Home Blog Pagina 1355

‘Misschien ben ik wel te ambitieus voor Drechtstreek’

Miguel Munoz (62) is bezig aan zijn derde seizoen bij Drechtstreek. De trainer met Spaanse roots ging in december 2015 aan de slag op sportpark Oostpolder. In zijn eerste seizoen loodste hij Drechtstreek naar de vierde plaats in 3C, vorig seizoen was er het kampioensjaar en nu draait Drechtstreek mee in de middenmoot in de sterke tweede klasse F.

PAPENDRECHT –  In tweeëneenhalf jaar tijd heeft Miguel Munoz zijn stempel gedrukt op Drechtstreek. Hoog tijd om de balans op te maken met de kleurrijke trainer.

Hoe is het met jou persoonlijk?
Miguel Munoz: ,,Met mij gaat het uitstekend. Ik zit goed in m’n vel en voel me nog altijd een jonge god, haha. Ik word komende zomer 63 jaar, maar zo voel ik me niet. Ik zit nog wekelijks op de racefiets en dan trap ik zo’n 120 kilometer weg, soms met gemiddeldes van 40 kilometer. Ik ben een paar jaar geleden aan dat wielrenclubje begonnen met gasten als Johan Versluis, maar die kan mij al lang niet meer bijhouden. Als ik iets doe, dan ga ik er vol voor. Dat heeft altijd in mij gezeten. Als voetballer was ik zo en als trainer ben ik misschien nog wel gepassioneerder, omdat ik altijd zie dat spelers nog veel meer uit zichzelf kunnen halen. Ik ben ervoor om de spelers te stimuleren dat ook te doen.”

Ben je tevreden over dit seizoen?
“Nee, niet echt. We spelen en presteren nog veel te wisselvallig. Vorig seizoen werden we kampioen in de derde klasse na een geweldige tweede seizoenshelft, waarin we na de winterstop elf punten goed maakten op Wieldrecht. Ik had gehoopt dat we die vorm en die beleving vast konden houden, maar in de tweede klasse is dat toch lastig. De bovenste vier, vijf clubs in deze competitie werken met een flink budget voor hun selectie. Daar kunnen en willen wij als Drechtstreek niet in mee, maar dan weet je dus ook dat je dan bent aangewezen op een plek in de middenmoot. Dat is niet erg, maar het betekent wel dat ik als trainer mijn ambities moet bijstellen. Een grijze muis in de middenmoot van de tweede klasse zijn is niet heel leuk of spannend, maar momenteel zit er niet meer in voor Drechtstreek. Hopelijk kunnen we in de toekomst doorgroeien tot een topper in de tweede klasse of misschien zelfs weer terugkeren naar de eerste klasse, maar dan moet de hele club dat ook echt willen. Ik loop nu soms tegen zaken aan waarvan ik merk dat ik ambitieuzer ben dan andere mensen binnen de club. Dat is helemaal geen kritiek, maar een gegeven. Ik heb heel veel ideeën over voetbal, maar dat kan ik niet allemaal zelf uitvoeren. Ik kijk altijd analytisch naar voetbal en heb veel contacten in de voetbalwereld, bijvoorbeeld bij Sevilla en bij clubs in Brazilië. Via de contacten daar krijg ik veel informatie binnen over statistieken en de fysieke gesteldheid van spelers, want bij de profs wordt tegenwoordig alles gemeten.’’

Wat zijn de interessantste bevindingen daaruit?
,,Dat voetbal allang niet meer draait om techniek of tactiek, maar vooral om het fysiek en de conditie van de spelers. Kijk naar gasten als Sergio Ramos of Cristiano Ronaldo, dat zijn echte atleten. Geen grammetje vet, overal spieren, hoog op de benen, grote sprongkracht, snelheid, noem het maar op. Dat vind ik fantastisch om te zien. In mijn tijd hadden de meeste voetballers nog wel een klein buikje, maar dat kan tegenwoordig echt niet meer, hoe goed je ook bent. Daarom wilde ik bij Drechtstreek ook dat iedereen topfit aan dit seizoen zou begonnen. Met onze aanvoerder Damiën Vereecken, die Personal Performance Teacher is, hebben we op dat vlak heel veel kennis en kunde in huis. Het idee was om iedereen zowel fysiek als mentaal topfit te krijgen, maar dat is toch lastiger uit te voeren dan ik had gedacht.

