Home Blog Pagina 27

Nieuwe koers voor Berkdijk: club kiest voor zaterdagvoetbal en opvallend trainersduo

KAATSHEUVEL – Met de overstap van zondag- naar zaterdagvoetbal komend seizoen en de komst van het ervaren trainersduo Ad van de Wiel en Theo de Jong slaat RKVV Berkdijk een nieuwe weg in. “We moesten vooruit kijken. En dit was het juiste moment om dat te doen,” zegt voorzitter Luc van de Kar, die na dit seizoen afscheid neemt van zijn functie.

Berkdijk kiest daarmee bewust voor de toekomst. De overstap naar zaterdag kwam niet onverwacht: al langer leefde binnen de club het besef dat zondagvoetbal aan aantrekkingskracht verloor. “De jongere generatie wil op zaterdag voetballen. Ook binnen onze eigen jeugd en onder 23-spelers merkten we dat steeds sterker,” aldus Van de Kar. “We hadden eigenlijk gepland om de overgang nog een jaar uit te stellen, maar de omstandigheden vroegen om actie. Toen onze trainer Patrick had aangegeven dat hij zou stoppen na dit seizoen, werd het moment duidelijk.”

De club vond in Ad van de Wiel en Theo de Jong twee trainers die passen bij de nieuwe koers. Beiden hebben een indrukwekkend verleden in het betaald voetbal, maar kozen bewust voor het amateurvoetbal – met het plezier als drijvende kracht. “Via via kwamen we bij Ad uit. Hij was direct enthousiast en stelde zelf voor om samen met Theo de Jong het trainerschap op zich te nemen,” vertelt Van de Kar. “Die combinatie sprak ons meteen aan. Het zijn geen types die met tactische schema’s willen imponeren. Ze willen mensen verbinden, plezier terugbrengen én lekker voetballen.”

Ad van de Wiel staat bekend om zijn markante persoonlijkheid en zijn vermogen om leven in de brouwerij te brengen. Zijn aanpak: niet te moeilijk doen. “Trainer zijn op dit niveau draait niet alleen om winnen,” zei hij eerder. “Het gaat erom dat de kantine vol zit, dat er weer gelachen wordt. Dan volgt de rest vanzelf.” Zijn compagnon Theo de Jong – oud-Feyenoorder en WK-finalist in 1974 – brengt de ervaring én de papieren mee om het duo officieel te maken. Samen willen ze Berkdijk nieuw elan geven.

Binnen de club is de aanstelling van het duo voor volgend seizoen met enthousiasme ontvangen. “Het geeft reuring, en dat is goed. We zijn in veel opzichten een volksclub, met veel betrokkenheid en sfeer. Juist daarom passen Ad en Theo hier goed,” aldus Van de Kar. “Ze zijn benaderbaar, brengen iets mee en zorgen dat er over Berkdijk gepraat wordt.”

De overstap naar de zaterdag sluit ook aan op andere veranderingen binnen de club. Zo groeit de jeugdafdeling snel. Waar het enkele jaren geleden begon met een handvol kinderen en vaders die zelf gingen trainen, is het inmiddels uitgegroeid tot een serieuze tak met eigen jeugdplan, activiteiten in de wijk en binding met de omgeving. “Kinderen voelen zich hier thuis. Dat is de kracht van Berkdijk.”

Voor Van de Kar is het een mooi moment om het stokje door te geven. “Na meer dan vijftig jaar bij de club en vijf jaar als voorzitter, is het tijd. Ik blijf lid, mijn kleinzoon gaat hier straks voetballen. Dus echt weg ben ik niet.”

Klik op RKVV Berkdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Berkdijk voor meer informatie over de club.

Een leven voor de club: Cor de Bie geridderd tijdens 100 jaar NEO’25

0

WAALWIJK – Tijdens de jubileumreceptie op vrijdag 9 mei viel er een diepe stilte in het clubhuis van NEO’25. De burgemeester van Waalwijk nam het woord, en tot zijn grote verbazing hoorde Cor de Bie zijn naam vallen. Kort daarna kreeg hij, zichtbaar geëmotioneerd, een Koninklijke Onderscheiding opgespeld. Een eerbetoon aan meer dan zestig jaar tomeloze inzet voor de oudste zaterdagvoetbalvereniging van Noord-Brabant.

NEO’25 viert dit jaar haar honderdjarig bestaan. Opgericht in 1925 als korfbalvereniging, maakte de club in de jaren dertig de overstap naar voetbal – een destijds gewaagde keuze in het behoudende Sprang-Capelle. Door de jaren heen verhuisde de club maar liefst vijf keer, kende ze oorlog, wederopbouw, promoties en groei, en vond ze uiteindelijk haar plek op sportpark De Gaard in Waalwijk. In al die decennia waren er vele vrijwilligers actief, maar weinigen met zo’n lange staat van dienst als Cor de Bie.

“Cor is vanaf 1962 onafgebroken betrokken geweest bij de club,” vertelt Mari van Ee, oud-secretaris en tegenwoordig archivaris van NEO’25. “Hij was jeugdleider, jeugdvoorzitter, organisator van het befaamde Zilveren Molentoernooi, KNVB-consul, klusjesman en aanspreekpunt voor jong en oud. Een clubman pur sang.”

