Home Blog Pagina 6

‘Voordeel dat tegenstanders ons niet kennen’

0

Na een wisselvallig seizoen en een teleurstellende achtste plaats, hoopt vierdeklasser Sprundel in een nieuwe competitie en met nieuwe tegenstanders, dit jaar de lat een stukje hoger te kunnen leggen. Aan vertrouwen, ontbreekt het bij Sven Buurstede in ieder geval niet. “Het is een voordeel dat tegenstanders ons nu niet kennen.”

Want na jaren in dezelfde vierde klasse, liepen ze daar bij Sprundel wel een klein beetje tegenaan, merkte Buurstede (27). “Tegenstanders wisten onze krachten en gingen zich daardoor aanpassen.” Met als gevolg: slechts 27 treffers voor. “Dat was bij ons het grootste probleem. We missen scorend vermogen. We creëren genoeg kansen, maar hebben eigenlijk maar twee aanvallers die scoren. En onze middenvelders, doen dat ook niet echt.”

Te spannend

Het leverde Sprundel naar eigen zeggen een verloren seizoen op, zo vindt Buurstede. “We waren veel te wisselvallig. Pas op het einde, kwamen we er een beetje in.” Een verklaring, heeft de aanvoerder daar wel voor. “Er zaten maar elf ploegen in de competitie, dus was je soms ineens een weekend vrij. Daardoor kwam je lastig in een ritme.” Ook het inpassen van jonge jongens, kostte de nodige tijd. “Als je eigen jeugd doorschuift, duurt het even voordat je op elkaar bent ingespeeld.” Desondanks, waren de verwachtingen op voorhand hoog. “Onze doelstelling was top vijf, alleen viel het net niet…” Met slechts één punt minder dan nummer vijf Wernhout, was dat gat te overzien. Echter kwam ook de nacompetitie voor degradatie, gevaarlijk dichtbij. Uiteindelijk verzamelde Sprundel twee punten meer dan nummer negen Schijf. “We hebben het op het einde nog wel iets té spannend gemaakt voor onszelf. Maar gelukkig is het goed gekomen.” Zaak om dat dit seizoen, te voorkomen. “We willen in de eerste weken zoveel mogelijk punten pakken, daarna bepalen we onze doelstelling. Al vind ik dat we eigenlijk gewoon weer voor een plek bij de eerste vijf moeten gaan.” Aan de bezielende leiding van de broers Mark en Rob Monden, zal het in ieder geval niet liggen. “Ze zijn allebei jong én gedreven. Dat merk je. In hoe ze denken over voetbal, maar ook hun coaching tijdens trainingen. Dan spat het vuur er echt vanaf.” Iets wat Buurstede stiekem, al een tijdje wist. “Ik heb met zowel Mark, als Rob, nog samengespeeld bij Sprundel 1.” Hoe dat voor hem is? “Zeker in het begin, was het wel even schakelen. Maar daardoor weten ze heel goed hoe bepaalde spelers zijn en kunnen ze boven de groep staan.”

Aanvoerder

Zodat ze Buurstede als drager van de aanvoerdersband kunnen helpen, bij het op sleeptouw nemen van de nog altijd jonge groep. “Ik ben hier begonnen op mijn zesde en sinds mijn negentiende, ben ik al aanvoerder van ‘mijn club’. Dat is iets waar ik wel trots op ben. Helemaal bij de eerste keer.” Toevalligerwijs, nam hij die band over van Rob. Zijn huidige trainer. “Rob was geblesseerd, toen kozen ze voor mij.” Tussendoor, maakte Buurstede op zijn 23ste nog een uitstapje naar Rood Wit. “Daar heb ik twee jaar gespeeld, voor de rest ben ik nooit weggeweest.” Hoe kijkt hij terug op die periode in Sint Willebrord? “Het is heel leuk om met je vrienden te voetballen, maar ik voelde dat er meer in zat. Bij Rood Wit kende ik wat mensen en ik had daarvoor ook al eens contact gehad met hoger spelende clubs. Toen dacht ik: ik ga er gewoon voor! Uiteindelijk was het een mooie stap, kon ik het niveau zeker aan en is het goed bevallen.”

Het oude nest

Toch bleef het avontuur uiteindelijk dus maar beperkt tot twee seizoenen. “Ik heb getwijfeld om langer te blijven, maar de groep viel daar behoorlijk uit elkaar. Dus koos ik eieren voor mijn geld.” Terug op het oude nest, heeft Buurstede het in Sprundel weer uitstekend naar zijn zin. “Het is lekker dorps en heel gemoedelijk.” Ook bij de selectie. “Het is één grote vriendengroep. Met veel jongens ga ik al mijn hele leven lang om.” Samen met zijn tweelingbroer, die lange tijd in het tweede elftal speelde. “In alle jeugdelftallen speelden we ook altijd samen. Dus dit voelt echt weer als vanouds!” Vertrekken zal Buurstede, die op een steenworp afstand van het sportpark woont, dan ook niet meer doen. “Ik ga hier afsluiten.” Tijd genoeg voor de voetballiefhebbers in Sprundel, om te genieten van zijn kwaliteiten. “Iemand die graag duels speelt, inzicht heeft en goed kan koppen.” Maar ook een typische leider is. “Ik ben fanatiek en wil altijd het beste uit anderen halen.” Tegenwoordig als centrale verdediger. “Vroeger speelde ik veel op het middenveld, maar de laatste vijf jaar sta ik achterin. Ik heb het spel liever voor me, dus dat is nu wel mijn favoriete plek!”

