het is een eer om deze rol te mogen vervullen, en ik kijk ernaar uit om samen met iedereen bij Maasdijk verder te bouwen aan een mooie toekomst voor onze jeugd.”

“En het is leuk toch! Toen ik voetbalde in de jeugd, was mijn vader jeugdvoorzitter. Nu word ik jeugdvoorzitter met twee kinderen spelend in de jeugd van Maasdijk. Ik vind dat wel mooi. Wat ik zeg, het maakt de cirkel wel een beetje rond.”

Klik op VV Maasdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Maasdijk voor meer informatie over de club.

Na half uur was op eerste training seizoen voor Steven de Koster al voorbij

0

MIDDELBURG – Een misstap tijdens de eerste training in de voorbereiding. MZVC-verdediger Steven de Koster wist direct dat het foute boel was. ‘Ik voelde alles kraken en scheuren in mijn knie.’ Foute boel bleek het zeker, want na dertig trainingsminuten is het seizoen van de Middelburger al over.

“Mijn gevoel was helaas goed, want uit een MRI-scan bleek dat de voorste kruisband volledig af is en dat er een scheur zit in de meniscus en de kniebanden… Een fikse tegenvaller want ik had juist de gehele zomer doorgetraind om topfit aan het seizoen te kunnen beginnen. Ik was ook topfit en was een hoop kilo’s kwijtgeraakt, maar na een half uur zat het er helaas op..”

De Koster is een zoals hij zichzelf omschrijft ‘bonkige’ verdediger van bijna twee meter. “Ik was te zwaar qua spiermassa en daar wilde ik wat aan doen om tijdens het voetballen daarvan profijt te hebben. Hard getraind, veel gelopen en ik voelde me goed om dit seizoen vol voor een basisplaats te gaan weer. Had er ook zin in en had samen getraind met onze spits Lars Huisson. Hij werkte aan zijn herstel na een afgescheurde kruisband. Nu is hij weer fit en overkomt het mij… Heel zuur.”

Het was even een mentale tik voor de 22-jarige centrale verdediger, maar toch ervaart hij veel support vanuit de spelersgroep en de club. “Dat doet wel goed, want ik weet dat er nu nog een flik traject zit aan te komen. Ik wacht nog op een operatie en ga dan daarna gedoseerd aan mijn herstel werken. Dit seizoen is voor mij al verloren en richt me maar alvast op het volgende. Uiteraard blijf ik wel betrokken bij de groep, want ook buiten het veld gaan we veel met elkaar om en zijn we hecht. Nu hebben ze er voor dit seizoen sowieso een extra supporter bij.”

De Koster komt uit de jeugd van buurman Zeelandia, maar vier jaar geleden koos hij voor een overstap naar MZVC om bij een vriendenteam aan te sluiten. “Dat was een verademing. Ik voel me hier enorm thuis en zit op mijn plek. Trainer Henk Willemse haalde me bij het tweede en hij staat nu bij het eerste voor de groep. Heel fijn en ook qua spelersgroep is het heerlijk om bij deze club te voetballen. Dit seizoen dan maar als supporter om dan daarna hopelijk sterker terug te komen.”

Klik op MZVC voor meer artikelen over de club.
Klik op MZVC voor meer informatie over de club.

Dick Boereboom: ‘Belletje van 30 seconden was blijven hangen’

0

“Een uur in de auto zitten om naar een club te gaan? Dat is niets voor mij. Vanuit mijn huis in Ypenburg trek ik een cirkel van 25 minuten rijden, en binnen die straal zijn er maar weinig clubs die me echt aanspreken. VELO is er daar één van. Alle ingrediënten kloppen wel.”

Dat zegt Dick Boereboom (51), sinds dit seizoen trainer van het eerste elftal van VELO. Een oefenmeester met achttien jaar ervaring in het vak. Iemand die al langer met een schuin oog naar VELO kijkt. “In 2019, toen ik klaar was bij Nootdorp, heb ik al eens een belletje gewaagd richting VELO, maar toen hadden ze echt op die dag net Kevin van der Geest vastgelegd. Dat was dus een telefoontje van 30 seconden. Jammer maar helaas.”

