Home Blog Pagina 27

Raymond Sponselee kan debuutseizoen bij Terheijden bekronen met kampioenschap in vierde klasse

Afgelopen zomer streek hoofdtrainer Raymond Sponselee neer bij Terheijden en dat bleek meteen een schot in de roos te zijn. Sponselee kan namelijk in zijn debuutseizoen kampioen worden bij de vierdeklasser uit de regio Oosterhout. De trainer, afkomstig uit Dordrecht, geeft daarbij aan dat hij nooit had verwacht dat hij hoofdtrainer zal worden.

Al op zijn vijftiende debuteerde Sponselee in het eerste elftal van zijn eerste club ODS uit Dordrecht. De Dordtenaar legt daarbij uit dat hij op vroege leeftijd al fysiek in orde was. “Ik ben al snel goed genoeg bevonden”, zo vertelt hij zelf lachend. “Ik speelde toen in de A1 en mocht al een aantal keer minuten maken bij het eerste. De trainer was toen dusdanig tevreden dat ik al snel bij het eerste terechtkwam.”

Op zijn 34e werd Sponselee trainer/speler en groeide daarna uit tot hoofdtrainer. “Ik had heel lang in het eerste gespeeld en was op het laatste moment aanvoerder. Toen had ik een grote mond tegen de voorzitter en die zei toen dat ik het zelf maar mocht proberen als trainer. Ik had het geluk dat we toen meteen promoveerden naar de derde klasse. Dat was een goede binnenkomer.”

Sponselee had zelf nooit verwacht toen hij voetbalde, dat hij hoofdtrainer ging worden. “Nee, totaal niet. Ik vond voetbal heel leuk, maar ik dacht toen al dat een trainer veel gezeur met zich meedraagt en dat er best wel wat bij komt kijken. Het beeld dat je hebt van een trainer trainer is heel anders totdat je het zelf doet. Dat hoor je nu nog steeds veel, men denkt soms even een training te geven. Maar daar vergissen mensen zich nog weleens in. Tegenwoordig draait het ook veel om het psychologische gedeelte.”

Bij Terheijden heeft Sponselee, naar zijn mening, een enorm sociale groep onder zijn hoede gekregen. “Het is bijna een vriendenteam, iedereen speelt al lang met elkaar. Het is een hele sociale goede groep. Ze geloven in wat ik zeg en wat ik doe, dat is natuurlijk heel belangrijk. En in de omgang zijn ze heel prettig, het zijn totaal geen asociale gasten.”

De komst van Sponselee bij Terheijden blijkt tot nu toe een schot in de roos te zijn geweest. De club uit de regio Oosterhout is momenteel een van de titelkandidaten, maar de concurrentie ligt op de loer. “We hebben de pech dat Waspik het momenteel ook goed doet”, zo geeft Sponselee aan. “Normaal ben je met dit aantal punten al kampioen, die pech hebben we dat we volop aan het concurreren zijn met Waspik. Ik vind sowieso dat we allebei moeten promoveren”, voegde hij daaraan toe.

Ondanks de moordende concurrentie van Waspik, heeft Sponselee het vertrouwen erin dat hij en Terheijden het kampioenschap gaan pakken in de vierde klasse. “Ja, dat moet je uitspreken. Waspik zal dat ook hebben, maar in deze fase moet je vol voor het kampioenschap gaan. Ik denk dat wij aan het einde van de rit meer kwaliteit zullen hebben dan Waspik. Op voetballend gedeelte denk ik dat wij net wat beter zullen zijn.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Terreinknechten Irene’58 in het zonnetje gezet: ‘Het is gewoon mijn cluppie’

Een amateurclub zonder vrijwilligers is helemaal niets. Dit blijkt ook bij Irene’58 uit Den Hout, waar clubhelden Arnold van den Hout en Kees Moerenhout zich al jaren inzetten voor de club. Beide heren spraken uitgebreid met het VoetbalJournaal over de liefde voor ‘hun’ club.

Van den Hout heeft ongeveer alle functies bij Irene’58 gehad die er zijn. De 72-jarige vrijwilliger loopt maar liefst 62 jaar rond bij Irene’58. “Ik ben op mijn tiende begonnen met voetballen bij Irene’58 en heb een aantal jaren later een paar wedstrijden in het eerste gespeeld. Op mijn 18e ben ik het bestuur ingegaan en daar ben ik zeven jaar geleden mee gestopt, dus ik heb er wel even gezeten”, zegt Van den Hout lachend.