Klik op SV Sprundel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Sprundel voor meer informatie over de club.

Trainer BSC over zijn selectie: ‘Die luxe hadden we vorig jaar niet’

Hoofdtrainer Jeroen de Vlaming (38) kijkt met een realistische blik vooruit op de  rest van het seizoen, maar ziet tegelijk voldoende reden voor optimisme.

‘Vorig seizoen begonnen we met hoge verwachtingen’, vertelt De Vlaming. ‘Na onze tweede plek het jaar ervoor dachten we opnieuw mee te kunnen doen om de bovenste plaatsen. Maar door omstandigheden, waar we deels geen invloed op hadden, kregen we te maken met een zware eerste seizoenshelft. We stonden op een gegeven moment zelfs een-na-laatste. Iedere week hadden we een andere ploeg op het veld staan. We konden nergens aan bouwen.’

Blessures speelden een grote rol. ‘We hadden vijf à zes blessures tegelijkertijd en er haakte steeds weer iemand af. We hadden bijvoorbeeld tegen VV Steen uit en thuis maar één speler die op dezelfde positie stond – zelfs de keeper was anders. Dat zegt genoeg.’ Toch kijkt De Vlaming met een goed gevoel terug. ‘Vanaf de winterstop werd iedereen weer een beetje fit en konden we eindelijk doen wat we voor ogen hadden. We hebben toen veel punten gepakt en alsnog een leuk seizoen gedraaid.’

Ook benadrukt De Vlaming de positieve ontwikkelingen binnen zijn selectie. ‘De kracht van deze groep is dat we voor elkaar door het vuur gaan. De sfeer rondom wedstrijden en trainingen is uitstekend, en ondanks dat er wat verschuivingen zijn geweest, is het alleen maar gezelliger geworden. Het niveau op de trainingen ligt hoger.’

BSC mag bovendien zes nieuwe spelers verwelkomen, waaronder een terugkerende speler van Alliance, drie talenten die dit seizoen definitief de overstap maken vanuit eigen jeugd en drie externe versterkingen. ‘We hebben nu een brede selectie en moeten zelfs spelers buiten de wedstrijdselectie laten. Dat is een luxe die we vorig jaar niet hadden.’

De trainer ziet nog wel verbeterpunten. ‘Ik heb als trainer een duidelijke visie en daar hebben we vorig jaar niet zo veel als ik wilde aan kunnen werken, omdat dat niet altijd haalbaar was vanwege de blessures. Daar hebben we dit jaar nieuw leven ingeblazen en dan zie je nog genoeg ruimte voor verbetering. Tevens hebben we vorig jaar veel tegengoals gekregen door persoonlijke fouten en omdat we kwetsbaar waren in de omschakeling. We zijn een van de beter voetballende teams, maar we moeten leren wat we doen zonder bal. Door meer vastigheid te creëren in de opstelling kunnen spelers elkaar beter vinden en wordt de onderlinge afstemming beter.’

Over de voorbereiding was De Vlaming gematigd tevreden. ‘We hebben goede dingen laten zien en conditioneel zijn we op orde. De eerste bekerwedstrijd tegen METO was echter dik onvoldoende, maar tegen Schijf en Rood-Wit hebben we vertrouwen getankt richting de competitie.’

De doelstellingen voor dit seizoen zijn bewust bescheiden. ‘Ik heb alle spelers gevraagd naar hun persoonlijke en teamdoelen. Natuurlijk willen we beter worden en meedoen bovenin, maar na vorig jaar wil ik eerst dat we ons veilig spelen. Het is een pittige competitie en er zijn nieuwe tegenstanders waar ik minder bekend mee ben. Laten we eerst zien hoe het loopt – dan kunnen we verder kijken.’

Klik op BSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSC voor meer informatie over de club.

‘Het is best een groot verschil met de jeugd’

0

In zijn eerste maanden als vast selectielid van het vlaggenschip van vierdeklasser RSV, maakt jongeling Maxim Feraaune voorlopig behoorlijk wat indruk. Maar ondanks dat de negentienjarige middenvelder er al een aantal doelpunten in heeft liggen, blijft hij met beide benen op de grond staan. “Ik wil vooral proberen zoveel mogelijk minuten te maken.”

En voorlopig, gaat hem dat prima af, vertelt de inwoner van Rucphen. “We hebben een goede voorbereiding gehad en ook persoonlijk, ben ik lekker aan het seizoen begonnen. Nu is het zaak om dat niveau iedere keer op de mat te kunnen leggen.” Helemaal nieuw, is het eerste elftal voor Feraaune dan ook niet. “Vorig seizoen heb ik al een groot gedeelte van de tweede seizoenshelft meegedaan en vanaf mijn zestiende, ben ik ook al begonnen met meetrainen.” Sterker nog. “Toen heb ik ook al mijn debuut gemaakt.”

