Home Blog Pagina 87

Dirk de Romph doet niet aan VFC-pensioen

Met werken is hij inmiddels gestopt, maar als het aan Dirk de Romph ligt, komt het voorlopig niet van een pensioen bij VFC. De 65-jarige inwoner van de wijk Holy bekleedt als wedstrijdsecretaris van de jeugd en senioren een sleutelfunctie.

De Romph zit deze zaterdag achter zijn computer in de kamer van de wedstrijdcommissie van VFC. Terwijl buiten de wedstrijden zich in een rap tempo volgen, is het erelid van de Vlaardingse club bezig om het wedstrijdschema van over een paar weken te bekijken. “De KNVB wil wedstrijden nog wel eens onlogisch indelen, waardoor onze vrijwilligers steeds bezig zijn om veldjes op te bouwen. Met wat wijzigingen hoeven we dat allemaal niet te doen”, legt hij uit.

Het werk van een wedstrijdsecretaris houdt nooit op, weet De Romph. “Gisteravond heb ik nog contact gehad met twee andere verenigingen die voor vandaag geen team op de been konden krijgen. Dan doe je meteen een wijzigingsverzoek via Sportlink en een nieuwe datum voor de wedstrijd plannen.”

“Door Sportlink is het allemaal wel een stuk makkelijker en sneller geworden”, vervolgt hij. “Vroeger moest alles handmatig worden ingevuld. Wedstrijdformulieren ook.”

“Op de avond voor het verstrijken van de overschrijvingstermijn reed ik naar het bureau van de KNVB in Rotterdam. Je had dan een gigantische stapel overschrijvingsformulieren bij je. Je zag daar alle andere wedstrijdsecretarissen. Dat is allemaal niet meer door Sportlink. Aan de ene kant heeft Sportlink het voetballeven makkelijker gemaakt, aan de andere kant is er wel veel minder contact.”

De Romph vertelt vol trots dat hij al bijna 58 jaar lid is van VFC. In 1966 meldde zijn vader de kleine Dirk aan bij de club. Na een actieve carrière die vanwege een blessure al vroeg eindigde, werd hij vrijwilliger in allerlei functies. “Ik ben ook nog jaren scheidsrechter geweest. Ik floot ook voor de KNVB. Tweede en derde klasse, dus best een aardig niveau. Door slijtage aan mijn knie moest ik daarmee stoppen.”

De Romph maakte inmiddels al deel uit van de jeugdcommissie als wedstrijdsecretaris. “In 1996 ben ik ook de senioren gaan doen omdat de wedstrijdsecretaris ermee stopte.” Hij wist toen nog niet dat VFC flink zou gaan groeien. “Op een gegeven moment ging het zo hard dat ik een F16 heb ingeschreven in de competitie. De grootste groei is nu achter de rug, maar omdat we maar drie velden hebben is het wel altijd een puzzel om alle teams te kunnen laten trainen en spelen.”

De Romph verzorgt nu voor in totaal 66 teams de wedstrijdzaken. “We hebben negen seniorenelftallen, de rest is jeugd”, zegt hij. “Vroeger was ik van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op zaterdag op de club. Dat doe ik niet meer, want ik voel ook dat ik een dagje ouder wordt. Meestal ben ik er om een uur of tien en ga dan om vijf uur naar huis. Op zondag ben ik er ook bij de senioren. We hebben het zo geregeld dat de ene week alle teams thuis spelen en de andere week alles uit. Thuis ben ik de hele dag bij VFC, uit ga ik altijd mee met het eerste elftal.”

Klik op VFC Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VFC Vlaardingen voor meer informatie over de club.

Steven Lugtmeijer betrouwbare HBSS-sluitpost

Steven Lugtmeijer is bezig aan zijn tweede seizoen sinds zijn terugkeer vanaf BVV Barendrecht bij HBSS. De 26-jarige sluitpost brengt veel ervaring mee in de Schiedamse ploeg, die zo snel mogelijk naar een veilige positie in de tweede klasse wil.

