Home Blog Pagina 23

Van vriendenteam tot titelkandidaat: Elshout 4 op jacht naar het kampioenschap

ELSHOUT – Wat begon als een gezellig team met een paar vrienden, is inmiddels uitgegroeid tot een kampioen in de reserveklasse. SC Elshout 4, met Dennis van Venrooij (41) als speler én trainer, is zondag 18 mei kampioen geworden. “We kwamen hier om lekker te ballen, maar ja… als je dan toch op dat veld staat, wil je ook winnen.”

Van Venrooij is al zijn hele leven verbonden aan SC Elshout. Als vijfjarig jongetje begon hij met trainen, één jaar voordat hij officieel wedstrijden mocht spelen. “Mijn vader is lid sinds de oprichting, dus het was logisch dat ik hier zou gaan voetballen. En dat ben ik blijven doen – inmiddels al 36 jaar.”

Hij schopte het tot het eerste elftal, waar hij op jonge leeftijd al mocht aansluiten. Op zijn zestiende veroverde hij een basisplaats. “We speelden toen nog in de vijfde klasse. Het laagste niveau, dus ik redde me wel.” Rond zijn 29e stopte zijn loopbaan in het eerste abrupt door onenigheid met de trainer. “Achteraf had ik dat anders moeten aanpakken. Maar goed, ik kwam uiteindelijk in het tweede terecht, waar we ook een prachtige tijd hebben gehad – kampioen geworden, beker gewonnen, mooie herinneringen.”

Na een paar jaar besloten Dennis en nog zes spelers samen door te gaan in het vierde elftal. “Voor de gezelligheid. Maar doordat we een flinke kwaliteitsimpuls meebrachten, begonnen we ineens wedstrijden te winnen. En dan merk je: voetbal is hartstikke leuk, maar winnen is leuker.”

Sinds drie seizoenen is Van Venrooij speler-trainer van het vierde. “We hebben een groep van 24 man. De jongste is 28, ik ben de oudste. We trainen serieus, maar met humor. Veel positiespellen, af en toe een loopoefening met bal – want lopen zonder bal vind ik zelf niks aan,” grapt hij. “We trainen meestal met twaalf tot zestien man. Niet verkeerd voor een vriendenteam.”

Vorig seizoen draaide Elshout 4 al bovenin mee. Dit seizoen werd de start zelfs indrukwekkend: acht overwinningen in de eerste tien wedstrijden. “De eerste verliespartij was uit bij Haarsteeg, toen misten we wat mensen. Maar die nederlaag heeft ons wakker geschud.” In de return tegen Haarsteeg stond er druk op, maar het team wist wat het moest doen. “We zeiden tegen elkaar: we moeten deze pakken als we kampioen willen worden. En dat deden we. We speelden de beste wedstrijd van het seizoen.’’

Opvallend is hoe de groep met niveauverschillen omgaat. “We hebben een paar hele goede spelers, een hoop gemiddelde en ook een paar onderaan de kwaliteitsladder,” zegt Dennis met een knipoog. “Maar iedereen kent zijn rol en eigen kwaliteit, en dat vind ik mooi. We doen het echt als team. Ook onze leiders René, Paul en Mike hebben een belangrijke rol, zie maar eens elke week achttien spelers tevreden te houden.’’

Op het moment van spreken is er nog één wedstrijd te gaan en is Elshout 4 kampioen geworden. In de kampioenswedstrijd werd Nieuwkuijk 4 met 5-0 verslagen. “Bij een overwinning of gelijkspel, was het binnen. Verloren we, dan hadden we nog een kans – maar dan zijn een paar van ons op vakantie, inclusief ikzelf. Dus ik ben blij dat het zondag is gebeurd.”

Na afloop volgt een feestmiddag op het sportpark. “Een mooi moment om het seizoen af te sluiten én hopelijk te bekronen met het kampioenschap.”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van SC Elshout.

Samen in rood-wit-blauw: de opmars van broers Clijsen bij RWB

WAALWIJK – Als broers samen in het eerste elftal van je club spelen: voor Jonne (21) en Jesper Clijsen (18) is het inmiddels de normaalste zaak van de wereld bij RWB. “We staan samen op het veld én zetten ons in naast het veld. RWB voelt echt als onze club.”

Beide broers begonnen ooit bij DESK, maar via een vriendschappelijk toernooi kwamen ze in aanraking met RWB. Jesper maakte als eerste de overstap. “Ik speelde dat toernooi met wat vrienden die al bij RWB zaten. Het beviel direct. Het voelde als een warme club, met fijne vrijwilligers en alles goed geregeld.” Jonne volgde een paar jaar later. “Bij DESK was het plezier wat minder geworden. Toen Jesper overstapte, ben ik uiteindelijk ook gegaan.”

Inmiddels maken ze allebei deel uit van het vlaggenschip van de zaterdagvierdeklasser. “Ik ben begonnen als spits,” vertelt Jesper. “Daarna via het middenveld naar de backpositie, waar ik nu meestal speel. Eerst dacht ik: dit is niks voor mij. Maar inmiddels vind ik het leuk – vooral het verdedigen. En ik probeer nu ook aanvallend bij te dragen. Laatst heb ik mijn eerste doelpunt gemaakt, dus dat smaakt naar meer.”

Jonne speelt op het middenveld, meestal op tien. “Ik hou van steekpasses en het verdelen van het spel. Een speler als Ødegaard vind ik daarin sterk: die ziet openingen die anderen niet zien. Zelf heb ik daar dit seizoen stappen in gezet. Ik ben doelgerichter geworden en maak meer goals dan voorheen.”