Alle functies die je bij een amateurclub kan bedenken, heeft Van den Hout gehad. “Ik ben voorzitter, penningmeester, kantinebeheerder, leider en jeugdleider geweest. Ik ben alleen geen secretaris geweest. Ook heb ik even wat jeugdelftallen getraind”, aldus Van den Hout die inging op zijn respectievelijke CV bij Irene’58.

Momenteel fungeert Van den Hout met zijn goede vriend Kees Moerenhout als terreinknecht bij Irene’58. De inmiddels gepensioneerde vrijwilliger houdt ervan om bezig te blijven met de club waar hij het meeste heeft. “Het is gewoon mijn cluppie, dat is het gewoon.”

Op de vraag of Van den Hout een clubicoon is, reageert hij bijzonder bescheiden en heeft hij tegelijk een prachtige onthulling. “Natuurlijk kan ik dat niet over mijzelf zeggen, dat moeten anderen maar doen. Maar als vrijwilliger heb ik wel bij het 65-jarige jubileum een gouden speld gekregen van de gemeente Oosterhout en van de KNVB. Dus ik heb toch wel iets goed gedaan. Ik had het niet verwacht, maar het was een hele mooie verrassing.”

Op de vrijdag doet Van den Hout een bakje koffie op de club, doet hij de bestellingen van de kantine en prepareert hij met zijn maatje Kees Moerenhout de kleedkamers en kantine. Moerenhout zelf ging ook in op zijn werkzaamheden bij de club. “Vanaf 2002 ben ik begonnen als leider bij Irene’58. Dat heb ik heel lang gedaan en na de corona-periode ben ik ermee gestopt en ben ik ook gestopt met werken. Toen heb ik die vrijwilligerstaken opgepakt.”

Moerenhout voelt zich gewaardeerd bij Irene’58 na al die jaren. “Ze vragen hier en daar hoe het met mij gaat. Als ik een klootzak zou zijn, dan zouden ze dat niet doen. Ik heb dus toch wel iets goed gedaan”, zo vertelde hij zelf. Zelf heeft hij nooit gevoetbald, maar vanwege het sociale aspect is hij op de vrijdag vaak op de club te vinden.

Van den Hout en Moerenhout doen op de vrijdag enorm veel om het complex van Irene’58 te prepareren voor het voetbalweekend. Moerenhout zelf geeft aan er veel plezier uit te halen om de kleedkamers schoon te maken en hier en daar het veld te maaien. “Ik vind het best wel leuk. Zo blijf je lekker bezig. Met zijn tweeën kan je ook lekker koffie drinken en een beetje kletsen. Arnold en ik kennen elkaar al heel lang. We hebben een goede klik en daar doe je het voor. Als ik iets ervoor krijg is het mooi, maar het gaat om de gezelligheid.”

Het aantal vrijwilligers bij amateurclubs lijkt soms minder te worden, ziet ook Moerenhout. De vrijwilliger hoopt daarom wel dat er op een dag een aantal opvolgers klaar zullen gaan staan. “Elke vrijwilliger moet je waarderen en proberen te behouden, want het worden er steeds minder. Ik spreek niet iedereen meer, want ik ben alleen nog op vrijdag op de club. Ik kom er voor de rest niet meer zoveel sinds ze op zaterdag voetballen. Ik heb er niet zoveel behoefte meer aan. Maar elke vrijwilliger is enorm belangrijk.”

Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58

 

Van Oosterhout ziet af van damesteam om zelf weer te voetballen.

Het begon als een grapje tijdens een feestje in de kantine van VV DHV, maar dat liep uiteindelijk behoorlijk uit de hand. Inmiddels is de 24-jarige Thieme van Oosterhout de trainer van de vrouwen 18+ bij de club uit de regio Oosterhout. Vol enthousiasme vertelde hij uitgebreid over hoe het zover heeft kunnen komen.

Van Oosterhout begon op jonge leeftijd al met voetballen bij DHV en is daar nooit meer weggegaan. Hij doorliep de hele jeugdopleiding, maar drie jaar geleden sloeg het noodlot toe. “Ik ben toen geopereerd aan mijn knie en daardoor kon ik niet echt meer voetballen. Daardoor ben ik meer teams gaan trainen en heb ik ook mijn trainerscursus gehaald. In 2023 begon ik ook met het trainen van de dames”, zo geeft hij zelf aan.

 Toch kreeg Van Oosterhout kriebels om weer te gaan voetballen. De 24-jarige is toen goed hersteld van zijn knieblessure. “Ik heb een wedstrijd met het tweede meegedaan omdat zij te kort hadden. Daarnaast doe ik nog steeds training geven.” Nu traint hij wekelijks met de selectie mee en heeft hij minuten mogen maken in het eerste elftal.

