Home Blog Pagina 36

Spirit alleen koploper na zege op Wieldrecht

0

Spirit heeft zaterdag een belangrijke overwinning geboekt op Wieldrecht. Op Sportpark Ouderkerk won de ploeg van trainer Wout Ooms met 4-2 en klom daarmee naar de eerste plaats in de 3e Klasse H.

Moeizame start voor Spirit
De thuisploeg kende een lastig begin. Spirit speelde slordig, met onnauwkeurige passes en misverstanden in de opbouw. De eerste kansen waren dan ook voor Wieldrecht. Doelman Sean Luthart moest al vroeg ingrijpen met enkele goede reddingen, en na tien minuten bracht de paal redding voor Spirit. Aan de andere kant was Kevin de Redelijkheid dichtbij met een schot dat net naast ging.

Na ruim een kwartier kwam Wieldrecht verdiend op voorsprong met een afstandsschot van twintig meter: 0-1. Pas na een half uur kreeg Spirit meer grip op de wedstrijd. Pogingen van Ruben Slooff en Kevin de Redelijkheid misten precisie, maar Levi de Jong zorgde met een knappe schuiver voor de gelijkmaker: 1-1.

Wieldrecht opnieuw op voorsprong
Kort na rust leek Spirit opnieuw de controle te verliezen. De verdediging greep niet goed in, waardoor een Wieldrecht-aanvaller zijn meegelopen ploeggenoot vrij voor het doel kon zetten: 1-2. Ook daarna kreeg de Dordtse ploeg nog enkele kansen, maar doelman Luthart hield zijn team met reddingen in de wedstrijd.

Spirit herpakt zich
Na tien minuten in de tweede helft kwam Spirit opnieuw langszij. Thico Addicks draaide zich knap vrij in het strafschopgebied en schoot de 2-2 binnen. Vanaf dat moment nam Spirit het initiatief over. Pogingen van Levi de Jong, Thico Addicks en Ruben Slooff werden echter nog gekeerd door de Wieldrecht-doelman.

Een kwartier voor tijd kreeg Spirit de kans om de wedstrijd te kantelen. Marijn Advocaat werd binnen de zestien in de rug gelopen, waarna de scheidsrechter naar de stip wees. Ruben Slooff bleef koel en schoot Spirit op voorsprong: 3-2.

In de blessuretijd besliste de aanvoerder de wedstrijd definitief door ook zijn tweede treffer van de middag te maken: 4-2.

Spirit koploper
Door de overwinning is Spirit nu alleen koploper. Concurrent Hardinxveld verloor verrassend bij Overmaas (3-2), terwijl Perkouw (2-2 bij Slikkerveer) en DFC (1-1 bij Rijsoord) gelijkspeelden. EBOH leed een 2-0 nederlaag bij Pelikaan. Onderaan blijven Wieldrecht en De Alblas puntloos, waarbij laatstgenoemde met 3-4 verloor van FC IJsselmonde.

Volgende week: uit naar EBOH
Volgende week reist Spirit af naar Dordrecht voor de uitwedstrijd tegen EBOH op sportcomplex Schenkeldijk. De ploeg uit Ouderkerk zal daar haar koppositie willen verdedigen.

Klik op VV Spirit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Spirit voor meer informatie over de club.

NSVV voor de derde keer onderuit

0

Na twee achtereenvolgende nederlagen stond afgelopen zaterdag de lastige uitwedstrijd tegen de lijstaanvoerder van dat moment, BVCB, op het programma. De stormachtige wind speelde een belangrijke rol en maakte goed combinatievoetbal erg lastig, maar dat gold uiteraard voor beide ploegen. 

 

NSVV trapte af met de wind in de rug, wat niet direct een voordeel was, want veel diepe ballen gingen vaak te hard. Beide ploegen probeerde er het beste van te maken. Echte kansen bleven uit. Het meeste gevaar van NSVV kwam nog uit dode spelmomenten. Tot de 12e minuut. Een slippertje van een BVCB-verdediger op de achterlijn stelde Dion van Kralingen in staat de vrijstaande Jasper Huisman te bereiken, die de bal voor het intikken had. Een mooie opsteker zo met de wind in de rug.

Het optimisme van de NSVV-aanhang duurde echter nog geen 10 minuten, toen BVCB-aanvaller Brekelmans de bal onhoudbaar vanaf de rechterflank binnenschoot. Nog geen twee minuten later lag ook de tweede erin. Ditmaal een kopbal vanuit een hoekschop. Feitelijk was het hierna gedaan met de dadendrang van NSVV. In de blessuretijd voorkwam Fabian Korbijn nog een derde tegentreffer.

Kjetil Mol was in de rust geblesseerd in de kleedkamer achtergebleven, Liam Borg was zijn vervanger, Jeroen Voshart verhuisde daardoor naar het centrum van de verdediging.

Het was de tweede helft vooral lopen achter de tegenstanders, die veel feller waren in de duels. 10 minuten na rust deelde BVCB de genadeklap uit. Het lukte NSVV niet of nauwelijks meer om maar in de buurt van het vijandelijke doel te komen en ook de wissels brachten daar geen verandering in. BVCB haalde nog twee keer de trekker over en zo eindige de wedstrijd uiteindelijk in een kansloze 5-1 nederlaag.

