Home Blog Pagina 27

André Bunders ziet Warmunda vergrijzen

0

Sinds drie jaar is André Bunders voorzitter van SV Warmunda. Hij moest bijna het hele bestuur opnieuw opzetten en heeft dat gedaan. Met een frisse blik is hij aan de slag gegaan en die heeft hij nog steeds. Bunders is trots op de hardwerkende vrijwilligers bij de club, maar ziet ook dat er uitdagingen zijn.

Bijna drie jaar geleden hakte André Bunders dan eindelijk de knoop door. Hij besloot voorzitter van SV Warmunda te worden. Al meerdere jaren werd hij aan zijn jasje getrokken of hij deze functie wilde bekleden. “Ik was jeugdtrainer bij Warmunda, bij het team waar mijn zoon Zico speelde. Op een gegeven moment is het goed voor een kind om niet alleen maar van zijn ouders training te krijgen, maar ook eens iemand anders voor de groep heeft staan dus ging ik naar UVS. Toen ik daar wegging ben ik voorzitter bij Warmunda geworden.” Bunders is dus geen onbekende voor de club. Zelf was hij in zijn jongere jaren voetballer bij Warmunda en heeft ook het nodige vrijwilligerswerk gedaan.

Als eigenaar van Johlex Bouw heeft Bunders samen met zijn compagnon Alex van der Poel 40 man in loondienst. Hij weet dus wel hoe hij de boel moet leiden bij Warmunda en kwam niet als leek binnen. “Toen ik drie jaar geleden voorzitter werd, ging het hele bestuur -op één iemand na- weg. Ze zaten er al twintig jaar. Het was dus zaak voor mij om een compleet nieuw team neer te zetten. Dat heb ik gedaan vanuit mijn eigen kenniskring. Je moet zorgen dat de juiste mensen op de juiste plek komen te staan. De bedrijfsleidster van de plaatselijke Albert Heijn heb ik gevraagd om het kantinebeheer te doen. De rol van penningmeester, heb ik twee jonge gasten voor gevonden die verstand hebben van financiën. De secretaris moest dan weer iemand zijn die is van de puntjes op de i en voor het bestuurslid voetbalzaken heb ik een goede vriend van me gevraagd, met wie ik jaren heb samengespeeld. Met dat bestuur zijn we aan de gang gegaan en daar ben ik nog altijd positief over.”

Warmunda staat voor een grote uitdaging. In Warmond worden nauwelijks huizen gebouwd waardoor het dorp aan het vergrijzen is. “Seniorleden van Warmunda kunnen geen huis vinden in Warmond en gaan dus in een ander dorp op zoek naar een huis. De kinderen van die leden willen natuurlijk met hun vriendjes en vriendinnetjes voetballen en gaan dus niet bij Warmunda voetballen, maar in plaats daarvan bij de plaatselijke voetbalclub. Dit is zorgwekkend voor de lange termijn. De woningen die er zijn, zijn te duur voor starters. Helaas kun je er niet zo veel aan doen. De provincie bepaalt nou eenmaal welke gemeentes groeigemeentes zijn. In onze omgeving is Voorhout de groeigemeente. Daar wordt dus wel volop gebouwd. Sommige mensen vinden het fijn dat Warmond niet te veel groeit zodat het dorp rustig blijft. Dat snap ik volledig, alleen het maakt het verenigingsleven wel een stuk moeilijker. Er gaat helaas geen oplossing komen voor dit probleem.”

De andere grote uitdaging is het vrijwilligersbeleid. “Vroeger was het normaal dat als je actief was geweest bij de club als speler  je daarna trainer werd. Dat vond ik ook altijd heel leuk. Dan stond ik met allemaal oud-medespelers op het veld bij Warmunda, training te geven aan de jeugd. Nu is dat veel minder. Ik ken geen één oud-speler die nu op het veld training staat te geven. Wellicht klinkt dit als een klaagzang, zo wil ik het zeker niet over laten komen. We hebben fantastische positieve vrijwilligers die keihard werken om de club draaiende te houden.”

Klik op SV Warmunda voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Warmunda voor meer informatie over de club.

De normen en waarden van Rijnsburgse boys

Appels uitdelen aan ouders langs de kant zodat ze gaan eten in plaats van schreeuwen. Dit was afgelopen seizoen één van de ludieke acties van de Normen en Waarden commissie van Rijnsburgse Boys, in samenwerking met de vier andere voetbalverenigingen binnen de gemeente Katwijk. Bij Rijnsburgse Boys is de commissie onder andere door Ariea van Zuylen in het leven geroepen. “Samen met VV Katwijk, Quick Boys, FC Rijnvogels en Valken ’68 hebben wij een KRV Normen en Waarden commissie en hebben wij gezamenlijke projecten waaronder dus ‘Gedrag Ouders langs de lijn’ waarbij we appels en flyers hebben uitgedeeld. met als doel ouders bewust te laten worden van hun gedrag langs de kant.”

