Home Blog Pagina 41

Ondernemers bij Olympia’60 voorzien eigen ploeg van trainingspakken.

Het vriendenteam van Olympia’60 2 bestaat uit veel meer dan alleen voetbal. Naast de voetballende verplichtingen in de vierde klasse van de regio Oosterhout hebben de ondernemers in het team, Luuk van den Noort, Jordy Wildhagen, Tomas Baeten en Lorenzo van Gool de ploeg voorzien van een fantastische uitstraling door middel van eigen trainingspakken en teamkleding.

 Een aantal seizoenen geleden is de vriendenploeg van Olympia’60 opgericht. Over het team van Olympia’60 2 valt er genoeg te vertellen. Door de samenkomst van twee vriendengroepen die graag weer samen wilden gaan voetballen, is er besloten om uiteindelijk het team op te richten wat er nu al jaren staat. “Voor en na de wedstrijd is het veel lachen. Als we op het veld staan doen we ons best, maar of we nou winnen of verliezen maakt dat niet heel veel uit”, zo laat Lorenzo weten. En ook al wil het nog niet helemaal boteren in de vierde klasse, als het aan Tomas ligt is de vriendenploeg na afloop niet te stoppen. “Als één iemand uit het team een feest geeft, dan is meteen iedereen afwezig omdat iedereen met elkaar omgaat. Maar over het algemeen is het heel gezellig, leuk en we doen het uiteindelijk wel een beetje voor de derde helft”, voegde Tomas daaraan toe. Voor leider Koen de Bresser is het een groot feest om de managende taken van het team op zich te nemen. “Zelf heb ik door wat blessures besloten om te stoppen en ben ik langs de kant gaan staan. Ik moet ervoor zorgen dat er genoeg man zijn, dat lukt helaas niet altijd, maar het is hier altijd gezellig”, zo vertelde hij lachend.

Naast het voetbal werken Luuk, Jordy, Tomas en Lorenzo als ondernemer. Luuk werkt voor zijn eigen bedrijf Luux als zelfstandig verzorger van het beletteren van onder andere auto’s, keukens en interieur. Daarnaast is Jordy volop bezig om het metselbedrijf van zijn vader, Wildhagen Metselwerken, over te nemen. Tomas adviseert namens TADD voornamelijk zzp’ers over belastingen en dergelijk en is verantwoordelijk voor de administratie van meerdere bedrijven in en rondom Dongen. En als laatste is Lorenzo werkzaam voor zijn eigen onderneming Van Gool Timmerwerken en werkt hij net als Jordy in de bouw. Alle vier dragen zij ook hun steentje bij aan de hele vereniging van Olympia’60 door middel van sponsoringen en dergelijke.

Sinds dit seizoen lopen de spelers van Olympia’60 2 er picobello bij. Door de inbreng van Luux, Wildhagen Metselwerken, TADD en Van Gool Timmerwerken zijn er trainingspakken, tassen en polo’s geregeld voor het team. “We hebben ervoor gezorgd dat we nu een professionelere uitstraling hebben. Niemand loopt meer in hun eigen kleding en in het veld hebben we tenues voor de warming-up en daarna voor tijdens de wedstrijd. En als het zomer is, trekken we lekker de polo’s aan”, aldus Luuk. Ook Jordy kan de trainingskleding bekoren. “We hadden als een van de weinige teams nog niet onze eigen kleding. Toen hebben we de koppen bij elkaar gestoken en het geregeld. Het was belangrijk om de eenheid uit te stralen en het komt netter over. In de derde helft waren we een van de betere ploegen, nu moeten we ervoor zorgen dat er ook sportieve resultaten komen.”

Klik op de link voor meer artikelen over Olympia’60
Klik op de link voor meer informatie over Olympia’60

FC Right-Oh zet Geertruidenberg op de kaart met inclusief voetbalfeest en explosieve groei

In het pittoreske Geertruidenberg, waar voetbal, plezier en gelijkheid hand in hand gaan, is er een club die de afgelopen jaren een opmerkelijke transformatie heeft doorgemaakt. F.C. Right-Oh, een vereniging die bekendstaat om haar hechte sfeer en sterke gemeenschapszin, heeft haar ledenaantal in slechts vijf jaar tijd meer dan verdubbeld: van 290 naar maar liefst 600 leden. Een prestatie die reden genoeg is voor een groot feest: De Bijzondere Voetbaldag op 9 april 2025.

Samir Amrani Nejjar, voorzitter van F.C. Right-Oh, praatte ons bij over de ongelofelijke groei die FC Right-Oh heeft doorgemaakt. De sleutel tot dit succes ligt in de vernieuwde visie van het bestuur, dat vijf jaar geleden de ambitie uitsprak om van F.C. Right-Oh een club te maken waar iedereen zich thuis voelt. “We wilden een clubcultuur creëren waarin iedereen welkom is, ongeacht leeftijd, geslacht, achtergrond of beperking,” aldus Samir Amrani Nejjar, Voorzitter van FC Right-Oh.

