Home Blog Pagina 24

Cas van Maldegem voetbalt bij Colijnsplaatse Boys puur voor plezier

COLIJNSPLAAT – Voorlopig speelde Colijnplaatse Boys op zaterdag 18 mei 2024 haar laatste wedstrijd in het standaardvoetbal. De geelhemden namen afscheid met een 1-1 tegen Bevelanders als hekkensluiter in de 4e Klasse C. Dit seizoen komen ze daarom uit in de Reserve – vierde klasse waar de ploeg van spits Cas van Maldegem op kampioenskoers ligt.

“Dat is na jaren van onderin spelen ook wel weer eens leuk om nu bijna wekelijks onze wedstrijden te winnen. Zelf maakt het me eerlijk gezegd niet zoveel uit of ik nu in het standaardvoetbal speel of in de reserveklasse. Ik voetbal bij Colijnplaatse Boys puur voor het plezier en de gezelligheid, het niveau doet me niet zo veel.”

De achttienjarige Van Maldegem heeft een drukke baan in het akkerbouwbedrijf van zijn ouders. “Daar ben ik toegetreden tot de maatschap dus dat geeft dan ook wat meer verantwoordelijkheden. Mede daardoor moest ik al geregeld verstek laten gaan voor trainingen en wedstrijden en zo hadden we nog wat jongens die er geregeld niet waren. Dan is het niet raadzaam om in het standaardvoetbal te blijven en is dit voorlopig een prima oplossing. Sportief gezien doen we het goed en dat is ook wel prettig. De sfeer is goed en iedereen heeft het prima naar de zin nu.”

Toen hij vijftien jaar was, stond de aanvaller wekelijks op het trainingsveld en speelde zijn wedstrijden voor de club. Echter toen was hij op een totaal andere positie te vinden in het veld. “Klopt. Ik heb de hele jeugd bij Colijnsplaatse Boys gekeept en ben pas later veldspeler geworden. Vorig seizoen heb ik ook nog regelmatig gekeept, maar sinds dit seizoen vooral in de spits. Een leuke plek waar ik met mijn fysiek en doorzettingsvermogen prima uit de voeten kan. Dit seizoen heb ik ook geregeld wel gescoord, maar ook daar ben ik nooit echt zo mee bezig. Het gaat mij er vooral om dat we wedstrijden winnen en wie ze dan maakt dat is niet zo belangrijk voor mij.”

De jonge boer heeft echter wel een sportieve ambitie als het gaat om zijn ploeg. “We hopen nu natuurlijk om kampioen te worden, want een feestje vieren dat is toch altijd leuk om mee te maken denk ik. Bovendien is het misschien voor jongens wel een extra motivatie om toch weer te overwegen in het standaardvoetbal te stappen en in te stromen in de vijfde klasse van het zaterdagvoetbal. Zover is het echter nog helemaal niet hoor. Laat ons eerst maar eens dit seizoen winnen afsluiten en de titel pakken. Als dat leuk dan kan je zeker spreken van een meer dan geslaagd seizoen.”

Hoewel het niveau in eerst instantie voor Van Maldegem weinig uitmaakte, hoopt hij toch ooit weer in de standaardklasse terug te keren. “Het is de afgelopen jaren lastig genoeg gebleken om voldoende spelers bijeen te krijgen die er echt voor wilden gaan. Spelers bij elkaar houden is sowieso een uitdaging, zeker bij kleinere verenigingen. Dat zie je jammer genoeg op meerdere plekken en daarin zijn wij geen uitzondering. Ik heb het echter nog altijd prima naar mijn zin en ga zéker ook door, net zoals gelukkig het overgrote deel van de groep. Het zou een leuke beloning zijn voor ons seizoen om aan het eind van de rit dat met een titel te kunnen vieren hier.”

Klik op Colijnsplaatse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Colijnsplaatse Boys voor meer informatie over de club.

Thijs van der Steen: ‘Ik ga nooit meer weg bij Abbenbroek’

Thijs van der Steen is helemaal thuis bij Abbenbroek. “Ik ga hier nooit meer weg! Dit is mijn cluppie. Ik draag de club echt mee in mijn hart. Het moet wel heel gek lopen wil ik hier ooit weggaan. Nee, dat zie ik niet gebeuren.”

De rechtsback van de vijfdeklasser is bezig aan zijn tweede seizoen in de hoofdmacht van Abbenbroek. Vorig seizoen kampte de 23-jarige speler met ontzettend veel pech. “Ik heb een hoop blessures gehad. Eerst mijn rug, daarna mijn enkel. Ik ben lang heel klein gebleven en ineens begon ik te groeien. Ik denk dat mijn rug daar een tikkie heeft gehad. In de eerste seizoenshelft miste ik veel wedstrijden.”

Enkelblessures

Van der Steen kwam terug, speelde zijn duels in het eerste elftal, maar stond daarna weer lang aan de kant. “Ik ben twee keer zwaar door mijn enkel gegaan. Als dat twee keer gebeurt in een paar maanden tijd, gaat het wel in je hoofd zitten. Sindsdien tape ik mijn enkel altijd in. Dit seizoen heb ik geen blessures.”

