Home Blog Pagina 180

Erwin de Nijs kijkt met frisse blik vooruit naar komend seizoen bij Halsteren

Bij RKSV Halsteren zag men door de 3-2 nederlaag tegen Venray de laatste strohalm om nog via een periodetitel mee te strijden voor de prijzen in de Vierde Divisie B van het zondagvoetbal. Daardoor wordt er al met een frisse blik naar komend seizoen gekeken, ook door trainer Erwin de Nijs die dan aan zijn vijfde jaar begint bij de ambitieuze vierdedivionist.

“Het bevalt me bij de club en ook vanuit de vereniging zelf is men positief, dus daarom hebben we besloten om er nog een vijfde jaar aan vast te plakken. Het is ook zo dat er natuurlijk twee coronaseizoenen tussenzaten en dat we elk jaar wel met de nodige mutaties in het spelersmateriaal te maken hebben gehad. Dat er voor de start van dit seizoen een zestal nieuwe jongens moesten worden ingepast, dat is zeker één van de oorzaken geweest van onze slechte eerste seizoenshelft.”

Voor het nieuwe seizoen is de focus bij de club ook anders dan wat men de afgelopen jaren altijd gewend was. “Waar ik in het begin nog de beschikking had over oud-profs die bij Halsteren op hoog niveau wilden ‘afbouwen’ en tegelijk voetballen om de prijzen, daar gaan we nu vooral investeren in eigen jeugd en talenten. Spelers die bij hun clubs niet op divisieniveau spelen maar wel graag naar Halsteren komen om op dat niveau de uitdaging aan te gaan. Die omslag vraagt ook logischerwijs om een andere kijk op doelstellingen. Was het voorheen zo dat we mee moésten doen om de prijzen, daar zal dat nu anders zijn. We willen meer een regiofunctie gaan vervullen waar talentvolle spelers graag weer naartoe komen, dat is toch een andere insteek. Al blijven we onverminderd ambitieus en willen we ook met deze groep voor de prijzen spelen.”

De Nijs, die in de hoogtijdagen van RKSV Halsteren zelf zo’n drie jaar op Sportpark De Beek voetbalde, is zich erg bewust dat die nieuwe koers van hem ook andere zaken zal gaan vragen als trainer/coach. “De oud-profs die hun sporen al hadden verdiend, die moet je als trainer niet veel meer leren maar dan ging het om managen van het geheel. Nu ga ik weer meer naar de opleidende kant van het trainersvak toe. Beide uitdagingen boeien me enorm en ontwikkelen je ook als trainer/coach. Ik ben van nature een trainer die graag met spelers werkt om ze beter te maken en dat is exact wat we volgend seizoen opnieuw gaan doen.”

Het afgelopen seizoen kwam de vierde divisionist pas laat op gang, maar dat had volgens De Nijs een duidelijke oorzaak. “We zijn in het zomerseizoen een hoop spelers kwijtgeraakt en daar hebben we gericht een hoop nieuwe jongens voor teruggehaald. Het naar elkaar toegroeien en op elkaar afstemmen als team dat duurde langer dan verwacht. We voetbalden goed tot de zestien, maar scoorden moeilijk en dan wordt het lastig wedstijden winnen… Na tien duels stonden we zelfs tweede laatste. Maar toen het eenmaal stond, kwamen ook de resultaten.  Jammer dat we het tegen Venray toch nog door onze vingers lieten glippen.”

In de volksmond werd de club gekscherend ook wel eens het Real Madrid van West-Brabant genoemd, een benaming die De Nijs ook bekend is. “De riante jas waarin we altijd zaten, die is nu toch een stuk krapper en er zijn andere clubs die nu dat stokje over hebben genomen. Maar toch heeft Halsteren nog een goede naam en aantrekkingskracht op spelers, getuige ook dat topschutter Jasper Gunter en een aantal andere regionale talenten naar ons toe komen. Ze kiezen bewust voor Halsteren om zich hier te ontwikkelen. Op een enkeling na houden we nu ook de selectie intact en kunnen we hopen weer bouwen aan een sterk Halsteren met vooral een regionaal karakter. Die uitdaging gaan we met z’n allen aan.”

Klik op Halsteren voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Halsteren voor meer informatie over de club.

VVSB-zaterdag sneuvelt in stijl

0

Het afscheid van VVSB-zaterdag was er eentje in stijl. De laatste zege van de competitie was de zesde zege op rij in de derde klasse A. Door een fraai ingekrulde vrije trap van Koen Damen won de ploeg van trainer Stefan Kraaijvanger van het Zoetermeerse DWO.

Volgend seizoen is er in de voetbalpiramide geen plaats meer voor de zaterdagtak. Door de komst van het weekendvoetbal was al aan het begin van het seizoen duidelijk dat de ‘zaterdag’ zou verdwijnen op sportpark De Boekhorst.

“De introductie van het weekendvoetbal komend seizoen heeft het zaterdagelftal de kop gekost”, zegt Tim van der Weiden, vicevoorzitter van VVSB. “Door het weekendvoetbal werden wij als vereniging gedwongen om een keuze te maken voor een speeldag. De tendens is de zaterdag. Het is natuurlijk niet voo niets dat we met ons vlaggenschip al onze thuiswedstrijden op zaterdagavond om zes uur speelden. Wij merken al jaren dat het voetbal op zondag steeds meer leeft. Dat heeft impact op je toeschouwersaantallen, maar ook op je vrijwilligers.”

