Home Blog Pagina 178

‘Wij durfden het wél uit te spreken’

Er stond de laatste wedstrijden weliswaar dan wat meer ‘spanning op de beentjes’ bij de spelers van eersteklasser Kruisland, aan vertrouwen geen gebrek. Ook niet bij Niels de Boer. En met een kampioenschap op de laatste dag, bleek dat terecht. “We hadden het niet in eigen hand, toch hadden we allemaal dát gevoel!”

En dat gevoel wist de 25-jarige De Boer, nog voor de allesbeslissende slotdag, uiterst precies te omschrijven. “Bij Nemelaer mis je dat een beetje, het niet uit durven spreken. Alsof ze geen vertrouwen hebben.” Bij Kruisland, deden ze dat dus zeker wel. Een overwinning op TAC’90 (7-3) en een slippertje van de grootste concurrent, bracht de formatie van John Taks in de laatste speelronde alsnog de titel. Als beloning voor het onvermoeibare geloof. “Nemelaer heeft het heel knap gedaan, maar ik denk dat wij meer mogelijkheden hebben in de vierde divisie. Die ambitie spreken we ook uit!”

Mooie praatjes
Precies wat De Boer een seizoen of vier geleden zocht. “Ik zat bij Baronie, was nog wat jonger, maar had niet echt het gevoel dat ik veel kansen ging krijgen. Jongens gingen naar Kruisland, dat wilde ik ook wel proberen. Gewoon iets nieuws.” Gelukkig voor hem, was ook hij, precies wat de toenmalig ambitieuze tweedeklasser zocht. “Ze zochten een type als ik, iemand die het verdedigende werk kon opknappen en in de duels klapte. Technische jongens hadden ze hier al genoeg.” Toch heeft De Boer zichzelf ook juist op dat vlak, weten te ontwikkelen. “Voetballend heb ik echt stappen gemaakt, wat dat betreft heeft het heel goed uitgepakt.” Maar is de Bredanaar ook meteen eerlijk: “Ik had niet verwacht dat het zó snel zou gaan. Ze hadden toen al wel ‘mooie praatjes’, maar we speelden gewoon nog in de tweede klasse. Volgend seizoen is het vierde divisie…”

Toch, komt die opmars niet helemaal uit de lucht vallen, vertelt De Boer. “Qua trainingsmentaliteit, lag de lat al heel hoog. Eigenlijk iedereen heeft de instelling om op een hoger niveau te gaan spelen. Veel jongens zitten hier al langer, daardoor is het echt een team. En de saamhorigheid, is nog altijd hetzelfde.” In tegenstelling tot wat ‘de mensen’ denken, merkt de verdediger. “Vaak dat het hier alleen maar voetballen is en meer niet. Maar het is echt samenkomen en bezig zijn met elkaar. Iedere donderdag zitten we samen.” Voor hem één van de redenen om ieder jaar weer te blijven. “Mijn vriendenkring komt uit Breda, maar hier staat iedereen voor je klaar.”

Geholpen
Die teamspirit, in combinatie met genoeg kwaliteit, is dus blijkbaar een garantie voor succes. Ook in de eerste klasse. “Onze doelstelling was om een periode te pakken, maar in het begin hebben we nog te veel stomme punten verspeeld.” Toch begon het geloof, tijdens het seizoen al te groeien. “Het is natuurlijk ook niet verbazingwekkend dat we met deze groep bovenin meespelen. Als je ook ziet wie erbij zijn gekomen…” En dus viel die overstap van de tweede klasse, naar een niveautje hoger, eigenlijk best mee. “Vorig jaar zaten we al in een sterke competitie, dat heeft ons denk ik wel geholpen. Voetballend is de eerste klasse natuurlijk beter, maar het is geen heel groot verschil.” Mede dankzij zijn trainer, vindt De Boer. “John (Taks) is echt een mensencoach. Hij betrekt spelers erbij en laat ons echt meedenken.” Een voorbeeld? “Ik ben verantwoordelijk voor de corners verdedigend. Daardoor ben je nog meer betrokken.”

Aanjagen
En die aanpak, werpt ook bij De Boer zijn vruchten af. “Ik ben vooral in het neerzetten van de verdediging en het middenveld, meer een leider geworden. Daar zit denk ik mijn grootste ontwikkeling. En vroeger kon ik nog wel eens opvliegerig zijn, nu ben ik een stuk rustiger. Al heb ik nog steeds altijd mijn woordje terug!” Een centrale verdediger in het straatje van Pepe of Sergio Ramos dus, zo vertelt hij.  “Het team oppeppen en aanjagen, die winnaarsmentaliteit zit wel in me. Ieder spelletje, ook op de training, wil ik winnen. Daar neem ik die gasten zoveel mogelijk in mee.” Toch heeft de student Fiscaal Recht ook aan de bal, de nodige stappen gemaakt. ” Voetballend ga je er vanzelf op vooruit, in zo’n team.” De Boer, die de laatste wedstrijden van het seizoen én dus de absolute climax, moest missen vanwege een enkelblessure, zit in Kruisland voorlopig prima op zijn plek. “Ik zie mezelf niet zo heel snel meer naar een andere club gaan. Hier heb ik veel geleerd, hebben ze me geholpen, dus het liefste ga ik met Kruisland voor het hoogst haalbare. Derde divisie zou heel mooi zijn… Dat is ons volgende doel. En daar moeten we allemaal in geloven!”