Steekpasses

Inmiddels vast onderdeel van de selectie, heeft het op jonge leeftijd meetrainen, hem behoorlijk geholpen, zo heeft Feraaune gemerkt. “Het is best een groot verschil met de jeugd. Vooral aan het tempo en het fysieke, moet je behoorlijk wennen. Dan is het een voordeel, als je daar wat langer de tijd voor hebt gekregen.” Want, zo lacht hij. “Als je minder snel bent, moet je slim zijn.” Zeker op zijn positie, als aanvallende middenvelder. “Ik kom graag voor de goal. Dat is ook wel een beetje mijn rol als nummer tien. Iemand die aan de bal prima is, tussen de linies probeert te spelen en met steekpasses teamgenoten voor de keeper wil zetten.” Vooral dat laatste, doet Feraaune met enige regelmaat. “Meestal zijn mijn assists ook mooier dan de doelpunten die ik maak.” Kwaliteiten die hij afgelopen seizoen, al geregeld bij het eerste mocht laten zien. “Na de winterstop ging het beter bij ons en zijn we gelukkig nog omhooggeklommen.” En met een zevende plaats als eindrangschikking en slechts drie punten boven de nacompetitie, was dat nodig ook. Echt zorgen om degradatie, heeft Feraaune zich naar eigen zeggen overigens niet gemaakt. “Maar we zijn er wel scherper door geworden!” Stiekem, zat er volgens hem dan ook wel meer in. “Het ging een periode wat minder, als we dat niet hadden gehad, waren we denk ik hoger geëindigd.”

Opgegroeid

De doelstelling voor dit seizoen, is dan ook niet heel anders, legt hij uit. “Die is eigenlijk hetzelfde als vorig jaar. Bij de eerste vijf eindigen en een periode pakken. Dat hebben we besproken met elkaar, en we voelen allemaal aan, dat het mogelijk is.” Aan hem de taak, om daar zijn steentje aan bij te dragen. “Ik moet op de trainingen gewoon mijn best doen en proberen om zoveel mogelijk minuten te maken. En natuurlijk mijn goaltjes mee te pikken!” Bij de club waar Feraaune al op vierjarige leeftijd begon. “Als je hier bent opgegroeid, weet je eigenlijk niet beter. Het is altijd gezellig en al mijn vrienden, waar ik ook mee op de basisschool heb gezeten, voetballen hier. We gaan regelmatig nog samen bij de JO19 kijken.” Bang voor een vertrek van Feraaune, die meestal op zijn fiets naar Sportpark De Molenberg komt, hoeven ze in Rucphen voorlopig niet te zijn. “Ik zou het leuker vinden om met RSV hoger te komen, dan dat ik bijvoorbeeld naar een andere derdeklasser ga.”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

RSV is alles voor Dierks: ‘Daarna komt de voetbal’

0

Eerst komen zijn gezin en zijn kleinkinderen, maar daarna komt toch wel de voetbal. Dat RSV een belangrijke rol van betekenis speelt in het leven van Co Dierks, mag duidelijk zijn. En dus zet de vrijwilliger zich iedere dag met hart en ziel in, voor de club uit Rucphen. Op welk gebied dan ook. “Ik heb graag wat om handen.”

Want hele dagen stilzitten, is niks voor de inmiddels 66-jarige Dierks. “Vorig jaar mei ben ik met pensioen gegaan, dan moet je toch wat te doen hebben? Lekker onder de mensen komen en actief zijn.” En actief, dat is de inwoner van Rucphen bij RSV. “Ik verzorg de kleding voor de jeugd en de senioren, onderhoud de gebouwen en ben lid van de onderhoudsploeg.” Naast zijn functie als algemeen bestuurslid. “Ondertussen kom ik nu ongeveer 25 jaar bij de club. Begonnen als jeugdleider, daarna zat ik jarenlang in het jeugdbestuur en ben ik ook nog jeugdvoorzitter geweest.”

Nieuwe messen

Voetballen, deed Dierks niet bij de vereniging uit Rucphen. “Ik kom niet van het dorp. Heb altijd in Fijnaart gewoond. Daar heb ik tot mijn twintigste bij Kaaise Boys gevoetbald. Daarna vond ik geld verdienen belangrijker.” Een keuze waar de voormalig rechtsback, achteraf misschien toch wel een beetje spijt van heeft. “Ja en nee. Wellicht ben ik wat te vroeg gestopt. Het is dat ik nu versleten knieën heb, anders had ik het misschien nog wel gedaan. Want het spelletje, blijft gewoon heel leuk.” Gelukkig kan Dierks als vrijwilliger, tegenwoordig buiten het veld zijn ei kwijt. Onder meer als onderdeel van de onderhoudsploeg. “Als er iets kapot is, zet ik dat in de app en wordt het gemaakt. Bijvoorbeeld in de kantine of één van de kleedkamers.” Maar ook het onderhoud van het veld, valt onder zijn verantwoordelijkheid. “We hebben een robotgrasmaaier, die moeten we iedere maandagmorgen even schoonmaken. En om de vier weken, zetten we er nieuwe messen op.” Daarnaast, houdt Dierks zich ook bezig met het zoeken van sponsoren, zodat alle leden van de club er netjes bijlopen. “Ik moet er min of meer voor zorgen, dat iedereen kleding heeft.” Toch heeft de clubman het de laatste maanden, vooral druk met de bouw van de nieuwe kleedkamers. “Daar houd ik toezicht op. Die moeten uiterlijk november klaar zijn!” Maar klaar met verbouwen is Dierks, die nagenoeg iedere dag op de club te vinden is, daarna nog niet. “De oude kleedkamers gaan we ombouwen tot materiaalhok.”