Merk je wel eens weerstand van spelers?
“Ja, natuurlijk merk ik dat wel eens, ik ben niet gek. Het hangt allemaal van de prestaties af. Als je wint geloven de spelers alles wat je zegt, als je verliest gaan ze aan je twijfelen en over je praten. Dat is op ieder niveau zo. Neem nu Pep Guardiola bij Manchester City of Ernesto Valverde bij FC Barcelona. Ze draaien allebei een waanzinnig seizoen in de eigen competitie, maar worden in de kwartfinales van de Champions League verrassend uitgeschakeld. Plots gaan er dan geluiden op dat ze er niets van kunnen. Dat is toch ongelooflijk? Ook ik merk dit seizoen dat spelers minder makkelijk meegaan in mijn ideeën als vorig seizoen, toen we na de winterstop bijna alles wonnen. Of ik daar een voorbeeld van heb? Ja hoor. Ik vind het belangrijk dat spelers de rust aangrijpen als een goede voorbereiding op de tweede helft. Dus een actieve houding, goede suikers naar binnen werken en daarna snel weer naar buiten om je spieren warm te houden. Als we 2-0 voorstaan gaan alle spelers daar in mee, maar als we met 2-0 achterstaan zie ik in de rust plots spelers onderuit gezakt in de kleedkamer zitten met een bekertje water in hun handen. Dan ontplof ik wel eens ja, omdat ik daar niets van begrijp. Je hebt nog een helft om het goed te maken, maar je legt je dan eigenlijk al neer bij een nederlaag. Er wordt wel eens gezegd dat na twee seizoenen mijn houdbaarheidsdatum is bereikt, maar daar geloof ik niet in. Drechtstreek heeft mijn contract ook met twee seizoenen verlengd, daar spreekt vertrouwen en waardering uit. Ik ben hier nog lang niet klaar.’’

Zou je niet liever bij een club op hoger niveau willen werken?
“Natuurlijk, diep in zijn hart wil iedere amateurtrainer dat. Bij een club als Kozakken Boys of als hoofd jeugdopleiding van een mooie profclub zou ik mijn ideeën veel beter kwijt kunnen, maar dat gaat op mijn leeftijd niet meer gebeuren, zo realistisch ben ik wel. Maar ik heb het uitstekend naar mijn zin bij Drechtstreek, een warme en levendige club met heel veel jeugd. De laatste maanden heb ik weer een aantal jonge gasten laten debuteren. Die hebben nu misschien nog niet het vereiste niveau, maar ze kunnen alleen maar aanhaken door hard te trainen en goed te kijken bij het eerste.’’

Hoe belangrijk zijn de twee overwinningen in de derby tegen Papendrecht dit seizoen voor jou als trainer?
“Dat leeft denk ik vooral bij de spelers en supporters. Natuurlijk kan ik ook genieten van de ambiance in die wedstrijden, maar ik zie het liefst dat mijn spelers zich elke week zo kunnen opladen als voor zo’n derby tegen Papendrecht. Als speler zou je voor iedere wedstrijd zo’n mindsetmoeten creëren. Gemakzucht en onderschatting is het grootste probleem van de hedendaagse voetballer. Neem nu onze spits Michael Slingerland. Een wereldgozer en een fantastische spits, maar ook een jongen die niet iedere week het uiterste van zichzelf vraagt. Als hij iedere week het uiterste van zichzelf zou vragen, dan zou hij in de hoofdklasse spelen, want daar heeft hij de kwaliteiten voor. Ik probeer hem daarin wel te stimuleren, maar uiteindelijk moet een speler dat vooral van zichzelf vragen. Ik snap goed dat al mijn spelers vooral voor hun plezier voetballen en daarnaast ook gewoon nog een drukke baan of studie hebben, maar voetbal is in mijn ogen zoveel leuker als je iedere week alles geeft met z’n allen. Dat probeer ik erin te krijgen. De ene week gaat dat beter dan de andere, maar dat hoort ook bij voetbal. Mijn passie zal er in elk geval niet minder op worden, dat idee heeft mijn vrouw ook al uit haar hoofd gezet haha.”

Goaltjesdief van DVVC heeft vertrouwen in nieuw seizoen

Stefan van Dongen (21) kijkt met gemengde gevoelens terug op het afgelopen seizoen. DVVC kreeg het niet voor elkaar om direct terug te promoveren naar de vierde klasse, maar hij beleefde wel zijn doorbraak als aanvaller bij de senioren.

23 doelpunten scoren in minder dan 20 wedstrijden: Stefan van Dongen kreeg het voor elkaar. En dat in zijn eerste seizoen als aanvaller in de basis van het eerste van DVVC, hoewel het al zijn derde jaar bij de senioren was. In zijn eerste seizoen pendelde hij tussen het tweede en het eerste en vorig jaar werd hij vooral ingezet als rechtsback. “Dat was totaal niet mijn plek, maar we hadden niemand voor die positie en de trainer zette mij daar dus neer.”