De N&W commissie, voluit de Normen en Waarden commissie, is volgens Ariea van Zuylen iets wat elke voetbalclub zou moeten hebben. Bij Rijnsburgse Boys is de commissie al elf jaar actief en is het inmiddels een begrip geworden binnen de club. En daar heeft de commissie hard voor gewerkt. “Samen met het bestuur vonden we elf jaar geleden dat het tijd werd om de Normen en Waarden commissie op te richten. Nadat alle statuten opgesteld waren en de goedkeuring van het bestuur er was, konden we beginnen. De grootste uitdaging was om naamsbekendheid binnen de club te krijgen. Om dit voor elkaar te krijgen zat de kracht hem daarbij in de herhaling. We informeren op de website onze leden, geven informatieavonden en zijn via sociale media actief met informeren. Inmiddels weten de meeste mensen ons te vinden, maar blijven wij actief met de informatieavonden of andere projecten waarin wij ons kunnen presenteren. Nogmaals, de kracht zit hem in de herhaling.”

De N&W commissie is in het leven geroepen om problemen binnen en buiten het veld aan te pakken. “Dat kan gaan over pesten, misdragingen, discriminatie of bijvoorbeeld sexting. Maar ook over wat er op zaterdag op en rondom de velden gebeurt. Als een team zich bijvoorbeeld misdraagt tijdens een wedstrijd en wij krijgen daar een melding van, dan gaan wij met dat team, leiders en/of trainers in gesprek. We doen als commissie aan hoor en wederhoor om zo een helder beeld van de situatie te krijgen. Op het moment dat er in het weekend een mail bij ons binnenkomt beantwoorden wij die zo snel mogelijk en gaan wij hiermee intern aan de slag. Binnen de club hebben wij een adviserende rol naar het bestuur toe. Het bestuur is uiteindelijk degene die beslist. In sommige gevallen verwijzen wij mensen naar de vertrouwenspersoon die binnen onze club ook actief is. Hij staat los van de Normen en Waarden commissie en rapporteert alleen naar het bestuur. Wij werken wel samen op het moment dat dat nodig is. Naast de vertrouwenspersoon hebben wij ook een Pedagogische Commissie waar wij mee samenwerken als dat nodig is. Als een trainer of speler bij ons aanklopt en wij zijn van mening dat dit beter bij de Pedagogische Commissie hoort dan spelen wij dit door. Zij gaan daar dan mee aan de slag.”

“We proberen akkefietjes in de kiem te smoren. Rijnsburgse Boys is een fantastische club maar als commissie houden wij ons vooral bezig met de minder leuke dingen van de club. Soms heb ik echt iets van ‘jeetje mina, wat bizar dat je dit dan ook weer meemaakt.’ De voldoening die wij als commissie eruit halen, en ik persoonlijk eruit haal, is als het lukt om iets positief op te lossen.”

Rijnsburgse Boys is niet de enige club met een N&W commissie. Samen met VV Katwijk, KVV Quick Boys, VV Valken ’68 en FC Rijnvogels hebben zij de KRV N&W opgericht. In tegenstelling tot de rivaliteit tijdens de wedstrijden, werken de N&W commissies van deze clubs samen. “We proberen van elkaar te leren en elkaar te helpen. Het gaat soms te ver in de derby’s met vuurwerk en geweld. Wij proberen met de N&W commissies ons daartegen te verzetten. Samen staan we sterk en de gemeente is er erg blij mee”.

“Ludieke sfeeracties zouden wij liever zien. Zo moest Rijnsburgse Boys bijvoorbeeld een keer tegen VV Katwijk spelen en hadden supporters van ons een oude auto opgekocht, die geel/zwart gespoten, op de parkeerplaats bij VV Katwijk gezet en deze vol uien gestort. Daartegenover hebben supporters van VV Katwijk een keer in de nacht voorafgaand aan de wedstrijd bij Rijnsburgse Boys ons hele veld bezaaid met oranje balletjes. Iemand moest dat wel opruimen, maar dat soort dingen zijn leuk.”

Klik op Rijnsburgse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rijnsburgse Boys voor meer informatie over de club.

Handhaving lijkt maximaal haalbare

0

MIJNSHEERENLAND – De terugkeer in de vierde klasse leidde tot een vreugde-explosie bij GOZ, op het best denkbare moment terwijl de club het 75-jarig jubileum op grootse wijze vierde. Die terugkeer verloopt vooralsnog moeizaam, want het is voor de brigade van trainer Dirk Quik tot nu toe sprokkelen geblazen op een hoger niveau. Met de overwinning op streekgenoot Strijen, vorig jaar nog actief in de derde klasse, als voorlopig hoogtepunt.

Quik liet eerder nog doorschemeren dat resultaten mooi zijn maar dat de aanpak, de manier van spelen voor hem ook belangrijk is. ,,Wat resultaten betreft ging het hier afgelopen seizoen heel goed, met een kampioenschap als ultieme bekroning, maar dat was ook het gevolg van onze werkwijze. Van de spelers en van mij als trainer. Het gaat mij als trainer niet eens om de prestaties op zich, maar wel op de manier waarop we tot die prestaties gekomen zijn. Dat kampioen worden is heel leuk natuurlijk en daar word ik echt wel blij van, maar nog meer voldoening geeft het mij als ik in het veld dingen terugzie waar we op trainingen aan gewerkt hebben.’’