“Bij onze laatste wedstrijd op zondag kwamen nog niets de helft van onze vaste aanhang opdagen. De zaterdag is een voetbaldag die leeft en daarom hebben ervoor gekozen om vanaf het nieuwe seizoen zaterdag als speeldag te hebben.”

Aangezien de KNVB niet toestaat dat een club twee teams op standaardniveau op dezelfde dag heeft spelen, werd de zaterdagtak de kind van de rekening. “Een keuze die we met pijn in ons hart hebben genomen omdat veel Noordwijkerhoutse jongens in het elfal voetbalden”, aldus Van der Weiden.

De zaterdag was aanvankelijk opgezet om de plaats in te nemen van het tweede zondagselectie-elftal. Het team moest als opstap dienen voor spelers naar het eerste zondagteam in de landelijke divisie. Vorig seizoen al besloot VVSB de doelen te verleggen naar het onder 23-elftal. Van daaruit moeten talenten de sprong naar de hoofdmacht worden gemaakt. Volgens Van der Weiden werkt dat prima. “Al de nodige spelers zijn doorgestroomd.”

Zaterdag-1 startte zes seizoenen geleden met alleen maar Noordwijkerhoutse jongens.  In het eerste jaar was er meteen succes, want onder leiding van trainer Rob Jonkman werd het kampioenschap behaald van de vierde klasse. Op het veld van Meerburg werd de promotie gevierd.

De start van het seizoen was slecht, want in de eerste wedstrijd werd nog met 4-1 verloren van Oegstgeest.

Het doel van dat eerste seizoen is om binnen twee jaar de stap naar de derde klasse te maken. VVSB gaat steeds beter presteren en vele fans trekken naar Zoeterwoude-Rijndijk om het aanstaande kampioenschap te vieren. Ook in de derde klasse doet VVSB het goed en haalt zelfs de nacompetitie met als inzet de tweede klasse.

VVSB probeerde dit seizoen spelers nog te verleiden voor een nieuw avontuur in het tweede e;ftal, maar moet echter met lege ogen toezien hoe de meeste spelers vertrekken of stoppen. Trainer Stefan Kraaijvanger gaat aan de slag bij tweedeklasser Oegstgeest en neemt vier spelers mee: Joost Bierhuizen, Victor Schipholt, Max van de Boog en Boy Jansen uit de onder 23.

Van Nispen profiteert eveneens van het stoppen van VVSB-zaterdag. De club uit De Zilk, roemloos gedegradeerd uit de derde klasse, biedt vanaf de zomer onderdak aan Tim Warmerdam, Berend de Jong, Joris Aartman, Walter Alkemade, Bergano Sartiben Koen Damen. Stefan Immerzeel verkast naar Kagia. Tien andere spelers hebben aangekondigd te stoppen.

Van de staf blijft Michael Kaptein op De Boekhorst. Hij wordt toegevoegd aan de staf van het VVSB-vlaggenschip.

Klik op VVSB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVSB voor meer informatie over de club.

SV Meerkerk heeft weer vrouwenteam

MEERKERK – Na een afwezigheid van acht jaar kan SV Meerkerk met trots melden dat er weer een vrouwenteam ‘in competitie’ is. Nadat het team al een tijdje in training was, hebben zij hun eerste stapjes achter de rug in de 30+-competitie in het 7×7-voetbal.

In een poule met SV Noordeloos, Asperen, LRC Leerdam en Leerdam Sport draaien de vrouwen van Meerkerk, met de nodige trainingsarbeid in de benen, verdienstelijk mee in de competitie die op vrijdagavond afgewerkt wordt. In mei keerde door die opzet het vrouwenvoetbal daadwerkelijk terug op sportpark De Burcht toen SV Meerkerk bezocht werd door de vier tegenstanders in de poule. De terugkeer was er een met een feestelijk tintje, want niet alleen was er een afterparty met deejay maar ook de resultaten stemden bijzonder vrolijk die avond: met maar liefst drie overwinningen bewezen de vrouwen van de thuisspelende ploeg dat zij hun plekje in de officiële KNVB-competitie meer dan waard zijn. Na de voorlaatste ronde eind mei op het fraaie sportcomplex van LRC Leerdam is er op 9 juni nog één afsluitende ronde bij SV Noordeloos.

klik op SV Meerkerk voor de laatste artikelen over de club.
klik op SV Meerkerk voor meer informatie over de club.

Het veld van GDC is als een biljartlaken

Vers gemaaid gras en een veld zo strak als een biljartlaken. Het is de droom van iedere voetballer. En in dit geval gaat het niet over de ArenA of De Kuip, maar over de grasmat van derdeklasser GDC. Want met de kennis en kunde van grasmeester Cees de Ruiter in huis, ligt het hoofdveld er een heel seizoen keurig netjes bij. “Je moet vooral op tijd zijn!”

Dat laatste klinkt bijna als een uitspraak van Johan Cruijff, maar is in werkelijkheid het geheim van een goede grasmat. “Op tijd onderhoud plegen, water geven of de speelschade herstellen. Vooral dat laatste, is heel belangrijk.” Net als natuurlijk onkruid wieden, kunstmest strooien of doorzaaien. “Als je wilt, kun je er makkelijk dagelijks mee bezig zijn.”