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

Johan Schutt is de spin in het web bij FC Lisse

0

Hij legt z’n oor te luister, bemiddelt en verbindt en probeert ook nog nieuwe vrijwilligers te ronselen. Johan Schutt heeft bij FC Lisse een belangrijke rol. Sinds begin van dit jaar is hij breedtesportcoördinator. “Bij een grote club als FC Lisse een onmisbare schakel.”

Schutt (57) is van alle markten thuis, want op de ochtend voor de competitiekraker tussen FC Lisse en Katwijk staat hij achter de bar een dienst te draaien. “We zaten wat lastig in de mensen vandaag. Dus hebben voorzitter Leon Annokée en ik gezegd: dan doen wij het. Het is leuk en gezellig en je praat op die manier weer met veel mensen.”

Praten in zijn functie als breedteportcoördinator doet Schutt veel. En zeker in de periode waarin de nieuwe teams worden samengesteld is het topdrukte voor hem. Hij is de spin in het web bij FC Lisse, dat op Ter Specke uitgegroeid is tot een grote vereniging. “We zijn inmiddels zó groot dat de club als een bedrijf gerund moet worden, met de aantekening daarbij dat dat voornamelijk met vrijwilligers wordt gedaan. Vrijwilligerswerk lijkt vrijblijvend, maar dat is het natuurlijk niet. Het is voor de vereniging een hele opgave om al die functies te bezetten. Het liefst willen we dat er voor elke leeftijdscategorie een coördinator is, maar aan mensen komen is lastig. Ik heb deze week een gesprek op de rol staan met iemand voor een coördinatorschap, ik hoop hem zo ver te krijgen dat hij de functie gaat vervullen. De tendens is toch dat mensen zich niet willen binden. Dat is jammer, want vrijwilligerswerk is leuk en geeft veel voldoening.”

Zelf begon hij als leider van het elftal van zijn oudste zoon. “Ik kom zelf helemaal niet uit de voetbalwereld”, zegt Schutt. “Je moet mij dan ook niet vragen naar tactiek of iets dergelijks. Ik vind het leuk om voetbal te kijken, maar ik dicht mezelf geen groot voetbalinzicht toe. Mede daardoor vind ik mezelf meer bij een rol in de ondersteuning passen. Ik ben op een gegeven moment gevraagd om leeftijdscoördinator te worden en sinds dit jaar ben ik breedtesportcoördinator.”

In die functie probeert Schutt het dagelijkse reilen en zeilen zo soepel mogelijk te laten verlopen. “Ik heb gesprekken met trainers, leiders, met ouders en ook scheidsrechters. Als er nieuwe jeugdleden zijn ga ik op zoek naar een geschikt team. In overleg met trainers en leeftijdscoördinatoren kijken we naar de teamindelingen. Als er fricties zijn ga ik het gesprek aan. Je kunt je voorstellen dat met zoveel teams en spelers genoeg te doen is. Ik wil graag op de hoogte gehouden worden en wil weten wat er speelt.”

Ook de lagere seniorenelftallen vallen onder zijn verantwoordelijkheid. “Daar heb ik in principe niet zo veel omkijken naar, maar om de zoveel tijd zit ik met de aanvoerders om tafel.”

Zijn contacten met de selectieteams zijn nauw. “Ik bemoei me dus niet met de technische zaken, maar ik kom wel in beeld als er zaken zijn die betrekking hebben op de breedtesportteams. Jongens die doorstromen naar de selectie of andersom, als er spelers zijn die afvallen. Met dat lijstje in de hand ga ik dan kijken in welk team ze het beste terecht kunnen. Iedereen honderd procent naar de zin maken, zal nooit lukken, maar we proberen dat wel. We willen dat iedereen met plezier kan voetballen bij ons.”

Klik op FC Lisse voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Lisse voor meer informatie over de club.

Slegers slaagt op twee fronten

DORDRECHT – Danny Slegers beleefde een perfect einde van het seizoen 2022-2023. Op twee fronten kon de Dordtenaar namelijk zijn geluk niet op: als trainer van DFC slaagde hij erin om met de hoofdmacht van Dordts oudste club het lijfsbehoud in de derde klasse veilig te stellen. En op zondag, met de spelers van het vijfde team van de amateurs van FC Dordrecht kon hij een kampioenschap bejubelen.

