Home Blog Pagina 7

‘Het is best een groot verschil met de jeugd’

0

In zijn eerste maanden als vast selectielid van het vlaggenschip van vierdeklasser RSV, maakt jongeling Maxim Feraaune voorlopig behoorlijk wat indruk. Maar ondanks dat de negentienjarige middenvelder er al een aantal doelpunten in heeft liggen, blijft hij met beide benen op de grond staan. “Ik wil vooral proberen zoveel mogelijk minuten te maken.”

En voorlopig, gaat hem dat prima af, vertelt de inwoner van Rucphen. “We hebben een goede voorbereiding gehad en ook persoonlijk, ben ik lekker aan het seizoen begonnen. Nu is het zaak om dat niveau iedere keer op de mat te kunnen leggen.” Helemaal nieuw, is het eerste elftal voor Feraaune dan ook niet. “Vorig seizoen heb ik al een groot gedeelte van de tweede seizoenshelft meegedaan en vanaf mijn zestiende, ben ik ook al begonnen met meetrainen.” Sterker nog. “Toen heb ik ook al mijn debuut gemaakt.”

Steekpasses

Inmiddels vast onderdeel van de selectie, heeft het op jonge leeftijd meetrainen, hem behoorlijk geholpen, zo heeft Feraaune gemerkt. “Het is best een groot verschil met de jeugd. Vooral aan het tempo en het fysieke, moet je behoorlijk wennen. Dan is het een voordeel, als je daar wat langer de tijd voor hebt gekregen.” Want, zo lacht hij. “Als je minder snel bent, moet je slim zijn.” Zeker op zijn positie, als aanvallende middenvelder. “Ik kom graag voor de goal. Dat is ook wel een beetje mijn rol als nummer tien. Iemand die aan de bal prima is, tussen de linies probeert te spelen en met steekpasses teamgenoten voor de keeper wil zetten.”

Vooral dat laatste, doet Feraaune met enige regelmaat. “Meestal zijn mijn assists ook mooier dan de doelpunten die ik maak.” Kwaliteiten die hij afgelopen seizoen, al geregeld bij het eerste mocht laten zien. “Na de winterstop ging het beter bij ons en zijn we gelukkig nog omhooggeklommen.” En met een zevende plaats als eindrangschikking en slechts drie punten boven de nacompetitie, was dat nodig ook. Echt zorgen om degradatie, heeft Feraaune zich naar eigen zeggen overigens niet gemaakt. “Maar we zijn er wel scherper door geworden!” Stiekem, zat er volgens hem dan ook wel meer in. “Het ging een periode wat minder, als we dat niet hadden gehad, waren we denk ik hoger geëindigd.”

Opgegroeid

De doelstelling voor dit seizoen, is dan ook niet heel anders, legt hij uit. “Die is eigenlijk hetzelfde als vorig jaar. Bij de eerste vijf eindigen en een periode pakken. Dat hebben we besproken met elkaar, en we voelen allemaal aan, dat het mogelijk is.” Aan hem de taak, om daar zijn steentje aan bij te dragen. “Ik moet op de trainingen gewoon mijn best doen en proberen om zoveel mogelijk minuten te maken. En natuurlijk mijn goaltjes mee te pikken!”

Bij de club waar Feraaune al op vierjarige leeftijd begon. “Als je hier bent opgegroeid, weet je eigenlijk niet beter. Het is altijd gezellig en al mijn vrienden, waar ik ook mee op de basisschool heb gezeten, voetballen hier. We gaan regelmatig nog samen bij de JO19 kijken.” Bang voor een vertrek van Feraaune, die meestal op zijn fiets naar Sportpark De Molenberg komt, hoeven ze in Rucphen voorlopig niet te zijn. “Ik zou het leuker vinden om met RSV hoger te komen, dan dat ik bijvoorbeeld naar een andere derdeklasser ga.”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

RSV is alles voor Dierks: ‘Daarna komt de voetbal’

0

Eerst komen zijn gezin en zijn kleinkinderen, maar daarna komt toch wel de voetbal. Dat RSV een belangrijke rol van betekenis speelt in het leven van Co Dierks, mag duidelijk zijn. En dus zet de vrijwilliger zich iedere dag met hart en ziel in, voor de club uit Rucphen. Op welk gebied dan ook. “Ik heb graag wat om handen.”

Want hele dagen stilzitten, is niks voor de inmiddels 66-jarige Dierks. “Vorig jaar mei ben ik met pensioen gegaan, dan moet je toch wat te doen hebben? Lekker onder de mensen komen en actief zijn.” En actief, dat is de inwoner van Rucphen bij RSV. “Ik verzorg de kleding voor de jeugd en de senioren, onderhoud de gebouwen en ben lid van de onderhoudsploeg.” Naast zijn functie als algemeen bestuurslid. “Ondertussen kom ik nu ongeveer 25 jaar bij de club. Begonnen als jeugdleider, daarna zat ik jarenlang in het jeugdbestuur en ben ik ook nog jeugdvoorzitter geweest.”