Gelukkig voor Van Dongen keerde trainer Suat Tasci voorafgaand aan dit seizoen terug bij de vijfdeklasser. “Daar had ik al onder gespeeld in het tweede.” Die zette hem vanaf het moment dat de aanvaller fit was, hij miste de eerste competitiewedstrijden vanwege een rugblessure, voorin. Van Dongen voelde het vertrouwen en liet zien een neusje voor het doel te hebben: hij scoorde 23 keer. “Af en toe mooie goals, soms intikkers, maar die moeten ook gemaakt worden.”

Over zijn individuele prestaties kan Van Dongen tevreden zijn, maar het collectief presteerde niet optimaal. DVVC had als doelstelling om voor het kampioenschap te spelen, maar greep uiteindelijk naast alle prijzen en speelt volgend jaar dus weer in de vijfde klasse. “We lieten te vaak punten liggen door puur slecht spel. Aan het einde van het seizoen hebben we wedstrijden puur verloren doordat we een te smalle selectie hadden.”

Dat zal volgend seizoen anders zijn. Een aantal oud-spelers van het eerste elftal keert terug en dat geeft Van Dongen vertrouwen. “We hebben dan weer een beetje het oude team waarmee we een paar seizoenen in de vierde klasse speelden. De meesten kennen elkaar wel, dus dat wordt sowieso een leuke spelersgroep. We zullen weer strijden voor promotie.”

Van Dongen speelt zijn hele leven al voor DVVC. Hoewel hij ambitieus is en een aanbieding van een club op zak heeft, blijft hij sowieso nog één seizoen bij DVVC. “Ik heb toch een bepaald gevoel bij DVVC, heb het hier naar mijn zin en verwacht leuke dingen van ons team volgend seizoen. Maar tegelijkertijd wil ik natuurlijk wel zo hoog mogelijk voetballen. Mocht er een mooie aanbieding komen, dan ga ik daar wel over nadenken, maar volgend seizoen speel ik sowieso nog bij DVVC.”

‘Opeens werd alles zwart voor mijn ogen’

Sprundelaar Jorg Vens liet zijn ploeggenoten flink schrikken toen hij tijdens een competitiewedstrijd eind vorig jaar plotseling door zijn benen zakte. Zelf weet hij niet veel meer van het schokkende incident, behalve dat alles zwart werd voor zijn ogen. Inmiddels gaat het weer de goede kant op met de 20-jarige voetballer, maar een oorzaak heeft hij niet kunnen vinden.

Een ijzingwekkende stilte valt over sportpark De Zoek in Schijf. Het is bijna kwart over vier als een speler van Sprundel plotseling in elkaar zakt, midden op het veld zonder een bal of tegenstander in de buurt. Het is de 20-jarige Jorg Vens die het bewustzijn even kwijt is. Tot grote opluchting van de andere spelers, scheidsrechters en toeschouwers geeft de Sprundelaar niet snel daarna weer een teken van leven. In de ambulance wordt een hartfilmpje gemaakt, dat ziet er gelukkig allemaal goed uit.

“Ik weet niet veel meer van het incident. Ik herinner me alleen nog dat ik tijdens die wedstrijd steeds meer last kreeg van een stekende pijn in mijn borst. In de 83ste minuut werd alles opeens zwart voor mijn ogen en ben ik blijkbaar flauwgevallen”, vertelt de 20-jarige laatste man twee maanden later. “Ik heb van mijn ploeggenoten wel gehoord dat het heel heftig was, zij zijn flink geschrokken.”

Inmiddels gaat alles weer goed met Vens. “Alles was eigenlijk direct wel weer in orde, behalve dat ik mijn ademhaling niet onder controle kreeg. Ik begon te hyperventileren. Ik ben toen op een brancard gelegd, naar binnen gebracht en daar kwam ik tot rust.” De wedstrijd in de vierde klasse werd gestaakt.

Vens hield nog enkele weken last van de stekende pijn in zijn borst, maar uit de onderzoeken naar zijn bloed, longen en hart kwam niets. “Het was wel belangrijk dat ik goed op mijn ademhaling ging letten, door de stekende pijn in mijn borst ging dat wat te geforceerd.” Een concrete oorzaak voor de steken werd echter nooit gevonden, terwijl de speler van de vierdeklasser aan het begin van dit seizoen ook al last had van die pijn. Toen trokken de steken echter vanzelf weg.

Vens is na een periode van rust eind januari weer mee gaan trainen met de selectie, maar blijft angstig. “Ik denk er nog vaak aan terug. Dat is vervelend, ik wil het eigenlijk loslaten maar het zit toch in mijn achterhoofd.” Hij heeft veel aan de steun van zijn trainers. “Als ik me druk maak of onzeker ben, bespreek ik dat met hen. Dat helpt wel.”