Complimenten

Tijd en energie, die hij er met alle liefde insteekt. “Die betrokkenheid vind ik zo leuk. En ik krijg heel veel waardering. Complimenten van andere verenigingen, dat het er hier netjes uitziet, of dat alles zo goed geregeld is. Dat is natuurlijk leuk om te horen. Daar doe je het uiteindelijk allemaal voor.” Want, zo vertelt Dierks. “RSV is echt voor iedereen. De saamhorigheid, de gezelligheid. Alles mag en kan.” Zonder de voetbal, kan het bestuurslid dan ook eigenlijk niet. “Op zondag ga ik bij thuiswedstrijden altijd met een vaste groep bij het eerste kijken. Ook uit, ga ik vaak mee. Als vertegenwoordiger van de club.” En op zaterdag, is Dierks regelmatig te vinden bij wedstrijden van de jeugd. Kortom. “RSV is bijna alles voor mij. Eerst komen mijn gezin en mijn kleinkinderen, maar daarna komt de voetbal.” Fanatiek als hij is, hoopt Dierks ooit dan ook nog eens de derde klasse mee te maken. “Je spreekt natuurlijk regelmatig een woordje met die jongens van het eerste, dus dat zou ik heel mooi vinden. Aan het veld en de spullen, ligt het in ieder geval niet.” Nu nog dat beetje geluk. “Zeker bij een dorpsclub, heb je te maken met lichtingen. Dan moet je voetballen met de spelers die je hebt.” Zolang het kan blijft Dierks zelf, hoe dan ook vol enthousiasme zijn steentje bijdragen. “Ik wil sowieso het 100-jarig bestaan meemaken, dus dat is nog minimaal zeven jaar!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

Jay Meijers terug op oude nest: ‘Ik heb me aan mijn woord gehouden’

Na een aantal seizoenen in de jeugd van Virtus, keerde Jay Meijers afgelopen zomer bij het naar de vierde klasse gepromoveerde SVC terug op het oude nest. En voor wie denkt dat de jongeling het tijdens zijn eerste seizoen bij de senioren rustig aan wil doen, heeft het mis. “Ik durf wel te zeggen dat we weer bovenin mee gaan doen!”

Aan vertrouwen, dus geen gebrek, bij de achttienjarige spits. En aan plezier, overigens ook niet. “Ik heb het heel goed naar mijn zin! Gewoon weer lekker voetballen.” Bij de club, waar Meijers ooit op vijfjarige leeftijd begon. “Vervolgens heb ik tot mijn veertiende bij SVC gevoetbald, daarna ben ik naar Virtus gegaan.” Met een duidelijk doel, zo blijkt. “Ik wilde graag een stap hogerop en het niveau hier, vond ik toen te laag. En daarnaast, waren veel van mijn vrienden ondertussen al naar Victoria’03 gegaan.”

Weddenschap

Hoe kijkt hij terug op zijn tijd bij de club uit Zevenbergen? “Het was daar serieuzer, dan meer voor de leuk. Daardoor heb ik heel veel geleerd. In het meevoetballen, drukzetten, maar ook gewoon het snappen van het spelletje.” Toch verloor hij zijn oude liefde, nooit uit het oog. “Als ik kon, ging ik nog vaak bij SVC kijken.” Sterker nog. “Ik had een weddenschap met Jorn Magielse, dat als ze zouden promoveren, ik weer terug zou komen.” En zo geschiedde. Via de nacompetitie. “Uiteraard heb ik me aan mijn woord gehouden!” Met alle gevolgen van dien. “Dit is mijn eerste seizoen bij de senioren, dus ik speel nu echt tegen oudere mannen.”

Vol met slimmigheidjes. “Verdedigers zijn nu een stuk slimmer én ervaren. Je kunt een bepaalde actie maar één of twee keer doen, dan hebben ze het door.” Maar met inmiddels al een aantal doelpunten achter zijn naam, gaat dat voorlopig goed. Meijers voelt zich dan ook als een vis in het water. “Het niveau is prima, dus ik heb er absoluut geen spijt van. Verder ken ik natuurlijk ook al die gasten, daardoor is het leuk en gezellig.” Een terugkeer, moest er vroeg of laat dan ook een keer van komen. “Bij Virtus was de situatie een klein beetje onduidelijk en wist ik niet of ik in het eerste of het tweede zou komen. En bij SVC hadden ze al zó vaak gevraagd of ik terug wilde komen…”

Minimaal vijftien

Tijd om die vasthoudendheid, dit seizoen te belonen. “We willen ons natuurlijk handhaven, maar stiekem durf ik wel te zeggen dat we bovenin mee gaan doen. Als je ziet hoe goed we kunnen voetballen, vind ik dat we hoog in moeten zetten. Dat vertrouwen moeten we uitstralen.” En niet voor niks. “Tot nu toe zie ik heel veel potentie in ons team, om nóg beter te worden. Dat kunnen we nu mooi in die vierde klasse testen.” Met hem dus als goalgetter. “In totaal wil ik er minimaal vijftien maken!” Hoe hij dat gaat doen? “Het liefste krijg ik de bal in mijn voeten.”

