Home Blog Pagina 79

Hoe Bruinink een club vond via internet

Via een populaire voetbalsite, kwam Pim Bruinink ruim een jaar geleden terecht bij een club in Rotterdam. Zijn huidige trainer nam hem vervolgens mee en dus is de uit Zwolle afkomstige linksback sinds dit seizoen speler van eersteklasser Brielle. En dat allemaal door een simpel mailtje. 

Dat spelers soms op de meest onmogelijke manieren aan een nieuwe club komen, dat is niet nieuw. Toch doet de 24-jarige Bruinink er met zijn verhaal nog een schepje bovenop. “Ik ging in Rotterdam studeren en vond het zonde om te stoppen met prestatievoetbal. Alleen kende ik hier helemaal niks in de regio. Toen heb ik op de site van ‘hollandsevelden’ gezocht naar clubs uit de buurt. Zo kwam ik bij Neptunus-Schiebroek uit.” De voormalig student Marketing Management aan het Erasmus waagde er vervolgens een mailtje aan en zo begon het balletje te rollen. “Daarna kreeg ik het nummer van de trainer en kon ik meetrainen. Uiteindelijk mocht ik komen.”

Flinke stap

Die trainer was Manuel Vissers. Toen indirect eigenlijk al een bekende. “Manuel kende mijn trainer bij Berkum, in Zwolle, van de cursus. Dat hielp natuurlijk mee.” Zo erg, dat de twee nu opnieuw samenwerken. Bij Brielle dus. “Halverwege het seizoen, vroeg hij of ik met hem mee wilde gaan.” En precies dat, zag Bruinink wel zitten. “Bij Neptunus had ik geen minuut gemist en ik vond dit wel een mooie uitdaging. Om te kijken hoe dat zou gaan en waar mijn lat ligt.” Spijt heeft de Online Marketeer daar absoluut niet van. “Het bevalt heel goed! Brielle is een ontzettend leuke club. Het lijkt een beetje op Zwolle, qua dorpse gezelligheid.”

Toch was de overstap van de tweede naar de eerste klasse behoorlijk groot. “Dat merkte je al gelijk op de training, tijdens het positiespel. Zeker de eerste weken. Gelukkig gaat dat nu steeds beter.” Ook tijdens wedstrijden. “Ik heb best wel veel gespeeld, maar je moet continu scherp blijven. Kleine details zijn echt beslissend op dit niveau.” Maar met een zesde plek, lukt dat voorlopig best aardig. “Op zich zijn we daar wel tevreden mee, al is er ruimte voor verbetering. Sommige duels hebben we onnodig verloren. We zijn nog niet consistent genoeg.” Bruinink heeft wel een idee waar dat door komt. “Met flink wat nieuwe jongens, toch al zo presteren, dan zit er nog rek in.” Voor de tweede seizoenshelft, kijkt hij dan ook alvast omhoog. “Ik denk dat het alleen nog maar beter zal gaan. Verwacht dat we tegen de top aan zullen zitten.” Sterker nog. “Idealiter ga je meespelen voor promotie. Dat is natuurlijk ook wel het leukste. Hopen op een periode, dat zou mooi zijn!”

Vaste waarde

Al gaat dat natuurlijk niet vanzelf. “Zakelijker worden en zorgen dat iedereen fit is. Nu hebben we best nog veel met andere opstellingen gespeeld. Dat scheelt toch vastigheden.” Vastigheden die Bruinink zelf, ook steeds meer begint te krijgen. “Op dit niveau zijn het wel dingen waar je snel aan went. Vooral door met ervaren jongens te trainen én te spelen. Daar steek je veel van op. Die helpen mij ook echt om beter te worden.”

En dus lukt dat de inwoner van Rotterdam voorlopig meer dan aardig. “Fitter geworden, voetballend beter en ook verdedigend gaat het goed. Toch hoop ik nog meer stappen te kunnen maken, om echt een vaste basisspeler te worden.” Bijvoorbeeld door goed op te letten tijdens het positiespel. “Kijken naar hoe andere spelers dat doen. Maar ook bepaalde slimmigheidjes, als je een duel aangaat.” Iets dat Bruinink als linksback goed kan gebruiken. “Ik moet het best wel hebben van mijn loopvermogen. In ons systeem van 532 soms als ‘wingback’, maar ook vaak als één van de drie centrale verdedigers.”

Een belangrijke rol binnen het team. “Opkomen vind ik leuk om te doen, toch kan ik ook genieten van het verdedigende aspect. Man uitschakelen en een buitenspeler uit de wedstrijd spelen.” En hoe meer je van dat soort wedstrijden speelt, hoe sneller je de dingen oppikt. “Daarom wil ik eerst een paar jaar vaste waarde zijn op dit niveau. Nog meer een meevoetballende back worden, veel minuten maken en dan doorgroeien naar de vierde divisie. Dat lijkt me gaaf! Helemaal als we dat met Brielle kunnen doen.”

Klik op vv Brielle voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Brielle voor mee informatie over de club.

 

Spirit bekert verder na 0-6 overwinning

Spirit heeft zaterdag de beker wedstrijd tegen Rotterdam United met 0-6 gewonnen. Middenin de strijd, die Spirit in de competitie levert tegen dreigende degradatie, werd deze wedstrijd dan ook niet meer dan een veredelde oefenwedstrijd.

Een goede score zou een stuk zelfvertrouwen leveren voor de moeilijk scorende ploeg. Voor de rest was fit blijven de belangrijkste opdracht. Want Spirit kampt nog steeds met veel afwezigen. Cris de Jong, Ruben Slooff en Ruben de Vries waren afwezig. Ook Sean Luthart was niet in de wedstrijdselectie opgenomen. De doelman had te veel last van pijntjes en werd vervangen door Aart Labee. De 37 jarige doelman, die in 2009 en 2010 onder de lat stond van Spirit 1, werd onlangs teruggehaald uit het 7e  team van Spirit om te keepen bij Spirit 2. Zaterdag maakte hij zijn rentree bij Spirit 1, waarin hij in maart 2010 voor het laatst plaats nam tussen de palen.