De verdediger, die in de jeugd ook in de aanval en op het middenveld speelde, verwacht dat Abbenbroek in de nabije toekomst stappen kan maken met de hoofdmacht. “Dit seizoen rekenen we nergens op, maar als we de ploeg bij elkaar houden naar volgend seizoen toe, is er wel wat mogelijk. We hebben ook echt een leuke groep!”

Op het eiland

Van der Steen voetbalt al sinds zijn vijfde bij Abbenbroek. “Ik woon ook op het dorp. Al mijn hele leven. Het wordt lastig om voor mezelf een huis te vinden hier als ik bij mijn ouders vertrek, in Abbenbroek komt weinig vrij, maar ik zal nooit ver weg gaan. Niet verder dan Zuidland of Brielle. Ik blijf sowieso op het eiland, dat is zeker. Rotterdam heeft me nooit getrokken. Ik heb hier alles joh. Al mijn vrienden!”

“De sfeer zit er weer goed in bij Abbenbroek. Gelukkig maar. Vorig seizoen was dat even anders. Maar het is weer een grote familie. Ons kent ons, en iedereen helpt elkaar. Lekker na de wedstrijd of training een biertje drinken, of darten met elkaar. Ja, ik ben hier thuis!”

Klik op vv Abbenbroek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Abbenbroek voor meer informatie over de club.

Duits keert terug als hoofdtrainer: ‘RKC is ambitieus, maar ook warm en vertrouwd’

WAALWIJK – RKC Waalwijk heeft de opvolging van Henk Fraser rond: vanaf komend seizoen staat oud-speler en voormalig assistent-trainer Sander Duits (41) voor het eerst als hoofdtrainer op eigen benen. De clubman keert terug in het Mandemakers Stadion, waar hij zich voor twee seizoenen heeft verbonden aan de Waalwijkse eredivisionist.

Duits komt over van FC Twente, waar hij sinds de zomer van 2023 als assistent-trainer werkzaam is onder Joseph Oosting. In Waalwijk begint hij aan zijn eerste klus als hoofdtrainer – en daarmee aan een nieuw hoofdstuk in zijn al langlopende band met RKC.

Sander Duits werd geboren in het Gelderse Putten en begon zijn carrière bij amateurvereniging SDC Putten. Via Vitesse kwam hij terecht bij De Graafschap, waar hij op 1 december 2002 zijn debuut maakte in het betaald voetbal. Onder trainer Peter Bosz begon hij toen in de basis in een uitwedstrijd tegen Vitesse (1-1). In de jaren daarna kwam hij tot tientallen wedstrijden bij de ‘Superboeren’, al was hij door hevige concurrentie en blessures nooit een onbetwiste basisspeler.

In 2006 liep zijn contract af en koos hij voor een frisse start bij FC Omniworld, het huidige Almere City. Daar bloeide hij volledig op en groeide uit tot de beste én meest scorende speler. Toch bleef interesse uit de Eredivisie uit, waardoor Duits in 2010 neerstreek bij RKC Waalwijk. Die club wilde meedoen in de top van de Jupiler League – en slaagde daarin. Duits werd een sleutelspeler en pakte direct het kampioenschap.

Een jaar later bereikte hij met RKC zelfs de finale van de play-offs om Europees voetbal. In totaal speelde hij 139 officiële wedstrijden voor de geel-blauwen: meer dan bij welke club ook. In het seizoen 2013/14 degradeerde RKC alsnog uit de Eredivisie. Duits vervolgde zijn carrière bij Go Ahead Eagles, waarmee hij na een korte degradatie opnieuw promotie afdwong.

Zijn actieve loopbaan sloot hij af waar het ooit begon: bij SDC Putten. In 2019 nam hij daar afscheid in een oefenwedstrijd tegen Feyenoord. Kort daarna begon zijn trainerscarrière bij RKC – eerst bij de beloften, later als assistent bij het eerste elftal onder Fred Grim en Joseph Oosting. In 2023 maakte hij met Oosting de overstap naar FC Twente.

Voor RKC voelt de terugkeer van Duits als een logische stap. “We zijn er trots op dat Sander terugkomt en bij ons zijn eerste klus als hoofdtrainer aangaat,” zegt algemeen directeur Willem van der Linden. “We kennen hem als een gedreven, inhoudelijke trainer die zich in korte tijd sterk ontwikkeld heeft.”

Technisch directeur Bernard Schuiteman vult aan: “Sander is tactisch sterk, heeft analytisch inzicht en weet zijn ideeën goed over te brengen. En hij is een verbinder – iemand die mensen meeneemt. Dat past bij hoe wij als club werken.”

Zelf kijkt Duits met veel vertrouwen uit naar zijn nieuwe rol: “Als speler en assistent-trainer heb ik hier een geweldige tijd gehad. RKC is ambitieus, maar ook warm en vertrouwd. Ik kijk ernaar uit om met enthousiasme en energie aan de slag te gaan als hoofdtrainer.”

Klik op RKC Waalwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKC Waalwijk voor meer informatie over de club.

