Werkploeg SC Botlek mag best verwend worden

0
500
SC Botlek werkploeg

Op zaterdag geven ze vanaf een plek achter de bar commentaar op de verrichtingen van het eerste elftal, maar doordeweeks gaan de leden van de werkploeg van SC Botlek er keihard tegenaan. Van het ophangen van de nieuwe LED-verlichting tot het uitboenen van de kleedkamers, geen klusje is te veel.

“Koffie”, roept Dick van Dijk, als het tien uur is. Even later zitten zijn opgetrommelde troepen aan tafel in de commissiekamer bij SC Botlek. Van Dijk is aan het uitdelen. “Ik heb twee soorten vlaai, kruimel en kersen. Zeg het maar.”

Van Dijk, bestuurslid onderhoud, zorgt er elke week wel voor wat lekkers. “Deze mannen mogen best wel verwend worden”, zegt hij. “Ze lopen hier drie ochtenden in de week. Ze zorgen ervoor dat de boel hier netjes blijft. Als we als club alle werkzaamheden moeten uitbesteden is dat niet te doen.”

Geen beter vermaak dan leedvermaak. Arend Meijer, jaren geleden vanuit Enschede ‘geëmigreerd’ naar Spijkenisse, is het eerste mikpunt van hoon. “We zetten ‘m zo weer op de trein naar Enschede.” Meijer houdt zich Oost-Indisch doof en vertelt stoïcijns dat hij bij Shell werkte en Shell niet in Twente zat maar wel in de Botlek.

Meijer was jarenlang de doelman van het eerste elftal. Ook Bert Goedendorp speelde voor de hoofdmacht van SC Botlek. “Ze hebben mij op mijn 42ste nog teruggevraagd in de strijd tegen degradatie”, glimt hij nog steeds van trots. “En toen bleven we erin.”

Vijf van de in totaal acht man zijn aanwezig op deze donderdag. Wil Breskers is afwezig, hij heeft volgens zijn maten thuis een klus te doen. “Wil is verliefd op zijn laminaat”, zegt Bert. “Hij ligt er plat mee.”

Frans Stadhouders is de oudste van het stel. Hij is 84, maar klust en doet nog naar liever lust mee. In zijn jonge jaren was hij lid van de bemanning van een Nederlandse onderzeeboot, vertelt hij. “De Zeeleeuw. Ik deed de administratie in een hokje van één bij één meter.” Als marinier was hij uitgezonden naar Nieuw-Guinea, dat toen nog Nederlands bezit was. “Toen ik thuiskwam zei mijn vader dat ik maar bij hem moest gaan werken. Hij had een stukadoorsbedrijf.” Frans wil maar al te graag de kantine laten zien. “Deze ruimte was helemaal wit”, vertelt hij, terwijl hij naar de muren wijst. “We hebben ‘m wat gezelliger gemaakt. Die poppetjes heb ik ook getekend en geschilderd.”

De werkploeg is van alle markten thuis, want eenmaal buiten wijst Van Dijk op het uitgebreide terras met houten banken. “Dat is ons werk.” De mannen hebben net een andere klus afgerond, het vervangen van confessionele verlichting door LED-verlichting. “Twaalf lampen”, zegt Jan Costers. “De club probeert zoveel mogelijk energie te besparen”, vult Van Dijk aan. “Maar we moeten keuzes maken en kunnen het geld maar één keer uitgeven.”

Van Dijk vertelt dat er plannen zijn voor uitbreiding van het clubgebouw. De bestuurskamer is klein, het aantal kleedkamers verdient uitbreiding. Die kleedkamers overigens worden twee keer in de week volledig schoongemaakt. “Ze zien er soms erger uit dan een varkensstal”, zegt Bert. “Zeker met dat vochtige weer is het één grote modderbende.”

Klik op SC Botlek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Botlek voor meer informatie over de club.