Eerste helft

Spirit startte voortvarend. Al binnen 2 minuten kwamen de Ouderkerkers al op voorsprong.
Na goed voorbereidend werk van Timme van Hof kopte Lukas Bos de 0-1 in. Daniel van der
Zwan zette zijn ploeg nog voor rust op een veilige voorsprong. Hij scoorde fraai de 0-2 en na ruim een half uur de 0-3. Spirit speelde op dat moment al met een numerieke meerderheid. De thuisploeg liep al halverwege de eerste helft tegen een rode kaart aan.

In de 2e  helft speelde Spirit de wedstrijd rustig uit. Jeugdspeler Nicky Bentzon kreeg ook
weer minuten in het team van Richard van Cappellen en scoorde de 0-4. Daniel Gerritse
kopte een paar minuten later een voorzet van Tjerk de Kogel achter de Rotterdamse
doelman (0-5). Het laatste doelpunt kwam op naam van Lukas Bos. De spits rondde een voorzet van Robbin Brouwer af en besliste de eindstand op 0-6. Spirit gaat ook na februari nog minimaal één bekerwedstrijd spelen en dat is lang geleden.

Maar voorlopig moet de focus weer op de competitie gelegd worden. Daarin moet een gat
van minimaal 5 punten goed gemaakt worden om degradatie dreiging af te wenden.
Zaterdag speelt Spirit in Alblasserdam de eerder afgelastte wedstrijd tegen De Alblas.

Klik op vv Spirit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Spirit voor meer informatie over de club.

VFC stopt met prestatievoetbal op zondag

Op donderdagavond 8 februari 2024 heeft het bestuur van VFC, de spelers, trainers en overige stafleden van zondag 1 geïnformeerd over de beslissing dat in het seizoen 2024 – 2025 VFC geen prestatief zondag elftal meer in zal schrijven voor de competitie.

Afgelopen maandag, 5 februari 2024, heeft het bestuur van de Vlaardingse club unaniem besloten dat er met ingang van het nieuwe voetbalseizoen geen prestatief eerste elftal
ingeschreven wordt voor de zondagcompetitie. Dit betekent dat er na een periode van 110 jaar een einde komt aan voetballen op zondag van het eerste elftal. Een beslissing die niet zomaar is genomen.

Unanieme beslissing bestuur

Al langere tijd hing de vraag boven het complex van de club of zondagvoetbal op niveau nog een toekomst had aan de Sportlaan. VFC heeft altijd het streven om deel te nemen aan de competitie met een kwalitatief waardig (volgens de normen) VFC– elftal. Dit kan voor volgend seizoen niet meer georganiseerd worden. De doorstroming uit de jeugd, wat in een wat verder verleden, geen probleem was is grotendeels gestokt. Ook het rondkrijgen van een kwalitatieve goede staf rond het eerste elftal blijkt in de praktijk een steeds groter probleem te zijn.

Daarnaast moeten de selectiespelers, staf en supporters de laatste jaren relatief
lange reizen maken voor de uitwedstrijden. Zondagverenigingen op niveau van de
tweede klasse zijn in deze regio nauwelijks meer te vinden. Het bestuur van VFC begrijpt dat de sentimenten rond de zondag tak groot zijn en dat deze beslissing vragen zal oproepen. Dit besluit zal zeker niet door iedereen geaccepteerd worden. Dat is begrijpelijk, VFC is voetbal en VFC is emotie.

Een club met meer dan 1.000 leden waarvan een groot aantal leden in de zondagselectie heeft gevoetbald, hun successen hebben gevierd en die ondanks dat ze niet meer voetballen trouw aan hun club zijn. Voor hen maar in de eerste plaats voor de spelers en staf van het huidige eerste zondag elftal zal het een hard gelag zijn.

Op maandagavond 12 februari 2024 wordt een informatieavond gehouden voor
alle leden. Deze zal om 20.00 uur starten. Het zondagvoetbal verdwijnt overigens niet. Alle lagere elftallen zullen gewoon bij de club op zondag hun partijen kunnen spelen. Daar gaat uiteraard niks in veranderen. Daarnaast zal VFC er ook alles, wat binnen hun vermogen ligt, aan doen om jeugdleden te stimuleren om bij de overgang van jeugd naar senior de overstap te maken naar de zondag afdeling. Alleen op deze manier kan VFC de club blijven waar iedereen kan voetballen.

Persbericht namens het bestuur van VFC.

Klik op VFC Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VFC Vlaardingen voor meer informatie over de club.

Nauta is bij OHVV terug op het vertrouwde nest

0

Na negen jaar keerde Peter-Marcel Nauta aan het begin van dit seizoen bij OHVV terug op het oude nest. Veel dingen zijn er in die tijd natuurlijk veranderd, maar een hoop blijft volgens de trainer ook gewoon hetzelfde. “De charme van een kleine club, dat moet je ook niet anders willen.”

Onderaan de streep, is wat de 54-jarige Nauta betreft dan ook één ding duidelijk: “Het is goed om weer terug te zijn.” Want nadat de oefenmeester OHVV negen seizoenen geleden al eens eerder onder zijn hoede had, is dat nu dus opnieuw het geval. Al zijn er dingen veranderd. “Met name in een stukje materiaal en organisatie rond de selectie. Dat is echt verbeterd. Daar heeft mijn voorganger, Mark van Os, een belangrijke rol in gespeeld.” Maar, zo vertelt de inwoner van Heenvliet meteen. “Dingen blijven ook hetzelfde. Tola is er nog steeds, de dame achter de bar. Je weet altijd dat er bij een kleine club wat beperkingen zijn, dat moet je nemen zoals het is. Anders moet je het niet doen.”