RKDVC viert tachtigjarig jubileum met feestmaand vol herinneringen en activiteiten voor iedereen

0

DRUNEN – Tachtig jaar voetbal, vriendschap en verenigingsleven: bij RKDVC wordt dat jubileum dit jaar groots gevierd. De Drunense voetbalclub pakt uit met een uitgebreide feestmaand vol activiteiten voor jong en oud. Achter de schermen zorgen Serge Dumoulin en Martijn van Nunen samen met een jubileumcommissie van negen leden dat alles op rolletjes loopt. “Voor iedere doelgroep binnen onze club wilden we iets organiseren,” zegt Van Nunen. “Of je nu zes jaar bent, of al zestig jaar lid.”

Het jubileumprogramma was er eigenlijk al voor het 75-jarig bestaan, maar corona gooide roet in het eten. “We hadden alles klaarstaan: tenten, muziek en zelfs een jubileumwedstrijd tegen oud-PSV. Maar alles moest worden afgeblazen,” blikt Dumoulin terug. “Nu hebben we de draad opnieuw opgepakt. Eerst dachten we nog: doen we het een jaartje later? Maar al snel besloten we om het tachtigjarig bestaan groots aan te pakken.”

De festiviteiten starten op woensdag 15 mei met een jubileumquiz, gevolgd door een receptie en de traditionele jubilarissenavond op vrijdag 16 mei. Later in de maand volgen een veiling, sportdagen voor jeugd en senioren, een reünie, een vaders/moederstoernooi, én een knallende feestavond op zaterdag 14 juni.

Een van de hoogtepunten is de jubileumwedstrijd op zondag 15 juni tegen FC De Rebellen, een team van bekende oud-profs onder wie Stefanie van der Gragt, Glenn Helder, Romano Denneboom en Luigi Bruins. “We wilden iets speciaals neerzetten dat ook publiek van buiten aantrekt,” aldus Dumoulin. “Voor de wedstrijd wordt uit elk seniorenteam één speler afgevaardigd. Wie er daadwerkelijk mag meespelen, wordt via een loting bepaald. En tijdens de veiling op 6 juni kun je zelfs een basisplaats bij FC De Rebellen bemachtigen.”

RKDVC telt inmiddels 1200 leden, verdeeld over 75 teams, en wordt gedragen door zo’n 337 vrijwilligers. “Het is echt een minimaatschappij,” zegt Van Nunen. “Als je naar Drunen kijkt, is RKDVC een grote en actieve vereniging. We willen mensen van alle leeftijden bij elkaar brengen: jeugd, senioren, oud-leden, vrijwilligers, supporters. Er is voor iedereen iets.”

Bij het samenstellen van het programma is bewust gekeken naar de diversiteit binnen de club. “We hebben een grote jeugdafdeling, een sterk groeiende meidenafdeling en ook een G-team. Daarnaast willen we oud-leden en ereleden blijven betrekken. Het jubileum moet een moment zijn waarop iedereen zich gezien voelt.”

De voorbereiding vergde bijna een jaar. “We zijn gestart met het vormen van de jubileumcommissie, waarin iedereen een deel van het programma oppakt,” legt Dumoulin uit. “Wij houden de regie en zorgen voor de voortgang. Sponsoring was wel een uitdaging: alles kost veel geld. Maar gelukkig is er veel enthousiasme en helpen steeds meer bedrijven mee.”

Voor Dumoulin en Van Nunen, allebei meer dan veertig jaar lid, is het jubileum meer dan een feest. “Het gaat om herinneringen maken,” zegt Van Nunen. “We hopen dat mensen over tien jaar nog steeds terugdenken aan dit jubileum, zoals wij dat doen met eerdere edities. We hopen op volle velden, volle tenten, en vooral veel plezier,” besluit Dumoulin. “Want RKDVC bestaat tachtig jaar – en dat gaan we vieren met iedereen die onze club een warm hart toedraagt.”

Klik op RKDVC voor de gepersonaliseerde clubpagina.

Sleeuwijk kan leven met handhaving: ‘Gezien alle blessures’

Door de winst op GDC, is Sleeuwijk verzekerd van nog een seizoen in de derde klasse. Een prestatie waar ze bij de club, ondanks de degradatie van afgelopen jaar, toch best tevreden mee kunnen zijn. Tenminste, als het aan verdediger Ruben Siland ligt. “Gezien alle blessures, doe je het dan gewoon goed.”

Want heel gelukkig, waren ze bij de derdeklasser op dat vlak niet. “Andor van Andel brak zijn pols, Pieter-Joost van der Plas scheurde zijn kruisband, we raakten onze aanvoerder (Dylan van der Pluijm) kwijt en ook Toine van der Pijl heeft het hele seizoen niet kunnen spelen. Dan wordt het heel taai en pittig.” Ook Siland (29) zelf, bleef niet gevrijwaard van pech. “Ik heb de eerste seizoenshelft door een scheurtje in de pees van mijn knieholte ook maar weinig kunnen spelen.” Sowieso, verdienen zijn knieën wat extra aandacht, legt hij uit. “Omdat ik vrij lang ben, moeten mijn knieën veel kracht en klappen opvangen. Daardoor is er een groot deel van mijn kraakbeen weggesleten.” En dus ondergaat de inwoner van Werkendam, of Sleeuwijk-West zoals hij het zelf noemt, al vijf of zes jaar lang de nodige injecties. “Om een laagje tussen mijn gewrichten te creëren, zodat er geen verdere schade ontstaat.” Maar voorlopig, gaat dat goed. “Na mijn jaarlijkse APK, gaat het wel weer!”