Na de zomervakantie begint Danny Slegers aan het negende seizoen van  zijn trainerschap bij DFC. Slegers is daarmee in de Merwestad onbetwist de trainer met de langste adem en op de samenwerking zit bepaald nog niet de sleet. Dankzij de 6-0 overwinning op de slotdag op Internos stelde DFC het behoud definitief veilig. Hoewel het tweede deel van het seizoen bepaald niet vlekkeloos verliep, toonde Dordts oudste bij vlagen aan absoluut onder de stand te leven. Op bezoek in de kampioenswedstrijd van IFC liet DFC de Ambachters flink schrikken door brutaal een 2-0 voorsprong te nemen. De thuisploeg boog echter dat duel in deel twee om naar een 4-2 zege. ,,Maar we hebben wel serieus van ons afgebeten’’, oordeelde Danny Slegers.

Status
Met het vijfde team van FC Dordrecht beleefde Slegers daarnaast hele fijne zondagen. Dat team bouwde een reeks van maar liefst negentien overwinningen in successie op en denderde daardoor onbedreigd naar het kampioenschap. Thuis tegen JEKA 14 werd de laatste hand aan een prachtige ongeslagen reeks en een geweldige climax gelegd. ,,Wat een fantastisch kampioenschap’’, jubelde Slegers. ,,En dat tegen een tegenstander die wel kwam opdagen, zoals we dat dit seizoen wel vaker niet hadden meegemaakt. Bovendien een tegenstander met spelers van gemiddeld achttien jaar oud en de helft mocht niet rijden.’’

Met een 6-2 zege werd de titel veiliggesteld, waarbij de laatste twee treffers van Frank Barendregt afkomstig waren. ,,Daarna was het streven om ook nog de drie laatste wedstrijden te winnen.’’

Het vierde team van Neerlandia’31 uit Dorst stak daar echter een stokje voor en maakte een einde aan de ongeslagen status van FC Dordrecht (amateurs) 5. ,,We speelden niet eens zo slecht maar de tegenstander was fit en had enkele slimme spelers in de gelederen. Door de 4-3 nederlaag was de eerste nederlaag van het seizoen een feit.’’

Op de slotdag werd aan de Krommedijk het titelfeestje nog eens extra gevierd, na het duel tegen laagvlieger Bavel 6. Met een barbecue van Thorsten Hoogmoed na afloop en een 3-1 overwinning werd een prachtig jaar in stijl afgesloten. En kende Danny Slegers op twee fronten voetbalplezier.

Klik op FC Dordrecht voor het laatste artikel van de club.

Coban geniet bij Alliance van zijn ‘monstertjes’

Een ‘klein monstertje’ als aanvoerder, een supervoetballer op het middenveld en een aanvaller met paardenlongen. Het klinkt als een slechte mop, maar blijkt voor Alliance JO10 een succesvolle formule. Tenminste onder leiding van Deniz Coban. “Die kinderen geven zoveel energie.”

Assistent bij een seniorenteam, ambities als hoofdtrainer én vol met fanatisme. De 30-jarige Coban staat letterlijk en figuurlijk te trappelen. Ook toen ze hem vorig jaar namens de club eens vroegen. “Ik heb vroeger altijd in de jeugd bij Alliance gevoetbald en via een bekende van mij, bij zijn zoontje zochten ze een trainer, ben ik hier weer beland. Je moet ergens beginnen!” Want, dat moge duidelijk zijn, de jeugdtrainer barst van de ambitie. “Op dit moment heb ik nog geen papieren, maar die wil ik zeker gaan halen.”

Plezier hebben
Maar ook zonder papieren, gaat het hem voorlopig goed af. Want behalve assistent-trainer bij Rimboe, is Coban dus vooral druk met de JO10 van de club uit Roosendaal. En met succes. “Ze moeten lekker plezier hebben en allemaal genoeg spelen. Het kind staat voorop.” Maar, zo is de Roosendaler wel eerlijk. “Ik win natuurlijk liever, dan dat ik verlies.” Gelukkig ging afgelopen seizoen dus vrij aardig, merkt hij ook aan de reacties. “Positieve feedback van de ouders, we maken ook echt stappen. Die kinderen hebben zo’n positieve vibe en energie, de ontlading en vreugde als we winnen…” En dus gaat Coban steeds een stapje verder. “Je ziet ze gewoon beter worden. De dingen die ik leer bij de senioren, pas ik ook toe bij die kleintjes. Makkelijk voetballen, de goede keuzes maken en niet haasten. Ze zoeken elkaar echt op, door veel over te spelen.” Met het talent, zit het dan ook wel goed. “Onze aanvoerder is echt een ‘klein monstertje’, centraal achterin. Daar komt niemand voorbij. Die neemt ook al de boel op sleeptouw, voor bijvoorbeeld de warming-up.” 