“Ik denk dat ik pas vier jaar was toen ik al begon met voetbal bij SVV. Tot aan de D-tjes was ik veldspeler, maar toen onze keeper geblesseerd raakte, stond ik een paar duels op doel. Daarna ging ik weer terug het veld in.” Toch nam Lugtmeijer rond zijn elfde, twaalfde jaar weer plaats onder de lat. “Het regioteam had geblesseerde keepers en ze vroegen mij als invalkeeper. Als voetballer zat ik soms op de reservebank, dus ik realiseerde me toen dat mijn kansen als doelman veel groter waren.”

Omdat SVV geen A-jeugd had, kwam de jonge Steven al snel in de hoofdmacht terecht. Trainer Omar Rziki vroeg hem om het seizoen erna, toen hij nog eigenlijk tweedejaars A-junior was, naar het Rotterdamse HWD te komen. “Aan het begin van dat seizoen spraken we met de andere doelman af dat we beiden om de twee weken in het eerste zouden keepen”, herinnert Lugtmeijer. “Mijn concurrent scheurde echter net voor de start van de competitie de meniscus van zijn knie en dus keepte ik uiteindelijk alles. We draaiden bovenin mee, dus het was een mooi debuut daar.”

Toch vertrok hij al na één jaargang bij HWD. “Via medespelers kwam ik in gesprek met trainer Toon Wolters. Ik besloot om naar HBSS te gaan na dat gesprek. HBSS speelde toen in de derde klasse. Het eerste seizoen was ik reservekeeper, maar leerde ik veel. In het tweede seizoen groeide ik uit tot de vaste doelman.” Wolters ging ook SVV coachen in het seizoen daarna en vroeg Lugtmeijer mee te gaan. “Ik hoopte daar veel te leren van Serhan Tenekecioglu, die een zeer ervaren doelman was. Maar hij wilde de concurrentie helaas niet aangaan met een jonge doelman. Jammer, ik had graag veel van hem geleerd.”

Het werd alsnog een mooi seizoen bij SVV, want de oud-profclub greep als tweedeklasser een periodetitel. “In de nacompetitie verloren we na strafschoppen. Ik stopte er drie, maar wij misten er vier. Ik kreeg van de tegenpartij te horen dat het niet aan mij lag, maar liever had ik dat ons team gewonnen had en ik misschien niet goed gespeeld had.”

Terugkeer

Vanaf 2019 speelde Lugtmeijer bij Barendrecht totdat hij zomer 2022 terugkeerde bij HBSS. Dit seizoen ontbreekt het de Schiedamse ploeg aan fortuin vindt Lugtmeijer. “We hebben voetballend een goede ploeg. Maar we pakken te weinig punten en verliezen te vaak met een doelpunt verschil. Gelukkig wonnen we het laatste duel voor de winterstop tegen Hilligersberg. We kwamen 2-0 voor, maar in de 80ste minuut werd het 2-1 en werd het toch weer spannend. Ik had het geluk dat bij hun laatste corner hun keeper meekwam en de bal voor zijn voeten kreeg. Hij twijfelde te lang en ik kon de bal wegplukken voor zijn voeten. Als daar een spits had gestaan, had die wel gescoord.”

Voor 2024 heeft Lugtmeijer een duidelijk doel: “Met HBSS weg van de degradatiezone.”

Klik op HBSS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HBSS voor meer informatie over de club.

Toon Wolters en Bas van Loenen zijn honkvast

De trainerscarrousel in de regio Vlaardingen/Maassluis draait volop, maar Toon Wolters en Bas van Loenen verwisselen opnieuw niet van club. Beide oefenmeester blijven nog een jaar bij respectievelijk HBSS en VFC.

HBSS

Zowel Wolters als Van Loenen kunnen als honkvast worden betiteld. Wolters is momenteel bezig bij HBSS aan zijn achtste seizoen. Dat het huwelijk tussen de Schiedamse club en de oefenmeester nog altijd sprankelend is, bewees de titel in de derde klasse van vorig jaar. Dit seizoen zijn de bewoners van Harga een goede middemoter in de tweede klasse.

