Home Blog Pagina 51

Jessica en Eline zorgen voor sfeer bij FC Rijnvogels: “Zwaaien met die vlaggen, dan begint het feest al voor de aftrap”

Op zaterdag is het bij FC Rijnvogels zelden stil – en al helemaal niet als Jessica en Eline in de buurt zijn. Deze twee enthousiaste voetbalmoeders zorgen ervoor dat de jongste jeugd met vlaggen het veld op mag bij de thuiswedstrijden van het eerste elftal. Een kleine traditie, met een groots effect.

“We werden gevraagd om iets doen waardoor de jeugd meer betrokken wordt bij de club,” vertelt Eline. “Het is zonde als je alleen maar langs de lijn staat. Dus nu nodigen we wekelijks een jeugdteam uit – van 5/6 tot een jaar of 11 – om met vlaggen het veld op te gaan. En dat is iedere keer weer een feestje.”

De wedstrijddag begint voor de jonge vlaggendragers vaak al in het jeugdhonk, waar Jessica en Eline ook de boel draaiende houden. “Dat is zo’n gezellige plek,” zegt Jessica. “Er staat een grote tafel waar geknutseld wordt, er hangt een grote tv, en vooral: de sfeer is gewoon goed. We zorgen ervoor dat het een leuke middag wordt.”

“Als wij het jeugdhonk openen,” vult Jessica aan, “dan is het ook echt even hun plek. Een beetje hangen, kletsen, iets creatiefs doen. Het is allemaal niet te ingewikkeld, maar het maakt het net even leuker voor die kinderen.”

Voetbalmoeders met een missie

Dat de twee niet stilzitten, moge duidelijk zijn. “Onze mannen zijn trainer, dus wij zijn automatisch ‘assistent-trainer’ thuis,” lacht Eline. “Mijn zoon en dochter spelen allebei in de jeugd van FC Rijnvogels. Dus je begrijpt: op zaterdag draait alles om voetbal. Echt alles. Dat begint al bij het ontbijt. Zelf heb ik vroeger ook bij Rijnvogels gevoetbald. Tussendoor heb ik ook nog een tijdje bij Quick Boys gespeeld, maar uiteindelijk toch weer bij Rijnvogels beland, en dat voelt echt als thuis.”

Onlangs organiseerden Jessica en Eline een discoparty voor de jeugd. “DJ erbij, lichtjes, limonade,” zegt Jessica. “Voor die leeftijd is er niet zo veel, dus dan is het juist leuk om zoiets te doen. We willen gewoon dat ze het naar hun zin hebben bij de club. Dan blijven ze hangen.”

En dat lukt aardig, want de kinderen zijn enthousiast – en de ouders ook. “Je ziet die koppies als ze het veld op mogen met zo’n vlag. En dat is precies waarom we het doen.”

Eén grote voetbalfamilie

Wat beide vrouwen bindt, is hun liefde voor het verenigingsleven. “FC Rijnvogels is gewoon een superleuke club,” zegt Eline. “Het is knus, vertrouwd, en je mag hier jezelf zijn. Natuurlijk, ik ga ook nog weleens naar feestjes bij Katwijk of Quick Boys, het is overal gezellig, maar hier bij Rijnvogels voel ik me echt thuis.”

Jessica knikt instemmend: “Iedereen kent elkaar, je zegt elkaar gedag, helpt elkaar waar nodig. Het is gewoon één grote familie wat dat betreft.”

Of het nou knutselen is, dansen op een discomiddag of zwaaien met een vlag voor het eerste elftal – voor Jessica en Eline draait het allemaal om beleving. “Als de kinderen genieten, dan hebben wij ons werk gedaan,” zegt Jessica.

Eline sluit af: “Zaterdag is gewoon voetbaldag. En dan zorgen wij wel voor de vlaggen, de gezelligheid én een goede sfeer. Want bij FC Rijnvogels is iedereen welkom – vlag of geen vlag.”

Klik op FC Rijnvogels voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Rijnvogels voor meer informatie over de club.

Lotte van der Voort: Speelster en aanvoerdster van Warmunda Vrouwen 1.

Wat begon als een idee in coronatijd om een damesteam op te richten, is inmiddels uitgegroeid tot een vast onderdeel van Warmunda. Een team dat niet alleen strijd levert op het veld, maar ook een waardevolle plek inneemt binnen de clubcultuur. Lotte van der Voort is al sinds de oprichting van het damesteam betrokken. Sterker nog: ze ís de oprichtster.

“Ik voetbal sinds mijn zesde,” vertelt de 27-jarige Van der Voort. “Als meisje speelde ik tot mijn 13e, 14e bij de jongens van Warmunda. Toen scheurde ik voor het eerst mijn kruisband af. Ik voetbalde heel graag, dus dat kwam hard aan.” Daarna volgde een voetbalreis langs meerdere clubs: via UDO naar Ter Leede en later Foreholte. “Bij Foreholte scheurde ik mijn andere kruisband af. In die periode viel ons team uit elkaar. Terwijl ik aan het revalideren was, begon het idee te groeien: waarom niet zelf een damesteam oprichten bij Warmunda?”

Van niets naar iets moois.

Warmunda heeft eerder al een damesteam gehad, welke een aantal jaar geleden gestopt is. Dit kwam omdat het op een steeds hoger niveau kwam te spelen waardoor dat damesteam steeds langere reistijden had. Door deze reistijden werd het voor een aantal dames niet meer haalbaar en besloten te stoppen of bij een andere club te voetballen. Van der Voort wilde weer een damesteam oprichten wat laagdrempelig, lokaal en vooral leuk is, een écht vriendenteam. “We hebben in totaal zo’n vier of vijf open trainingen georganiseerd. Ik liep door de Albert Heijn en hoorde mensen erover praten: ‘Hé, jij organiseert toch trainingen voor een nieuw damesteam?’ We zijn uiteindelijk met een stuk of 22 dames begonnen. Sommigen via via, anderen gewoon spontaan binnengelopen.”