Hij hoopt de angstige gedachten snel uit zijn hoofd te bannen. “Ik wil vooral plezier hebben op het voetbalveld.” Zijn trainer en teamgenoten zijn zeker blij met zijn spoedige herstel, aangezien Vens een meerwaarde is voor het elftal. De laatste man werd in het verleden niet voor niets gescout door RBC Roosendaal, dat toen nog betaald voetbal speelde. “Maar na het faillissement ben ik vertrokken. Ik speel nu weer een jaar bij Sprundel, met mijn vroegere ploeggenoten samen. Het zou heel mooi zijn om met hen hogerop te komen. We zijn een jonge, getalenteerde groep, die vooruit wil. Dus dat zit er zeker in. Maar het plezier is echt het belangrijkst.”

Danny Buijs: afscheid vol trots

Het kampioenschap in de tweede divisie als ultiem afscheidscadeau behoort mathematisch nog steeds tot de mogelijkheden, maar Danny Buijs zal hoe dan ook na vier seizoenen met een trots gevoel afscheid nemen van Kozakken Boys: hij zwaait af na een machtige periode op De Zwaaier om te beginnen aan een geweldig avontuur als eredivisietrainer bij FC Groningen.

WERKENDAM – Danny Buijs en de selectie van Kozakken Boys stapten de meimaand binnen in de wetenschap dat het kampioenschap in de tweede divisie nog steeds tot de mogelijkheden behoort. De afstand tot koploper Katwijk, die nog naar De Zwaaier komt, werd opnieuw verkleind. ,,Voor de winterstop was de kloof enorm, omdat Katwijk op dat moment geen enkele misstap maakte. Daar lopen we nog steeds achteraan. Maar zolang het mogelijk is, blijven we erin geloven’’, is het credo van Danny Buijs.

Een reeks van tien overwinningen voerde eerder dit seizoen de druk op de lijstaanvoerder op. Een serie die eraan heeft bijgedragen dat Kozakken Boys sowieso een prima seizoen draait. ,,We stevenen af op een puntenrecord, we hebben nog nooit een puntengemiddelde per wedstrijd gehaald dat zo hoog is als dit seizoen’’, strooit Buijs met statistische gegevens. ,,We hebben alleen te maken met een ploeg die nog beter gepresteerd heeft tot op heden.’’

Tel daarbij op de fraaie campagne in de landelijke KNVB-beker, dat strandde bij FC Zwolle, en het laatste jaar van Buijs bij Kozakken Boys – waar hij in eerste instantie als speler binnenkwam – gaat als fraai slot in Werkendam de boeken in. ,,Ik heb dankzij de kans die Kozakken Boys mij geboden heeft mijn trainerscarrière kunnen opbouwen en een kans bij FC Groningen kunnen verdienen. Maar wat ik ook heel mooi vind, is de ontwikkeling die de spelersgroep en individuele spelers hebben kunnen maken. Ahmad Mendes Moreira, die een kans bij FC Groningen heeft verdiend. Juriën Gaari, die de overstap naar eerstedivisionist RKC Waalwijk heeft gemaakt en Abdulsamed Abdullahi die een contract bij Sparta heeft afgedwongen. Jongens die allemaal stappen in hun voetballoopbaan hebben kunnen maken, dat geeft me een extra gevoel van trots.’’

RVVH vrouwen presenteert nieuwe aanwinsten

Het seizoen is nog geen week over maar de vrouwen van RVVH maakten donderdag al een aanvang met komend seizoen. In de kantine van de dit jaar honderd jaar geworden vereniging presenteerde de kersverse Topklasser haar aanwinsten voor het seizoen 2018/2019.

Na een korte introductie van bestuurslid Willem Grootenboer, waarin hij het eerste en tweede feliciteerde met de gehaalde doelstellingen (promotie en handhaving) en de bonusprijzen (Voetbal Rijnmond Cup en KNVB beker), stelden de 16 nieuwe speelsters van RVVH zich voor. Een mix van jong talent en ervaring welke er mede voor moeten zorgen dat komend seizoen het eerste zich handhaaft in de topklasse en het tweede zich in de middenmoot van de eerste klasse nestelt.

De , tevens kersverse, Trainer Andrew Thomas sprak voor de eerste keer de groep toe. Hij is verheugd dat RVVH zo’n grote, talentvolle, selectie bij elkaar heeft weten te krijgen. In totaal beschikt Thomas met zijn assistent Jacco Been over bijna 40 speelsters. Hij zal deze wel moeten delen met de trainers van het tweede team, Patrick van der Veen en Ron Verschoor.