Het trainen van teams begon langzaam uit de hand te lopen, zo geeft Van Oosterhout zelf aan. “We hadden een feestje in de kantine, daar begon het als een grapje. Het meidenteam dat ik nu train is bij elkaar gekomen door de aanhang van de vriendjes van het eerste en het tweede wat een hechte vriendinnengroep is. Zo is dat toen een team geworden en vroegen ze aan mij of ik daarvan de trainer wilde worden. In 2023 zijn we gestart met trainen, omdat ik al lang betrokken ben bij de club heb ik enkele oud-voetbalsters gevraagd of ze dit team wilde versterken. Waar we begonnen met 7 dames is het team al gegroeid naar een groep van 14.

Uiteindelijk heeft Van Oosterhout besloten om ondanks het plezier, toch te stoppen met trainen. Omdat hij de bal zelf niet los kan laten, heeft hij besloten om zelf weer te gaan voetballen. “In het begin was het hard werken, we gingen in het begin met 10-0 onderuit. Maar uiteindelijk door hard te trainen en aanvulling van ervaren speelsters kregen we kansen om voor het kampioenschap te spelen. Dit zag ik ook terug op het trainingsveld. We begonnen regelmatig trainingen met zes dames. Na enkele gesprekken met dames gehad te hebben, kwamen zij ook vaker trainen en stonden we met 10/11/12 dames op het veld. Dit gaf mij ook een goed gevoel. Met trots heb ik het stokje doorgegeven aan Levy, die door zijn blessure helaas niet kan voetballen. Hij wordt nu geholpen door Nick en Erica. Ik mag wel zeggen dat er een leuk en hecht team staat. En ik ben ervan overtuigd dat zij nog mooie resultaten gaan boeken.”

Klik op de link voor meer artikelen over DHV
Klik op de link voor meer informatie over DHV

‘Ik ben dat Rotterdamse gewend’

Hij woont in Hoek van Holland, maar rijdt iedere week met alle liefde naar Galder. Michel Kraaijbeek heeft er veel voor over om trainer te zijn van de JO19 van Chaam en RKVV Gesta. En dus neemt de oud-jeugdkeeper van Sparta Rotterdam het combinatieteam sinds het begin van dit seizoen vol passie onder handen. “Die jongens moeten vooral plezier hebben in het spelletje, dat is het belangrijkste.”

En daarvoor kwamen ze in de zomer, dus bij hem uit. “Mijn vrouw heeft een massagepraktijk in Chaam en Baarle-Nassau, daar lopen natuurlijk mensen van de voetbal rond. Chaam en Gesta hadden niemand, toen vroegen ze het aan mij.” Nuchter als Kraaijbeek (55) is, was zijn antwoord simpel. “In gesprek kunnen we altijd.” En niet veel later. “Laten we het maar proberen dan!” Zo geschiedde. “Het bevalt prima.” Ondanks de afstand dus. “Het is een kleine anderhalf uur rijden, maar gelukkig hebben we ook een chaletje in Baarle-Nassau, dus dan valt het best mee.” Heel lang nodig om na te denken, had de voormalig doelman dan ook niet. “Mijn vrouw is ook verzorgster bij het eerste van Chaam. Ze zijn altijd goed voor haar geweest, dan doe je een keer wat terug.”

Goede trainers
Onbekend, is de voetbalwereld voor Kraaijbeek, opgegroeid in Spangen, ook niet. “Ik heb eigenlijk mijn hele leven gevoetbald. Onder meer bij Neptunus, RFC 2000 en in de jeugd van Sparta.” Bij die laatste club kreeg hij uiteindelijk geen contract, desondanks kijkt hij met veel plezier terug op zijn actieve voetbalcarrière. “Bij al mijn clubs, heb ik het onwijs naar mijn zin gehad.” Dat hij vervolgens trainer zou worden, had Kraaijbeek zelf ook niet helemaal verwacht. “Ik heb wel een tijdje keepers getraind, verder heb ik geen papieren.” Maar wel een hoop goede trainers gehad, vertelt hij. “Ben Wijnstekers, Robert Verbeek en Dolf Roks. Die kennis kan ik nu gratis overbrengen.” Net als zijn eigen ervaring. “In het begin was ik echt een pure lijnkeeper, later moest je ook meer meedoen in het veldspel.” Neemt hij dat soort dingen mee in zijn trainingen? “Dingen die ik zelf heb geleerd, proberen over te dragen op die jongens. Dat is voor mij eigenlijk het leukste!” Eén keer in de week, twee uur lang, op donderdag. “Ze moeten het vooral leuk vinden en plezier hebben in het spelletje. Dat is het belangrijkste.” En gelukkig, weet Kraaijbeek wel hoe hij dat moet doen. “De winnaars van de partij gaan altijd op de foto. De speler met de meeste overwinningen, krijgt aan het einde van het seizoen een prijs.”