Jesper kwam op zijn zeventiende bij het eerste terecht, Jonne via het tweede. “We werden kampioen met het tweede,” blikt Jonne terug. “Dat seizoen was top. Helaas brak ik mijn arm, en ben ik er lang uit geweest. Dit seizoen voel ik me voor het eerst weer écht volwaardig basisspeler.” Jesper: “Toen ik net in het eerste zat, kreeg ik weinig minuten. De trainer koos voor ervaring. Nu speel ik vrijwel altijd.”

RWB begon het seizoen uitstekend, maar staat nu vierde op de ranglijst. “We hebben in de tweede periode de periodetitel gepakt en staan op het moment in de finale van de nacompetitie,” legt Jonne uit. “We willen promoveren. En hebben daar nu een mooie kans op. Daar gaan we vol voor.” Jesper vult aan: “Dat zou mooi zijn. Zeker nu ik mijn eerste goal te pakken heb.”

Ook buiten het veld zijn de broers actief. Jesper is al vier jaar jeugd­scheidsrechter bij RWB en liep stage als jeugdtrainer. “Je leert anders naar het spel kijken. En je krijgt meer respect voor de rol van de scheids.” Jonne hielp onlangs bij een clinic voor de jongste jeugd. “We proberen als selectie iets terug te doen. Onze opa is trouwens ook betrokken: hij maakt foto’s bij wedstrijden. Het is echt een familieclub.”

Voorlopig willen de broers vooral plezier blijven maken en doorgroeien bij RWB. “We hebben het naar ons zin, leren veel en willen gewoon winnen,” zegt Jonne. Jesper sluit af: “Zolang we samen op het veld kunnen staan én ons steentje kunnen bijdragen, is het goed.”

Klik op RWB voor meer informatie over de club.
Klik op RWB voor meer artikelen over de club.

Sparta’30 viert jubileum: ‘G-voetbal hoort bij de club’

Donderdagavond trainen en op zaterdag lekker weg met ‘die mannen’. Cees Krauweel weet als trainer én leider van het G-team van Sparta’30 niet beter. En dat is na al die jaren, nog steeds veel te leuk om te doen, vertelt hij. “Het is een voorrecht om met ze te mogen werken.”

Letterlijk en figuurlijk, zo blijkt. “Het is voor mij eigenlijk een verlengstuk van mijn dagelijkse bezigheden. Sinds mijn achttiende werk ik in de zorg, onder meer met mensen met een beperking.” Inmiddels met een eigen bedrijf én dus op het voetbalveld. “Je probeert iedereen in te zetten op hun kracht. En het mooiste is, als je ze kunt laten sporten zonder dat ze doorhebben dat ze een beperking hebben.” Bijvoorbeeld op donderdag, tijdens de training. “We beginnen altijd met een warming-up, vervolgens gaan we rekken en strekken en afwerken. Tot slot doen we partijtje. Dat is altijd de kers op de taart!” Maar ook daarna, is het feest nog niet voorbij, lacht Krauweel (56). “Dan gaan we de kantine in. We proberen heel erg in te zetten op de gezelligheid.”

Door het vuur

Gezelligheid, die er bij Sparta’30 alweer 35 jaar lang heerst, wat betreft het G-voetbal dan tenminste. “Volgens mij zijn we één van de weinige clubs die het al zo lang hebben. Wat dat betreft hebben we altijd continuïteit kunnen bieden.” Al scheelde dat niet veel, vertelt Krauweel. “Een paar jaar geleden, hadden we echt een spelerstekort. Toen heb ik mezelf erin vastgebeten, omdat ik vind dat G-voetbal hoort bij Sparta’30. Gelukkig hebben we sindsdien weer wat meer aanwas.” Want als iemand weet hoe belangrijk het hebben van een G-team is, dan is het de inwoner van Andel wel. “Mensen met een beperking, moeten ook gewoon hun favoriete sport kunnen beoefenen. En bewegen, is sowieso natuurlijk goed.” Voor Krauweel, bestaat er dan ook niets leukers om te doen. “Qua leeftijden loopt onze groep enorm uit elkaar, dus het is leuk om daar een team van te maken.” Iets wat hem, samen met onder meer verzorger Harold Viveen, aardig is gelukt. “Ze zijn ontzettend leergierig en bereid, dus je kunt ze heel veel leren. Wat dat betreft gaan ze echt voor Sparta’30 door het vuur.” De teleurstelling na een nederlaag, is dan ook groot. Al duurt dat vaak maar even. “Meestal is het tien minuten erg, daarna sta je weer snel met je voeten op de aarde en pakken we de leukste dingen van het leven weer op.” Juist die combinatie, maakt het voor Krauweel zo mooi om te doen. “Dit is gewoon echt mijn ding. Je leert ook de achterban van een speler kennen, iemands ouders of broer. Dat is een mooie samenhang.”