Gekomen: Jennifer Bakker (BVV), Chaimae Azerkan ( VVOR), Lotte Stock (RKDEO), Iris Klein Blog (RCL), Laura Hertel (BVV), Michelle van den Berg (Charlois), Minke van Alten (SVS), Danique Slot (SVS), Clemence Landsman (XerxesDZB), Rafaela Medeszoon (SVS), Eirini Tsira (BVV), Viviane Verheijen (OranjeWit), Iris Zoon (Excelsior), Chanel Zimmerman (BVV), Marin Mes (SVS), Veerle Keesmaat (SVS).

Vertrokken: Julia Butter (gestopt), Chelsea Disseldorp (SSS), Ramona van der Harst (Rijnvogels), Danielle Noordermeer (Excelsior), Romy Scherpenzeel (Rijnvogels), Annemarie Star (gestopt), Beau Suurland ( Jodan Boys), Romy Tombroek (BVV),

Leerdam Sport ’55

Leerdam Sport ’55 speelt momenteel haar wedstrijden nog op Sportpark Leerdam Sport, maar dit zal vanaf het seizoen 2019/2020 niet meer het geval zijn. Er wordt vanaf komende zomer namelijk gewerkt aan een nieuw complex voor de club uit Leerdam. Het VoetbalJournaal is in gesprek gegaan met Paulo Lopulalan, Hoofd Technische Zaken bij Leerdam Sport ’55, over o.a. het nieuwe complex, het huidige seizoen en de nieuwe aanwinsten voor komend seizoen.

Paulo Lopulalan: ‘’De gemeente koopt de huidige grond over om het bestemmingsplan betreft huizenbouw te kunnen uitvoeren. Leerdam Sport ligt hiervoor eigenlijk deels in de weg en zodoende heeft de gemeente ons uitgekocht. Totdat wij gaan verhuizen naar de nieuwe accommodatie, is de grond nog eigendom van Leerdam Sport.’’

Komende zomer zal de bouw van het nieuwe complex gaan beginnen. Tevens is er de mogelijkheid om eerder aan de bouw te beginnen, doordat de hockeyclub -die momenteel op de locatie zit- eerder dan gedacht verhuist naar het sportpark van LRC. ‘’Als alles volgens planning verloopt, dan kunnen wij vanaf het seizoen 2019/2020 verhuizen en onze wedstrijden gaan afwerken op het nieuwe sportpark.’’ gaf Lopulalan aan.

Op sportief gebied gaat het dit seizoen minder met Leerdam Sport ’55.  Lopulalan gaf aan dat hoewel op papier alles nog mogelijk is, dat als men realistisch naar de situatie kijkt dat het nagenoeg onmogelijk is om degradatie naar de 4eklasse te voorkomen. ‘’Wij liggen al een straatlengte achter op de concurrentie en ook ik zie handhaving niet meer gebeuren. Onze ambitie is dan ook zo snel mogelijk (terug) te promoveren naar de 3eklasse en het is niet van belang of dit gebeurt via een kampioenshap of via de nacompetitie.’’

Het is dan ook niet gek dat de club al de nodige versterkingen heeft gehaald voor komend seizoen. De nieuwe aanwinsten zijn eigenlijk allemaal bekenden van de club. De huidige assistent-trainer Yoni Sahertian wordt volgend jaar de hoofdtrainer en neemt het over van Gerrie Schaap. De nieuwe aanwinsten voor de spelersgroep hebben bijna allemaal een verleden bij Leerdam Sport ’55 en de club nog steeds een warm hart toe dragen.

Lopulalan: ‘’Van de nieuwe aanwinsten komen er drie spelers van buiten Leerdam, waarvan er één speler op het moment nog bij FC Engelen, in de buurt van ‘s-Hertogenbosch, speelt. Deze speler is een neefje van onze huidige keeper en zodoende zijn wij met hem in contact gekomen. Daarnaast komen er twee jongens uit Culemborg, maar die zijn al bekend bij de club. De overige aanwinsten zijn allemaal afkomstig uit Leerdam.’’

Op deze wijze gaan de visie van Leerdam Sport ’55 en de uitvoering hand in hand, aangezien het bestuur ernaar streeft om de club het ‘Leerdamse’ gezicht en karakter terug te geven. ‘’Vandaar dat er spelers die afkomstig zijn uit Leerdam en/ of een verleden hebben in Leerdam worden benaderd om terug te komen naar de club. Wij streven er als club naar om een selectie op te bouwen, waarin 85% van de spelers afkomstig is uit Leerdam. De achterliggende gedachte achter deze visie is het vergroten van de binding tussen de selectie en de rest van de club.’’