Nieuwe messen

Voetballen, deed Dierks niet bij de vereniging uit Rucphen. “Ik kom niet van het dorp. Heb altijd in Fijnaart gewoond. Daar heb ik tot mijn twintigste bij Kaaise Boys gevoetbald. Daarna vond ik geld verdienen belangrijker.” Een keuze waar de voormalig rechtsback, achteraf misschien toch wel een beetje spijt van heeft. “Ja en nee. Wellicht ben ik wat te vroeg gestopt. Het is dat ik nu versleten knieën heb, anders had ik het misschien nog wel gedaan. Want het spelletje, blijft gewoon heel leuk.” Gelukkig kan Dierks als vrijwilliger, tegenwoordig buiten het veld zijn ei kwijt. Onder meer als onderdeel van de onderhoudsploeg. “Als er iets kapot is, zet ik dat in de app en wordt het gemaakt. Bijvoorbeeld in de kantine of één van de kleedkamers.” Maar ook het onderhoud van het veld, valt onder zijn verantwoordelijkheid. “We hebben een robotgrasmaaier, die moeten we iedere maandagmorgen even schoonmaken. En om de vier weken, zetten we er nieuwe messen op.” Daarnaast, houdt Dierks zich ook bezig met het zoeken van sponsoren, zodat alle leden van de club er netjes bijlopen. “Ik moet er min of meer voor zorgen, dat iedereen kleding heeft.” Toch heeft de clubman het de laatste maanden, vooral druk met de bouw van de nieuwe kleedkamers. “Daar houd ik toezicht op. Die moeten uiterlijk november klaar zijn!” Maar klaar met verbouwen is Dierks, die nagenoeg iedere dag op de club te vinden is, daarna nog niet. “De oude kleedkamers gaan we ombouwen tot materiaalhok.”

Complimenten

Tijd en energie, die hij er met alle liefde insteekt. “Die betrokkenheid vind ik zo leuk. En ik krijg heel veel waardering. Complimenten van andere verenigingen, dat het er hier netjes uitziet, of dat alles zo goed geregeld is. Dat is natuurlijk leuk om te horen. Daar doe je het uiteindelijk allemaal voor.” Want, zo vertelt Dierks. “RSV is echt voor iedereen. De saamhorigheid, de gezelligheid. Alles mag en kan.” Zonder de voetbal, kan het bestuurslid dan ook eigenlijk niet. “Op zondag ga ik bij thuiswedstrijden altijd met een vaste groep bij het eerste kijken. Ook uit, ga ik vaak mee. Als vertegenwoordiger van de club.” En op zaterdag, is Dierks regelmatig te vinden bij wedstrijden van de jeugd. Kortom. “RSV is bijna alles voor mij. Eerst komen mijn gezin en mijn kleinkinderen, maar daarna komt de voetbal.” Fanatiek als hij is, hoopt Dierks ooit dan ook nog eens de derde klasse mee te maken. “Je spreekt natuurlijk regelmatig een woordje met die jongens van het eerste, dus dat zou ik heel mooi vinden. Aan het veld en de spullen, ligt het in ieder geval niet.” Nu nog dat beetje geluk. “Zeker bij een dorpsclub, heb je te maken met lichtingen. Dan moet je voetballen met de spelers die je hebt.” Zolang het kan blijft Dierks zelf, hoe dan ook vol enthousiasme zijn steentje bijdragen. “Ik wil sowieso het 100-jarig bestaan meemaken, dus dat is nog minimaal zeven jaar!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

Jay Meijers terug op oude nest: ‘Ik heb me aan mijn woord gehouden’

Na een aantal seizoenen in de jeugd van Virtus, keerde Jay Meijers afgelopen zomer bij het naar de vierde klasse gepromoveerde SVC terug op het oude nest. En voor wie denkt dat de jongeling het tijdens zijn eerste seizoen bij de senioren rustig aan wil doen, heeft het mis. “Ik durf wel te zeggen dat we weer bovenin mee gaan doen!”

Aan vertrouwen, dus geen gebrek, bij de achttienjarige spits. En aan plezier, overigens ook niet. “Ik heb het heel goed naar mijn zin! Gewoon weer lekker voetballen.” Bij de club, waar Meijers ooit op vijfjarige leeftijd begon. “Vervolgens heb ik tot mijn veertiende bij SVC gevoetbald, daarna ben ik naar Virtus gegaan.” Met een duidelijk doel, zo blijkt. “Ik wilde graag een stap hogerop en het niveau hier, vond ik toen te laag. En daarnaast, waren veel van mijn vrienden ondertussen al naar Victoria’03 gegaan.”

Weddenschap

Hoe kijkt hij terug op zijn tijd bij de club uit Zevenbergen? “Het was daar serieuzer, dan meer voor de leuk. Daardoor heb ik heel veel geleerd. In het meevoetballen, drukzetten, maar ook gewoon het snappen van het spelletje.” Toch verloor hij zijn oude liefde, nooit uit het oog. “Als ik kon, ging ik nog vaak bij SVC kijken.” Sterker nog. “Ik had een weddenschap met Jorn Magielse, dat als ze zouden promoveren, ik weer terug zou komen.” En zo geschiedde. Via de nacompetitie. “Uiteraard heb ik me aan mijn woord gehouden!” Met alle gevolgen van dien. “Dit is mijn eerste seizoen bij de senioren, dus ik speel nu echt tegen oudere mannen.”