Het vierde seizoen van Warmunda Vrouwen 1 is inmiddels in volle gang, al kampt het team momenteel met een krappe bezetting. “We hebben nu te maken met blessures en een aantal speelsters die gestopt zijn. Voor volgend seizoen staan zoals het er nu naar uitziet elf speelsters ingeschreven. Vorige week hadden we twee open trainingen en daar kwamen negen nieuwe meiden op af. We moeten er nu voor zorgen dat we onze selectie uitbreiden, zodat het damesteam bij Warmunda kan blijven bestaan.”

Van der Voort, Pionier met hart voor de club, is niet alleen aanvoerster, maar maakt ook de opstellingen en neemt het team mee in het reilen en zeilen van de club. Daarbuiten staat ze achter de bar als vrijwilliger en gaat ieder jaar mee op het Warmunda-kamp voor de jeugd. “Je komt helemaal gesloopt terug van dat kamp,” zegt ze lachend. “Maar als je ziet hoeveel plezier die kinderen hebben, dan weet je waarvoor je het doet. Het is echt de leukste week van het jaar voor hen.”

De aanwezigheid van het damesteam heeft de clubcultuur volgens haar positief beïnvloed. “Het is gewoon een andere sfeer als er ook vrouwen in de kantine zitten. We zijn in die zin wel een aanwinst voor Warmunda. En het mooie is: iedereen is welkom. Of je nou wél of géén voetbalervaring hebt.”

Toekomstplannen: groeien en plezier houden.

Het team traint twee keer per week en er zijn twee trainers betrokken. “We willen allemaal winnen, die drive is er echt,” benadrukt Van der Voort. “Maar het is niet altijd gemakkelijk geweest. Resultaten bleven soms uit, vaste krachten vielen uit. Toch houden we vol, met z’n allen.”

De toekomst? Die ziet Van der Voort positief tegemoet. “Als we deze lijn kunnen doorzetten en nog een paar extra speelsters erbij krijgen, kunnen we komend seizoen weer volle bak meedoen. En het allerbelangrijkste: zolang we plezier blijven hebben, komt de rest vanzelf.”

Klik op SV Warmunda voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Warmunda voor meer informatie over de club.

SV Hillegom pakt uit met nieuw BVO-toernooi: “Zoiets hebben we hier nog nooit gehad”

Bij SV Hillegom is men trots, enthousiast en vooral druk bezig met de organisatie van een gloednieuw toernooi. Geen standaard regionaal evenement dit keer, maar een BVO-toernooi met namen uit het Nederlandse profvoetbal – én één Belgische deelnemer. Een toernooi van formaat dus, met een organisatie die net zo stevig staat als het elftal dat straks het veld opgaat.

“Vorig jaar organiseerden we een O23-toernooi met teams uit de regio: uit de Bollenstreek en Aalsmeer. Dat sloeg zo aan, dat we dit jaar dachten: we tillen het een niveau hoger,” vertelt Léon Blokker, voorzitter van de toernooicommissie en al sinds zijn zesde actief bij de club.

Professionele connecties, groot toernooi

De aanleiding voor het nieuwe toernooi ligt bij Robin de Weij, trainer van Hillegoms O23-1. “Hij kwam vorig jaar bij ons. Heeft zelf op hoog niveau gespeeld en kent veel mensen in het profcircuit. Via hem kwamen we op het idee om een toernooi te organiseren met betaalde voetbalorganisaties. Hij heeft veel contacten bij clubs als Sparta, ADO en Go Ahead.”

En dat bleef niet bij ideeën. Inmiddels hebben maar liefst twaalf clubs zich aangemeld. Naast SV Hillegom zelf komen onder andere Sparta Rotterdam, Roda JC, ADO Den Haag, Telstar, PEC Zwolle, Cambuur, Go Ahead Eagles, VVV-Venlo, Excelsior, sc Heerenveen en zelfs het Belgische KVC Westerlo naar Hillegom. “Dat zijn niet alleen O23-teams, sommige clubs sturen hun O19 of O21. Het niveau is in elk geval hoog.”

Van regionaal initiatief naar serieuze organisatie

Blokker is een echte verenigingsman. Naast zijn rol als voorzitter van de toernooicommissie is hij ook trainer van het O23-2 team, speelt hij zelf nog bij ‘de Legends’ zoals hij het zelf met een knipoog noemt (7 tegen 7), en is hij een bekend gezicht op de club. “Mijn vrouw is ook actief op de club als hoofdleider meiden en lid van de jeugdcommissie, mijn zoon speelt bij O23-2, en mijn dochter bij Vrouwen 1. We zijn echt een voetbalfamilie.”

Toernooien zijn volgens hem het hart van het verenigingsleven. “We organiseren al jaren jeugdtoernooien bij SV Hillegom. Maar je merkt dat veel clubs ermee stoppen. Teams zeggen af of komen niet opdagen. Wij vinden het juist belangrijk om dat in leven te houden.”

Daarom besloot Blokker een paar jaar terug de handen uit de mouwen te steken. “Er was één man, Erik van Vuren, die die hele toernooien in z’n eentje regelde. Toen heb ik hem benaderd: ‘Wil je geen hulp?’ Daar stond hij voor open. Inmiddels doen we het met een clubje van zes mensen, en zijn er steeds meer vrijwilligers die zich aansluiten. Dat maakt het niet alleen leuker, maar ook beter georganiseerd.”