VFC

Bas van Loenen is al even succesvol bij VFC-zaterdag, waarmee hij zes jaar geleden begon in de vierde klasse. Intussen spelen de Kwekkers in de tweede klasse en staat daarin op de vierde plaats.

Excelsior’20

Successen zijn vaak een drijfveer om met de huidige trainer door te gaan. Dat geldt ook voor Excelsior’20, dat ook komend seizoen Jacco Verhoef voor de groep heeft staan. Verhoef promoveerde twee seizoenen geleden met de 104 jaar oude club van de vierde naar de derde klasse. Nieuw succes ligt in het vooruitzicht, want Excelsior’20 heeft als koploper een gaatje geslagen met de concurrentie in de derde klasse.

Victoria’04

Ook bij Victoria’04 is er grote tevredenheid over het functioneren van de trainersstaf. Dat mondde uit in een nieuw contract voor Raymond Kraaijbeek. De hoofdmacht van de Vlaardingse fusieclub sloot de eerste competitiehelft af als nummer negen van de derde klasse.

DVO’32

DVO’32, poulegenoot van Excelsior’20 en Victoria’04, beleeft een uiterst teleurstellend seizoen. Al ver voor hde jaarwisseling besloten het bestuur van de club en huidig trainer Benjamin van der Zwan dat de samenwerking tot één seizoen beperkt zou blijven.

PPSC

Ook PPSC moet op zoek naar een nieuwe trainer.  Ersin Kaplan trekt na zijn tweede seizoen komende zomer bij de vierdeklasser de deur achter zich dicht.

SVV

Bij stadgenoot SVV verlengde Ramon Bronkhorst zijn contract met een derde jaar.

 

Linda Mudde deelt met dochters voetbalpassie

Bij VDL lopen liefst vier speelsters met de achternaam Mudde rond. Moeder Mudde beleefde een paar mooie momenten deze voetbaljaargang. Naast dat de eerste doelpunten gevierd konden worden mocht ze met haar teamgenoten genieten van een gasttraining door niemand minder dan John de Wolf.

Noa en Sara Mudde zijn een twee-eiige tweeling die op 7-jarige leeftijd al bij de F-jes begon van VDL in Maassluis. “Vijf jaar geleden ben ik gestart met trainingen geven, toen onze jongste dochter Ava begon te voetballen bij de MO9”, vertelt Linda Mudde, de moeder van drie VDL-speelsters. “Daarvoor was ik toeschouwer bij Sara en Noa. Ze zijn nu zestien jaar, dus voetballen al bijna tien jaar bij VDL.” Noa speelt bij de meisjes onder de MO17, Sara bij de jongens onder de 17 (JO17). “Sara heeft aardig wat talent en speelt al vanaf onder de 13 jaar bij de jongensteams mee. Ze is het enige meisje van de club dat bij jongens onder de 17 meespeelt. Nu is dat wel zwaar omdat die gasten in deze leeftijdsklasse fysiek sterker worden dan meiden.”

Noa, Sara en Ava trainen allemaal twee keer per week en Linda zelf ook 1x per week, dus zijn er vrijwel dagelijks bij VDL een paar Muddes te vinden. Linda: “Tijdens het VDL-horecatoernooi deden we met een paar voetbalmoeders mee in het team van Eetcafé Westgaag. Het was een gezellige, zonnige dag. Van tevoren hadden we al een paar keer getraind en na afloop van het toernooi hebben we het eetcafé als sponsor gevraagd. Daarna zijn we op dinsdagavonden gaan trainen.”

”We zijn begonnen met vijf vrouwen, maar dat werden er al gauw vijftien. Op een gegeven moment kregen we zo veel aanmeldingen dat we met een wachtlijst hebben ingevoerd. Op vrijdagen zijn we in een 7 tegen 7-competitie gaan deelnemen. We spelen vaak tegen meiden van rond de twintig jaar, terwijl de meesten van ons team een stuk ouder zijn. Tot nu toe hebben we alles veloren, maar een paar weken geleden tegen Zoeterneer maakte Linda Fenne wél voor het eerst een doelpunt voor ons. Ik gaf een voorzet en zij rondde af. We gingen helemaal uit ons dak”, lacht Linda.