Vol met slimmigheidjes. “Verdedigers zijn nu een stuk slimmer én ervaren. Je kunt een bepaalde actie maar één of twee keer doen, dan hebben ze het door.” Maar met inmiddels al een aantal doelpunten achter zijn naam, gaat dat voorlopig goed. Meijers voelt zich dan ook als een vis in het water. “Het niveau is prima, dus ik heb er absoluut geen spijt van. Verder ken ik natuurlijk ook al die gasten, daardoor is het leuk en gezellig.” Een terugkeer, moest er vroeg of laat dan ook een keer van komen. “Bij Virtus was de situatie een klein beetje onduidelijk en wist ik niet of ik in het eerste of het tweede zou komen. En bij SVC hadden ze al zó vaak gevraagd of ik terug wilde komen…”

Minimaal vijftien

Tijd om die vasthoudendheid, dit seizoen te belonen. “We willen ons natuurlijk handhaven, maar stiekem durf ik wel te zeggen dat we bovenin mee gaan doen. Als je ziet hoe goed we kunnen voetballen, vind ik dat we hoog in moeten zetten. Dat vertrouwen moeten we uitstralen.” En niet voor niks. “Tot nu toe zie ik heel veel potentie in ons team, om nóg beter te worden. Dat kunnen we nu mooi in die vierde klasse testen.” Met hem dus als goalgetter. “In totaal wil ik er minimaal vijftien maken!” Hoe hij dat gaat doen? “Het liefste krijg ik de bal in mijn voeten.”

Al is dat door de wisselwerking met collega-spits Tim van den Dool nu iets anders, vertelt de inwoner van Standdaarbuiten. “Daardoor moet ik iets meer voor diepte zorgen.” Maar ook dat, heeft Meijers in zich. Ondanks dat hij naar eigen zeggen niet meer dan ‘een prima snelheid’ heeft. Snelheid waar de supporters van SVC, nog wel even van kunnen genieten. “Ooit zou ik het leuk vinden om hogerop te gaan, maar voor nu denk ik daar niet aan. Voorlopig blijf ik nog lekker hier voetballen. Daarna zien we het wel!”

Klik op SVC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVC voor meer informatie over de club.

Van Jeugd EK naar Kroeven: het pad van El Tarrahi

0

Adnane el Tarrahi heeft de harten van de Kroevense fans gestolen met zijn linkervoet. De voormalig jeugdinternational van Oranje degradeerde in zijn eerste seizoen met ZVV Kroeven, maar leidde de ploeg vorig jaar met zijn doelpunten weer terug naar het hoogste niveau: ‘We mikken op handhaving, maar willen onszelf niet tekort doen – we hebben namelijk een goede selectie.’

De Roosendaalse zaalvoetbalformatie werd vorig jaar overtuigend kampioen in de Eerste Divisie, volgens de 25-jarige speler van Kroeven: ‘Er gingen maar twee jongens weg, die we goed hebben vervangen. Daarnaast had iedereen natuurlijk al een jaar Eredivisie-ervaring in hun rugzak en stond er met Samir Yaaqobi een nieuwe trainer voor de groep. Ik wil niet zeggen dat we geen tegenstand hebben ervaren, maar seizoensbreed zijn we terecht kampioen geworden.’

In El Tarrahi’s eerste jaar bij Kroeven debuteerde de club in de Eredivisie. Hijzelf had al eerder op dat niveau gespeeld: ‘Toch was het wennen voor mij, omdat ik voor het eerst een sturende rol kreeg. We verloren veel wedstrijden met kleine marges, waar we wel genoeg kansen hadden om meer te scoren. De laatste zes, zeven wedstrijden moesten we aan de bak om te handhaven. Dat deden we goed, maar we kwamen uiteindelijk één punt tekort. Onnodig, maar wel de realiteit.’

El Tarrahi komt uit Rotterdam, waar hij nog steeds woont en werkt als jongerenwerker. In die stad begon hij op zijn zestiende met zaalvoetballen bij TPP: ‘Ik werd al snel doorgeschoven naar het eerste elftal, waar ik mocht meetrainen. Vanuit daar ben ik uitgenodigd voor Oranje Onder-17 en uiteindelijk geselecteerd voor de kwalificatiewedstrijden van de Olympische Jeugdspelen. Ik mocht tegen toplanden spelen en trainen in Zeist. Ik begon het spelletje beter te begrijpen. Dat vond ik zo geweldig, dat ik na dat toernooi mijn focus volledig verlegde naar de zaal.’

En dat werd beloond. El Tarrahi bleef een vaste kracht voor de JO18 en JO19 van het Nederlands elftal. Met de Onder-19 speelde hij een EK in Riga, Letland. ‘In van die grote ijshockeystadions hadden ze zaalvoetbalvloertjes gelegd. De resultaten vielen wat tegen, maar het was al een verrassing dat we überhaupt op dat EK speelden. Men had niet verwacht dat we de kwalificatie zouden overleven, maar dat lukte toch. We kwamen als team niet vaak bijeen en moesten spelen tegen teams die vijf keer per week met elkaar trainden. Toch was het een geweldige ervaring.’