Vijf jaar later is de match wel daar. “Grappig hoe dat kan gaan”, lacht Boereboom. “Blijkbaar was dat korte belletje van 30 seconden blijven hangen bij VELO, want toen Kevin vertrok bij de club, kreeg ik een appje, en dat had weer te maken met dat telefoontje van vijf jaar eerder. Ik zat goed bij BVCB, waar ik een mooie tijd heb gehad, maar na een tweede gesprek met VELO was ik er wel uit en wilde ik het doorzetten.”

Gevoelsmens
“Ik ben een gevoelsmens en het voelde gewoon goed met de mensen waar ik mee sprak. Je kunt altijd je neus stoten, dat kan overal, maar alle ingrediënten zijn hier wel aanwezig. De faciliteiten zijn perfect en er staan veel toeschouwers langs de kant. Ook dat is leuk. Ik heb VELO wel een paar keer zien spelen, ja, dan krijg je een gevoel. En dat gevoel is goed.”

Wat heeft Boereboom aangetroffen bij VELO? “Een jonge selectie waar je jaren mee vooruit kunt. Het ziet er heel goed uit met de lichting vanuit de jeugd. We hebben zeker de ambitie met VELO om hogerop te komen, maar we weten tegelijkertijd dat het niet makkelijk wordt. Er zijn meer goed georganiseerde voetbalclubs op dit niveau, met budgetten. En ja, die voetbalpiramide doet wel z’n werk. De eerste klasse is zwaar. We kunnen onze borst natmaken, maar ik vind wel dat wij in de top-4 moeten spelen in een mooie competitie.”

FC Den Haag
Terug naar de voetballer Dick Boereboom. “Ik was een aanvaller. Ik heb bij TONEGIDO gespeeld en daarvoor bij ADO Den Haag, toen nog FC Den Haag. Van 1990 tot 1996 was dat. In totaal zat ik drie jaar bij de selectie. Een bijzondere periode met veel mooie herinneringen. We speelden twee keer nacompetitievoetbal, zaten er gewoon tienduizend mensen op de tribune. Dat vergeet je niet meer.”

“Joh, toen ik bij het eerste kwam was ik 19 jaar. Zo dun als een rietje, echt. Maar ik liep dwars door iedereen heen, ik was niet bang aangelegd. Dat werd gewaardeerd in Den Haag door de fans. Ze scandeerden mijn naam, dat was een hoogtepunt natuurlijk. Op die leeftijd. En ik had het geluk dat ik gelijk scoorde bij mijn eerste invalbeurt. Tegen Excelsior was dat. In totaal kwam ik in drie tot 35 wedstrijden. Prima. Meer zat er niet in. Ik was een soort van supersub en had Harry van der Laan en later Rick Hoogendorp voor me. Dan wordt het lastig.”

“In die tijd nam Cor Lems, speler van FC Den Haag, mij echt onder zijn hoede. Hij was een soort voetbalvader voor me. Cor was niet bang en hij zag dat ik dat ook niet was. Hij kwam vaak voor me op en gaf me tips. Ik denk dat je bij de ploegen die ik later getraind heb ook zag dat spelers niet bang aangelegd waren. Dat was toch een beetje mijn jus, denk ik. Ik hoop dus bij VELO ook.”

Scheidsrechter
Na jarenlang een vaste waarde te zijn geweest bij TONEGIDO startte Boereboom zijn trainersloopbaan. “Ja, maar eigenlijk wilde ik eigenlijk ook scheidsrechter worden”, lacht hij. “Ik vond het trainerschap in mijn nadagen als voetballer ook leuk, maar het scheidsrechter zijn trok me ook.”

Toch koos Boereboom voor het trainersvak. “Heel simpel, ik streef altijd het hoogste na en eigenlijk was ik met mijn 32 jaar al te oud om echt door te stoten als scheidsrechter. En dus ging ik voor mijn trainerspapieren in 2006.”

Boereboom heeft inmiddels een imposant rijtje clubs achter zijn naam staan. HBS, Quintus, DUNO, Nootdorp en BVCB. “Als ik mezelf moet typeren als trainer dan denk ik dat ik eerlijk en duidelijk ben. Ik hou van werken en presteren. En ik probeer altijd up-to-date te blijven. Voetbal verandert. Mensen veranderen, dus ook voetballers. Daar moet je als trainer in mee gaan. Ik vind het mooi om van verschillende karakters een team te maken. Dat geeft veel voldoening.”