Een toetje
En dus kan Coban, het eerste half uur van de training, eigenlijk aan zijn aanvoerder overlaten, lacht hij. “Die weet het precies! Vaak beginnen we met loopoefeningen, dan een pass- en trapvorm met meestal wat lopen, een tactisch positiespelletje of dribbelen en daarna partij.” Tenminste. “Als ze het verdiend hebben. Bij mij bestaat de training vaak uit drie dingen: warm worden, werken en een toetje. Als ze de eerste twee goed hebben gedaan, krijgen ze een partijtje. Maar dat is niet altijd.” Een klein beetje, zoals hij is als trainer. “Als persoon ben ik rustig, maar langs de kant ga ik soms best mee in de emotie. Noem het ‘meeschreeuwen’, die coaching hebben ze ook nodig. Tijdens trainingen ben ik kalm en heb ik vooral mijn aandacht erbij. Om alles zo goed mogelijk te doen.” Het liefste ook volgend seizoen, vertelt Coban. “Ik heb met de club en ook de ouders, wel een beetje de afspraak gemaakt dat we het team bij elkaar houden én ik dan meega. Met dit groepje wil ik graag door, dat lijkt me zeker leuk!” Met zijn supervoetballer op het middenveld en een aanvaller met ‘niet normale’ longen, dus. “Die kan jagen, dat is ongekend. Daardoor komen teams moeilijk op onze helft, pakken we vaak al snel de bal af en kunnen we scoren.” Voor nu smaakt zijn eerste seizoen als jeugdtrainer dus zeker naar meer, toch is zijn doel uiteindelijk nog veel groter. “Ik heb zeker de ambitie om door te gaan en uiteindelijk trainer te worden bij de senioren!” Maar dus eerst nog even genieten van zijn ‘kleine monstertjes’.

Klik op Alliance voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Alliance voor meer informatie over de club.

Wiggert ten Haken regelt het wel

Hij houdt niet van gele en ál helemaal niet van rode kaarten. Wiggert ten Haken is als scheidsrechterscoördinator van Valken’68 van het regelen. “Ik rust pas als alle wedstrijden bezet zijn.”

Het zonnetje schijnt en op alle velden bij Valken’68 zijn rond elf uur wedstrijden aan de gang. Ten Haken loopt zoals zo vaak in de kantine, uitgerust met pen en papier. “Dit is mijn lijstje van volgende week zaterdag”, wijst hij op het uitgedraaide wedstrijdprogramma. “Ik doe dat altijd. Een week van tevoren loop ik op de club en probeer ik al de eerste wedstrijden te slijten. Dat werkt heel goed, want ik zie veel mensen. Meestal ben ik na zaterdag al zo’n 75 procent rond. Aan het begin van de week bel ik of app ik scheidsrechters voor de laatste wedstrijden.”

Ten Haken kan gerust als bevlogen worden betiteld. Hij realiseert zich dat hij als scheidsrechterscoördinator een sleutelpositie bekleedt. “Bij veel verenigingen klagen ze over het gebrek eraan, ik zeg niet dat het bij ons optimaal is, maar wij hebben zeker geen klagen. Persoonlijke benadering, dat werkt.”

En een beetje brutaliteit. Als Ten Haken omhoog zit en het programma van thuiswedstrijden niet dicht krijgt stapt hij de kleedkamer in van een elftal. “Er zijn altijd wel een paar jongens die zeggen: we helpen je wel uit de brand. En als ze eenmaal een keer gefloten hebben weet ik dat ik nog een keer beroep op ze kan doen als de nood aan de man is. Ze komen op mijn lijstje.”

Dat lijstje met scheidsrechters is intussen flink. “We hebben vier, vijf scheidsrechters die elke week fluiten, aangevuld met zo’n 25 die af en toe een wedstrijd willen leiden. De één vindt het prima om één keer in de twee weken te fluiten, de ander kan ik benaderen als ik omhoog zit. Op die manier gaat het eigenlijk prima.”

Zelf fluit hij ook nog steeds. “Ik heb jarenlang gefloten voor de KNVB. Daar ben ik een paar jaar geleden mee gestopt. Ik floot tweede en derde elftallen. Nu pak ik wedstrijdjes van lagere elftallen mee als het nodig is.”

En dat doet hij met groot plezier. “De één vindt het geweldig om te voetballen, voor mij is fluiten een uitlaatklep. Ik heb er spijt van dat ik pas na mijn veertigste ben begonnen. Als scheidsrechter val ik het liefst zo min mogelijk op. Ik ben ook iemand die nauwelijks kaarten geeft. Voetbal is emotie en daar moet je als scheidsrechter ook wel begrip voor tonen. Een kaart geven is niet de oplossing. Soms ontkom je er niet aan, als een speler structureel commentaar blijft geven, maar ik probeer het eerst anders op te lossen. Als spelers op mij afvliegen omdat ze het niet eens zijn met een beslissing, meld ik dat ik een paar dagen geleden nog de Champions League floot. In vrijwel de meeste gevallen verschijnt er dan een lach.”