Van Ee is een naam die binnen NEO’25 ook zeer vertrouwd is. Na bijna vijftig jaar lidmaatschap, waarvan 22 jaar als secretaris, is hij nu vooral actief als archivaris en klankbord voor het bestuur. “Ik voel me jong, maar ben inmiddels 66 en twee jaar gestopt met werken. De club is nog steeds mijn passie.’’ Van Ee diende de aanvraag in voor de Koninklijke Onderscheiding van De Bie. “Het is een secuur proces dat maanden duurt, maar als iemand het verdiende, dan was het Cor wel. Zijn inzet is breed én diep. Hij heeft letterlijk aan de basis gestaan van wat de club nu is.”

De onderscheiding viel samen met de jubileumreceptie – precies honderd jaar na de oprichtingsdatum van de club, 9 mei 1925. Een avond vol herinneringen, verhalen en ontmoetingen, met als hoogtepunt de decoratie van De Bie. “Zijn familie was stiekem binnengeloodst, zodat het echt een verrassing was,” vertelt Van Ee. “Hij had het totaal niet zien aankomen. Toen hij doorhad wat er gebeurde, zag je hem echt vechten tegen de tranen. Dat was prachtig.”

NEO’25 koestert haar verleden, en mensen als Mari van Ee zorgen ervoor dat die geschiedenis levend blijft. “Samen met mijn vrouw hebben we dertig grote borden gemaakt met beeldmateriaal, oude video’s, en verhalen uit alle hoeken van de vereniging. Deze worden tentoongesteld tijdens onze grootse reünie op 12 juni. In het clubhuis komt een mini-museum, zodat een kleine driehonderd (oud-)leden van NEO een stukje van die historie kan herbeleven.”

Ook Cor de Bie droeg jarenlang bij aan dat erfgoed. “Zijn technische kennis kwam goed van pas bij verbouwingen, tribunes en velden. En als consul van de KNVB zorgde hij altijd dat wedstrijden veilig konden doorgaan. Ook al moest hij soms streng zijn.”

Voor Van Ee is de benoeming van Cor een erkenning van het grotere geheel: de kracht van vrijwilligerswerk. “Clubs bestaan bij de gratie van mensen zoals Cor. We moeten hun verhalen blijven vertellen – niet alleen om hen te eren, maar ook om jonge generaties te inspireren.”

Klik hier voor meer artikelen over NEO’25 .
Klik hier voor meer over NEO’25.

‘Dan moet alles op het niveau van de Tweede Divisie zijn’

Nadat hij een kleine twee jaar geleden begon als Hoofd Jeugdopleiding van Kozakken Boys, gaat Arjen Borsje bij de derdedivisionist inmiddels door het leven als Coördinator Voetbal en Ontwikkeling. En dat is niet alleen een mooie titel, maar vooral ook een heel belangrijke functie, zo vertelt hij. “Het is veel, leuk én uitdagend!”

Een uitdaging die eind 2023 dus eigenlijk al begon, in Werkendam. “Johan van der Werff vertrok als technisch directeur, toen hebben we het beleid en de organisatie tegen het licht gehouden.” Met de nodige aanpassingen tot gevolg, waaronder het in het leven roepen van zijn functie, als Coördinator Voetbal en Ontwikkeling. “Ik ben verantwoordelijk voor het aanstellen van de trainers voor de selectieteams, dat wil zeggen het eerste, de O23 en de JO19. Maar ook het samenstellen van de teams en het coördineren van het beleid.”

Kans grijpen

Kortom, nagenoeg alle technische zaken. “Trainingen kijken, wedstrijden kijken, gesprekken voeren met spelers én trainers, maar ook persoonlijke ontwikkelingsplannen maken, vastleggen en uitvoeren.” Dat alles, klinkt als veel. “Het is ook veel. Soms misschien wel te veel. Maar het is ook leuk en uitdagend. En ik ben het gewend om het druk te hebben.” Ook de resultaten van het eerste, geven Borsje (57) meer dan genoeg energie. “We spelen met een jong en fris elftal nu boven in de Derde Divisie, hopelijk kunnen we ooit weer die stap naar de Tweede Divisie maken.” Al is dat misschien nog niet eens het allerbelangrijkste. “Jonge spelers grijpen hun kans, daar doen we het voor.” Toch gaat dat niet zomaar, weet Borsje als geen ander. “We hebben onze selecties bewust kleiner gemaakt, zowel bij het eerste, als bij de O23 en de JO19. Waarom? Zodat we meer ruimte hebben om talenten door te kunnen laten schuiven.” De gedachte daarachter, is dan ook simpel, legt hij uit. “Toen ik begon, had het eerste elftal een selectie van 26 spelers. Dan moet er veel gebeuren, voordat een talent een keer een kans krijgt. Nu zijn drie spelers die begonnen waren bij de O23, een vaste waarde bij het eerste.” Onder meer door ze afgelopen seizoen mee te laten trainen. “Als een soort stage. Daarmee hebben ze hun plekje verdiend. Dat laat zien dat we op de goede weg zijn.” Ruimte creëren voor jonge gasten, noemt Borsje dat. “Aan ons om hun potentie vroegtijdig te herkennen.”