Volgende week speelt NSVV thuis tegen GVV Unitas, aanvang 14.30 uur.

Opstelling NSVV:

Jarmo Hartgers, Rick Berghout, Kjetil Mol (46e Liam Borg), Quinton Burk (63e Boyd van Andel), Fabian Korbijn, Sven Moerland, Jeroen Voshart, Nathan Bernadina (63e Peter Jan Cazander), Sander Backx, Dion van Kralingen (73e Davy Snijders), Jasper Huisman (63e Finn Langerak)

Ruststand: 2-1
Eindstand: 5-1

Klik op NSVV voor meer informatie over de club.
Klik op NSVV voor meer artikelen over de club.

Verslag: Victoria’04-Rhoon

In een sportief gespeelde wedstrijd moest Victoria’04 in de slotfase toestaan, dat Rhoon het enige doelpunt maakte en met de drie winstpunten huiswaarts keerde.

In de eerste helft hielden beide teams zich in evenwicht. De strijd werd voornamelijk op het middenveld gestreden en echte kansen ontstonden er niet. Pas na ruim een half uur spelen kwam Victoria’04 vaker in het strafschopgebied van Rhoon. Owen Passon was dichtbij de openingstreffer, maar zijn doelgerichte pogingen strandden op de doelman van de bezoekers.  

De toenemende stormachtige wind bleek na de rust steeds meer van invloed te zijn op het verloop van de wedstrijd. Na ruim een uur spelen nam Rhoon vaker het initiatief en drong Victoria’04 keer op keer naar achteren. De thuisploeg moest alle zeilen bijzetten om niet te worden verrast. Tot twee keer toe kwam Rhoon gevaarlijk opzetten, beide kansen leverden niet het gewenste resultaat. Victoria’04 kroop door het oog van de naald, omdat de inzetten op paal en lat eindigden. In de 87ste minuut was het dan toch raak voor Rhoon. Een aanval over vele schijven werd feilloos afgerond: 0-1. 

In de rommelige slotfase trachtte Victoria’04 er van alles aan te doen om de nederlaag te voorkomen, doch liep zich telkens vast in de hechte defensie van Rhoon.

Selectie Victoria’04: Gilmario Correia dos Santos, Nick Rutten, Jur de Visser (78: Björn Verschoor), Mitchell van der Hoeven, Owen Passon (68: Raphael van Doorn), Jeroen de Lely (78: Nick Spuybroek), Ronaldo Lindeborg (68: Lizandro Niewold), Vico Senchi, Lars de Visser, Joeri Kaashoek, Bob Planken.

Meer informatie over Victoria ’04? Klik hier.
Meer artikelen over Victoria ’04? Klik hier

 

‘Daar word je als spits wel op afgerekend’

Na een pittige voorbereiding, zijn ze bij JEKA klaar voor een nieuw seizoen in de tweede klasse. Want nadat de ploeg uit Breda afgelopen jaar de nacompetitie voor degradatie ternauwernood wist te ontlopen, moest er een schepje bovenop, vertelt aanvaller Bowen van der Linden. “We hadden op meer gehoopt.”

Maar meer dan een negende plek, en slechts twee punten boven de nacompetitie, werd het uiteindelijk niet voor JEKA. “Gezien ons team, waren we toch wel een beetje teleurgesteld. Al was het een terechte plek”, is de 22-jarige Van der Linden eerlijk. “We hebben twee keer echt een off-day gehad. Naast een aantal blessures, domme fouten, of wedstrijden die net niet onze kant opvielen.” Vooral dat eerste, speelde de tweedeklasser nogal eens parten, herinnert hij zich. “Als je dan terug moet vallen op jeugdspelers, mis je toch net die bepaalde slimmigheidjes. Voetballend kunnen ze zeker mee, alleen moeten ze nog ervaring opdoen. Dan is dat net te veel…”

Vuile meters

Een bredere selectie, was dus het devies. En dat is gelukt, heeft Van der Linden de afgelopen weken gemerkt. “Er zijn spelers bijgekomen, dus de concurrentie is nu groter.” De lat, kan dan als vanzelfsprekend ook omhoog, vindt hij. “We moeten gaan voor een solide middenmoot. Als we in de bovenste helft eindigen, doen we het gewoon goed.” Al komt dat niet vanzelf, weet ook de inwoner van Teteringen.

“Vooral voor de goal, zullen we een stuk efficiënter moeten zijn. Naast het feit, dat we meer kansen moeten gaan creëren.” Iets waar hij als spits, een belangrijke bijdrage aan zou kunnen leveren. “Vaak hebben we wel een veldoverwicht, maar dan ontbreekt het net aan die laatste pass.” Mede daardoor kwam Van der Linden zelf, slechts tot zeven treffers. “Daar ben ik uiteraard niet tevreden mee. Pas aan het einde van het seizoen, begon het een beetje te lopen.” Toch, heeft de aanvalsleider geleerd om te relativeren, zo blijkt. “Als ik in de jeugd niet scoorde, had ik niet goed gespeeld. Nu sta ik er anders in. Assists zijn net zo belangrijk. Ik hoef niet per se te scoren, al word je daar als spits natuurlijk wel op afgerekend.”

