Home Blog Pagina 23

Sil Riemens en Serooskerke met goed gevoel het nieuw seizoen in

0

SEROOSKERKE – Gezien de kwaliteiten in de selectie kende Serooskerke voor hun doen twee moeizame en teleurstellende seizoenen. Dankzij de goed afgesloten nacompetitie en het realiseren van lijfsbehoud sloten Sil Riemens en zijn ploeggenoten uiteindelijk toch nog met enigszins een positief gevoel het seizoen af als derdeklasser.

“Dat hebben we weten vast te houden waardoor we nu echt met een goed gevoel het nieuwe seizoen in zijn gegaan. We hebben in Bart van Wuyckhuyse een nieuwe, jonge en onervaren hoofdtrainer. Het feit dat er nu een nieuwe frisse wind waait dat is wel iets waar de spelersgroep misschien ook aan toe was. Er heerst veel positiviteit en iedereen wil er vol voor gaan.”

Van Wuyckhuyse volgt Cees Houtepen op en debuteert als hoofdtrainer, nadat hij als assistent werkte bij SVOD’22. Debuteren dat deed Riemens al een flink aantal seizoenen geleden bij Serooskerke, de club waar hij al sinds zijn zesde voetbalt. “We hadden in de JO19 een sterke lichting en ik debuteerde als achttienjarige. We mochten toen met een aantal gasten eerder doorstromen naar de senioren, maar ik koos ervoor om nog een seizoen bij de JO19 te blijven. Daarna ben ik wel naar de eerste selectie gegaan en samen met Aron Wattel werden we direct basisspeler. Doordat ik ook van reizen houd heb ik sindsdien ook wel een aantal periodes gemist hier. Maar normaal gezien ben ik basisspeler als ik beschikbaar en hier in Serooskerke ben.”

Voornamelijk wordt Riemens dan door de trainers gebruikt in een aanvallende rol als een soort ‘zwevende’ middenvelder. “Ik ben een speler die nogal lastig te coachen is en die niet graag in een te strak tactisch jasje wordt gestopt. Gelukkig krijg ik ook vaak de vrijheid en proberen we het tegenstanders lastig te maken door als middenvelders of als aanvallers veel te rouleren qua posities. Mijn kwaliteiten liggen in de snelle omschakeling en dan via een assist medespelers in stelling te brengen. Als linkspoot doe ik dat zelf nog altijd het liefste vanaf de linkerkant van het middenveld. Als ik kan lopen en mezelf kan bemoeien met het spelletje, dat is heerlijk. En heb ik ook nodig om mijn energie kwijt te kunnen.”

Hoewel het vorig seizoen in de ogen van de 27-jarige middenvelder als ‘dramatisch’ getypeerd kan worden, ziet hij nu de toekomst een stuk zonniger in. “We hebben een groep met veel jonge gasten die steeds meer ervaring krijgen. Vorig seizoen hadden we ook veel blessures en daardoor liep het vaak minder. Nu is dat gevoel anders en vind ik ook dat we, gezien onze kwaliteiten, zeker moeten kunnen meedoen en niet meer een heel seizoen in de gevarenzone moeten hangen. We zijn nu in mijn ogen écht een derdeklasser, maar wel eentje die in de linkerrij moet bivakkeren en niet hoort te knokken om veilig te blijven.”

Persoonlijk vindt hij het mooi om als ervaren speler wat voor de ploeg te kunnen betekenen. “En dan vooral voor die jonge gasten. Op een positieve manier hun coachen, wegwijs maken en ondersteunen om daar samen beter van te worden. Dat is de insteek. Ik voel me mentaal en fysiek op mijn fitst nu en dat hoop ik er dit seizoen te laten uitkomen.”

Klik op VV Serooskerke voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Serooskerke voor meer informatie over de club.

Vrijwilligerswerk bij Jong Ambon geeft Maurits Sep veel voldoening

MIDDELBURG – Hij rolde, zoals het vaak bij verenigingen gebeurt, min of meer geleidelijk in een vrijwilligersfunctie omdat één van de kinderen lid wordt. Dat was bij Maurits Sep 56) niet anders. ‘Mijn zoon ging zeven jaar geleden voetballen bij Jong Ambon en zo ben ik daar uiteindelijk dus ook terecht gekomen. Ik vervul verschillende rollen en die geven me enorm veel plezier en voldoening.’

Zo is Maurits, die al zo’n twintig jaar in Middelburg woont aan de rand van de Molukse wijk, secretaris van de Stichting Jong Ambon en teamleider bij de O14 waarin zijn zoontje actief is. “Ik heb zelf helemaal geen voetbalachtergrond maar vind het geweldig om te kunnen helpen daar waar nodig. En door de jaren heen ben ik het spelletje steeds meer gaan waarderen en begrijpen. Zo sta ik altijd samen met de trainer op het trainingsveld en ondersteun hem zoveel ik kan. Daarnaast onderhoud ik de contacten met de ouders en zorg dat de zaken rondom het elftal goed geregeld zijn. Op die manier probeer ik op een zo positief mogelijke wijze een bijdrage te leveren aan het sport- en spelplezier van iedereen.”

Toen de club verhuisde naar de huidige accommodatie werd er een stichting opgericht, die opereert naast de vereniging en verantwoordelijk is voor alles met betrekking tot de velden en gebouwen van de club. “Ik heb er destijds goed over nagedacht en besloot om de rol van secretaris op me te nemen. Daarbinnen onderhoud ik de contacten met bijvoorbeeld de gemeente en ik regel samen met de voorzitter en penningmeester de lopende zaken. We zorgen er samen met het verenigingsbestuur voor dat de club gezond blijft en alle radertjes draaien. Dat kost de ene keer wat meer tijd dan de andere, maar overall is het prima allemaal te combineren.”