Magie

Gelukkig deed Nauta, die op zijn 33ste zelf stopte met voetballen, dat afgelopen zomer dus wel. “Er waren meerdere mogelijkheden, maar OHVV pakte snel door. Dus daar kreeg ik een goed gevoel bij.” Logisch ook, zo redeneert de oud-trainer van onder meer De Jonge Spartaan en Rozenburg. “Ik ken natuurlijk veel mensen die hier zijn, dat is prettig werken. Misschien gaf dat de doorslag.” Een kleine voorsprong, had de trainer aan het begin van het seizoen dan ook wel. “Het is een voordeel als je de club goed kent. Qua aantallen is het kleiner geworden, dat is lastiger als je helemaal nieuw instapt.”

Toch is Nauta over de resultaten van de vierdeklasser nog niet helemaal tevreden. “We begonnen met een bepaald doel, dat hebben we bijgesteld. Slecht gestart, mede door een grote lijst aan geblesseerden en afwezigen.” Vervelend, vertelt hij. “Daardoor heb je minder onderlinge concurrentie én dus minder keuze.” Maar ook onder die verzachtende omstandigheden, moest OHVV door. “De laatste paar weken hebben we een serie goede wedstrijden neergezet. Dan valt ineens het kwartje.”

De magie van het voetbal, noemt de ervaren trainer het. “We hebben een kleine aanpassing gedaan in de speelwijze en in één keer is het er.” Wat die sleutel is tot succes? “Die houd ik graag geheim.” Maar het werkt dus wel. “In de laatste wedstrijd tegen Botlek, heb ik echt staan genieten. Van hoe we verdedigen en kansen creëren.”

Relativeren

En dus kwam de winterstop eigenlijk op een ongelukkig moment. “Als je dat momentum hebt, ga je liever door.” Toch, aangehaakt bij de subtop, kijkt Nauta stiekem weer langzaam omhoog. “We hebben zelfs nog een tijdje laatste gestaan, dan moet je reëel zijn. Nu is het vooral zaak om de speelwijze te verbeteren.”

Wat die is? “Ik speel graag verzorgd voetbal. Lekker opbouwen en tegenstanders dwingen tot keuzes. Maar soms moet je ook anticiperen, dan lukt niet wat je ‘altijd’ doet. Bijvoorbeeld als een team helemaal inzakt.” Gelukkig maken ze daar bij OHVV volgens Nauta stappen in. “Hoe we willen aanvallen en steeds meer ook in hoe we willen verdedigen. Dat zie ik terug. Daar moet je dan wel op trainen.” En dat is niet altijd makkelijk. “Door beperkte aantallen, blijf je aanpassen. Toch zie ik het verbeteren.”

Hard werken om ergens te komen. Dat is niet veranderd. Zijn eigen plan van aanpak, misschien wel. “Ik probeer nu wat vaker te relativeren. Uiteindelijk ben je met amateurvoetbal bezig. Negen jaar geleden was ik veeleisender naar mezelf en de spelers toe. Maar we leven in een veranderende samenleving, voetbal staat niet meer op nummer één voor veel mensen. Als je jezelf niet aanpast en soms dingen laat gebeuren, wordt het heel moeilijk.” Al kost dat af en toe moeite. “Afzeggen voor die reden? Dat denk ik nog steeds wel eens.”

Vertaalslag

Hoe anders was dat, in ‘zijn tijd’. “Toen ik een jaar of twintig was, stond ik bij HVV Bernisse al bij de D1 voor de groep. Met mensen op een veld staan en ze wat bijbrengen, heb ik altijd leuk gevonden. En nog steeds!” Vooral om samen heel veel plezier te hebben. “Spelers vinden het leuk als ze nieuwe dingen aangereikt krijgen en uitgedaagd worden. Soms deel ik een training voordat we beginnen of schrijf ik wat op het bord. Het is mooi om met die jongens over voetbal te praten.”

Daarbij laat Nauta zich door niet de minste trainers inspireren. “Roberto De Zerbi, Louis van Gaal en Pep Guardiola zijn trainers die ik graag zie. Dan moet je proberen om die vertaalslag te maken. Maar het zal je verbazen, hoeveel je van die trainingsstof kunt gebruiken in de vierde klasse.” Trainen in partijvormen, inventieve oefeningen aanbieden en zorgen dat iedereen fit is. Nauta, die ook volgend seizoen bij OHVV voor de groep staat, legt de lat hoog. “Ik zou zeer tevreden zijn als we het voetbal dat we nu spelen, door kunnen zetten. En proberen om bij de eerste vijf te eindigen. Dat moet kunnen met ons materiaal. Misschien zit er dan nog wel meer in!”

Klik op OHVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OHVV voor meer informatie over de club.

‘Soms mocht ik een helftje als speler meedoen’

0

Een paar weken rust, een beetje werken en genieten van de vakantie. Maar daarna weer vol aan de bak. Want nadat het bij vierdeklasser GHVV’13 zo vlak voor de winterstop begon te draaien, ziet Adisamat Orfane nog meer dan genoeg kansen. “Ons doel was handhaving, wat dat betreft staan we er prima voor!”

En dat terwijl het begin moeizaam was, vertelt de negentienjarige Orfane. “We speelden in de eerste paar weken echt niet slecht, maar de resultaten vielen tegen. De laatste wedstrijden gaat dat beter.” Met een vrijwel compleet nieuw team. “Tuurlijk wil je bovenin meespelen, alleen is dat niet realistisch. Veel oudere jongens zijn weg of gestopt, daarvoor zijn vijf jongens vanuit de JO19 doorgeschoven.” Waaronder hijzelf. “Dit is mijn eerste officiële seizoen bij de senioren. Vorig jaar heb ik al wel eens meegedaan, maar ik zit er nu pas echt bij.”

Hard werken

Dus moest Orfane in het begin best wel even wennen. “Vooral qua fysiek is het anders. Het niveau gaat wel, er wordt alleen minder gevoetbald. Meer de lange bal en ‘hopen’ op een goed resultaat.” Vaak ook op een slecht veld. “Dat is niet echt voordelig voor mij. Ik heb niet zoveel fysiek en houd juist van voetballen. In de JO19 probeerden we altijd op te bouwen van achteruit en dingen voetballend op te lossen. Nu is het vooral hard werken.” Als team. “We hebben behendige spelers, dus spelen eigenlijk beter op kunstgras. Maar soms kan het niet anders, om risico te voorkomen.”