Desondanks, is Van der Linden met zijn manier van spelen, meer dan belangrijk voor zijn team. “Ik maak een hoop vuile meters. In het drukzetten, met loopacties en om gaten voor iemand anders te trekken. Daardoor sta je alleen zelf niet altijd op de goede plek om te kunnen scoren.” Aan zijn werklust, zal het in ieder geval niet liggen. “Ondanks dat ik niet megasnel of op de brommer ben, werk ik altijd keihard voor het team. Balvast, sterk en iemand die goed kan afronden.” Een voorspelling, durft Van der Linden dan ook wel te wagen. “Als ik er dit seizoen vijftien maak, ben ik meer dan tevreden!”

Mentaal zwaar

In zijn derde jaar bij de club. Nadat hij ooit bij Baronie begon. “Tot ik zwaar geblesseerd raakte aan mijn meniscus én naar de Universiteit ging. Toen werd drie keer in de week trainen lastig.” Via Maikel Nijst, zijn huidige trainer, kwam Van der Linden uiteindelijk bij JEKA terecht. “Ik had in de JO19 van Baronie al training van hem gehad, dus vroeg of hij het nummer van de hoofdtrainer van het eerste had.

Dat bleek hij zelf te worden, terwijl niemand dat nog wist.” Na een bezoek bij hem thuis, was de hereniging dan ook snel beklonken. “Maikel is bloedfanatiek, daarom mag ik hem heel graag. Maar ook ik, moest het gewoon zelf laten zien.” Al ging dat in het begin, na een revalidatie van zeven maanden, nog niet van harte, memoreert hij. “In één van mijn eerste wedstrijden, raakte ik opnieuw geblesseerd. Dit keer aan mijn hamstring. Ik wilde te graag en te snel, daardoor heb ik dat hele seizoen gekwakkeld met blessures. Als je jezelf wil laten zien, is dat een flinke valkuil.” Ook mentaal, had de student Accountancy en Accountant van beroep, het zwaar. “Revalideren is echt niet leuk…

Ondanks dat je probeert om betrokken te blijven bij de groep, is het heel frustrerend om iedereen te zien voetballen, maar zelf niet mee te kunnen doen. Door al die blessures, heb ik getwijfeld om te stoppen. Gelukkig heb ik dat niet gedaan.” Want inmiddels voelt Van der Linden zich naast fit, vooral als een vis in het water bij JEKA. “Onze selectie is één grote vriendengroep. En naast dat we iedere week gaan padellen, fluit ik soms een wedstrijd en help ik bij het organiseren van het trainingskamp of andere activiteiten.” Kortom. “Ik zit helemaal op mijn plek hier!”

Groen Wit is klaar voor de tweede klasse

0

Dat Groen Wit afgelopen seizoen kampioen zou worden in de derde klasse, werd halverwege waarschijnlijk door niemand aan getwijfeld. Toch bleven ze bij de ploeg uit Breda, mede door de lessen uit het verleden, scherp. En met succes, merkte Jop van Galen. “Vaak deden we het iets minder in de ‘tussenperiode’, nu hebben we juist het goede begin doorgetrokken.”

En goed beginnen, dat deden ze bij Groen Wit. Want met 22 punten uit de eerste acht wedstrijden, werd de toon meteen gezet. Al waren ze er toen natuurlijk nog niet, vertelt Van Galen (22). “Die dip kwam er dit seizoen niet. Waarom? Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien hebben we geleerd van de afgelopen jaren, hadden we hier en daar wat geluk of was het de échte wil om kampioen te worden.” Want ook na de onderbreking, hield de derdeklasser het positieve gevoel vast. “Goed uit de winterstop komen, was voor ons het belangrijkste!”

Bredere selectie

Met een overtuigend kampioenschap én veertien punten voorsprong op nummer twee Victoria’03 tot gevolg. “Na de eerste paar wedstrijden na de winterstop, wisten we dat we het niet meer weg gingen geven.” Aan vertrouwen, dan ook geen gebrek. En terecht, gezien de kwaliteiten van de ploeg van Martijn van Galen. “We speelden goed voetbal, waren echt fit en hadden gewoon een goed team.” Onder meer met scorende spitsen en een solide defensie. “Als je het achterin dichthoudt en voorin scoor je, ga je veel wedstrijden winnen.” Klinkt simpel. Al zal dat dit seizoen, in de tweede klasse, vermoedelijk wel anders zijn, verwacht Van Galen. “Waarschijnlijk is het niet meer mogelijk om 90 minuten lang volle bak druk te zetten en zal het ook voor onszelf, moeilijker worden om onder de druk van de tegenstander uit te spelen. Maar we gaan ons best doen, om er iets moois van te maken.” Met een wat hem betreft, bredere selectie dan afgelopen seizoen. “Er is kwaliteit bijgekomen, ondanks dat er zes jongens zijn vertrokken. We hebben nu een mannetje of zeventien, die allemaal in de basis kunnen spelen.” En goed voetbal op de mat kunnen leggen. “Er zit meer voetbal in. Vorig jaar ging het vaak via de zijkanten en dan naar Tijn (van Galen), die in de spits stond. Nu is heel het team op elkaar ingespeeld en spelen we meer vanuit de combinatie.” Geloof in een goede afloop, heeft de verdediger dan ook genoeg. “Onze doelstelling is handhaven en hopelijk kunnen we, als iedereen fit blijft, stiekem naar boven kijken.” Al komt dat niet vanzelf, weet ook Van Galen. “We zullen waarschijnlijk minder kansen gaan krijgen, dus moet je zakelijker zijn in het afmaken. Iedere kans moet er eigenlijk in.”