Feestje

Een samenhang die Krauweel als geen ander kent, als voormalig voetballer van Sparta’30. “Mijn vader is vroeger voorzitter geweest, dus dat heb ik van thuis uit wel een beetje meegekregen. Vervolgens werd ik scheidsrechter en ging ik op jonge leeftijd werken in de zorg, zo is mijn interesse gewekt. Als er dan een G-team wordt opgericht, raak je vanzelf betrokken.” Zelf voetballen, hield Krauweel iets minder lang vol. “Ik heb alle jeugdelftallen doorlopen en vervolgens vanaf mijn zeventiende tot mijn 25ste in het eerste gespeeld. Daarna ben ik gestopt.” Mede door een gebrek aan intrinsieke motivatie, is hij eerlijk. “Over het algemeen had ik het niet zo met trainers. Een beetje gezag ondermijnend, denk ik.” Aan zijn multi-inzetbaarheid, lag het in ieder geval niet. “Ik was overal inzetbaar. Dat kon in drie weken zomaar weer ergens anders zijn.” Als trainer van het G-team, is Krauweel wat dat betreft dus een stuk meer honkvast. Net als de club. “Ter ere van het 35-jarig jubileum van het G-voetbal, spelen we op 14 juni bij Sparta’30 het Jan Viveen toernooi en wordt er een feestje gevierd.” Na hopelijk een aantal overwinningen. “Sport en competitie, zijn onderdeel van het leven. Alleen winnen we niet zoveel, dus proberen we in ieder geval te scoren, zodat we alsnog met een goed gevoel naar huis gaan.” Ook volgend seizoen? “Ik kijk altijd aan het einde van het jaar, wat we gaan doen en waar het balletje heen rolt. Dan weeg je alles af. De club loopt met ons weg, maar er komt vooral op een zaterdag, natuurlijk meer bij kijken.” Toch ziet Krauweel het zichzelf, en zeker komend jaar, voorlopig nog wel blijven doen. “Het is nog veel te leuk!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Sparta’30.

‘Ik mag trots zijn op waar ik vandaan kom’

Waar voor veel spelers van Wilhelmina’26 het seizoen met degradatie naar de derde klasse zal aanvoelen als een grote teleurstelling, is dat voor Koen van der Maaden op persoonlijk vlak een stuk minder het geval. De aanvaller verbrijzelde vijf jaar geleden bij een scooterongeluk zijn voet, ging vier keer onder het mes, brak daarna nog een keer zijn kuitbeen, maar staat sinds een aantal maanden weer pijnvrij op het veld. “Ik probeerde altijd wel vooruit te kijken.”

Hoe lastig dat na die beruchte kerstnacht, inmiddels vijf jaar geleden, soms ook was. “Het stormde heel hard, ik gleed uit en kreeg mijn scooter boven op me.” Behalve dat het veel pijn deed, weet Van der Maaden (23) er verder niet al te veel meer van, vertelt hij. “Mijn voet was verbrijzeld en was er niet goed aan toe. Gelukkig was het mijn linker, dat is mijn slechte been.” Desondanks, bleek de schade groot. “Ze hebben bij mijn teen een stukje bot bijgezet en ik moest een huidtransplantatie ondergaan.” Maar klaar, was de inwoner van Wijk en Aalburg daarmee nog lang niet. “Mijn botten zijn niet goed terug gegroeid, dus moest ik opnieuw geopereerd worden. En door corona, duurde dat allemaal ook nog eens extra lang.”

Tegenvaller

Toch besloot Van der Maaden het een jaar na zijn ongeval, te proberen. “Toen ben ik weer gaan voetballen, maar dat voelde niet goed.” Een nieuwe operatie bleek noodzakelijk. “De plaatjes die ze in mijn been hadden geplaatst, moesten er weer uit.” Aangesloten bij het tweede, kreeg de buitenspeler een nieuwe tegenslag te verwerken. “Ik ging meteen door mijn enkel. Dan vraag je jezelf wel af: moet ik nog blijven voetballen?” Het antwoord daarop, was al vrij snel ‘ja’, zo blijkt. “Ik was nog jong en miste het veel te veel.” En dus sloot Van der Maaden drie jaar geleden bij het vierde aan. “Een half uurtje voetballen was toen wel echt de max.” Een promotie naar het tweede, in het seizoen 2022/2023, volgde. “Destijds twijfelde ik wel of ik niet bij het vierde moest blijven, maar ook Ömer Kaya, trainer van het eerste, zag het wel in me zitten. Al moest ik natuurlijk heel voorzichtig zijn.” Meegedaan bij het eerste én aanvoerder van het tweede, lachte het voetballeven Van der Maaden weer toe. Zo leek het. “Ik kon het seizoen daarna ook eindelijk weer hele wedstrijden spelen, tot ik in december mijn kuitbeen brak. Dat was een flinke tegenvaller, het ging net lekker…” Opnieuw stond hij negen maanden buitenspel. “Mijn enkel was uit de kom, mijn enkelbanden waren kapot en mijn kuitbeen was versplinterd.” Bij de pakken neerzitten, deed Van der Maaden echter niet. “Ik wist, door mijn vorige blessure, beter hoe ik ermee om moest gaan.”