Ziekenhuisklok
In zijn periode als trainer bij DUNO belandde Boereboom een lange periode in de ziekenboeg. “Ik heb tien weken in het ziekenhuis gelegen en moest daarna nog lang revalideren. Inmiddels ruim tien jaar geleden. Ik ging voor een operatie aan mijn galblaas naar het ziekenhuis, maar ze raakten mijn lever. Toen kwam ik een malle molen terecht van onderzoeken en operaties. Vreselijk. Toen zat ik wel even lastig, psychisch. Echt, ik kan nog steeds geen ziekenhuisklok zien.”

Boereboom herstelde, ‘ik had veel steun van mijn vrouw en kinderen’, en pakte het trainerschap weer op. “Ik heb ook nooit overwogen om te stoppen. Voetbal hoort bij mijn leven. Maar je gaat wel relativeren, dat is zeker.”

Na een lange en succesvolle periode bij BVCB in Bergschenhoek hoopt Boereboom op minstens zo’n mooie tijd bij VELO. “Ik heb het bij BVCB heel erg naar mijn zin gehad, 4,5 jaar lang. We hebben altijd top-4 gespeeld in de eerste klasse. Dat was voor die club uniek. En als je presteert is het altijd leuk, zo is het gewoon. Ik wilde via de voordeur weggaan en dat is gelukt. Misschien had ik wel acht jaar bij BVCB kunnen blijven, maar bij Nootdorp zat ik daarvoor 5,5 jaar, en dat was achteraf een jaartje te lang. Dat wilde ik voor zijn.”

Tot slot
Boereboom kijkt veel naar voetbal op televisie. “Ook om zelf nog te leren. Weet je dat ik echt kan genieten van Arne Slot. Kijk waar hij vandaan komt, de stappen die hij heeft gemaakt. Ik vind het mooi hoe Slot een groep neerzet. Iedereen gaat voor hem door het vuur. Bij al zijn clubs. Hij kan zo goed managen. Dat probeer ik ook, maar dan op een heel andere niveau. Als het voor Slot lukt in Engeland hebben we eindelijk weer een echt goede en belangrijke trainer in Nederland.”

Klik op VELO Wateringen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VELO wateringen voor meer informatie over de club.

Trainerstrio bij PCP: ‘We vullen elkaar heel goed aan’

0

BREDA – Met een nieuw seizoen in het verschiet en een compleet vernieuwde technische staf, is er bij voetbalclub PCP uit Breda een frisse wind gaan waaien. Eric Adriaanse, Brian Piris en Yuri Sayers vormen samen het nieuwe trainerstrio van het eerste elftal: ‘’Het werkt verrassend goed’’, lacht Adriaanse.

“Ik speelde vorig jaar nog in het team waar ik nu trainer ben’’, vertelt Adriaanse (40). Op een gegeven moment werd het fysiek steeds lastiger om vol te houden en dus na 25 jaar in het eerste en lagere elftallen bij PCP, besloot hij iets lager te gaan voetballen bij Zaterdag 2 van TVC Breda: ‘’Vorig jaar was het moment dat ik het niet meer bij kon houden, maar ik wilde me sowieso blijven inzetten voor de club.”

Het trainerschap kwam eigenlijk min of meer vanzelf op zijn pad. “Twee jaar geleden viel ik in voor Marco de Jong, die toen hoofdtrainer was. Marco moest vaak voor zijn voetbalschool naar Curaçao, en zo werd ik steeds meer betrokken bij het trainen van het eerste team. Dat beviel me wel, en toen Marco na vorig seizoen vertrok, werd ik naar voren geschoven om het over te nemen, samen met Brian en Yuri.”

Omdat Adriaanse en Sayers zelf geen officiële trainerspapieren hebben, kwam Piris hen aanvullen. “Brian doet vooral de trainingen en het technische gedeelte, ik richt me op de conditie en Yuri helpt ons met de organisatie. Het is misschien niet normaal om met drie man aan het roer te staan, maar het werkt verrassend goed. We vullen elkaar goed aan.”