Een vreemde
Een mooie opmaat voor de zaterdag. “Ik ben nog altijd supporter van Sparta, dus tijdens hun wedstrijden zit ik in het stadion. Ook uit. Dat is en blijft mijn club in hart en nieren. Gelukkig kan ik nu, dankzij een gunstig speelschema, ieder weekend bij allebei aanwezig zijn.” Gesta en Chaam, beginnen langzaam dan ook hun plekje in zijn voetbalhart te veroveren. “Het is het eerste seizoen dat ze samen zijn, maar het is een superfijn team.” Eén waar Kraaijbeek dus wel een klik mee heeft. “Voor hen was ik natuurlijk een vreemde, dat werkt goed. No-nonsense, mensen op de juiste plek zetten en alles met bal. Aan het begin heb ik ook eerlijk gezegd: Laten we het proberen, als het niets is, stoppen we ermee.” Voorlopig, is dat nog niet het geval. “Het rijden is geen probleem, dus als het aan mij ligt gaan we langer door.” Ambities als trainer, heeft Kraaijbeek echter nog steeds niet. “Maar ik vind het geweldig als spelers beter worden en het naar hun zin hebben.” Of zich netjes en keurig gedragen, lacht hij. “Ik ben dat Rotterdamse gewend. In Brabant word je nog net niet met ‘U’ aangesproken.” Toch blijft de kern van het spelletje, gewoon hetzelfde. “Ze moeten komen én gaan met plezier!”

Klik op RKVV Gesta voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Gesta voor meer informatie over de club.

‘Ons doel is om samen een eerste elftal te trainen’

Nadat ze door aanhoudende knieproblemen allebei op zeventienjarige leeftijd moesten stoppen met voetballen, vonden ze hun nieuwe passie in het geven van training. En met de ambitie om door te groeien naar de senioren, kwamen Jacco en Tygo Verschuren twee seizoenen geleden bij de JO19 van Beek Vooruit terecht. “Dit is net als Moerse Boys echt een dorpsclub.”

De club waar de twee broers, inmiddels 24 jaar oud, bij de F’jes ooit begonnen met voetballen. Tot ze last kregen van knieproblemen, vertelt Tygo. “Ik had, een jaar eerder dan Jacco, last van opgezwollen knieën. Vol met vocht, zo erg dat je ze nauwelijks kon bewegen.” Zijn tweelingbroer kreeg niet veel later met precies hetzelfde euvel te maken. “In allebei de benen, dat wisselde steeds af. Je kon na een inspanning amper een sprint trekken.” Gedwongen om op jonge leeftijd te stoppen, gingen ze samen aan de slag als trainer. Bij Moerse Boys dus. Tot het duo uit Zundert graag de volgende stap wilde zetten. “We wilden toegroeien naar het seniorenvoetbal, maar bij ‘de Moer’ kon dat niet. Toen zijn we een andere club gaan zoeken in de regio”, legt Jacco uit.

Eigen jongens
Die club vonden ze in Prinsenbeek. “We hadden positieve herinneringen aan Beek Vooruit én onze vader kende een aantal mensen hier. Vervolgens hebben we een open sollicitatie gestuurd en mochten we op gesprek komen”, aldus Tygo. “En het klikte eigenlijk meteen”, vult zijn broer hem aan. Na twee jaar bij de JO19, maken de gebroeders Verschuren volgend seizoen de overstap naar het tweede elftal van de vereniging. “Die positie kwam vrij en wij willen graag die stap maken. Er spreekt natuurlijk ook veel vertrouwen uit vanuit de club.” Dat gevoel, is overigens wederzijds, vertelt Jacco. “Het voelde hier meteen als thuis. Alsof we sommige gasten al jaren kennen.” Toch was dat in het begin, wel even wennen. “Voor het eerst met spelers die echt helemaal nieuw voor ons waren.” Gelukkig, lijkt Beek Vooruit volgens de twee trainers veel op Moerse Boys. “Het zijn allebei dorpsclubs en in het eerste wordt vooral gewerkt met eigen jongens. Jongens van het dorp. Die hechtheid en vriendschap zijn belangrijk.” Hun verbondenheid met de club waar ze training geven is dus niet veranderd, maar de manier van werken ook niet, aldus Tygo. “We proberen nog steeds innovatief te zijn met oefeningen of het gebruik van videobeelden.” In de omgang met spelers, heeft het tweetal wel een stap gemaakt, vinden ze. “Vooral in het overbrengen van de oefenstof.”