Stadions
En De Ruiter (69) kan het weten. “Ik heb jaren in verschillende stadions gewerkt, bij onder meer Ajax, Vitesse en Willem II. Nu assisteer ik nog bij RKC Waalwijk.” Toch is én was, GDC altijd al zijn club. “Ondertussen ben ik alweer 55 jaar lid. Help nu nog af en toe in de kantine, maar heb zelf natuurlijk ook gevoetbald. Nooit vast in het eerste, vooral in het tweede of bij lagere elftallen. Ik was keeper, maar veel te klein.” Later werd de grasexpert ook nog leider van verschillende jeugdteams. “Het was een prachtige tijd. En nog steeds! Het is hier vooral heel gemoedelijk.” Dus toen De Ruiter een jaar of twaalf geleden zonder werk kwam te zitten, werd het zaadje geplant. “Dan kom je vanzelf vaker bij GDC en ga je ook hier het gras maar doen.” Al is dat natuurlijk heel anders. “Je kunt het niet doen, zoals bij een profclub. Daar hoef je niet naar geld te kijken.” Maar bij de amateurs vanzelfsprekend wel. “Soms doet het zeker wel pijn, als je ziet hoe velden erbij liggen.” Al is De Ruiter, met al zijn ervaring, dan ook wel kritisch, geeft hij toe. “Soms roepen mensen dat het gras er prachtig bij ligt, dan denk ik: nou, je moet er eens op gaan lopen.”

Complimenten
De lat ligt dus hoog, ook bij GDC. “Ik ben eigenlijk pas tevreden, als het een biljartlaken is. Arie (Brienen) doet bij ons het maaien, dan zitten al die banen er keurig netjes in. Dat geeft nog altijd voldoening.” Net als de vele complimenten. “Als de mensen roepen dat het mooi is, is dat natuurlijk wel leuk! Dan is het in ieder geval allemaal niet voor niks geweest.” De Ruiter heeft zelf min of meer, van zijn hobby zijn beroep gemaakt. “Uiteindelijk ben ik er via mijn werk een beetje ingerold, toen ze de ArenA gingen bouwen. Ik zat daarvoor altijd al in de sportvelden, maar niet zo intensief. Dat is daarna pas gekomen.” Toch komt daar, mede dankzij zijn pensioen, binnenkort wellicht een einde aan. “Jaren geleden deed ik het onderhoud, zoals het herstellen van de schade, meestal meteen de volgende morgen na een wedstrijd. Dat doe ik nu niet meer. Ik ga het de komende tijd toch een beetje afbouwen.”

Klik op GDC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GDC voor meer informatie over de club.

Het gouden duo van Cluzona 5

Ze kennen elkaar al bijna achttien jaar, werken inmiddels vijftien seizoenen samen én weten nog altijd van geen ophouden. Pim Sluijs en Matthieu Schillemans, trainers van het vijfde, zijn een beetje de Nick en Simon van Cluzona. Maar dan zonder ruzie. “We zijn heel verschillend, dat werkt goed!”

Bij elkaar gebracht door voetballende zonen, en dus nooit meer weggegaan. “Vanaf dat die jongens zes waren, zitten we samen bij hetzelfde team”, vertelt het enthousiaste tweetal. Met recht, echte voetbalvrienden dus. “Ik ben soms wat driftig, Matthieu is juist heel rustig. We kennen onze sterke punten en accepteren elkaars tekortkomingen.” En dat voor heel wat jarenlang. “Eerst bij de jeugd, daarna gingen ze vervroegd naar de senioren. Toen zijn we allemaal meegegaan!”

Donderdagavond
En dus vormen ze nu, sinds een seizoen of zeven, het vijfde van Cluzona. Een bijzonder hecht team, vertelt Schillemans (57). “Een vriendengroep, van gemiddeld 25. Wel een tikkeltje eigenwijs. Ook buiten het veld, gaan ze veel met elkaar om. Natuurlijk staat gezelligheid op één.” Toch, vult Sluijs, vijf jaar ouder dan zijn collega-trainer, hem meteen aan: “Als het niet goed gaat, balen die jongens, én wij, ook wel even. Het had daarom leuk geweest, als we ooit eens kampioen waren geworden…” Dat laatste, is tot op heden dus nog niet gelukt. “We stonden er dit seizoen even goed voor, maar dat hebben we niet vast weten te houden”, reflecteert de jongste van de twee. “Het niveauverschil onderling is best groot”, verklaart Sluijs het uitblijven van prijzen op zijn beurt dan weer. Aan de trainingen, kan het in ieder geval niet liggen. “Op donderdagavond, vaak met een mannetje of tien. Al komen de meesten eigenlijk, vooral voor de gezelligheid in de kantine.” Maar niet, voordat er hard getraind is, natuurlijk. “Veel afwerken, vier tegen vier, spelvormpjes of partij.” Schillemans begint al te lachen. “Als ze moeten lopen, willen ze niet. Tot ze moeten afwerken, dan lopen ze ineens wel!” Allemaal uit pure liefde. “Het spelletje blijft sowieso hartstikke leuk. En vroeger, toen ze nog wat jonger waren, was het natuurlijk extra mooi om met die kinderen om te gaan.” Want dat leeftijdsverschil, heeft zo zijn voordelen. “Daardoor blijf je jong!”

