Vrouwen en meisjes hebben al lang hun plekje verdiend bij Rijnsburgse Boys

0
218

Vorige maand was het op de kop af vijftig jaar geleden dat vrouwen in het shirt van Rijnsburgse Boys hun eerste officiële wedstrijd speelde. Op zaterdag 30 april werd die mijlpaal gevierd met een jubileumdag. Anno 2022 staat er een stevig fundament bij de girls. “We zijn niet meer weg te denken binnen de club.”

IT-Rijnsburg

Hij was één van de trainers van het eerste uur, Rob Kadelaar, inmiddels een fieve zeventiger, ontfermde zich in de jaren zeventig en tachtig over de meisjestalenten van weleer. Maar zijn eerste herinnering gaat terug naar begin jaren zeventig toen hij zelf levende getuige was van de eerste wedstrijd van de Rijnsburgse vrouwen. “Elly maakte het eerste doelpunt ooit”, zegt hij, terwijl hij naar zijn vrouw kijkt. “Oh, ik hoor dat ze er die middag zelfs twee maakte. Het was tegen Noordwijk.”

Elly Kadelaar staat sindsdien met vetgedrukte letters in de geschiedenisboeken van de club. “Ze heette toen nog Van de Vijver, want we waren nog niet getrouwd. Wat ik mij herinner van dat eerste elftal was dat het allemaal vriendinnen waren en dat het als een soort geintje was begonnen. Zullen we eens een keertje een voetbalwedstrijd gaan spelen, in die sfeer ging het. Elly sprong er bovenuit. Ze was vreselijk snel, ik zie haar nog door de hele verdediging van de tegenstander rennen. Ze was vroeger een echte sportvrouw, ze kon alles goed, of ze nu volleybalde of voetbalde. Heel lang heeft ze overigens niet gevoetbald.”

“Maart van Duijn was de eerste trainer, ik was leider, Maart is ons helaas ontvallen.”

Onbekend
Kadelaar kijkt zelf op wat hij noemt een prachtige periode terug. “Ik had niet zo veel met vrouwen- en meisjesvoetbal, maar dat had er meer mee te maken dat het onbekend was en dus onbemind. In die tijd voetbalden er geen hele volksstammen aan meisjes zoals dat nu wel het geval is. Toch hadden wij bij Rijnsburgse Boys al snel wat meisjesteams. Ik heb diverse teams getraind, meer dan tien jaar. Er zaten meisjes bij die echt behoorlijk konden voetballen. Een aantal is later nog terecht gekomen bij de hoger spelende verenigingen in de regio zoals Ter Leede.”

Kadelaars’ band werd na zijn afscheid minder. Hij en zijn vrouw kregen drie zoons. “Daar ging al mijn belangstelling naar uit, als ik een dochter had gehad, was de kans groot geweest dat ze ook was gaan voetballen. Mijn zoons hebben alle drie in de selectie gevoetbald. Intussen hebben ze de leeftijd dat ze zelf vol in de kinderen zitten. Ik beleef het nu als grootvader. Mijn oudste kleinzoon speelt in de JO9, mijn tweede loopt bij de Uitjes rond. Mijn twee kleindochters zijn nog te klein om daar te mogen meedoen, maar als ik zie wat zij al met een bal kunnen, komt het helemaal goed.”

Zeuren
Lewina Blom (47) was één van de pupillen van Kadelaar van die tijd. “Ik was een jaar of veertien dat ik ging voetballen. In die tijd was het lang niet zo normaal als nu dat je als meisje ging voetballen. Ik heb, voor zover ik mij herinner, heel wat moeten zeuren bij mijn ouders voordat ik mocht.”

De vrouwentak was in jaren tachtig bescheiden in omvang. “Drie teams zullen het er geweest zijn, meer beslist niet”, weet Blom. “We hadden een heel goed meisjesteam, dat weet ik nog wel. Met dat team zijn we ook een paar keer kampioen geweest.”

Haar meest levende herinnering heeft ze niet aan een competitiewedstrijd, maar aan een bekerwedstrijd. “Ik weet nog dat we voor de Leidsch Dagblad Cup, dat toernooi had je toen nog, een keer voor de halve finale in Kaatsheuvel moesten spelen. Dus voor de Leidsch Dagblad Cup helemaal naar Brabant, haha.”