Met 21 jeugdinterlands op zak maakte El Tarrahi de stap naar ZVG/Cagemax uit Gorinchem, dat toen in de Eerste Divisie uitkwam. Daarna vertrok hij naar Eredivisionist ZVV BE’79 uit Tilburg. Maar de linkspoot was daar ook weer na een jaar uitgekeken: ‘Het was een leuk seizoen – we zijn tot de play-offs gekomen – maar ik was toe aan iets nieuws. Toen ben ik benaderd door Kroeven, die dat jaar als promovendus hoge ogen wilden gooien. De verhalen over een volle zaal met supporters, en een goed gesprek met de toenmalige trainer en de voorzitter, hebben me overgehaald deze kant op te komen.’

Bij Kroeven houdt El Tarrahi het al wat langer uit. En dat komt door het warme gevoel dat de club hem geeft: ‘Kroeven voelt als één grote familie en ik ben erg dankbaar dat ik daar onderdeel van ben.’

‘Ik wist dat het aanpoten zou worden’

Van de derde klasse, naar de Vierde Divisie. Tijn van Galen wist op voorhand dat zijn overstap van Groen Wit naar Unitas’30, een flinke uitdaging zou worden. Maar wel één, die de doelpuntenmaker van beroep met beide handen aan wilde pakken. “In het begin moet je echt even wennen aan het niveau.”

Toch bevalt zijn overstap naar Etten-Leur, hem voorlopig meer dan goed, vertelt hij. “Natuurlijk is het allemaal nieuw, maar ik heb er absoluut geen spijt van. Ik speel veel, nu is het alleen nog een beetje wachten op de doelpunten.” Heel gek is dat laatste, drie niveaus hoger ten opzichte van vorig seizoen, logischerwijs ook niet. “Je merkt hier meteen dat iedereen fit is en goed kan voetballen. Het balletje gaat bijvoorbeeld tijdens een positiespelletje, een stuk sneller rond. Dat is aanpoten.” Vooral in intensiteit, legt Van Galen (25) uit. “Dan moet je ook echt aan je conditie gaan werken. Daarom heb ik ook heel de zomer doorgetraind.”

Fijn gevoel

Een behoorlijke stap in niveau dus. Een stap, die Van Galen naar eigen zeggen niet per se hoefde te maken. “We waren kampioen geworden met Groen Wit, dus eigenlijk dacht ik er niet over na. Ik wilde daar gewoon lekker in de tweede klasse gaan voetballen, samen met mijn vader (Martijn) en broertje (Jop).” Tot Unitas’30 belde en Van Galen toch besloot om op gesprek te gaan. “In die gesprekken heb ik ook aangegeven, dat ik goed op mijn plek zat bij Groen Wit, dus dat ik niet kwam om op de bank te zitten. Maar juist omdat ze hier maar weinig jongens van buitenaf halen, vertelden ze dat ik niet gehaald werd als opvulling. En ik ben nu 25, dan moet je toch een keer die stap maken.”

Een aantal dagen goed nagedacht, hakte de inwoner van Breda de knoop door. “De faciliteiten zijn hier natuurlijk net weer een stukje beter en ik kreeg een fijn gevoel van de gesprekken. Als die gesprekken minder goed waren geweest, had ik het niet gedaan.” Gelukkig stond zijn vader, nog altijd trainer van Groen Wit, vierkant achter hem, vertelt hij. “Die steunde me! Ondanks dat hij het natuurlijk wel jammer vond. Maar het is toch een niveau hoger en een mooie stap.” Zijn broertje, had er iets meer moeite mee, lacht Van Galen. “Die was minder enthousiast. Daardoor ga je toch weer twijfelen. Al is hij niet boos hoor, haha!”

Geen zorgen

En gelukkig maar. Want de spits zelf, is vooral blij dat hij de stap heeft gemaakt. “We hebben een heel leuke groep en ik wil graag op een zo hoog mogelijk niveau spelen.” Van Galen was dan ook blij, met het kampioenschap en de promotie van Unitas’30 afgelopen seizoen. “Al weet je dan wel, dat de stap nog groter wordt en het lastiger is om te scoren.” Een aantal, durft de aanvalsleider dan ook nog niet te noemen. “Eerst even wennen, dan komen de doelpunten daarna vanzelf.” Helemaal nieuw, is de Vierde Divisie voor Van Galen overigens niet. “Bij Baronie heb ik daar toen ook in gespeeld, dus ik wist wat ik kon verwachten. Ik wist dat het aanpoten zou worden.”

Individueel én als team. De resultaten, vallen op papier dan ook wat tegen, is hij eerlijk. “Maar dat komt goed. We zijn nog geen één keer echt weggespeeld en kunnen tegen iedere tegenstander punten pakken.” Met als doel: handhaven. “Ik maak me absoluut geen zorgen, dat we in de problemen gaan komen. Als we onze kansen afmaken, gaan we genoeg punten pakken.” Een mooie klus voor hem, als spits. “Mijn grootste kwaliteit is scoren. En loopacties maken in de diepte.” Loopacties, die nu nóg sneller worden gezien door teamgenoten. “Daaraan merk je hoe goed iedereen kan voetballen.” Al te ver vooruitkijken en nadenken over zijn eigen ambities doet Van Galen, die op tv graag naar Harry Kane kijkt, tot slot niet. “Ik wil nu vooral zo hoog mogelijk eindigen met Unitas’30!”