Weet Orfane inmiddels ook, uit eigen ervaring. “Ik ben heel tevreden over mijn minuten, heb nog geen wedstrijd gemist.” Al leek dat er aan het begin van de voorbereiding nog even niet op. “Toen raakte ik geblesseerd aan mijn voet, waardoor ik een lange tijd niet mee kon doen. Uiteindelijk heb ik maar één oefenwedstrijd gespeeld.” Maar tegenwoordig is hij dus niet meer weg te denken, uit de formatie van de club uit Geervliet. “Tegen Rockanje en ZBVH heb ik gescoord. In het duel met Botlek gaf ik een assist. Ik sta vaak op tien, dan is het natuurlijk wel lekker als je belangrijk kunt zijn met doelpunten en assists.”

Al had dat ook zomaar heel anders kunnen zijn, lacht Orfane. “Ik ben acht jaar lang keeper geweest, omdat er niemand anders was die kon keepen. Heel soms mocht ik dan een helftje als speler meedoen.” Gelukkig voor hem, vonden ze op een gegeven moment iemand anders. “Voetballen vond ik veel leuker. Kon ik tenminste scoren.”

Oude club

Scoren doet hij nu dus voor GHVV’13, maar het begon voor Orfane allemaal bij Abbenbroek. “Vanaf mijn vijfde tot mijn veertiende. Vanaf het moment dat ik in Nederland kwam. Dat was lekker dichtbij, amper vijf minuten lopen.” Geboren in Somalië, voelt de voetballer zich helemaal thuis. “Ik heb alles hier vanaf mijn vierde, als klein kind, meegemaakt. Dus ik kan me er ook weinig meer van herinneren.” Van zijn overstap naar GHVV’13 gelukkig wel. “De jeugd bij Abbenbroek viel uit elkaar, toen ben ik door een klasgenoot en vriend overgehaald. Veel jongens zijn ondertussen beste vrienden geworden. Zoals Mees Brand. Het is een leuk team én het is nog steeds dichtbij.” En misschien wel het belangrijkste: “Ik mag de mensen graag en de mensen mogen mij!” Nu nog blijven presteren, aldus de inwoner van Abbenbroek. “Onze doelstelling is handhaven zonder nacompetitie. Het gaat goed, dus hopelijk kunnen we dat vasthouden.”

Helemaal tegen zijn oude club. “Dat is natuurlijk wel leuk, om daar weer terug te komen. Dat geeft toch iets extra’s.” Al tellen vooral de punten. “Vaak spelen we wel goed, maar zetten we het niet om in goals. In de tweede seizoenshelft moeten we onze kansen benutten, makkelijker uitlopen en het onszelf niet zo moeilijk maken. Ook voor mezelf.” Want Orfane, ziet nog genoeg ruimte voor verbetering. “Iemand die de bal graag aan zijn voeten heeft, zodat ik lekker kan dribbelen. Behendig, goed in de lucht en redelijk snel. Ik ben geen brede jongen, dus vooral in de duels moet ik mijn lichaam slimmer gebruiken.” Bij GHVV’13 dus. “Voorlopig heb ik het naar mijn zin. Ambities? Ik plan niks, we zien het wel. Eerst hier nog wat goals en assists meepikken!”

Klik op GHVV’13 voor het laatste artikel over de club.                                                        Klik op GHVV’13 voor meer informatie over de club.

Toekomst Spijkenisse in handen van twee broers

Ze begonnen allebei ooit als verdediger, maar Rhody (21) en Senna (16) Crans staan nu bij Spijkenisse toch vooral bekend als de twee keepende broers. En dus ligt de toekomst van de club letterlijk en figuurlijk in hun handen. “Je kunt elkaar helpen en praten met iemand die het zelf ook doet.”

En dat doen ze in huize Crans dan ook veelvuldig. “Het is echt een voetbalgezin”, vertelt de oudste van de twee. “Over onze eigen wedstrijden, maar ook over die van Sparta. We gaan uit en thuis, overal naartoe. Hebben al acht jaar lang een seizoenkaart.” Letterlijk en figuurlijk aangestoken door vader Michel. “Hij voetbalde er zelf ook en is nu zelfs mijn trainer. Sinds de JO17 al.” Gelukkig vindt ook hun moeder, het ‘helemaal prima’, lacht Senna. “Tijdens het avondeten met zijn vieren, is het hoofdonderwerp natuurlijk voetbal.”

Opgegroeid

Heel gek is dat ook niet. “Ik ben begonnen op de voetbalschool en daarna nooit meer weggegaan”, zegt Rhody die inmiddels speelt in het tweede van Spijkenisse. “Ooit begonnen als verdediger, pas op groot veld werd ik keeper.” Bijna hetzelfde geldt voor zijn broertje, nu doelman van JO17-3. “Sinds mijn vijfde zit ik hier, tussendoor ben ik nog een half jaartje gestopt. Na twee jaar als verdediger, ben ik in ‘de E’ gaan keepen. Dat vond ik heel leuk.”

Waarom? “Goede reddingen maken en je team helpen, dat is het mooie van keepen.” Helemaal als dat met je vrienden is, meent Rhody. “Die voetballen allemaal bij Spijkenisse. Vriendschap vind ik heel belangrijk. Op en buiten de voetbal.” En lekker dichtbij, vult Senna hem aan. “Je kent iedereen bij de club en iedereen kent jou.” Maar vooral, kennen ze elkaar natuurlijk goed. “We speelden vroeger altijd veel samen. Op een grasveldje in de buurt of achter in het steegje. Echt voetballend opgegroeid.”