Deze visie heeft geleid tot een reeks initiatieven die de club toegankelijker hebben gemaakt voor een breder publiek. Zo zijn er naast de reguliere mannen senioren- en jeugdteams ook dames, meisjes, 30+ dames, 35+ en 45+ heren teams en de walking football-teams opgericht, waardoor ook ouderen de kans krijgen om actief te blijven. Ons jongst lid is 4 jaar en oudst voetballend lid is 80 jaar. Maar de club wil nog een stap verder gaan. “Onze volgende ambitie is mensen met een fysieke of geestelijke beperking de kans te geven om deel uit te maken van onze club.,” vertelt Amrani Nejjar.

Begin dit jaar heeft F.C. Right-Oh de 600 leden aangetikt. Om deze mijlpaal te vieren en de inclusieve visie van de club te benadrukken, organiseert FC Right-Oh op woensdag 9 april een groot voetbalfeest: De Bijzondere Voetbaldag. Deze dag is bedoeld om de verbondenheid met de gemeenschap te vieren én om te laten zien hoe laagdrempelig en welkom voetbal bij F.C. Right-Oh kan zijn – voor jong én oud, met of zonder beperking. Iedereen is welkom om deel te nemen aan clinics, spelletjes en andere activiteiten. “Het gaat erom dat we samen sporten en plezier maken,” benadrukt Amrani Nejjar. “Dat is de kern van het amateurvoetbal.”

🎤 Een opening om trots op te zijn

Om 15.30 uur wordt de dag feestelijk geopend door wethouder Annemiek de Rooij én niemand minder dan Jean-Paul van Gastel.
Een naam die voetballiefhebbers direct zullen herkennen: Van Gastel speelde jarenlang op het hoogste niveau, onder meer bij Feyenoord en het Nederlands elftal. Na zijn spelerscarrière bouwde hij als trainer verder aan zijn reputatie bij onder andere Feyenoord, NAC Breda en Guangzhou R&F in China.

Met de steun van de Buurtsportcoaches en Stichting Villa Frappant, bereidt FC Right-Oh zich voor op een nieuwe, inclusieve toekomst. De langgekoesterde wens om een G-team op te richten, lijkt eindelijk werkelijkheid te worden. “Dankzij de groeiende expertise binnen onze club, voelen we ons nu klaar om deze belangrijke stap te zetten,” aldus de voorzitter. “En de eerste aanmeldingen stromen al binnen! Dit is het begin van iets moois.”

Klik op FC Right-Oh voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Right-Oh voor meer informatie over de club.

Ervaren rot Mounir Maamar aast op kampioenschap met OVV’67: ‘Elke wedstrijd is nu een finale’

OVV’67 is bezig aan een ijzersterk seizoen in de vijfde klasse en lijkt hard op weg naar promotie. De ploeg van trainer Fatih Kaya staat met nog enkele wedstrijden te gaan vijf punten los van de nummer twee, en het kampioenschap lonkt. Eén van de steunpilaren in deze titelstrijd is de 36-jarige aanvoerder Mounir Maamar. Met zijn indrukwekkende ervaring en leiderschap is hij van onschatbare waarde voor de jonge selectie van OVV’67.

Maamar is een echte routinier, die al op jonge leeftijd zijn opwachting maakte op het hoogste amateurniveau. “Ik was vijftien toen ik debuteerde in het eerste elftal. Dat was meteen op een behoorlijk hoog niveau,” vertelt hij. “Na mijn vertrek bij RKC Waalwijk belandde ik bij WSC. RKC richtte zich toen vooral op spelers die afvielen bij grote clubs als Ajax, PSV en Feyenoord. Bij WSC heb ik een aantal jaar in de jeugd gespeeld en uiteindelijk debuteerde ik daar in de hoofdklasse. Dat was toen een serieuze stap.”

Na zijn periode bij WSC maakte hij de overstap naar VV Dongen. “Zij wilden mij heel graag hebben,” herinnert Maamar zich. “Ik heb daar prachtige jaren gehad en het was ook de plek waar ik kennis maakte met Fatih Kaya, onze huidige trainer. We hebben sindsdien altijd contact gehouden.”

Die vriendschap bleek later van grote waarde. Kaya stopte door blessureleed met voetballen bij OVV’67 en ging aan de slag als assistent-trainer onder Piet Gabriëls. Na diens vertrek nam hij het stokje over als hoofdtrainer, met inmiddels de nodige KNVB-cursussen op zak. Dat was voor Maamar het signaal om zich bij OVV’67 aan te sluiten. “Ik had altijd gezegd: als ik ooit lager ga spelen dan de tweede klasse, dan ben jij de eerste die ik kom helpen. En zo is onze hereniging tot stand gekomen. Nu willen we samen deze mooie club naar een hoger niveau brengen. Voetbal is een teamsport: je doet het met z’n allen. Ik probeer mijn ervaring over te dragen op de toekomst.”

Op het veld laat Maamar wekelijks zijn klasse zien. “Ik ben een speler die graag vanaf de flanken of op tien speelt. Ik hou ervan om in de diepte te gaan, mijn man op te zoeken en met snelheid en techniek het verschil te maken. Vrije trappen zijn ook een van mijn specialiteiten.” In de eerste seizoenshelft scoorde hij volop, maar een blessure gooide tijdelijk roet in het eten. “Ik heb toen lang door gespeeld met een blessure, maar uiteindelijk is dat goed afgelopen. Ondanks dat wisten we veel wedstrijden te winnen, wat het belangrijkste is.”