En dus zette hij zijn werkwijze en visie voort en speelt GOZ ook tegen Meeuwenplaat, ’s-Gravendeel en Oud-Beijerland hetzelfde spel. En met het rotsvaste vertrouwen dat het, ondanks een voorlaatste plek na de eerste acht wedstrijden, goed gaat komen.

Klik hier voor meer informatie over VV GOZ
Klik hier voor meer artikelen over VV GOZ

GOZ-oprichter Flip Vos ontdekt zelfs de podcast

0

Voor de inmiddels 93-jarige Flip Vos was het 75-jubileum van GOZ extra bijzonder: Vos was immers betrokken bij de oprichting van Gemengd Oranje Zwart en was dus de ideale gesprekspartner rond de festiviteiten van de club uit Mijnsheerenland. Dat leverde vermakelijke uitspraken én een ontdekking op.

MIJNSHEERENLAND – Wie GOZ zegt, zegt eigenlijk in één adem Flip Vos. Zeker in het jubileumjaar van de club, waarbij de verhalen van de oer-GOZ’er erin gaan als zoete koek als hij vertelt over het ontstaan van de club en zijn liefde voor oranje-zwart.

Zwart-wit gesteld kan je zeggen: Flip Vos gaf, samen met een aantal andere initiatiefnemers, Mijnsheerenland en het belendende Westmaas voetbal. GOZ publiceerde in de aanloop naar het jubileum de notulen van de eerste ledenvergadering van de club. Daaruit blijkt dat Jan Blok junior met zestien stemmen tot voorzitter was gekozen, Bertus Legerstee de vicevoorzitter was (met een stem minder) en dat Flip Vos (ook met vijftien stemmen) als secretaris door het leven mocht gaan. Later zou de medeoprichter de post van penningmeester, die bij het begin door Rinus Bijl werd ingevuld, overnemen.

Schapen
De oprichting van GOZ was bijzonder, zo verhaalt Flip Vos. Meer dan 75 jaar terug was hij – toen hij op dat moment zestien jaar oud was – erbij tijdens de oprichting van Oranje Zwart Mijnsheerenland, op 30 juni 1948 gestalte kreeg. Dat zou de boeken ingaan als de officieuze oprichtingsdatum, want men was te laat om de geboorte van de club te laten registreren.

Pas na de samenvoeging met de voetballers uit het nabijgelegen Westmaas, die zelf geen speelterrein hadden, werd op 14 april 1949 Oranje Zwart officieel opgericht. Al snel veranderde de naam in Gemengd Oranje Zwart ging heten. De keuze van de clubkleuren was unaniem, zo vertelde Flip. ,,Oranje shirt, zwarte broek want bij een witte broek moesten vrouwen zich rot wassen om hem een beetje schoon te krijgen.’’ De zwarte kousen kregen een oranje omslag.

Het speelterrein was ook een verhaal op zich, zo deed Flip uit de doeken: ,We speelden op een weiland bij boer Jaap van der Erven, waar schapen liepen. Als er schapenstront lag, was dat niet zo erg. Maar Jaap liet er ook gerust koeien lopen. Dan moest je er toch met een schep naartoe.”

Sarina Wiegman
Totdat hij in militaire dienst ging, hielp Flip Vos – die met zijn vrouw Riet vier telefoons in huis heeft om overal bereikbaar te zijn anno 2024 – met het opbouwen van de club. Om na het vervullen van die plicht naar Rotterdam te verkassen en daar als onderhoudsmonteur aan de slag te gaan die in de avonduren als verzorger actief was en vele (ook bekende) voetballers onder handen nam. Ook dat deel van zijn levensverhaal levert een fraaie anekdote op: ,,Ik heb in één bed gelegen met Sarina Wiegman, de toenmalige trainster van Zwart Wit’28, oud-bondscoach van het Nederlands team en nu bondscoach van Engeland. Bij een toernooi kregen we een tweepersoonskamer toegewezen met één bed, dus waren we op slapen naast elkaar aangewezen. Dat was geen enkel punt.’’

Tot april van dit jaar was hij nog aan het masseren, tot hij van de trap afviel en een armbreuk opliep. ,,Sindsdien kon ik eigenlijk niks meer, al deed ik tot die tijd nog maar de massage van enkele mensen.’’

Kampioensschaal
Wat echter is gebleven, is het wekelijkse bezoek aan sportpark De Erve al sinds jaar en dag nu de thuishaven van Gemengd Oranje Zwart. De plek waar hij bij thuiswedstrijden van het eerste team, dat sinds dit seizoen weer in de rijen der vierdeklassers is opgenomen, steevast te vinden is. Die hoofmacht gaf de medeoprichter, de enige die nog in leven is vanaf het prille begin, en het oudste lid van GOZ het mooiste cadeau dat maar gegeven kon worden: het kampioenschap in de vijfde klasse, dat uitbundig gevierd werd. De trots straalt van het gezicht van Flip af op de foto waarop hij de kampioensschaal vasthoudt.