Klik op Unitas’30 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Unitas’30 voor meer informatie over de club.

‘Ze hadden hier een heel duidelijk plan’

0

Na een ietwat moeizaam seizoen bij WDS’19, was Shaqur de Kraaij toe aan een nieuwe omgeving. En na een aantal goede gesprekken met Erik Nijssen, streek de spits afgelopen zomer neer bij vierdeklasser Internos. “Ze hadden hier een heel duidelijk plan.”

Een plan, om zijn ontwikkelpunten verder te verbeteren, vertelt de 21-jarige De Kraaij. “Dat gaf voor mij de doorslag!” En voorlopig, bevalt het hem uitstekend, in Etten-Leur. “De club leeft enorm, er komen veel mensen kijken en je krijgt een warm gevoel. Ik ben vanaf het begin heel goed opgevangen.” In een voor hem nieuwe omgeving. “Vorig jaar was niet mijn beste seizoen, dus ik was klaar voor een nieuwe stap.” Ondanks de interesse van een andere club, werd het Internos. “Ik heb gesproken met Erik (Nijssen) en het plan was meteen heel duidelijk. Hoe hij mij zag en hoe ik in het team zou passen. Daarnaast kende ik ook al een paar jongens.”

Balvaste spits

Op de achtergrond, hield De Kraaij zijn aanstaande teamgenoten dan ook alvast nauwlettend in de gaten. “Ik heb Internos meteen bij mijn favorieten in de ‘voetbalapp’ gezet, zodat ik het kon volgen.” In de hoop dat ze zich zouden handhaven in de derde klasse. “Daar baalde ik wel van, dat ze uiteindelijk degradeerden.” Zaak om dat dit seizoen, met de komst van een aantal nieuwe spelers, recht te zetten. “Dat is in het begin altijd even wennen. En daarnaast, hebben we wat tegenslagen gehad met blessures. Maar inmiddels hebben we de stijgende lijn te pakken.” De lat legt De Kraaij, die ooit samen met zijn neef begon met voetballen in Rotterdam, behoorlijk hoog. “Met deze selectie, moeten we voor het kampioenschap kunnen gaan. Dat is realistisch.” En mocht dat niet lukken. “Dan minimaal nacompetitie.” Met de voormalig speler van onder meer The Gunners en Boeimeer, centraal in de spits. “Bij The Gunners speelde je nooit zo hoog en bij Boeimeer wel. Dus daar heb ik vanaf de E’tjes tot en met de A’s gespeeld.” Om uiteindelijk, in het shirt van Internos te belanden. Wat kunnen de supporters van hem verwachten? “Een sterke balvaste spits, die niet vies is van een steekbal en stiekem ook nog wel redelijk snel is.” En natuurlijk, iemand met een neusje voor de goal. “Ik hoop er dit seizoen twintig te maken, dat zou mooi zijn!”

Nieuwe start

Geïnspireerd, door twee bekende Europese topspitsen. “Ik kijk graag naar Haaland. Dat is qua manier van spelen, wel een beetje hetzelfde soort type spits als ik. En vroeger, was ik altijd fan van Lukaku.” Genoeg inspiratie dus, om zich de komende maanden aan op te trekken. “Dit voelt voor mij echt als een nieuwe en frisse start.” Een frisse start, die de inwoner van Breda uiteindelijk verder omhoog moet helpen. “Ik wil als voetballer graag zo hoog mogelijk proberen te komen.” Maar wel stap voor stap, en rustig aan. “Eerst hier twintig doelpunten maken en dan hopelijk naar de tweede klasse. Je moet wel realistisch zijn.” Want verbeterpunten, heeft De Kraaij nog genoeg. “Vooral mijn conditie kan nog beter. Zodat ik écht fit ben, om negentig minuten volle bak te kunnen spelen.”

Klik op Internos voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Internos voor meer informatie over de club.

Hoe Bostdorp van rivaal om promotie basisspeler bij RBC werd

‘If you can’t beat them, join them’, moet Myron Bostdorp gedacht hebben. De 22-jarige buitenspeler stond in de finale om promotie naar de Derde Klasse op het veld als tegenstander van RBC, maar werd een week later gepresenteerd als hun nieuwste versterking.

In de finale van de play-offs trof RBC Xerxes uit Rotterdam, de toenmalige club van Bostdorp. Zoals bekend trokken de Oranjehemden aan het langste eind. Na het eerste duel in Roosendaal liep Bostdorp buiten het Atik stadion en ving hij een gesprek op: ‘Ik hoorde mensen zeggen: ‘’Die nummer 7 van Xerxes, die was echt goed’’. Dat ging over mij. Na de wedstrijd in Rotterdam kwam Jean-Paul (Nuijten, bestuurslid technische zaken, red.) naar me toe. Hij zei tegen me: ‘’Hoofd omhoog en we houden contact’’.’