Verjaardagen
Een teamuitje naar Sevenum, een speurtocht door Venlo of naar een wedstrijd van VVV. Cluzona 5, is veel meer dan alleen voetbal. “En ook onderling ondernemen ze veel, daar hoeven wij natuurlijk niet altijd bij te zijn.” Zoals bijvoorbeeld op zaterdagavond. “Zondagmorgen is het altijd weer kijken, in wat voor toestand ze zijn. Te ver doorgezakt, wel op tijd? Die mate van discipline hoort erbij…” Gelukkig beschikken ze over een groep van twintig man. “Daardoor hebben we nog geen wedstrijd gemist.” En we, is in dit geval ook Kees Verdonk. De vaste vlagger van het team. “Kees is 61, dus met zijn drieën zorgen we in ieder geval voor genoeg ervaring”, vertelt Sluijs. Maar hoelang nog, dat is de vraag. “Ik had gedacht het tot mijn 60ste te blijven doen, mijn zoon is inmiddels gestopt, zelf ben ik het gewoon blijven doen”, zegt Schillemans. “Je hebt ze vanaf klein, echt volwassen zien worden.” En dat creëert een band. “Iedereen is goed terechtgekomen. Soms worden we zelfs uitgenodigd voor verjaardagen of bruiloften, dat is toch mooi?” En dus weet ook Sluijs, voorlopig nog van geen ophouden. “In ieder geval nog een paar jaar. Als wij stoppen, moet er wel opvolging zijn, of die jongens moeten het zelf gaan regelen. Dat is ook wel weer goed voor ze!” Toch beseffen ze ook allebei: “We kunnen dit niet eeuwig blijven doen. Én twee leiders, dat zie je niet vaak meer hè?” Maar bij Cluzona 5, dus nog wel. “Al komt er een moment, dat ook spelers iets anders gaan doen en stoppen…”

Klik op Cluzona voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Cluzona voor meer informatie over de club.

100-jarig BSM koestert zijn historie

0

BSM, voluit Blijft Steeds Moedig, bereikt dit jaar de acceptabele leeftijd van honderd jaar. Dat viert de club het gehele jaar door met activiteiten. “Wij zijn geen grote, maar wel een leuke club.”

De climax van de jubileumviering vond op dinsdag 23 mei plaats. Op die dag was het precies honderd jaar geleden dat BSM het levenslicht zag. De club vierde dat met een receptie voor genodigden. Drie dagen later kwam het eerste elftal onder leiding van trainer René Ras in actie tegen oud-Ajax. “En we gaan nog wel even door met het feestjaar”, zegt Bart Vernooij, secretaris van de vereniging én ook kenner van de clubhistorie. Dat de advocaat (68) veel weet van de geschiedenis van BSM heeft alles te maken met zijn familie, die altijd nauw betrokken is bij het wel en wee van de lokale voetbaltrots. “Heel wat Vernooijtjes hebben een prominente rol gespeeld.”

Voor BSM  begon het allemaal in 2023 toen de club op katholieke leest werd opgericht. Katholiek bleef BSM tot 1969. In het katholieke Bennebroek van de jaren twintig woonden slechts veertienhonderd zielen, maar er was een goede voedingsbodem voor een voetclub. Toen Bennebroek transformeerde van een plattelandsgemeente naar een groter dorp won BSM aan populariteit. 

“De club heeft altijd gespeeld op iconische accommodaties”, vertelt Vernooij. Het terrein aan het Bloemveld werd in 1925 geopend. Nadat de club met moeite de oorlog had overleefd – het aantal leden daalde drastisch – volgde in de vijftiger jaren een verhuizing naar een terrein in de duinen. “Dat werd De Kuil genoemd. Een prachtig terrein, maar er was daar maar één veld.”

In 1970 besloot de gemeenteraad dat BSM een nieuw eigen sportpark kreeg. En nog altijd speelt BSM op dat terrein. Op sportpark Rottegat staat anno 2023 een goed onderhouden accommodatie met twee velden. Het hoofdveld is kunstgras. “We waren één van de eerste clubs met kunstgras”, zegt Vernooij. “Dat had vooral te maken dat we veel problemen hadden met het grasveld. Ook dit veld ligt in een afgraving. Daardoor bleef het water op die plek staan. Het gevolg was dat we veel afgelastingen hadden en dat we regelmatig niet konden trainen. Door kunstgras neer te leggen waren we verlost van dat probleem.”

Ook het clubgebouw werd rond die tijd gerenoveerd. “Er zijn nieuwe kleedkamers gekomen, de kantine is aangepast en we hebben ook een mooi terras gekregen. Vanaf die plek kan je het hoofdveld prachtig overzien.”

“We omarmen de toekomst, maar onze historie koesteren we zeker ook”, vervolgt Vernooij. Een mooi voorbeeld daarvan is dat de club nog iedere maand op zaterdag het oud-papier ophaalt in Bennebroek. “Waar andere verenigingen al lang gestopt zijn, doen wij dat al vijftig jaar. De prijs van oud-papier schommelt nog wel eens, maar het heeft ons altijd een mooi extra centje opgeleverd. Met die extra inkomsten konden we mooie dingen realiseren in ons clubgebouw”, zegt Vernooij. “We hebben een aantal vaste mannen die het papier ophalen met aangevuld een team die aan de beurt is.”