Leerzame periode

Dit seizoen, begon hij dan ook vol vertrouwen bij het tweede. “Toen vroeg Ömer al een paar keer: wanneer kunnen we Koen weer een keer gebruiken?” Dat moment kwam, uit tegen Dongen, in de eerste wedstrijd na de winterstop. “Dat beviel goed! Daarna ben ik ook mee gaan trainen met het eerste, waardoor het steeds beter ging.” Een mooie beloning, voor al zijn harde werk. “Ik ben denk ik goed met alle tegenslagen omgegaan en probeerde altijd weer vooruit te kijken.” Mede dankzij de hulp van zijn fysio en de verschillende trainers. “Die bleven mij er altijd bij betrekken.” Inmiddels, kijkt Van der Maaden dan ook terug op een leerzame periode. “Ik heb écht geleerd om door te blijven gaan en niet op te geven. Ook in het veld. Voetballend ben ik misschien niet super goed, maar ik blijf wel altijd gaan. Dat is mijn kracht.” Bij de club, waar hij al heel zijn leven speelt. “Sinds de kabouters. En op mijn zeventiende, zat ik bij het eerste.” Angst, kent Van der Maaden gelukkig niet. Behalve laatst tegen Vlijmense Boys. De tegenstander waartegen hij zijn been brak. “Daar had ik het wel even lastig mee. Verder heb ik dat nooit, dan is het gewoon blind gaan.” Ondanks, dat hij altijd nog wel een beetje last heeft. “Zeker na een wedstrijd, is mijn been nog wel opgezet. Dat komt omdat er natuurlijk nog een plaatje in zit.” Mede vanwege die tweede breuk. “Misschien is dat achteraf wel goed geweest en heb ik daardoor nu minder pijn.” Pijn die Van der Maaden toch ook wel een beetje voelt, door de degradatie naar de derde klasse. Al voelde hij die ergens wel aankomen. “Je moet ook realistisch zijn. Door de vele blessures en wisselingen, is het niet gek dat we een niveautje lager gaan spelen.” Met hem er volgend jaar, opnieuw weer bij. “Mijn ambitie is nu vooral om fit te blijven én hopelijk, kunnen we in ons jubileumjaar dan bovenin meespelen.” Aan zijn inzet, zal het in ieder geval niet liggen. “Ik praat eigenlijk nooit over wat er allemaal is gebeurd, maar ik mag trots zijn op waar ik vandaan kom!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.

 

Fluit in de hand, diploma op zak: SSC’55 viert jonge scheidsrechterstalenten

0

SPRANG-CAPELLE – Ze floten al wekelijks jeugdwedstrijden op Sportpark Van Wijlen, maar sinds kort doen Lotte van Loon en Rik van de Griendt dat met een officieel KNVB-diploma op zak. De twee jonge leden van SSC’55 slaagden onlangs voor de landelijke scheidsrechterscursus – en bevestigen daarmee een trend binnen de club: investeren in je eigen mensen loont.

“Ze doen dit met plezier en op een manier die bij ze past,” zegt jeugdvoorzitter Ronald Korver. “We hopen dat hun enthousiasme aanstekelijk werkt voor anderen – want zonder scheidsrechter, geen voetbal.”

Lotte en Rik zijn al jaren vertrouwde gezichten op de zaterdag. Ze begonnen met fluiten toen ze zelf nog in de jeugd speelden. De liefde voor het spel én het scheidsrechtersvak groeide gaandeweg. Toen SSC’55 hen de mogelijkheid bood om via de club een officiële KNVB-opleiding te volgen, twijfelden ze geen moment.

De cursus bestond uit spelregelavonden, praktijkwedstrijden en reflectiemomenten. Beide slaagden met overtuiging voor de spelregeltoets – het schriftelijke examen waarmee ze hun kennis op papier moesten aantonen. Tijdens de feestelijke diploma-uitreiking, in aanwezigheid van praktijkbegeleiders Albert-Jan en Marcel, familieleden en jeugdvoorzitter Ronald, ontvingen ze niet alleen hun certificaat, maar ook een nieuw scheidsrechterstenue én een bioscooppakketje als blijk van waardering.

De ontwikkeling van Lotte en Rik staat niet op zichzelf. Eerder behaalde ook Jelle Rozenbrand zijn KNVB-diploma – opnieuw een jeugdspeler van SSC’55 die zich verder wilde ontwikkelen binnen zijn eigen vereniging. Ondertussen fluiten meerdere jonge clubleden elke week wedstrijden in de onderbouw. Als wedstrijdbegeleiders zorgen zij ervoor dat ook de allerkleinsten op een sportieve en eerlijke manier het voetbalspel leren kennen.

“Mooi om te zien dat deze trend zich voortzet,” zegt Korver. “We begeleiden ze goed, nemen ze serieus, en laten zien dat we hun inzet waarderen. Dat werkt – voor henzelf én voor de club.”

Die opleidingslijn binnen SSC’55 beperkt zich bovendien niet tot scheidsrechters. De club investeert al jaren in het opleiden van trainers. De afgelopen twee seizoenen behaalden zeven SSC’ers hun VC1-certificaat via de KNVB. Twee andere trainers zijn momenteel bezig met VC2. Daarmee zet SSC’55 stevig in op kwaliteit en continuïteit binnen de jeugdopleiding.

“We willen dat onze trainers groeien, zodat onze jeugd beter wordt opgeleid. Uiteindelijk plukt de hele club daar de vruchten van,” aldus Korver.

Voor Lotte en Rik smaakt het scheidsrechtersdiploma in elk geval naar meer. Ze blijven fluiten – en inspireren hopelijk anderen om ook die stap te zetten. Want SSC’55 gelooft: wie de jeugd vertrouwen én kansen geeft, bouwt aan de toekomst.

SSC’55 feliciteert Lotte en Rik van harte met hun diploma. De club kijkt uit naar nog vele sportieve en faire wedstrijden onder hun leiding – fluit, vlag en tenue liggen al klaar.

Klik hier voor meer artikelen over SSC’55

Altena bestaat 80 jaar: ‘Dat is ook de kracht van het dorp’

Een mooie leeftijd en iets om even bij stil te staan. Ook voor voorzitter Cor Geelhoedt is het 80-jarig jubileum van Altena iets om trots op te zijn. En niet alleen als voetbalclub. “Dat is ook de kracht van het dorp.”

De 59-jarige Geelhoedt weet het dan ook nog goed, toen hij in 2014 begon als voorzitter. “Destijds ben ik echt wel een beetje geschrokken.” Van de financiën, dan welteverstaan. “Dat zag er niet goed uit. En dus hebben we in die periode puur zakelijk gekeken naar onze inkomsten én uitgaven. Loopt de sponsoring goed? Maken we gebruik van alles subsidies?” Met een gezonde buffer tot gevolg. “Uiteindelijk hebben we dat om weten te vormen.” Maar ze zijn er in Nieuwendijk nog niet, beseft ook de inwoner van Hank. “De bomen groeien nog steeds niet tot in de hemel, dus aandacht voor de financiën blijft belangrijk.”