Al is dat door de wisselwerking met collega-spits Tim van den Dool nu iets anders, vertelt de inwoner van Standdaarbuiten. “Daardoor moet ik iets meer voor diepte zorgen.” Maar ook dat, heeft Meijers in zich. Ondanks dat hij naar eigen zeggen niet meer dan ‘een prima snelheid’ heeft. Snelheid waar de supporters van SVC, nog wel even van kunnen genieten. “Ooit zou ik het leuk vinden om hogerop te gaan, maar voor nu denk ik daar niet aan. Voorlopig blijf ik nog lekker hier voetballen. Daarna zien we het wel!”

Klik op SVC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVC voor meer informatie over de club.

Van Jeugd EK naar Kroeven: het pad van El Tarrahi

0

Adnane el Tarrahi heeft de harten van de Kroevense fans gestolen met zijn linkervoet. De voormalig jeugdinternational van Oranje degradeerde in zijn eerste seizoen met ZVV Kroeven, maar leidde de ploeg vorig jaar met zijn doelpunten weer terug naar het hoogste niveau: ‘We mikken op handhaving, maar willen onszelf niet tekort doen – we hebben namelijk een goede selectie.’

De Roosendaalse zaalvoetbalformatie werd vorig jaar overtuigend kampioen in de Eerste Divisie, volgens de 25-jarige speler van Kroeven: ‘Er gingen maar twee jongens weg, die we goed hebben vervangen. Daarnaast had iedereen natuurlijk al een jaar Eredivisie-ervaring in hun rugzak en stond er met Samir Yaaqobi een nieuwe trainer voor de groep. Ik wil niet zeggen dat we geen tegenstand hebben ervaren, maar seizoensbreed zijn we terecht kampioen geworden.’

In El Tarrahi’s eerste jaar bij Kroeven debuteerde de club in de Eredivisie. Hijzelf had al eerder op dat niveau gespeeld: ‘Toch was het wennen voor mij, omdat ik voor het eerst een sturende rol kreeg. We verloren veel wedstrijden met kleine marges, waar we wel genoeg kansen hadden om meer te scoren. De laatste zes, zeven wedstrijden moesten we aan de bak om te handhaven. Dat deden we goed, maar we kwamen uiteindelijk één punt tekort. Onnodig, maar wel de realiteit.’

El Tarrahi komt uit Rotterdam, waar hij nog steeds woont en werkt als jongerenwerker. In die stad begon hij op zijn zestiende met zaalvoetballen bij TPP: ‘Ik werd al snel doorgeschoven naar het eerste elftal, waar ik mocht meetrainen. Vanuit daar ben ik uitgenodigd voor Oranje Onder-17 en uiteindelijk geselecteerd voor de kwalificatiewedstrijden van de Olympische Jeugdspelen. Ik mocht tegen toplanden spelen en trainen in Zeist. Ik begon het spelletje beter te begrijpen. Dat vond ik zo geweldig, dat ik na dat toernooi mijn focus volledig verlegde naar de zaal.’

En dat werd beloond. El Tarrahi bleef een vaste kracht voor de JO18 en JO19 van het Nederlands elftal. Met de Onder-19 speelde hij een EK in Riga, Letland. ‘In van die grote ijshockeystadions hadden ze zaalvoetbalvloertjes gelegd. De resultaten vielen wat tegen, maar het was al een verrassing dat we überhaupt op dat EK speelden. Men had niet verwacht dat we de kwalificatie zouden overleven, maar dat lukte toch. We kwamen als team niet vaak bijeen en moesten spelen tegen teams die vijf keer per week met elkaar trainden. Toch was het een geweldige ervaring.’

Met 21 jeugdinterlands op zak maakte El Tarrahi de stap naar ZVG/Cagemax uit Gorinchem, dat toen in de Eerste Divisie uitkwam. Daarna vertrok hij naar Eredivisionist ZVV BE’79 uit Tilburg. Maar de linkspoot was daar ook weer na een jaar uitgekeken: ‘Het was een leuk seizoen – we zijn tot de play-offs gekomen – maar ik was toe aan iets nieuws. Toen ben ik benaderd door Kroeven, die dat jaar als promovendus hoge ogen wilden gooien. De verhalen over een volle zaal met supporters, en een goed gesprek met de toenmalige trainer en de voorzitter, hebben me overgehaald deze kant op te komen.’

Bij Kroeven houdt El Tarrahi het al wat langer uit. En dat komt door het warme gevoel dat de club hem geeft: ‘Kroeven voelt als één grote familie en ik ben erg dankbaar dat ik daar onderdeel van ben.’

‘Ik wist dat het aanpoten zou worden’

Van de derde klasse, naar de Vierde Divisie. Tijn van Galen wist op voorhand dat zijn overstap van Groen Wit naar Unitas’30, een flinke uitdaging zou worden. Maar wel één, die de doelpuntenmaker van beroep met beide handen aan wilde pakken. “In het begin moet je echt even wennen aan het niveau.”