In het jubileumjaar deed hij regelmatig zijn verhaal. En ontdekte hij het medium podcast, waar hij ook mocht shinen in Erve Inside dat over het wel en wee van GOZ gaat. De Flip Vos-cast was daarmee geboren, waarin de mooie verhalen zich aaneenregen. Flip Vos, sinds dertig jaar weer terug in het dorp waar hij ooit aan de wieg stond van GOZ, is dus ook in geluid vastgelegd als één van de initiatiefnemers van de voetbaltrots van Mijnsheerenland.

Klik hier voor meer informatie over VV GOZ
Klik hier voor meer artikelen over VV GOZ

Eerste lustrum ‘walking football’ smaakt naar meer

ZINKWEG – Het walking football in Oud-Beijerland begon vijf jaar geleden op het terrein van Zinkwegse Boys en heeft inmiddels het eerste lustrum achter de rug waarbij tegenwoordig het terrein van OSV de thuisplek is.

WFC-HW (Walking Football Club Hoeksche Waard) is inmiddels de naam van het initiatief,  die is uitgegroeid tot een hechte vriendengroep van in totaal zestien meespelende leden die in leeftijd variërend van 57 jaar tot dik in de 70. Wekelijks komt het gezelschap bij elkaar om de speciale wedstrijdvorm van het voetbal uit te oefenen.

,,Een enkel keertje wordt er niet gespeeld, als er te veel vakantiegangers of thuisblijvers zijn, maar over het algemeen zijn we iedere vrijdagavond te vinden bij OSV’’, geeft Ronald Boet, de zegsman van de walking footballers aan.

Laagdrempeligheid is daarbij de kracht van de voetbalvorm. De lat wordt bewust laag gelegd om te voorkomen dat de spelers blessures krijgen, zodat zij ook op hun 70ste of 80ste of met een kunstheup, kunstknie of braces nog kunnen voorkomen. ,,Al willen blessures, in het heetst van de strijd, alsnog wel eens ontstaan. De lijven mogen dan ‘oud’ zijn, in ons hoofd zijn we in de kleedkamer, op het veld en na afloop in de kantine allemaal weer even 18 jaar.’’

Na vijf jaar zit de sleet er echter allesbehalve op bij de walking footballers, die bewezen hebben dat de voetbalvorm in Oud-Beijerland een vast plekje in het aanbod heeft gekregen.

Klik op Zinkwegse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Zinkwegse Boys voor meer informatie over de club.

Het mooiste is niet de actiefoto maar de emotie

0

Voor Jan Valk (44) is KVV Quick Boys dé plek waar zijn passie voor sport en fotografie samenkomen. Elke zaterdag volgt hij een vast ritueel: een broodje bij de bakker, een kop koffie en dan op de fiets naar het sportpark. Daarna loopt hij langs de velden, klaar om de sfeer en emoties van de wedstrijden vast te leggen. Niet alleen het spel, maar vooral de momenten van emotie vindt Jan het leukste om vast te leggen.

 

Op zaterdagavond begint het intensieve werk pas echt. Op zaterdagavond en zondag zit Jan urenlang achter de computer om zijn foto’s te selecteren en te bewerken, soms wel honderden tegelijk. Een tijdrovende klus, maar zodra hij de beelden heeft uitgezocht, is de voldoening groot. Daarnaast vervult Jan de rol van coördinator binnen het fotografenteam van Quick Boys. Voor hem is deze rol niet meer dan logisch om op zich te nemen. Hij geeft aan te doen wat hij kan voor de club. Naast de fotografie verzorgt Jan een deel van de webredactie, waarbij hij zich vooral richt op de jeugdwebredactie. Hij merkt dat er niet veel trainers zijn die jeugdverslagen doorsturen en baalt daarvan. Tekenend voor hem: altijd op zoek naar iets wat hij kan doen.

 

Jan Valk is niet alleen een gewaardeerd vrijwilliger, maar kan ook heerlijk verhalen vertellen. Hij beschrijft hoe zijn zaterdagochtenden eruitzien: “Ik sta op, haal even een broodje bij de bakker, drink een bakje koffie en ga dan op de fiets naar Quick Boys. Dan loop ik lekker langs de velden en ga m’n plaatjes klikken. Als de Onder 21 thuis speelt, ga ik daar altijd naartoe. Dat is mijn vaste team, maar voor de rest kijk ik gewoon wat op me afkomt. Tegenwoordig zie je dat er wel eens vier teams op één veld spelen. Dan ga ik op de middenstip staan en maak een rondje. Zaterdag is altijd een heerlijke dag moet ik zeggen.”

 

Toch is het niet alleen maar feest voor Jan. Zelfs aan zijn geliefde fotografie zitten nadelen. Zo doet hij steevast zaterdagavond en zondag de nabewerking van alle foto’s die hij gemaakt heeft. “Dat is heel veel uitzoeken en bewerken. Dat is het minder leuke verhaal. Soms zie ik dat ik wel bijna duizend foto’s heb staan na een wedstrijd, dan denk ik: ‘oh jee.’ Maar als er dan weer een mooie serie uitrolt, ben ik toch wel weer blij.”