De voorbereiding op het nieuwe seizoen verliep echter niet zonder slag of stoot. “We hadden veel spelers die op vakantie waren, waardoor we pas nog steeds niet met de complete selectie hebben gespeeld. Toch hebben we drie oefenwedstrijden kunnen spelen en ging het in de beker best goed. Eén keer gewonnen, één keer gelijk en één keer verloren. Het is lastig als er steeds een paar man ontbreken, maar dat heb je overal.”

Ondanks de haperende start, is Adriaanse positief over de groep. “De basisopstelling staat inmiddels vast, en we hebben een goede mix van ervaren spelers en jonge talenten. Er zijn jongens die al 10 jaar in het eerste spelen, zoals Stefan, die al 33 is, maar we hebben ook spelers van 18 jaar. Die ervaring en jeugdige energie vullen elkaar mooi aan.”

Eric is duidelijk over de speelstijl die hij wil zien bij PCP: “We spelen aanvallend voetbal, in een 4-3-3 formatie. We willen volop druk zetten en de tegenstander dwingen fouten te maken. Dat vraagt om veel conditie, en daar hameren we dan ook flink op in de trainingen.’’

Als trainer omschrijft Eric zichzelf als iemand die dicht bij zijn spelers staat. “Ik ben een mensenmens. In mijn dagelijks leven werk ik als conciërge op een mbo-school, en dat helpt me ook als trainer. Jongens komen naar me toe voor de kleine dingen, voor advies of gewoon om te praten. Ik sta ook de hele wedstrijd te coachen langs de zijlijn, constant bezig met de spelers.”

Klik op PCP voor de laatste artikelen over de club.
Klik op PCP voor meer informatie over de club.

Tom van Veen: ‘De degradatie blijft moeilijk te accepteren’

De teleurstelling was groot bij Honselersdijk na de degradatie van vorig seizoen naar de tweede klasse. Ook aanvaller Tom van Veen (29), die als sinds 2015 deel uitmaakt van de hoofdmacht van de club, kon de afzink na zes jaar eerste klasse maar moeilijk een plaats geven. “Het is niet wat we ervan hadden gehoopt”, zegt hij. En dus moet het dit seizoen anders.

De degradatie was een harde klap, erkent hij, en hoewel de tekenen er al waren, kwam het besef te laat dat de situatie zorgwekkend was. Het seizoen begon nog redelijk goed voor Honselersdijk. “Tot aan de winterstop ging het eigenlijk wel prima, maar vanaf maart ging het snel achteruit”, vertelt Tom.

De terugval werd vooral veroorzaakt door blessures en de beperkte beschikbaarheid van spelers. “Veel jongens waren niet fit, en dat heeft ons echt parten gespeeld. Binnen de groep drong het besef dat we iets moesten doen pas laat door. Eigenlijk toen het al te laat was. We konden het tij niet meer keren.” In de nacompetitie toonde Honselersdijk nog veerkracht, maar in de finaleronde tegen HVV was de tank leeg. “We waren gewoon niet onszelf in die wedstrijd”, geeft Van Veen toe. “Je ziet zo’n degradatie bijna aankomen, maar het blijft moeilijk om te accepteren.”

Waardeloos
Voor Van Veen was dit een van de lastigste seizoenen in zijn carrière. “Het is waardeloos. We hadden de kwaliteit om in de eerste klasse te blijven, maar op de een of andere manier kwam het er niet uit. Dat is echt zonde”, zegt de speler die zijn voetbalcarrière begon bij Honselersdijk en er de hele jeugd doorliep. “Ik ben hier als kleine jongen gaan voetballen en heb met veel gasten uit de jeugd de stap naar de selectie gemaakt. Dat zijn vrienden van me geworden. De sfeer op de club is altijd goed. Iedereen is lekker normaal, dat waardeer ik enorm.”

Als aanvaller leeft Van Veen van doelpunten, maar hij vindt een mooie actie of voorzet net zo belangrijk. “Natuurlijk wil ik scoren, maar ik zoek het niet geforceerd op. Als ik niet scoor, ben ik niet van slag.” Als voetballer typeert Tom zichzelf als technisch en balvast. “Ik probeer altijd snel richting doel te gaan. Ik ben redelijk sterk aan de bal en doelgericht.”