Aansluiting

Op die manier werd vorig jaar min of meer tegelijkertijd, de renovatie van het eerste elftal in gang gezet, memoreert de inwoner van Werkendam. “We degradeerden natuurlijk uit de Tweede Divisie, dan gaan er altijd een aantal spelers weg.” Aan hem destijds de taak, om een winnend team samen te stellen. “Je probeert iedere positie dubbel bezet te krijgen. Door ervaring aan te vullen met talent. Dus achter een ervaren rot, moet een jong en enthousiast iemand zitten.” Al begint dat natuurlijk met opleiden. “Wat dat betreft is de voetbalschool, waar we sinds dit seizoen mee zijn begonnen, een belangrijke pijler. Daardoor worden niet alleen jeugdspelers, maar ook jeugdtrainers getraind.” Trainers die ondersteund worden door Borsje en de reeds nieuw aangestelde Hoofd Jeugdopleiding Robert Hooijmans. “We hebben geen tussenlichtingen meer, waardoor we werken met een JO13, JO15 en een JO17. Allemaal met gediplomeerde trainers. In die leeftijdscategorieën, selecteren we dan ook.” Zodat ze uiteindelijk, aansluiting kunnen krijgen met de O23 en het eerste. “Daarom moeten we bijvoorbeeld onze JO19 op divisieniveau zien te houden.”

Eendagsvlieg

Hoe maakt Borsje na een kleine twee jaar hard werken, de balans op? “We kunnen tevreden zijn over de stappen die we hebben gemaakt.” Maar, hij weet met al zijn ervaring als voormalig jeugdscout bij NAC Breda, PSV en Ajax, als geen ander hoe het voetbalwereldje werkt. “Alles wordt getoetst aan het succes van het eerste elftal. Voor de buitenwereld dan tenminste.” Al heerst ook op dat vlak, tevredenheid wat Borsje betreft. “Het elftal is groeiende en doet mee voor promotie, maar we moeten ook niet te snel gaan. De basis staat er, nu moeten we doorbouwen en dat proces doorzetten.” Helemaal nu ze bij Kozakken Boys ook de rest van de organisatie goed hebben staan. “Dan is het een kwestie van finetunen.” Zijn contract, loopt dan ook niet voor niks twee jaar door. “Verandering heeft tijd nodig, dat gaat stap voor stap.” Helemaal als de ambities groot zijn. “Op termijn hopen we weer een rol van betekenis te kunnen spelen in de Tweede Divisie, maar dan moet alles daaromheen, ook van dat niveau zijn. Anders ben je een eendagsvlieg en val je heel snel weer terug.”

Schijnwerpers

Gelukkig kun je dat aan Borsje wel overlaten. “Ik loop al bijna heel mijn leven rond in de voetballerij en mijn kennis en kunde, ligt voornamelijk bij het ontwikkelen van oudere jeugdspelers. Dat je die visie dan mag koppelen aan een club in de top van het amateurvoetbal en met jongens die heel graag willen, maakt het voor mij een ontzettend mooie uitdaging.” Die hij eigenlijk liever een beetje op de achtergrond, met beide handen aanpakt. “Dat is het grote verschil met de rol van Hoofd Jeugdopleiding. Bij de jeugd gaat alles stapje voor stapje, terwijl je bij het eerste meteen moet presteren. Daar staan de schijnwerpers er vol op.” Maar van de wijs, brengt dat Borsje niet. “We moeten gewoon stoïcijns doorgaan!”

Klik op Kozakken Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Kozakken Boys voor meer informatie over de club.

Dani Roodnat Speler van het Jaar VV Papendrecht

Tijdens het voetbalseizoen worden de verrichtingen van de hoofdmacht van Voetbalvereniging Papendrecht nauwkeurig gevolgd door een keur aan voetbaldeskundigen. Zij geven na afloop van elke competitiewedstrijd punten aan de spelers. Zo komt een ranglijst tot stand. Tijdens de afsluiting van het seizoen werd de top drie bekendgemaakt.

Dani Roodnat bleek tijdens het seizoen 2024-2025 het meeste aantal punten behaald te hebben en werd op grond daarvan uitgeroepen tot Voetballer van het Jaar. De centrale verdediger, die elke wedstrijd een ruime voldoende scoorde en een stabiele factor was in het elftal, heeft de eer om de bijbehorende prijs, de Gouden Schoen, aan het begin van het nieuwe seizoen in ontvangst te mogen nemen. Hij vormde vaak het hart van de Papendrecht-defensie met de nummer 2, Cees Baars, die al twee keer Speler van het Jaar was. De top drie wordt gecompleteerd door de aanvallende middenvelder Izzy Karfouh.

Klik op vv Papendrecht voor meer informatie over de club.
Klik op vv Papendrecht voor meer artikelen over de club.

Yerseke beleeft volgens Rick Poleij een ondermaats seizoen

YERSEKE – De voorgaande seizoenen vonden we Yerseke in de tweede klasse van het zaterdagvoetbal vaak in de bovenste regionen terug. Dit seizoen moet de Bevelandse ploeg tot het eind vol aan de bak om nacompetitie voor degradatie af te wenden.  Volgens Rick Poleij beleeft hij met zijn ploeg een ondermaats seizoen.