Samen

Toch bestaat Altena nu dus 80 jaar. Geelhoedt weet wel waarom. “Dat is niet alleen de kracht van de club, maar ook de kracht van het dorp. Met de voetbal willen we graag de verzamelplaats zijn voor mensen.” En dat lukt aardig, ziet hij. “Het is eigenlijk altijd wel druk, ook in de kantine.” Een plek dus om elkaar te ontmoeten én te voetballen. Iets wat hij zelf nooit heeft kunnen doen. “Toen ik zeven was, ben ik getorpedeerd door een brommer. Het was al een wonder dat ze alles nog konden herstellen, alleen voetballen was mij niet gegund. In het dagelijkse leven heb ik er geen last van, maar een tik tegen mijn been kan niet.” Voorzitter zijn gelukkig wel. “Ze zochten een nieuw bestuur, dus toen werd ik gevraagd.” Heel gek, was die keuze vanuit de club overigens niet. “Ik zat op dat moment al in meer besturen.” Onder andere bij Be Ready. “Daar ben ik in het verleden vijftien jaar jeugdvoorzitter geweest.” Een aantal seizoenen gestopt, wisten ze hem bij Altena snel genoeg te vinden. “Mijn zoon Julian voetbalde net een jaar bij Altena, dus dat zag ik wel zitten.” Want voetbal, is beleving, weet Geelhoedt. “En niet alleen ratio. Je bent dan misschien wel een passant, toch moet je er samen voor zorgen dat er continuïteit blijft en dat er een bodem ligt, om jarenlang op door te kunnen blijven gaan.” Hoe ze dat in Nieuwendijk doen? “Door te zorgen dat iedereen een plaats vindt binnen de vereniging. Jongens, meiden, vutters óf veteranen. Ieder lid moet zich thuis voelen. En het liefste ook nog wat bijdragen aan de club.” Al is vooral dat laatste, een steeds grotere uitdaging, vertelt Geelhoedt. “Ouders vertonen vaak consumentengedrag. Ze vinden het fijn dat we op hun kinderen passen, maar steken zelf minder graag hun handen uit de mouwen.” Het is zo nu en dan, dan ook lastig om alle functies goed in te vullen. “Een vereniging is met elkaar zorgen dat het floreert. Je doet het samen.”

Vierde klasse

Wat dat betreft zit het qua ledenaantal wel goed, merkt Geelhoedt. “De laatste jaren zijn we groeiende.” En dat is maar beter ook. “We moeten blijven bestaan. Altena is veel te belangrijk voor het dorp.” Samenwerken, is soms dan ook de enige optie. “Dat doen we op het gebied van de jeugd, inmiddels alweer tien jaar met Almkerk.” De reden? “Aantallen en het creëren van een werkbare situatie.” Met uiteindelijk als doel, om ook op voetballend gebied stappen te maken. “In het verleden hebben we natuurlijk hoger gespeeld, tot in de top van het amateurvoetbal. Dat is nu niet meer mogelijk, maar we horen niet thuis in de vierde klasse. Dat moet veel beter.” Zaak om daar dus keihard aan te gaan werken de komende jaren. “Sportief moeten we verbeteren. Dat is een samenspel tussen selectie, staf, technische commissie en eigenlijk de hele vereniging. Om samen een team met een lokale identiteit neer te zetten.” Want Geelhoedt, in 2023 koninklijk onderscheiden voor zijn nodige vrijwilligerswerk, weet als geen ander hoe mooi het kan zijn. “We hebben met Altena de nodige promoties meegemaakt, dat soort prestaties blijven altijd hoogtepunten.” Degradaties daarentegen, voelen voor de voetballiefhebber dan weer als dieptepunten. “Net als het coronajaar. Toen stonden we bovenaan, gingen we richting de eerste klasse, maar werd het seizoen niet uitgespeeld.” Wie weet, wat de toekomst brengt. “Mijn zoon komt opnieuw bij Altena voetballen, dus dat geeft voor mij toch weer een extra dimensie!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

Remco van de Berge ziet ‘heilige voetbalvuur’ verdwijnen

NIEUWERKERK – Hij is bezig aan zijn veertiende seizoen in het eerste elftal van derdeklasser SKNWK. Alleen is Remco van de Berge niet meer de onbetwiste basiskracht die hij in de voorgaande seizoenen altijd wel was. Maar de middenvelder/aanvaller heeft er vrede mee, vooral omdat hij zijn ‘heilige voetbalvuur’ stukje bij beetje ziet verdwijnen.

“Sommigen hebben pas diep in de dertig dat ze denken om een stapje terug te zetten. Maar bij mij groeit dat gevoel nu steeds sterker. Ik ben de oudste speler in de selectie en heb een zware baan als operator bij Zeelandia. Daar werk ik veel avonddiensten en kan daardoor niet altijd trainen. En voor mijn spel is training wel essentieel, vooral ook conditioneel. Daarin voel ik de krachten soms wegvloeien en ook de drang om er echt alles uit te willen halen nog. Dus voor mij is het prima als de trainer andere keuzes maakt. Natuurlijk doe ik mijn stinkende best als ik in de basis sta of als wisselspeler word ingebracht. Want er is natuurlijk in het voetbal niks mooiers dan winnen. Dan smaken de biertjes na afloop toch ook net wat lekkerder.”