Raymond Verlome, meer dan een keeperstrainer

Raymond Verlome (50) traint al drie seizoenen de doelverdedigers van DVV’09 en is al jaren bevriend met sluitpost Dennis van der Velde (31). Maar door diens gedwongen afscheid om gezondheidsredenen was Verlome afgelopen seizoen voor hem veel meer dan een keeperstrainer.

Ze kennen elkaar al van hun periodes bij Flakkee, waar zij allebei een verleden hebben. Nadat Verolme eerst zelf op doel stond in Middelharnis, keerde hij later weer terug bij Flakkee als keeperstrainer van Van der Velde. Die was inmiddels de nieuwe doelman van de geelblauwen geworden. ,,Toen was de band tussen Dennis en mij al erg goed”, zegt Verolme. ,,We vertelden elkaar alles.”

Verolme, geboren in Scheveningen maar opgegroeid in Middelharnis, kwam zijn voetbalvriend jaren later bij DVV’09 opnieuw tegen. Dat was in 2015. Van der Velde had er toen, na jaren in het eerste van Flakkee, inmiddels al twee seizoenen bij de zaterdagvierdeklasser uit Dirksland opzitten. Verolme maakte die stap na zeven jaar keepers trainen in Oude-Tonge bij DBGC.

Ook in Dirksland bleken Verolme en Van der Velde een goede klik met elkaar te hebben. ,,Ik ben nogal fantiek”, zegt Verolme. ,,Over dingen die ik als keeper zie, kon ik bij Dennis altijd mijn ei kwijt. En alles wat ik zei, zoog hij als een spons op. Dat maakt het fijn om met iemand zoals hij te trainen.” Ondertussen kreeg Van der Velde langzaam maar zeker steeds meer gewrichtsklachten in zijn rug, knieën en polsen. Afgelopen september bleek uit onderzoek in het ziekenhuis de doelman een vorm van gewrichtsreuma te hebben. En het advies dat hij kreeg, was om direct te stoppen. Maar de sluitpost wilde zijn team niet in de steek laten en besloot het seizoen af te maken.

,,Sindsdien is onze band nog beter geworden”, zegt Verolme. ,,Want Dennis zat daar gewoon heel erg mee en hij moest toch zijn gevoelens kwijt.” Zeker omdat Van der Velde ondanks zijn gewrichtsklachten een sterk seizoen draaide. ,,Hij pakte gewoon punten voor DVV. Dat deed hij het jaar ervoor al. Alleen, ik vond hem nog elke keer beter worden. Als je dan gedwongen wordt om te stoppen omdat het met je gezondheid niet goed gaat, dan is dat voor hem natuurlijk moeilijk. Want als je diep in zijn hart keek, wilde hij niet stoppen. Maar ja, hij moest gewoon.”

Verolme trok zich het leed van zijn voetbalvriend, die door een knieblessure al voor het slot van de competitie moest stoppen, persoonlijk aan. ,,Ik wil als keeperstrainer de jongens bij DVV helpen en dat heeft Dennis ook heel erg. Ik voelde gewoon zijn pijn. Dat was voor mij gewoon heel moeilijk te accepteren. Zeker omdat je allebei bloedfanatiek bent en voor iedereen door het vuur gaat.”

Daarbij denkt Verolme dat een keeper eerder naar een keeperstrainer toetrekt dan naar de hoofdtrainer. ,,Binnen een team is een keeper toch een eenling, maar hij is ook begaan met alle spelers om zich heen. Maar als een keeper een fout maakt of een doelpunt tegen krijgt, dan verwerk je dat als keeper-zijnde toch alleen. Maakt een spits een doelpunt, dan viert hij dat met heel het team. Als keeperstrainers weten wij wat keepers bij dat soort dingen voelen. En daar kom je als keeper toch eerder mee bij je keeperstrainer dan bij je hoofdtrainer.”

Peter de Vries, teammanager bij Heerjansdam

Peter de Vries (62) is alweer vier jaar teammanager van Heerjansdam 1. Hij maakt zichzelf graag ondergeschikt aan het resultaat en de sfeer. Want zo is het toch wel, vertelt De Vries, die onmiddellijk aangeeft niet uit te zijn op roem of status. “Als teammanager knap je vooral klusjes op”, weet de man die nog niet zo heel lang geleden ook wel ‘elftalleider’ werd genoemd. “Kleding verzorgen, praktische probleempjes oplossen. Je staat niet in de schijnwerpers als je mijn functie bekleedt.”