Unieke combinatie

Toch blijft dat een uitdaging. Mede door zijn werk in de plaatselijke politiek. “Dat is vaak op dinsdag- en woensdagavond, waardoor twee keer trainen lastig is dit seizoen. Soms probeer ik het nog te combineren, door mijn voetbalspullen mee te nemen, maar de keren dat het lukt, is op één hand te tellen.” En dat ga je fysiek merken, vertelt Siland. “Als je dat structureel doet, ga je op zaterdag compenseren en heb je een paar dagen nodig om te herstellen. Dat is natuurlijk niet ideaal.” Toch geniet de werknemer van Damen Shipyards, van zijn werk buiten het voetbalveld. “Ik werd eigenlijk getriggerd door Philip den Haan, een oud-trainer van ons. Die was fractievoorzitter en zei: je bent altijd goed gebekt en durft je mening te geven, zie je het zitten om jouw generatie te vertegenwoordigen?” En zo geschiedde. “In 2021 ben ik begonnen als burgerraadslid, het jaar daarna werd ik verkozen tot raadslid.” Een unieke combinatie, zo beseft ook Siland. “Met mijn leeftijd heb ik toch meer contact met jongeren én ik vind het heel leuk om te doen.” Al blijft voetballen, natuurlijk het leukste wat er is. Zelfs al de resultaten, zoals dit seizoen, een klein beetje tegenvallen. “Als je degradeert, wil je het jaar daarop eigenlijk meteen weer terug promoveren of in ieder geval bij de top zitten. We mikten in ieder geval op een plek bij de eerste zes.” Een negende plaats, voelt dan ook misschien wat teleurstellend. “Maar aan de andere kant, met zoveel blessures en een gemiddelde leeftijd van net boven de twintig, hebben we het gewoon goed gedaan.” Helemaal nu handhaving binnen is. “Het is vaak lastig om tegen ervaren ploegen te spelen. Die slimmigheidjes, of een wedstrijd in het slot gooien, missen we soms nog wel eens. Al maken we wel stappen!” En die zijn nodig ook, vindt Siland. “Om een stabiele topper te worden in de derde klasse, hebben we denk ik nog wel twee jaar nodig.”

Mopperen

Als iemand het kan weten, is het de boomlange verdediger wel. “Op een uitstapje naar GJS na, heb ik alle jeugdteams bij Sleeuwijk doorlopen.” Met een debuut in 2013, tot gevolg. “Daarna heb ik nog bij Wilhelmina’26 gevoetbald en vier jaar geleden kwam ik weer terug.” En niet voor niks. “Het is gewoon dat dorpse. Je voelt je zo welkom in de kantine, iedereen komt een praatje maken en alles is goed op orde. Het is echt een voetbalclub, zoals je een voetbalclub zou omschrijven.” Inclusief kritische supporters, lacht Siland. “De ‘oudere’ mannen lopen graag een beetje te mopperen, dat hoort erbij.” Gelukkig kan de centrale verdediger daar zelf, met al zijn ervaring, prima mee omgaan. “Ik ben rustig aan de bal, dat is mijn grootste kwaliteit. Ik word niet zo heel snel zenuwachtig. En daarnaast, kan ik vrij aardig koppen. Daarom vinden we het vaak niet zo heel erg, als een tegenstander de lange bal gaat spelen.” In combinatie met zijn coaching en leiderschap, eigenschappen waar ze in Sleeuwijk nog lang van hopen te kunnen genieten. “Zolang het te doen is, is het de bedoeling dat ik lekker door blijf gaan. Maar het gebeurt steeds vaker dat ik op zondagochtend wakker word en voel dat het een grotere aanslag op mijn lichaam begint te worden.” Toch gaat Siland zeker nog een jaar door. “Het is ook meer dan voetbal, met allemaal jongens uit het dorp. En vooral de kleedkamer, blijft nog altijd zó leuk.” Mocht hij ooit wél besluiten om te stoppen, zijn ze nog niet van hem af. “De betrokkenheid en binding met de club, voel ik enorm. Dus het is leuk om iets terug te kunnen doen. Eerst als jeugdtrainer en wie weet daarna ooit als trainer!”

Klik op Sleeuwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Sleeuwijk voor meer informatie over de club.

‘Iedereen is hier lekker recht voor zijn raap’

Hoewel Hans Miesen zelf als voetballer niet over al te veel talent beschikte, komt de inwoner van Almkerk al ruim 25 jaar met veel plezier naar het sportpark van Dussense Boys. Niet als speler, maar als lid van de activiteitencommissie én trainer van de JO13. “Ik ben vooral van de persoonlijke aandacht.”