Toch bevalt zijn overstap naar Etten-Leur, hem voorlopig meer dan goed, vertelt hij. “Natuurlijk is het allemaal nieuw, maar ik heb er absoluut geen spijt van. Ik speel veel, nu is het alleen nog een beetje wachten op de doelpunten.” Heel gek is dat laatste, drie niveaus hoger ten opzichte van vorig seizoen, logischerwijs ook niet. “Je merkt hier meteen dat iedereen fit is en goed kan voetballen. Het balletje gaat bijvoorbeeld tijdens een positiespelletje, een stuk sneller rond. Dat is aanpoten.” Vooral in intensiteit, legt Van Galen (25) uit. “Dan moet je ook echt aan je conditie gaan werken. Daarom heb ik ook heel de zomer doorgetraind.”

Fijn gevoel

Een behoorlijke stap in niveau dus. Een stap, die Van Galen naar eigen zeggen niet per se hoefde te maken. “We waren kampioen geworden met Groen Wit, dus eigenlijk dacht ik er niet over na. Ik wilde daar gewoon lekker in de tweede klasse gaan voetballen, samen met mijn vader (Martijn) en broertje (Jop).” Tot Unitas’30 belde en Van Galen toch besloot om op gesprek te gaan. “In die gesprekken heb ik ook aangegeven, dat ik goed op mijn plek zat bij Groen Wit, dus dat ik niet kwam om op de bank te zitten. Maar juist omdat ze hier maar weinig jongens van buitenaf halen, vertelden ze dat ik niet gehaald werd als opvulling. En ik ben nu 25, dan moet je toch een keer die stap maken.” Een aantal dagen goed nagedacht, hakte de inwoner van Breda de knoop door. “De faciliteiten zijn hier natuurlijk net weer een stukje beter en ik kreeg een fijn gevoel van de gesprekken. Als die gesprekken minder goed waren geweest, had ik het niet gedaan.” Gelukkig stond zijn vader, nog altijd trainer van Groen Wit, vierkant achter hem, vertelt hij. “Die steunde me! Ondanks dat hij het natuurlijk wel jammer vond. Maar het is toch een niveau hoger en een mooie stap.” Zijn broertje, had er iets meer moeite mee, lacht Van Galen. “Die was minder enthousiast. Daardoor ga je toch weer twijfelen. Al is hij niet boos hoor, haha!”

Geen zorgen

En gelukkig maar. Want de spits zelf, is vooral blij dat hij de stap heeft gemaakt. “We hebben een heel leuke groep en ik wil graag op een zo hoog mogelijk niveau spelen.” Van Galen was dan ook blij, met het kampioenschap en de promotie van Unitas’30 afgelopen seizoen. “Al weet je dan wel, dat de stap nog groter wordt en het lastiger is om te scoren.” Een aantal, durft de aanvalsleider dan ook nog niet te noemen. “Eerst even wennen, dan komen de doelpunten daarna vanzelf.” Helemaal nieuw, is de Vierde Divisie voor Van Galen overigens niet. “Bij Baronie heb ik daar toen ook in gespeeld, dus ik wist wat ik kon verwachten. Ik wist dat het aanpoten zou worden.” Individueel én als team. De resultaten, vallen op papier dan ook wat tegen, is hij eerlijk. “Maar dat komt goed. We zijn nog geen één keer echt weggespeeld en kunnen tegen iedere tegenstander punten pakken.” Met als doel: handhaven. “Ik maak me absoluut geen zorgen, dat we in de problemen gaan komen. Als we onze kansen afmaken, gaan we genoeg punten pakken.” Een mooie klus voor hem, als spits. “Mijn grootste kwaliteit is scoren. En loopacties maken in de diepte.” Loopacties, die nu nóg sneller worden gezien door teamgenoten. “Daaraan merk je hoe goed iedereen kan voetballen.” Al te ver vooruitkijken en nadenken over zijn eigen ambities doet Van Galen, die op tv graag naar Harry Kane kijkt, tot slot niet. “Ik wil nu vooral zo hoog mogelijk eindigen met Unitas’30!”

Klik op GVV Unitas voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GVV Unitas voor meer informatie over de club.

‘Ze hadden hier een heel duidelijk plan’

0

Na een ietwat moeizaam seizoen bij WDS’19, was Shaqur de Kraaij toe aan een nieuwe omgeving. En na een aantal goede gesprekken met Erik Nijssen, streek de spits afgelopen zomer neer bij vierdeklasser Internos. “Ze hadden hier een heel duidelijk plan.”

Een plan, om zijn ontwikkelpunten verder te verbeteren, vertelt de 21-jarige De Kraaij. “Dat gaf voor mij de doorslag!” En voorlopig, bevalt het hem uitstekend, in Etten-Leur. “De club leeft enorm, er komen veel mensen kijken en je krijgt een warm gevoel. Ik ben vanaf het begin heel goed opgevangen.” In een voor hem nieuwe omgeving. “Vorig jaar was niet mijn beste seizoen, dus ik was klaar voor een nieuwe stap.” Ondanks de interesse van een andere club, werd het Internos. “Ik heb gesproken met Erik (Nijssen) en het plan was meteen heel duidelijk. Hoe hij mij zag en hoe ik in het team zou passen. Daarnaast kende ik ook al een paar jongens.”