Dat laatste is geen bittere noodzaak voor De Vries, die op de kop af 26 jaar lid is van het ooit zo beroemde Heerjansdam. Hij is nog van het altruïstische soort dat intens kan genieten wanneer het reilen en zeilen van het eerste team voorspoedig geschiedt. Sfeer en resultaten zijn nu eenmaal slechts haalbaar wanneer de randvoorwaarden in orde zijn, weet De Vries. Hij zegt: “Zonder dat mensen het vaak uitspreken, proef ik de waardering van de spelers.”

Voetballers zijn ijdeltuitjes die zich graag laten verwennen. Ze voelen zich behaaglijk wanneer hun tenuetje op zaterdag keurig klaar hangt, aan de haakjes in het kleedlokaal. De Vries op zijn beurt grijpt zijn organisatietalent aan om alles goed te regelen. “Dat vinden die jongens prettig”, zo gaat hij dieper op de materie in. “Ze willen weinig aan hun hoofd hebben en moeten worden gefaciliteerd in hun presteren, zonder dat het overdreven wordt. Ik vind het erg leuk om ervoor te zorgen dat alles op rolletjes loopt. In de wandelgangen hoor ik van mensen dat mijn werk op prijs wordt gesteld.”

De Vries meerde bij Heerjansdam aan toen zijn inmiddels 32-jarige dochter lid werd van de vereniging. Zelf schopte hij het als amateur tot één officiële wedstrijd in Xerxes 1, waarna een lelijke kruisbandblessure alle aspiraties op een glanzende voetballoopbaan aan gruzelementen werkte. “Maar ik wilde wel graag bij het voetbal betrokken blijven”, aldus de Vries. “Ik had het ook heel leuk gevonden als mijn zoon een goede voetballer was geworden. Helaas is hij op zestienjarige leeftijd in een rolstoel beland, toen er een hersentumor bij hem werd geconstateerd. Dat zijn dan van die dingen die je moeilijk een plaats kunt geven.”

De Vries zwijgt een aantal seconden wanneer zijn zoon ter sprake is gekomen. Dan pakt hij de draad op en schakelt over naar de trainerspositie van Heerjansdam 1. Hij heeft geen enkele behoefte om zich met de opstelling van het eerste elftal te bemoeien, beweert hij stellig. Die klus is voor coach Patrick Kok, die dat doorgaans vakbekwaam doet.

De trainersfunctie en leidersfunctie moeten vooral gescheiden blijven, besluit De Vries. Vandaar dat hij zich ook niet bemoeit met wissels, teleurgestelde reservespelers en andersoortig leed dat zich op het veld zelf afspeelt. “Laat mij maar lekker de tenues klaarhangen en probleempjes oplossen”, besluit De Vries opvallend monter. “Iedereen heeft zijn taak en daar is helemaal niets mis mee. De trainer bepaalt – en zo hoort het. Ik zit ook niet bij het wekelijkse technisch overleg.”

De Klerk dolblij met vertrouwen Zwaluwe: ‘Je mag hier op je bek gaan’

Vincent de Klerks belangrijkste doel voorafgaand aan dit seizoen was het terugbetalen van het vertrouwen dat voetbalvereniging Zwaluwe in de Zuid-Hollander stelde. “Het is een geweldige kans voor iemand zonder ervaring.”

Van kleins af aan wist De Klerk al dat hij trainer wilde worden. “Ook de droom om een eerste elftal te trainen is er al lange tijd. Ik vind het echt een mooie uitdaging om die gasten steeds weer een diverse training voor te schotelen, met het groepsproces bezig te zijn en duidelijk te communiceren.” Hij rook vorig seizoen al aan het trainersvak en liet zien talent te hebben: met een achterstand van dertien punten en nog tien wedstrijden te gaan, toverde hij een Houdini-act tevoorschijn door Papendrecht voor degradatie te behoeden.

Zwaluwe kende hij nauwelijks, maar toch leken de club en de trainer voor elkaar gemaakt. “Ik kwam hier terecht via een tip van een andere trainer, die wist mij te vertellen dat ze bij Zwaluwe een jonge en ambitieuze trainer zochten. Ik heb gesolliciteerd en het klikte meteen. De Brabantse gemoedelijkheid ligt me wel. In Rotterdam en omgeving lig je er na vier nederlagen uit, hier mag je op je bek gaan. Dat heb ik ze ook gevraagd tijdens de gesprekken, wat ze zouden doen als ik twaalf wedstrijden op rij zou verliezen. Toen zeiden ze: ‘Als de spelersgroep blij met je is, mag je gewoon blijven.’ Je krijgt hier de ruimte om ergens aan te bouwen, dat waardeer ik heel erg. En om op dit niveau te beginnen, dat is echt een buitenkans.”