Vrijwilligers zijn volgens Sep, in het dagelijks leven al ruim dertig jaar werkzaam als journalist bij de PZC, meer dan hard nodig. “Het is niet vanzelfsprekend dat mensen een rol als vrijwilliger op zich nemen, maar ik wil graag betrokken zijn bij de club waar mijn zoon actief is. Gelukkig denken heel veel mensen bij Jong Ambon hetzelfde en dat zorgt voor veel verbondenheid. Het is een kleine en heel fijne club. Inmiddels een heel multiculturele vereniging waar allerlei culturen zijn verenigd. Dat is prachtig om te zien hoe dat zich ontwikkeld heeft de afgelopen jaren.”

Vanuit de stichting is ingestoken op verbetering van het imago dat aan Jong Ambon kleefde en mede door verschillende projecten is die omslag al aardig gelukt. “Met elkaar hebben we onder meer ‘de vreedzame club’ opgezet, een parallel met ‘de vreedzame school’ waar men bij De Stroming al aan werkte. Op een positieve manier leren omgaan met tegenslag, probleemgedrag enzovoorts. Leraren kregen daarin training en die hebben we ook aan onze trainers op de club aangeboden. Je ziet dat het effect heeft en dat spelers, ouders en trainers erin meegaan. Op een positieve manier de zaken benaderen werpt zijn vruchten af. Zowel op het veld als langs de lijn en dat is prachtig om te zien dat die aanpakt werkt.”

In totaal staat hij vier dagen per week op of langs het veld en zijn er gedurende het jaar ook nog regelmatig vergaderingen om bij te wonen, contactmomenten met instanties en de gemeente. Maar Sep ervaart het vooral als dankbaar werk. “Mensen bij de club zijn dankbaar dat ik het op me neem en ik ervaar die dankbaarheid van ouders, bestuursleden en spelers als een warme deken. Toch is het plezier dat ik eraan beleef, elke moment dat ik op de club ben en iedereen heerlijk bezig zien op de velden nog altijd het allermooiste.”

Sterk in je Schoenen: ‘Leren omgaan met tegenslag’

0

Iedereen krijgt vroeg of laat te maken met teleurstellingen, en dat geldt zeker ook voor kinderen op het sportveld. Hoe ga je daarmee om? En belangrijker nog: hoe kun je die lessen meenemen in de rest van je leven? Vanuit precies die gedachte, ontstond het programma ‘Sterk in je Schoenen’, een initiatief van voetbalmoeder en life coach Danielle van Rosmalen en profvoetballer Thomas Marijnissen.

En dat begon heel klein, met een bericht van Van Rosmalen (47) aan de voormalig jeugdspeler van Boeimeer. Want nadat ze een aantal inspirerende posts van Marijnissen op LinkedIn voorbij had zien komen, besloot ze hem te vragen of ze samen iets konden betekenen op het gebied van mentale veerkracht voor kinderen in de sport. De reactie kwam al snel. “Gaan we doen, stuurde hij terug.”

Laagdrempelig

Van Rosmalen werkt zelf als life coach, waarbij ze mensen begeleidt in het omgaan met mentale uitdagingen en stress. Als moeder van twee voetballende zoons en een hockeyende dochter weet ze bovendien hoe groot de rol van sport is in het leven van jongeren, én hoeveel emoties daarbij komen kijken. Toen Marijnissen instapte, met zijn eigen ervaringen uit zijn voetbalcarrière, waaronder bij NAC Breda, werd de basis gelegd. Vervolgens werd een plan gemaakt. “De eerste stap: bewustwording creëren bij trainers rondom het thema mentale veerkracht. Want, wat is mentale veerkracht eigenlijk? En vooral: hoe kun je daar als trainer een positieve bijdrage aan leveren?” Daarna volgden interactieve sessies met de kinderen. “Volgens het over de streep-principe, maar dan met een bal aan de voet, waarbij ze op een laagdrempelige manier kunnen laten zien waar ze mee worstelen, zonder er direct over te hoeven praten. Daarbij kun je denken aan vragen als: dribbel naar de overkant als je het lastig vindt om met verlies om te gaan, of dribbel naar de overkant als je wel eens onzeker bent over wat anderen van je denken op het veld.” De kracht, zit hem volgens haar in de combinatie van theorie, spel en kwetsbaarheid. “Trainers zien hun spelers van een andere kant, kinderen durven zich open te stellen en iedereen leert dat emoties er gewoon mogen zijn”, vertelt Van Rosmalen. “We hopen ze tools te geven waar ze de rest van hun leven iets aan hebben. Want dat ieder mens met tegenslag te maken krijgt in zijn of haar leven, is een gegeven. Hoe fijn is het dan, als je al vroeg kennis hebt gemaakt met tools die je daarbij kunnen helpen?”

Emoties

Maar het programma, reikt verder dan alleen het veld. “Kinderen leren dat falen, boosheid of angst normaal zijn, en dat je ermee kunt leren omgaan.” Ook in de praktijk. “Clubs merken dat trainers anders gaan communiceren en bewuster omgaan met hun invloed op jonge spelers. Want of het nu gaat om een scheidsrechter die tegenfluit of ouders die langs de lijn staan te schreeuwen: emoties spelen altijd een rol. En juist daar ligt de kans om kinderen te begeleiden.” Bij Boeimeer, waar het tweetal begon met hun programma, deden inmiddels al twaalf teams mee. Binnenkort gaat het duo ook van start bij Bavel, Groen Wit en The Gunners. Hun ambitie, is dan ook duidelijk. “Hoe mooi zou het zijn als we dit door heel Nederland zouden kunnen verspreiden?” En dat is volgens haar, geen verre droom. “Er bestaan vaak subsidies waarmee sportclubs dit soort initiatieven kunnen financieren.” En niet voor niks, zo sluit ze af. “Het enthousiasme van kinderen, trainers en clubs laat zien dat ‘Sterk in je Schoenen’ meer is dan een leuk project. Het is een investering in mentale weerbaarheid voor het leven!”