Zij ziet dat tegenstanders veel ingetogener of koeler reageren bij een door hen gemaakt doelpunt. “Wij zijn met recht het gezelligste team. Bij ons wordt het echt uitbundig gevierd als we scoren, wat ook in de wedstrijd erna weer lukte.” Linda verzorgt op vrijdagavonden de trainingen voor de 18+groep waarin ze zelf speelt.  “Die vrijdagavond is praktisch, zodat de moeders op zaterdag bij hun kinderen kunnen kijken. Om zelf ook te kunnen trainen werken we nu regelmatig met gasttrainers en clinics. Iemand riep ‘Ik ga John de Wolf regelen’.”

En het lukte inderdaad om Feyenoord-icoon De Wolf te strikken. “Hij was serieus. Maar na de felle warming-up gaf hij aan dat hij de training ging aanpassen. Eén van onze jonge speelsters heeft na afloop nog zijn muts gekregen.”

Klik op VDL Maassluis voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VDL Maassluis voor meer informatie over de club.

 

Max de Bruijn is hard nodig bij PPSC

PPSC speelt vooralsnog een bijrol in de vierde klasse en dat is een doorn in het oog van verdediger Max de Bruijn, die niks liever wil dan met zijn ploeg in de top spelen. “We zijn veel beter dan je op basis van onze achtste plaats zou vermoeden.”

De laatste twee wedstrijden voor de winterstop leverde PPSC twee schamele puntjes op. Na een 0-0 tegen Ommoord, passend bij een regenachtig decor, volgde een veel spectaculairder 3-3 gelijkspel tegen IJVV de Zwervers uit Rotterdam. “Die gelijke spelletjes schieten niet op”, zegt De Bruijn met enigszins chagrijnige ondertoon. “De eerste competitiehelft is alles bij elkaar heel teleurstellend verlopen. Na de afgelopen seizoenen hadden we op veel meer gerekend. Hopelijk kunnen we onszelf in het nieuwe jaar verbeteren en wie weet kunnen nog in een periode een succes halen.”

Voor de 28-jarige De Bruijn waren het sowieso op voetbalgebied geen maanden om met groot plezier aan terug te denken. Na vorig seizoen al lang uit de roulatie zijn geweest door een knieblessure kreeg hij in deze jaargang te maken met een kwetsuur aan zijn achillespees. “Na zo’n rampjaar wil je weer lekker voetballen. Het begon met een kleine beetje pijn, maar op een gegeven moment was het niet meer uit te houden”, zegt hij over zijn achillespeesblessure. “Ik heb jammer genoeg heel wat wedstrijden moeten missen. Gelukkig is de blessure nu genezen. Ik ben pijnvrij.”

PPSC kan een fitte De Bruijn goed gebruiken, want in tegenstelling tot andere seizoenen lukt het de Schiedammers niet om zich in de kopgroep van de vierde klasse te mengen. “We hebben echt wel een prima groep”, weet De Bruijn. “We zijn ook vatbaar gebleken voor blessures van bepalende spelers. Niets ten nadele van die jongens die daardoor hebben gespeeld – die hebben naar behoren gepresteerd – maar elk team heeft er last van als het spelers mist.”

De Bruijn is inmiddels al een aantal jaren een gewaardeerde kracht bij ‘PPSC’. Hij begon bij Zwaluwen en was daarna actief in de jeugdafdeling van Excelsior Maassluis. Ook droeg hij nog een periode het shirt van CWO. “Ik kreeg niet veel kansen op speelminuten. Bij PPSC speelden al wat vrienden. Ik ben begonnen als middenvelder, maar al snel verhuist naar de centrum van de verdediging.”