Ten Haken vindt het sowieso belangrijk dat zijn Valken’68 een toonbeeld is van goed gedrag. Als voorzitter van de waarden- en normencommissie ziet hij daar ook op toe. “Gelukkig hebben we als club weinig incidenten. Een enkele keer krijgen we een speler doorgestuurd waarmee we een gesprek aangaan. We adviseren het bestuur dan hoe daar mee om te gaan.”

Klik op Valken’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Valken’68 voor meer informatie over de club.

Van Nispen hoopvol de toekomst in

Voor Van Nispen begint volgend seizoen met de terugkeer in de vierde klasse een nieuwe episode. Met de komst van zes spelers van VVSB-zaterdag hoopt de club uit De Zilk dat de hoofdmacht een zachte landing kan maken.

Geen gezichten op onweer en geen doodse stilte in de kleedkamer. Toen Van Nispen in april al degradeerde uit de derde klasse was van een rouwstemming geen sprake. “Iedereen wist dat het er aan zat te komen”, reageert Andy Otte, de technisch coördinator van de selectie. “Iedereen wist bij de start van deze competitie dat het een lastig verhaal zou worden. Het ging dit seizoen niet om winnen, maar om hoe op een goede en leuke manier met elkaar het seizoen door te komen.”

Dat dat laatste is gebeurd maakt Otte, keeper van Van Nispen 5, vrolijk. “Gezien de situatie hebben we het maximale eruit gehaald. We hebben in elk geval een basis gelegd voor de nabije toekomst.”

Van Nispen werd vorig seizoen geconfronteerd met een leegloop van het eerste team. Dat team bestond al jaren uit spelers die op een zeer acceptabel selectieniveau speelden in Noordwijk. Zij vonden onderdak in De Zilk waar ze met één keer trainen in de week twee keer promoveerden: van de vierde naar de tweede klasse. “In feite zijn we nu weer terug bij af”, zegt Otte, die het bolwerk van het eerste team de laatste jaren zag afbrokkelen. “Er vielen de afgelopen jaren steeds wat jongens af. Daardoor degradeerden ze ook uit de tweede klasse. We hadden gehoopt dat een deel van het team in een soort mentorfunctie de jonge spelers kon begeleiden. Vorig jaar zomer zijn echter ook de laatste spelers van de groep afgehaakt.”

Het zorgde ervoor dat Van Nispen plan B in werking moest stellen. Om een volwaardige selectie te krijgen werd besloten om jeugdspelers vervroegd over te hevelen. “We hadden zowel bij de onder negentien als onder zeventien geen complete teams. Die jonge spelers hebben we laten doorstromen naar de selectie aangevuld met oudere spelers. Niet met het idee om ons te handhaven in de derde klasse, maar wel om de eerste stap te zetten op weg naar een representatieve selectie. Als je noodgedwongen moet teruggrijpen op jongens van zeventien, achttien jaar weer je dat het een zware kluif in een competitie waarin bovendien een versterkte degradatie van kracht is.”

Een zwaar seizoen werd verwacht, een zwaar seizoen werd het ook. Met vooral nederlagen en een zeer spaarzaam succesje. “We hebben één keer gewonnen, in april, met 3-2 van Sporting Leiden. Dat zorgde vanzelfsprekend voor een vreugde-uitbarsting.” Uitgerekend Otte zelf – 34 jaar – stond toen als vervanger tussen de palen. “Ik geloof niet dat er enig causaal verband was tussen mijn aanwezigheid en de overwinning. Voor de groep was het de beloning voor de inzet en gedrevenheid, want ondanks al die nederlagen is de opkomst op trainingen altijd heel erg goed geweest.”

Daarom ook ziet Otte met vertrouwen de toekomst tegemoet. “Aan enthousiasme geen gebrek. En met de komst van zes spelers van VVSB-zaterdag krijgen we ook een kwaliteitsinjectie. Het zijn leuke gasten die goed passen in de groep. Zes nieuwe spelers erbij is ook een mooi aantal. Genoeg om verschil te maken. Meer nieuwe spelers zou weer veel impact hebben op de selectie. We willen juist een groep creëren waarmee we voor langere tijd vooruit kunnen.”

Klik op Van Nispen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Van Nispen voor meer informatie over de club.