Maar Bostdorp hoorde niets. Dus nam hij het heft in eigen handen: ‘Ik volgde Glaucio (Ventura Tiago, speler RBC, red.) op Instagram, dus heb ik hem gevraagd om het nummer van Jean-Paul. Toen heb ik hem zelf opgebeld. Hij vertelde me dat ze op dat moment nog met een andere speler bezig waren, maar een paar dagen later kreeg ik weer een belletje van Jean-Paul. Hij vertelde toen dat ze me zo snel mogelijk wilden vastleggen.’

Dat ging niet zonder slag of stoot. Xerxes zag hun ‘nummer 7’ liever niet gaan en wezen hem op zijn contract. Uiteindelijk bleek juist die overeenkomst niet waterdicht, waardoor Bostdorp de stap alsnog kon maken: ‘Het was lastig om Xerxes achter te laten, aangezien ik daar met veel mensen banden had opgebouwd. Maar aan de andere kant kom ik goed terecht bij RBC en ga ik hier ook weer nieuwe banden opbouwen.’

Het is niet het eerste avontuur dat Bostdorp aangaat. Zo speelde de Rotterdammer eerder al van zijn achttiende tot twintigste in de gezamenlijke opleiding van FC Twente en Heracles. Dat avontuur slaagde niet: ‘Ze vertelden mij dat er al te veel contractspelers op mijn positie rondliepen, dus moest ik verder zoeken. Dat was lastig om te horen.’

Opgeven deed Bostdorp echter niet. Hij liep stage bij Bocholt VV, dat nu uitkomt op het vierde niveau van België, en bij TOP Oss en voerde gesprekken met AEK Athene en Scandinavische clubs. Nergens bleek er plek voor de jonge aanvaller, dus nam hij contact op met zijn oude club Xerxes. ‘Ik ben daar met open armen ontvangen en heb veel geleerd in de afgelopen twee seizoenen. Ik kan beter met kritiek omgaan, daar had ik voorheen nog weleens moeite mee. Nu weet ik dat die mensen het potentieel in je zien en het beste met je voor hebben.’

Die ontwikkeling werd afgelopen zomer dus beloond met een stap naar RBC. Daar had Bostdorp eventjes de tijd nodig om te wennen, maar inmiddels voelt hij dat zijn kwaliteiten beter tot uiting komen. Een goal in de openingswedstrijd van het seizoen voelde dan ook extra lekker: ‘Ik was op het moment aan het wachten. Toen de bal over de lijn rolde, en het publiek in het stadion hoorde juichen, gaf dat een heel goed gevoel’, blikt hij terug. De linksbuiten hoopt dat er nog vele doelpunten zullen volgen: ‘Ik wil mezelf op de kaart zetten, want ik wil het liefst zo snel mogelijk weer een stap omhoog maken. Mijn droom is om ooit nog een Eredivisie-wedstrijd te spelen.’

Klik op RBC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RBC Roosendaal voor meer informatie over de club.

Hoe een Zeeuw aanvoerder werd in Bosschenhoofd: ‘Mooie waardering’

0

Bij DEVO zit de aanvoerdersband sinds vorig seizoen om de arm van een speler die zo’n twee jaar geleden nog onbekend was in Bosschenhoofd. De Zeeuwse Sander Oonk (29) was pas aan zijn tweede seizoen bezig bij de club, toen hij de eer in zijn schoot geworpen kreeg.

Een onderlinge kwestie tussen een aantal spelers resulteerde vorig jaar in het aanwijzen van een nieuwe captain bij DEVO, namelijk Oonk. Een lastige situatie, blikt hij terug: ‘Als twee mensen niet meer in dezelfde ruimte kunnen zijn, of op hetzelfde veld kunnen staan, dan moet je daar wat mee als club. Uiteindelijk werd daar – in mijn opzicht – te lang niets mee gedaan, wat uiteindelijk ook invloed gehad heeft op ons presteren.’

Het was namelijk een teleurstellend seizoen voor de equipe uit Bosschenhoofd, die op de negende plaats eindigde. En dat terwijl het jaar ervoor een topvijf-klassering bewerkstelligd werd. Oonk vertelt dat de trainerswissel hen als team ook parten speelde: ‘Toen ik bij de club kwam, was Ferry Jansen de trainer. Een goede, beginnende trainer met ambities. Hij wilde hogerop en haalde daarvoor het beste uit zichzelf – en dus ook uit ons.’

‘Hij vertrok in de zomer van 2024 en werd vervangen door Andy Wierikx’, vervolgt Oonk. ‘Dat bleek een minder goede match. Een combinatie van hoe hij erin stond als trainer en wat wij als groep nodig hadden, resulteerde in het vertrek van Andy vier wedstrijden voor het einde. Het was al te laat om het seizoen nog te kunnen redden.’