Eén van de leiders

Wat dat betreft is het vertrek van broer Tijn, een flinke aderlating voor het ambitieuze Groen Wit. “Het is heel jammer dat Tijn naar Unitas’30 is gegaan. Niet alleen omdat hij mijn broer is, maar ook omdat hij heel veel goals voor ons heeft gemaakt.” Toch is Van Galen vooral trots op hem. “Het is natuurlijk wel een heel mooie stap!” Een stap die de inwoner van Breda, zelf ook ooit nog eens hoopt te maken. “Voorlopig zit ik hier goed op mijn plek, maar als ik het gevoel krijg dat ik mijn lat bereikt heb en er komt een mooie club, zou ik daar wel over nadenken.” Ondanks, dat hij zich inmiddels helemaal thuis voelt bij Groen Wit. “Ik heb tot de D’tjes bij Baronie gevoetbald en sinds mijn vijftiende, speel ik hier.” Spijt van zijn overstap naar Sportcomplex Haags Sportpark, heeft Van Galen absoluut niet. “Het is zeker niet tegengevallen! We hebben mooie dingen meegemaakt. Van de bekerwinst, tot aan spelen voor de prijzen.” Gedebuteerd op zijn zeventiende, ontpopt Van Galen zich steeds meer als één van de leiders van het team. “Inmiddels vind ik wel dat ik ervaring heb. Daarom probeer ik ook teamgenoten neer te zetten en te coachen.” Van achteruit dus, als centrale verdediger. “Iemand die duels speelt, graag de bal heeft en goed kan koppen. Ik moet het niet hebben van mijn snelheid, wel van mijn inzicht.” Onder leiding van zijn vader. “Dat ben ik ondertussen wel gewend. Bij Baronie kreeg ik in de jeugd al training van hem en later bij Groen Wit opnieuw.” En nu dus weer. Hoe dat is? “Soms krijg je even een schop onder je kont, dat je het beter moet doen. Maar je loopt toch harder voor hem.” Een soort familieclub, dus eigenlijk. “Groen Wit voelt sowieso als een heel hechte club. Ook met het eerste en tweede samen. Iedereen kent elkaar. En het is lekker dichtbij, dat vind ik wel fijn!”

Klik op Groen Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Groen Wit voor meer informatie over de club.

Van NAC naar Molenschot: ‘Af en toe even schakelen’

0

Jeugdtrainer bij NAC Breda en sinds dit seizoen trainer van vijfdeklasser Molenschot. Twee werelden die op het oog ver uit elkaar liggen, maar voor Martijn Malinka juist de perfecte combinatie zijn. En dus krijgt hij er, ondanks zijn ietwat drukke schema, vooral veel energie van. “Af en toe is het even schakelen.”

Van de vijfde klasse bij Molenschot, naar de JO11-1 van de Bredase profclub. “Dit is nu mijn derde seizoen bij NAC, in het begin had ik daar wel moeite mee. Het is natuurlijk heel andere koek.” Desondanks, versterkt de combinatie elkaar vooral, denkt de 43-jarige Malinka. “Vanuit NAC en de trainers die daar werken, neem ik bepaalde oefenvormen of tactische dingen mee, terwijl ik het menselijke aspect van het amateurvoetbal, andersom juist weer bij NAC kan gebruiken.”

Dorpsclub

Tegenwoordig dus als trainer van Molenschot. “Het bevalt tot nu toe prima! We hebben een leuke groep, met leuke gasten, die echt graag dingen willen leren. En ook de trainingsopkomst is goed. Daar ben ik als trainer, natuurlijk wel blij mee.” Spijt van zijn stap naar de vijfdeklasser, heeft Malinka dan ook absoluut niet. Sterker nog. Het had er vorig seizoen al van kunnen komen. “Toen ik twee seizoenen geleden wegging bij SAB, heb ik een aantal gesprekken gevoerd met Molenschot en eigenlijk was het rond. Tot de vorige trainer toch besloot te blijven.” De inwoner van Breda werd vervolgens trainer bij TVC Breda, maar staat nu dus alsnog in Molenschot voor de groep. “Bij TVC had ik het ook uitstekend naar mijn zin, alleen ging de club van de zondag naar de zaterdag. En op zaterdag, zit ik lastig met NAC.” Gelukkig bleek het goede gevoel na de eerdere gesprekken, van beide kanten nog altijd wederzijds. “Ik wilde gewoon eens wat anders. Een dorpsclub, is toch heel anders dan een club in de stad.” En daarnaast. “Wist ik dat Molenschot een stabiele club is, waar veel mensen binding hebben met de vereniging.” Want zijn huiswerk, had Malinka vooraf goed gedaan. “Van twee oud-trainers had ik goede verhalen gehoord en ook het team heb ik een aantal keer zien spelen.” Genoeg informatie, om een doelstelling te formuleren. Zou je zeggen. “Daar ben ik nooit zo van. Zeker in deze competitie, is dat eigenlijk niet te zeggen.” Maar ondanks dat, heeft de oefenmeester duidelijk voor ogen waar hij heen wil met zijn ploeg. “Je start op een punt en wil van daaruit steeds beter worden. Als dat lukt, komen de resultaten vanzelf.”