 

Ooit speelde Jan zelf bij Quick Boys, maar niet in het eerste elftal. “Mijn vader bracht me op mijn zesde naar Quick Boys, zodat ik lekker kon voetballen en plezier maken. Ik heb in de E’tjes nog gevoetbald met jongens die later het eerste hebben gehaald. Als je het eerste elftal haalt, mag je trots zijn. Dat geldt net zo goed voor ons als voor andere clubs. Wij zijn dan toevallig wat groter. Ik heb het nooit gehaald, maar daar baalde ik niet van. Ik had die kwaliteiten niet joh. Tot aan de senioren heb ik gevoetbald en ben toen noodgedwongen door een blessure gestopt. Wel ben ik altijd betrokken gebleven bij Quick Boys en heb echt van alles gedaan; barman, jeugdtrainer, scheidsrechter, noem maar op.”

 

Al dit vrijwilligerswerk deed Jan steeds in periodes van een paar jaar. Op een gegeven moment kreeg hij een dochter die bij Quick Boys ging voetballen, en zo ontdekte hij zijn liefde voor het fototoestel. “Het begon met een klein cameraatje. Dan ging ik foto’s maken van mijn dochter en ook volgde ik ook mijn nichtjes en neefje. Naarmate mijn dochter ouder werd, deed ze het erg goed. Ze speelde op een gegeven moment in vrouwen 1 en er was zelfs interesse van buitenaf, maar ze bleef altijd trouw aan Quick Boys. Ik kwam toen in contact met Hans van Duijn. Daar is het balletje pas echt gaan rollen. Hij was destijds de fotograaf van het eerste en bracht me het een en ander bij over fotografie. Het mooiste aan het vak vind ik niet per se een actiefoto, maar als het lukt om emotie vast te leggen. Als de keeper in de laatste minuut een bal doorlaat waardoor hij verliest en enorm baalt. Of juist de ontlading als hij de bal tegenhoudt. Als het lukt om die emotie vast te leggen, vind ik dat geweldig. Nu neem ik mijn toestel ook mee op vakantie. Dat zijn dan weer heel andere foto’s natuurlijk.”

 

Jan Valk is niet de enige fotograaf die rondloopt bij Quick Boys. Naast hem zijn er nog negen andere fotografen. “We hebben een team van tien fotografen met een uiteenlopende leeftijd van 20 tot 70 jaar.” Sommigen zijn er elke week, anderen zijn er minder regelmatig. Jan is de coördinator van deze fotografen. Zelf vindt hij coördinator een iets te zware term. “Het is en blijft vrijwilligerswerk. Dat betekent dus dat er geen verplichtingen zijn en elke fotograaf moet doen wat hij of zij wil. We zorgen er wel altijd voor dat er op wedstrijden van het eerste elftal een fotograaf staat. Naast het nemen van foto’s proberen we één keer per jaar een cursus of workshop te regelen. Zo hadden we afgelopen jaar bijvoorbeeld Pim Ras te gast op de club. Je kunt hem kennen van de foto van Robin van Persie toen hij de kopbal tegen Spanje scoorde op het WK 2014. Hij kwam uitleggen hoe, en met welke instellingen van je toestel, je betere foto’s kunt schieten.”

 

Fotografie is niet alles wat Jan doet voor Quick Boys. Hij is ook actief met de invulling van de website van zijn club. “Als vrijwilliger doe je wat je kan. Dus ik doe ook andere dingen naast het fotograaf zijn. Maar fotografie is wel de hoofdmode. Ik doe een deel van de webredactie en maak ook aankondigingen voor bijvoorbeeld een sinterklaasfeestje. Onder de webredactie valt ook de jeugdwebredactie. Die vind ik erg belangrijk. Het draait altijd maar om Quick Boys 1, en dat begrijp ik. Ik kijk er ook graag naar en ben ook blij als ze goed presteren . Maar de club Quick Boys is zoveel meer dan alleen het eerste elftal. Hoe het nu werkt is dat ik een aantal jeugdverslagen met een paar foto’s binnenkrijg. Ik ben geen begenadigd schrijver, maar ik probeer er altijd wat leuks van te maken, met een grapje en een grolletje tussendoor. Het is jammer dat het nog niet echt storm loopt met de jeugdverslagen. Het zou wel wat meer mogen zijn.” Jan weet van geen ophouden.

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

‘Zinkweg’ bezig met het schrijven van clubhistorie

Na een zinderende ontknoping in de titelrace met ’s-Gravendeel, die op één doelpunt beslist werd, kroonde Zinkwegse Boys zich tot kampioen en verwierf de formatie van trainer Peter van Dam een plek in de derde klasse. In die nieuwe omgeving gedijt de ‘Zinkweg’ zodanig goed dat zomaar clubhistorie geschreven kan worden.

ZINKWEG – De hoogtepunten rijgen zich aaneen in het gedenkwaardige kalenderjaar 2024 voor Zinkwegse Boys. In het eerste deel van dit jaar kwam de strijd om het kampioenschap met ’s-Gravendeel tot een zinderende en succesvolle climax, in het tweede deel blijkt de selectie van trainer Peter van Dam bepaald geen lelijk eendje in de derde klasse. Integendeel, de recente spectaculaire  4-3 overwinning op DVV’09 is er eentje die nog wel even blijft leven in de koppies van de ‘Boys’.