Balvaste spits

Op de achtergrond, hield De Kraaij zijn aanstaande teamgenoten dan ook alvast nauwlettend in de gaten. “Ik heb Internos meteen bij mijn favorieten in de ‘voetbalapp’ gezet, zodat ik het kon volgen.” In de hoop dat ze zich zouden handhaven in de derde klasse. “Daar baalde ik wel van, dat ze uiteindelijk degradeerden.” Zaak om dat dit seizoen, met de komst van een aantal nieuwe spelers, recht te zetten. “Dat is in het begin altijd even wennen. En daarnaast, hebben we wat tegenslagen gehad met blessures. Maar inmiddels hebben we de stijgende lijn te pakken.” De lat legt De Kraaij, die ooit samen met zijn neef begon met voetballen in Rotterdam, behoorlijk hoog. “Met deze selectie, moeten we voor het kampioenschap kunnen gaan. Dat is realistisch.” En mocht dat niet lukken. “Dan minimaal nacompetitie.” Met de voormalig speler van onder meer The Gunners en Boeimeer, centraal in de spits. “Bij The Gunners speelde je nooit zo hoog en bij Boeimeer wel. Dus daar heb ik vanaf de E’tjes tot en met de A’s gespeeld.” Om uiteindelijk, in het shirt van Internos te belanden. Wat kunnen de supporters van hem verwachten? “Een sterke balvaste spits, die niet vies is van een steekbal en stiekem ook nog wel redelijk snel is.” En natuurlijk, iemand met een neusje voor de goal. “Ik hoop er dit seizoen twintig te maken, dat zou mooi zijn!”

Nieuwe start

Geïnspireerd, door twee bekende Europese topspitsen. “Ik kijk graag naar Haaland. Dat is qua manier van spelen, wel een beetje hetzelfde soort type spits als ik. En vroeger, was ik altijd fan van Lukaku.” Genoeg inspiratie dus, om zich de komende maanden aan op te trekken. “Dit voelt voor mij echt als een nieuwe en frisse start.” Een frisse start, die de inwoner van Breda uiteindelijk verder omhoog moet helpen. “Ik wil als voetballer graag zo hoog mogelijk proberen te komen.” Maar wel stap voor stap, en rustig aan. “Eerst hier twintig doelpunten maken en dan hopelijk naar de tweede klasse. Je moet wel realistisch zijn.” Want verbeterpunten, heeft De Kraaij nog genoeg. “Vooral mijn conditie kan nog beter. Zodat ik écht fit ben, om negentig minuten volle bak te kunnen spelen.”

Klik op Internos voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Internos voor meer informatie over de club.

Hoe Bostdorp van rivaal om promotie basisspeler bij RBC werd

‘If you can’t beat them, join them’, moet Myron Bostdorp gedacht hebben. De 22-jarige buitenspeler stond in de finale om promotie naar de Derde Klasse op het veld als tegenstander van RBC, maar werd een week later gepresenteerd als hun nieuwste versterking.

In de finale van de play-offs trof RBC Xerxes uit Rotterdam, de toenmalige club van Bostdorp. Zoals bekend trokken de Oranjehemden aan het langste eind. Na het eerste duel in Roosendaal liep Bostdorp buiten het Atik stadion en ving hij een gesprek op: ‘Ik hoorde mensen zeggen: ‘’Die nummer 7 van Xerxes, die was echt goed’’. Dat ging over mij. Na de wedstrijd in Rotterdam kwam Jean-Paul (Nuijten, bestuurslid technische zaken, red.) naar me toe. Hij zei tegen me: ‘’Hoofd omhoog en we houden contact’’.’

Maar Bostdorp hoorde niets. Dus nam hij het heft in eigen handen: ‘Ik volgde Glaucio (Ventura Tiago, speler RBC, red.) op Instagram, dus heb ik hem gevraagd om het nummer van Jean-Paul. Toen heb ik hem zelf opgebeld. Hij vertelde me dat ze op dat moment nog met een andere speler bezig waren, maar een paar dagen later kreeg ik weer een belletje van Jean-Paul. Hij vertelde toen dat ze me zo snel mogelijk wilden vastleggen.’

Dat ging niet zonder slag of stoot. Xerxes zag hun ‘nummer 7’ liever niet gaan en wezen hem op zijn contract. Uiteindelijk bleek juist die overeenkomst niet waterdicht, waardoor Bostdorp de stap alsnog kon maken: ‘Het was lastig om Xerxes achter te laten, aangezien ik daar met veel mensen banden had opgebouwd. Maar aan de andere kant kom ik goed terecht bij RBC en ga ik hier ook weer nieuwe banden opbouwen.’

Het is niet het eerste avontuur dat Bostdorp aangaat. Zo speelde de Rotterdammer eerder al van zijn achttiende tot twintigste in de gezamenlijke opleiding van FC Twente en Heracles. Dat avontuur slaagde niet: ‘Ze vertelden mij dat er al te veel contractspelers op mijn positie rondliepen, dus moest ik verder zoeken. Dat was lastig om te horen.’