Kijk voor meer informatie op www.sterkinjeschoenen.org of mail naar info@sterkinjeschoenen.org.

Klik hier voor meer informatie over BSV Boeimeer.
Klik hier voor meer artikelen over BSV Boeimeer.

‘We zijn eigenlijk een soort vriendenteam’

0

Met de ambitie om voor directe promotie te gaan, moesten ze bij vierdeklasser DIA afgelopen seizoen al vrij snel de knop omzetten. Want nadat er in het begin kostbare punten werden laten liggen, bleken Terheijden en Waspik een serieus maatje te groot. Maar via de nacompetitie, slaagde de ploeg van Luc van Vliet er uiteindelijk toch in, om te promoveren. “We gaan voor elkaar door het vuur.”

Heel makkelijk was het omzetten van die knop, desondanks niet, is Van Vliet (31) eerlijk. “Daar hebben we het in de kleedkamer regelmatig met elkaar over gehad. Ondanks dat we de ambitie hadden om voor directe promotie te gaan, werd al snel duidelijk dat Terheijden en Waspik een maatje te groot waren. Daarna zijn we vol voor de nacompetitie gegaan.” En met succes. “We speelden zes duels voor het einde van het seizoen uit bij Gloria, hadden veel blessures, maar wisten die wedstrijd op karakter toch te winnen. Toen proefde je iets…”

Volle bak druk

Typerend voor DIA, vindt Van Vliet. “We zijn een heel hecht team. Eigenlijk is het een soort vriendenteam dat in een eerste elftal speelt. Veel jongens zijn hier samen opgegroeid of zaten bij elkaar op school. Voor mezelf, wordt dit ook alweer mijn tiende seizoen bij de club.” Mede daardoor slaagde de formatie uit Teteringen erin om de derde plek in de competitie, te verzilveren via de play-offs, denkt de routinier. “Op het veld gaan we echt voor elkaar door het vuur. Dat heb je nodig in zo’n nacompetitie. Tien jongens die keihard werken en Remco (Sluijk) die dan voorin het verschil maakt. Al wil ik daarmee niet zeggen dat hij niet hard werkt, haha!” Een instelling die ze komend seizoen, bij hun rentree in de derde klasse, maar al te goed zullen kunnen gebruiken. “Ons team is gelukkig intact gebleven. Dat is ook wel een beetje de kracht van DIA.” Vanzelf, zal het desondanks niet gaan, weet ook Van Vliet. “Het tempo zal, denk ik, het grootste verschil zijn. Vorig jaar hebben we ook genoeg wedstrijden gewonnen op 60 of 70 procent, dat zal nu niet lukken.” Volledige scherpte, is dan ook gevraagd. “Als je op dit niveau kansen weggeeft, wordt het vaak afgestraft. En daarnaast, zakten afgelopen seizoen veel tegenstanders in tegen ons. Dat zullen ze nu waarschijnlijk niet gaan doen.” Maar of ze daar bij DIA echt wakker van liggen? “We hebben twee grote en snelle spitsen, dus misschien is het wel in ons voordeel als ze volle bak druk gaan zetten.” Aan de andere kant. “Moeten we het dan in onze eigen opbouw van achteruit ook beter gaan doen, zeker als we meer kansen willen creëren uit open spel, in plaats van de lange bal spelen op Remco en hopen op een goede dag.”

Op het dorp

Met de aanleg van een nieuw kunstgrasveld, kan het aan de ondergrond in ieder geval niet meer liggen. “Ons gras was vaak niet zo heel goed, dus dat maakt het wel een stukje makkelijker én minder risicovol.” Een speelwijze die goed bij hem past, vertelt Van Vliet. “Ik ben een voetballende linksback. Goed aan de bal, iemand met overzicht en een aardige pass in mijn linker.” Een soort Daley Blind eigenlijk dus. “Daar word ik vaak mee vergeleken door mijn teamgenoten. Ik ben ook niet de snelste, dus kom af en toe mee op, maar moet het vooral hebben van het opbouwen.” Bij de club waar hij inmiddels alweer tien jaar komt, nadat hij ooit op vijfjarige leeftijd begon bij Baronie. “Ik speelde daar in het tweede, woonde al in Teteringen, dus besloot ik maar eens op het dorp te kijken. Zonder dat ik heel veel jongens kende, is dat meteen goed bevallen!” En dat doet het nog steeds. “Baronie is meer een voetballende club, terwijl DIA het meer moet hebben van hard werken en duels. Toch heb ik nooit heimwee gehad.” Mede dankzij zijn jongere broer Menno. “We spelen nu sinds een seizoen of zeven samen in het eerste. Daarnaast, is het gewoon een heel gezellige groep en heb ik in de tussentijd een hoop vrienden gemaakt. Zo gaan we regelmatig samen naar wedstrijden van NAC.” Aan een vertrek, denkt Van Vliet dan ook absoluut niet. “Ik verwacht niet dat ik hier ooit nog wegga. En als ik stop, ga ik in een lager elftal spelen.” Voorlopig, kunnen ze bij de club dan ook nog wel even van zijn ervaring genieten. “Tegenwoordig ben ik de oudste van het team, dus ik probeer de jonge gasten veel tips te geven. Die rol ligt mij wel!”