Oftewel, iedereen bij de groep betrekken, legt Miesen (49) uit. “Een beetje het sociale gedeelte, dat ligt mij meer.” Samen met collega-trainers Dennis Groen en Gilbert Versteeg, vormt hij sinds een aantal jaar, een complementair begeleidingsteam. “Die jongens hebben zelf gevoetbald, onder meer in het eerste, dus die hebben meer verstand van voetbal. Zij zetten dan ook de training uit.” Aan hem de taak om van al die spelers, een geheel te maken. “En dat is aardig gelukt! Het is echt een team geworden, hecht én fanatiek.”

Gemoedelijk

Dat Miesen ooit jeugdtrainer zou worden, had hij zelf hoogstwaarschijnlijk ook nooit verwacht. Want voetballen, was vroeger niet zijn grootste kwaliteit, zo blijkt. “Ik en voetbal? Schei uit! Ik kon geen bal raken. Toen hebben ze me maar naar een scheidsrechterscursus gestuurd. Dat heb ik nog wel een tijdje op hoog niveau gedaan.” Toch staat hij bij Dussense Boys nu dus bij de JO13 voor de groep. “Ik ging toch altijd mee en het team bestond uit achttien kids, dan help ik wel een handje mee, dacht ik.” En van het één, kwam het ander. “Dan kun je ook wel een trainerscursus gaan volgen, riepen ze vervolgens. Daar heb ik veel van geleerd.” Zes seizoenen, heel wat ballen rapen en meehobbelen later, is Miesen er nu dus nog steeds. Vol plezier. “Het is gewoon leuk om die gasten overal in mee te laten gaan en om ze vooruit te zien gaan.” Bij een club, waar de vrijwilliger het uitstekend naar zijn zin heeft. “Dat is een beetje het laagdrempelige van Dussense Boys. Heel gemoedelijk en misschien zelfs een beetje kneuterig. Maar daardoor is alles heel goed geregeld en zijn de lijntjes kort. Ik hoef nooit te vragen of iemand een keer de was wil doen of kan rijden.” Ook de accommodatie, kan hem wel bekoren. “We zijn een vijfdeklasser, maar als je ons sportpark ziet…” Bang dat hij wat anders gaat doen, hoeven ze bij de club dan ook niet te zijn. “Door een andere baan heb ik keuzes moeten, alleen dit wil ik niet laten vallen. Ik blijf hier nog wel even hangen!”

Binding

Onder meer als lid van de activiteitencommissie. “Ik kwam al 25 jaar bij de club als DJ, dus dan kun je net zo goed wat in die commissie gaan doen. Moeten ze destijds hebben gedacht. Inmiddels doe ik dat alweer een jaar of acht.” En niet voor niks. “Het is heel belangrijk om de jeugd betrokken te houden bij de club. Op die manier zorg je ook voor binding onderling.” Hoe ze dat proberen? “We doen iets met sinterklaas, gaan naar wedstrijden van RKC Waalwijk, organiseren een penaltybokaal en houden een dropping.” Eén keer in de twee jaar, komt daar ook nog het traditionele jeugdkamp bij. “Dat zijn twee dagen, vol met activiteiten. Springkussens, een toernooi of bijvoorbeeld voetballen met LED-verlichting.” Wonend op 500 meter van het veld van voetbalclub Almkerk, ligt zijn hart toch bij Dussense Boys, lacht Miesen. Mede door zijn dochter. “Die wilde acht jaar geleden, in de tijd dat ik DJ was, een keer mee. Toen zei ze: ‘Pap, hier voetballen meisjes. Mag ik dat ook?’ Dat duurt maar even, dacht ik. Maar ze doet het nog steeds!” De vereniging uit Dussen is voor Miesen dan ook eigenlijk een soort familieclub geworden. “Ik rijd er nog altijd iedere maandag, woensdag, zaterdag en voor alle vergaderingen met veel plezier heen. Iedereen is hier lekker recht voor zijn raap, dat is mijn ding!”

Klik op Dussense Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Dussense Boys voor meer informatie over de club.

Leen Keijzerwaard: ‘In Oudenhoorn ben ik gelukkig!’

0

Leen Keijzerwaard loopt al zijn hele leven rond bij OHVV. “Ik ben geboren en getogen in Oudenhoorn en ben ook nooit meer weggegaan. Dit is de plek waar ik gelukkig ben. Dus ook bij OHVV”, aldus de voorzitter van de vijfdeklasser.

Toen Keijzerwaard zo’n 6 jaar oud was werd hij lid van OHVV. “En op mijn 25ste zat ik al in het bestuur. Nou, ik ben nu 64 jaar. Reken maar uit. Ik heb niet onafgebroken in het bestuur gezeten hoor, maar wel een hele tijd. In die beginperiode was dat niet ideaal omdat ik zelf nog voetbalde in het eerste team. Maar ja, ik werd gevraagd. Ik kan me herinneren dat Gerrie van Pelt en Jan Trommel het tijd vonden voor wat jong bloed. Toen heb ik me laten overhalen. Naar zulke mensen luisterde ik wel.”