Naast zijn sportieve bijdrage is Maamar ook buiten het veld een belangrijke schakel binnen het team. Hij vindt het mooi om met jonge spelers te werken en hen te begeleiden. “Er zitten zeker een paar jonge gasten in het team. Als aanvoerder probeer ik ze op en naast het veld te helpen. Ik ben veel met ze bezig, probeer de lat hoger te leggen. Tot nu toe gaat dat goed, ze staan overal voor open en dat is fijn. Het is een prettige groep.”

Met nog enkele wedstrijden te gaan, staat OVV’67 er uitstekend voor. Vier overwinningen scheiden de ploeg van het kampioenschap, maar Maamar blijft realistisch. “We staan vijf

punten los van Viola, maar we spelen nog tegen hen. Die wedstrijd kan beslissend worden. Elke wedstrijd is nu een finale. We moeten met beide benen op de grond blijven staan en niet denken dat we er al zijn.”

Toch straalt hij vertrouwen uit. “Ik geloof er heilig in dat we dit kunnen afmaken. Maar we gaan nog niet van de daken schreeuwen dat we kampioen worden. We blijven gefocust, werken keihard en willen het op het veld laten zien.”

Tot slot richt Maamar nog een woord van dank aan enkele sleutelfiguren binnen de club. “Zonder hen is er geen OVV’67. Ik wil Cees Markus (voorzitter), Gerard Verhulst en zijn vrouw Pauline, Cor en Marian den Reijer, en ook de vrouw van Fatih Kaya bedanken. Zij zorgen ervoor dat we niets tekortkomen. Alles draait misschien om voetbal, maar deze mensen zijn zó veel meer. Dat mag ook weleens gezegd worden.”

Met zijn ervaring, doelgerichtheid en leiderschap is Maamar een toonbeeld van wat OVV’67 wil uitstralen: verzorgd voetbal, saamhorigheid en ambitie. De titel is binnen handbereik, nu is het aan de ploeg om de klus af te maken.

Klik op de link voor meer artikelen over OVV’67
Klik op de link voor meer informatie over OVV’67

Mike Dekkers bijna klaar voor het grote werk bij VV ONI: ‘Ik hoop dat ik op mijn twintigste vast in het eerste sta’

Hij is pas 17 jaar, maar Mike Dekkers komt al over als een volwassen vedette. De verdedigende middenvelder timmert momenteel aan de weg, zodat hij bijna klaar is om de stap te maken van de JO19 naar het eerste van VV ONI. Dekkers vertelde uitgebreid over zichzelf tegenover het VoetbalJournaal.

 Al zijn hele leven speelt Dekkers bij VV ONI. Vanaf de kabouters tot aan het hoogste jeugdteam, de JO19-1, vertegenwoordigt hij de oranje-blauwe kleuren van de club uit S’Gravenmoer. Dekkers heeft al een lange tijd de stempel van potentiële speler voor in het eerste elftal en daar reageert hij zelf lachend op: “Dat is alleen maar een compliment he.”

“Al jaren speel ik als verdedigende middenvelder bij VV ONI. Ik ben zelf enorm voorstander van het snelle voetbal over de grond. Dat past perfect bij mijn positie. Ik organiseer de spelverdeling over het veld en is de coaching heel belangrijk. Zo zit ik in elkaar”, aldus Dekkers op de vraag over zijn speelstijl.

De verantwoordelijkheid en volwassenheid die Dekkers met zich meedraagt, viel ook op bij de technische staf van VV ONI JO19-1. En dus werd Dekkers benoemd tot aanvoerder. “Het is gek om over jezelf te zeggen, maar ik denk dat ik al redelijk volwassen ben. Ik ben net de puberteit een beetje voorbij. Op onze leeftijd maken jongens de keuze of ze serieus willen voetballen of dat ze naar een vriendenteam willen. Dus hebben we iemand nodig die verantwoordelijkheid met zich meedraagt. Dat heb ik vorig seizoen onder onze vorige trainer, Jens van Loon, meegekregen. Ik vind het heel leuk in dit team en zolang de jongens ervoor willen werken, wil ik wel aanvoerder blijven. Dat bevalt mij wel.”

“Ik kan wel zeggen dat ik een van de serieuzere jongens ben. Ik werk ook op vrijdagavond, dus kan ik eigenlijk geen alcohol drinken de avond voor de wedstrijd. Ik sta nooit brak op het veld, maar op zaterdagavond lust ik af en toe na de wedstrijd wel een biertje. Dan begint echt mijn weekend”, voegde hij nog daaraan toe.

Momenteel verkeert VV ONI in de middenmoot van de vierde klasse in de regio Oosterhout. De resultaten van de ploeg van Senad Hadzic zijn behoorlijk in balans, ze zijn te goed om te degraderen, maar moeten nog een paar stappen maken om bovenin mee te kunnen doen. Dekkers wil niets liever dan binnen nu en een paar jaar in het eerste spelen.