Vastgeroest

Voorlopig, lukt dat beter worden vrij aardig, vertelt hij. “Je ziet dat ze steeds meer kleine dingetjes beginnen op te pikken. Bijvoorbeeld in het openstaan of ballen vragen.” Gemakkelijk, was dat in het begin echter zeker niet, herinnert Malinka. “Ik merkte heel erg dat ze een beetje vastgeroest waren, door steeds dezelfde dingen te doen. Daarom probeer ik ze te triggeren met bepaalde oefeningen om ze zo uit hun comfortzone te halen.” Oefeningen, heeft de voormalig speler van Advendo dan ook genoeg. “In totaal heb ik er misschien wel meer dan 500.” Daar ligt volgens hem, dan ook meteen de uitdaging. “Je wilt afwisselend trainen, maar er moet ook structuur in zitten. Soms is het helemaal niet erg, om een vorm te herhalen.” Met maar één doel: ontwikkelen. “Als ik vooruitgang zie in het team én het individu, ben ik dit seizoen tevreden. En het moet gezellig zijn. Niet te overdreven serieus.” Hoe moeilijk dat voor Malinka, die vijf tot zes keer per week op het voetbalveld staat, soms misschien ook is. “Ik vind voetbal helemaal geweldig. Met spelers bezig zijn en ze beter maken, die dynamiek houd ik van.” Vooral door tactisch sterk, duidelijk en rechtvaardig te zijn, denkt hij. “Een menselijke trainer, die niet staat te schreeuwen langs de lijn.” Iets wat er al op jonge leeftijd in zat bij hem, zo blijkt. “Vanaf mijn vijftiende geef ik eigenlijk al training. Dat vond ik altijd al leuk.” Nadat hij als voetballer, een stuk minder geluk had. “Toen ik vijftien was maakte ik mijn debuut bij Advendo in het eerste, drie jaar later kreeg ik last van een hernia. Uiteindelijk heb ik maar tot mijn 23ste gevoetbald.” Een aanvaller, zonder een al te goede techniek, lacht hij. “Maar ik was wel heel snel!” Gelukkig kan de trainer, die in het bezit is van zijn VC3, zijn ei nu kwijt langs de lijn. “Eerst wil ik met Molenschot presteren, om hopelijk daarna richting een tweede-of derdeklasser te gaan. En bij NAC, zou ik graag een team in de middenbouw willen trainen.” Aan ambities, dus geen gebrek. “In de toekomst wil ik mijn VC4 gaan halen en met jeugd blijven werken bij een BVO!”

Klik de link voor een recent artikel over vv Molenschot

Verdediger Fik Steppe heeft bij SVOD’22 voetbalplezier hervonden

0

OOSTKAPELLE – Hij begon ooit met voetballen in de jeugd van Domburg. Via Zeelandia, JVOZ en Sparta Rotterdam belandde Fik Steppe (18) drie jaar geleden bij SVOD’22. Hij kreeg ook nog te maken met een fikse knieblessure die hem zo’n anderhalf seizoen kostte. Allerlei zaken deden hem de lol in het voetbal verliezen, maar dat plezier heeft hij inmiddels bij SVOD’22 helemaal hervonden.

 

“Ik had te maken met een Salter Harris Fractuur, een breuk in de groeischijf van mijn knie. Dat kostte me flink wat maanden herstel. Daarnaast ging het op school slecht en ik raakte steeds meer de liefde voor het voetbal kwijt. Uiteindelijk besloot ik dat het beter was om bij Sparta Rotterdam te stoppen en gewoon weer puur voor de lol op een iets lager niveau te gaan spelen. Toen heb ik gekozen om weer naar Zeeland terug te keren en bij SVOD’22 te gaan spelen. Dat is een prima keus gebleken want ik heb het echt enorm goed naar mijn zin hier.”

 

Steppe had naar eigen zeggen nooit echt de droom om profvoetballer te worden, maar bij JVOZ ging het niet onaardig en kwam er dus belangstelling om op stage te gaan bij Feijenoord, Sparta en PSV. Bij PSV moest ik in een gastgezin maar dat durfde ik toen nog niet. Daarom viel de keus op Sparta Rotterdam. Ik heb daar een mooie tijd gehad en veel geleerd, maar toch kon ik niet voorkomen dat ik de liefde voor het spelletje verloor.”

