Robbert Marijnissen en Mart van den Branden prijzenpakkers met SCW zondag 2

0
78

Het was de liefde die Robbert Marijnissen (50) negentien jaar geleden vanuit Zevenbergen in Welberg deed belanden. Daar neemt hij nu afscheid van de lokale voetbalclub.

Ik heb tot mijn vijfendertigste gevoetbald, totdat een onwillige knie het niet verder meer toeliet. Voorheen heb ik altijd bij Virtus gevoetbald. Nadat ik bij SC Welberg stopte ben ik eigenlijk in het ‘vrijwilligerswerk’ bij de club gerold. Mijn zoontje ging destijds voetballen en ik ben toen trainer/leider geworden bij de F’jes en later nog bij de E’tjes, D’tjes en de C-junioren. Toen die gasten uiteindelijk besloten om in een seniorenelftal bij elkaar te gaan voetballen als vriendenploeg en ze nog een trainer/coach zochten, toen heb ik dat opgepakt. Dat is zeven seizoenen geleden en nu vind ik het mooi geweest.

In die zeven seizoenen waar Marijnissen, samen overigens met Mart van de Branden, de tweede selectie van SC Welberg begeleidde werden de nodige successen geboekt. “We hebben in totaal twee keer de KNVB-beker gewonnen en zijn twee keer kampioen geworden. Niet slecht natuurlijk in zeven seizoenen tijd. Dit seizoen waren we twee wedstrijden voor het einde van de competitie niet meer in te halen en werden we voor de tweede keer kampioen. Mooi moment vond ik, net als Mart overigens, om ermee te stoppen. Het is nu tijd voor andere uitdagingen en een frisse wind voor de groep.”

Waar voetballen niet meer gaat, tot grootste spijt van de afscheidnemende trainer zelf, zal hij weer vaker zijn racefiets pakken om te gaan wielrennen. “Maar ook mijn dochter is een huis aan het bouwen en daar wil ik ook graag letterlijk mijn steentje aan gaan bijdragen. Bovendien is het na zoveel jaren van ‘verplichtingen’ in het weekend ook fijn om nu eens niet gebonden te zijn. Om met het gezin leuke dingen te gaan doen. Natuurlijk gaat dat in het begin wennen zijn, want je bent die routine in je weekenden en op trainingsavonden toch gewend. Al heb ik wel het idee, dat dit snel zal wennen. Natuurlijk zal ik nog wel eens langs de lijn te vinden zijn, maar dan puur als supporter en niet in een rol als vrijwilliger bij de club.”

In zijn tijd bij SC Welberg heeft Marijnissen vooral genoten van de saamhorigheid binnen de club. En wat de leden met zelfredzaamheid allemaal hebben gerealiseerd. “Als ik zie hoe die spelers allemaal met elkaar omgaan, hoe de verhoudingen tussen de verschillende elftallen onderling zijn, daar heb ik nog het meeste van genoten. Dat is prachtig om mee te maken. Ze gaan met elkaar op stap, sporten samen, helpen elkaar waar nodig. Dat zie je niet overal, maar dat is de kracht van onze club. Maar ook als je kijkt naar het sportcomplex. Dat is prachtig en is allemaal gerealiseerd door de zelfredzaamheid en inspanning van de leden zelf. Daar kunnen ze jarenlang mee vooruit.

Al is er wel een zaterdagstop ingesteld qua elftallen, omdat anders de capaciteit van velden en kleedkamers niet toereikend blijft. “Welberg is een groeiende en bloeiende vereniging, maar ik hoop wel dat het ook een vereniging blijft die hun activiteiten ook op zondag blijven volhouden. Je ziet een verschuivingstrend naar de zaterdag qua teams, maar toch vind ik persoonlijk dat het voetbal ook nog altijd op zondag thuishoort.”

Het is echter niet langer meer het ‘probleem’ voor de trainer/ coach, want hij heeft met een kampioenschap de dug-out kunnen verlaten. Maar toch is niet het kampioenschap datgene wat hem het meest zal bijblijven. “Nee, zo’n titel is natuurlijk mooi om te behalen, maar ik heb vooral enorm genoten van het feit dat die groep in de afgelopen zeven jaar zo is gegroeid. Allemaal verschillende karakters en personen, dat elkaar in de kracht heeft gezet. Een groep die naar elkaar is toegegroeid en elkaars sterke punten heeft weten om te zetten in resultaten. En een heel hechte vriendschap zowel binnen als buiten het voetbalspelletje om. Dat is misschien nog wel veel en veel mooier om deelgenoot van te zijn geweest dan het winnen van wat prijzen en bekers. Dat je al die jaren als trainer van een groep twintigers het respect heb gekregen. Dat ze je respecteerden, naar je luisterden en je vertrouwden. Dat is wat me na al die jaren zal bijblijven en me het meeste heeft geraakt.