ASH vestigt de blik vol op de toekomst

In de nagalm van het 75-jarig jubileum, dat ASH vorig jaar vierde, is de voetbalclub uit Hellouw druk bezig om de blik volledig op de toekomst te richten. De vereniging spant zich niet alleen op sportief en maatschappelijk vlak in, maar draagt ook een steentje bij aan het creëren van een dorpshart in het eigen dorp.

HELLOUW – Niet alleen door de prestaties van de hoofdmacht is er reuring binnen ASH nadat de club vorig jaar het 75-jarig jubileum luister bijzette. Ook buiten de schijnwerpers van het sportieve succes wordt keihard gewerkt aan de toekomst van de club. Onlangs lanceerde ASH de terugkeer van de ‘club van 50’, die de komende tijd nieuw leven ingeblazen wordt. Nieuwe leden van die club mogen deelnemen aan de discussie over hoe dat geld verdeeld moet gaan worden. Bovendien weten deelnemers aan de ‘club van 50’ zich verzekerd van een VIP-behandeling bij de laatste thuiswedstrijd van het seizoen. Voort lanceerde ASH in de maand maart ‘ASH in Beweging’, een activiteit waarin het draait om seniorengymnastiek die mede mogelijk wordt gemaakt door de subsidie van de gemeente West Betuwe en op voetbalgebied was er de hernieuwde lancering van het peuter- en kleutervoetbal.

Daar houdt de betekenis voor ASH op maatschappelijk gebied echter niet op. De club heeft zich met meerdere verenigingen aangesloten bij de toekomstplannen die voor het dorp Hellouw bestaan. Inwoners hebben aangegeven een kloppend hart in het dorp te missen en willen een dorpsplein waar men elkaar kan ontmoeten. Ook meer activiteiten voor jong en oud staan op het verlanglijstje. De provincie Gelderland ondersteunt de plannen en stelt een bedrag van 100.000 euro beschikbaar, een bedrag dat voortkomt uit de Dorpendeal van de provincie. Op 14 maart (zie foto) ondertekenden de verenigingen van Hellouw, gedeputeerde Peter van ’t Hoog en wethouder Jacoline Hartman de overeenkomst van de Dorpendeal. Hartman verving daarbij haar collega Rutger van Stappershoef verving. ,,Met deze Dorpendeal maken we Hellouw nog leesbaarder en aantrekkelijker. En het is een stok achter de deur om de dromen van het dorp in daden om te zetten.’’ 

Klik op ASH voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ASH voor meer informatie over de club.

Thijs Rentier en Duiveland ook in nieuwe seizoen vierdeklasser

Door het overnemen van de eerste periode van kampioen Wolfaartsdijk mocht Duiveland even hopen op een snelle terugkeer naar de derde klasse. Daaruit degradeerde de ploeg van reserve-aanvoerder Thijs Rentier (29) vorig jaar nog. Door een 8-1 nederlaag in de tweede ronde tegen RFC speelt de verdediger met zijn club ook komend seizoen in de vierde klasse.

“Je hoopt er natuurlijk altijd op dat je kunt terugkeren, maar gaandeweg het seizoen was al snel duidelijk dat Wolfaartsdijk de allersterkste was. En ook in de nacompetitie konden we geen aanspraak maken op meer. Dus dan rest niets anders dan nu even op te laden en in het nieuwe seizoen weer te gaan proberen om promotie te bewerkstellingen, want meestrijden om de prijzen zijn we vind ik met deze selectie wel min of meer verplicht.”

Een euvel wat volgens Rentier de ploeg het afgelopen heeft opgebroken, dat is het gemis van scorend vermogen. “In het verleden was dat juist één van de kwaliteiten waarom Duiveland bekend stond. Scorende spitsen hebben en dan ben je altijd al een heel eind op de goede weg als het gaat om het boeken van resultaten en een hoge eindklassering. Vorig jaar is Ronald Zwager onder andere gestopt en dit seizoen was aanvaller Jordi Wesdorp drie maanden geblesseerd. Dat gemis bleek niet of nauwelijks op vangen voor ons.”

Terugzakken naar de vierde klasse en dan van daaruit weer gaan bouwen aan een nieuwe ploeg die op termijn weer de stap omhoog zou kunnen maken. “Met de versterkte promotie/degradatieregeling was voor ons deze vierde klasse een prima niveau om spelers door te ontwikkelen. Vorig jaar hadden we dertig punten en verloren we uiteindelijk de finale van de nacompetitie en degradeerden we. Nu speelden we een heel jaar bovenin mee en dat is toch een andere gevoel voor iedereen. Waar we vorig jaar veel te verliezen hadden in de nacompetitie en ook degradeerden, daar hadden we nu alleen maar promotie te winnen. En is het niets meer dan jammer dat het niet is gelukt.”