 

Hoewel hij nu bij SVOD’22 als aanvallende flankverdediger in het elftal van Harro Hazelaar hoopt om hoge ogen te gaan gooien dit seizoen, is golfsurfen de échte passie van Steppe. “Als het even kan ben ik in Domburg op het water te vinden. Jammer genoeg zijn de golven hier in Zeeland nog te wisselvallig, maar het is en blijft een geweldige sport. Bovendien heb ik er mijn werk van gemaakt, want ik geeft nu dagelijks golfsurflessen bij De Surfclub in Domburg. Heerlijk is dat om dagelijks in de natuur te zijn en daarmee mijn boterham te kunnen verdienen.”

 

In de jeugd speelde Steppe veelvuldig in de aanval en op het middenveld. Bij SVOD’22 wordt hij vooral toch als een aanvallende verdediger gezien. “Ik kan links, rechts en centraal achterin uit de voeten, maar mijn voorkeur zelf gaat toch uit naar een rol aan de linkerflank. Opkomen en mezelf inschakelen bij de opbouw en assists geven waar het kan. Daar geniet ik van als dat er dan ook echt uitkomt.”

 

Hoewel het afgelopen seizoen SVOD’22 naast de prijzen greep is de ambitie van Steppe en zijn ploeggenoten niet afgenomen. “Nee, ik denk dat we nu een groep hebben die kwaliteit genoeg heeft en bovendien ook groot genoeg is. Daarmee moeten we echt mee gaan strijden voor de titel vind ik. Iedereen wil er ook voor gaan. Hopelijk blijven ons veel blessures bespaard, want dat is wel echt wat ons vorig seizoen heeft opgebroken jammer genoeg.”

 

Een ander aspect dat in het voordeel van SVOD’22 zou kunnen meespelen is het vernieuwde kunstgrasveld. “Dat is echt heerlijk! Zeker voor een voetballende ploeg zoals wij komt dat goed van pas. We speelden hier echt op een knollentuin wat ons ook de nodige punten heeft gekost én frustratie opleverde. Daar kunnen we ons in elk geval niet meer achter verschuilen haha. Ik ben al blij dat ik mijn voetbalplezier heb hervonden en hoop voornamelijk fit te blijven en zoveel mogelijk wedstrijden te spelen. Als het ons dan ook nog mocht lukken om kampioen te worden, dat zou het wel helemaal compleet maken. Maar zover is het nog lang niet, al moet je niet bang zijn om ambitieus te zijn en hoge doelen te stellen.”

Klik op SVOD’22 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVOD’22 voor meer informatie over de club.

Nick Lokker ziet zichzelf als ideale ‘twaalfde man’ bij Nieuwland

0

NIEUW- EN SINT JOOSLAND – Hoewel hij debuteerde op zijn zestiende bij het eerste elftal is Nick Lokker daarna nooit echt uitgegroeid tot een onbetwiste basisspeler. De middenvelder ziet zichzelf eerder als de ideale twaalfde man voor de trainer. ‘Al blijkt aan het eind van elk seizoen wel dat ik zo’n tachtig procent van de wedstrijden uiteindelijk toch heb gespeeld.’

Sinds zijn achttiende maakt Lokker altijd vast onderdeel uit van de eerste selectie bij Nieuwland, dat dit seizoen voor het tiende jaar op rij uitkomt in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal. “ik heb mijn debuut nog gemaakt in het laatste seizoen dat we uit de derde klasse degradeerden in 2016. Daarna speelde we altijd op het huidige niveau, wat in mijn ogen ook prima past bij het niveau van onze selectie. Al hebben we dit seizoen wel een aantal jongens erbij gekregen van omliggende clubs wat zorgt voor meer concurrentie en extra kwaliteit. Dus wie weet kunnen we uiteindelijk nog meedoen voor een eventuele periode.”

Vanaf de F-pupillen is Lokker al lid van Nieuwland en speelde er in alle verschillende leeftijdscategorieën. Afgelopen seizoen eindigde hij in zijn vijfde seniorenseizoen met het eerste net boven de streep en wist Nieuwland nacompetitie te ontlopen. Het was een seizoen waarin hij onder trainer René de Nooijer voor het eerst écht een basisplek leek te hebben veroverd. “En toen raakte ik geblesseerd aan mijn enkelbanden tegen DwO’15…. Erg zuur natuurlijk. Die blessure heeft me uiteindelijk zo’n drie maanden gekost, maar ik kon toen gelukkig in de belangrijke laatste wedstrijd tegen Oostburg nog meespelen. Die wonnen we en ik scoorde nog de 4-0. Dat was wel een fijn gevoel. Gelukkig heb ik nu geen last meer van die blessure, al zorg ik wel ervoor dat ik hem nog voor de zekerheid voorlopig blijf intapen.”

De club is, zeker bij de jeugdafdeling’ nog altijd flink aan het groeien qua leden. Een welkome ontwikkeling voor de dorpsclub ziet Lokker, zeker met het oog op de toekomst. “Er wordt in Middelburg flink bijgebouwd, zeker in de wijk Mortiere. Ouders melden hun kinderen aan als lid bij de jeugd en dat is natuurlijk mooi voor ons als club. Want voor een dorp is het toch een prachtige ontmoetingsplek van dorpelingen hier langs de lijn of voor en na wedstrijden in de kantine. Daarnaast zorgt het ook voor de broodnodige aanvulling van de senioren, want nu hebben we uit onze O19 enkele talentvolle gasten kunnen toevoegen en dat is voor ons als selectie heel mooi. Concurrentie zorgt voor scherpte op trainingen en wedstrijden. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van en hopelijk leidt het aan het eind van de rit tot iets moois.”