Klik hier voor meer informatie over RKVV DIA.
Klik hier voor meer artikelen over RKVV DIA.

TVC Breda vol goede moed: ‘Er hangt een positieve sfeer’

Voetballen op zaterdag, een nieuwe trainer en een jonge groep. TVC Breda is na een frisse wind vol goede moed begonnen aan het nieuwe seizoen. En dus heeft Wimano Holzken allesbehalve spijt dat hij nog een jaar is gebleven, bij de inmiddels vijfdeklasser. “De club is in verandering en er hangt een positieve sfeer.”

Hoe anders was dat vorig seizoen, herinnert de zeventienjarige Holzken zich. “We wisten voordat de competitie begon, al dat het pittig zou worden. En als je dan halverwege hoort dat je door de overstap naar de zaterdag waarschijnlijk vijfde klasse gaat voetballen, wordt het steeds moeilijker om het op te kunnen brengen.” Met een laatste plaats en degradatie tot gevolg. “Ik vind écht dat we genoeg kwaliteit hadden, maar we hebben er niet alles aan gedaan. Terwijl we dat wel met elkaar hadden afgesproken. Het was een beetje gelaten.” Ook tijdens trainingen. “Soms stonden we maar met acht man…”

Hard trainen

Met een jonge groep, slechts twee spelers zijn ouder dan 25 jaar, hoopt TVC Breda dit seizoen een doorstart te maken. “De sfeer zit er goed in en iedereen heeft een positief gevoel. Dus wat dat betreft ben ik benieuwd waar we gaan eindigen.” Durft hij een inschatting te maken? “Nacompetitie voor promotie zou minimaal mogelijk moeten zijn.” Want, zo redeneert Holzken. “We zijn voetballend verder dan vorig jaar. Vooral qua organisatie en stabiliteit.” Merkt de inwoner van Breda ook tijdens trainingen.

“We trainen nu ook echt ergens op.” Onder leiding van oud-prof Peter Remie, kan dat ook bijna niet anders. Zou je zeggen. “Hij bevalt tot nu toe heel goed! We trainen heel hard. Ik heb nog nooit zo’n zware voorbereiding meegemaakt. Loopvormen, veel met bal, maar ook partijspelletjes waar we continu druk moeten zetten.” Kortom, de jongeling is onder de indruk van zijn nieuwe trainer. “Ik zou geen geintje met hem uit durven halen. Al doen we dat natuurlijk wel af en toe, dat hoort er ook bij. Maar als we serieus moeten trainen, weet hij ons echt te raken.” Want het spel maken, gaat niet vanzelf. “We willen graag aanvallend voetbal spelen. Dat moet kunnen in de vijfde klasse. Dan zien we vanzelf wel waar het schip strandt.” Mooi voetbal spelen én de nacompetitie halen dus. “Als dat lukt, zou ik heel tevreden zijn!”

Goede gevoel

Bij de vereniging waar Holzken nagenoeg al zijn hele leven komt. “Ik was vier toen ik begon met voetballen bij TVC, dus daardoor ken ik iedereen hier. Daarnaast geef ik nu ook training aan de JO13. Dit is gewoon mijn club.” Vanaf dit seizoen dus wel op zaterdag, in plaats van op zondag. “Dat maakt voor mij niet veel uit. Al duurde het op zondag, altijd langer voordat je weer mocht spelen. Omdat je op zaterdag dan vrij was.”

Met een soort herstart in de vijfde klasse, kan Holzken daarnaast ook prima leven. “Ik denk dat het beter is om hier met een frisse moed te beginnen en daarna weer hogerop te gaan. Eerst even dat goede gevoel krijgen. Al denk ik, dat we met dit team ook de vierde klasse aan zouden kunnen.” En aan de vooravond van zijn derde seizoen bij het vlaggenschip, kan de middenvelder het weten. “Op mijn vijftiende ben ik voor het eerst mee gaan trainen, drie weken later maakte ik mijn debuut. Terwijl ik toen nog in de JO19 speelde.”

Heel veel tijd nodig om te wennen, had Holzken naar eigen zeggen niet. “Het gaat allemaal een tempootje hoger, dus je moet sneller handelen. Anders worden fouten meteen afgestraft.” Zeker op zijn positie. “Ik speel het liefste als nummer zes. Al vind ik het ook leuk om op tien te spelen.” Aan kwaliteit, in ieder geval geen gebrek. “Een voetballende middenvelder, creatief, inzicht en een goede crosspass. Maar ook iemand die een bal af kan pakken of een mannetje kan passeren.” Ambities, heeft Holzken dan ook genoeg. “Afgelopen seizoen heb ik contact gehad met tweedeklasser TSC, alleen heb ik het toen nog niet gedaan. Vooral omdat ik nog jong ben.” Ooit, hoopt hij echter wel die stap te maken. “Maar als het dit seizoen leuk uitpakt, blijf ik hier misschien nog wel een jaar!”

NAC Vrouwen: ‘Leren en ontwikkelen in de Eredivisie’

0

Sinds begin augustus is Jan de Hoon actief als hoofdtrainer van NAC Vrouwen. Met een rijke achtergrond in het mannenvoetbal en jarenlange ervaring in jeugdopleidingen, zet hij nu zijn eerste stappen in het vrouwenvoetbal. Een nieuwe omgeving met herkenbare uitdagingen én vooral veel enthousiasme.