,,Het is prachtig om te zien dat we na de promotie naar de derde klasse het op een hoger niveau zo goed doen’’, geniet oefenmeester Van Dam, bezig aan zijn vijfde seizoen bij de club die hij ook als speler diende, van de huidige status. ,,We zijn op de goede weg om clubgeschiedenis te schrijven, want we willen ervoor gaan zorgen dat we handhaving afdwingen op dit niveau. Daarvoor hebben we, zo schat ik in, dertig punten nodig. Na de eerste periode staan we op vijftien punten, dus we liggen op koers.’’

De gedachten van Peter van Dam gaan nog wel eens terug naar het bizarre seizoen 2023-2024, waarin het kampioenschap een utopie leek voor Zinkwegse Boys. ,,’s-Gravendeel had een geweldig ruime voorsprong en na onze wedstrijd bij Zwartewaal die we met 3-2 verloren besefte ik dat de kansen op het kampioenschap eigenlijk wel zo’n beetje verkeken waren. Maar omdat ’s-Gravendeel vervolgens punten bleef verspelen, kregen we alsnog een herkansing met spanning tot en met de laatste minuten van het seizoen waarbij het om één doelpunt draaide. Nee, ik verwacht dat ik zoiets niet meer ga mee maken in mijn trainersloopbaan. Eén keer zoiets meemaken is al uniek.’’

Het leverde de ‘Boys’ een geweldig kampioensfeest op en promotie naar de derde klasse, waarbij de competitieleider een verrassing in petto had. ,,We hadden de verwachting dat we in het district West II zouden komen, maar werden in Zuid I ingedeeld (in de derde klasse I, red.). Dat blijkt nu gewoon een hele leuke competitie te zijn, met ploegen als Prinsenland – dat er momenteel even bovenuit steekt -maar ook DVV, Klundert en DBGC bijvoorbeeld. Clubs die bovendien ook nog eens aardig wat supporters meebrengen of thuis goed bezocht worden, waardoor we tot nu toe leuke wedstrijden spelen. Wedstrijden waarin we eigenlijk niet onderdoen voor de tegenstanders en goed mee blijken te kunnen.’’

Dat was ook het geval in de Hoeksche Waardse derby met SSS, die met 2-0 verloren ging. Van Dam: ,,Een geflatteerde nederlaag, want ook in die wedstrijd waren we absoluut niet de mindere zoals mijn collega Paul Bestebreur ook toegaf naderhand. Dat geeft echt veel vertrouwen voor de komende maanden waarin we onze doelstelling willen behalen.’’

Voor veel trainers is drie jaar werken bij een vereniging nog steeds een soort van maximale houdbaarheidsdatum. Peter van Dam staat daar anders in. ,,In vergelijking met de start van mijn trainerschap bij Zinkwegse Boys is de selectie in de loop der jaren flink veranderd. Door de komst van nieuwe spelers, die afkomstig waren van SHO en Oud-Beijerland, maar ook door de doorstroming van jeugdspelers is de spelersgroep aan verandering onderhevig. Dat maakt het trainerschap ook weer uitdagend’’, aldus Peter van Dam, die zijn diploma UEFA B op zak heeft.

Van Dam tekende, evenals twee jaar geleden, voor twee seizoenen bij zodat hij in principe ook nog een zesde seizoen voor de groep zal staan.  Er is echter wel een clausule in zijn verbintenis met Zinkwegse Boys. ,,Op basis van mijn trainersdiploma mag ik in de tweede klasse werken. Als er een club komt, die nog een stapje hoger speelt dan Zinkwegse Boys dan heb ik de vrijheid om te gaan praten. Maar misschien gaan we zelf wel voor een plek in de tweede klasse. Dat zou helemaal wat wezen.’’

Klik op Zinkwegse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Zinkwegse Boys voor meer informatie over de club.

Handhaving is weer het ultieme doel

0

ZBVH slaagde er vorig seizoen in om het hoofd boven water te houden en lijfsbehoud in de vierde klasse af te dwingen. Ook in deze jaargang is handhaving het ultieme doel van de Zuid-Beijerlanders, die onder leiding van het technische duo Robin Borremans en Ferdinand Cats opnieuw aan een survivaltocht zijn begonnen.

ZUID-BEIJERLAND – Clubscribent Henk Weij omschreef het onlangs in zijn verslag na de wedstrijd tegen Rozenburg nog heel mooi: ZBVH bevindt zich dit seizoen in de ‘poule des doods’ en zal er alles aan moeten doen om zich in eerste instantie het vege lijf te redden. Robin Borremans, onderdeel van het technische duo bij de Zuid-Beijerlanders dat hij samen met Ferdinand Cats vormt, was nog stelliger in zijn opinie: ,,Als wij er weer in slagen om erin te blijven, dan hebben we het fantastisch gedaan.’’