Daar komen zijn kwaliteiten het beste tot hun recht. Hij heeft een prima overzicht, een goede pass en is sterk in de één-tegen-één. Hij moet lachen als de naam van de Oostenrijkse Feyenoorder Gernot Trauner wordt genoemd. “Mijn ploeggenoten noemen me wel eens zo, haha. Heel raar is dat ook weer niet. Ik sta op dezelfde positie en ik lijk ook qua uiterlijk veel op hem. Ik kan en mag me natuurlijk niet spiegelen aan zijn niveau, maar ik zie het vooral als compliment.”

Het slot op de PPSC-deur heeft in het dagelijks leven ook de nodige verantwoordelijkheid. Hij waakt over de waterveiligheid van Nederland. “Ik ben adviseur waterveiligheid. Wij als bedrijf adviseren organisaties als waterschappen over dijken en bodemkwaliteit. We zijn volop bezig met een klimaatadaptieve toekomst.”

Klik op PPSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op PPSC voor meer informatie over de club.

 

Mitchel den Brinker fixt alles bij Kethel Spaland

Hij zoekt sponsors, praat met potentiële aanwinsten en bemoeit zich met het nieuwe wedstrijdtenue. Mitchel den Brinker (23) neemt als manager van Kethel Spaland veel werk van anderen uit handen.

In de kledingopslagplaats in het clubgebouw van Kethel Spaland haalt Den Brinker het nieuwe shirt van de hoofdmacht uit de kast. “Mooi, hé”, zoekt hij bevestiging. “De kleuren en strepen zijn hetzelfde, maar de accenten zijn net even wat anders. Het is frisser, moderner en oogt gestyleder. Kijk, hier is het oude shirt. Oubollig hé.”

Op het nieuwe shirt prijken ook de namen van nieuwe sponsors. En zelfs op het broekje dat door de spelers van de Schiedamse derdeklasser gedragen wordt is op één van pijpen een logo en naam van een trouwe sponsor te vinden. Den Brinker is zelf de boer op gegaan. “Onze sponsoractiviteiten stonden een beetje op een laag pitje. We hielden het in stand, maar echt nieuwe sponsors werden niet benaderd. We hebben inmiddels enkele nieuwe sponsors kunnen binnenhalen, waardoor we wat extra voor die jongens kunnen doen.”

En dat is in de huidige tijd geen overbodige luxe, waar het elk jaar weer een klus is om een goede selectie samen te stellen. Den Brinker mag dan op papier teammanager zijn, hij bemoeit zich ook met hoe de ploeg er uit komt te zien. “Onze trainer Ben Hoogwerf noemt mij manager en dat is een betere betiteling voor de rol die ik vervul  dan teammanager. Ik leg niet de shirtjes en broekjes neer voor de wedstrijd, ik hou me meer bezig met de zaken om het eerste elftal heen. Zaken die anders op het bordje van een trainer terechtkomen.”

Met zijn 23 jaar zou Den Brinker zelf nog voetballer moeten zijn, maar vanwege een onwillige knie zit zelf spelen er voor de Shell-operator niet meer in. “Het is zoals het is. Ik heb me er al een tijdje geleden bij neergelegd. Deze rol is mij helemaal op mijn lijf geschreven. Ik hou ervan om dingen te fixen.”

Hij was nog maar twintig jaar toen hij onder trainer Rinus Schrijver als manager aan het zondagteam werd toegevoegd. “Dat gebeurde op verzoek van de spelers. Na Rinus kwam Ronald van der Zalm als trainer. Bij hem zijn we kampioen geworden en gepromoveerd naar de tweede klasse.”

In de tweede klasse voetbalde Kethel Spaland echter niet, want al voor de jaarwisseling werd besloten om de zaterdag het vlaggenschip te laten zijn. “Ik heb me daar niet mee bemoeid”. Zegt Den Brinker. “Het was iets van die jongens. Ik denk dat het onvermijdelijk was, omdat veel jongens niet meer op zondag wilden spelen. Uiteraard heb ik wel bij de gesprekken gezeten bij de samenstelling van het nieuwe elftal. Eigenlijk viel dat allemaal goed in elkaar, omdat er op zaterdag gaten vielen.”