Alleen dat winnen en broodnodige punten pakken, daar is juist waar het voor SKNWK, de kampioen in de 4e Klasse C van vorig seizoen, nu behoorlijk hapert. “We scoren simpelweg veel te weinig. Het is niet dat we geen kansen krijgen, maar je moet ze wel erin schieten en daarin komen we tekort waardoor het opnieuw spannend wordt of we het gaan redden in de derde klasse. In die veertien seizoenen ben ik drie keer gepromoveerd. De vorig twee keer vlogen we er na één seizoen direct weer uit. Het zou enorm zuur zijn mocht dat nu weer gebeuren. We hebben het nog in eigen hand om de nacompetitie te halen. Dat is het maximale en daar gaan we wel alles aan doen met elkaar. Het doel was om te handhaven en mocht dat lukken is ons seizoen alsnog geslaagd.”

Van de Berge wil in die laatste weken nog proberen er het maximale uit te halen, want hij wil het wel op een goede manier afsluiten. “Ik merk dat het lastiger is voor mij om me op te laden en er alles voor te laten. Ik neig nu meer te kiezen voor andere zaken, een middagje vissen met vrienden bijvoorbeeld. Want het leven bestaat uit meer dan voetbal op prestatief niveau. Ik hoop in de derde klasse te blijven en blijf ook komend seizoen beschikbaar voor de nieuwe trainer Edwin Kriens. Voetballen bij SKNWK blijf ik sowieso doen, het is aan de trainer dan om te bepalen in welke rol of positie.”

Klik op SKNWK voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SKNWK voor meer informatie over de club.

Jeroen de Ruijter reist flink wat kilometers om te voetballen bij WIK’57

KERKWERVE – Sommigen gaan te voet of op het fietsje naar de trainingen en wedstrijden bij hun voetbalclub. Andere moeten een stukje met de auto. Zo niet Jeroen de Ruijter van WIK’57. Hij pendelt wekelijks tussen woonplaats Alkmaar, zijn werk in Zoetermeer, het ouderlijk huis in Zierikzee én om te trainen en voetballen bij de vierdeklasser uit Kerkwerve.

“Ja, het is geen alledaagse keuze die ik heb gemaakt. Samen met mijn vriendin woonde ik eerst in Den Haag. Toen we op zoek gingen naar een permanente woning zou het Zierikzee worden óf Alkmaar waar mijn vriendin vandaan komt. Het zorgt ervoor dat ik nu wekelijks de zaken nog strakker moet plannen en dus vooral ook flink wat tijd in de auto doorbreng.”

De Ruijter begon op zijn zevende met voetballen bij MEVO en na de fusie werd hij speler bij MZC’11. “Vrienden van de middelbare school die al bij WIK’57 speelden polsten me een aantal keer om bij hen te komen voetballen. Uiteindelijk heb ik met twee vrienden de stap gezet en ik speel er dus nu nog steeds. Trainen doe ik alleen op dinsdagen. Dan rijd ik vanaf mijn werk naar mijn ouders, eet daar wat, ga trainen en blijf dan in Zierikzee slapen. De volgende dag rijd ik weer terug huiswaarts om dan in het weekend weer koers naar Zeeland te zetten.”

De 30-jarige centrale verdediger annex controlerende middenvelder ziet het bovendien al een prima manier om zijn Zeeuwse vrienden, familie en ouders te blijven zien. En hij kan daarnaast lekker sportief zijn energie kwijt. “Vooralsnog zeer zeker. Sportief gezien doen we het niet onaardig denk ik. Alleen persoonlijk heb ik door een aantal blessures geregeld verstek moeten laten gaan en dat is wel jammer natuurlijk. Want het voetballen is toch echt wel een geweldig spelletje.”

Of hij komend seizoen echter nog altijd zijn kilometers naar Zeeland zal maken is nog even afwachten. De Ruiter zit namelijk in een traject van testen voor een opleiding tot luchtverkeersleider. “Als ik daar doorheen kom dan zal ik een jaar in opleiding gaan in Denemarken om daarna hopelijk bij een luchthaven zoals Schiphol te gaan werken. Zover is het overigens nog niet, want het is een pittig traject. Maar de kans bestaat dat het wel doorgaat en dan zal ik het voetbal even vaarwel moeten zeggen. Tot die tijd pendel ik heerlijk wekelijks heen en weer.”

Klik op sv WIK’57 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv WIK’57 voor meer informatie over de club.

‘Ik ben zeven dagen in de week met voetbal bezig’

Jeroen van der Horst (41) is een voetbaldier bij Hekelingen. “Ik ben zeven dagen in de week met voetbal bezig. Ja, echt zeven. Mijn vrouw zegt weleens tegen mij: ‘Je hebt geluk met mij! Welke vrouw accepteert dit nou?’ En ja, dat besef ik me ook wel, ha ha.”

Dit seizoen stapte Van der Horst in als interim-trainer van Hekelingen. “Dat was in februari, na de wedstrijd tegen WCR. En we gaan met elkaar door. Ook komend seizoen sta ik voor de groep. Dat is wel bijzonder ja, want bij deze club ben ik opgegroeid. Hier begon ik met voetballen toen ik 5 jaar was. Tot mijn 25ste speelde ik bij Hekelingen, in het eerste, daarna ben ik naar WRW, OVV en NBSVV in Nieuw-Beijerland gegaan.”

Van der Horst kan zich geen leven voorstellen zonder voetbal. “Het is de rode draad in mijn leven. Ik ben ermee opgegroeid. Als mijn vrouw zegt dat ik met haar bof, klopt dat, maar we hebben ook kinderen die voetballen. Dus zeg ik ook lachend tegen mijn vrouw: of ik nou op het veld sta of naast het veld, dat maakt niet uit, we gaan toch mee!”