De eerste weken bij de club bevallen De Hoon uitstekend. “Het is een leuke en gemotiveerde groep. Er wordt hard gewerkt, de sfeer binnen het team is goed en iedereen staat open voor ontwikkeling. We willen samen ergens naartoe werken en dat zie je terug op het veld. Ik heb het erg naar mijn zin!”

Groepsdynamiek

Hoewel het zijn eerste ervaring is als trainer van een vrouwenteam, ziet De Hoon vooral veel overeenkomsten met zijn eerdere functies. “Ik ben al sinds 2002 actief in het betaald voetbal, met name als jeugdtrainer. In de laatste jaren werkte ik meer met de talenten van de oudere jeugdteams en was ik ook assistent-trainer bij een eerste elftal. Maar altijd in het mannenvoetbal.” Het vrouwenvoetbal blijkt een interessante nieuwe uitdaging. “Er zijn zeker verschillen, bijvoorbeeld op fysiek vlak en in de groepsdynamiek. Maar uiteindelijk draait het in topsport om hetzelfde: samenwerken aan één doel, elke dag beter willen worden en als team het maximale eruit halen. Die mentaliteit zie ik hier ook duidelijk terug.” De voorbereiding op het seizoen was volgens De Hoon kort, maar waardevol. “We hadden vijf weken om met elkaar te werken aan de speelwijze, teamprocessen en fysieke fitheid. Dat is niet veel, zeker niet als je net begint met een nieuwe groep. Maar de speelsters zijn leergierig, pakken dingen snel op en willen echt stappen maken. Dat geeft vertrouwen.”

Hoogste niveau

NAC Vrouwen bleef in het tweede voorbereidingsblok ongeslagen. De Hoon: “Qua resultaten is het goed gegaan, al zegt dat in de voorbereiding natuurlijk niet alles. Maar het is altijd fijn als je wedstrijden wint, ook in de voorbereiding.” Met NAC Vrouwen voor het eerst actief op het hoogste niveau, is het volgens De Hoon vooral belangrijk om als team te blijven groeien. “Voor veel speelsters is het hun debuut op Eredivisie-niveau. We weten dat het een uitdaging wordt, maar het doel is duidelijk: handhaven en volgend seizoen weer in de Eredivisie spelen. Gaandeweg gaan we leren en ons verder ontwikkelen. Over een aantal maanden weten we beter waar we dan staan.”

Klik op NAC Breda voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NAC Breda voor meer informatie over de club.

UVV’40 gaat dit seizoen volle bak gas geven

0

Van een vriendenteam, naar een eerste elftal in de vijfde klasse. De overstap van de zondag naar de zaterdag, is voor UVV’40 voorlopig nog een klein beetje wennen. Maar met de ervaring van een seizoen selectievoetbal op zak, kijkt trainer Robert Charlier vol vertrouwen uit naar het nieuwe voetbaljaar. “Als we een beetje gas geven, kunnen we promoveren.”

Al is dat beetje gas geven, misschien wel de grootste uitdaging voor UVV’40 dit seizoen, beseft Charlier (58). “Ik denk dat we de kwaliteit hebben én de spirit is er, nu is het aan mij om die jongens continu te blijven motiveren.” Want daar zit, nadat de groep jarenlang een vriendenelftal vormde, het grootste pijnpunt. “Als ‘eerste’ heb je wel een soort verantwoordelijkheid, dan is het niet meer vrijblijvend. Daar hebben sommige spelers nog wel eens moeite mee. Dat kost eigenlijk de meeste energie.”

Op scherp zetten

En de inwoner van Breda, kan het weten. “Ik zit nu een jaar of vijf bij UVV’40 en oorspronkelijk waren we de Zaterdag 2. Gewoon een vriendenteam.” Want bij Baronie, waar Charlier lange tijd rondliep met zijn twee zonen, was daar geen ruimte voor, vertelt hij. “Dus zijn we toen hier een team begonnen.” Niet wetende, dat ze een aantal seizoenen later, flinke promotie zouden maken. “Twee jaar geleden is de club van de zondag naar de zaterdag gegaan, en afgelopen seizoen is aan ons gevraagd of we het eerste elftal wilden worden.” Met hem als trainer/coach. “Niels van Dongen deed altijd de selectie, dus vorig seizoen hebben we het samen gedaan.” Dit jaar, staat Charlier wat meer op de voorgrond. “Niels is ook coördinator van de bovenbouw én gaat de VC3-cursus volgen bij de KNVB.” En dus zal de oefenmeester er zelf, een eenheid van moeten maken. “Ik ben altijd van het persoonlijke contact. Die jongens kunnen allemaal goed voetballen, je moet ze alleen af en toe op scherp zetten.” Onder meer door twee keer in de week te trainen. “Alleen zijn we, door spelers die studeren of werken, niet altijd compleet. Maar op donderdag gelukkig wel.” Want met een groep van gemiddeld 26 jaar oud, krijg je ook te maken met andere dingen, weet Charlier inmiddels. “Daarom zijn we nu met z’n allen het commitment aangegaan, dat je minimaal één keer moet trainen. Daar moet iedereen zich aan houden.” Want, zo zijn ze bij UVV’40 inmiddels van mening: “We willen leuk voetballen, maar wel met ambities. Als we een beetje gas geven, kunnen we promoveren.” En gas geven, is nodig, heeft Charlier gemerkt. “We hebben er een aantal goede spelers bijgekregen, jongens die in het verleden onder meer bij Bavel, Beek Vooruit en Madese Boys in de selectie hebben gespeeld. Die voegen balans, discipline en voetbalgogme toe, dus er heerst echt onderlinge competitie. Iedereen moet zichzelf laten zien, maar dat vinden ze juist leuk.”