De rol van keeper wisselden ze meestal af en soms was die niet eens nodig, herinnert Senna. “Als het mooi weer was, deden we flessenvoetbal.” De onvermijdelijke vraag: wie was er beter? “Rhody, maar dat kwam door de leeftijd. Vijf jaar, is een flink verschil. Toch ga ik hem nog inhalen!” Tot nu toe trainden ze dan ook pas twee keer samen. Desondanks beschikken ze beiden over nagenoeg dezelfde kwaliteiten. “Goed op de lijn, snelle reflexen en één op één sterk.”

Nabeschouwen

Maar waar Rhody ook sterk aan de bal is, kan Senna op dat gebied nog wel wat leren. “Dat zou ik wel van hem willen hebben. Net als een stukje timing.” Zijn broer is op zijn beurt, dan weer jaloers op zijn coaching. “Die schreeuwt het hele veld over. Dat doet hij meer dan ik.” De manier van praten geeft meteen de onderlinge band tussen de twee aan. “Als het kan, gaan we bij elkaar kijken. Alleen is Senna ook nog clubscheidsrechter, dus dat is niet altijd makkelijk.”

Gelukkig hebben ze na afloop of thuis, genoeg tijd om elkaar tips te kunnen geven. “Het is leuk om allebei keeper te zijn. Vooral om verhalen te kunnen delen. Even nabeschouwen of vertellen wat je bij de ander hebt gezien. Hoe je dat misschien beter kunt doen.” Of gewoon trots te kunnen zijn op een redding. “Beetje opscheppen, haha! En irritaties uiten.” Vragen naar hun favoriete keeper, is vragen naar de bekende weg. “Het zou gek zijn, als ik nu niet Nick Olij zou zeggen”, begint Rhody al te lachen.

“Bij elke redding sta je weer met je mond open. De onmogelijke ballen die hij pakt. Zijn reflexen, atletische vermogen en voetballende kwaliteiten… Die heeft veel punten voor ‘ons’ gepakt.” Toch voegt Senna graag nog iemand toe aan dat rijtje. “Ik vond een aantal jaar geleden Hugo Lloris ook heel goed! Niet al te lang, maar zijn reflexen en reddingen waren niet normaal.”

Mooi studiemateriaal dus. “De komende jaren kijk ik wel wat er op mijn pad komt. Ik ga lekker door, dan zie ik het wel.” En zijn oudere broer? “Een keer meedoen met één lijkt me heel leuk. Die ambitie om een stapje hoger te doen, heb ik nu wel. Anders zou ik het misschien wel ergens anders bij een eerste elftal willen proberen. Al zit ik nu ook met vrienden, dat blijft een afweging…” Want samen spelen, dat wordt als keepers lastig. “Maar in hetzelfde team zou leuk zijn!”

Klik op vv Zwartewaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwartewaal voor meer informatie over de club.

‘Als speler dacht ik al veel na over het spelletje’

Bezig aan zijn eerste seizoen als hoofdtrainer, leert Leroy de Visser steeds een beetje meer over zichzelf. Maar gelukkig loopt de ambitieuze jongeling daar bij vierdeklasser Zwartewaal niet voor weg. En dus zit hij voorlopig prima op zijn plek. “Er zijn genoeg mensen die me af en toe een spiegel voorhouden.”

Dat de 31-jarige De Visser blij is met de kans die ze hem bij Zwartewaal hebben geboden, is dan ook een understatement. “Het is echt een vereniging. Klein, maar wel met bepaalde belangen. Dat past bij mij. De cultuur zie je terug in de club”, vertelt hij. “Het is veel meer dan alleen voetballen, het is bijna een soort plaatselijke kroeg. Waar mensen elkaar ontmoeten. Het is leuk om juist daar, als trainer in te stappen. Dat verenigingsleven, vind ik fijn.” En dus laat de inwoner van Hellevoetsluis zich onderdompelen. “Als je snapt hoe de clubcultuur werkt, kun je beter beslissingen maken.”

Zelfreflectie

Beslissingen die De Visser sinds dit seizoen dus helemaal zelf maakt. Op eigen benen. “Ik ben eerder wel assistent geweest, maar dit is toch anders. Je leert dingen over jezelf. Hoe je handelt of met spelers omgaat. Soms maak je de goede keuze, soms mis je de boot. Dingen waarvan ik wist dat ze zouden gaan gebeuren.” Maar voor hem het belangrijkste: “Hoe ga je daarmee om? Volgens mij sta ik wel met zelfreflectie binnen de club. En anders zijn er wel mensen die me adviseren en een spiegel voorhouden.”

De Visser, zelf oud-speler van Nieuwenhoorn, weet het nog goed. “Vorig jaar, rond januari of februari, zag ik de vacature. Toen heb ik gesolliciteerd en vervolgens mocht ik op gesprek komen. Het gevoel was meteen goed.”

Want de ambitie om trainer te worden, zat er bij het voetbaldier al vroeg in. “Je kiest deze hobby, dan weet je dat het veel tijd kost. Maar daarom is het juist hartstikke leuk om te doen. Met die jongens bezig zijn, ze beter maken.” Bij een club waar het eigenlijk nooit niet gezellig is. “Er zijn altijd mensen, ook na de wedstrijd.” Al willen die mensen natuurlijk ook wel goed voetbal zien. “Voor het seizoen hebben we gezegd dat we bij de eerste vijf willen eindigen en meedoen voor een periode. We staan nu vierde, maar alles zit nog dicht op elkaar. Dat is ook het leuke van deze competitie, iedereen kan van elkaar winnen.”

Waar De Visser, die ondertussen ook nog de docentenopleiding binnen de KNVB volgt, tot nu toe het meeste trots op is? “Dat het ons lukt om er iedere wedstrijd het beste van de te maken. En dat terwijl we nog geen drie duels achter elkaar met dezelfde groep hebben kunnen spelen.”

Luisteren

Dus is het soms schakelen, voor de ambitieuze oefenmeester. “We begonnen in een 1433 en met het idee om hoog op het veld de bal af te pakken. Na verloop van tijd kwamen we erachter dat we beter wat lager konden gaan staan. Later zijn we ook naar een systeem met twee spitsen gegaan.”