Na haar actieve carrière verdween Blom even van de radar, maar toen haar twee dochters wilden gaan voetballen, kreeg de club er een enthousiast vrijwilliger bij. “Ik was eerst leider en daarna trainer. Ik ben meegegroeid met het team van de jongste. Ik heb het altijd als een geweldig iets ervaren, het beleven van je sport met je kinderen.”

Opnieuw beginnen
Haar twee dochters spelen intussen in het eerste vrouwenteam van de club, maar Blom is nog trainer in de jeugd. “Ik ben opnieuw begonnen met een meisjesteam, toen de MO10 en wat nu de MO13 is.” Ze vormt een twee-eenheid met Patricia Duindam, die ook al zo’n gouden kracht is voor de meisjes- en vrouwentak van de Uien.

“We zijn een jaar of twee, drie geleden coördinator geworden. We zagen dat dat nodig was, omdat het aantal meisjes steeds verder groeide. Wij fungeren als aanspreekpunt, voor trainers, leiders, maar ook ouders en de meiden zelf natuurlijk.”

Naast een vrouwenteam heeft Rijnsburgse Boys zeven meisjesteams. “Dat is een paar jaar stabiel”, zegt Blom. “Het schommelt een beetje tussen de 140 en 200 leden. Hoe meer meisjes hoe makkelijker het is om de teams vol te krijgen.”

Was de meisjestak in de jaren zeventig en tachtig nog een vreemde eend in de bijt, bij Rijnsburgse Boys maakt de afdeling nu volwaardig deel uit van de club. “Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. We hebben dezelfde faciliteiten. Toen we bij het bestuur aanklopte voor geld kregen we meteen een budgetje voor de jubileumdag.”

Een touch roze
Die jubileumdag op 30 april stond overdag in het teken van spelletjes en in de avonduren van een groot feest. Dresscode: een touch roze. “Ik heb speciaal een roze poloshirt gekocht”, bekent Fred van Delft, de trainer van het eerste vrouwenteam. “Ik wil niet uit de toon vallen.”

Van Delft (49) is bezig aan zijn derde seizoen bij dames 1. “Ik heb veel training gegeven aan jongens. Ik had nooit de ambitie om dames 1 te gaan trainen, maar op een gegeven moment werd er toch een beroep op mij gedaan. Mijn twee dochters spelen in dames 1, zeg dan maar nee.”

Hij moest even wennen aan het vrouwenvoetbal, maar ‘stiekem’ vindt hij het nu erg leuk. “Meiden zijn in hun sportbeleving heel anders dan jongens. Ik kan genieten van die omgang onderling. Dat teamgevoel en de teamgeest is altijd erg belangrijk. Het zijn ook allemaal vriendinnen van elkaar, die ook buiten het veld leuke dingen met elkaar doen. Zo staan er in de zomer weer weekendjes weg voor de deur.”

Van Delft is fanatiek en heeft een hekel aan verliezen. “Als we een wedstrijd spelen, moeten we willen winnen. Ik ben altijd wel aanwezig langs de kant, maar volgens mij vinden die meiden dat wel prima. Ze kunnen het wel hebben van mij.”

“Ik ben best wel een trainer die veeleisend is. Ik wil ook progressie zien in het veld. Verzorgd voetbal. Toen we met dit team begonnen, speelden we in de derde klasse. Dat was toen te hoog gegrepen. We spelen nu in de vierde klasse, daar staan we nu in de middenmoot.”

Zo hoog mogelijk spelen is nooit een doel geweest van de Rijnsburgse vrouwen, zegt Blom. “Plezier staat echt voorop. We zijn een familie- en een gezelligheidsclub. We hebben een paar jaar geleden twee seizoenen geprobeerd om een team in de beloftencompetitie te laten spelen. Dat team bestond uit tachtig procent uit speelsters van buitenaf. Dat paste niet bij ons. Als we hoger gaan spelen doen we dat met onze eigen meiden en moet dat van nature ontstaan.”

Klik de link voor een recent artikel over de Rijnsburgse Boys