“We hebben teveel steken laten vallen en daardoor kostbare punten verspeeld. Persoonlijke fouten, soms gemakzucht en het gegeven dat er enkele bepalende spelers vertrekken of stoppen. En ook de trainer die afscheid neemt. Het zou niet mogen, maar het zorgt in mijn ogen wel voor een andere dynamiek en kan onbewust wel meespelen tijdens wedstrijden. Want voorgaande jaren deden we altijd bovenin mee en nu lukt het gewoon niet om constant te presteren.”

Toch heerst er volgens de aanvaller echter nog geen paniek binnen de club. “Nee, want we hebben op dit moment absoluut de kwaliteiten om op dit niveau mee te komen. Alleen zit het niet altijd mee in wedstrijden en zullen we tot de laatste wedstrijd vol gas moeten geven om de nacompetitie te ontlopen. Het moet ook wel worden gezegd dat deze tweede klasse door de versterkte degradatieregels van de voorgaande jaren echt een stuk sterker is geworden. Alleen IFC stak er ver bovenuit, maar de rest zit relatief dicht bij elkaar. Het is een competitie waarvan je wekelijks bij de les moet zijn om uiteindelijk niet in de problemen te komen en dat hebben we in sommige wedstrijden simpelweg niet goed gedaan.”

Poleij woont in Yerseke en speelt al zijn gehele leven voor de dorpsclub. Vanuit de A-jeugd stroomde hij jaren geleden direct door richting de selectie en verdween er nooit meer uit. “Sinds mijn achttiende zit ik bij de selectie. Ik ben één seizoen gestopt, maar toen Marco Groeneveld hier trainer werd ben ik weer begonnen. Sindsdien speel ik vrijwel wekelijks. Al is het niet altijd op de positie waar ik het beste tot mijn recht kom en heb ik al op veel verschillende posities gespeeld. Voornamelijk in de spits, maar ik heb ook al vaak genoeg rechtsback gespeeld onder andere.”

In zijn ogen is de 30-jarige timmerman het beste als hardwerkende aanvaller die vooral de gaten trekt voor onder meer Guus de Leeuw. Ik ben geen spits die het van de doelpunten moet hebben, want ik scoor nooit veel maar daar liggen ook mijn kwaliteiten niet echt. Maar als je soms in wedstrijden op drie verschillende posities staat dan is het wel eens lastig schakelen. Al zal ik altijd mijn stinkende best doen en hard werken. Want dat blijft mijn inziens de basis van alles in het voetbal. Als we dat de komende weken met z’n allen aan de dag leggen, dan ben ik er van overtuigd dat we ook komend seizoen tweedeklasser zijn.”

In het verleden was Poleij ook actief als jeugdtrainer maar daar is hij inmiddels mee gestopt. Wel maakt hij onderdeel uit van de technische commissie bij de jeugdafdeling van de club en van daaruit is hij verantwoordelijk voor de indeling van de teams aan het begin van het seizoen. “Leuk om te doen en om op die manier iets voor de club op een andere manier te kunnen betekenen. Training geven was leuk, maar daar ben ik uiteindelijk mee gestopt. Nu ligt de focus op het voetbal en daar hoop ik ook de komende jaren nog een rol van betekenis te kunnen vervullen. Er komt een nieuwe trainer en dat is verfrissend denk ik. Iedereen begint op nul en moet aan de bak. Maar eerst dit seizoen goed afmaken, want met Yerseke horen we wel gewoon in de tweede klasse thuis en we gaan er alles aan doen om dat zo te houden.”

Klik op vv Yerseke voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Yerseke voor meer informatie over de club.

 

Vermeulen vond steun bij Capelle: ‘Daarin zijn kleine clubs groot’

SPRANG-CAPELLE – Het afgelopen jaar was er één om nooit te vergeten voor Bart Vermeulen (29), routinier en vaste kracht van het eerste elftal van SV Capelle. Niet alleen op het veld kende hij hoogte- en dieptepunten, ook privé kreeg hij te maken met een enorm verlies.

Vermeulen groeide op in Sprang-Capelle en voetbalde vanaf zijn tiende bij SV Capelle. “Ik zat op school in Oosterhout, dus voetbalde ook daar, omdat ik niemand kende in Sprang. Pas later leerde ik hier jongens kennen en die voetbalden allemaal bij Capelle. Dus heb ik de overstap gemaakt.’’ Bart werkte zich door de jeugdteams heen, trainde vanaf zijn zeventiende mee met het eerste en maakte rond zijn achttiende de stap naar het eerste elftal. “Dat was pittig, we speelden in de tweede klasse, terwijl ik in de jeugd nooit hoger dan vierde klasse had gezeten.”

Als speler is hij veelzijdig: van rechtsback in het begin naar zijn favoriete plek centraal achterin. “Ik ben lang en tweebenig, dat helpt. Maar ik ben ook geen loper. Mijn kracht ligt in het coachen en het verdedigen, vooral kopduels. Aanvallend koppen dan weer niet. Ik blijf dan ook vaak achterin bij corners, dat is niet mijn sterkste kant. Scheelt ook weer lopen’’, lacht Vermeulen.