Want volgens De Klerk zijn er maar genoeg trainers die graag in zijn schoenen zouden staan. “Ook mannen met veel meer ervaring, die nu thuiszitten. Als ik om me heen kijk en de trainers waar wij soms tegen spelen zie, denk ik wel: dan is het toch eigenlijk geen gezicht dat hier het groentje De Klerk zit.” En toch gaat het tot nu toe geweldig met Zwaluwe in de tweede klasse. “We hebben gewoon een hele stabiele groep. Er staat een goede keeper, een hele degelijke achterhoede waardoor we weinig goals tegen krijgen, daarvoor een middenveld met harde werkers én sierlijke voetballers en in de spits onberekenbare aanvallers.” Dat zorgt ervoor dat Zwaluwe in het eerste seizoen na de promotie naar de tweede klasse op het moment van schrijven ‘gewoon’ in het linkerrijtje meedraait. “Dat terwijl ik blij was geweest als we ons direct zouden handhaven. Het gaat gewoon heel goed, ik vind het erg fijn dat ik het vertrouwen heb gekregen, ook nadat we acht van de negen wedstrijden in de voorbereiding verloren.”

Hij noemt zichzelf een duidelijke trainer, die al zijn beslissingen goed uitlegt en kijkt of er wel genoeg draagvlak is in de spelersgroep. “Ik ben docent Lichamelijke Opvoeding en weet dus hoe belangrijk het is om duidelijk te communiceren met je leerlingen. Het was voor mij wel erg fijn dat het met de discipline al goed zat dankzij mijn voorganger Jack Beusenberg.”

Wat De Klerk nog lastig vindt, is afstand houden tot de spelersgroep. “Ik ben ook nog maar 32 jaar oud en vind het echt heel gezellig bij Zwaluwe, de verleiding is dan ook heel groot om mee de stad in te gaan na een wedstrijd. Toch doe ik dat bijna nooit, omdat ik een bepaalde afstand wil houden. Ik ben niet hun vriend, maar hun trainer. Ze moeten ook de ruimte krijgen om met wat bier op over mijn keuzes te klagen, haha.”

De inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht hoopt nog een paar jaar door te mogen werken in Lage Zwaluwe. “Ik koester wat ik heb, het is mijn wens om hier langer te blijven en aan hele mooie jaren te bouwen. Maar ik weet ook: er hoeft maar iets te gebeuren binnen een spelersgroep en je positie ziet er opeens heel anders uit.”

Oscar de Kooning is op de weg terug

Lewedorpse Boys is bezig aan een moeilijk seizoen in de derde klasse van het zaterdagvoetbal. Door een aantal langdurige blessures bij bepalende spelers strijdt de ploeg tegen degradatie. Volgens sterkhouder Oscar de Kooning is handhaving het ultieme doel. “Voor aanvang van dit seizoen had ik ons in de top van het rechterrijtje gezet, maar door veel tegenslagen binnen het team is overleven het hoogst haalbare.”

Dat Lewedorpse Boys een lastig seizoen kent, heeft ook te maken met het blessureleed van De Kooning. “In de derde wedstrijd van het seizoen, het duel tegen Yerseke, heb ik mijn meniscus gescheurd. Ik ben eind november geopereerd en ben nu weer op de weg terug. ”

De inmiddels 29-jarige De Kooning is een belangrijke schakel. “Ik ben zelf één van de oudere spelers en voel mij geroepen om de leider binnen het veld te zijn en de kar te trekken. Ik ben van veel jongens ook jeugdtrainer geweest, waardoor ze wel wat van mij aannemen en weten dat ik fanatiek kan zijn tijdens trainingen en wedstrijden.”

De controlerende middenvelder is niet de enige speler die in de lappenmand heeft gelegen.  “Helaas zijn veel sterkhouders dit seizoen langdurig geblesseerd geweest. Desondanks denk ik dat wij genoeg kwaliteit hebben met spelers als Olde Raas, Sven Nieuwenhuijze, Matthijs van ‘t Westeinde, Jesper Poortvliet en Dave van de Klooster. We hebben een team waar nog erg veel rek in zit. We spelen standaard met vijf jongens van achttien jaar in de basis.”

Volgens de kleine middenvelder ontbeert het de ploeg soms aan volwassenheid. “We moeten als team volwassener worden. We kunnen best lekker ballen, maar soms vraagt een wedstrijd ook om de mouwen op te stropen en dan mag er weleens aan de rem getrokken worden. “
Ondanks de lage klassering gelooft de kleine middenvelder nog steeds in een goede afloop. “In deze klasse steken Yerseke en RCS erboven uit. De andere teams zijn aan elkaar gewaagd, waarbij iedereen van elkaar kan winnen. Zo kan een laagvlieger opeens van een stabiele subtopper winnen.“

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.