“Ik moet daar wel reëel in zijn. Daar moet je keihard voor trainen en werken. Er zullen dingen nog beter moeten, maar ik hoop dat ik op korte termijn aan kan haken. Gevraagd naar zijn verbeterpunten reageerde hij glashelder: “Ik ben nu heel erg bezig met mijn snelheid met draaien. En ik moet conditioneel nog beter worden. Als het eerste halfuur erop zit, ben ik geneigd om meer de lange bal te zoeken. Dat is een stukje volwassenheid, maar ook conditioneel.”

Voordat Dekkers de stap naar het eerste maakt, heeft hij nog genoeg te doen bij de JO19-1. In de derde fase van het seizoen, wisten zij na zes duels nog geen overwinning te pakken. Dekkers beaamt dat er inderdaad dingen beter zullen moeten. “Ik denk dat wij onszelf echt te kort doen. De trainer en ik vroegen ons ook af hoe dit mogelijk is. We zijn heel vaak de bovenliggende partij geweest. Het is een stukje volwassenheid waar we nog beter in moeten worden. Maar ik denk wel dat we het om kunnen draaien. We zullen nu een paar potjes spelen tegen teams die we eerder hebben verslagen.”

Nog even en dan is Dekkers klaar om de overstap te maken naar het eerste van VV ONI. De middenvelder heeft zelf al een klein plannetje voor in de komende jaren. “Ik ben nu 17 jaar, ik hoop dat ik op mijn 18e of 19e mijn debuut kan maken. En dan hoop ik op mijn twintigste vaste basisspeler te worden.”

Klik op de link voor meer artikelen over vv Oni
Klik op de link voor meer informatie over vv Oni

TSC stoomt jonge talenten klaar voor het eerste elftal met O23-selecties.

TSC Oosterhout is momenteel volop bezig om de jeugdspelers klaar te stomen voor het eerste elftal. De afgelopen jaren zijn zij gestart met de O23-selecties, om zo de kloof tussen de O19 en het eerste elftal kleiner te maken. Trainer van de O23-1, Ferry Janssen, praat ons bij over de O23-teams, de vooruitgang en de ambities van het eerste elftal uiteindelijk.

 TSC Oosterhout is een voetbalclub met een rijke geschiedenis en een duidelijke ambitie: het ontwikkelen van talenten uit eigen jeugd en het laten doorstromen van deze jonge spelers naar het eerste elftal. De afgelopen jaren heeft de club veel aandacht besteed aan het verbeteren van de jeugdopleiding, wat heeft geleid tot de oprichting van de O23-selecties. Dit initiatief is bedoeld om een brug te slaan tussen de jeugdteams en het eerste elftal, zodat veelbelovende jeugdspelers op jonge leeftijd ervaring kunnen opdoen in een hoger niveau van competitie.

Janssen geeft aan dat de extra O23-teams meer mogelijkheden voor de spelers hebben geboden die vanaf de O19 komen. “Het is dit jaar voor de eerste keer dat het selectie is. Alle jeugdteams hebben op een aardig niveau gespeeld, maar zodra jongens dan richting de senioren gaan ontstond er een soort van vacuüm tussen de O19 en het eerste. Als daar geen teams tussen zitten, dan gaan er toch jongens weg. De stap van de jeugd naar senioren is tegenwoordig best wel groot en ze voetballen ook liever tegen leeftijdgenoten. Nu hebben we ze nog wat extra jaren kunnen laten rijpen.”

TSC wil hoge ogen gooien met hun eigen jeugdspelers. Sterker nog, het eerste elftal moet over een aantal jaar eigenlijk uit bijna alleen maar jeugdspelers bestaan. “We willen tachtig procent eigen jeugd en twintig procent van buitenaf. En dat houdt ook in dat het échte versterkingen moeten zijn”, aldus Janssen.

De O23-selecties spelen hierbij een cruciale rol. Deze leeftijdsgroep, bestaande uit spelers tussen de 18 en 23 jaar, vormt de schakel tussen de jeugd en het seniorenteam. Het biedt jonge spelers de kans om zich verder te ontwikkelen in een competitieve omgeving, onder begeleiding van ervaren trainers en coaches.

Ook op sportief vlak wil Janssen met de O23 van TSC stappen maken. Ondanks het feit dat er continu jongens komen en gaan, denkt de trainer na een promotie naar de derde divisie, nog een stap hogerop te maken. “Dat is zeker weten realistisch. Wij zijn vanuit de vierde divisie samen met ‘T Zand gepromoveerd. We hebben al meerdere keren tegen elkaar gespeeld en dat gaat heel erg gelijk op. Zij staan nu bovenaan en wij op de zevende plaats, maar dat heeft ook te maken met dat er een aantal jongens niet bij waren.”

Janssen is honderd procent bewust van het feit dat zijn team slechts een opleidingsteam van het eerste elftal van TSC is. Hij gaf daarbij ook aan dat hij het helemaal niet erg vindt om in een opleidingsrol te moeten fungeren. “Wij hebben echt als doel om spelers beter te maken voor het eerste elftal. We willen een selectie van 24 spelers creëren en daarvan moeten er tachtig procent uit eigen jeugd er staan. Daar hebben we bewust voor gekozen.”