Inmiddels is Vermeulen een van de oudere en ervaren spelers binnen de selectie. “Toen ik erbij kwam waren er nog dertigers, maar nu ben ik een van de oudste jongens. Die ervaring neem ik mee, zowel op als buiten het veld. Mentaliteit is belangrijk, maar ik zie die wel veranderen. Vroeger was je na een verloren partij op de training donderdagavond nog lang stil. Nu lijkt dat minder te leven.”

Het seizoen kende voor SV Capelle een ambitieus doel: een prijs pakken: ‘’In de vorm van een periodetitel, of iets dergelijks’’, legde Vermeulen uit, die het doel op het einde van het seizoen bijna niet durft uit te spreken. De ploeg staat namelijk negende. ‘’De verdedigende organisatie staat, maar scoren blijft lastig. We missen dat beetje killersmentaliteit. Kansen zijn er, maar we maken ze niet.”

Net voor het seizoen kreeg Vermeulen te maken met een onbeschrijflijk verlies. Het overlijden van zijn vader maakte diepe indruk. “Hij had hartfalen en leek te herstellen, tot we ineens ‘s nachts gebeld werden. Vier uur later was hij er niet meer.” Bart probeerde snel weer de draad op te pakken. “Ik ging zelfs naar het Bierbuiktoernooi dat weekend, incognito met pet en zonnebril. Maar honderd man kwam een hand geven. Dat tekent Capelle. Daarin zijn kleine clubs groot.’’

De voorbereiding op het nieuwe seizoen verliep moeizaam. “Technisch lukte niets. Ik zocht in voetbal afleiding, maar het werkte averechts.” Ondersteuning kwam van de staf, medespelers, vrienden, familie en vooral zijn vriendin. “Zij verdient een lintje.” Na weken worstelen kwam het omslagpunt in een bekerwedstrijd. “De trainer zei: ‘zo ken ik je weer’. Toen ik thuiskwam, werd ik erg emotioneel dat het eindelijk weer lukte.”

Bart vergeleek zijn gevoel met de film In Oranje, waarin een jongen zijn vader verliest en zijn plezier in voetbal kwijtraakt. “Dat gevoel herkende ik. Je verliest iemand – en ik had echt een hele speciale band met mijn pa – en je bent jezelf even kwijt.’’

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van SV Capelle

Be Ready tankt vertrouwen uit complimenten

Hoge verwachtingen, complimenten van de tegenstander, maar toch moeten strijden tegen degradatie. Voor derdeklasser Be Ready verloopt het seizoen allesbehalve als gehoopt. Toch heeft Daan Potter alle vertrouwen in een goede afloop. “Ik ben ervan overtuigd dat we ons gaan handhaven via de nacompetitie.”

Al moet die dan nog wel even behaald worden, beseft ook Potter (22). “We hebben nu drie wedstrijden op rij gewonnen, maar hebben nog steeds niks. Ik denk dat we er minimaal nog eentje moeten winnen.” Om in ieder geval, minimaal die elfde plak vast te kunnen houden. “Onze doelstelling was om bovenin mee te draaien. Dat is helaas niet gelukt. Nu staan de neuzen dezelfde kant op en willen we allemaal die nacompetitie halen.”

Overtuigd

Na een dus toch wel teleurstellend verlopen seizoen, vertelt Potter. Want ondanks de promotie van vorig jaar, lag de lat hoog. “We wilden opnieuw meespelen voor de bovenste plekken.” En stiekem, had dat misschien ook wel gekund. “Van tegenstanders horen we heel vaak dat we qua spel echt bovenin mee horen te doen. En dat hadden we zelf, dus eigenlijk ook verwacht.” Waarom het uiteindelijk niet is gelukt? “Een kwestie van veel blessures, van cruciale spelers, en het viel iedere keer net niet onze kant op. Waar dat vorig jaar wel het geval was. En dan wordt de sfeer, ook vanzelf wat minder.” Zeker als er maar weinig wordt gewonnen. “Dan beginnen we slap aan een wedstrijd en weten we het daarna niet meer om te draaien.” Gelukkig gaat dat de laatste weken, stukken beter. “Voor ons is het eigenlijk niet zo gek, dat het nu zo goed gaat. Ondanks de resultaten, hebben we altijd het vertrouwen gehouden.” Vertrouwen, dat die goede reeks een keer moest komen. “En nu is die reeks er. Hopelijk is het op tijd!” Aan de fitheid, zal het in ieder geval niet liggen. “Voor de winterstop kreeg je al wel het gevoel dat het lastig ging worden, maar desondanks bleven we hard werken op de training. Nu merk je dat we na een uur, vaak fitter zijn dan de tegenstander. Dat werpt dus wel echt zijn vruchten af.” Met het geloof, zit het bij Potter dan ook wel goed. “Zoals we nu spelen, denk ik dat we het iedereen moeilijk kunnen maken.” Sterker nog. “Ik ben ervan overtuigd dat we ons gaan handhaven via de nacompetitie. We zijn zeker goed genoeg voor de derde klasse!”