Een mooie leerschool voor de beginnend trainer, die op zijn 26ste al zijn UEFA B haalde. “Als jongens zich daar prettiger bij voelen, doe je concessies. Ik probeer altijd naar mijn spelers te luisteren.” Want over zijn visie, is hij duidelijk. “Het liefste verover ik zo snel mogelijk de bal, dat vind ik zelf het leukste om naar te kijken. Daarmee dwing je iets af.” Maar, voegt De visser meteen toe. “De ploeg vindt het juist soms fijn om de bal bij de tegenstander te laten. Daarom doen we nu een beetje van beiden. Dat heeft goed gewerkt.” En aan de bal? “Willen we zo snel mogelijk bij die goal komen. Kan ook met een lange bal, dat maakt niet uit. Als het maar efficiënt is.”

Misschien wel ingegeven, door zijn eigen manier van voetballen, lacht hij. “Een luie spits! Ik heb nooit echt op hoog niveau gevoetbald, maar vond het wel heel leuk. Vorig jaar zat ik nog in een vriendenteam, tegen jongens die wel heel goed konden voetballen. Dat vond ik dan echt interessant. Als speler dacht ik ook al veel na over het spelletje.”

Enthousiasme

En dus koos De Visser snel voor het trainersvak. Niet gek, gezien zijn werk als docent Lichamelijke Opvoeding. “Met de jongens die wat ouder zijn, kan ik echt dieper over voetbal praten. De jongere gasten zijn nog wat speels. Soms sta ik tussen de groep, dan weer erbuiten. Uiteindelijk is het hun feestje.”

Ook tijdens de training. “Op het trainingsveld ben ik behoorlijk aanwezig. Vooral uit enthousiasme. Na een mooie goal of dingen die lukken, blijer kun je mij niet maken. Dan ben ik echt mezelf.” Geïnspireerd door Alex Ferguson, Louis van Gaal (“Daar kan ik echt van genieten op tv”) en Pep Guardiola, blijft De Visser het trainerswereldje voor zichzelf verder ontdekken. “Dit bevalt heel goed, maar ik vind het ook leuk om met jeugd om te gaan. Dat wil ik de komende jaren de tijd geven. En ooit wil ik richting UEFA A gaan. Ik ben vooral benieuwd hoe ver ik kan komen!”

Klik op vv Zwartewaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwartewaal voor meer informatie over de club.

‘Dan begin je er anders naar te kijken’

Een jaar of zes geleden hielp hij bij de JO9-2 van Hekelingen ‘gewoon een vriend uit de brand’. Maar inmiddels is Roy van der Meijden bij de club uitgegroeid tot een vast gezicht als het om jeugdtrainers gaat. En als eindverantwoordelijke van de JO17, gaat hem dat meer dan goed af. “Het is ontzettend leuk om anderen iets bij te leren.”

Al was het ook wel lekker, om even winterstop te hebben, lacht de pas 23-jarige trainer. “Dat merkte je bij de jongens zelf ook, dan is de concentratie en spanningsboog gewoon weg.” Opgeladen en wel, kijkt Van der Meijden vol enthousiasme uit naar het restant van het seizoen. “We spelen hoofdklasse, dan wordt er naast plezier, ook een bepaalde prestatie verwacht.” Bij toch wel ‘zijn club’. “Ik voetbal hier vanaf mijn vijfde. De complete jeugd doorlopen en nu in het derde, als vriendenteam.” Zijn positie? “Heel vroeger begonnen als keeper, daarna spits en ondertussen sinds elf jaar verdediger. Ik ben nogal lang, dan krijg je dat.”

Gebruiksaanwijzing

Gelukkig is Van der Meijden als trainer een stuk meer honkvast. “Dit is mijn vijfde seizoen als jeugdtrainer. Dat begon met het helpen bij de JO9-2 en een jaar later de selectie van de JO15. Daarna stond ik op eigen benen en ben ik met deze groep meegegaan. Tot nu JO17.” Een flinke uitdaging, zo weet hij. “Sinds ik hoofdtrainer ben, wil ik iedere speler even lang laten spelen. Dan moet je af en toe keuzes maken. Maar aan het einde van het seizoen, moet iedereen gelijk staan.” Gelukkig kent hij zijn spelers, inmiddels door en door. “Ik was eerst clubscheidsrechter, dus ik floot ze al toen die jongens nog in ‘de E’ zaten. Ze hebben allemaal hun eigen gebruiksaanwijzing, dus inmiddels weet ik wel wat werkt.”

En dat is maar goed ook, vertelt Van der Meijden. “De helft zit al bij elkaar vanaf de voetbalschool. Veel jongens zitten natuurlijk ook bij elkaar op school. Het is een groep die, helaas soms iets te, van lachen, gieren en brullen houdt. Dat het pubers zijn, maakt het soms ook niet makkelijker.” Maar, voegt de inwoner van Spijkenisse meteen trots toe: “Het is ook een team dat heel hard voor elkaar wil knokken. Zo hebben we al vaak in de laatste minuten toch nog punten gepakt.”

Aan hem de taak, om dat allemaal een beetje bij elkaar te houden. Ook als het een keertje niet loopt. “Teamproces en plezier zijn uiteindelijk het belangrijkste. Je kunt slecht spelen en 3-0 winnen. Maar ook verliezen en toch goede dingen hebben gezien. Dan kan je net zo goed positief zijn.” Die wijze les leerde Van der Meijden van Guy Duijm, zijn huidige assistent en tevens assistent van HBSS 1. “Daarin was hij, zeker in het begin, heel belangrijk voor mij. Op een gegeven moment begin je er dan zelf ook anders naar te gaan kijken.”

Senioren

Want na vier jaar met deze groep, hebben de talenten van Hekelingen natuurlijk wel stappen gezet. “Ze zijn volwassener geworden en kunnen nu beter omgaan met verantwoordelijkheden. In de JO15 ging het contact vaak nog via de ouders, nu kunnen ze dat beetje bij beetje zelf gaan doen.”

