Materiaalman, grensrechter of de kleding wassen en regelen. Je kunt het zo ‘gek’ niet bedenken, of Jeroen de Visser doet het. En dus is het seizoen van de vrijwilliger bij IFC eigenlijk nooit écht afgelopen, zo vertelt hij. “We zijn nu alweer bezig met inventariseren.”
En dat begon voor de 51-jarige De Visser allemaal zo rond 2007. “Eerst bij de zondag 2 als grensrechter, hulpje van de materiaalman én keeper. Omdat er geen doelman was, stond ik de drie bekerwedstrijden en de eerste competitiewedstrijd met handschoenen aan tussen de palen. Later ben ik als begeleider doorgestroomd naar één.” Sterker nog. “Ik heb op een gegeven moment ook de zaterdag 1 er nog bij gedaan.” Tot IFC stopte met het zondagvoetbal. “Dat was wel lekker, anders was je twee dagen bezig. Kon ik op zondag gewoon nog een beetje opruimen, want ik doe samen met mijn vrouw ook nog de was van de senioren.”
Schoonfamilie
Het klinkt veel, maar is volgens De Visser vooral allemaal heel leuk. “Het leukste van vrijwilligerswerk doen is voor mij dat je andere mensen kunt helpen.” En dat niet alleen. “Het is ook de waardering die je krijgt, dat vind ik heel belangrijk.” Binnen het veld maakte hij vooral furore binnen een hecht vriendenteam, begint de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht te lachen. “Ik was zelf eigenlijk helemaal geen voetballer, voetbalde gewoon met vrienden tijdens mijn jeugd. Pas op mijn achttiende werd ik lid van ASWH.” Verder dan een vriendenteam, schopte De Visser het dan ook nooit. “In 2005 of 2006, ben ik alweer gestopt.” De linkspoot beproefde vervolgens zijn geluk bij de buurman. “Mijn schoonfamilie was IFC, dus toen ik mijn vrouw leerde kennen, kwam ik hier terecht.” Helemaal toen ze hem vroegen of hij misschien in de begeleiding van het eerste wilde komen, was zijn keuze snel gemaakt. “IFC is een echte familieclub. Puur door de gezellige sfeer. Iedereen kent iedereen en ieder lid telt mee.” En dus zet De Visser zich daar dan ook met alle liefde voor in. “Het seizoen houdt eigenlijk nooit op. Nu beginnen alweer de voorbereidingen voor volgend jaar, alles inventariseren. Vanuit het bestuur krijgen we dan een budget, voor de materialen en de kleding. Dan is het dingen laten bedrukken en soms zelf nog een sponsortje ergens zoeken.”
Op de bank
Tot het straks allemaal weer écht begint. “Dan gaan we weer trainen en moet alle trainingskleding worden gewassen. Alles wordt bij ons voor die jongens op de club gewassen, opgevouwen en netjes in de kleedkamer op hun eigen plekje gelegd. Ze kunnen in principe zo zonder spullen naar IFC komen.” Een beetje verwend, worden ze volgens De Visser dan ook wel. “Iedereen loopt er spik en span bij.” De vrijwilliger verwacht daar dan ook stiekem wel wat voor terug. “Ik heb er nog steeds de pest in als we verliezen, helemaal als sommige jongens een beetje de kantjes ervan af lopen.” Gelukkig gebeurt dat niet al te vaak. “Ondertussen heb ik al heel wat promoties en kampioenschappen meegemaakt, dat is natuurlijk altijd leuk!” Zijn werkzaamheden blijft De Visser voorlopig dan ook nog vol plezier doen. “Zeker als de waardering blijft.” En die voelt hij. “Het is gewoon heel gezellig onder elkaar, ook met die jongens. Op donderdagavond blijft iedereen altijd hangen én ook op zaterdag na de wedstrijd.” Sterker nog. “Als ze vinden dat de kantine te vroeg dicht gaat, komen ze nog even met mij mee naar huis voor een biertje. Zitten ze hier op de bank, voordat ze naar de kroeg gaan. Sommige jongens zijn kind aan huis.” In een echt IFC-gezin, vertelt de eveneens terreinchef. “Mijn vrouw en kinderen zitten ook nog in de activiteitencommissie, anders zou ik al die dingen natuurlijk ook niet doen!”
Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.