Studeren

Ondanks dat er op een niveautje hoger, toch meer wordt gevraagd, heeft Potter inmiddels gemerkt. “Vooral het verschil in tempo en de foutjes die worden afgestraft. Dat is ook een stukje kwaliteit, ten opzichte van de vierde klasse.” Iets waar Be Ready als het aan hem ligt, zeker in meekan. “We kunnen ongelooflijk goed voetballen, dat horen we vaak genoeg. Dus als we hard blijven werken, komt het voetballen vanzelf.” Mede door de perfecte combinatie, legt de inwoner van Den Hout uit. “We hebben een mix van ervaring én talent.” Al moet je dan wel, meteen van het begin van de wedstrijd scherp zijn. “De eerste vijf tot tien minuten zijn cruciaal. Dat heb ik vroeger altijd al in de jeugd geleerd.” Ook in het drukzetten, kan Be Ready nog stappen maken, vindt Potter. “We doen dat nu op een iets andere manier, dat gaat goed, maar er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering.” Met de club, waar de middenvelder voor het derde seizoen speelt. “Ik ben ooit begonnen bij Irene’58, in mijn woonplaats Den Hout, voordat ik in de E’tjes naar TSC ging.” Na een periode bij het tweede, maakte hij met een stuk of zeven vrienden de overstap naar Hank. “Vooral omdat het steeds minder leuk werd.” Bij Be Ready, heeft Potter daar voorlopig geen last van. “Het is een heel warme vereniging en ik heb het prima naar mijn zin. Ik had, om eerlijk te zijn, nooit verwacht dat ik hier zo warm onthaald zou worden. Het is echt een mooie club om voor te voetballen.” Of de rechtenstudent dat ook komend seizoen blijft doen, is nog even de vraag. “Het liefste blijf ik nog serieus voetballen, maar ik studeer in Utrecht, dus het is soms lastig met trainen. Hoewel ik die ambitie altijd wel heb gehad, wordt dat in combinatie met mijn studie steeds pittiger. Dan moet je je prioriteiten toch bijstellen.” De kans is dan ook groot, dat hij voetbal op een lager pitje moet gaan zetten. “De structuur, uitdaging en iets hebben om naartoe te werken, zou ik als eerste gaan missen. Dat is toch een stukje winnaarsmentaliteit.” Een mentaliteit, die hij als speler altijd al heeft gehad. “Ik speel onbevangen en heb veel drang naar voren. Voor iemand die op het middenveld speelt, soms misschien iets te veel.” Dat geldt tot slot ook, voor zijn nonchalance. “Dan moet ik even op mijn plek gezet worden, haha!”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

‘We willen een eerste elftal met vijftig procent eigen jeugd’

Sinds december 2023 is Paul van den Nieuwenhuizen de nieuwe voorzitter van voetbalvereniging Brielle. Hij begon aan deze rol na een turbulente periode. “Ik was al eerder benaderd, maar toen kreeg ik – onverwachts – een grote APK. Zo noem ik het maar”, zegt hij met een knipoog.

Van den Nieuwenhuizen woont inmiddels meer dan twaalf jaar in Brielle. “Daarvoor langdurig in Papendrecht. Daar ben ik jarenlang tweede voorzitter geweest van de voetbalvereniging. Bestuurlijke ervaring heb ik dus wel. En leiding geven doe ik al jaren. Ik heb 32 jaar een eigen bedrijf gerund: een tanktransportbedrijf in levensmiddelen. Op ons hoogtepunt reden we met 250 vrachtwagens door Europa en hadden we meer dan 300 mensen in dienst. We hebben het echt van heel klein opgebouwd.”

Flinke omschakeling

Een paar jaar geleden besloot hij het roer om te gooien en zijn bedrijf te verkopen. “Dat was een flinke omschakeling, hoor. Van een overvolle agenda naar plotseling… niets. Dat viel me zwaarder dan ik had verwacht.” In diezelfde periode kwam ook het verzoek om voorzitter te worden van Brielle opnieuw op tafel.

“Maar dat gesprek duurde uiteindelijk zo’n anderhalf jaar. Nee, het is allemaal niet zo leuk. Ik was op wintersport, het zweet gutste van me af, en ik kwam die berg niet meer af. Mijn benen wilden gewoon niet meer. Bij terugkomst bleek er iets flink mis: mijn hart gilde om zuurstof. Gelukkig was ik er op tijd bij. Er zaten vernauwingen, en ik kreeg een bypass. Daarna begon het echte herstel pas.”

“Drie maanden na de verkoop van mijn bedrijf lag ik dus op de operatietafel. Toen ik thuiskwam en de trap opliep, stond ik boven een half uur bij te komen. Het heeft maanden geduurd voordat ik weer op krachten was. Ja, ik ben daar best van geschrokken. De cardioloog kon me niet precies vertellen waar het door kwam. Ik noem het nog steeds mijn ‘grote APK’, haha.”