Over zijn eigen rol binnen de O23 is Janssen bijzonder bescheiden. “Ik ben meer een verbinder dan echt een trainer. Ik moet ervoor zorgen dat ik de jongens goed begeleid en dat we de stap voor de jongens richting het eerste zo klein mogelijk maken. Het is allemaal wat fysieker en het gaat een tandje sneller ondanks dat ze in de jeugd al hoog spelen. We hopen dat er een hoop een meerwaarde kunnen zijn voor het eerste”.

TSC is dus een club die een eigen identiteit wil uitstralen in de regio Oosterhout. Als de jongens geluk hebben, kan het zomaar zijn dat de spelers die gaan doorstromen, volgend seizoen in de eerste klasse gaan uitkomen. De tweedeklasser, die volgend jaar naar de zaterdag zal verhuizen, doet nog altijd mee voor promotie. Mochten zij dat bewerkstelligen, zou het zomaar kunnen dat zij op de zaterdag ook op een hoog niveau kunnen laten zien.

Klik op TSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TSC voor meer informatie over de club.

Familie De Jong hofleverancier bij DVVC: ‘Ik ben wel beter dan mijn broer!’

De familie De Jong in Dongen zit diepgeworteld in de vijfdeklasser DVVC. Beide ouders doen in hun vrije tijd veel dingen voor de club en daarnaast spelen de kinderen Roos (bij de vrouwen), Guus en Bas in het eerste elftal. Alledrie vertelden zij over hun band met DVVC en wie nou eigenlijk de beste De Jong is.

Vader René en moeder Neletta zijn beiden actief bij DVVC. René speelde eerder bij de club uit Dongen en nam vervolgens een aantal vrijwilligerstaken op zich, Neletta is nog altijd actief in het bestuur. Logisch dus dat hun kinderen ook al op jonge leeftijd gingen voetballen bij DVVC.

Op zevenjarige leeftijd ging Roos op voetbal. Nadat haar zus en broers al eerder waren begonnen, kon ze weinig anders dan ook het groen-witte shirt aantrekken. Inmiddels zit zij in de vrouwen 1. “Iedereen hier was altijd aan het voetballen en zo ben ik er ook ingerold. Ik begon bij de jongens, maar zit nu in een meidenteam. Ik vind het gewoon heel leuk en gezellig altijd op de club.”

Roos voelt zich thuis bij DVVC in de vrouwen 1. Zelf geeft ze aan dat ze ongeveer al haar vriendschappen eruit heeft gehaald. “Als we in het veld staan willen we natuurlijk wel winnen, maar daarnaast is het heel gezellig. We doen veel dingen samen buiten het voetbal om en hebben ook weleens uitjes.”

Over haar eigen broers, die in het eerste van DVVC spelen, is Roos heel duidelijk. “Ze zijn best wel verschillend. Guus is aanvoerder en neemt het enorm serieus. Als ze tegen Olympia’60 spelen, wat de rivaal is, zal hij nooit een biertje drinken de avond ervoor. En mijn andere broer Bas vindt het gewoon heel leuk. Die wilt wel winnen, maar komt ook voor de gezelligheid. Dat botst trouwens totaal niet, al kan Guus wel heel fanatiek zijn”, vertelt ze lachend.

Guus, aanvoerder en een van de belangrijkere spelers van DVVC, zit net als de rest van de familie op zijn plek bij DVVC. Op 4-jarige leeftijd begon hij al met voetballen bij DVVC en heeft ook een aantal seizoenen bij VV Dongen gespeeld. Maar de aanvaller voelde zich uiteindelijk meer thuis bij DVVC. “Ik ben een creatieve speler denk ik, die op meerdere posities uit de voeten kan. Ik heb liever de bal in mijn voeten dan dat ik er achteraan moet rennen”, zo geeft hij zelf aan.

Over de uitspraken van zus Roos, die zei dat hij serieuzer was dan Bas, reageerde hij: “Is dat zo? Dat is dan denk ik omdat ik ook bij een andere club heb gespeeld”, zei hij lachend. “Ik heb er wel in de jeugd iets meer om gegeven, dus vandaar denk ik”, voegde hij daaraan toe.

Guus is dus een van de uithangborden van DVVC, vanwege het aanvoerderschap. Gezien de band van de familie met de club, vindt hij het alleen maar mooi dat hij de aanvoerder mag zijn. “Ik ben geen typische aanvoerder qua praten denk ik, maar meer qua houding. Ik vind het wel hartstikke leuk natuurlijk. Het is niet zo dat ik het echt een eer vind, maar het blijkt wel dat de trainer vertrouwen in mij heeft.”

Aangezien Bas een aantal jaren ouder is, betekent dat dat hij wel luistert naar zijn jongere broertje? “Jazeker hoor. Wij kunnen goed discussiëren met elkaar. Soms uit de emotie roep ik wel eens wat in het veld, maar thuis is het altijd meteen weer goed.” Op de vraag wie de betere is van de twee reageerde Guus vol zelfvertrouwen: “Ik zal altijd mijzelf zeggen!”

De oudste van de drie, Bas, is net zoals de rest van de familie onlosmakelijk verbonden met DVVC. “Het is gewoon mijn clubje, dus ik zal daar nooit meer weggaan”, aldus Bas. De rechtsback van het eerste erkent de woorden van zijn zus. “Guus kan inderdaad slechter tegen zijn verlies, dat hoort er ook denk ik bij aangezien hij de aanvoerder is. Hij is twee jaar jonger, maar ook ik zal wel moeten luisteren naar hem”, voegde hij daar lachend aan toe.