Een toernooi om naar uit te kijken

Dat dit BVO-toernooi bijzonder is, staat buiten kijf. “Zoiets hebben we bij SV Hillegom nog nooit gehad,” zegt Blokker. “Het is niet alleen een sportief hoogtepunt, maar ook een mooi moment voor de jeugd om te zien hoe het eraan toe gaat op een hoger niveau. En wie weet lopen hier straks spelers rond die we later op tv terugzien.”

Voor Blokker zelf blijft het vooral draaien om plezier en teamgevoel. “Ik hou ervan om dingen samen te doen. Of het nou op het veld is, met m’n eigen team of met de organisatie van een toernooi. Dat saamhorigheidsgevoel maakt voetbal zo mooi.”

Toernooien op de kaart houden

Met het BVO-toernooi wil SV Hillegom laten zien dat toernooien nog springlevend zijn. “We hopen dat dit toernooi niet alleen eenmalig is,” besluit Blokker. “Als dit een succes wordt – en daar lijkt het sterk op – dan gaan we hier een traditie van maken. We willen toernooien weer op de kaart zetten. Voor de spelers, voor de club en voor het dorp.”

Klik op SV Hillegom voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Hillegom voor meer informatie over de club.

Gerard van der Meij: “Ik regel liever op de achtergrond”

Bij Rijnsburgse Boys zijn vrijwilligers het kloppend hart van de club. Elk jaar worden er twee vrijwilligers in het zonnetje gezet. Eén man en één vrouw. Dit jaar viel de eer te beurt aan Gerard van der Meij (59), een man die al bijna vijftig jaar betrokken is bij de vereniging en talloze taken op zich neemt. “Ik hoef niet zo nodig op de voorgrond, ik regel liever dingen achter de schermen.”

Als Gerard van der Meij hoort dat hij is uitgeroepen tot vrijwilliger van het jaar, is zijn reactie typisch voor de bescheiden Rijnsburger: “Ik ben gewoon een keer aan de beurt,” zegt hij lachend. “Elk jaar wordt er één gekozen en ik doe best veel voor de club.”

Dat is nog zacht uitgedrukt. Van der Meij is al bijna zijn hele leven actief voor Rijnsburgse Boys. Op zijn twaalfde begon hij er met voetballen, toen nog in de D’tjes. Een begenadigd voetballer werd hij naar eigen zeggen niet. “Ik speelde vooral in de lagere jeugdelftallen, later in het 21e of het 18e, ik zou het niet eens meer weten. Rond mijn 32e moest ik stoppen vanwege problemen met mijn meniscus.”

Van scheidsrechter tot persvoorlichter

Na zijn actieve voetbaljaren bleef Van der Meij nauw verbonden aan de club. Een toevallige gebeurtenis bracht hem zelfs op een nieuw spoor. “Er miste eens een scheidsrechter bij een team en ik liep toevallig langs,” herinnert hij zich. “Ze vroegen of ik wilde fluiten. Dat vond ik zo leuk dat ik een cursus ben gaan doen.”

Zo werd hij eerst clubscheidsrechter, later bondsscheidsrechter. Toch miste hij in die rol het echte clubgevoel. “Je floot altijd bij een andere vereniging. Dat geel-zwarte hart van Rijnsburgse Boys bleef trekken.”

Organiseren in hart en nieren

Organiseren en verbeteren: dat is waar Gerard van der Meij écht in uitblinkt. Vanuit zijn achtergrond in het optimaliseren van processen stortte hij zich de afgelopen jaren op tal van projecten binnen de club. Zo zette hij het digitale kassasysteem op en introduceerde hij vorig jaar het nieuwe digitale ticketingsysteem. “Ik wil altijd precies weten hoe iets werkt,” vertelt hij. “Je koopt zo’n systeem in, maar dan moet je wel met zo’n bedrijf kunnen meepraten.”

Ook was hij betrokken bij de organisatie van grote wedstrijden tegen topclubs als Ajax, Porto en Feyenoord. “Als er wat ingewikkelds te organiseren valt, word ik vaak opgetrommeld,” zegt hij met een glimlach.

Daarnaast draaide hij mee in de commissie die de viering van het 75-jarig jubileum voorbereidde, en bekleedde hij een periode de rol van secretaris van de club. Tijdens de introductie van de Tweede Divisie, zo’n acht, negen jaar geleden, was hij enkele jaren persvoorlichter van het eerste elftal.

Een geel-zwart hart

Hoewel hij zich al die jaren op uiteenlopende manieren heeft ingezet, ziet Van der Meij zichzelf niet als een typisch ‘clubmens’. “Je zult mij niet veel in de kantine zien hangen,” zegt hij. “Ik vind het leuker om dingen te organiseren en ervoor te zorgen dat alles goed loopt.”

Zijn liefde voor Rijnsburgse Boys is desondanks onmiskenbaar. “Rijnsburg is een dorp, het verenigingsleven is hier sterk. Het is mooi om iets voor de gemeenschap te doen. Dat geeft gewoon voldoening.”

Fotograaf

Ook langs de lijn is Van der Meij jarenlang actief geweest. Als twintiger was hij de vaste fotograaf van het eerste elftal. “Dat was nog in de tijd van rolletjes, handmatig scherpstellen, handmatig inzoomen,” vertelt hij. “Ik heb nog een hele kist vol zwart-witfoto’s liggen, die ik tegenwoordig graag weggeef aan oud-spelers.”

Klein, maar hecht

Wat Rijnsburgse Boys volgens Van der Meij zo bijzonder maakt? “De hechte sfeer,” zegt hij. “We hebben hier een kleiner vrijwilligersbestand dan bij veel andere clubs in de regio, maar de mensen die er zijn, doen ook echt heel veel.”