Dat BSM bescheiden is qua sportieve prestaties is volgens Vernooij terug te voeren op het geringe omvang van de club. “We hebben vierhonderd leden waarvan er driehonderd spelend zijn. Bij ons ligt de nadruk op ontspanning en gezelligheid. Prestaties juichen wij uiteraard toe, maar het is voor ons geen bittere noodzaak om naar de derde klasse te promoveren.”

Klik op BSM voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSM voor meer informatie over de club.

Roy Kirch, speler van Oranje Wit, gaat na diep dal de berg op

Voor Roy Kirch (29) was het seizoen 2022/2023 er een die begon met een heel diep dal, waar hij knap uit wist op te klimmen met dank aan artsen, familie, vrienden en teamgenoten. Toch wacht er nog een zware beklimming, want op 23 juni gaat hij voor Giro di Kika op zijn wielrenfiets de Stelvio (een berg van 2750 meter hoogte in het noorden van Italië) op, samen met Louis en Lars Bosman. 

DORDRECHT – Kirch voetbalt al sinds zijn zevende bij Oranje Wit. Altijd lekker zorgeloos, het plezier belangrijker dan de prestaties. Met zijn vrienden uit Oranje Wit 3 had hij al jaren de grootste lol, maar in augustus vorig jaar werd het leven plots even heel serieus voor hem en iedereen in zijn omgeving. Kirch kreeg namelijk te horen dat hij teelbalkanker had. ,,Half augustus vorig jaar ontstonden de problemen. Ik was op een festival geweest en dacht eerst dat het een soort ontsteking was, maar toen ik alles had laten checken bleek het toch heel serieus te zijn.

Teelbalkanker op je 28ste, dan schrik je natuurlijk wel even”, zegt Kirch. ,,Na de eerste operatie zag alles er wel oké uit volgens de artsen, maar twee weken later had ik een afspraak bij de oncoloog in het Erasmus MC in Rotterdam. Bij het bloedprikken werd toen duidelijk dat de tumorwaardes gigantisch omhoog waren geschoten, dus vanaf dat moment ging het allemaal heel snel en moest ik beginnen aan een chemobehandeling.”

Liefde
Het was een enorme klap voor Kirch zelf, maar ook voor zijn teamgenoten. ,,Die wisten natuurlijk ook niet wat ze hoorden. Zoiets verwacht je gewoon niet op die leeftijd, dus die gasten schrokken zich ook wezenloos. Ik weet nog goed dat ik hier in september vorig jaar op het terras voor de kantine zat en ik zo een pluk haar in mijn handen had na de eerste chemobehandeling. Dat zijn hele heftige dingen om mee te maken voor mij, maar ook voor mijn teamgenoten was het natuurlijk vreselijk om te zien en die moesten zich ook maar een houding zien te geven. Het verbindt het team wel, ik denk dat een team juist hecht wordt door de tegenslagen die je met elkaar deelt”, zegt Kirch, die gedurende het seizoen af en toe kwam kijken bij zijn team.

,,Dan zagen ze mij plots kaal langs de lijn staan en moesten zij een wedstrijd gaan spelen. Ik snap wel dat dat voor hen ook niet altijd makkelijk was, maar het was toch fijn om die betrokkenheid bij het team te houden en niet alleen maar thuis te zijn bij mijn ouders die me geweldig hebben opgevangen toen ik die zorg en liefde heel goed kon gebruiken. Al die gasten uit Oranje Wit 3 zijn ook heel sterk gebleken en een enorme steun geweest voor mij in zware tijden, zowel fysiek als mentaal. Ik ben best wel een ijdel mannetje, dus als je dan in de spiegel kijkt en plots naar een kale en zieke versie van jezelf kijkt komt dat enorm hard binnen.”

Racefiets
Kirch maakte in februari via zijn social media bekend wat hij de maanden daarvoor had moeten doorstaan en startte direct een inzamelingsactie op via Giro di Kika met de belofte om de Stelvio te gaan beklimmen, terwijl hij nog nooit op een racefiets had gezeten. ,,Het streefbedrag waar we op mikten was 15.000 euro. Binnen een week was er al 13.000 euro opgehaald. Dat kan ik nog altijd niet geloven, die steun is echt hartverwarmend geweest en was voor mij ook een enorme bron om kracht en motivatie uit te putten om weer langzaam op te krabbelen uit een diep dal.”

Kirch stond op zaterdag 13 mei uiteindelijk zelfs met de kampioensschaal in zijn handen op Oranje Wit en bouwde een dag later met een aantal teamgenoten nog een kampioensfeest in Rotterdam na de landstitel van Feyenoord. ,,Een onvergetelijk weekend, waarbij tussen al het bier en plezier de gedachten ook wel eens teruggingen naar de zware maanden die ik achter de rug had. Dan hou je het niet altijd droog, maar daar schaam ik me totaal niet meer voor. Ik ben het leven heel anders gaan benaderen en veel meer gaan genieten van kleine dingen of gewoon in gezelschap zijn van familie en vrienden. Dat is een belangrijke les geweest uit die periode waarin ik het soms ook even niet meer zag zitten en natuurlijk ook grote zorgen had.”    