“Het is natuurlijk geweldig dat we samen in het eerste elftal spelen. We hebben vroeger samen in de tuin en op pleintjes gevoetbald. Om dan nu samen wedstrijden te spelen is echt heel leuk”, vervolgde Bas die enorm bescheiden inging op de uitspraken van zijn jongere broertje over wie de betere van de twee is.

“Helaas, ik moet daar eerlijk in zijn. Hij is wel beter dan ik en dat zal ook wel even blijven. Maar het belangrijkste is dat we samen in de basis zijn. Hij is een van de belangrijkere spelers in ons team. Maar ik kan nu wel zeggen dat ik het meest bescheiden ben!”.

Klik op de link voor meer artikelen over DVVC
Klik op de link voor meer informatie over DVVC

 

 

 

 

 

SV Terheijden hoopt walking football-team uit te breiden

Twee jaar geleden introduceerde SV Terheijden haar eerste walking football-team. En met succes. Momenteel staat de teller op twaalf man en de bedoeling is dat dat er nog meer gaan worden. Peter Snoeren, de trainer van het walking football-team vertelt ons uitgebreid over de voetballers die niets van stoppen willen weten.

Twee jaar geleden werd SV Terheijden een demonstratie gegeven over walking football door dorpsgenoot en concurrent Madese Boys. In eerste instantie werd dat van de tafel geveegd, maar onder aanvoering van Mitchel Boomaars, de coach voor Snoeren, is het uiteindelijk toch opgestart.

Walking Football is een aangepaste vorm van voetbal, speciaal ontwikkeld voor ouderen en mensen die minder intensief willen sporten. Het belangrijkste verschil met traditioneel voetbal is dat rennen niet is toegestaan; spelers moeten altijd wandelen. Dit verlaagt de fysieke belasting en het risico op blessures, terwijl het toch een leuke en sociale manier blijft om in beweging te blijven.

De spelregels zijn aangepast om veiligheid te garanderen. Zo zijn er geen slidings, wordt lichamelijk contact beperkt en mag de bal niet boven heuphoogte komen. Walking Football wordt vaak gespeeld op een kleiner veld met teams van 5 tegen 5 of 6 tegen 6.

Het is niet alleen goed voor de lichamelijke gezondheid, maar ook voor de sociale interactie. Veel clubs organiseren naast het voetballen ook sociale activiteiten, waardoor deelnemers nieuwe mensen ontmoeten en betrokken blijven bij een actieve gemeenschap.

Volgens Snoeren is Terheijden begonnen met walking football om zo ook de ‘oudjes’ binnen de club de mogelijkheid te bieden om nog lekker met de bal te kunnen spelen. “Er was een hoop animo voor en inmiddels hebben we twaalf man. Over het algemeen hebben we acht man en het gaat er nog best fanatiek aan toe”, zo geeft Snoeren aan.

“Mitchel pakte het meteen goed op. we begonnen met een warming-up en echte gymnastiekoefeningen. Daarna doen we nog tien minuten met de bal spelen en een partijtje en we sluiten af met een cooling-down. Het is gewoon goed voor je lijf en ook sociaal is het leuk om te doen”, voegde hij daaraan toe.

Het walking football-team is er dus niet alleen om de oudere voetballers op de been te houden, maar wil ook serieus laten zien wat het kan. Zo geeft Snoeren aan dat er in Terheijden al meerdere derby’s hebben plaatsgevonden. “We spelen twee keer per seizoen tegen Madese Boys. Een keer bij hen en een keer bij ons. Het is niet in competitieverband, maar we spelen natuurlijk wel om te winnen. En na afloop drinken we gezellig een biertje met elkaar, we hebben een gezonde concurrentie.”

Als het aan Snoeren ligt, had Terheijden al veel eerder het walking football-team opgericht moeten worden. “Zeker weten, ik heb tot mijn vijftigste gevoetbald en nu ben ik 77. Twee jaar geleden ben ik ermee begonnen en vind het jammer dat het er niet eerder was. Maarja, het was er nou eenmaal niet.”

Een sociaal avondje voor de senioren in Terheijden en een leuke derby tegen Madese Boys is leuk, maar volgens Snoeren kan het nog meer worden. “Hoofdzakelijk willen we de vrijdagavond in Terheijden aanhouden. Kijk, als er nog een club bij komt waar we ook tegen kunnen spelen, dan is dat leuk. We proberen na afloop dan drie biertjes te drinken en dan is het klaar.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Raymond Sponselee kan debuutseizoen bij Terheijden bekronen met kampioenschap in vierde klasse

Afgelopen zomer streek hoofdtrainer Raymond Sponselee neer bij Terheijden en dat bleek meteen een schot in de roos te zijn. Sponselee kan namelijk in zijn debuutseizoen kampioen worden bij de vierdeklasser uit de regio Oosterhout. De trainer, afkomstig uit Dordrecht, geeft daarbij aan dat hij nooit had verwacht dat hij hoofdtrainer zal worden.