Dat hij jong is, is geen nadeel, zegt Den Brinker. “In deze rol heb je een soort brugfunctie tussen spelers en trainer. Omdat ik van dezelfde leeftijd ben als die jongens komen ze wat eerder naar mij toe als ze ergens mee zitten. Tegelijkertijd zorgt dat er ook voor dat de trainers zich vooral concentreren op het voetbal. Ik probeer ervoor te zorgen dat ze zich voornamelijk op het voetbal kunnen concentreren. Als we een teambuildingactiviteit gaan doen zorg ik daar ook voor. Trainingskamp idem dito.”

Klik op vv Kethel Spaland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Kethel Spaland voor meer informatie over de club.

Sven Olofsen is alles in één bij CION 3

Hij heeft het zelf voetballen al jaren geleden afgezworen, maar Sven Olofsen (33) maakt zich bij CION als manusje-van-alles verdienstelijk voor het derde elftal. “We nemen onszelf vooral niet te serieus.”

Olofsen is bij de derde keus van de Vlaardingse club alles in één: hij is materiaalman, teammanager, trainer en coach. “Dat is zo gegroeid”, zegt de altijd goedgehumeurde Vlaardinger. “Ik ben ooit bij dit team begonnen als grensrechter toen we nog het vierde waren. Ik ben in mijn jonge jaren zelf keeper geweest bij VFC en CWO. Bij VFC hebben we in de B al een vriendenelftal opgericht. Daarmee hebben we tot in de senioren gevoetbald. Daarna ben ik er een tijdje tussenuit geweest, maar op een verjaardag kwam ik met jongens te praten die bij CION speelden. Van het één kwam het ander.”

Manusje-van-alles

Na een paar seizoenen promoveerde Olofsen van vlagger naar manusje-van-alles. “Ik heb zelf geen behoefte meer om te voetballen, maar vind het wel leuk om van alles voor die jongens te organiseren. Ik zorg dat voor de wedstrijden de spulletjes klaarliggen, de namen zijn ingevoerd in de sportlinkapp en ik neem met die gasten de opstelling en speelwijze door.”

“Ik hoef die jongens niet te vertellen hoe ze moeten voetballen. Vrijwel allemaal hebben ze een verleden in een selectie-elftal. We hebben ook altijd dezelfde speelwijze: 4-4-2 met een ruit, met de punt naar achteren.”

“Ik doe ook de wissels. We hebben een grote groep van 23, 24 man. Aan het begin van het seizoen zijn er wat jongens van DVO bijgekomen.  Iedereen probeer ik ongeveer evenveel speeltijd te geven, maar als het een spannende wedstrijd is en de punten staan op het spel hebben we wel de afspraak dat de beste jongens erin staan.”

En dat zijn jongens een aardig balletje kunnen trappen bewijst de huidige eerste plaats, al nuanceert Olofsen de prestaties wel. “We spelen maar zevende klasse, hé. Een paar jaar geleden kwamen we nog uit in de zesde klasse, maar door een fout bij de KNZV zijn we per ongeluk een klasse lager ingedeeld. We hebben het maar zo gelaten en dat is wel goed zo, omdat je ook merkt dat we als team ook een dagje ouder worden. We lopen wat minder hard.”

Trainingen

Dat is ook terug te zien aan de trainingsarbeid die door zijn ‘selectie’ wordt verricht. “In de zomer staat het trainingsveld vol, maar dan is het vaak mooi weer”, weet Olofsen. “Nu de herfst is aangebroken is de zin wat minder. Regen, kou, Champions League van Feyenoord, we verzinnen met elkaar wel een goede reden om niet te trainen, haha. Op dit moment ligt het kunstgrasveld op ons complex er uit en dat betekent dat we niet op donderdag, maar op woensdag trainen. Dat is een stuk minder gezellig, want donderdag zijn ook veel andere teams er.”

En gezelligheid is een belangrijk goed voor CION 3. “Er gaan elke zaterdag wel tussen de één en vijf kratjes bier doorheen”, verklapt Olofsen. “Ik stuur de jongens vooraf een tikkie en dan zorg ik dat alles klaar staat na afloop. Een gele is bij ons een half kratje bier, een rode kaart een heel kratje.”