Een week na het kampioenschap maakte Kirch zelfs nog zijn eerste speelminuten van het seizoen, in de thuiswedstrijd tegen Groote Lindt. Het zullen ook zijn laatste minuten op het voetbalveld zijn, in ieder geval voorlopig. ,,Ik ben door de chemotherapie het gevoel in mijn onderbenen kwijtgeraakt en ik denk dat je wel begrijpt dat dat niet heel lekker voetbalt”, zegt Kirch, die zijn gevoel voor humor duidelijk niet is verloren en zijn fraaie haardos inmiddels ook weer vol trots kan dragen. 

Stelvio
Tussen het genieten door traint Kirch inmiddels voor een mooie, maar ook pittige uitdaging: het beklimmen van de Stelvio, een berg die zelfs doorgewinterde klimkoningen als Primoz Roglic en Nairo Quintana angst inboezemt in de Giro d’Italia. ,,Maar ik zal er toch echt aan moeten geloven. Gelukkig is Louis Bosman al ervaren en gaat zijn zoon en mijn teamgenoot Lars Bosman ook mee die berg op. Ik heb geen idee hoe we het gaan doen omdat er hier in het platte Nederland nauwelijks voor te trainen valt, maar we gaan het doen.”       

Kirch is blij dat er sinds vorig jaar meer aandacht is voor teelbalkanker. ,,In de periode dat ik met deze ziekte te maken had was het veel in het nieuws door Sébastien Haller en Jean-Paul Boëtius, ook allebei met het geboortejaar 1994. Als je die gasten nu weer ziet spelen op tv vind ik dat mooi om te zien, omdat je weet wat zij hebben moeten doorstaan”, zegt Kirch. ,,Als je er op tijd bij bent is de genezingskans zoveel groter, dus ik heb een simpele boodschap voor alle gasten: check om de zoveel tijd je ballen en laat je controleren als iets niet goed voelt.”

Voor meer artikelen over SV Oranje Wit klik hier.
Voor meer informatie over SV Oranje Wit klik hier.

‘Als je er eenmaal tussenpast…’

Een moeizame eerste seizoenshelft, maar uiteindelijk precies op tijd ‘aangeslingerd’. Want nadat Achilles Veen rond de winterstop in de gevarenzone stond, handhaafde de ploeg zich uiteindelijk toch in de vierde divisie. Tot opluchting van Tim van Broekhoven. “Je krijgt het er wel warm van, van laatste staan.”

Want stiekem, hoopten ze in Veen toch allemaal eigenlijk wel op meer. “Tuurlijk doe je dat, maar je gooit dertien nieuwe spelers ‘op een hoop’. Dan krijg je een bepaalde groepsdynamiek, waarin iedereen zijn plekje moet zien te vinden.” En alles wat daarbij hoort. “Teleurstellingen, alles komt om de hoek kijken. Als die stormfase is geweest, is er een moment dat er rust komt.”

Koerswijziging
Dat moment kwam volgens de 26-jarige Van Broekhoven net na de winterstop. “Het gevoel van een ‘reset’. Even opnieuw beginnen en uit de negatieve spiraal komen.” De club haalde niet alleen een aantal versterkingen, maar veranderde ook van speelstijl. “We gingen 4-4-2 spelen, zodat we de druk wat meer bij de achterhoede weg konden houden. En als je dan een paar goede oefenwedstrijden speelt en niet weer ‘op je klote krijgt’, dan komt het vertrouwen ook wat terug. Maar eerlijk, we hebben geen mooi voetbal gespeeld…” Toch pakte die koerswijziging goed uit, zag de linksback. “Op het middenveld kregen we natuurlijk een mannetje extra en voorin, hadden we meer diepgang. Als je dan van de laatste twaalf wedstrijden, er nauwelijks nog verliest, komt er een bepaald gevoel terug in het team. Iets meer rust in het veld en ook in de kleedkamer begon het beter te lopen. Minder druk, er kwam weer wat ruimte voor ontspanning en gezelligheid. Dat merk je automatisch op trainingen.”

Rebel
Een uitdagend begin, ook voor hem als nieuweling. “Ik wilde eigenlijk graag met mijn vrienden bij SC ’t Zand blijven voetballen, maar een maatje van mij ging in België keepen. Dus toen had ik wel zoiets van, wat ga ik nu doen?” Precies op dat moment, kwam Achilles Veen om de hoek kijken. “Een vriend van mij (Rico Geeroms) voetbalde er al en vertelde hoe het hier leeft en dat de kantine om acht uur nog ramvol staat. Het is eigenlijk een beetje de plaatselijke kroeg, dat wilde ik wel proberen!” En met succes. “Het is eigenlijk beter bevallen, dan ik had gedacht. Dennis (van der Steen) en Jean-Philip (Becht) zijn echt mensenmensen, die blijven met je bezig.” Begeleiding vanuit een technische staf, die wel bij hem past. “Ik ben denk ik niet de makkelijkste. De rebel zijn binnen een groep, gaat me over het algemeen goed af. Maar als je hier echt de intentie hebt om erbij te horen, zou ik je aanraden om gewoon tien jaar te blijven.” Precies wat Van Broekhoven van plan is om te doen. “Mijn vriendin heb ik hier leren kennen, die komt ook uit Veen. We zijn nu aan het kijken voor een huisje. Als ze me bij de club een contract voor onbepaalde tijd geven, doe ik het!” Gas geven op het veld en daarnaast houden van de saamhorigheid, de linkspoot zit helemaal op zijn plek. “Het zijn bijzondere mensen, maar als je er eenmaal tussenpast…”