Met zijn bescheiden houding, zijn organisatorische talent en zijn onuitputtelijke betrokkenheid is Gerard van der Meij het perfecte voorbeeld van wat een club als Rijnsburgse Boys nodig heeft: mensen die het geel-zwarte hart laten kloppen — zonder zichzelf op de borst te kloppen.

Klik op Rijnsburgse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rijnsburgse Boys voor meer informatie over de club.

“Bij FC Oegstgeest voel ik me thuis, op en naast het veld”

Bij FC Oegstgeest draait het niet alleen om voetbal, maar vooral om mensen die hun schouders eronder zetten. Mark van Bommel is zo iemand. Trainer, coördinator, bestuurslid – de 36-jarige clubman is op meerdere fronten actief binnen de vereniging. “Ik haal er energie uit. Dit is mijn club.”

Van Bommel is trainer van het JO9-1 team, waar ook zijn zoon in speelt. Daarnaast coördineert hij de onderbouwteams van JO9, een taak die inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor de indeling en begeleiding van trainers. “Ik ben er ingerold toen mijn zoon ging voetballen. Toen bleek dat er voor die leeftijd nog een coördinator nodig was, heb ik dat erbij gepakt. Vanaf jongs af aan vond ik het al leuk om training te geven, ik ben op m’n zestiende al begonnen als trainer.”

Zijn inzet blijft niet beperkt tot de jeugdteams. Van Bommel is ook bestuurslid facilitaire zaken, waarbij hij zich bezighoudt met het onderhoud van de clubgebouwen en velden. “Dat sluit goed aan bij mijn werk als projectleider in de bouw. Vanuit die achtergrond denk ik graag mee over verbeteringen en onderhoudskwesties op het sportpark.”

Een van de hoogtepunten op de FC Oegstgeest-kalender is het jaarlijkse jeugdkamp. Een evenement waar Van Bommel nauw bij betrokken is. “Het is een enorme organisatie. We hebben het over drie dagen vol activiteiten voor zo’n 275 kinderen, van de jongste jeugd tot en met de O13. Elk team slaapt in z’n eigen tent, er zijn springkussens en doen allerlei spelletjes en activiteiten. En voor de O12 en O13 organiseren we een dag naar Walibi.”

De voorbereidingen voor het kamp beginnen maanden van tevoren. Met een kernteam van zo’n twaalf vrijwilligers wordt het programma uitgedacht, en tijdens het weekend zelf staan er ongeveer 55 mensen klaar om alles in goede banen te leiden. “De grootste uitdaging is het weer – daar heb je geen invloed op – en de onvoorspelbaarheid van kinderen, wat ook juist leuk is. Maar het is geweldig om te doen. De ouders zijn vaak enthousiast om te helpen en het is echt een van de grote evenementen binnen onze club. Ik ben er trots op dat ik daar deel van uit mag maken.”

Dit jaar is de vijfde editie van het kamp in zijn huidige vorm. Elk jaar wordt het groter en spectaculairder. Dat past ook bij de groei van de club zelf. “Laatst gingen we over de grens van 1500 leden heen. De inschrijvingen blijven binnenkomen. Het laat zien dat we als club iets goed doen.”

Toch ligt Van Bommels hart niet alleen bij de jeugd. Als speler is hij nog steeds actief bij het vriendenteam dat hij vijf jaar geleden heeft opgericht. “We spelen in de vierde klasse reserve, zonder te trainen. Het gaat vooral om plezier. Na jaren in de selectie, waarbij ik pendelde tussen het eerste en tweede, is dit een mooie manier om lekker bezig te blijven met voetbal.”

Hoewel hij oorspronkelijk uit Rijnsburg komt, voelt Van Bommel zich helemaal thuis in Oegstgeest. “Ik heb m’n hele leven hier gevoetbald. Rijnsburg paste destijds niet zo goed bij me. FC Oegstgeest voelt als een warme club, waar mensen voor elkaar klaarstaan. Mijn vader was vroeger penningmeester, die doet nu ook nog steeds wat. Het zit een beetje in de familie om iets voor de club te doen.”

Voor Van Bommel is het duidelijk: de club is meer dan een sportvereniging. “Ik ga altijd met plezier naar de club. Of het nu als trainer is, als organisator van het kamp, of als bestuurslid: ik haal er energie uit. FC Oegstgeest is een belangrijk deel van mijn leven.”

Klik op FC Oegstgeest voor meer informatie over de club.

Jan Lindhout wordt meidencoördinator bij Valken ’68

Wat begon als een spontaan ja op de vraag of hij de MO10-1 wilde trainen, is voor Jan Lindhout (35) inmiddels uitgegroeid tot een serieuze taak binnen Valken ’68. Vanaf komend seizoen wordt hij coördinator van de meidenafdeling bij de club. “Het zat totaal niet in mijn planning,” zegt hij lachend. “Maar ik vind het leuk. En als ik iets doe, wil ik ook weten wat er speelt.”

De aanleiding was eenvoudig: zijn dochter Lizzy begon dit seizoen met voetballen. “Bij het kennismakingsgesprek met de ouders werd er gevraagd of iemand de MO10-1 wilde trainen. Ik stak m’n vinger op. En ja, dan zit je er meteen middenin. Omdat de groep groeide, is er zelfs een MO11 bijgekomen.”

Van voetbalvader naar aanspreekpunt voor zes teams

Inmiddels is Jan benoemd tot meidencoördinator van MO10 tot en met MO20. “Dat zijn zes teams in totaal. Ik word dan het aanspreekpunt voor de trainers en de schakel tussen hen en de club. Als er wat speelt, komen ze bij mij. Daarnaast ga ik het selectiebeleid begeleiden en toernooien regelen.”