Olofsen is naast manusje-van-alles bij het derde elftal bij CION ook de man achter de jaarlijkse voetbalquiz. “Dat doe ik al zeker een jaar of vijf, zes. Je kan je inschrijven als koppel. In het begin was het nog bescheiden met acht koppels, intussen doen er altijd minimaal twintig mee. Ik maak zelf de vragen, een vriend van me zorgt voor de powerpointpresentatie. Normaal is de quiz altijd in december, maar omdat we nu in de verhuizing zitten, doen we ‘m nu in februari, in het nieuwe clubgebouw dus.”

Klik op CION Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op CION Vlaardingen voor meer informatie over de club.

Zwaluwen versterkt basis bij de jeugd

Aan klein voetbalgrut geen gebrek bij Zwaluwen. Sinds de club in 2021 nieuw leven in de ministars blies, schieten de teams als paddenstoelen uit de grond. Wat Stephane Hertog (46) betreft mag de groei nog even doorgaan. “Het gaat echt super.”

Hertog, vader van twee voetballende zoontjes van tien en zeven jaar, is sinds mei vorig jaar coördinator onderbouw. “Ik had bij de club aangegeven dat ik wat meer wilde doen voor de jeugd”, zegt hij. “Door het wegvallen van twee belangrijke krachten ben ik iets eerder ingestapt dan de bedoeling was. Ik vind het leuk om met mijn voetbalexpertise iets te kunnen betekenen voor Zwaluwen.”

Hertog, die in zijn actieve carrière menig club diende, hoefde zich bij zijn aanstelling niet voor te stellen, want hij was vorig seizoen trainer van de JO10-1. “Het voordeel daarvan was dat ik wist hoe de organisatie was en ook hoe andere trainers denken.”

Aanpassing organisatie

Op basis daarvan besloot Zwaluwen een aanpassing te doen in die organisatie. “Tot dit seizoen had iedere leeftijdsklasse een hoofdtrainer en die was verantwoordelijk voor de trainingen van alle teams in die leeftijdsklasse. Een breed gedeeld gevoel was de druk die daarmee gepaard ging. We hebben in de onderbouw alleen maar vrijwillige trainers, vrijwel allemaal vaders van voetballende kinderen.”

”Daarom hebben we voor dit seizoen gekozen voor een ander model. Voor ieder team hebben we één of twee trainers en die ondersteunen wij met een groepje met het geven van de trainingen. Dat doen we aan de hand van de Rinus-app van de KNVB. Dat werkt prima, ook omdat er beelden vertoond kunnen worden hoe een oefening gegeven kan worden. Daaraan koppelen we onze eigen visie omdat we vinden dat de techniek de basis is. De Rinus-app is prima, maar gaat min of meer uit van het idee dat je leert voetballen dóór te voetballen. Wij voegen daar extra oefeningen bij voor dribbelen en kappen. Wij hebben ook voor ieder kind een bal.”

“Plezier staat voorop, maar we willen wel toonaangevend in de omgeving zijn”, verklapt Hertog. “Ons doel is om in de toekomst in de onderbouw per leeftijdsjaar hoofdklasse te spelen en vanaf de onder 13 en hoger in de divisie.”

Daarbij kan Zwaluwen in elk geval terugvallen op een stevige basis waaraan al tweeënhalf jaar lang intensief is gebouwd. “Sinds Arne Verbraaken en Arne Meerman de schouders eronder hebben gezet is het aantal ministar-teams van vijftien naar zeventig gegroeid. Het resultaat daarvan zie je nu in de JO8. Dat is de eerste lichting van ministars ruim twee jaar geleden.”

“We begonnen het seizoen met vijf teams in de JO8 en voor de tweede fase zijn er nog twee extra teams bijgekomen. Ook bij de JO7 hebben we naast een MO7 inmiddels zeven teams en bij de ministars lopen ook alweer 35 talentjes rond. Het is zaak om op deze manier te blijven groeien de komende jaren. Het zou zonde zijn als de groei remt en afvlakt. Daardoor zou er een omgekeerde piramide komen van leeftijdssamenstelling in de jeugd. Dat willen we voorkomen.”