Maar ook op het veld, ziet Van der Meijden de nodige vooruitgang. “In mijn eerste jaar moesten we het echt hebben van individuele kwaliteiten, met twee krachtige en snelle spitsen. Nu spelen we ook veel beter samen als team. Dat is een mooie leercurve.” Gebouwd op een stevige fundering. “Eerst moet je het verdedigend goed op orde hebben. Als de basis er is, kun je verder bouwen.” Hoe hij dat doet? “Tijdens trainingen wedstrijdgericht bezig zijn. Bijvoorbeeld door daar in een partij twintig minuten de nadruk op te leggen.”

Allemaal, om die jongens zo veel mogelijk bij te leren. Want dat blijft toch het leukste. “Als je dat terugziet op zaterdag, geeft dat heel veel voldoening.” Naast het onderlinge contact. “Twee seizoenen geleden heb ik een keer de O23 gedaan, daar word ik nu nog steeds door spelers op aangesproken. Dat is gaaf! Daar heb ik ook hard voor gewerkt, om die geloofwaardigheid te creëren.” Gericht op de toekomst. “Ik zou het heel mooi vinden om nu als assistent die stap naar de senioren te maken. Vorig jaar heb ik mijn UEFA C gehaald en ik zou graag door willen stromen naar UEFA B.” Want uiteindelijk, liggen daar zijn ambities. “Later seniorentrainer worden, dat is mijn doel. Maar eerst vlieguren maken!”

Klik op vv Hekelingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Hekelingen voor meer informatie over de club.

 

‘Je leert ook weer dingen van elkaar’

De één komt pas net kijken, terwijl de ander barst van de ervaring. Toch spelen Juul Seuren (17) en Romona Postma (35) sinds dit seizoen bij Zuidland in hetzelfde team. En dat is als jongste én oudste binnen Vrouwen 2, best bijzonder. “Soms merk je wel dat je in een andere levensfase zit.”

Want vooral voor Seuren, is haar eerste seizoen bij Zuidland één grote ontdekkingstocht. In de zomer kwam ze over van GHVV’13. “Ik heb vanaf mijn zesde bij de jongens gevoetbald, tot de JO19. Toen hoorde ik dat ze hier veel meer mogelijkheden hadden voor dames.” Die mededeling kwam voor haar als geroepen. “Het werd fysiek ook wat heftig. En ik voelde me toch een beetje alleen, ook in de kleedkamer. Nu natuurlijk niet meer!” Sterker nog. “Het is super fijn! Ik werd ook door iedereen meteen goed opgevangen.” Onder andere door Postma, die al langere tijd bij de club zit. “Dit is mijn zesde seizoen! Hiervoor zat ik bij Botlek.”

Tijd en energie

Daarna wilde ze eigenlijk stoppen met voetbal, maar dankzij een paar vriendinnen, deed de ‘nummer 6’ dat uiteindelijk niet. “De chemie met de meiden, is gewoon leuk. Daarnaast is alles goed geregeld.” Met dank aan Hans Schelvis, trainer van Vrouwen 2 en coördinator van het vrouwenvoetbal. “Die verdient echt de credits! Hij steekt er zoveel tijd en energie in. Van trainers, tot kleding. Daar mogen we bij Zuidland echt onze handen mee dichtknijpen.” Al was dat ooit wel eens anders, lacht Postma. “Eerst vond ik hem een beetje vervelend, omdat hij overal bij ons meiden liep weg te trekken. Nu snap ik het! Hij is daardoor een enorme kracht voor de vereniging.”

Ook in het geval van Seuren, begint de jongste van de twee te lachen. “Ik was samen met mijn moeder naar de club gereden, daar was niemand, behalve een vader met zijn twee kinderen. Die waren aan het voetballen in de pannakooi. Van hem heb ik toen het nummer van Hans gekregen. Zo hebben we het uiteindelijk geregeld.” En dat bevalt tot nu toe uitstekend. “Iedereen is heel fanatiek en wil winnen, zo ben ik ook.” Als jongste van het team, dus. “Eigenlijk merk ik daar niet veel van. Je zou het denk ik ook niet zeggen.” Want om eerlijk te zijn, weet Seuren niet beter. “Ik wilde vroeger als klein meisje al op voetbal. Mijn vader dacht vast dat het maar ‘even’ zou zijn, iedere zaterdagochtend zo vroeg…”

Dat bleek het dus absoluut niet. “Een teamsport is gewoon gezellig. Daardoor blijft het heel leuk.” Ook buiten het veld, vertelt de snelle rechtshalf. “We doen heel veel uitjes samen. Zo zijn we een keer gaan padellen, maar ook gourmetten.” En dus heeft de inwoonster van Geervliet het uitstekend naar haar zin, mede dankzij haar teamgenoot. “Romona is onze aanvoerder, kan heel goed aanwijzingen geven en helpt mij heel erg. Daarnaast heeft ze een goede conditie, dus kan blijven lopen!”

Teamgevoel

Postma, die op haar veertiende begon bij Hekelingen, herkent zich daar wel in. “Ik moet het vooral hebben van hard werken en veel inzet. Met fanatisme mensen meekrijgen, ik ben niet het voetbaltalent van ons team.” Met die instelling past ze juist uitstekend binnen datzelfde team. “Het is een goede combinatie van presteren en gezelligheid. Veel meiden zijn ook buiten de voetbal bevriend. En na de wedstrijd, blijven er steeds meer hangen.” Toch zijn ze soms ook kritisch op elkaar. “We willen natuurlijk wel winnen.” De sfeer is volgens haar in de afgelopen jaren dan ook enorm verbeterd. Precies wat het voor Postma juist zo leuk maakt. “Op trainingen is er genoeg ruimte voor lol. Het sociale aspect vind ik heel belangrijk. Echt dat teamgevoel. Daarnaast is het een stok achter de deur, om sportief bezig te zijn.”