Naast het zijn van een ideale twaalfde man, is Lokker sinds dit jaar ook op een ander vlak verdienstelijk binnen de club. De leraar basisonderwijs is namelijk toegetreden tot het bestuur. “Klopt, als secretaris. Het is veel werk maar superleuk om te doen. Ik ben getogen op het dorp en help ook op deze manier graag mee bij de vereniging. Vele handjes maken uiteindelijk toch licht werk. En zo houden we de leefbaarheid ook een stukje mee in stand.”

Klik op Nieuwland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Nieuwland voor meer informatie over de club.

Roy de Nooijer hoopt dit seizoen vaker op een basisplaats

MIDDELBURG – Hij maakt al vijf seizoenen deel uit van de eerste selectie, maar een onbetwiste basisspeler is hij in die periode vooralsnog niet geworden. Daar hoopt Roy de Nooijer nu verandering te kunnen brengen. ‘Dat is voor mij als voetballer nu wel het persoonlijke doel voor dit seizoen.’

De Nooijer begon ooit bij de mini’s met voetballen aan de Middelburgse Kruitmolenlaan en is er sindsdien nooit vertrokken. Het eerste halen was als jeugdspeler lange tijd zijn doelstelling. Dié is wel uitgekomen, want de afgelopen seizoenen maakte hij wel de nodige speelminuten bij de ambitieuze derdeklasser. “Helaas ben ik nooit onomstreden geweest en moest ik het voornamelijk doen met invalbeurten. Er was en is bij ons altijd wel de nodige concurrentie maar het is voor mij nooit een reden geweest om elders te gaan voetballen. Dauwendaele voelt voor mij als ‘thuis’ en dat is me veel meer waard nog.”

Voetballen in zijn eigen woonplaats, samen met al zijn vrienden bij dezelfde club. Het zijn voor De Nooijer belangrijke dingen die hij zoekt in het voetbal. “Natuurlijk wil je het liefst elke week in de basis staan, maar dat moet je ook wel zelf afdwingen. Afgelopen seizoen heb ik wel een aantal wedstrijden met het tweede meegedaan, waar ook vrienden spelen. Maar het liefst wil je het allerhoogste halen binnen je hobby, althans ik toch. Daar ga ik dit seizoen alles aan doen om de trainer te overtuigen.”

Alleen in zijn eerste seizoen bij de senioren, nu ruim vier jaar geleden, speelde de middenvelder vrijwel alles. Daarna werd het wekelijks afwachten. “Jammer, maar ik had altijd wel grote concurrentie op mijn posities van spelers als Mart de Kroo en Marijn Wijkhuis. Die waren simpelweg verder en ook beter, dan is het goed te accepteren. Van dat soort spelers heb ik overigens wel heel veel geleerd.”

Dit seizoen is er binnen de selectie ook wel het nodige veranderd. Zo vertrok Wijkhuis bijvoorbeeld naar VCK en kwamen onder meer Geraldi Geerman en Ramon de Vlieger de gelederen bij Dauwendaele versterken. “Ik denk dat we er als geheel wel sterker op geworden zijn. De ambitie is dan ook om vol mee te doen voor de promotieplekken en het liefst voor de titel. Maar deze klasse is enorm sterk en er zijn meerdere teams die de kwaliteiten hebben om voor het kampioenschap te gaan. Het is aan ons om te bewijzen dat we de meest constante ploeg zijn. Dan gaan we absoluut kans maken.”

Hoewel De Nooijer een middenvelder is, heeft hij vorig seizoen onder trainer André Siereveld ook een aantal keren de rol van back ingevuld. “Niet direct mijn positie, maar ik speel waar de trainer het nodig acht. Al komen mijn kwaliteiten beter tot zijn recht in een controlerende- of aanvallende rol centraal op het middenveld. Het is aan mij om daarin stappen te maken in onder meer het coachen en druk zetten zodat de trainer niet meer om me heen kan.”

Brutaler worden, zichzelf meer laten zien en horen. “En nog beter de momenten van druk zetten herkennen. Dat zijn absoluut nog facetten die in mijn spel beter moeten. Ik ben nog maar net drieëntwintig dus heb hopelijk nog heel wat jaren om daarin te ontwikkelen. Het primaire doel is vaker een basisplek in het eerste te bemachtigen en meer speelminuten te maken. Daar ga ik in elk geval vol voor.”

‘Dan gaat het bij ons in het koppie zitten’

0

Een bijzonder seizoen. Zo zou je het afgelopen jaar van Beek Vooruit in de derde klasse zonder moeite kunnen omschrijven. Want nadat de ploeg uit Prinsenbeek beslag legde op de eerste periode, moest het zich uiteindelijk nog bijna zorgen maken om degradatie. Al verbaasde dat Thijs Reimering eigenlijk ook weer niet. “Als we een paar keer verliezen, gaat het bij ons in het koppie zitten.”