Klik op vv Zwaluwen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwaluwen voor meer informatie over de club.

VELO en SV Honselersdijk delen de punten

0

De belangrijkste vraag voorafgaande aan de wedstrijd was: wel of niet spelen op het hoofdveld. De fa. Vrij had vrijdagmiddag het veld nog extra onder handen genomen en in de laatste uren hadden trouwe vrijwilligers nog de laatste belemmeringen weggewerkt zodat de ervaren scheidsrechter Takacs het groene licht kon geven. En achteraf was dat, zeker voor de teams en de toeschouwers, de juiste beslissing.

SV Honselersdijk begon voortvarend aan deze wedstrijd. Bij een voorzet vanaf links was er niemand voor het doel om af te ronden en bij een corner van spelmaker Tom van Veen zag Nick van der Kraan zijn inzet naast het doel gaan. Na een kwartier de eerste gevaarlijke aanvallen van VELO maar Vince van Egmond zag zijn schot door doelman Quinten van der Helm omgezet in een corner en de kopbal van Mart Dubbeld ging naast het doel. In de 26e minuut ook pech bij Emiel Rours toen zijn vrije trap via de lat over het doel ging.

De Dijkenaren kwamen in de 37e minuut niet onverwacht op voorsprong. Een vrije trap van Tom van Veen werd voor het doel ingekopt door Ricardo van der Zijden waarna de bal via de binnenkant van de 2e paal tot verrassing van de VELO-defensie én doelman Deniz Pamuk in het doel verdween, 0-1. In de laatste vijf minuten van de 1e helft moest doelman Quinten van der Helm zijn klasse tonen bij een voorzet van Benjamin el Amrani (over het doel getikt) en was VELO-doelman Deniz Pamuk de baas over een schot van Tom van Veen.

2e helft

In het begin van de 2e helft kwam het eerste gevaar weer van de bezoekers met een schot van Joey Valstar tot corner verwerkt door VELO-doelman Deniz Pamuk. In de 57e minuut wel succes voor VELO. Bij een ingooi aan de linkerkant kwam de bal via/via voor het doel waarna Irshan Jagbandhan de trekker kon overhalen en de gelijkmaker op het scorebord bracht, 1-1. VELO wilde doordrukken en Emiel Rours zag, na een voorzet van Mart Dubbeld, een kopbal in kansrijke positie naast het doel gaan. Honselersdijk kwam daarna weer in de wedstrijd maar bij enkele gevaarlijke aanvallen wisten Bas van Dommelen, ingevallen voor Benjamin el Amrani, en Ryan Korsuize het gevaar te keren.

Na 70 minuten kwamen Lars de Jong en Abel Dries in het veld voor Irshan Jagbandhan en Emiel Rours. Lars de Jong kreeg uit een voorzet van de opgekomen Mart Dubbeld nog een kans om VELO op voorsprong te zetten maar doelman Quinten van der Helm maakte er een corner van. Na de eerdere wissels haalde Rick Das het eindsignaal ook niet en moest zich nog laten vervangen door Sietse Fidom. De VELO-defensie én doelman Deniz Pamuk wisten in de slotfase succes voor Honselersdijk nog te voorkomen bij gevaarlijke acties van Tom van Veen. Zo bleef het dus 1-1.

Na het laatste fluitsignaal van arbiter Takacs, prima wedstrijd, had SV Honselersdijk misschien wel gehoopt op de drie punten maar als goede buur werd dat ene punt toch wel gegund aan VELO.

As. zaterdag voor VELO geen competitie, wel een oefenwedstrijd tegen De Jodan Boys, ook een 1e klasser. Zaterdag 3 februari staat voor VELO de thuiswedstrijd tegen Voorschoten ’97 op het programma.

Klik op VELO Wateringen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VELO wateringen voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.