‘Iedereen kijkt naar je, iedereen heeft het over je’, aldus Jeffrey Meulenberg van Unitas’30

0
386
jeffrey-meulenberg-unitas-30

Hij begon zelf als voetballer niet tussen de palen, vond het daarna toch wel interessant en geeft inmiddels zijn kennis en ervaring als keeperstrainer door aan de jeugd van Unitas’30. Want wat maakt iemand nou juist een goede doelman? Jeffrey Meulenberg weet het. “Je moet vooral mentaal sterk zijn!”

Want keepers, staan er uiteindelijk toch vaak alleen voor, zo begint de 54-jarige Meulenberg met vertellen. “Het zijn eenlingen in een team. Als je een blunder maakt, praat iedereen daar nog maanden over. Terwijl een gemiste kans, snel weer in de vergetelheid raakt… Dan moet je echt overtuigd zijn van jezelf en gewoon doorgaan. Gretig zijn, goed spelinzicht en de juiste drive hebben. Dat is heel belangrijk.” Zeker in het hedendaagse voetbal. “Als doelman moet je vaak in een ‘split second’ beslissingen nemen, helemaal in het meevoetballen. Net achter die verdediging staan.” Alweer een seizoen of acht, probeert Meulenberg de talentjes van Unitas’30 de kneepjes van het keepersvak te leren. Een bijzondere combinatie, blijkt. “Ik heb hier zelf nooit gespeeld, want kom oorspronkelijk van de Betuwe. Eind twintig kwam ik, in verband met werk, naar Brabant.”

Persoonlijke aandacht
Begonnen als veldspeler en langzaamaan gegrepen door het virus. “Dat keepen begon ik toch wel interessant te vinden, dus dat wilde ik wel eens doen. Geïnspireerd door Menzo, Van Breukelen en Schrijvers. Vroeger mijn helden.” Een nieuwe passie was geboren. “Dat duiken ging me goed af! Later heb ik ook voor mijn werk, bij onder meer defensie, nog meegedaan in de zaal of bij één of andere competitie.” Toen hij rond 2011 in Etten-Leur kwam wonen, wisten ze hem bij Unitas’30 vrij snel te vinden. “Je kind gaat op voetbal, dan kom je er zelf ook. Een collega van mij zat in het bestuur, die wist van mijn verleden.” In de zoektocht naar een keeperstrainer, kwamen ze bij hem uit. “Sinds 2014 doe ik alle keepers van de jeugd, op dinsdagavond. Ingedeeld op leeftijd, worden er door twee groepen op verschillende uren getraind.” Al doet Meulenberg dat zeker niet alleen. “Ik ben begonnen als assistent, toen stond ik er een tijdje alleen, nu hebben we gelukkig een groep van tien trainers. Zowel (jeugd)keepers, waaronder één meisje, als ouders die komen helpen. Iets waar ik heel trots op ben. Zelfs de doelman van ons eerste neemt een aantal talenten apart.” Als coördinator, want dat is de oud-doelman ook nog, verzint hij iedere week de trainingen. “Een soort carrousel, noem ik het altijd. Ze hebben natuurlijk een korte spanningsboog, dus iedere oefening doen we tien à vijftien minuten, dan draaien we weer door. Zo hebben we zes verschillende vormpjes op een avond.” Met ruim dertig keepers, probeert Meulenberg zijn tijd, en die van zijn collega’s, zo goed mogelijk te verdelen. “De groepjes moeten niet te groot worden, want we willen ze natuurlijk zoveel mogelijk persoonlijke aandacht geven. Anders wordt het fabriekswerk.”

Gevoelskwestie
Waar ze vooral mee bezig zijn? “De basics, zoals vangen, gooien, voetenwerk en vooral duiken met de juiste manier van landen. Maar ook de keepershouding, altijd hakken los, dat soort dingen.” Want keepen, is toch ook vooral een ervaringsvak. “Door wedstrijden te spelen, leer je. Dat je weet: dit moet ik nu doen. Uitkomen is bijvoorbeeld echt een gevoelskwestie, de één voelt dat beter aan dan de ander. Die durft dat ook meer.” Voor hem blijft het dan ook de mooiste positie op het veld die er is. “Iedereen kijkt naar je, iedereen heeft het over je. Met goede reddingen ben je écht aanwezig en van belang. Dat moet energie geven.” Vol passie volgt Meulenberg dan ook nog altijd het hedendaagse voetbal op tv. En het huidige keepersgilde. “Vooral de keeperswisseling bij het Nederlands Elftal vond ik interessant. Noppert heeft een beetje dezelfde techniek als ik vroeger. Niet de mooiste, maar wel iemand met veel inzet en doorzettingsvermogen. Daardoor pakt hij soms haast onmogelijke ballen.” Een beetje zoals de instelling van Piet Schrijvers, vindt hij. “Je komt me vandaag niet voorbij, dat idee. Voor mijn gevoel zie je dat nu minder.” Bijvoorbeeld bij hoge ballen. “Ik vroeg dat laatst aan Tim Coremans (keeper van Sparta), die geeft hier ook training. Vroeger moest je bij iedere voorzet uitkomen, tegenwoordig blijven ze vaak staan. Hij vertelde dat die huidige ballen zó snel gaan én dan zwabberen ze ook nog… Dan wordt het steeds moeilijker.” Zaak voor hem, om de talenten van Unitas’30 nóg beter op te leiden. “Het is zeker de bedoeling om de tien jaar te halen. De liefde en energie die je terugkrijgt van die enthousiaste koppies, daar doen we het voor. Zelf heb ik nooit de luxe van wekelijkse keeperstraining gehad, dus het is mooi om die ervaring nu wel over te kunnen brengen. Je ziet die keepers stralen én groeien, dat vind ik geweldig!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.