Twee promoties
Zijn beste seizoenen beleefde hij in de beginjaren bij Honselersdijk, kort na zijn terugkeer van ADO Den Haag. “In mijn eerste jaar speelden we in de derde klasse. We promoveerden en ik nam natuurlijk ook nog een beetje het niveau van ADO mee in die tijd. Uiteindelijk zijn we in die eerste jaren twee keer gepromoveerd. Dat waren wel fantastische momenten natuurlijk.”

Van Veen bracht vier jaar door in de jeugd van ADO Den Haag, tot aan Jong ADO. “Dat was een geweldige ervaring. Je leert enorm veel, zeker in een team met een mix van jeugdspelers en jongens die zich klaarmaakten voor het eerste elftal. Soms speelden we tegen leeftijdsgenoten, soms tegen spelers uit het eerste team van andere clubs. Dat niveau heeft me echt beter gemaakt.”

Bij ADO speelde hij samen met spelers als Michiel Kramer en Mike van Duinen. En hij stond tegenover jongens als Mitchell te Vrede, Jonathan Reis en Tonny Vilhena. Bij ADO was onder meer Aleksandar Rankovic zijn trainer. Doorbreken in Den Haag deed de aanvaller niet. “Die stap was te groot en bovendien werd Jong ADO opgeheven. Ik heb daarna nog wel stages gelopen, bij FC Den Bosch en ook Sparta, maar uiteindelijk kwam het er niet van om weer onderdak te vinden bij een betaald voetbalorganisatie.”

“Toen moest ik een keuze maken, want de deadline voor de overschrijving naderde. Ik besloot om terug te keren naar Honselersdijk. Dat idee was in eerste instantie nog wel van tijdelijke aard, maar uiteindelijk ben ik hier gebleven. En daar heb ik meer dan vrede mee.”

Sindsdien combineert Van Veen zijn voetbalcarrière met werk in een familiebedrijf in Kwintsheul, waar hij in 2016 begon. “Het bevalt me goed, er zijn doorgroeimogelijkheden en ik voel me er thuis.”

Doelstelling
Nu Honselersdijk in de tweede klasse speelt, is de doelstelling voor het nieuwe seizoen duidelijk: meedoen om promotie. “Dat is wat we als groep willen. We willen bovenin meedraaien, maar dat wordt niet eenvoudig. Er zijn veel sterke ploegen in onze poule, zoals Westlandia, Verburch, HVC ’10, Den Hoorn en Brielle. Veel derby’s. We weten niet precies wat we van hen kunnen verwachten, maar als iedereen bij ons fit is, hebben we een sterke basis en een goede kans.”

De groep is grotendeels intact gebleven, al heeft Lars Ammerlaan besloten te stoppen met selectievoetbal. Ook heeft Honselersdijk een nieuwe trainer: Corné van Doorn. Hij is de opvolger van Pim van der Hoorn. De club nam afgelopen zomer, ondanks een tussentijdse verlenging, afscheid van hem. “Corné is voor sommigen geen onbekende en heeft bij goede clubs gezeten.”

Van Veen geeft toe dat hij niet had gerekend op het vertrek van Van der Hoorn bij Honselersdijk. “Dat kwam redelijk laat naar buiten en niemand had erop gerekend. Voor Pim is het ontzettend vervelend. Hij is een prettig mens en een goede coach. Ik heb hem nog even gebeld, want ik vond het belangrijk om dat te doen.”

Goede trainers
Van welke trainers heeft Van Veen het meest geleerd in zijn carrière? “Piet Boon heeft ons twee keer laten promoveren en met hem klikte het altijd goed. Bij ADO trainde ik onder Rankovic, die ook heel goed was. Andre Lourens haalde met Honselersdijk ook een hoog niveau. Elke trainer heeft zo zijn sterke punten.”

Met 29 jaar wil Tom voorlopig nog doorgaan met voetballen, zolang zijn lichaam het toelaat. “Als het niveau goed blijft en ik fit blijf, zie ik geen reden om te stoppen.” Zijn eerste jaar in de derde klasse was hij productief met zo’n 25 doelpunten, maar vorig seizoen was zijn minst productieve ooit, met slechts zeven doelpunten. “Het lag deels aan mijn fitheid. In de eerste seizoenshelft was ik wel fit, maar niet echt in vorm. Ik miste een stukje vertrouwen. In de tweede seizoenshelft was ik er niet altijd bij, en dat was niet goed voor mijn ritme.”