Motivatie

Mede daardoor geniet Charlier, met zijn zoon als keeper, extra van zijn rol als trainer. “Vanuit mijn werk, ben ik ook bezig met het bouwen van teams. Dat vind ik eigenlijk het leukste om te doen. Dat hele proces, van motiveren, op scherp zetten en er het maximale uithalen. Het is een stukje leiderschap.” En op zoek naar de juiste mix tussen jeugd en ervaring. “Dat is heel belangrijk! Jonge paarden rennen hard, oude paarden weten de weg. Zeggen ze toch altijd?” Van zijn eigen ervaring als voetballer, moet Charlier het overigens niet hebben. “Ik heb heel even bij Advendo gevoetbald, maar ik was niet zo heel goed. Dus werd ik snel keeper en daarna ging ik op handbal. Die goal is toch een stuk kleiner.” Desondanks, is de ondernemer bloedfanatiek. En dus viel een zevende plaats afgelopen seizoen toch wel een beetje tegen. “We zijn te laag geëindigd.” Al heeft hij daar wel een plausibele verklaring voor. “Blessures, te veel wisselingen, wat pech en bepaalde dingen hebben we ook aan onszelf te wijten. Er gewoon zijn, maar ook het onvoldoende hebben van patronen. In het drukzetten, het bespelen van de ruimtes of de omschakeling.” Die bittere nasmaak, zorgt voor motivatie en discipline, heeft Charlier gemerkt. “We moeten gaan inzien dat er bij een eerste elftal wat van je wordt verwacht en dat er mensen komen kijken.” Want als het aan hem ligt, blijft de groep nog lang bij elkaar. “De meeste jongens ken ik al heel lang en heb ik een goede band mee. Wat dat betreft is het echt een familieclub met ambitie. Dat vind ik leuk!

Klik op UVV’40 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op UVV’40 voor meer informatie over de club.

Het goede gevoel is terug bij The Gunners

0

Met een goede voorbereiding achter de rug, is Jeroen Ras blij dat hij na afgelopen seizoen weer vooruit kan kijken. Want nadat zijn ploeg uit elkaar viel in verschillende groepjes en The Gunners kansloos degradeerde naar de vijfde klasse, komt de oefenmeester uit Breda gelukkig weer met plezier naar de club. “Mensen vergeten soms dat het ook gewoon mijn hobby is.”

Een hobby, die over het algemeen heel leuk is. Behalve dus afgelopen seizoen, zo begint Ras (43) te vertellen. “De manier waarop we uiteindelijk degradeerden, ging me echt aan het hart.” Want los van het feit dat The Gunners niet verder kwam dan vijftien punten uit 22 duels, baalt hij vooral van het gebrek aan teamgevoel. “De groep zat niet fijn in elkaar. Er waren veel verschillende groepjes en bepaalde jongens bleven nooit hangen, waardoor er eigenlijk nauwelijks sprake was van saamhorigheid.” En wel een hoop gezeur. “De ene groep kwam dan bij mij om te klagen over de andere, en andersom.” Kortom. “Ik had vaak het gevoel dat ik liever thuis wilde blijven…”

Jonge groep

Van een homogene groep, was dan ook allesbehalve sprake, memoreert Ras. “Daardoor zijn we uiteindelijk ook gedegradeerd, denk ik.” Hoe anders, is dat nu. “Het lijkt qua selectie te kloppen! Vorig seizoen hadden we misschien individueel betere spelers, maar nu hebben we een veel beter team.” Bleek ook, tijdens de voorbereiding. “We hebben goede resultaten gehaald, zowel tijdens oefenwedstrijden, als in de beker.” Het doorselecteren, lijkt dan ook zijn vruchten te hebben afgeworpen. “Er zijn twee jongens van buitenaf bijgekomen, voor de rest hebben we spelers vanuit de O23 doorgeschoven.” Toch houdt Ras voorlopig nog even een slag om de arm. “We kunnen een heel hoog niveau halen, maar met een jonge groep moet je dat iedere week maar weer laten zien. Daarom moeten we gewoon van week tot week, en van periode tot periode kijken.” In een toch wel zware vijfde klasse, vindt de Bredanaar. “Het zaterdagvoetbal is een stuk sterker geworden, nu steeds meer zondagclubs de overstap hebben gemaakt. Daardoor speel je nu eigenlijk tegen veel voormalig vierdeklassers.” Net als The Gunners zelf, natuurlijk. Na de degradatie van vorig jaar. “Uiteindelijk degradeerden we op de slotdag formeel, maar je zag het al veel langer aankomen. Vanaf de winterstop, zaten we al in een neerwaartse spiraal.” Heel teleurgesteld, is Ras er daardoor niet over. “Misschien was het voor de lange termijn wel een zegen…” Al mikt hij op een snelle terugkeer. “Hopelijk kunnen we dit seizoen meedoen om promotie, dan ben ik tevreden!”