Voor Jan is het allemaal nieuw. “Ik ben van nature een nieuwsgierige jongen. Als ik ergens aan begin, wil ik snappen hoe het werkt. En ik vind het leuk om vanaf het hoogste niveau te kijken: hoe kunnen we zorgen voor meer aanwas bij de meiden? Hoe houden we ze enthousiast?”

Valken ’68: niet van oorsprong, wel van hart

Hoewel hij zichzelf geen ‘echte Valkenburger’ noemt, voelt Jan zich duidelijk thuis bij Valken ’68. “Ik ben geen geboren Valkenburger, en dat merk je af en toe. Sommige mensen vinden het lastig dat het eerste team nog maar twee spelers uit Valkenburg heeft. Maar juist die mix maakt het voor mij interessant. Je hebt spelers uit verschillende gemeentes, verschillende achtergronden. Dat zorgt voor een dynamiek die de cultuur binnen de club alleen maar versterkt.”

Jan zelf kent het voetbalwereldje goed. Hij doorliep de jeugdopleiding bij Rijnsburgse Boys, speelde daar in de selectie, in het tweede en O23. Hij was ooit zelfs onderdeel van het KNVB Jeugdplan: district West tussen O12 en O16. Hier speelde de beste 16 geselecteerde amateurspelers uit district West hun wedstrijden voor de KNVB. “Ik heb bij Haaglandia nog op het punt gestaan om in de hoofdklasse te spelen, maar het was net te veel qua trainen en wedstrijden. En op zondag om tien uur of twee uur spelen.. dat botste een beetje met m’n behoefte om te stappen. Ik was 19 en werkte fulltime. Dan maak je keuzes.”

Nu aan het roer bij de meiden

Na omzwervingen via vriendenteams, een terugkeer naar Rijnsburgse Boys, en nog een kort uitstapje tijdens de coronatijd, kwam hij opnieuw uit bij Valken ’68. “En dat bevalt eigenlijk heel goed. De sfeer is gemoedelijk, mensen doen dingen voor elkaar. Het is een saamhorige club, en dat merk je als je er rondloopt.”

Dat gevoel wil hij nu ook overbrengen op de meidenafdeling. “Wat ik zie bij de MO11 – daar ben ik echt trots op. Hoe die meiden gegroeid zijn na de winterstop, dat is geweldig om te zien. Je merkt ook dat het niveau van het vrouwenvoetbal aan het stijgen is. Niet alleen bij de top, maar juist ook op dit soort plekken. Dat is mooi.”

Toekomstmuziek: meer meiden, misschien ooit vrouwen

Voor Valken ’68 zijn de meiden nu nog vooral jeugdteams, maar Jan hoopt dat dat op termijn verandert. “Als we de aanwas erin houden, zou het natuurlijk fantastisch zijn als er uiteindelijk ook een vrouwenteam komt. Maar voorlopig ligt de focus op de jeugd. Op zorgen dat de basis goed staat, en dat elk meisje zich welkom voelt.”

Toernooien spelen daar een belangrijke rol in, vindt hij. “Dat vond ik zelf vroeger ook altijd geweldig. Je speelt eens tegen een andere tegenstander, en het geeft een ander gevoel dan een gewone competitiewedstrijd. Daarom organiseer ik nu ook wat toernooien voor de meiden – ik weet hoe leuk dat is.”

Jan Lindhout begon het seizoen als voetbalvader aan de zijlijn. Komend seizoen is hij het gezicht van de meidenafdeling. “Je rolt er een beetje in, maar het voelt goed. En als ik dan zie hoe die meiden genieten – dan weet je waarvoor je het doet.”

Klik op Valken’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Valken’68 voor meer informatie over de club.

Kevin van der Zwet (29): “Terugdoen voor de club die altijd voor mij klaarstond”

0

Bij FC Lisse draait het om meer dan alleen voetbal. Dat bewezen aanvoerder Kevin van der Zwet en zijn ploeggenoten onlangs met een bijzondere jeugddag, bedoeld om de band tussen de selectie en de jongste leden te versterken. “Dit voelt als iets terugdoen voor wat ik vroeger zelf heb gekregen,” zegt de trotse aanvoerder.

Als je Kevin van der Zwet vraagt wat het betekent om aanvoerder te zijn van FC Lisse, volgt geen ingestudeerd verhaal over leiderschap of verantwoordelijkheid. “Ik sta er eigenlijk niet zo vaak bij stil,” zegt hij nuchter. “Natuurlijk voel ik een beetje verantwoordelijkheid, maar dat komt niet eens per se doordat ik aanvoerder ben. Ik vind het gewoon leuk.”

Opgegroeid bij Lisse

Centraal verdediger Van der Zwet ademt FC Lisse. Sinds kleins af aan voetbalt hij bij de club, met een korte onderbreking van vijf jaar toen hij bij ADO Den Haag in de jeugdopleiding zat. “In mijn laatste jaar bij ADO ging het moeizaam,” blikt hij terug. “Mijn groeispurt kwam precies op een ongelukkig moment, en daardoor kwam de kans om door te breken er niet meer. Ik baalde er onwijs van, maar ik kon het gelukkig snel relativeren. Dat kwam omdat al mijn vrienden hier bij Lisse speelde.”

Na nog een seizoen bij UVS in Leiden keerde hij terug op het oude nest. Daar beleeft hij nog altijd veel plezier in het voetbal. Al kreeg zijn carrière nog flinke tegenslagen te verduren: op zijn 23ste én zijn 27ste scheurde Van der Zwet zijn kruisband — eerst links, toen rechts.

Ook in deze tijd bestaat er nog echte clubtrouw. Spelers die hun club nooit verlaten. Kevin van der Zwet is daar het levende bewijs van. Sinds 2016 maakt hij onafgebroken deel uit van de zaterdagselectie van FC Lisse. Hij is niet alleen een vaste waarde binnen de lijnen, maar ook een van de meest ervaren krachten binnen het eerste elftal. Een Lisser pur sang.

