RBC-trainer Koos Waslander wil kampioen worden

0
97

RBC heeft met Koos Waslander (62) een kleurrijke trainer binnengehaald. De Rotterdammer heeft een verleden bij RBC, jarenlange ervaring opgedaan op allerlei niveaus en is enthousiast over de uitdaging die hem wacht in het Herstaco Stadion. “Wij moeten uitstralen dat hier niks te halen valt.”

Dat RBC leeft, werd vorig seizoen nog maar eens duidelijk. Voetbalminnend Roosendaal sprak over de club, na een voetbaljaar vol ups en downs. Het ging gedurende ruim driekwart seizoen geweldig, maar in de laatste maanden greep de derdeklasser toch overal naast. De nasmaak was bitter en de smacht naar een nieuw seizoen groot. Met Koos Waslander staat een nieuwe trainer voor de groep, die niet achterom wil kijken. “We zijn vorig jaar vergeten, richten ons op dit seizoen. Wij willen kampioen worden, niks minder.”

Waslander is het no-nonsense type. Je krijgt wat je ziet, hij draait niet om de hete brij heen. Hij heeft een imposante voetbalcarrière achter de rug. Als 17-jarige debuteerde hij bij Excelsior in zijn geboorte- en woonplaats Rotterdam. Hij is een Rotterdammer in hart en nieren, maar verliet de stad vanaf 1980 toch enkele jaren. Zo speelde hij in Amerika voor de Fort Lauderdale Strikers en vervolgens een paar jaar voor NAC. In 1984-1985 kwam hij nog een jaar uit voor PEC Zwolle, tussen twee periodes Excelsior in. Hij speelde ruim tweehonderd wedstrijden in het betaalde voetbal én heeft nog altijd een bijzonder record in handen: de oud-aanvaller maakte het snelste doelpunt ooit in de Eredivisie. Als speler van NAC maakte hij in 1982 na acht seconden een goal tegen PEC Zwolle, dat record staat 37 jaar later nog steeds. Van zijn bijnaam is nu overigens niet veel meer te zien: hij werd Rooie Koos genoemd.

ASSISTENT
Na zijn carrière begon Waslander al snel als trainer, zo was hij in het begin van deze eeuw assistent van Chris Dekker en Robert Maaskant bij RBC. Daar hield hij mooie herinneringen aan over. “Dit is een leuke vereniging, er lopen nog steeds oude bekenden rond.” Vervolgens ging hij het amateurvoetbal in en trainde hij teams van de Topklasse tot de vierde klasse. “Het is soms wel lastig schakelen: dingen die voor mij een abc’tje zijn, kunnen voor deze jongens als algebra klinken.”

Waslander heeft alle kanten van de voetballerij gezien en ‘schrikt niet zo gauw’. Dat is ook wel belangrijk voor de trainer van RBC, een club die regelmatig in vuur en vlam staat en altijd onder een vergrootglas ligt. “Ik ken het als een gemoedelijke vereniging, dit voelt voor mij dan ook echt als thuiskomen.” Hij houdt van het imago van RBC. “Iedereen wil van ons winnen, of we nu in een stadion spelen of op een achterafveldje. Dat vind ik wel leuk, we moeten ook uitstralen dat hier niks te halen valt.”

DAMMEN
Hij gelooft in de ambities van de club, geniet van die uitdaging. “Ze willen minstens doorstoten naar de Hoofdklasse en ik wil ze daar graag bij helpen.” Hij heeft een selectie vol kwaliteiten. “Maar mijn spelers moeten nog wel leren vanuit de organisatie te spelen, de restverdediging is heel belangrijk. Als controlerende middenvelder kun je niet in de spits gaan lopen.” Hij vindt de sfeer binnen het team tot nu toe goed. “Het is positief, de jongens trainen hard en vinden het leuk.” Maar daarvoor is Waslander niet gekomen. “Heel fi jn dat het gezellig en leuk is, maar het draait ook om discipline. Als ik geen prestaties lever, zeggen ze aan het einde van het seizoen: ‘Aardige gozer die Koos, maar hij heeft niets gepresteerd.’

Hij eist van zijn spelers sowieso wekelijks de volledige inzet. “Je kunt altijd een keer slecht spelen, maar als je niet in de organisatie speelt, ben ik in staat binnen een minuut te wisselen. Ik vind mezelf niet hard, maar ben gewoon duidelijk. Als ze dat afschrikt, horen ze niet op dit niveau. Dan kunnen ze beter gaan dammen.” De 62-jarige Rotterdammer omschrijft zichzelf als ‘een gedreven mannetje’, zo zal hij van zich laten horen als iets niet naar zijn zin verloopt tijdens een wedstrijd. Hij voetbalt graag aanvallend, maar de organisatie moet dan wel goed staan.

JEUGD
Waslander roemt de indeling van zijn staf en de jeugdopleiding van RBC. “Ik ben niet bang om jeugd spelers in te passen, debuteerde zelf ook op mijn zeventiende in het betaalde voetbal. Als een jongen van 16 of 17 goed genoeg is, zet ik hem er gewoon in. Als je goed kunt voetballen, kun je goed voetballen. De selectiespelers moeten dan maar laten zien dat ze beter zijn.”

De spelers beter maken en stappen omhoog zetten met RBC, dat zijn de doelen van Waslander. Hij traint nu twee keer per week hard, maar zou daar het liefst nog een derde oefensessie aan toevoegen. “Als je echt hogerop wilt, moet dat wel.” Hij is van plan voor een langere periode bij RBC te blijven. “Ik ben hier niet gekomen voor maar één seizoen.” De bekerwedstrijden in de voorbereiding op het seizoen zeggen hem niet zo veel. De competitie staat met afstand op één. De promotie is het belangrijkste doel, maar eigenlijk vindt de trainer van RBC dat zijn team kampioen moet worden. Zich aanpassen aan tegenstanders lijkt Waslander niet van plan. “We gaan van onze eigen kracht uit.” En wat nou als RBC naast de titel grijpt, maar wel promoveert via de nacompetitie? “Dan ben ik toch ook tevreden.”