Band opbouwen
Hoe zit het met de principes die ze hanteren? “Die zijn nog steeds hetzelfde, alleen zitten we nu bij een oudere leeftijd, dus kun je er dieper op ingaan.” Tygo geeft een voorbeeld. “Op het middenveld willen we graag een overtal creëren, zodat we op een voetballende manier tot kansen kunnen komen.” En gelukkig, zijn ze het altijd met elkaar eens. Of tenminste, bijna altijd dan. “Het botst niet heel vaak. Als dat toch het geval is, kunnen we alles zeggen en veel van elkaar hebben. Uiteindelijk komen we er altijd weer uit.” Dat moet ook. Zeker met het oog op de toekomst. “Ons doel is uiteindelijk om samen een eerste elftal te trainen. Vooral omdat we dat zelf door die blessure nooit gehaald hebben.” Al zullen ze daarvoor nog wel wat lastige keuzes moeten maken. “Eén van de twee, gaat volgend jaar de VC3-cursus volgen. We moeten alleen nog bepalen maken wie.” De reden daarachter, is simpel, meent Tygo. “Als we de stap naar het seniorenvoetbal maken, is het handiger om één iemand altijd beschikbaar te hebben. Dan kan die ander ‘rustig’ de cursus doen.” Hoe ze die keuze gaan maken? “We willen het in principe allebei gaan doen, dus misschien moeten we wel een dobbelsteen gooien”, lacht Jacco. “Als hij het wordt, kan ik in ieder geval dingen van hem leren én alles overschrijven”, voegt Tygo meteen toe. Aan plezier en voldoening, voorlopig dus geen gebrek. Jacco: “Spelers beter zien worden of de stap zien maken naar de selectie, is het mooiste wat er is. Dat je daar een bijdrage aan mag leveren.” Onder meer door regelmatig tussen de spelers te staan, sluit zijn broer af. “Op deze manier kunnen we toch verbonden blijven met een voetbalteam. Dat is het leuke. Met een groep gasten aan de slag gaan en samen een band opbouwen. Op en naast het veld.”

Klik op Beek Vooruit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Beek Vooruit voor meer informatie over de club.

VV Dongen MO17-1 straalt plezier en gezelligheid uit

Sinds een aantal jaar heeft VV Dongen niet alleen maar senioren en jeugdteams voor de mannen, maar tegenwoordig trekken ook de dames het geel-blauwe shirt aan. Jurgen Witlox is trotse leider van de MO17-1 en praat ons bij over het plezier en de gezelligheid die de dames van Dongen met elkaar uitstralen.

Exact vijf jaar geleden werd het eerste jeugdteam voor meiden opgericht bij VV Dongen. Vanuit daar werden er net genoeg dames aangemeld om op een half veld te spelen. Uiteindelijk is dat uitgebreid en zijn zij verder gegroeid tot de MO17-1. Vanwege het aantal speelsters, moet er soms gemanaged worden maar volgens Witlox loopt dat tot nu toe op rolletjes.

“Eerst hadden ze een leidster, maar nadat haar dochter ermee stopte zochten ze een nieuwe leider of leidster. Ik regelde al een beetje de auto’s en ik hielp een beetje mee. Mijn dochter speelt er ook in dus ik kwam al vaak kijken. En voor ik het wist werd ik de leider van het team”, zo vertelt een lachende Witlox nadat gevraagd werd hoe hij in het team terechtkwam.

Witlox geeft aan dat het bij de dames vooral om gezelligheid draait. Iedereen gaat goed met elkaar om, zo geeft hij zelf aan. “Vanaf de MO15 spelen we al op een groot veld. Echter zijn we vanaf dit seizoen eerste klasse gaan voetballen, omdat we in de tweede klasse ook tegen negentallen spelen en we zijn nu al met 21 speelsters. Dan zijn we nog meer aan het wisselen dan we nu doen. Dat is voor de trainer en trainster een hele opgave. De eerste klasse was een gokje, maar het valt niet tegen.”