De jeugd weer dichterbij halen

Het is precies dat warme gevoel van verbondenheid dat Van der Zwet, samen met de spelersraad en het bestuur, wilde overbrengen op de volgende generatie. “We wilden zorgen voor meer binding,” legt Van der Zwet uit. “Dat kinderen uit de jeugd niet alleen dromen om in het eerste te spelen, maar ook echt de stap kunnen zetten. Dat begint bij betrokkenheid.”

En dus werd een plan gesmeed: een jeugddag, waarbij de jonge talenten de spelers van het eerste van dichtbij konden meemaken. Niet alleen als fans langs de lijn, maar actief: vragen stellen, samen trainen en vooral veel plezier maken.

Een stormloop aan aanmeldingen

De belangstelling was overweldigend. “Al heel snel hadden we 120 aanmeldingen, plus nog een heel elftal van O17-2,” vertelt Van der Zwet. “We moesten op het laatste moment nog van alles regelen om zoveel mogelijk kinderen een plekje te geven. Helaas moesten we sommige leden vertellen dat ze te laat waren met aanmelden.”

Op het programma stond onder meer een persconferentie, waarin kinderen hun vragen mochten afvuren op hun helden. Daarna volgden spelletjes op het veld en kregen de kinderen training van de hoofdtrainer en de eerste selectie. “Alle spelers waren erbij,” benadrukt Van der Zwet. “Dat was belangrijk: het moest niet alleen het initiatief van het bestuur zijn, maar iets van ons allemaal.”

Een traditie om voort te zetten

De reacties waren hartverwarmend. Kinderen vertelden hoe gaaf ze het vonden om hun favoriete speler te ontmoeten, ouders bedankten de club voor de organisatie. “We kregen zoveel positieve reacties dat we eigenlijk meteen dachten: dit moeten we vaker doen,” zegt Van der Zwet.

Hij weet zelf hoe belangrijk zulke momenten kunnen zijn. “Toen ik klein was, werd er ook veel geregeld,” herinnert hij zich. “Ik weet nog dat we eens met alle F’jes in een grote hal gingen slapen, dat vond ik fantastisch. Dat soort dingen vergeet je nooit meer.”

Spelersraad als motor

Naast zijn rol als aanvoerder zit Van der Zwet ook in de spelersraad van FC Lisse. Samen met andere ervaren spelers denkt hij mee over hoe de club stappen kan zetten, zowel binnen als buiten het veld. “We hebben korte lijntjes met het bestuur,” zegt hij. “Dat maakt het makkelijker om dingen als deze jeugddag snel en goed te organiseren.”

De organisatie werd mede mogelijk gemaakt door sponsoren, die zorgden voor extra middelen om de dag tot een succes te maken. “Het was prachtig om te zien hoe iedereen mee wilde denken en helpen,” aldus Van der Zwet.

Blik op de toekomst

Met de jeugddag heeft FC Lisse een zaadje geplant. Niet alleen voor de kinderen die een geweldige dag beleefden, maar ook voor de club zelf. Door de jeugd en de selectie dichter bij elkaar te brengen, hoopt de club uiteindelijk meer talenten door te laten stromen naar het vlaggenschip.

“Als je als kind op het veld hebt gestaan met jongens van het eerste, dan droom je er misschien van om daar ooit zelf te staan,” zegt Van der Zwet. “En dat gevoel, dat hebben we deze dag hopelijk kunnen meegeven. Daarnaast geeft het nog meer binding met de club in het algemeen.”

Persoonlijke voldoening

Voor Van der Zwet zelf betekende de dag meer dan alleen een leuke middag. “Het voelt gewoon goed om iets terug te doen,” zegt hij. “Deze club heeft altijd voor mij klaar gestaan. Dan is het mooi om nu iets voor de nieuwe generatie te kunnen betekenen.”

Met zijn nuchtere instelling en warme betrokkenheid is Kevin van der Zwet de verpersoonlijking van wat FC Lisse wil uitstralen: ambitie, gezelligheid en vooral een hechte clubcultuur.

Klik op FC Lisse voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Lisse voor meer informatie over de club.

“Quick Boys is mijn tweede huis. Dat blauwe zit in mijn hart.”

Bij Quick Boys kennen veel mensen elkaar. En als je er 54 jaar lid bent, 123 doelpunten in het eerste elftal hebt gemaakt, en op zaterdag nog steeds langs de lijn staat, dan ben je een stukje clubhistorie geworden. Al zou Martin van der Plas dat zelf nooit zo zeggen. “Voor de ouderen ben ik misschien nog een naam, de jongeren weten het vaak niet eens meer. En dat is ook helemaal prima. Het is een teamsport. Of je nou voorin of achterin staat, je doet het met z’n allen.”

De clubman pur sang

Martin is 63 jaar, toezichthouder milieu van beroep, en nog steeds vrijwel iedere zaterdag te vinden op Nieuw Zuid. “Zaterdag is voetbaldag. Al van jongs af aan. Ik ben altijd bij Quick Boys te vinden. Je kent iedereen, en dat blijft bijzonder. Bijna 54 jaar lid inmiddels – het is echt een tweede thuis geworden.” Hij kijkt tegenwoordig het liefst naar de jeugdwedstrijden. “Vooral Onder 21 en de Onder 19. Je voelt je zelf ook nog jong als je naar die gasten kijkt. Die periode, van je zeventiende tot je negentiende, dat is de mooiste tijd. Zeker de A-junioren, dat vergeet je nooit. Wij hadden destijds ook een geweldig A-team. Allemaal Katwijkse jongens. Dat maakt het speciaal.”