Met dus ook de nodige meiden die wat jonger dan haar zijn. “Soms merk je wel dat je in een andere levensfase zit, maar daardoor leer je ook weer van elkaar. In het enthousiasme, sportieve of vriendinnen zijn.” Wel als verdedigende middenvelder, zo vertelt ze. “Dat is de plek waar ik het liefste speel. In de aanval is een drama, daar moet je mij echt niet zetten.” Gelukkig hebben ze daar Seuren dan weer voor. “Juul is pas net in ons team, maar dat merk je eigenlijk niet. Altijd vrolijk, heel sociaal en makkelijk in de groep. In het veld is ze heel gevaarlijk met haar snelheid en blijft ze maar gaan. Die stopt niet. Ik zie in haar dan ook een stukje toekomst voor Zuidland. Ze heeft echt de kwaliteiten om in het eerste te spelen. Al kan ze nu bij ons ook nog veel leren.” Alleen zal dat niet heel lang meer samen met Postma zijn. “Hierna nog hooguit één seizoen!”

Klik op VV Zuidland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Zuidland voor meer informatie over de club.

 

Van spelen tegen Ajax naar de vierde klasse

Na jaren in het profvoetbal, belandde Jordy van der Winden (29) aan het begin van dit seizoen bij Botlek in de vierde klasse. Een totaal andere wereld, maar wel één waar de oud-verdediger van FC Den Bosch en FC Utrecht zich op zijn plek voelt. “Een beetje alsof je een tweede huisje hebt.”

Wie dat een jaar of zes geleden tegen Van der Winden als speler van Den Bosch had gezegd, was waarschijnlijk vreemd aangekeken. Ook door hem. “Het seizoen voordat ik geblesseerd raakte, was ik eigenlijk bezig om mezelf in de kijker te spelen. Als ik mijn spel zag toen…” Bezig om er meer uit te halen. “Zonder die (kruisband)blessures, had er ook meer ingezeten. Nu was dit het maximale.” Want dat de inwoner van Spijkenisse, die het uiteindelijk tien jaar volhield in het profwereldje, pech had met blessures, is een understatement. “Drie keer aan mijn knie. Vier operaties in vijf jaar.”

Praatje maken

En dus streek Van der Winden deze zomer neer bij Botlek. Van spelen tegen Ajax, naar voetballen in de vierde klasse. “Dat was wel even wennen! Het niet meer elke dag moeten en jongens die gewoon echt voor de gezelligheid komen trainen.” Maar, zo vertelt hij. “Als er hier dingen geregeld moeten worden, doen ze dat. Broodjes en fruit voor de wedstrijd, dat maakt het toch wedstrijdecht.” Bij een warme club, waar Van der Winden meer dan goed op zijn plek zit. “Vanaf minuut één voel ik me welkom. Lekker in de buurt, op het fietsje. Ik wilde gewoon even van dat moeten af, dat is gelukt!”

Sterker nog. “Ik had niet verwacht dat Botlek zo warm zou zijn én als thuis zou voelen.” Reden om flink zijn steentje bij te dragen. “Het is leuk om op mijn eigen manier met die jongens bezig te zijn. Gewoon door een praatje te maken. Waarom maak je die keuze? Had je het ook niet zo kunnen doen? Dan krijgen ze toch een besefmomentje en gaan ze er hopelijk zelf over nadenken.” Want het voetbalgogme, is er volgens Van der Winden echt wel. “En ook het niveau is vrij aardig. We kunnen best wel lekker positiespel spelen.”

Al zit dat er voor de linkspoot zelf, voorlopig opnieuw even niet in. “Fysiek gaat het minder, ik heb toch weer een terugslag gehad.” Wederom dus die knie. Zijn ‘slechte’ knie. “Van mijn verkeerde been. Met de ene heb ik nooit wat, met die ander altijd. Ik merk nu gewoon dat er slijtage zit, het is allemaal wat gevoeliger.” Ook thuis. “Alles gaat wat langzamer, je bent toch heel voorzichtig.”

Flinke klap

Desondanks speelde Van der Winden dit seizoen een wedstrijd of negen én dus valt het wat dat betreft allesbehalve tegen. Over de resultaten, is de voormalig prof iets minder tevreden. “Er zit veel meer in dan die negende plek. Het enige wat we nu kunnen doen, is ons revancheren.” De lat, legt hij voor de huidige vierdeklasser dan ook hoog. “Onze doelstelling is minimaal nacompetitie. Ik verwacht dat dat gaat lukken.”

Toch is het niet makkelijk, heeft Van der Winden gemerkt. “Clubs zijn tegen ons als degradant, gebrand om goed te spelen. We hebben best veel nieuwe jongens en een jonge groep, dan is het soms in die laatste tien minuten even op je tanden bijten en scherp blijven. Daar krijgen we nog te veel goals tegen.” De centrale verdediger kan het met al zijn ervaring natuurlijk weten. “Ik kijk hartstikke positief terug op mijn jaren in het profvoetbal. Het is alleen zonde dat het op zo’n manier abrupt tot een einde moest komen.”

En dat maakt het voor hem nog steeds wel eens lastig. “Het is topsport, dan kun je met zo’n knie, als je al negen maanden aan het sukkelen bent, niet iets anders verwachten. Tuurlijk had ik graag nog een jaar doorgewild, maar fysiek ging het niet meer.” Een flinke klap, herinnert hij. “De mensen om mij heen, hebben mij toen wel geholpen om een beetje op de been te blijven.” Ook zijn werk als boekhouder, hielp hem daar goed bij. “Toch mis ik het profvoetbal ontzettend. Elke dag voetballen en met die jongens bezig zijn, met elkaar ouwehoeren. Dat is een jongensdroom.”

Al is het gras, ook niet altijd groener aan de overkant, vertelt hij. “Veel weg en de weekenden zijn karig. Dat heb je er allemaal voor over, omdat het zo leuk is.” Maar dat is wat hij nu doet, ook. “Ik heb het bij Utrecht en Den Bosch naar mijn zin gehad, en nu bij Botlek ook. Dus wat dat betreft is de cirkel rond.” Nu alleen nog fit worden. “Over een paar weken hoop ik weer groen licht te krijgen!”

Klik op SC Botlek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Botlek voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.