Voldoening

Het gevoel voor OHVV is nooit meer weggegaan. “OHVV is echt iets van het dorp. Het hoort bij Oudenhoorn. Ik heb altijd veel plezier gehad op de club, en dat is nog steeds zo. Ik kan me nog goed onze voetbalfeesten herinneren, met een loterij. Daar haalde ik zoveel voldoening uit. Met een kleine groep mensen konden wij een mooi feest neerzetten en ook nog geld binnenhalen voor de club. Het helpt ook dat je goed op kunt schieten met de medebestuursleden. Nu ook weer, het is een klein maar leuk team.”

Keijzerwaard is vaak op de club te vinden. “Vier a vijf keer in de week zeker wel. En mijn kantoor zit niet gek ver van de club vandaan. Dus als het hek open moet voor wat mensen, kom ik er ook aan met de sleutel. Het blijft leuk, ook op de zaterdagen. Ik ben er altijd als het eerste elftal speelt, thuis en uit. Dat doe ik al jaren. Ook omdat mijn oudste zoon David jarenlang in het eerste heeft gespeeld natuurlijk. Toen was ik bestuurslid én ouder. En nu weer, met mijn andere zoon Matthijs in het elftal.”

“OHVV is een kleine dorpsclub. Met gezellige en betrokken mensen. Maar we hebben ook wel zorgen hoor. We moeten ook niet te klein worden. Met name met de jeugdafdeling. In Oudenhoorn zitten zo’n 60 kinderen op de lagere school, dus moet je het ook van kinderen uit omliggende plaatsen hebben. En gelukkig spreekt het veel mensen aan om bij een kleinere gemoedelijke club te spelen, met kortere lijnen.”

Trainingsgroep

Momenteel heeft OHVV zo’n 175 leden. “We hebben vier jeugdteams, drie seniorenteams en een trainingsgroep. Daar zijn zo’n 40 mensen lid van. Voetballers die niet altijd kunnen, maar zo nu en dan doordeweeks lekker anderhalf uur gaan voetballen. Met veel voormalige spelers van het eerste ook. Adrie Poldervaart komt ook als hij even tijd heeft. Voor OHVV hartstikke fijn zo’n groep. Ze doen een partijtje, een drankje na afloop, en vaak zijn ze ook wel betrokken bij iets anders binnen de club. Heel waardevol!”

Een gunstige ontwikkeling voor OHVV is ook de nieuwe woonwijk in het dorp. “Er zijn 180 woningen bij gekomen. Dat waren er voorheen in totaal 500. Dus dat is een behoorlijk aantal. We hopen op een beetje doorstroming en verjonging vanuit die wijk. Veel mensen zijn opgegroeid in Oudenhoorn, wilden hier wonen, maar konden geen woning vinden. Dan helpt zo’n nieuwe wijk wel. Wij hopen daar als club ook ons voordeel mee te doen natuurlijk.”

Trots is Keijzerwaard ook op zijn eigen bedrijf: Keijzerwaard, een verzekeringskantoor. “We bestaan al 120 jaar. Ik ben de derde generatie in het bedrijf en mijn kinderen werken ook op kantoor. David kwam als eerste en ik weet dat Matthijs toen zei: ‘Ik ben blij dat jij dit gaat doen, dan kan ik kiezen’, ha ha. Maar uiteindelijk is hij ook in het bedrijf gekomen en hebben mijn zoons ook mijn dochter Rebecca gevraagd. Zij werkt sinds 1 januari bij ons. Ik vind het hartstikke leuk, maar vooral omdat ik weet dat ze het zelf leuk vinden. Dat vind ik wel belangrijk, ze moeten het niet voor hun vader doen!”

Klik op OHVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OHVV voor meer informatie over de club.

‘Ik waardeer iedere minuut dat ik op het voetbalveld sta’

0

Lorenzo Karamat Ali ziet zichzelf niet snel meer vertrekken bij SC Botlek. “Ik heb altijd gezegd dat ik zo hoog mogelijk wil voetballen, maar door de gezelligheid bij SC Botlek, én ook de kwaliteit van de groep, kan het ook zo zijn dat ik hier nog lang speel. Ik ben even geblesseerd geweest, maar dit is wel mijn leukste seizoen tot nu toe!”

Een linksback is de 23-jarige oud-speler van Hekelingen. “Dat is ook bij Hekelingen begonnen, onder trainer Guy Duim. Hij vond dat ik me moest focussen op die positie. Ik was daarvoor linksbuiten, linkshalf en speelde ook nog een tijdje op 6. Maar toen de trainer zei dat linksback een goede positie voor mij, vond ik dat helemaal prima. We speelden in een 4-4-2 opstelling, in een ruit, ik had heel veel ruimte om op te komen. Voor mij was het een heel aantrekkelijke positie.”

Een positie ook waar Karamat Ali sindsdien niet meer is weggeweest. “Bij SC Botlek vul ik die positie eigenlijk op dezelfde manier in. Maar ik moet nog wel fitter worden. Ik wil het 90 minuten lang volhouden, want het is echt een wapen van ons als ploeg. Het grappige is dat ik sinds mijn blessure, die me zeven weken aan de kant hield dit seizoen, anders naar voetbal ben gaan kijken. Je waardeert het spelletje zo ontzettend als je even niet kunt voetballen. Ik waardeer echt iedere minuut dat ik op het veld sta. Ik geniet meer. En we hebben bij SC Botlek zo’n ontzettend leuke groep, het is altijd lachen, maar er wordt ook keihard gewerkt.”