Opgeven deed Bostdorp echter niet. Hij liep stage bij Bocholt VV, dat nu uitkomt op het vierde niveau van België, en bij TOP Oss en voerde gesprekken met AEK Athene en Scandinavische clubs. Nergens bleek er plek voor de jonge aanvaller, dus nam hij contact op met zijn oude club Xerxes. ‘Ik ben daar met open armen ontvangen en heb veel geleerd in de afgelopen twee seizoenen. Ik kan beter met kritiek omgaan, daar had ik voorheen nog weleens moeite mee. Nu weet ik dat die mensen het potentieel in je zien en het beste met je voor hebben.’

Die ontwikkeling werd afgelopen zomer dus beloond met een stap naar RBC. Daar had Bostdorp eventjes de tijd nodig om te wennen, maar inmiddels voelt hij dat zijn kwaliteiten beter tot uiting komen. Een goal in de openingswedstrijd van het seizoen voelde dan ook extra lekker: ‘Ik was op het moment aan het wachten. Toen de bal over de lijn rolde, en het publiek in het stadion hoorde juichen, gaf dat een heel goed gevoel’, blikt hij terug. De linksbuiten hoopt dat er nog vele doelpunten zullen volgen: ‘Ik wil mezelf op de kaart zetten, want ik wil het liefst zo snel mogelijk weer een stap omhoog maken. Mijn droom is om ooit nog een Eredivisie-wedstrijd te spelen.’

Klik op RBC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RBC Roosendaal voor meer informatie over de club.

Hoe een Zeeuw aanvoerder werd in Bosschenhoofd: ‘Mooie waardering’

0

Bij DEVO zit de aanvoerdersband sinds vorig seizoen om de arm van een speler die zo’n twee jaar geleden nog onbekend was in Bosschenhoofd. De Zeeuwse Sander Oonk (29) was pas aan zijn tweede seizoen bezig bij de club, toen hij de eer in zijn schoot geworpen kreeg.

Een onderlinge kwestie tussen een aantal spelers resulteerde vorig jaar in het aanwijzen van een nieuwe captain bij DEVO, namelijk Oonk. Een lastige situatie, blikt hij terug: ‘Als twee mensen niet meer in dezelfde ruimte kunnen zijn, of op hetzelfde veld kunnen staan, dan moet je daar wat mee als club. Uiteindelijk werd daar – in mijn opzicht – te lang niets mee gedaan, wat uiteindelijk ook invloed gehad heeft op ons presteren.’

Het was namelijk een teleurstellend seizoen voor de equipe uit Bosschenhoofd, die op de negende plaats eindigde. En dat terwijl het jaar ervoor een topvijf-klassering bewerkstelligd werd. Oonk vertelt dat de trainerswissel hen als team ook parten speelde: ‘Toen ik bij de club kwam, was Ferry Jansen de trainer. Een goede, beginnende trainer met ambities. Hij wilde hogerop en haalde daarvoor het beste uit zichzelf – en dus ook uit ons.’

‘Hij vertrok in de zomer van 2024 en werd vervangen door Andy Wierikx’, vervolgt Oonk. ‘Dat bleek een minder goede match. Een combinatie van hoe hij erin stond als trainer en wat wij als groep nodig hadden, resulteerde in het vertrek van Andy vier wedstrijden voor het einde. Het was al te laat om het seizoen nog te kunnen redden.’

Zo maakte de speler uit het Zeeuwse Sluiskil al behoorlijk wat mee in zijn eerste twee jaar bij de Brabantse dorpsclub, waar hij bekend staat als linksback annex linker centrale met een goede indribbelactie en pass. Bij zijn vorige club moest de linkspoot het echter van zijn snelheid hebben: ‘Ik heb een jaar of acht bij Terneuzense Boys in het eerste gespeeld, waar ik de hele linkerflank over croste als back of middenvelder.’

Maar aan die kwaliteit kwam een einde na een blessure in 2022. ‘Ik ging een speler voorbij en zette mijn linkervoet neer. Gelijk schoot er een pijn in mijn knie, die ik nog nooit gevoeld had. Ik wist dat het niet goed zat. Uiteindelijk bleek mijn voorste kruisband te zijn afgescheurd en zat er een scheur in mijn meniscus. Twee maanden later ben ik onder het mes gegaan en heb daarna nog een jaar moeten revalideren.’

‘Na mijn revalidatie wist ik dat ik niet meer op hetzelfde niveau zou kunnen terugkeren, aangezien ik flink had ingeboet op mijn snelheid’, vertelt Oonk. ‘Ook had ik geen zin meer in het reizen tussen mijn woonplaats Breda en Terneuzen. Mijn broer speelde bij DEVO, dus ben ik ook hier gaan voetballen.’

Met een nieuwe trainer voor de groep, Richard Hoogkamer, merkt Oonk dat er een frisse wind waait door de selectie van DEVO: ‘Richard is erg gedreven en staat zijn mannetje. Het klikt goed. Ook zijn er een stuk of acht spelers gestopt, die vervangen zijn door jonge jongens uit het tweede. Hen probeer ik als aanvoerder te helpen – op en buiten het veld. Ze doen het erg goed en brengen een nieuwe sfeer in het team. Ons doel? We willen in het linkerrijtje eindigen en een periodetitel pakken’, besluit Oonk.

Klik op DEVO voor de laatste artikelen over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.