Alles staat bij ZBVH ook dit seizoen in het teken van overleven. Dan helpt het niet dat de rood-zwarte selectie vanaf het begin van dit seizoen geconfronteerd wordt met pure pech en blessureleed. Voor de reeds gememoreerde ontmoeting met één van de grootmachten – in elk geval in numeriek opzicht – Rozenburg (5-0 nederlaag) telde de absentenlijst van Hercules maar liefst twaalf namen. Veel te veel om een echte vuist te kunnen maken tegen deze tegenstander, maar vooral een kwetsbaarheid die het grote doel – handhaving – zwaar onder druk zet.

Keuzes
Begin september konden Borremans en Cats nog 28 spelers op de training verwelkomen, maar dat aantal liep in de weken daarna zienderogen terug. Toch was er aan het begin van november opeens dat sprankje hoop, dat vonkje dat moet ontstaan om te geloven in het heilige doel. In de derby met GOZ boekte ZBVH, mede dankzij de rentree van Davey Lodder, een 3-0 overwinning op de eilandgenoot die in het jubileumjaar de sprong vanuit de vijfde naar de vierde klasse had gemaakt. Daarop volgde kort daarop de nederlaag in de derby met OSV Oud-Beijerland, maar ZBVH hoeft nog niet te wanhopen als de personele bezetting in de komende periode op orde komt en Borremans en Cats eindelijk weer keuzes hebben bij de samenstelling van hun team.

Eerst maar eens de reddingsboei weer zien te grijpen en dan verder kijken is het motto van ZBVH. En dan? Borremans liet zich al over die naaste toekomst uit: ,,Op de langere termijn zie ik ons groeien, want er zit echt potentie in de groep. In de komende jaren moet dat iets moois gaan opleveren. Ik hoop dat ik daar mijn steentje aan bij kan blijven dragen. Maar hoe lang ik hier trainer blijf, dat is niet aan mij. Daar beslissen anderen over.’’

Klik hier voor meer informatie over ZBVH
Klik hier voor meer artikelen over ZBVH

‘De ambitie om trainer te worden had ik niet echt’

Na vier jaar lang assistent te zijn geweest, maakt Martijn Stoop bij derdeklasser Groote Lindt sinds dit seizoen als trainer onderdeel uit van een driemanschap. Dat betekent meer verantwoordelijkheid, maar vooral een heel fijne samenwerking met Marcel Wattimena en Marcel Walters. “Dat maakt me toch wel trots, na al die jaren dat ik hier zelf heb rondgelopen.”

Want Groote Lindt en Stoop (45) zijn allesbehalve onbekenden voor elkaar. “Dit is gewoon mijn club! Ik heb ongeveer negen jaar in het eerste gespeeld en ook nog de jeugd getraind.” Desondanks bracht hij het grootste deel van zijn jeugdopleiding, door bij FC Dordrecht. “In de D’tjes ging ik naar daar. Tot de beloftes.” Na een uitstapje naar ASWH, keerde de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht weer terug in Zwijndrecht. “Toen hebben we nog een tijdje eerste klasse gespeeld. Dat waren mooie jaren!”

Verantwoordelijkheid

Maar dat Stoop heel wat seizoenen later nu zelf voor de groep zou staan, had hij ook nooit verwacht. “Die ambitie had ik niet echt. Ik moest er al goed over nadenken toen Randall mij vroeg om assistent te worden.” Randall is Randall Neeskens, de trainer waarmee Stoop de afgelopen seizoenen nauw samenwerkte. “Groote Lindt is mijn club en Randall mijn maat. Ergens anders had ik het nooit gedaan.” Extra bijzonder, is zijn nieuwe rol voor hem dan ook wel, vertelt Stoop. “Ik heb hier jaren rondgelopen, nu ben je trainer…” Al was hij dat de voorbije vier jaar eigenlijk dus ook al wel. Tenminste een beetje. “We deden veel samen en bespraken qua tactiek alles. Zo heb ik echt geleerd hoe je een bespreking moet houden, maar ook hoe je omgaat met die jongens. Daarnaast gaf ik ook trainingen, dus ik wist vooraf waar ik aan begon.” Het grootste verschil? “De verantwoordelijkheid ligt nu meer bij mij. En ook de trainingen doe ik vaker.” In samenspraak met Marcel Wattimena. “Marcel staat al langer voor een groep als trainer, dus heeft meer ervaring in het opbouwen van trainingen. Daarin neemt hij echt de lead. Ik houd mij meer bezig met de tactiek en het managen van het team.” Een goede combinatie, zo denkt Stoop. “Ik ken Marcel al langer, hij is net als ik een echte Lindtenaar. Wat dat betreft zit er een hoog Groote Lindt gehalte op de bank.” Met meer dan genoeg ervaring ook op het veld. “In de jeugd scoorde ik als spits aan de lopende band, daarna ben ik steeds verder naar achteren gegaan. De laatste jaren speelde ik zelfs centraal achterin! Als een soort vrije verdediger.”