Andere wereld
En er tussenpassen doet Van Broekhoven dus inmiddels meer dan uitstekend. Al heeft dat, na zijn vertrek uit de jeugdopleiding van RKC Waalwijk, wel even geduurd. “Ik heb wel moeite met die omschakeling gehad. Van een BVO naar de amateurs.” Terechtgekomen in een soort zwart gat, vertelt hij. “Je bent gewend om elke dag het uiterste van je lichaam te vragen, als dat dan wegvalt, heb je iets anders nodig om toch je lichaam te triggeren.” Dat ging bij hem, met pieken en dalen. “Je zoekt het nog steeds in het voetballen, maar daarbuiten ook in mijn geval bij het boksen. Er is wel een periode geweest dat ik niet echt het plezier had, dat is bij ’t Zand en zeker ook Veen, gelukkig weer teruggekomen.” In een totaal andere wereld. “Bij een profclub, maken ze een individu van je. Daar doe je het echt puur voor jezelf. Toen ik vervolgens bij DESK terechtkwam, ging ik leren om het samen te doen. Dan pas word je een ‘teamplayer’. Blijven hangen in de kantine en even een biertje doen.” De droom om profvoetballer te worden, heeft Van Broekhoven dan ook wel een beetje laten varen. “Als je er eenmaal uitvalt, is het heel lastig om jezelf weer op te rapen. En er opnieuw zoveel moeite voor moeten doen en dingen voor te laten… Ik ben misschien ook niet helemaal de persoon voor profvoetbal.” Waarom niet? “Ik laat me niet in de maling of in de zeik nemen, mijn trots staat daarboven.”

Huilen
Trots is de inwoner van Kaatsheuvel ook, op de herrijzenis van zijn team. “Op een gegeven moment, zijn de dingen wel in elkaar gevallen. Het voelde ook niet, alsof het echt lang spannend bleef. Sterker nog, ik had zes wedstrijden voor het einde het idee dat die periodetitel erin zat.” Hoe gek kan het lopen. “Terwijl ik mezelf tijdens het seizoen, nog zorgen heb gemaakt. Of mijn oude speelstijl wel terug zou komen.” Want, zo vertelt de linkspoot. “Iedereen begon natuurlijk zijn vorm kwijt te raken en ik dacht: dit ben ik helemaal niet. Normaal kan ik ook af en toe best iemand doormidden schoppen, zelfs dat was ik bijna kwijt.” Maar eind goed, al goed dus. “Ik voetbal vooral, omdat het leuk is. Negentig minuten knallen met vrienden en dan de stad in. Bij Veen begin ik dat gevoel nu ook een beetje te krijgen. Dat duurt even, maar ik zit nu gebakken.” Al is het alleen maar, door die ene winnende treffer. Uit bij WNC, in de 96ste minuut. “Ik houd van de achterlijn halen én als het kan, schieten. Daarom maak ik alleen maar mooie doelpunten. Die wedstrijd… Ik heb nog nooit een bestuur aan het huilen gekregen, maar toen wel. Dat typeert Achilles Veen. Hoe een overwinning, zoveel los kan maken. Het leeft hier echt!”

Klik op Achilles Veen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Achilles Veen voor meer informatie over de club.

RKVV Roosendaal was net te wisselvallig

Zat er dit seizoen meer in? Misschien wel. Tenminste, dat gevoel heeft Jesper de Wit van tweedeklasser RKVV Roosendaal. Want na iets te veel wisselvalligheid, grepen ze aan het einde van het seizoen uiteindelijk toch nét naast nacompetitievoetbal. “Met een jong elftal, ontbreekt het ons soms aan ervaring.”

Ervaring die hij als 21-jarige voetballer, ook nog niet meteen op de mat brengt. En dus is het soms nog net iets te gretig. “Alles op het hoogste tempo willen doen, in plaats van een wedstrijd even dood spelen. Tegenstanders doen dat vaak wel, daar konden we moeilijk mee omgaan.” Toch is een plek bij de eerste vijf, allesbehalve slecht, zo relativeert De Wit. “Ons doel was de top drie aanvallen, dus we zijn redelijk geslaagd.”

Uitdaging
Sowieso blijft spelen voor het vlaggenschip iets bijzonders, voor de jongeling. “Ik voetbal hier al heel mijn leven, vanaf de F7, toen was ik vijf. Altijd bij het eerste kijken, daar keek je echt tegenop. Tuurlijk hoopte je er dan zelf ook ooit te staan…” Dat is hem, inmiddels alweer vier jaar geleden, dus ook gelukt. “Eerst nog tijdens corona, sinds vorig seizoen doe ik alles ook echt mee.” Een flinke stap, zo merkte hij. “Van de jeugd, naar de senioren, is een groot verschil. Qua tempo, maar vooral ook de energie die je moet brengen.” Toch, na een eerste schrikmoment, was het vooral genieten, voor De Wit. “Ik miste op een gegeven moment de uitdaging bij de jeugd, dan is dit uiteindelijk veel leuker.” Helemaal als je vaak wint én dus zelfs nog bijna nacompetitie voor promotie haalt. “Het begon wel echt te leven in de groep. Er werd meer over gepraat en je gaat nog net een beetje scherper trainen. Het had heel mooi geweest om dat een keer mee te maken, zeker ook voor de ervaring.” Want, zo is hij ook meteen wel eerlijk. “Ik weet niet of promoveren naar de eerste klasse, goed voor ons zou zijn. Met zo’n jonge groep.” Waar het mislopen van een periode uiteindelijk aan heeft gelegen? De Wit heeft wel een idee. “We scoren te weinig…”