Wachtkamer

Na zijn herstel bleef Van den Nieuwenhuizen betrokken bij de club, waar hij via zijn zoon al een bekend gezicht was. En uiteindelijk besloot hij vol overtuiging het voorzitterschap op zich te nemen. “Ik heb niet meer getwijfeld. Ik zat even in de wachtkamer, maar wel met de intentie om dit avontuur aan te gaan. Brielle is een mooie vereniging, met veel vrijwilligers en een sterke basis. Maar er zijn ook duidelijke verbeterpunten, en daar werken we samen hard aan.”

Eén van de belangrijkste speerpunten is de aansluiting tussen jeugd en senioren. “Daar ligt echt een uitdaging voor de komende jaren. We willen onze jeugdopleiding verder professionaliseren, zodat teams op een hoger niveau kunnen spelen. Niet alleen voor het spelplezier, maar ook om talent te behouden én aan te trekken. Onze droom? Een eerste elftal waarin minstens vijftig procent uit eigen jeugd komt. Maar dan moet die opleiding stevig staan.”

Het voorzitterschap bevalt hem goed. “Het is leuk om mensen te enthousiasmeren iets bij te dragen aan de club. Dat lukt vaak het best door gewoon in gesprek te gaan, op de club zelf. Dan merk je dat er genoeg mensen zijn die iets willen doen, als je het ze maar vraagt. Natuurlijk is het anders dan leidinggeven aan een bedrijf. Daar werd iedereen betaald; hier werk je met vrijwilligers. Maar we delen één doel: Brielle vooruithelpen.”

Klik op vv Brielle voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Brielle voor mee informatie over de club.

Techniektrainingen bij VV Nieuwkuijk schot in de roos: ‘Spelplezier staat voorop’

NIEUWKUIJK – Wat begon als een plan dat tijdens de coronaperiode op de plank bleef liggen, is inmiddels uitgegroeid tot een van de meest succesvolle initiatieven binnen VV Nieuwkuijk. Onder leiding van Jochem Dubbelaar (43) en met hulp van onder andere Excelsior-speelster Veerle van Spijk en mannen uit het eerste elftal, groeiden de techniektrainingen uit tot een hit. “De grootste winst? Dat kinderen kinderfeestjes afzeggen om erbij te kunnen zijn.”

Dubbelaar is zelf geen geboren Nieuwkuijker, maar woont inmiddels al elf jaar in het dorp. Hij kwam er terecht vanwege zijn vriendin, en via haar neef rolde hij al snel de club in. “Hij zocht een trainer voor de D1. Ik had zelf een voetbalachtergrond bij BVV en Haarsteeg en dacht: laat ik het gewoon proberen.” Dat beviel zo goed dat Dubbelaar sindsdien vrijwel onafgebroken actief is geweest als jeugdtrainer. “Ik ben begonnen bij D1, daarna heb ik vrijwel alle leeftijden gehad: van de JO7 tot JO17, en zelfs Dames 1.”

Door die jarenlange ervaring ontstond ook het idee voor techniektrainingen. “In coronatijd hadden we al een opzet liggen, maar het kwam er toen niet van. Later hebben we het plan opnieuw voorgelegd aan de club, met de voorwaarde: het moet gratis zijn voor al onze jeugdleden. Toen zijn we aan de slag gegaan.”

Met hulp van Milan van Es (eerste elftal) en later ook Veerle van Spijk, die uit Nieuwkuijjk komt en nu in de Eredivisie speelt, werd het plan concreet. “We wilden meer zijn dan een uurtje balletje trappen. Elke training moest ergens op voortbouwen. Dus hebben we vier opeenvolgende trainingen gemaakt: twee gericht op aanleren van techniek, twee op toepassen. Alles sloot op elkaar aan.”

Het initiatief sloeg direct aan. “We begonnen met bijna zeventig aanmeldingen, van JO8 tot en met JO15. We verdeelden de groepen, werkten met hulptrainers, maakten instructievideo’s. Door dat voorbereidende werk wisten alle begeleiders precies wat ze moesten doen. Zo konden we écht inhoud geven aan de trainingen.”

Wat er dan zoal wordt geoefend? “Bewegingen met beide voeten, terugkappen, scharen, versnellen. De bedoeling is dat de bal geen belemmering meer is, maar een verlengstuk van hun spelplezier. En dat zie je: ze maken het zich eigen.”

De trainingen groeiden uit tot een terugkerend fenomeen. “Elke week kwamen ze weer, gemiddeld zo’n zestig kids per keer. Spelers uit het eerste hielpen mee, Veerle pakte technische fases op, en de trainers van de jeugd gaven terug dat ze de verbeteringen meteen zagen op hun eigen trainingen. Dat is waar je het voor doet.”

De plannen zijn duidelijk: na de zomer moet de tweede editie komen, met een gesplitste opzet. “We gaan werken met twee blokken van vier weken. Eerst JO8 tot JO11, daarna JO13 tot JO16. Op die manier kun je specifieker trainen én houden we het leuk voor iedereen.”

Wat Dubbelaar vooral bijblijft, zijn de reacties. “Van ouders, kinderen, trainers. Dat je ziet dat ze plezier hebben, dat ze groeien. Het mooiste compliment was van een jongen die zei: ‘Ik had een feestje, maar dit vond ik belangrijker.’ Dan weet je dat je iets goeds hebt neergezet.”