Al op zijn vijftiende debuteerde Sponselee in het eerste elftal van zijn eerste club ODS uit Dordrecht. De Dordtenaar legt daarbij uit dat hij op vroege leeftijd al fysiek in orde was. “Ik ben al snel goed genoeg bevonden”, zo vertelt hij zelf lachend. “Ik speelde toen in de A1 en mocht al een aantal keer minuten maken bij het eerste. De trainer was toen dusdanig tevreden dat ik al snel bij het eerste terechtkwam.”

Op zijn 34e werd Sponselee trainer/speler en groeide daarna uit tot hoofdtrainer. “Ik had heel lang in het eerste gespeeld en was op het laatste moment aanvoerder. Toen had ik een grote mond tegen de voorzitter en die zei toen dat ik het zelf maar mocht proberen als trainer. Ik had het geluk dat we toen meteen promoveerden naar de derde klasse. Dat was een goede binnenkomer.”

Sponselee had zelf nooit verwacht toen hij voetbalde, dat hij hoofdtrainer ging worden. “Nee, totaal niet. Ik vond voetbal heel leuk, maar ik dacht toen al dat een trainer veel gezeur met zich meedraagt en dat er best wel wat bij komt kijken. Het beeld dat je hebt van een trainer trainer is heel anders totdat je het zelf doet. Dat hoor je nu nog steeds veel, men denkt soms even een training te geven. Maar daar vergissen mensen zich nog weleens in. Tegenwoordig draait het ook veel om het psychologische gedeelte.”

Bij Terheijden heeft Sponselee, naar zijn mening, een enorm sociale groep onder zijn hoede gekregen. “Het is bijna een vriendenteam, iedereen speelt al lang met elkaar. Het is een hele sociale goede groep. Ze geloven in wat ik zeg en wat ik doe, dat is natuurlijk heel belangrijk. En in de omgang zijn ze heel prettig, het zijn totaal geen asociale gasten.”

De komst van Sponselee bij Terheijden blijkt tot nu toe een schot in de roos te zijn geweest. De club uit de regio Oosterhout is momenteel een van de titelkandidaten, maar de concurrentie ligt op de loer. “We hebben de pech dat Waspik het momenteel ook goed doet”, zo geeft Sponselee aan. “Normaal ben je met dit aantal punten al kampioen, die pech hebben we dat we volop aan het concurreren zijn met Waspik. Ik vind sowieso dat we allebei moeten promoveren”, voegde hij daaraan toe.

Ondanks de moordende concurrentie van Waspik, heeft Sponselee het vertrouwen erin dat hij en Terheijden het kampioenschap gaan pakken in de vierde klasse. “Ja, dat moet je uitspreken. Waspik zal dat ook hebben, maar in deze fase moet je vol voor het kampioenschap gaan. Ik denk dat wij aan het einde van de rit meer kwaliteit zullen hebben dan Waspik. Op voetballend gedeelte denk ik dat wij net wat beter zullen zijn.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Terreinknechten Irene’58 in het zonnetje gezet: ‘Het is gewoon mijn cluppie’

Een amateurclub zonder vrijwilligers is helemaal niets. Dit blijkt ook bij Irene’58 uit Den Hout, waar clubhelden Arnold van den Hout en Kees Moerenhout zich al jaren inzetten voor de club. Beide heren spraken uitgebreid met het VoetbalJournaal over de liefde voor ‘hun’ club.

Van den Hout heeft ongeveer alle functies bij Irene’58 gehad die er zijn. De 72-jarige vrijwilliger loopt maar liefst 62 jaar rond bij Irene’58. “Ik ben op mijn tiende begonnen met voetballen bij Irene’58 en heb een aantal jaren later een paar wedstrijden in het eerste gespeeld. Op mijn 18e ben ik het bestuur ingegaan en daar ben ik zeven jaar geleden mee gestopt, dus ik heb er wel even gezeten”, zegt Van den Hout lachend.

Alle functies die je bij een amateurclub kan bedenken, heeft Van den Hout gehad. “Ik ben voorzitter, penningmeester, kantinebeheerder, leider en jeugdleider geweest. Ik ben alleen geen secretaris geweest. Ook heb ik even wat jeugdelftallen getraind”, aldus Van den Hout die inging op zijn respectievelijke CV bij Irene’58.

Momenteel fungeert Van den Hout met zijn goede vriend Kees Moerenhout als terreinknecht bij Irene’58. De inmiddels gepensioneerde vrijwilliger houdt ervan om bezig te blijven met de club waar hij het meeste heeft. “Het is gewoon mijn cluppie, dat is het gewoon.”

Op de vraag of Van den Hout een clubicoon is, reageert hij bijzonder bescheiden en heeft hij tegelijk een prachtige onthulling. “Natuurlijk kan ik dat niet over mijzelf zeggen, dat moeten anderen maar doen. Maar als vrijwilliger heb ik wel bij het 65-jarige jubileum een gouden speld gekregen van de gemeente Oosterhout en van de KNVB. Dus ik heb toch wel iets goed gedaan. Ik had het niet verwacht, maar het was een hele mooie verrassing.”