Drie trainers

Karamat Ali is bezig aan zijn derde seizoen bij SC Botlek. “En ik heb ook al drie trainers gehad. Nu John Kleijn, daarvoor John Stougje en Ed Ridderhof. Ze hebben alle drie hun kwaliteiten. Stougje en Kleijn zijn trainers die overal het positieve van in zien. Ze proberen altijd van iets negatiefs iets positiefs te maken. Dat vind ik knap. Als een speler een klote bal geeft, weet-ie dat zelf ook, die trainers kunnen er dan toch een positieve draai aan geven. En bij Ridderhof merkte je dat hij op hoger niveau heeft getraind. Ook daar stak ik veel van op.”

Opvallend is dat Karamat Ali de deur bij Hekelingen achter zich dichttrok na een kampioenschap. “Ik schommelde daar een beetje tussen het eerste en tweede team in. En de selectie leek een beetje uit elkaar te vallen. Overigens waren we toen ik besloot om naar SC Botlek te gaan, nog geen kampioen. In de weken erna kreeg het langzaam vorm, voelde je ineens dat wij het Overmaas nog lastig konden maken. Maar titel of niet, ik ben een man van mijn woord. Ik had mijn jawoord aan SC Botlek gegeven. Ook daar speelden vrienden. En ik heb er ook nooit spijt van gehad. Deze overstap is heel goed voor mij geweest.”

En dat ondanks een degradatie in zijn eerste jaar bij SC Botlek. “Ja, van een kampioenschap met Hekelingen naar een degradatie met SC Botlek. Heb je het allebei maar meegemaakt, ha ha. Het tweede jaar in de vierde klasse was er een met ups-and-downs. Dat seizoen ging helaas als een nachtkaars uit. Ridderhof vertrok ook.”

Sparren

Drie trainers dus in drie jaar tijd. “Bij alle trainers ben ik basisspeler geweest. Dat is wel fijn. Voetbal is mijn uitlaatklep. Ik ben niet de allerbeste voetballer, dat weet ik, maar ik vind het wel hartstikke leuk en begrijp het spelletje. En ik ga altijd voor 110 procent. Ik spar ook vaak met mijn vader, die trainer is van het onder 19 elftal. Lekker slap ouwehoeren, maar ook tactisch sparren. Waarom ik bepaalde beslissingen neem in het veld. We raken nooit uitgepraat over voetbal. Heerlijk joh!”

Klik op SC Botlek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Botlek voor meer informatie over de club.

Van AZ-jeugd naar WSC 1: Sem Duenk kijkt terug op zijn eerste volledige seizoen

WAALWIJK – Hij is pas negentien, maar speelde dit jaar vrijwel alles bij het eerste elftal van WSC. Sem Duenk brak halverwege vorig seizoen door als linksback en beleefde dit seizoen zijn eerste volledige jaar in de selectie. “In de eerste seizoenshelft speelden we echt supervoetbal. Veel goals, veel overwinningen – dan wil je gewoon elke week weer op dat veld staan.”

Duenk groeide op in Noord-Holland, waar hij de jeugd doorliep bij onder meer ODIN’59, AZ en Fortuna Wormerveer. “Bij AZ was ik geselecteerd voor hun jeugdopleiding, maar dan speel je niet voor AZ. Je traint wekelijks op het complex, maar je wedstrijden speel je gewoon bij je eigen amateurclub.” Een leerzame tijd, maar uiteindelijk koos hij ervoor terug te keren naar ODIN. “Ik kwam bij Fortuna in een team waar ik niemand kende. Dat was het voor mij niet. Ik had altijd met vrienden gevoetbald. Terug naar ODIN was een stap terug qua niveau, maar ik voelde me er fijner.”

Op zijn vijftiende verhuisde het gezin terug naar Brabant en stroomde Sem in bij de Onder-17 van WSC. “In het begin kende ik niemand, maar dat veranderde snel. De jongens van de voetbal zaten ook bij mij op school, dus dat hielp wel.” Een zware knieblessure in zijn eerste jaar hield hem lang aan de kant. “Na die revalidatie werd ik op linksback gezet. Omdat ik linksbenig ben en fysiek sterk, bleek dat best te passen. In het begin was het zoeken, maar ik pakte het snel op.”

Halverwege vorig seizoen kwam de oproep: de linksback van het eerste was geschorst, of Sem kon invallen. “Ik stond direct in de basis. Dat beviel goed, dus daarna mocht ik het seizoen afmaken.” Het tempo en de fysieke intensiteit waren even wennen. “Je gaat van jongens naar mannen. Daar leer je het snelst van.”

Voor dit seizoen had hij een duidelijk doel: basisspeler worden. “Zonder pieken en dalen, gewoon elke week betrouwbaar presteren.” Ook als team was het doel helder: promotie naar de tweede klasse. “Het liefst als kampioen, maar via de nacompetitie zou ook prima zijn.”