Controle

Zaak om dat nu over te brengen, op een vrij jonge groep, vertelt Stoop. “We zijn wat spelers kwijtgeraakt, dus we wisten dat we moesten gaan verjongen en bouwen aan een nieuw team. Met eigen jongens.” De start, was voor Groote Lindt dan ook zoekende, is de trainer eerlijk. “De voorbereiding is maar kort en we zitten in een zware competitie.” Inmiddels heeft de derdeklasser na de nodige aanpassingen, de stijgende lijn te pakken. “Qua formatie én tactiek. Daardoor ging het na de herfstbreak, een stuk beter.” Wat vooral? “We kregen in het begin veel goals tegen, nu spelen we wat meer vanuit de controle. Daarom zijn we spelers individueel taken mee gaan gaven. Iets minder hoog druk en wat compacter staan, zodat we vanuit daar verder kunnen bouwen.” Ook aan het teamgevoel. “Waar nodig sta ik boven de groep, maar ik probeer mezelf ook te mengen. Wat dat betreft helpt mijn historie met de club wel, dan ben je toch meer benaderbaar.” Hopelijk voor hem, draagt dat dit seizoen bij, aan het behalen van de doelstelling. “We hebben de weg naar boven gevonden, dus willen nu eerst wegkomen van de onderste plaatsen en daarna zien we wel wat er nog mogelijk is!” Te ver vooruitkijken, doet Stoop dan ook niet. “Ik heb voor mezelf nog niet echt een plan gemaakt voor de toekomst, dat laat ik in het midden. Voorlopig bevalt het hier heel goed. Daar wil ik mij eerst op richten.”

Klik hier voor meer informatie over Groote Lindt
Klik hier voor meer artikelen over Groote Lindt

Den Hoed kiest andere richting

0

Stefan den Hoed en FC Binnenmaas, dat was tot het begin van dit seizoen een twee-eenheid, een onlosmakelijke verbinding. Maar de wegen in de voetballerij zijn soms ondoorgrondelijk: Den Hoed verliet in de zomer het vertrouwde complex De Lange Weide om neer te strijken op de accommodatie van ‘Hercules’ aan de Ridder van Dorplaan.

ZUID-BEIJERLAND – Waar een goed gesprek met twee trainers niet toe kan leiden. Twintiger Stefan den Hoed sleet zijn voetballeven tot halverwege dit kalenderjaar bij FC Binnenmaas, waar hij met name in het tweede team zijn minuten maakte. Het vertrouwde geel-groene tenue van FC Binnenmaas is nu echter omgeruild voor een rood-zwarte outfit en zijn voetbalactiviteiten ontplooit hij nu in een geheel ander deel van de Hoeksche Waard.

De Puttershoeker koos als jeugdspeler, niet verrassend, voor een gang naar FC Binnenmaas, de club die een product is van de fusie destijds tussen Maasdam en Puttershoek. ,,Vanuit de jeugd ben ik vroeg doorgestroomd naar de selectie. Uiteindelijk heb ik zes jaar deel uitgemaakt van de selectie, waarbij ik voornamelijk in het tweede team heb gespeeld’’, blikt hij terug op het eerste deel van zijn actieve voetballoopbaan.

Fanatiek
Maar De Lange Weide is niet meer het strijdtoneel, waar Den Hoed zijn voetbalkunsten etaleert. Mede dankzij de inspirerende verhalen van Jasper Barendrecht, die hem warm maakte voor een overstapte naar de Zuid-Beijerlandse Voetbalvereniging Hercules. ,,Ik heb veel goede verhalen over ZBVH gehad. Daarnaast werd ik erg positief over de ambities van de club en over de trainers Robin (Borremans, red.) en Ferdinand (Cats, red.).’’ En zo ontstond een positieve ‘vibe’, waardoor de interesse van Den Hoed voor een overgang gewekt werd en hij uiteindelijk in de overschrijvingstermijn – net als het NSVV-trio Lucas de Zeeuw, Koen Cornelisse en Devon van der Wal – voor een overgang naar ZBVH koos.
Met de komst van Den Hoed kregen Borremans en Cats in elk geval een multi-inzetbare pion in hun selectie. ,,Ik ben een fanatieke voetballer, die er alles aan wil doen om te winnen’’, sprak Den Hoed gepassioneerd tijdens zijn entree. ,,Daarnaast ben ik een veelzijdige speler die op veel posities terecht kan, waarbij ik wel de voorkeur heb voor de aanval. Als ik in het veld sta, toon ik passie en laat ik graag een goede actie en een goede voorzet zien.’’
Het sociale aspect was ook voor Den Hoed een reden om de overstap naar ZBVH te maken. ,,Ik ben een speler die na afloop van de training en wedstrijd graag in de kantine komt en die het leuk vindt om een praatje met supporters en andere leden van de club te maken’’, liet hij optekenen.
Bij zijn aankomst sprak Den Hoed de hoop uit dat ZBVH mee zou kunnen doen in de strijd om de bovenste plaatsen in de beresterke vierde klasse. Die hoop moet vooralsnog bijgesteld worden: evenals vorig seizoen ziet het ernaar uit dat ZBVH zich in eerste instantie zal moeten bekommeren om lijfsbehoud in een uitermate pittige vierde klasse.

Klik hier voor meer informatie over ZBVH
Klik hier voor meer artikelen over ZBVH

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.