Als het aan Witlox ligt, is het meidenteam één geheel en gaat iedereen uitstekend met elkaar om. De leider van de MO17-1 geeft daarbij aan dat hoe ouder iedereen werd, des te beter ze één team zijn geworden. “Met de carnaval kwamen ze elkaar allemaal tegen. Dat wordt denk ik meer, maar dat is alleen maar leuk. Het leukste aan dit team is de gezelligheid. Als ze 5-1 verliezen maar ze maken een mooie goal, dan is iedereen tevreden. De sfeer is enorm goed.”

Naast de verrichtingen op het veld organiseerde Witlox een aantal uitjes om op pad te gaan met de MO17. Zo waren zij aanwezig bij een aantal wedstrijden van de Oranje Leeuwinnen, de finale van de Champions League van de vrouwen en stonden ze op de middenstip van de Johan Cruijff ArenA. “De meeste zijn voor Ajax, dus wilde ik iets regelen om daar naartoe te gaan. Dat soort dingen komt het team alleen maar ten goede.”

Witlox hoopt dat VV Dongen met de start van dit meidenteam wellicht in de toekomst meer dames te kunnen werven in Dongen, alleen geeft hij zelf aan dat dat lastig zal worden. “Je hebt natuurlijk hier drie clubs in het dorp. Daar zijn ze ook al een MO15 begonnen en het zal misschien makkelijker zijn geweest als we wat konden uitlenen aan elkaar. Het was om het meidenvoetbal in Dongen op de kaart te zetten makkelijker geweest als we met drie Dongense clubs samen zouden gaan.”

Klik hier voor meer artikelen over VV Dongen
Klik hier voor meer informatie over VV Dongen

‘Ik was klaar met voetballen bij een eerste elftal’

Als het nodig was om te keepen, konden ze hem bellen. Dat gebeurde en dus maakt Yunus Arpat dit seizoen onderdeel uit van het eerste van vijfdeklasser PCP. En dat terwijl hij eigenlijk in een lager team zou gaan voetballen. “Nu speel je echt weer ergens voor.”

Hoe anders was dat vorig seizoen, begint de 37-jarige Arpat te lachen. “Toen zat ik in het derde.” Eigenlijk precies zoals de bedoeling was, op het moment dat hij drie jaar geleden de overstap maakte naar PCP. “Ik was een beetje klaar met voetballen bij een eerste elftal. Had ook geen tijd meer om te trainen. Hier zou ik in een lager team gaan spelen.” Tot ze bij het vlaggenschip van de club uit Breda dus een doelman nodig hadden. “Voorlopig heb ik bijna alle wedstrijden gespeeld!” En dat bevalt hem prima. “Lekker in de middag, meer publiek en je speelt echt ergens voor.”

Meer acceptatie
Al zou dat laatste, nog wel wat beter kunnen, vindt Arpat. “We hadden veel hoger kunnen staan. In het begin van het seizoen waren we nog niet echt een team.” Met de terugkeer van Richard Hoogkamer als trainer, gaat dat nu de goede kant op, heeft hij gemerkt. “Er is meer acceptatie onderling en spelers zijn bereid om vieze meters te maken voor elkaar. Als we nu ook nog onze kansen af gaan maken…” Iets waar Arpat vanuit de goal, natuurlijk maar weinig invloed op heeft. Toch had het deze zomer zomaar heel anders kunnen lopen. “In het begin van het seizoen zat ik bij The Gunners, maar dat was te zwaar in combinatie met trainen. Daarom ben ik teruggegaan naar PCP.” Om in een lager team te gaan voetballen dus. “Als het nodig was, wilde ik wel keepen. Nu zit ik vast bij het eerste.” In een vrijwel compleet nieuwe groep, legt Arpat uit. “Vorig jaar was dit nog het tweede.” Een doelstelling, hadden ze vooraf dan ook niet. “Eerst een team worden. Daarna zien we in de toekomst wel wat het wordt.” De nabije toekomst, ziet er volgens de oud-keeper van onder meer VV Barça, OVV’67 en WDS’19 in ieder geval goed uit. “Er is minder gezeik en er wordt meer gevochten voor elkaar.” Bij de club die Arpat in eerste instantie alleen kende als tegenstander. “Maar twee goede vrienden van mij gingen er destijds ook naartoe.” Hoe is zijn overstap hem bevallen? “Het is een leuke en gezellige vereniging. Iedereen is heel vriendelijk.”

