Justin Kwee voelt zich thuis bij Unitas’30

0
108

Unitas’30 lijkt de weg naar de langgekoesterde wens te hebben gevonden: terug naar de eerste klasse. De Etten-Leurse club heeft een mooie historie, maar ook de toekomst ziet er rooskleurig uit. Jeugdexponent Justin Kwee is daar een voorbeeld van.


De 20-jarige middenvelder Justin Kwee kwam in de C-jeugd over van Internos, de rivaal in het zuiden. Hij is dus niet écht een jongen van Unitas’30, maar zo voelt hij zich wel. “Ik heb het hier van begin af aan naar mijn zin gehad.” Dat was niet meer zo bij zijn oude club en daarom volgde hij een vriend naar Unitas’30. Daar kon hij ook nog eens voetballen op hoog niveau: haast alle jeugdteams van de club spelen op divisieniveau of in de top van de hoofdklasse. En toch stak Kwee er bovenuit. “Ik had wel het idee dat ik iets verder was dan de andere spelers in mijn lichting”, geeft hij eerlijk toe. Kwee draait er sowieso niet omheen: hij zegt wat hij vindt en denkt. Als hij met een trainer niet goed op kan schieten, laat hij dat duidelijk merken. Soms met een verbale botsing als gevolg, maar dat is dan maar zo.

TALENT
Als tweedejaars B kreeg hij al de kans om aan het selectievoetbal te ruiken, veelzeggend bij een club als Unitas’30 die uit een grote pool talentvolle jeugdspelers kan putten. “Ik vond het leuk om bij het eerste te zitten, was in het jaar daarna al belangrijk met mijn speelminuten.” En dat als 18-jarige. Inmiddels is de lichtvoetige middenvelder een vaste waarde in het basisteam van Unitas’30. Dat is ook bij andere clubs opgevallen: Kwee wimpelde de interesse van enkele tweede- en eersteklassers af. “Ik wil het liefst met Unitas’30 zo hoog mogelijk spelen. Wellicht kijk ik na dit seizoen nog eens verder, ik wil het hoogst haalbare eruit halen, maar ik heb het ook echt prima naar mijn zin hier. Ik ken iedereen bij de club, merk dat ze vertrouwen in me hebben en dat doet me goed. Daarnaast is het complex heel mooi en modern: alles binnen Unitas’30 voelt voor mij als een tweede thuis.”

KRACHT
Tegelijkertijd is hij realistisch. “Gianni Tiebosch is een vriend van mij en ik ben weleens gaan kijken bij zijn wedstrijden bij Hoek in de Derde Divisie, dat is wel een ander niveautje hoor… Daar lopen alleen maar grote jongens rond.” En Kwee is met zijn 1.74 meter niet de langste. “Ik ben heel lichtvoetig en explosief, maar niet krachtig genoeg naar mijn zin. Het is wel lastig, ik kom niet makkelijk aan. Ik eet anderhalf keer zo veel als mijn ouders en broertje en zit vaak in de sportschool, maar toch gaat het heel moeizaam.”

Daarnaast moet zijn rendement omhoog, hij is vaak betrokken bij het spel voor de assist, maar wil zijn statistieken qua assists en doelpunten verbeteren, bepalender zijn. Dat alles moet hem binnen een paar jaar naar de eerste klasse brengen, vindt hij.

Voetbal is voor Kwee nog altijd vooral een hobby. “Ik heb weleens momenten dat ik denk: pff, moet ik weer trainen. Maar zonder voetbal kan ik niet. Als we een paar weken niets doen in verband met bijvoorbeeld de vakantie, dan word ik helemaal gek. Dan probeer ik wat jongens op te trommelen voor een potje. Het is je passie, je hobby. Nee, ik kan echt niet zonder.”

ROOSKLEURIG
De Etten-Leurenaar is van mening dat de toekomst van Unitas’30 er rooskleurig uitziet. Hij kan het weten, aangezien hij een paar jaar training heeft gegeven in de jeugd. “Als ik naar de jeugd kijk, dan zie ik aardig wat talent. Ik zie spelers rondlopen die al een stuk verder zijn dan ik was op hun leeftijd. Er komt wel wat leuks aan.” Het is veelzeggend dat Unitas’30 in februari met 3-0 van Sarto won, terwijl het de helft van het basiselftal miste en daardoor moest putten uit de jeugd. “Ik sta dan als 20-jarige ook anders op het veld, vind dat ik iets extra’s moet brengen om die jonge jongens te helpen.”

SAMEN DE STAD IN
Hij merkt dat het Unitas’30 van dit seizoen een totaal ander team is dan de ploeg waarin hij een jaar geleden voetbalde. “De sfeer was toen minder, ik weet niet waar dat aan lag. Nu blijft iedereen hangen na de training en de wedstrijden, we gaan zelfs regelmatig met elkaar de stad in. Dat is heel belangrijk voor een team.” Naar de oorzaak is het gissen. “Maar het is sowieso een wereld van verschil als je wat meer wint. Dan is het altijd leuker.” En waar de ploeg van de Leur vorig jaar tegen degradatie streed, doen ze nu mee om de bovenste plaatsen. Het doel voor dit seizoen?

Kwee had de pijlen gericht op een plek in de middenmoot, maar die doelstelling kan de prullenbak in na de sterke eerste seizoenshelft. “Het liefst zou ik kampioen worden, maar dat is wel erg lastig gezien ons programma. Een periodetitel halen zou ook mooi zijn.”