Rentier begon bij SKNWK, ging naar JVOZ, speelde met Duiveland nog tweede klasse en ook nog een jaar hoofdklasse bij v.v. Goes. In het dagelijks leven is hij sportpsycholoog en werkt onder meer deeltijds bij ADO Den Haag. Aan voetbalervaring en mentale weerbaarheid heeft hij dus geen gebrek.

‘Klopt maar dat helpt toch ook niet bij  blessures, wisselvalligheid en onnodig gemorste punten tegen laag geklasseerde teams. Dat is in een notendop wel het verhaal van dit seizoen. Ook onze aanvoerder Robert de Bruijne is al sinds januari geblesseerd. Dat voel je. We voetballen vaak vrij aardig maar de beuk erin gooien en duelkracht missen we vaak nog al hebben die jonge gasten dat wel aardig opgepakt. Maar het gemis aan wat extra ervaren krachten én doelpunten dat liet zich voelen. Zeker in een vierde klasse waar het veelal ook fysiek is. Komend seizoen gaan we er opnieuw voor en wie weet lukt het dan wel.”

Klik op SV Duiveland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Duiveland voor meer informatie over de club.

Dennis van Eijgen koestert zijn ‘stal’ bij Noordwijk

Als leeftijdscoördinator in de bovenbouw vertolkt Dennis van Eijgen een sleutelrol in de jeugdopleiding van VV Noordwijk. “Het is mooi om te zien dat we als jeugdafdeling weer stappen maken.”

De JO15-2 is afgelopen seizoen kampioen geworden en daarbij horen de bekende toeters en bellen. “Ook de JO17-1 is kampioen geworden en dat geldt voor de JO15-1”, zegt de van beroep accountmanager. 

De drie teams komen uit zijn eigen ‘stal’, want als leeftijdscoördinator bovenbouw focust hij zich op de acht teams, die Noordwijk heeft in de JO15, 16, 17 en 18. “We zijn geen supergrote vereniging, maar als je het goed wil doen, en dat willen we als club, kost het veel tijd om alle teams en trainers aandacht te geven. Wil je je visie door kunnen vertalen naar je trainers zul je daar veel energie in moeten steken. Ik ben doorgeefluik, aanspreekpunt en klankbord tegelijk.”

Van Eijgen heeft zelf als jeugdtrainer een behoorlijke staat van dienst. De functie van coördinator bovenbouw was al een tijdje vacant. “De vrijwilligers stonden al niet in de rij voor corona, maar in de periode erna is het alleen maar nog lastiger geworden. Daarom lukte het ons ook maar niet om deze belangrijke functie voor de bovenbouw in te vullen. Ik zag dat het daardoor niet optimaal liep en heb mezelf naar voren geschoven. Ik doe dit niet om een interessante functie op mij cv te hebben, maar echt voor de club.”

Die club heeft Van Eijgen jaren geleden al in het hart gesloten. “Als Noordwijk zijn wij niet een club als de andere hoogspelende verenigingen in de bollen- en duinstreek. Wij vinden in de jeugd prestatie belangrijk, maar zeker ook het sociale aspect speelt een net zo grote rol. Dat laatste zie je ook terug in onze visie hoe we opleiden. We willen graag dat ieder lid een goede opleiding op zijn niveau krijgt.”

Dat maatwerk onderscheidt Noordwijk van andere clubs, maar het vergt wel het nodige organisatie-vermogen. “Onze posten zijn gelukkig weer allemaal goed bezet. Onze jeugdcommissie is uitgebreid. Oscar Alkemade zet op technisch gebied als hoofd opleiding de lijnen uit. Cees van der Wiel ondersteunt hem als technisch coördinator. Wij proberen ook in de organisatie stappen te zetten. Voor komend seizoen gaat Renzo Hoogeveen de talentvolle trainers individueel begeleiden. Cees Duijndam, Ton van der Niet en Nicky van Duin trekken de kar bij de superliga, Sem van Oosten, Motta Elyaakoubi en Max van Duin leiden verder in de voetbalacademie All Football. Dat eerste elftalspelers dat doen past ook helemaal bij Noordwijk.”

Geen enkele tweededivisionist heeft zoveel zelf opgeleide spelers in het eerste elftal als Noordwijk. “Aan de ene kant moeten we dat ook, omdat ons budget stukken lager is dan de meeste clubs, aan de andere kant is het ook de visie van onze club om een herkenbaar elftal op het veld te hebben staan.”

Om de stroom van talenten naar de selectie op gang te houden is het niveau waarop de jeugdelftallen spelen niet zaligmakend, stelt Van Eijgen. “Het helpt natuurlijk wel als spelers meer weerstand krijgen op een hoger niveau. Maar hoog spelen houdt niet in dat er ook automatisch spelers het eerste halen. Onze aanpak is gericht op individuele ontwikkeling. Dat betekent dat we goed kijken naar wat het beste is voor een speler. Zo komt het regelmatig voor dat spelers vervroegd worden overgeheveld.”