Een elftal met een Katwijks gezicht

Die Katwijkse identiteit is belangrijk voor Martin, en hij ziet het nu weer langzaam terugkeren bij het eerste elftal van Quick Boys. “Je moet naar dat Katwijkse gevoel terug. Dat was een tijdje een beetje weg. Maar met Thomas Duivenvoorden als trainer zie je dat terugkomen. Meer strijd, meer voetbal, en vooral: meer Katwijkse jongens in het veld. Dat maakt het voor het publiek ook weer leuk om te komen kijken. Dat gevoel van: dit is óns team.”

De spits met een scherp gevoel voor timing

Als speler was Martin eerst midvoor en later linksbuiten. “De eerste seizoenen zijn het makkelijkst,” zegt hij met een glimlach. “De tegenstanders kennen je nog niet, je krijgt ruimte. Maar daarna gaan ze anders naar je kijken. Je krijgt minder tijd en ruimte, dan moet je slimmer worden. Op den duur leer je wedstrijden lezen. Je weet gewoon wat er gaat gebeuren. Dat is een gevoel, dat ontwikkel je.” Zijn topjaren beleefde hij rond zijn 25e en 26e. “Toen viel alles samen. Fysiek, inzicht, techniek. In de zestien was ik altijd alert. Ik was tactisch sterk, technisch vaardig, maar koppen was niet mijn sterkste punt.” Naast het veldvoetbal speelde hij ook regelmatig futsal. “Dat hielp me met mijn techniek. Alles gaat sneller in de zaal, je moet blijven bewegen en denken.”

Arie Lagendijk en de inschuivende laatste man

Een van de beste trainers die Martin heeft meegemaakt is Arie Lagendijk. “Hij was z’n tijd vooruit. Een van de eersten die speelde met een inschuivende laatste man. Hij bemoeide zich ook met de jeugd. Dat maakte indruk op me. Je voelde je gezien als jonge speler.”
Dat gevoel van continuïteit tussen jeugd en eerste elftal is iets waar Martin zelf ook altijd waarde aan hechtte. Niet voor niets stond hij jarenlang op het trainingsveld, als jeugdtrainer en later ook als spitsentrainer. “13- tot 18-jarigen, dat vond ik het leukst. Afronden, dat is de mooiste training om te geven. Daar genoot ik van. Bij het eerste heb ik dat ook even gedaan, maar met de jeugd had ik echt een klik.”

Club boven carrière

Dat Martin zo lang bij Quick Boys bleef, was geen toeval. Hij kreeg aanbiedingen van ADO Den Haag, Belgische clubs zoals Menen, en verschillende grote amateurclubs. “Maar ik was schilder in die tijd. ADO speelde op zondag, en uit respect voor mijn ouders – en vanwege mijn geloof – heb ik dat niet gedaan. Nooit spijt van gehad. Geld is mooi, maar ik heb hier al 45 jaar dezelfde vrienden rondlopen. Dat is mij veel meer waard dan een zak geld of een avontuur ergens anders.”

Het einde van een glansrijke carrière

Op zijn 27e brak Martin zijn been. “Ik ben daarna nooit meer echt op mijn oude niveau teruggekomen,” zegt hij nuchter. Hij stapte over naar het vijfde elftal, waar hij nog doorn voetbalde tot zijn 40e. “Gewoon lekker ballen met vrienden. Dat was ook mooi.”

Zijn loopbaan als spitsentrainer liep nog jaren door, maar inmiddels is ook dat verleden tijd. “Een paar jaar geleden ben ik gestopt. Soms mis je het, maar het is goed zo. Ik blijf mijn cluppie volgen, dat verandert niet.”

Tijden veranderen, maar het hart blijft blauw

Dat het spel veranderd is sinds zijn actieve jaren, daar is Martin zich weldegelijk van bewust. “Het tempo ligt nu zoveel hoger. De intensiteit ook. En tactisch zijn ploegen veel beter. Maar spelers van vroeger, die waren in mijn ogen wel beter. Meer techniek, meer spelinzicht. Misschien minder snel, maar slimmer.” Toch kijkt hij met veel plezier naar het hedendaagse voetbal, zeker nu er weer een herkenbare Quick Boys-stijl op het veld staat. “Strijd, passie, een team met karakter. Dat is Katwijks. En dat past bij deze club.”

De erfenis van een clubicoon

123 doelpunten maakte Martin van der Plas voor het eerste van Quick Boys – een record dat nog altijd staat. Al zal je hem daar niet snel over horen opscheppen. “Ik ben er wel trots op, natuurlijk. Maar het gaat me niet om de cijfers. Het gaat om wat je samen doet, als team, als club. Ik heb alles hier met liefde gedaan, en dat doe ik nog steeds.”

Quick Boys is meer dan een voetbalclub voor hem. Het is een plek vol herinneringen, kameraadschap, generaties doorgegeven ervaring. “Je voelt het gewoon in je hart. Die beleving, die sfeer, je vrienden – dat raak je nooit meer kwijt. Bij mij zit dat blauwe echt in m’n hart.

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

Sander Bosma (33) zwaait af bij VV Noordwijk: “Het is goed geweest”

Na jarenlang een vaste waarde te zijn geweest op het middenveld van VV Noordwijk, staat Sander Bosma op het punt om afscheid te nemen van het eerste elftal. De 33-jarige Noordwijker is nuchter over zijn keuze: “Ik ben er 99 procent uit. Er moet iets heel geks gebeuren wil ik volgend seizoen nog op het veld staan.”