Klik op SV Honselersdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Honselersdijk voor meer informatie over de club.

‘Soms dacht ik: waar doen we het voor?’

0

Het knaagt aan Dahley Le Duc dat hij met Quintus nog nooit echt serieus aan de derde klasse heeft kunnen ruiken. De keeper, 26 jaar, is begonnen aan zijn vijfde seizoen bij de club uit Kwintsheul en hij wil een keer met Quintus de stap maken naar een hoger niveau. “Maar eigenlijk weet ik niet wat realistisch is”, vertelt hij.

In het afgelopen seizoen keek Quintus niet omhoog, maar vooral omlaag. Pas op de laatste speeldag speelde de ploeg van trainer Ramon Hageraats zich veilig in de vierde klasse D. “En dat terwijl we er rond de winterstop helemaal niet slecht voor stonden. We deden het eigenlijk heel aardig, zo rond plek 3 of 4. Maar uiteindelijk moesten we door de versterkte degradatieregeling vechten om er in te blijven. We eindigden een plek boven de streep. Het was dus niet echt een bijzonder seizoen voor ons. Jammer.”

Waarom het verval zo groot was en Quintus als zevende eindigde in de competitie, weet Le Duc wel. “Smalle selectie, heel simpel. En veel blessures. Dat heeft ons wel opgebroken.” En dat mag in het seizoen 2024/2025 geen excuus meer zijn. Ja, routinier Remco van der Knaap zette een paar maanden geleden een punt achter zijn carrière, maar Quintus heeft wel vier nieuwe spelers verwelkomd.

Angelo Zwirs
En van hen is Angelo Zwirs, die overkomt van FC ’s-Gravenzande en dus op een beduidend lager niveau is gaan acteren. “Maar Angelo komt wel van Quintus, hij heeft hier in de jeugd gespeeld en vijf jaar geleden maakte hij, net als ik en Tim van der Meer en Brian de Brabander, de stap van Honselersdijk naar Quintus.”

Het viertal van toen is dus eigenlijk weer compleet. “We willen met Quintus dolgraag naar de derde klasse”, vervolgt Le Duc. “Of dat mogelijk is moet blijken. Heel eerlijk, we weten relatief weinig van onze tegenstanders. We zitten weer in een andere afdeling. Wel met bijvoorbeeld Maasdijk en Naaldwijk, maar ook heel veel Rotterdamse ploegen. Ik ken die clubs niets. We willen in ieder geval echt meedoen in de vierde klasse.”

“Ik hoop wel op leukere wedstrijden dan in de afgelopen jaren. Soms stond ik echt op het veld en dacht ik: waar doe je het eigenlijk voor? Veel wedstrijden waren niet leuk. We stonden gewoon vaak niet tegen echte leuke teams. En dan speel je dus eigenlijk voor een paar leuke wedstrijden in het jaar. Ik hoop dat dat nu wel anders is, we gaan het zien.”

Betrokken
Le Duc – een keeper van twee meter – groeide op bij Honselersdijk, maar speelde in zijn carrière ook bij Westlandia. Inmiddels is hij alweer vijf jaar ‘thuis’ bij Quintus. “Een leuke vereniging. Iedereen is heel erg betrokken en doet wat terug voor de club. De selectiespelers fluiten af en toe ook een wedstrijden of draaien een bardienst. En in de winter gaan we altijd op trainingskamp in het buitenland.”

Sevilla
Afgelopen januari ging de selectie van Quintus naar Barcelona, komende winter wacht een trip naar het zuiden van Spanje, Sevilla. “De manier waarop we dat regelen is ook leuk. We halen zelf geld op om op trainingskamp te kunnen gaan. Door bijvoorbeeld een feestje te regelen of een dartstoernooi te organiseren. Voor de gezelligheid natuurlijk, maar ook om de eigen bijdrage zo laag mogelijk te houden.”

Le Duc en teamgenoot Jarno van der Knaap organiseren de reizen. “In juli waren we er over uit dat het Sevilla zou worden. Wij kiezen een stad, leggen het voor aan het bestuur, spelers en staf, en uiteindelijk geven we er een klap op.”

Klik op vv Quintus voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Quintus voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.