Trainer van kinderen

Want Van der Horst is niet alleen trainer van de hoofdmacht van Hekelingen, zijn tweede avontuur als hoofdtrainer na Fortuna Be Quick, hij traint ook het onder 12 team van zijn zoon en het elftal van een andere zoon bij WCR. “Ja, het is zaterdag wel even puzzelen. Ik probeer alles te volgen, dat zeker, soms lukt het niet maar eigenlijk wil ik geen wedstrijd missen op zaterdag.”

Zondag vrij dan? “Nee, ik heb ook nog een voetbalschool, ha ha. Ja, echt zeven dagen in de week. Ik train jeugd op het complex van Hekelingen. Niet alleen voor de spelers van de club, iedereen kan zich aanmelden. Extra trainingen voor spelers die daar behoefte aan hebben, met veel techniekvormpjes. Ik heb best veel kinderen voorbij zien komen die echt stappen maken in hun ontwikkeling. Dat is mooi om te zien!”

“Ze trainen bij ons anders dan tijdens hun reguliere trainingen op de club. Bijna alles met een bal aan de voet, een uur en een kwartier lang. Laatst zei een trainer van een speler van SC Botlek tegen hem dat hij zoveel stappen maakte. Dat is leuk om te horen. Niet dat ik daar verantwoordelijk voor ben, dat doet zo’n jochie zelf, maar je draagt er wel een beetje aan bij.”

Trainen doet Van der Horst sowieso zijn hele leven al. “Ik train al zo lang jeugdelftallen. Bij Hekelingen, maar vroeger ook bij Spijkenisse en SCO ’63. Joh, toen ik zelf in het eerste team speelde, een jaar of 22 was, trainde ik de A1 van Hekelingen al. Ik was niet veel ouder dan die gasten, en sommigen van hen zitten nu nog bij de selectie. Dat is wel grappig.”

Herkenbaar elftal

Toch heeft Van der Horst nog niet echt nagedacht wat hij wil in het trainersvak. “Dat ik bij Hekelingen als interim-trainer startte, is uit nood geboren. Maar ik heb het naar mijn zin, en de club is tevreden. Wat ik belangrijk vind is dat we met Hekelingen stappen maken. Met een herkenbaar elftal. We willen veel jeugd door laten stromen naar het eerste team. We gaan ook weer een ouderwetse onder 23 competitie opstarten met zeven andere clubs. Op dinsdagavond voetballen met jongens van het eerste, tweede en de onder 19. Kunnen spelers ruiken aan het seniorenvoetbal. Komend seizoen staat in het teken van opbouwen.”

Zelf zien we Van der Horst sowieso nooit meer als speler op het veld. “Ha ha, nee. Vorig seizoen begon het ineens weer te kriebelen. Besloot ik toch weer te gaan voetballen. Eigenlijk was ik in 2019 al gestopt. Ik viel 12 kilo af, speelde veel, maar in maart knapte er een spiertje in mijn bovenbeen. Toen wist ik met mijn 40 jaar: het is klaar!”

Klik op vv Hekelingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Hekelingen voor meer informatie over de club.

Hans Schelvis: ‘Zuidland is een onderdeel van mijn leven’

Hans Schelvis kan zich de dag dat hij kennismaakte met Zuidland nog goed herinneren. “Ons gezin woonde 20 jaar geleden in Vlaardingen en was toe aan wat anders. Voorne Putten was behoorlijk onbekend terrein en we zijn een aantal woningen gaan bekijken. Voor de deur in Zuidland was het gevoel meteen: dit is het! Het dorpse is toch meer wat ons trekt.”

In Zuidland wonen Hans en zijn vrouw inmiddels niet meer. “We wonen nu in Geervliet. Ook mooi. Alles op de begane grond. Dat was de reden om Zuidland te verlaten. Als ik mijn vrouw een beetje kan inschatten denk ik dat ze dit huis het liefst wil oppakken en in Zuidland wil zetten”, lacht Schelvis (60).

Schelvis en zijn vrouw zijn verknocht geraakt aan Zuidland in al die jaren. “En de voetbalvereniging speelt in mijn leven ook een belangrijke rol. Inmiddels ben ik alweer dertien jaar bezig met de club, alle in facetten, dan wordt het echt een onderdeel van je leven. Of ik zonder kan? Alles kan, maar het spelletje blijft leuk, dus waarom zou ik!”

Opvolger van Chong

Sinds september 2024 is Schelvis zelfs voorzitter van Zuidland, als opvolger van Dave Chong, die die rol jarenlang vervulde. “Ik zat al in het bestuur voor de vrouwenafdeling en mensen wisten me altijd al redelijk goed te vinden voor van alles en nog wat. En Dave was ook al elf jaar voorzitter, dus toe aan wat anders.  Het bevalt prima. Het bestuur is op een aantal plekken gewijzigd, het was even zoeken en elkaar steunen. Een klein bestuur, maar gelukkig hebben we daaromheen veel betrokken Slandse vrijwilligers die de taken zelfstandig uitvoeren.”

Schelvis loopt al jaren rond bij Zuidland en vooral bij de vrouwenafdeling van de vereniging. “Ik sta nog steeds op het veld. Ik geef twee keer per week training en coach op zaterdag de vrouwen 2. Dat doen niet veel voorzitters, nee. En af en toe fluit ik nog een wedstrijdje. Ik ben vaak op de club, te vaak, dat klopt. Dat was altijd al drie keer in de week, maar sinds ik voorzitter ben soms wel vijf keer. Ik doe het graag. Tien jaar geleden kwam ik in het bestuur, als coördinator vrouwen/meiden, en vier jaar geleden nam ik de secretarisrol erbij. En nu dus voorzitter!”