Zo maakte de speler uit het Zeeuwse Sluiskil al behoorlijk wat mee in zijn eerste twee jaar bij de Brabantse dorpsclub, waar hij bekend staat als linksback annex linker centrale met een goede indribbelactie en pass. Bij zijn vorige club moest de linkspoot het echter van zijn snelheid hebben: ‘Ik heb een jaar of acht bij Terneuzense Boys in het eerste gespeeld, waar ik de hele linkerflank over croste als back of middenvelder.’

Maar aan die kwaliteit kwam een einde na een blessure in 2022. ‘Ik ging een speler voorbij en zette mijn linkervoet neer. Gelijk schoot er een pijn in mijn knie, die ik nog nooit gevoeld had. Ik wist dat het niet goed zat. Uiteindelijk bleek mijn voorste kruisband te zijn afgescheurd en zat er een scheur in mijn meniscus. Twee maanden later ben ik onder het mes gegaan en heb daarna nog een jaar moeten revalideren.’

‘Na mijn revalidatie wist ik dat ik niet meer op hetzelfde niveau zou kunnen terugkeren, aangezien ik flink had ingeboet op mijn snelheid’, vertelt Oonk. ‘Ook had ik geen zin meer in het reizen tussen mijn woonplaats Breda en Terneuzen. Mijn broer speelde bij DEVO, dus ben ik ook hier gaan voetballen.’

Met een nieuwe trainer voor de groep, Richard Hoogkamer, merkt Oonk dat er een frisse wind waait door de selectie van DEVO: ‘Richard is erg gedreven en staat zijn mannetje. Het klikt goed. Ook zijn er een stuk of acht spelers gestopt, die vervangen zijn door jonge jongens uit het tweede. Hen probeer ik als aanvoerder te helpen – op en buiten het veld. Ze doen het erg goed en brengen een nieuwe sfeer in het team. Ons doel? We willen in het linkerrijtje eindigen en een periodetitel pakken’, besluit Oonk.

Klik op DEVO voor de laatste artikelen over de club.

Patrick Arnouts is als trainer terug bij Hoeven

VV Hoeven staat momenteel op 4 punten en heeft vertrouwen in dit seizoen. Al houdt de oefenmeester uit Sint Willebrord voor de zekerheid, nog wel een slag om de arm. “Er is veel jeugd doorgeschoven, dus het is nog even de vraag hoe die zich staande gaan houden.”

Spelers uit de JO19, die veel kwaliteit met zich meebrengen, heeft Arnouts (47) in de eerste maanden van het seizoen gemerkt. “Maar ze moeten natuurlijk nog wel de nodige ervaring opdoen.” Toch maakt hij zich daarover, voorlopig niet al te veel zorgen. “Ik heb het altijd al leuk gevonden om met jeugd te werken. Die zijn gretig, willen graag en kunnen gigantisch grote stappen maken. Dus moeten we dat soort jongens, proberen te ontwikkelen.”

Extra bijzonder

In zijn eerste seizoen als trainer van Hoeven. “In de regio zijn er een paar clubs waar ik graag voor zou willen werken, en Hoeven was er daar één van.” En als oud-speler van het eerste, natuurlijk niet voor niks. “Daardoor heb ik hier al een verleden.” De keuze was voor de voormalig middenvelder van onder meer Grenswachters, Sprundel, MOC’17 en Rood Wit, dan ook snel gemaakt. “De club zit organisatorisch goed in elkaar én het leeft. Als tegenstander ben ik hier een paar keer geweest, dan hangt er een gemoedelijke sfeer op het sportpark en is het ontvangst hartelijk.” En ook het doorschuiven van eigen jeugd, sprak hem aan. “Met jonge gasten werken blijft uiteindelijk het leukste wat er is.” Is er veel veranderd, sinds zijn eerdere periode bij de club? “De accommodatie is verbeterd en het hoofdveld, ligt nu aan de andere kant van de kantine.”

Gelukkig zijn de gezichten, nog veelal hetzelfde, lacht Arnouts. “Je komt nog altijd een hoop bekenden tegen!” Zelfs na al die jaren. “Ik was toen achttien of negentien. Wat dat betreft, is het wel extra bijzonder om nu hoofdtrainer te zijn.” Al heeft de oud-trainer van Steenbergen, NSV, Grenswachters, Sprundel en De Markiezaten daar wel een handje van, zo blijkt. “Bij Grenswachters en Sprundel heb ik dat ook meegemaakt. Dat brengt toch altijd net wat extra’s met zich mee.” Hoewel het misschien soms ook, net toeval is, weet Arnouts. “Het zijn net de momenten dat een bepaalde club vrij is.” Zoals na net vertrek van Robin Borremans, bij Hoeven het geval was. “In totaal hebben we drie gesprekken gevoerd, en je merkte meteen dat er een klik was. Onder meer ook door het vertrouwen wat ze hadden in mij.” Zijn huiswerk, had Arnouts dan ook gedaan. “Alle clubs waar je zelf hebt gezeten, volg je door de jaren heen wel. Dus Hoeven ook.”

