Stefan Feleus geniet van het werken met de jeugd van De Noormannen

0
98

WESTKAPELLE – Om te voorkomen, dat de jeugdspelers hun heil elders zouden gaan zoeken, werd aan Stefan Feleus gevraagd of hij het zag zitten trainer te worden van de JO19 bij De Noormannen. Samen met Marijn de Ridder pakte hij de handschoen op en ging de uitdaging aan.

“En dat liep erg goed. Het is dan wel enorm zuur natuurlijk dat het seizoen qua wedstrijden al zo snel ten einde kwam. Een voorbereiding, wat bekerduels én vier competitiewedstrijden. Op dat moment stonden we tweede in de derde klasse. Met onze groep een puike start, waarin direct al duidelijk werd dat met name de jonge jongens flinke stappen maakten. Al was het voornaamste doel van dit team om de spelers binnen de vereniging aan het voetballen te houden.”

Een uiteenlopende groep pubers dreigde vorig jaar in hun eigen leeftijdscategorieën te weinig spelers te hebben om elftallen te vormen. Er werd toen al gekeken hoe ze dit binnen de club zouden oplossen. Er gingen enkele oudere jongens naar de senioren, terwijl anderen bij elkaar in de JO19 zouden gaan voetballen, Feleus en De Ridder hadden beide ervaring binnen de jeugd maar hadden geen elftal onder hun hoede. Ze pakten de handschoen op en gingen als trainers de uitdaging aan. “We hebben een gemêleerde groep van zo’n achttien spelers in de leeftijd van vijftien tot en met achttien jaar. Dat is best een groot verschil, zowel fysiek als in gedrag. Het was in eerste instantie natuurlijk een gok die we hebben genomen of het zou werken, maar dat is gelukkig heel positief uitgepakt.”

Er werd door de club en de trainers vooraf overleg gehouden met de ouders, want ook zij moesten er achter staan, dat deze oplossing eruit zou rollen. “We hebben alles uitgelegd hoe we wilden gaan werken. En ook dat de jongere spelers wat minder speeltijd zouden hebben dan de oudere, gelet ook op het fysieke verschil in wedstrijden én de belastbaarheid. Zo is het ook aan de spelers zelf uitgelegd door ons. Iedereen ging ermee akkoord en we zijn aan de slag gegaan. Daarna liep het eigenlijk als vanzelf en binnen de groep is er respect voor elkaar. Er wordt niet gepest, ondanks de leeftijdsverschillen . De oudere spelers zorgen ervoor dat de jonge spelers zichzelf verder kunnen ontwikkelen, waardoor ook die oudere gasten ‘groeien’. Het is mooi als trainers om daar onderdeel van te zijn, hoe kort het ook is geweest qua competitie.”

Om de spelers gemotiveerd te houden hebben de trainers toch getracht zoveel mogelijk afwisseling te bieden. “We hebben ons altijd keurig aan de geldende regels gehouden, al was dat soms lastig om in kleine groepjes de jongens echt gemotiveerd te houden. Maar we hebben ook strandtrainingen gedaan en op meerdere manieren geprobeerd de jongens met elkaar in contact te houden. Dat werd erg goed ontvangen en de opkomst was en is hoog. Dat zegt ook iets, dat de jongens bezig willen blijven.”

In de lastige periode was het volgens Feleus vooral zaak om de boel naast gemotiveerd ook vooral gezond te houden. “En dan zowel op het fysieke vlak, maar ook mentaal. Want zo’n rare tijd vraagt veel van iedereen, maar zeker van jeugd. Gelukkig hebben we ze al die tijd wel weten ‘vast te houden’, zijn we in gesprek gebleven én hebben we bovenal met elkaar er het beste van geprobeerd te maken. En ook nu nog steeds zien we dat ze met plezier komen trainen, al is het wel jammer dat het échte doel om naartoe te werken weg is gevallen. En dan gaat het ons met name om voetbalontwikkeling én het wennen aan de fysieke prikkels in wedstrijden. Daar moesten we soms opboksen tegen fysiek veel sterkere teams, maar dat hebben we goed gedaan. Alleen is het jammer, dat het geen vervolg heeft kunnen krijgen waardoor ze nu op dat vlak ‘geparkeerd’ staan in hun ontwikkeling.”

Hoe het er voor het elftal gaat uitzien richting volgend seizoen is nog onduidelijk, mede ook omdat er jongens door moeten richting senioren. “We zijn nu alle opties in kaart aan het brengen. Dat is van dispensatie tot samenvoegen van leeftijdsgroepen óf een eventuele samenwerking met andere clubs. Ook wat Marijn en ik gaan doen is nog niet zeker. Maar tot die tijd gaan we gewoon door met deze groep en met trainen. Want zolang zij er lol in hebben, dan genieten we daar net zo van.”