Klik op VV Noordwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Noordwijk voor meer informatie over de club.

‘Op maandag doet alles zeer’

Jongens van het eerste die vragen of er een toekomstig plekje vrij gehouden kan worden en berichten in de groepsapp die meteen worden beantwoord met een duimpje omhoog. Eén ding is zeker: het derde elftal van DEVO is mateloos populair.

Een conclusie die ook bij Roger den Braber, begeleider én speler, klinkt als muziek in de oren. “Een aantal seizoenen geleden, zijn we nog gestopt. Kinderen, te weinig tijd en dus niet genoeg spelers. In 2020 hebben we het weer opgepakt, nu bestaat het derde uit 31 man.” En we, is in dit geval hijzelf, Corné Schenk en Mario van Osta. “Corné doet op donderdag de training en in het weekend de opstelling, ik ben van de randzaken. Uitjes, sponsors of DJ’s regelen, dat soort dingen vind ik leuk.” Al bespreken ze alles, met zijn drieën. “Bijvoorbeeld het kledingpakket. We lopen er nu allemaal hartstikke netjes bij!”

Discipline
In de clubkleuren van DEVO dus, voor Den Braber (45) in het begin wel even wennen. “Ik heb altijd bij SC Gastel en Hoeven gespeeld. Op mijn 25ste kwam ik richting Bosschenhoofd. Een jaartje of zes in het eerste, daarna in het tweede en nu dus het derde.” En met het nodige succes. “We zijn dit seizoen kampioen geworden! Ons doel bereikt.” Heel gek is dat laatste niet, hoewel het daar natuurlijk niet om draait. “Heel wat jongens uit ons team, hebben vroeger in de selectie gespeeld. En als we zondags op dat veld staan, dan willen we winnen! Dat fanatisme gaat er nooit uit.” Zelfs niet in een vriendenploeg, lacht Den Braber. “De jongste is 28, de oudste 56. Dat vult elkaar uitstekend aan.” Ook in de gezamenlijke groepsapp. “Als ik op vrijdagochtend een berichtje stuur: ‘wie is er dit weekend bij?’ Dan stuurt bijna iedereen meteen een duimpje omhoog, daar zitten ze massaal op te wachten. Op dat appje.” Pure beleving dus. “Daarom houden we het ook inmiddels alweer drie jaar vol. Plezier, maar ook een stukje discipline. Je moet bij ons gewoon op tijd komen, dat zijn we gewend van voetballen in het eerste. Negen uur aanwezig, is eigenlijk kwart voor negen op de club. Lekker alvast slap ouwehoeren.”

Verhalen
Maar ook na de wedstrijd, zijn ze van de partij. “De derde helft! Van de 31 man, blijven er toch vaak wel 25 hangen. Dat is ook de gezelligheid van DEVO.” Aangespoord door zijn collega. “Mario is een echte gangmaker in de kantine, voor én na de aftrap.” En die sfeer, werkt aanstekelijk, zo blijkt. “We hebben een heel goede klik met de damesteams binnen de club, daar spannen we vaak mee samen. Zo proberen we alle selecties erbij te betrekken.” Ook op donderdag. “Een positiespelletje, afwerken en partij. Daarna lekker de sleur van de week eruit, een pilsje erbij, wat kletsen. De saamhorigheid en de verhalen in de kleedkamer, daar geniet je het meeste van. Dat soort dingen ga je missen, als je niet meer voetbalt.” Net als de verhalen, van de zaterdagavond. “Die jonge gasten gaan natuurlijk nog op stap, wij wat minder. Dan krijg je alles mee. Als je weer samen die voetbalkleding aan mag…” Toch is dat niet iedere week het geval, vertelt hij. “Als we minder dan acht man hebben, dan trainen we niet.” Ook niet als Corné het toch echt graag wil? “Haha, Corné is de ideale aanvoerder! Bij het eerste, maar nu ook bij het derde.” Den Braber zelf, heeft inmiddels een iets andere rol. Binnen het veld dan vooral. “Vroeger een echte nummer tien, tegenwoordig voorin. Het loopvermogen wordt toch wat minder.” Maar het fanatisme, zoals gezegd, dus niet. “Af en toe moet je ze op de training een beetje afremmen, stuur je toch even een appje, dat ze elkaar heel moeten houden.” Toch gaat dat over het algemeen, meer dan goed. “Metselaar of op een kantoor, iedereen is gelijk. Op het veld, word je bij ons meteen opgenomen.” En dus hoopt de inwoner van Oudenbosch er nog wel even van te mogen genieten. “Op maandag doet alles zeer; knie, enkel, noem maar op. Dan duurt het gelukkig weer een paar dagen voordat het donderdag is!”

Klik hier voor meer informatie over VV Devo
Klik hier voor meer artikelen van VV Devo

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.