Communicatie

Desondanks vindt de trainer, die in het bezit is van zijn VC3-diploma, het lastig om een concrete doelstelling te formuleren. “We zitten in een mooie, maar zware competitie. Met veertien ploegen en 26 wedstrijden, wordt het een zwaar seizoen.” Een seizoen, waarin ontwikkeling centraal staat. “Als we individueel én als team stappen maken en steeds beter worden, ben ik tevreden. Het doel is in ieder geval, om er meer voetbal in te krijgen.” En natuurlijk wedstrijden te winnen. “Ik ben ook wel een winnaar. Dat is uiteindelijk waar het om draait.” Hoe zou hij zichzelf verder omschrijven als trainer? “Rustig en iemand die zijn spelers betrekt in de communicatie. Dat is, zeker met deze generatie, een heel erg belangrijk aspect.”

Zijn rechtlijnigheid, komt wat dat betreft goed van pas, aldus Arnouts. “Wanneer iets niet goed gaat of een speler gaat te ver, ben ik heel duidelijk in het feit dat we met een team bezig zijn.” Want inmiddels, barst de voetballiefhebber van de trainingservaring. “Op mijn 30ste was ik al hoofdtrainer, omdat ik als voetballer veel last had van mijn achillespezen. Dan moet je keuzes maken. Ik wilde niet in een lager team gaan voetballen, op zondag om 10:00 uur…” Het werd dus het trainerschap. “Dat doe ik nog steeds met heel veel plezier! Je krijgt er veel voor terug.” Wie weet, waar die passie hem ooit nog brengt. “Er zijn nog steeds een paar clubs waar ik graag trainer zou willen worden. Sprundel blijft altijd kriebelen, maar ook Rood Wit of misschien assistent bij bijvoorbeeld een Unitas’30, zou ik mooi vinden.” Al hoeft hij daar voorlopig niet over na te denken. “Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin!”

Klik op VV Hoeven voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Hoeven voor meer informatie over de club.

Eindelijk weer competitievoetbal voor jeugd van FC Moerstraten

Voor het eerst sinds jaren speelt er weer een jeugdteam van FC Moerstraten in een officiële competitie. Het teampje was al langer actief bij de dorpsclub, maar gaat vanaf dit seizoen ook wedstrijden spelen. ‘Een mooie ontwikkeling, maar voor de continuïteit van de club – in de vorm van doorstroom naar de senioren – komt deze lichting te laat’, schetst bestuurslid Casper van Rijn (26), die ook op het middenveld staat bij het eerste.

Iedereen die de situatie bij FC Moerstraten kent, weet dat de club het moet doen met een zeer beperkt aantal leden. Op het moment zijn er drie seniorenteams actief – twee heren-, een damesteam – en sinds kort dus ook een ensemble van kinderen van vier tot zeven jaar. ‘We hebben blijkbaar toch genoeg kinderen in en rondom het dorp die het leuk vinden om bij ons te voetballen’, trapt Van Rijn af. ‘Het belang van het hebben van jeugd is altijd een onderwerp geweest binnen het bestuur, ongeacht of die voor doorstroom kunnen zorgen of niet. Het is in ieder geval heel fijn dat we nu weer een jeugdteam hebben.’

Het welzijn van het team krijgt dan ook veel aandacht binnen bestuursvergaderingen: ‘We doen ons best om het naar hun zin te maken. Dat is voor hen namelijk het voornaamste – dat ze vriendjes maken en lekker sportief bezig kunnen zijn.’

Maar wie realistisch is, ziet ook dat het gat tussen jeugd en senioren te groot is bij FC Moerstraten. ‘Het ledental is stabiel, maar het is niet zeker of de club over tien jaar nog door kan gaan. Daarom houden we als bestuur ook actief een thermometer in elk team: gebeuren er dingen waar we rekening mee moeten houden met het oog op volgend seizoen, gaan er mensen stoppen, moeten we mensen regelen om dat op te vangen?’

Het wordt dus van jaar tot jaar bekeken. Van Rijn hoort tegenstanders dan ook vaak gekscherend zeggen: ‘’Hoe lang houden jullie het nog vol?’’ Daarop heeft het 26-jarige bestuurslid geen uitsluitend antwoord, maar hij stipt wel de toewijding aan van de leden die er zijn: ‘Iedereen die bij Moerstraten voetbalt, vindt de continuïteit belangrijk. Mensen zullen niet zo snel zonder geldige reden stoppen en in ieder team zit een vaste kern die het bij elkaar houdt. Daarnaast staat men voor elkaar klaar – als er nood aan de man is bij een van de twee herenteams, is er altijd wel iemand bereid om in te vallen.’

Zo is het momenteel al het geval dat de helft van het team dat op zaterdag bij het eerste speelt, ook op zondag weer op het veld staat. Normaal gezien is dat niet mogelijk wegens KNVB-regels, omdat spelers die vijftien wedstrijden actief zijn in het eerste niet meer voor een ander team mogen uitkomen.

Daarvoor heeft FC Moerstraten 1 een maas in de wet gevonden, namelijk: uitkomen in de reserveklasse. En dat gebeurt nu al vier jaar: ‘We spelen inmiddels in de derde reserveklasse’, vertelt Van Rijn. ‘Vorig jaar hebben we bovenin meegedraaid en dat willen we dit jaar weer doen – met de stille hoop op de titel.’

Klik op FC Moerstraten voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Moerstraten voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.