Het vrouwenvoetbal interesseert Schelvis al vele jaren. “Ik kom uit een heel andere regio. Ik voetbalde vroeger zelf bij Oliveo. Daar begon ik 50 jaar geleden. Ik heb daar in totaal 20 jaar gespeeld en zat zes jaar in het bestuur. Toen was ik een jaar of 21. Ze kwamen bij mij uit toen ze een wedstrijdsecretaris zochten. Maar toen ik op mijn 26ste verhuisde naar Vlaardingen, en twee jaar later bij Zwaluwen Vlaardingen terecht kwam, vroeg mijn buurman of ik geen vrouwenteam wilde trainen.”

Uit de hand gelopen

Dat deed Schelvis. “Die buurman was coördinator vrouwenvoetbal van Zwaluwen. Ik ben begonnen en eigenlijk nooit meer gestopt. Ik heb het eerste vrouwenteam van Zwaluwen Vlaardingen getraind, en later nog zeven jaar in Ridderkerk bij RVVH de vrouwenteams. Toen woonde ik al in Zuidland. Wel mooi om ook een aantal jaren het landelijk vrouwenvoetbal van dichtbij te hebben meegemaakt. Na de verhuizing zijn mijn dochter en ook even mijn zoon bij Zuidland gaan voetballen, en toen ik klaar was bij RVVH kwam de vraag of ik bij Zuidland wat wilde gaan doen. Ja, het is een beetje uit de hand gelopen allemaal, ha ha. Maar wel ontzettend leuk. Zo’n vijf jaar geleden hadden we vijf vrouwenteams, dat is voor een dorp uniek!”

Zuidland heeft Schelvis nooit meer losgelaten. “De club niet en het dorp ook niet. We voelen hier ons zo thuis op Voorne Putten. Vlakbij de polder, lekker wandelen met de honden. Je moet alleen niet in de spits het eiland af willen met de auto”, lacht hij. “Maar anders zit je overal zo. Mijn dochter voetbalt trouwens nog steeds bij Zuidland, bij 30+. Ze woont in Spijkenisse, ook lekker in de buurt.”

Op het veld

Schelvis is inmiddels 60 jaar en wil naast het voorzitterschap ook nog wel een aantal jaren op het veld staan. “60 van nu is niet meer te vergelijken met 60 zijn van vroeger. Ik voel me fit, al merk ik natuurlijk wel een beetje dat ik ouder word. Het is zoals het is. Je wordt ouder, dat is nu eenmaal zo. Ik weet dat ik over vijf jaar waarschijnlijk niet meer op het veld sta. Dat is wel een ding ja. Het zit nu zo in mijn ritme, maar er komt een moment dat het genoeg is. Geen idee hoe ik daar op ga reageren. Ik blijf altijd wel bezig. We hebben twee Duitse herders, ik vind het geweldige beesten. Het zijn twee kinderen van me, echt! Maar nee, ik neem ze niet mee naar de club. Dat is niet goed voor de ballen denk ik.”

Wat zijn de plannen met de voetbalvereniging? “Nou, ons tweede team is inmiddels  kampioen worden. Naar de eerste klasse. Dat is voor de aansluiting van het tweede naar het eerste een goede zaak. En het is goed voor de uitstraling van Zuidland als ook het tweede elftal op niveau speelt. Met het eerste team spelen we wel op het niveau waar we minimaal thuishoren, dat willen we ook vasthouden. Maar elke geleding moet de juiste aandacht krijgen.”

“En ja, verder…. Je bent met zoveel dingen bezig met het bestuur. De lange termijn.  De toekomstbestendigheid van de accommodatie, investeren in de juiste dingen. Je moet het kostenaspect nooit uit het oog verliezen, De vereniging moet financieel gezond blijven. We hebben nu 192 zonnepanelen op het dak liggen. Daar moeten we ook naar kijken, de energietransitie en het effect op de vereniging. Het heeft niets met voetbal te maken, maar wel met de vereniging. Alles moet op niveau blijven. Sportief, maar ook financieel. Dat is wel een uitdaging. Voor alle clubs. We willen de contributie behapbaar houden. Dat lukt nu nog steeds. Ik weet dat er verenigingen zijn, bijvoorbeeld in Amsterdam, die 400 euro contributie vragen. Die kant willen wij absoluut niet op! Voetbal moet een sport blijven die betaalbaar is voor iedereen.”

“Waar ik wel trots op ben is dat we het goed doen met vrijwilligers. Natuurlijk is het soms een uitdaging, maar we hebben bijvoorbeeld altijd mensen achter de bar, en ook voor de projecten op het complex. Dat is echt een leuke club mensen. Scheidsrechters vinden is overal niet eenvoudig, en ook voor het dagelijks onderhoud is het af en toe lastig. Mooi ook dat we maatschappelijk meedoen, twee mailtjes en ik had twaalf vrijwilligers om een collecte te doen voor het Gehandicapten Sportfonds. Maar Jaap van Sintmaartensdijk, onze TC, gaat binnenkort wel stoppen na 15 jaar. Tja, probeer hem maar eens te vervangen. Dat wordt een uitdaging. Maar die uitdaging gaan we wel aan! En we willen mensen gaan interesseren om te fluiten. Dus door cursussen naar ons toe te halen, de jeugd enthousiast te maken, en proberen vast te houden!”

Klik op VV Zuidland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Zuidland voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.