Klik op Nieuwkuijk voor het laatste artikel over de club.

‘Het is heerlijk om langs de lijn te zitten’

Een kleine 400 wedstrijden en bijna 27000 foto’s. Eric Schröder heeft als fotograaf van GDC de nodige spelers op de gevoelige plaat vastgelegd. En als het aan hem ligt, komen daar de komende jaren nog wel een aantal mooie plaatjes bij. “Het is heerlijk om langs de lijn te zitten.”

Behalve dan als het koud is én regent, lacht de 56-jarige Schröder. “Ik heb er de voorbije jaren in weer en wind gezeten, maar kan er steeds minder goed tegen. Ook de verre uitwedstrijden, doe ik eigenlijk niet meer.” Want foto’s maken bij de jeugd én het eerste van GDC, is meer dan een paar keer op een knopje drukken. “Bewerken kost vaak ook nog wel anderhalf tot twee uur.” Desondanks, heeft hij er na negen jaar nog altijd net zoveel plezier in. “Ik kan het eigenlijk gewoon niet missen.”

Snellere camera

Zijn liefde voor voetbal en de club, begon dan ook op jonge leeftijd, vertelt de voormalig keeper. “In de jeugd heb ik altijd bij GDC gevoetbald, daarna ben ik een tijdje gestopt en vervolgens ben ik weer bij de senioren gaan spelen.” Tot een blessure roet in het eten gooide. “Door een tik op mijn enkel, kwam ik in eerste instantie een maand thuis te zitten. Ze wisten niet wat het was, dus begon ik weer. Later bleek dat ik een scheurtje in mijn bot had opgelopen en in het gips moest. Toen vond ik het mooi geweest.” Verder dan de lagere seniorenelftallen, kwam Schröder als voetballer zelf dan ook niet. “Vooral bij het vierde. Het eerste, was voor mij geen goed idee.” Foto’s maken, was dat wel. Al begon het voor de inwoner van Meeuwen, met het bewerken van video’s. “Maar dat vroeg veel van mijn computer en de technieken vlogen je om de oren. Dat was hartstikke duur en je liep continu achter de feiten aan.” Dus besloot hij eens een fototoestel te kopen. Een goedkope, weliswaar. “Dat zie je ook terug aan de foto’s uit 2016. Nu heb ik een veel snellere camera én betere lens. En wat meer ervaring, misschien!” Zijn plezier, is er dan ook allesbehalve minder op geworden. “Het is heerlijk om langs de lijn te zitten. Ik houd van voetbal, dus wat dat betreft zijn het twee vliegen in één klap.” Mede door de waardering die hij krijgt. “Ik hoor vaak: wanneer kom je bij ons? Vooral ouders vinden het zó leuk, als ik foto’s maak van hun kind.” Schröder zelf, geniet daar zelf net zo van. “Het is natuurlijk leuk om ze voorbij te zien komen op bijvoorbeeld Facebook.” De fotograaf maakt gedurende het seizoen, dan ook allerlei schema’s, zo blijkt. “Je moet overal rekening mee houden. Wanneer ze spelen, tegen wie en in welke shirts. Ik heb dit seizoen, op de JO7 na, alle jeugdteams gehad!”

Sierlijke foto

En dus weet Schröder als geen ander, wat er allemaal bij het maken van een goede foto komt kijken. “Het is vooral anticiperen op wat er gaat gebeuren. Om écht de actie te hebben, moet je op tijd beginnen met het maken van je foto.” Maar zelfs dan, gaat het soms te snel. “Die bal vliegt alle kanten op, dus het is best moeilijk.” Toch lukt het hem eigenlijk altijd. “Tijdens een wedstrijd denk ik wel eens: dit wordt helemaal niks vandaag. Tot ik dan thuis ga kijken en het wel goed blijkt te zijn.” Al vindt niet iedereen dat altijd, haalt Schröder een mooie anekdote op. “Een bepaalde speler stond er niet heel charmant op, dus die vroeg of ik hem eraf wilde halen.” Bij het eerste, kunnen ze daar vaak juist wel om lachen, weet hij. “Met die jongens heb ik regelmatig contact. Die vinden het heel leuk en maken er grappen over.” Sommige spelers, legt Schröder dan ook bovengemiddeld graag op de gevoelige plaat vast. “Hoe vaak ik die dan ook al heb gehad, het blijven sierlijke foto’s.” Want uiteindelijk, draait het daar natuurlijk wel om. “Er moet altijd een bal op staan én het liefste ook nog wat actie of emotie.” Hoe lastig dat soms ook is. “Ik zit op de achterlijn, dus er staat altijd wel iemand in de weg.” Hoewel Schröder, naast zijn werk voor de voetbal werkzaam bij een logistiek bedrijf, een mogelijke nacompetitie moet missen vanwege een vakantie, denkt hij voorlopig nog niet aan stoppen. Wel aan minderen. “In het verleden begon ik altijd ‘s ochtends vroeg en ging ik daarna door naar het eerste. Dat doe ik niet meer. Maar ik kan het ook gewoon nog niet missen!”

Klik op GDC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GDC voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.