En niet voor het eerst, vertelt de 22-jarige Reimering. “Dat is wel een beetje des Beek Vooruit. Vaak beginnen we altijd wel lekker, hebben we er zin in en komen we na een paar keer winnen in die flow.” Totdat er voor het eerst verloren wordt, dus. “Dan gaat het bij ons in het koppie zitten.” Hoe dat komt? “Dat is het lastige. Als we er een oplossing voor hadden, hadden we er waarschijnlijk al wat aan gedaan…” Toch waagt de inwoner van Prinsenbeek een poging. “We moeten vaker gewoon een wedstrijd uitspelen. Natuurlijk het liefste met mooi voetbal, daar houd ik zelf ook van, alleen kan dat niet altijd.”

Rust aan de bal

Het leverde Beek Vooruit afgelopen jaar uiteindelijk een bijzonder seizoen op, zoals Reimering het zelf noemt. En met zeventien punten uit de eerste acht duels, en slechts twaalf uit de resterende veertien, is dat allesbehalve een understatement. “Als je de eerste periode wint en uiteindelijk achtste eindigt, kun je dat wel zeggen.” De verklaring daarvoor, moet de middenvelder schuldig blijven. “Heel veel mensen vragen dat natuurlijk. Hopelijk kunnen we het dit seizoen voorkomen.” Al had er voor Beek Vooruit, ondanks de flinke dip, stiekem wel meer ingezeten, vindt Reimering. “In de nacompetitie hadden we niet hoeven verliezen.” Zijn teleurstelling, steekt hij dan ook niet onder stoelen of banken. “Je speelt voetbal om prijzen te winnen. We wilden voorafgaand aan het seizoen meedoen voor promotie, terwijl ik zelf dacht dat we misschien wel kampioen konden worden. Dat heb ik een beetje onderschat.” Al was zijn vertrouwen niet gebaseerd op niks. “We hebben een team met veel kwaliteit. Nu moeten we meer samen gaan werken, in plaats van alleen.” Bijvoorbeeld in het verdedigen. “Dat moet je echt met z’n allen doen. Met het mes op de keel. Dat ontbreekt er soms nog wel eens aan.” Een stukje volwassenheid dus. “Ook nu komen er weer een paar jongens van de JO19 bij, dus we hebben een jonge ploeg. Dat betekent dat je moet bouwen.” Desondanks, legt Reimering de lat opnieuw hoog. “Met onze kwaliteiten, moeten we bovenin mee gaan doen.” Kwaliteiten, die nog wel verder ontwikkeld dienen te worden, weet hij. “We moeten veel meer rust aan de bal krijgen. Leren om momenten uit te kiezen. Soms is het niet erg om even een tikkie terug te geven.”

Risico nemen

Iets wat Reimering zelf, leerde in de jeugd van NAC Breda. De club waar hij drie seizoenen voetbalde, met onder meer Bart Verbruggen, Luc Marijnissen, Pepijn van de Merbel en Tika de Jonge. “Ik ben op jonge leeftijd begonnen bij Beek Vooruit en op mijn veertiende ging ik naar NAC.” Tot een doorbraak, kwam het daar echter niet. En dus keerde hij een aantal jaar geleden, terug op het oude nest. “Tuurlijk was dat in het begin heel lastig, want ik had een droom. Anders zit je niet bij NAC.” Vooral mentaal, was Reimering in de tijd ‘gebroken’, vertelt hij. “De trainer zag het niet in mij zitten, daardoor speelde ik weinig en had ik geen plezier meer in voetbal. Daarom heb ik toen besloten om met mijn vrienden bij Beek Vooruit te gaan voetballen. Dat blijft toch het leukste!” Zijn plezier in het spelletje, heeft Reimering dan ook weer helemaal terug. “Ondanks dat ik er nog steeds ziek van ben, als we hebben verloren.” Hoe kijkt hij nu terug op zijn periode in Breda? “Laatst zat ik op de tribune bij NAC, dan denk je toch wel bij jezelf: Stel je voor dat je hier zou spelen…” Of dat er ook echt in had gezeten, weet Reimering niet. “Aan de bal was ik wel één van de beteren en had ik het misschien kunnen redden, alleen conditioneel was ik niet sterk genoeg. Mede door mijn astma. En sowieso vind ik lopen het minst leuke van voetbal.” Liever heeft hij dus de bal. “Ik ben een technische speler en iemand die met veel durf speelt. Soms iets te veel, maar dat is onderdeel van mijn spel. Ik vind het leuk om risico te nemen.” Het liefste als nummer zes. “Al vind ik centrale verdediger ook wel leuk.” Hoe zit het tot slot met zijn ambities? “Mijn droom is nog altijd om prof te worden, want voetballen blijft het leukste wat er is. Maar als je realistisch bent, gaat dat hem niet meer worden.” Toch heeft hij de hoop op een mooie carrière, nog niet helemaal opgegeven. “Als er een leuke kans zou komen, heb ik zeker de ambitie om hogerop te gaan!”

Klik op Beek Vooruit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Beek Vooruit voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.