Op de vrijdag doet Van den Hout een bakje koffie op de club, doet hij de bestellingen van de kantine en prepareert hij met zijn maatje Kees Moerenhout de kleedkamers en kantine. Moerenhout zelf ging ook in op zijn werkzaamheden bij de club. “Vanaf 2002 ben ik begonnen als leider bij Irene’58. Dat heb ik heel lang gedaan en na de corona-periode ben ik ermee gestopt en ben ik ook gestopt met werken. Toen heb ik die vrijwilligerstaken opgepakt.”

Moerenhout voelt zich gewaardeerd bij Irene’58 na al die jaren. “Ze vragen hier en daar hoe het met mij gaat. Als ik een klootzak zou zijn, dan zouden ze dat niet doen. Ik heb dus toch wel iets goed gedaan”, zo vertelde hij zelf. Zelf heeft hij nooit gevoetbald, maar vanwege het sociale aspect is hij op de vrijdag vaak op de club te vinden.

Van den Hout en Moerenhout doen op de vrijdag enorm veel om het complex van Irene’58 te prepareren voor het voetbalweekend. Moerenhout zelf geeft aan er veel plezier uit te halen om de kleedkamers schoon te maken en hier en daar het veld te maaien. “Ik vind het best wel leuk. Zo blijf je lekker bezig. Met zijn tweeën kan je ook lekker koffie drinken en een beetje kletsen. Arnold en ik kennen elkaar al heel lang. We hebben een goede klik en daar doe je het voor. Als ik iets ervoor krijg is het mooi, maar het gaat om de gezelligheid.”

Het aantal vrijwilligers bij amateurclubs lijkt soms minder te worden, ziet ook Moerenhout. De vrijwilliger hoopt daarom wel dat er op een dag een aantal opvolgers klaar zullen gaan staan. “Elke vrijwilliger moet je waarderen en proberen te behouden, want het worden er steeds minder. Ik spreek niet iedereen meer, want ik ben alleen nog op vrijdag op de club. Ik kom er voor de rest niet meer zoveel sinds ze op zaterdag voetballen. Ik heb er niet zoveel behoefte meer aan. Maar elke vrijwilliger is enorm belangrijk.”

Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58

 

Van Oosterhout ziet af van damesteam om zelf weer te voetballen.

Het begon als een grapje tijdens een feestje in de kantine van VV DHV, maar dat liep uiteindelijk behoorlijk uit de hand. Inmiddels is de 24-jarige Thieme van Oosterhout de trainer van de vrouwen 18+ bij de club uit de regio Oosterhout. Vol enthousiasme vertelde hij uitgebreid over hoe het zover heeft kunnen komen.

Van Oosterhout begon op jonge leeftijd al met voetballen bij DHV en is daar nooit meer weggegaan. Hij doorliep de hele jeugdopleiding, maar drie jaar geleden sloeg het noodlot toe. “Ik ben toen geopereerd aan mijn knie en daardoor kon ik niet echt meer voetballen. Daardoor ben ik meer teams gaan trainen en heb ik ook mijn trainerscursus gehaald. In 2023 begon ik ook met het trainen van de dames”, zo geeft hij zelf aan.

 Toch kreeg Van Oosterhout kriebels om weer te gaan voetballen. De 24-jarige is toen goed hersteld van zijn knieblessure. “Ik heb een wedstrijd met het tweede meegedaan omdat zij te kort hadden. Daarnaast doe ik nog steeds training geven.” Nu traint hij wekelijks met de selectie mee en heeft hij minuten mogen maken in het eerste elftal.

Het trainen van teams begon langzaam uit de hand te lopen, zo geeft Van Oosterhout zelf aan. “We hadden een feestje in de kantine, daar begon het als een grapje. Het meidenteam dat ik nu train is bij elkaar gekomen door de aanhang van de vriendjes van het eerste en het tweede wat een hechte vriendinnengroep is. Zo is dat toen een team geworden en vroegen ze aan mij of ik daarvan de trainer wilde worden. In 2023 zijn we gestart met trainen, omdat ik al lang betrokken ben bij de club heb ik enkele oud-voetbalsters gevraagd of ze dit team wilde versterken. Waar we begonnen met 7 dames is het team al gegroeid naar een groep van 14.

Uiteindelijk heeft Van Oosterhout besloten om ondanks het plezier, toch te stoppen met trainen. Omdat hij de bal zelf niet los kan laten, heeft hij besloten om zelf weer te gaan voetballen. “In het begin was het hard werken, we gingen in het begin met 10-0 onderuit. Maar uiteindelijk door hard te trainen en aanvulling van ervaren speelsters kregen we kansen om voor het kampioenschap te spelen. Dit zag ik ook terug op het trainingsveld. We begonnen regelmatig trainingen met zes dames. Na enkele gesprekken met dames gehad te hebben, kwamen zij ook vaker trainen en stonden we met 10/11/12 dames op het veld. Dit gaf mij ook een goed gevoel. Met trots heb ik het stokje doorgegeven aan Levy, die door zijn blessure helaas niet kan voetballen. Hij wordt nu geholpen door Nick en Erica. Ik mag wel zeggen dat er een leuk en hecht team staat. En ik ben ervan overtuigd dat zij nog mooie resultaten gaan boeken.”

Klik op de link voor meer artikelen over DHV
Klik op de link voor meer informatie over DHV

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.