Helpen
Toch is PCP niet de enige club, waar Arpat op het moment actief is. “Bij OVV’67 ben ik teamleider en vlagger van het eerste.” En dat niet alleen. “Daarnaast fluit ik ook nog regelmatig wedstrijden.” Dat alles, doet hij met liefde, zo blijkt. “Ik sta klaar voor clubs, vind het leuk om te helpen.” Precies zoals de inwoner van Breda voorlopig ook nog wel even bij PCP blijft doen. “In principe ga ik ervanuit dat dit mijn laatste seizoen is, maar dat roep ik al vijf jaar. Als het nodig is, wil ik nog wel keepen. Ik blijf in ieder geval lid.” Bellen, kunnen ze hem dus altijd. “Maar van een jongere keeper, hebben ze natuurlijk langer profijt.” Al is dat voorlopig, toekomstmuziek. Eerst richt Arpat zich op een succesvol einde van dit seizoen. “Als je ziet hoe het nu gaat, kunnen we straks écht hoger staan dan we nu staan.” Hoger dan die plek in de middenmoot dus. “We voetballen niet slechter dan de meeste tegenstanders, dus er valt meer te halen.” Hoe ze dat in het vervolg van de competitie gaan doen? “We krijgen meer dan genoeg kansen, alleen het afwerken moet beter. Dan kunnen we vaak wedstrijden in de eerste helft al beslissen.”

Klik op PCP voor de laatste artikelen over de club.
Klik op PCP voor meer informatie over de club.

‘Belangrijk om activiteiten te organiseren in het dorp’

Bestuurslid van de supportersclub, lid van de feestcommissie én ‘wasmoeder’ van het vrouwenteam. Evi Luijten heeft bij Molenschot meer dan genoeg te doen. Maar voetballen, heeft de 22-jarige vrijwilligster zelf nog nooit gedaan. “Het is belangrijk om binnen het dorp activiteiten te organiseren.”

Helemaal, in een klein dorp als Molenschot, vertelt ze. “De voetbal leeft enorm! Daarom is het leuk om dingen op de club te doen.” Onder meer een foto- en puzzeltocht, kaarten, golfen, een filmavond of binnenkort het bierpong. “Maar ook het forelvissen willen we weer op gaan pakken.” Als bestuurslid van de supportersclub, weet Luijten als geen ander hoe belangrijk dat is. “Buitenom de vereniging, hebben we eigen leden. In totaal 142 volwassen leden én 33 jeugdleden. Daarvoor proberen we door het jaar heen, zoveel mogelijk activiteiten te organiseren. Vooral om het levendig te houden.”

Enige vrouw
Net als bijvoorbeeld de jaarlijkse busreis naar een wedstrijd van het eerste. “Vaak met afterparty.” Hoe komt Luijten zelf, als niet-voetbalster, bij Molenschot terecht? “Ze wilden met de vrouwen op zondagochtend gaan spelen, maar dan heb ik geen tijd én ik kan niet voetballen. Toen ben ik wasvrouw geworden.” Of, zoals ze liefkozend wordt genoemd: wasmoeder. “Maar ik heb nog geen kinderen, hoor!” Minder leuk, is het daardoor niet. Ook niet in het bestuur van de supportersclub. “De enige vrouw die daar op dat moment in zat stopte, toen ben ik het gaan doen. Dat was vorig jaar.” Bestaande uit een groepje van zes, zetten ze zich in voor de leefbaarheid binnen het dorp. “Het is altijd gezellig op de voetbal en het is belangrijk om dingen te doen. Daarnaast vind ik het ook gewoon leuk om wat te organiseren.” Zo ook de golf, op de club. “Dat is hartstikke populair, daar doen over het algemeen een mannetje of 50 aan mee!” De reacties, zijn dan ook hartstikke positief. “We krijgen er steeds meer leden bij. En, we doneren ook een bedrag aan de voetbal.”

Jubileum
Stilzitten, doen ze bij de supportersclub dan ook niet. “Laatst hadden we voor de jongste jeugd een filmavond en in het verleden hebben we regelmatig tafelvoetbaltoernooien gehouden. Daarvoor in de plaats, willen we nu voor de oudere jeugd een bierpongavond organiseren. Kijken of dat wat is.” Naast het feest voor het 30-jarig jubileum van de supportersclub. Want ook daar, is Luijten bij betrokken. “Ik vind het heel leuk dat ik nu in de feestcommissie zit! Eén keer in de vijf jaar houden we een feest, dit keer gaan we op 5 april naar een café in het dorp, met als thema ‘Western’.” Het klinkt allemaal als veel, maar volgens Luijten is het prima te doen. “Het vergaderen valt mee, dat is het voordeel van dit bestuur. Vaak maar één keer in de twee of drie maanden. Meestal doen we toch dezelfde activiteiten, dus dat loopt wel.” Betrokken bij ongeveer alles wat ze doen, ziet de inwoonster van Molenschot zichzelf dat voorlopig nog wel blijven doen. “Als het aan mij ligt dan tenminste!”