Bosma is zo’n speler die al jaren het hart vormt van het elftal, zonder veel bombarie. Geen grote woorden, geen dramatische afscheidsronde – gewoon een relaxte gozer die het spelletje altijd met plezier speelde, maar ook weet wanneer het moment daar is om te stoppen. “Ik ga het missen, absoluut,” zegt hij. “Maar het is ook een keer goed geweest. En als ik stop, dan is het ook definitief. Ik ga niet over een paar maanden roepen: ‘Ik ga toch maar weer meedoen’.”

Fit en fanatiek – maar de keuze is gemaakt

Wat opvalt aan Bosma’s afscheid, is dat het niet voortkomt uit fysieke klachten. Integendeel: hij is nog altijd fit en speelt alles. “Ik heb geen blessures, ik speel nog elke wedstrijd. Maar veel jongens waar ik al jaren mee speel, stoppen er ook mee. Dat speelt mee. Je wil ook niet de laatste zijn die overblijft in het veld.”

Met het vertrek van Bosma verliest VV Noordwijk niet alleen een ervaren middenvelder, maar ook een stukje clubcultuur. De geboren en getogen Noordwijker maakte op zijn 18e zijn debuut in het eerste elftal. “Ik ben een jaartje weggeweest, heb bij SJC gespeeld, maar ben toch weer teruggekeerd. Noordwijk is mijn club.”

Het relaxte alternatief

Dat Bosma altijd zijn eigen pad kiest, blijkt ook uit zijn benadering van het voetbal. Hij hoefde niet per se naar het buitenland, geen droom van een profcarrière over de grens. “Er zijn jongens die naar Finland gingen om daar op het tweede of derde niveau te spelen. Mooi voor hen, maar ik hoef dat niet. Voor mij was het altijd hartstikke prima hier. Mooie club, goed niveau, veel supporters en… het is één minuut rijden van huis.”

Na zijn afscheid bij het eerste elftal zal Bosma zich misschien aansluiten bij het vriendenteam waar veel van zijn kameraden al spelen. Al nuanceert hij direct het niveau. “Dat mag eigenlijk geen naam hebben, het is gewoon recreatief. Lekker ballen op zaterdag, zonder druk.”

Voetbal blijft, maar anders

Wat zijn toekomst betreft, is Bosma helder. “Ik blijf sowieso betrokken bij de club. Voetbal blijft een deel van mijn leven, alleen op een andere manier.” Of dat in een trainersrol of iets anders is, laat hij nog open. “Eerst maar eens het seizoen afmaken en dan kijken wat er op mijn pad komt.”

Het combineren van werk en voetbal is voor Bosma nooit een struikelblok geweest. Met drie trainingen in de week en de club praktisch om de hoek, was het altijd goed te doen. “Het is letterlijk één minuut rijden, dus dat scheelt natuurlijk,” zegt hij met een glimlach. Hij werkt daarnaast vier dagen per week in de financiële sector, en dat bevalt hem uitstekend. “Ook nu ik wat inkomsten misloop doordat ik stop bij de club, blijf ik gewoon vier dagen werken. Dat bevalt me wel, dus daar ga ik niks aan veranderen.”

Een nuchtere slotakte

Wat Bosma misschien het best typeert, is zijn nuchterheid. Geen groot afscheid, geen langgerekte twijfel. “Ik ben 33. Dan is het gewoon tijd om te stoppen. Misschien voor sommigen een jaartje te vroeg, maar voor mij voelt het goed. En daar gaat het om.”

Met zijn vertrek verdwijnt er niet alleen een vertrouwd gezicht van het veld, maar ook een speler die stond voor de loyaliteit en het karakter van een clubman. Iemand die het nooit moeilijker maakte dan nodig – en die ook in zijn afscheid trouw blijft aan die houding: nuchter, rustig, en altijd met beide benen op de grond.

Klik op VV Noordwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Noordwijk voor meer informatie over de club.

Antonio Garcia Mendes nieuwe trainer CWO 2

Met trots verwelkomt CWO Antonio Garcia Mendes, beter bekend als Tony. De 49-jarige Rotterdammer brengt een schat aan ervaring en passie met zich mee naar onze club en zal vanaf komend seizoen het tweede elftal onder zijn hoede nemen.

Als voormalig spits en gepassioneerd trainer staat hij voor aanvallend voetbal en heeft hij ruime ervaring in het begeleiden van jonge spelers in hun ontwikkeling naar de top. Tony beschikt bovendien over een TC3-diploma. Met deze stap treedt hij in de voetsporen van Chris Latupeirissa, die na zeven jaar afscheid neemt als trainer en een rol binnen de technische commissie gaat bekleden.

Tony kijkt terug op een lange en succesvolle carrière als speler, met onder andere periodes bij Garuda, CVV Mercurius, TOGR, Voorschoten ’97, DRL en FC Maense. Tussen 2000 en 2015 speelde hij op niveau in Nederland én in Lissabon. Als spits ontwikkelde hij een sterk tactisch inzicht en een neusje voor het doel – kwaliteiten die hij nu inzet als trainer.

Zijn trainersloopbaan begon in 2015 bij DRL, waar hij de D-jeugd onder zijn hoede had. Al snel groeide hij door binnen FC Maense, waar hij respectievelijk de Onder 17, het Onder 23-team en het eerste elftal (als assistent-trainer) trainde. In deze functies lag zijn focus altijd op technische ontwikkeling, individuele begeleiding en het neerzetten van een herkenbare, aanvallende speelstijl.

We zijn ervan overtuigd dat hij een positieve bijdrage zal leveren aan het elftal dat volgend jaar wederom zal uitkomen in de reserve eerste klasse.

Namens iedereen binnen de club heten wij Tony Mendes van harte welkom bij CWO en wensen hem veel succes en plezier in zijn nieuwe rol als hoofdtrainer van CWO 2!

Klik op sv CWO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv CWO voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.