Gevoelsmens

Aan de sfeer, zal het dit keer in ieder geval niet liggen. “De verschillende groepjes zijn doorbroken.” En ook de tactiek, past als gegoten. “Vorig jaar speelden we 433, maar waren we kwetsbaar als er bepaalde spelers wegvielen. Dan waren we eigenlijk niet in staat om dat kwalitatief op te vangen. Nu hebben we een sterkere bank en spelen we een systeem wat deze spelers op het lijf is geschreven. Dat is de belangrijkste winst.” In een 352-formatie, hoopt Ras als clubman dan ook op betere tijden. “Ik heb hier van kleins af aan gevoetbald en ben jeugdtrainer geweest van alle teams. Daardoor voelt het als een warm bad.” Vertrekken, zal Ras dan ook niet zo snel doen. “Zolang ze willen dat ik blijf, blijf ik.” Want nadat hij drie seizoenen geleden terugkeerde als hoofdtrainer bij de club, weet de oud-verdediger van het eerste dan ook eigenlijk niet beter. “In totaal loop ik er nu al zo’n 30 jaar rond. Het is een kleine club, met nog écht dat verenigingsgevoel.” Eén die perfect bij hem past. “Ik heb als trainer geen torenhoge ambities, vooral omdat ik echt een gevoelsmens ben. Dan train ik liever een club uit de vijfde klasse.” Zoals bijvoorbeeld Advendo. Waar hij de afgelopen maanden op zondag als interim-trainer langs de lijn stond. “Ze hadden daar geen trainer en de situatie was best wel schrijnend. Ik ken de voorzitter en veel jongens uit het Bredase, dus heb ik contact opgenomen.” In eerste instantie om te helpen bij hun zoektocht, maar uiteindelijk besloot Ras het zelf maar te gaan doen voor de laatste tien wedstrijden. “Dat heb ik als zó prettig ervaren! Een groep met veel potentie, maar vooral ontzettend fijne gasten. Laatst ben ik nog een keertje gaan kijken, die jongens gun ik echt het allerbeste.” En sterker nog. “Ik sluit niet uit dat ik daar ooit nog eens trainer word. Al heb ik nu mijn hart en ziel aan The Gunners verpand.” Voorheen dus als speler. “Ik was een type Patrick Pothuizen, voor de mensen die hem nog kennen. Voetballend niet heel begaafd en een beetje een dertien in een dozijn voetballer. Als centrale verdediger, de ideale twaalfde man.” En tegenwoordig als trainer. “Tactisch redelijk geschoold, maar vooral een peoplemanager. Ik overleg veel en leg de verantwoordelijkheid graag bij de groep.” Want dan is voetbaltrainer, nog altijd de leukste hobby die er is.

Klik op The Gunners voor de laatste artikelen over de club.
Klik op The Gunners voor meer informatie over de club.

Nieuw vrijwilligersbeleid bij SAB: ‘Echt samen doen’

0

Leider van de 35+, jeugdtrainer, coördinator en sinds kort ook lid van een werkgroep die zich bezighoudt met de toekomst van de vereniging. Ramon Tax heeft het er bij SAB maar druk mee. En juist daarom, stipt hij nog maar eens het belang van vrijwilligers aan. “Het zijn altijd de vaste mensen die de club overeind houden.”

En dus werd er vorig jaar een toekomstavond gehouden voor de leden, vertelt Tax (48). “Waar willen we naartoe met SAB? Dat was eigenlijk de belangrijkste vraag.” Want, zo luidde de club uit Breda eigenlijk een beetje de noodklok. “Als we ze doorgaan… Is er straks misschien wel geen SAB meer. Het zijn altijd de vaste mensen die de club overeind houden.” En vooral dat eerste, willen ze natuurlijk zien te voorkomen. “We willen er als vereniging echt zijn voor de leden, voor de jeugd. Met leuke activiteiten.” Oftewel, zoals de inwoner van Prinsenbeek het zelf gekscherend zegt: “Alles voor het jong.”

Menukaart

Op die manier, is vervolgens een werkgroep ontstaan, vertelt Tax. “Voldoende vrijwilligers krijgen, is uiteindelijk het belangrijkste. Maar hoe gaan we dat doen? Welke activiteiten passen daarbij en hoe gaan we dat communiceren?” De eerste plannen, om dat vrijwilligerstekort tegen te gaan, liggen in ieder geval alvast op tafel. “We gaan werken met teamtaken én clubtaken. Teamtaken als ranja halen of een wedstrijdje fluiten, zien we niet als vrijwilligerswerk, dat hoort er gewoon bij. Maar daarnaast, hebben we ook clubtaken. De ouders van een lid, moeten minimaal één keer per jaar een clubtaak doen. Die mogen ze zelf kiezen, van de menukaart.” Daarbij kun je denken aan het draaien van een bardienst, het bemannen van het wedstrijdsecretariaat of het uitvoeren van een klusje. Bijgehouden door de leiders van de teams. “Iedereen krijgt een formulier, waarop ze zelf aan kunnen geven wat ze graag zouden willen doen. Leiders moeten de ouders activeren, najagen en vooral enthousiasmeren.” Want, zo legt Tax uit. “We zijn op zoek naar verbinding en willen het echt samen doen.” Voorlopig, lukt dat best aardig, heeft de jeugdtrainer van de JO8 gemerkt. “Het bestuur is positief en ook onze eerste bijeenkomst, met onder meer leiders en ouders, werd enthousiast ontvangen. Ze vinden het allemaal volkomen logisch en zeggen dat we het veel eerder hadden moeten doen.” Tax, die al bijna zijn hele leven rondloopt bij de club en inmiddels eveneens coördinator is van de JO7 en JO8, weet als geen ander hoe belangrijk de inzet van vrijwilligers is. “We doen het écht samen. Anders kun je geen lid zijn van de vereniging.”