Klik de link voor een recent artikel over vv Molenschot

‘Iedereen wordt geaccepteerd en is er voor elkaar’

0

Ouderwetse voetbalhumor, Ramon Tax kan eigenlijk niet zonder. En dus geniet de voormalig keeper als leider van de 35+ en trainer van de JO7 bij SAB nog altijd van het voetbalspelletje. Al is het alleen maar, om zijn club te kunnen helpen. “Ik heb hier echt vriendschappen voor het leven opgebouwd.”

Begonnen dus als keeper in de jeugd én later zelfs nog bij het eerste. “Al was dat maar even, daarna kwamen er keepers die beter waren dan ik.” Twee jaar geleden hing Tax (47) zijn keepershandschoenen aan de wilgen, nadat hij last kreeg van twee longembolieën en een trombosebeen. “Ik speelde toen bij de 35+, maar de dokter vond het niet meer verstandig als ik zou blijven voetballen. Toen ben ik gestopt.” Als voetballer dan welteverstaan. “Nu ben ik leider. Dat is hartstikke leuk! Het zijn eigenlijk allemaal vrienden en maten van elkaar.” En acht wedstrijden per seizoen, is precies genoeg, lacht de inwoner van Prinsenbeek. “Dat is beter voor het voetbalgestel.”

Familie
Daarmee stiekem ook voor hem als leider. “Toen NAC nog in de Keuken Kampioen Divisie speelde, zat de helft van ons team op vrijdagavond in het stadion. Moest ik al die wedstrijden verzetten.” Gelukkig heeft hij daar nu geen last meer van, maar stilzitten, doet Tax nog steeds niet. “Ik doe de planning, zorg dat de kantine open is en dat de velden klaarstaan. En soms regel ik nog een gezellige zanger.” Over de opstelling, hoeft hij zich gelukkig niet meer te buigen. “Dat deed ik in het begin wel, nu regelt dat zichzelf. Eigenlijk vond ik dat het minst leuke om te doen.” Verder, geniet Tax met volle teugen van zijn rol. “Die ouderwetse voetbalhumor is prachtig!” Iets waar de oud-doelman letterlijk en figuurlijk mee is opgegroeid. “In de C5, toen ik een jaar of tien was, ben ik hier begonnen met voetballen.” Op een paar jaartjes na, was het de Bredase club wat voor Tax de klok sloeg. “Het leuke van SAB, is voor mij de diversiteit qua leden en publiek. Daardoor kom je overal ‘Sabbers’ tegen, dat is ongekend. Het is echt één familie. Dat vind ik heel bijzonder.” De voetbal heeft hem dan ook veel gebracht, vertelt Tax. “Ik heb hier vriendschappen voor het leven opgebouwd, maar ook meer zelfvertrouwen gekregen. Iedereen wordt geaccepteerd en is er voor elkaar. Dat vind ik heel mooi aan SAB.”

Eigen ding
In zijn geval, dus ook als trainer van de JO7. Het team van zijn zoontje. “Het is iedere woensdagavond weer genieten van de onbevangenheid van die mannetjes!” In zijn tweede jaar, weet Tax inmiddels wel wat hij kan verwachten. “Ze doen lekker hun eigen ding, lopen door elkaar heen en zijn eigenlijk niet te sturen. Dat moet je ook gewoon laten doen.” Hoe is het om zijn eigen zoontje training te geven? “Hartstikke leuk! Ik had wel iets meer strijd verwacht, maar dat valt mee. En zijn plezier, staat natuurlijk voorop.” Plezier, dat regelmatig mee naar huis wordt genomen. “Thuis gaat het veel over NAC of voetbal in het algemeen. Mijn oudste zoon is er, net als de jongste, hele dagen mee bezig.” De ontwikkelingen bij SAB, juichen ze dan ook toe, in huize Tax. “Er is heel veel aanwas vanuit de kabouters, inmiddels hebben we al drie JO7-teams. Wat dat betreft kun je merken dat de club leeft!” En niet voor niks, vertelt de docent van beroep. “We zitten in een leuke buurt en de vereniging doet heel veel voor de kinderen.” Iets wat Tax als het aan hem ligt, voorlopig zelf ook nog wel even blijft doen. “Ik heb niet de ambitie om écht trainer te worden, maar wil wel graag een stukje coördinatie gaan doen. Vrijwilligers zijn moeilijk te vinden, dus ik vind het mooi om de club op die manier te helpen!”

Klik op SAB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SAB voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.