WSC speelt in een 4-4-2 met ruit, een systeem dat nieuw was voor Duenk. “Nooit in de jeugd mee gewerkt, maar het werkt goed. We hebben snelheid, techniek, en kunnen snel omschakelen. Dat ligt ons.”

De start was stroef, met twee gelijke spelen. Daarna volgde een sterke reeks met veel doelpunten en goed spel. Maar na de winterstop viel de ploeg terug. “We deden alles hetzelfde, maar de resultaten vielen tegen. Misschien gingen tegenstanders zich beter op ons instellen. Toch bleven we in ons spel geloven.”

Inmiddels zijn er nog twee wedstrijden te gaan. WSC staat tweede met één punt achterstand op de koploper. “We hebben het niet in eigen hand, maar wie weet. Als wij winnen en zij laten iets liggen, dan kan het alsnog.”

Zijn hoogtepunt? Persoonlijk was dat BLC-uit. “Alles lukte. Verdedigend sterk, aanvallend betrokken, acties gemaakt, precies zoals ik wil spelen.” Als team noemt hij DESK-thuis. “Derby, veel publiek, vuurwerk, 3-0 winnen. Dat zijn de mooiste dagen.”

Volgend jaar wil hij doorpakken. “Nog sterker worden, constanter presteren. En hopelijk promoveren. Dan speel je volgend jaar tweede klasse – dat is het doel.”

Klik op WSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WSC voor meer informatie over de club.

Koen Kops (40) over jaren in HHC’09 1: ‘Wat je in de kleedkamer hebt, vind je nergens anders’

0

OUDHEUSDEN – Meer dan drie decennia geleden begon hij als vijfjarige jongen op het veld van HHC’09. Nu, ruim dertig jaar later, twijfelt Koen Kops of hij na dit seizoen afscheid moet nemen van het eerste elftal. “Misschien is het tijd om een stapje terug te doen. Maar eerlijk? Ik zou het  – en vooral de kleedkamer – enorm missen.”

De club zit in zijn bloed. Zijn vader was trainer bij de jeugd, zelf begon Koen op jonge leeftijd bij de F’jes. “Ik mocht als jochie van vijf jaar en negen maanden al meevoetballen. Alles draaide bij ons thuis om HHC’09. Mijn vader speelde in het eerste, was trainer van de A-, B- en C-jeugd… Het was logisch dat ik zou gaan voetballen.”

Als jeugdspeler doorliep Kops vrijwel alle elftallen van de club. Op zijn zestiende maakte hij zijn debuut in het eerste. “Ik kwam in een team met oudere gasten die me goed opvingen. Er was echt een vangnet.” In het eerste elftal speelde hij op bijna alle posities – van linksback tot centrale middenvelder. “Als opkomende back meters maken, vond ik heerlijk. Al ben ik rechtsbenig, ik stond vaak links. Dat ging prima.”

Kops maakte promoties en degradaties mee, speelde cruciale nacompetitiewedstrijden en zat ook in de zware jaren. “We hadden een periode waarin we moeite hadden om een volwaardig eerste elftal bij elkaar te krijgen. Rond corona hadden we zelfs twee jaar geen standaardteam. Zonde voor de club, maar toen hadden we gewoon te weinig jongens die twee keer per week wilden trainen.”

De herstart kwam met trainer Gilbert de Fijter en een nieuwe lichting uit de jeugd. “Ik kende Gilbert al van vroeger, toen ik als klein manneke met m’n vader naar het eerste keek. Hij heeft een goed gevoel voor mensen en weet spelers bij de groep te betrekken. We begonnen wedstrijdje voor wedstrijdje, en dat werkte.”

Nu, op zijn veertigste, twijfelt Kops over zijn toekomst als speler van het eerste. “De intentie is om bij het tweede te gaan spelen. Ze moeten het uiteindelijk zonder mij kunnen. Maar het is lastig, hoor. Die jonge gasten hebben een plekje in m’n hart, en ik weet hoe moeilijk ik nee kan zeggen als de trainer belt.”

Fysiek heeft hij het lang volgehouden. “Ik heb geluk gehad met blessures, al voel ik m’n achillespezen nu wel eens. Op maandag lach mijn collega’s me soms uit als ik door de school waar ik werk loop.”

Buiten het veld is Kops actief als jeugdtrainer van JO10, het team van zijn oudste zoon. “Dat past bij mijn werk in het onderwijs. Het is mooi om kinderen te zien groeien, te zien hoe ze met plezier leren voetballen. Het is hard werken, maar ook genieten.” Daarnaast is hij jeugdvoorzitter en betrokken bij commissiewerk binnen de club. “We proberen de club levendig te houden en nieuwe vrijwilligers te betrekken. Het moet niet stilvallen.”

Op de vraag waar hij het meest trots op is, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat ik zó lang op dit niveau heb mogen voetballen bij mijn eigen club. En dat ik iets kan teruggeven – of dat nou op het veld is of daarbuiten.” Zijn boodschap aan jonge spelers? “Geniet van het spel en geef alles. Maar vooral: wat je in de kleedkamer hebt, dat vind je nergens anders. Dat is goud waard.”

Klik op HHC’09 voor het laatste artikel over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.