Mooi clubje

Want dat er wat moest gebeuren was voor Tax, als voormalig doelman van de selectie, wel duidelijk. “De club werd door circa vijftien man gedragen, die dan ook nog eens in allemaal verschillende commissies tegelijk zitten… Dan is het volledig uit balans.” In samenwerking met Breda Actief, moet daar nu dus wat aan gaan gebeuren. Al haalt de clubman ook inspiratie uit andere verenigingen, vertelt hij. “Laatst was ik bij UVV’40, die zijn ook bezig met zoiets. Daarom heb ik meteen contact met ze opgenomen en nu gaan wij dezelfde uitingen gebruiken als zij. Dat is toch een mooie manier van samenwerken?” Zoals ze ook met hun eigen werkgroep, van een mannetje of zes, doen. “We hebben onderling een goede klik en doen het echt samen. Het is een mooi clubje mensen!” Met Tax als een soort woordvoerder, lacht hij. “Ik ken de club, heb met de jeugd én senioren gewerkt en heb daardoor veel contacten.” Nu is het zaak, om alle neuzen binnen SAB dezelfde kant op te krijgen. “Iedereen is het ermee eens dat dit nodig is en vindt het goed dat we het georganiseerd hebben, nu moeten we er met z’n allen onze schouders onder zien te krijgen!”

Klik op SAB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SAB voor meer informatie over de club.

‘Dan kunnen we het een hoop ploegen lastig maken’

0

Op een achtste plaats eindigen én toch promoveren. Vijfdeklasser RKVV Gesta kende een behoorlijk wisselvallig seizoen. Maar ondanks een aantal mindere wedstrijden en een plek in de middenmoot, heeft Joeri Janssen er ook een niveau hoger, alle vertrouwen in. “Als de drive goed is, kunnen we het een hoop ploegen lastig maken.”

Precies zoals ze dat afgelopen seizoen, ook in de vijfde klasse probeerden te doen. Al ging dat niet altijd van harte, is de 32-jarige Janssen eerlijk. “Als je net gedegradeerd bent, is het even kijken wat het jaar daarna gaat brengen. Zeker met de jonge jongens die erbij kwamen, was het afwachten hoe het zou gaan.” Met wisselvallige resultaten tot gevolg. “Als kleine club, hebben we niet altijd genoeg aanwas. Dat is lastig. En deze competitie, was fysiek een stuk zwaarder. Veel meer een soort vechtvoetbal.” Toch slaagde Gesta erin om de tweede periode voor zich op te eisen. “Die hebben we weten te pakken, op een ‘diefje’.”

Op wilskracht

De druk in de nacompetitie, lag dan ook niet al te hoog, herinnert Janssen zich. “We waren achtste geworden, dus dan kom je niet huilend van het veld als je in de finale verliest.” Maar verliezen, deed de club uit Galder dus niet. Al scheelde dat, ondanks een 2-0-voorsprong bij rust, niet veel. “Uiteindelijk kwamen we met 2-3 achter en maakte ik in de laatste minuut pas de 3-3. Dat zal ik niet snel vergeten.” Helemaal, omdat het in de verlenging vervolgens meer dan goed afliep. “Het werd zelfs nog 6-3!” Een klein beetje tegen alle verwachtingen in, moet Janssen bekennen. “Tijdens het seizoen, hadden we dat natuurlijk nooit verwacht. Toch heb ik wel altijd vertrouwen gehad in ons team, we hebben ook niet voor niks al tien jaar in die vierde klasse gespeeld.” Zorgen, maakt de inwoner van het Belgische Meersel-Dreef zich voor aankomend seizoen dan ook niet. “We zullen de meeste wedstrijden niet gaan domineren, maar kunnen het wel veel ploegen lastig maken. Als we maar als team blijven spelen.” Met als doel, handhaving. “Al moeten we niet alleen naar dit jaar kijken. Eigenlijk moeten we nu de basis leggen voor de komende jaren. Anders heb je geen continuïteit.” Te beginnen door minder tegengoals te krijgen, vindt Janssen. “Dat is het belangrijkste. Compact spelen, samen verdedigen en dan op de reactie tegenstanders pijn doen.” Wie weet, kan Gesta dan wel verrassen, hoopt hij. “Onze drive moet goed zijn, anders hebben we een matig elftal. Maar winnen op wilskracht, zijn voor mij de mooiste wedstrijden.”

Minder lopen

En dat soort wedstrijden heeft Janssen, met ruim 300 duels achter zijn naam, inmiddels een flink aantal keer gespeeld. “Dit is mijn vijftiende seizoen bij het eerste. Ik ben vanuit de jeugd, doorgestroomd naar de senioren. Met drie of vier jongens, speel ik nu nog steeds samen.” De sfeer, is dan ook goed. “Samen als team staan, vind ik fijn. En een tegenstander uitschakelen, geeft nog altijd een kick.” Zeker als teamspeler, zoals Janssen zichzelf omschrijft. “Ik heb misschien niet de beste techniek, maar zal wel altijd mijn best blijven doen. Een beetje de lijm in het elftal. Jonge spelers meenemen en goed coachen.” Al is dat laatste, ook een beetje eigenbelang, lacht de verdediger. “Dan hoef je zelf wat minder te lopen.” De linksback, moet het daar dan ook niet echt van hebben. “Ondanks dat ik al meer dan 30 doelpunten heb gemaakt, ben ik geen Marcelo-type.” Wel, is Janssen bezig aan zijn laatste seizoen als voetballer. “Vorig jaar heb ik ook al getwijfeld om te stoppen, omdat ik toch merk dat het wat veel is. Met een gezin en mijn werk, is het soms best lekker om een zondag vrij te hebben. Maar omdat ik het spelletje nog zo leuk vind, heb ik er destijds nog een jaar aan vastgeplakt. Ook om de club te helpen.” Na lang nadenken, hakte de Belg deze zomer echter toch de knoop door. “Hopelijk kan ik afsluiten met lijfsbehoud in de vierde klasse!” Om zich daarna aan te sluiten bij een vriendenteam. “Helemaal stoppen met voetbal kan ik nog niet.”

Klik op RKVV Gesta voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Gesta voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.