Rood cirkeltje
Iets waar hij zelf, gezien zijn positie, maar weinig aan kan doen. “Ik ben begonnen als centrale verdediger, maar sta nu meer ‘op zes’. Als ik mag kiezen, speel ik daar het liefste. Vooral om het spelletje te kunnen verdelen.” Goed en rustig aan de bal, toch ziet De Wit nog genoeg punten ter verbetering. “Mijn handelingssnelheid moet omhoog en verdedigend nog meer mijn mannetje staan. Dan straal je vanzelf ook wat meer leiderschap uit, denk ik.” Een beetje zoals zijn vroegere voorbeeld, Virgil van Dijk. “Toen speelde ik zelf nog als ‘cv’. Nu kijk ik graag naar Mats Wieffer.” De glimlach op zijn gezicht, verraadt veel. “Ik ben voor Feyenoord, dus 15 mei stond al enige tijd met een rood cirkeltje in mijn agenda: naar de Coolsingel!” Goed voorbeeld deed uiteindelijk niet volgen, maar de Roosendaler, hij woont om de hoek van de club, probeert het volgend seizoen gewoon opnieuw. Al is zijn geduld, niet oneindig. “Ik blijf sowieso nog een jaar, want ik wil hier promoveren. Maar als dat niet gebeurt én er komt een kans om hogerop te gaan, zou ik dat wel overwegen. Dat is uiteindelijk wat je wilt als speler, toch?”

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

Mario Koswal drukt stempel op Foreholte

Het eerste seizoen op zaterdag is voor Foreholte een succesnummer geworden. De Voorhoutse club werd in de tweede klasse knap derde, waarmee het zich plaatste voor de nacompetitie. “Die nacompetitie is bonus”, aldus trainer Mario Koswal.

“Een grote club, heel anders dan TAC’90, mijn vorige club”, zegt Koswal als hij op sportpark Elsgeest een jeugdwedstrijd op het hoofdveld gadeslaat. “Ik ben iemand die mijzelf snel aanpast. Voetbal is universeel.”

Foreholte haalde vorig jaar met Koswal (60) een echt voetbaldier binnen. De Hagenaar, die zelf voetbalde bij onder andere Celeritas, het Scheveningse SV’35 en SV Voorburg, moest Foreholte een zachte landing laten maken in het zaterdagvoetbal. “Foreholte speelde vorig seizoen in de zondag-tweede klasse, maar iedereen weet dat het niveau op zaterdag veel hoger ligt”, zegt Koswal. Om die reden ook formuleerden de trainer en de club een realistisch doel aan het begin van dit seizoen: handhaving werd als knappe prestatie gezien.

Koswal drukte vanaf het begin dat hij voet zette op sportpark Elstgeest zijn stempel. Het wat afwachtende, reactievoetbal werd onder de Haagse trainer ingeruild voor een veel dominantere speelwijze. “Ik hou er van om mijn teams hoog druk te laten zetten. Als je op de helft van de tegenstander de bal verovert ben je ook meteen dicht bij het doel.”

Koswal beleefde in het recente verleden successen met FC Boshuizen in Leiden, waarmee hij promoveerde naar de hoofdklasse, en TAC’90 in Den Haag, dat hij van de tweede klasse naar de hoofdklasse loodste. Daarvoor vervulde hij tal van andere functies bij clubs, van hoofd jeugdopleidingen tot hoofdtrainer. Koswal is in het bezit van TC1.

“Ik had ingecalculeerd dat de introductie van de nieuwe speelwijze met ups en downs zou gaan”, vervolgt hij. “We hebben inderdaad mindere fases gehad, maar we hebben in elke wedstrijd wel veel kansen weten te creëren. Vanwege gebrek aan effectiviteit hebben we daardoor hier en daar punten laten liggen, maar uiteindelijk mogen we blij zijn met dit seizoen. Ik zie de nacompetitie echt als een bonus.”

Dat hij zijn elftal aanvallend laat voetballen komt mede voort uit zijn verleden. Koswal zelf was een begenadigd rechtsbuiten die maar wat graag de bal wilde hebben om een actie te maken. “Voetbal is er vooral om te vermaken. Onze speelwijze is leuk voor spelers om uit te voeren en aantrekkelijk voor onze supporters om naar te kijken.”

In november liet Koswal iedereen wel even schrikken toen hij te maken kreeg met plotselinge gezondheidsproblemen. Daardoor miste hij een aantal wedstrijden, maar al snel stond hij weer op het trainingsveld. “Ik let sindsdien wat meer op mezelf”, zegt hij. “Ik vind dat ik als hoofdtrainer altijd betrokken moet zijn bij de club en daar hoort naar mijn mening ook bij dat ik regelmatig met andere trainers praat en dat ik trainingen zie van bijvoorbeeld de jeugd. Na mijn werk ging ik op een trainingsdag meteen door naar de club. Dat heb ik nu enigszins aangepast. Ik ga eerst rustig eten thuis en meld me dan op de club. Ik heb geleerd dat mijn lichaam niet onfeilbaar is.”

Klik op Foreholte voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Foreholte voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.