Home Blog Pagina 32

Broers werken samen bij Sprundel: ‘Je komt elkaar wel tegen’

0

Samen met broer Mark, is Rob Monden sinds dit seizoen verantwoordelijk voor de prestaties van vierdeklasser Sprundel. En die rol als assistent-trainer, bevalt de voormalig middenvelder van de club voorlopig meer dan prima. “We hadden allebei het gevoel dat dit hét moment was.”

Zoals ze dat drie jaar geleden, toen Mark het tweede elftal van Sprundel ging doen, nog net niet hadden. “Ook toen was ik bijna ingestapt, maar heb ik het uiteindelijk niet gedaan. Met de ‘belofte’ dat ik naar het eerste wel mee zou gaan.” En zo geschiedde, nadat zijn broer afgelopen zomer de overstap van Achtmaal maakte. “Ik heb hier vanaf mijn zesde gevoetbald en ben ook jaren jeugdtrainer geweest. Dan is het mooi om uiteindelijk iets bij de senioren te gaan doen.” De voormalig nummer zes heeft het, zo richting het einde van het seizoen, dan ook uitstekend naar zijn zin. Als assistent-trainer dus. “Het bevalt heel goed!”

Conflicten

Mede dankzij een duidelijke rolverdeling, vertelt Monden (39). “Mark opent de bespreking, daarna val ik bij en sluit hij af. Wat dat betreft is hij écht de hoofdtrainer en ik assistent.” Toch valt zijn rol niet te onderschatten, zo blijkt. “Er zijn steeds meer wedstrijdbeelden beschikbaar, dus die bekijk ik. Om een analyse te maken van onze tegenstander.” Zodat daar doordeweeks, op kan worden getraind. “In de basis maakt Mark de trainingen, maar onze oefeningen stemmen we af. Ik doe dan ook altijd een bepaald gedeelte. En als ik tijdens een training iets wil zeggen, dan kan dat.” Al was dat in het begin, best even wennen, lacht Monden. “Toen werd het allemaal wat veel. Daar hebben we wel van geleerd. Dat het korter moet.” Desondanks bevalt de onderlinge samenwerking uitstekend. “Het is heel leuk om samen te werken met je eigen broer!” Zelfs als de resultaten wat tegenvallen. “We hadden op meer punten gehoopt, zo simpel is het gewoon.” Zorgt strijden tegen degradatie uit de vierde klasse voor spanning onderling? “Je komt elkaar wel tegen. Mark is naast mijn broer, ook mijn beste maat. Nu zit de voetbal daar ook ineens bij. Dat levert wel eens conflicten op.” Maar ook een hoop steun. “We proberen elkaar altijd te helpen, daar hebben we allebei veel aan.” Zelfs als ze het even niet eens zijn. “Over de meeste dingen denken we hetzelfde, op een paar nuances na. Zoals risico nemen, bepaalde keuzes óf spelers.” Op één vlak, vinden ze elkaar echter volledig. “Onze totale overgave en ergens voor de volle honderd procent voor gaan. Die beleving is bij ons allebei precies hetzelfde.” En zorgt zo nu en dan, voor hilarische momenten. “Soms moeten we ook wel een beetje om onszelf lachen, dan vinden we onszelf ook wel wat veel.” Bijvoorbeeld als het gaat om het gebruik van beelden. “Dat is in de vierde klasse natuurlijk best wel bijzonder, maar dat is hoe wij zijn. We vragen veel van die gasten, dus dan moeten we er zelf ook alles aan doen.”

Enthousiast

Oftewel, niks aan het toeval overlaten. “Die instelling typeert ons wel, denk ik.” Al schuilt daar ook het gevaar, weet Monden. “Af en toe moet je wel beseffen op welk niveau we spelen. Die balans moet je altijd zien te houden.” Toch zullen ze in de slot van de competitie, alle inspanningen nodig hebben om zich te kunnen handhaven. “Het blijft spannend tot de laatste dag, verwacht ik. Maar ik heb alle vertrouwen dat we het gaan redden.” Want aan kwaliteit en talent, geen gebrek. “Ik word heel enthousiast van deze groep. Dit seizoen hebben we een aantal jonge jongens ingepast, dus er zit de komende jaren nog meer in.” Zolang ze er samen maar alles aan hebben gedaan. “Wat dat betreft valt niemand iets te verwijten.” Al hebben ze bij Sprundel wel even een pas op de plaats moeten maken, is Monden eerlijk. “We wilden eigenlijk graag minimaal vijfde worden…” Mede door het een aantal keer vergeten te beslissen van wedstrijden, is dat echter niet gelukt. “Soms lijkt dat een gebrek aan stootkracht voorin. Die echte overtuigingskracht missen we dan.” Maar ook verdedigend, moet het op beslissende momenten nog volwassener. “Al moeten we ook de tegenstand in acht nemen. Het is een stevige competitie.” Een mooie uitdaging, voor Monden. “Ik vind het heerlijk om met het spelletje bezig te zijn en na te denken over de tactiek.” Voorlopig, in zijn rol als assistent. “Bij mijn broer zie ik hoeveel het vraagt om hoofdtrainer te zijn, daar komt een hoop bij kijken. En omdat ik ook nog mijn zoontje training geef, ben ik al vijf dagen per week op de voetbal.” Comfortabel in zijn rol, kijkt de inwoner van Sprundel ambitieus naar de toekomst. “We hebben uitgesproken om het voor minimaal drie jaar met elkaar aan te gaan, dus volgend seizoen gaan we gewoon door!”

Klik op SV Sprundel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Sprundel voor meer informatie over de club.

Broers Quint blijven zich inzetten voor de club Lekvogels

De broers Fred (57) en Ron (59) Quint zijn onlosmakelijk verbonden met voetbalclub VV Lekvogels. Wat begon op het veld, waar ze samen het middenveld vormden, groeide uit tot een levenslange betrokkenheid bij de vereniging. In hun sportieve hoogtijdagen beleefden ze mooie successen. Tegenwoordig doen ze dat vanuit een andere rol: als bestuursleden van De Vrienden van Lekvogels, een vereniging die de club financieel ondersteunt. Hun inzet reikt verder dan alleen het voetbal: van een trainingskamp voor de selectie tot het realiseren van een veilige speelplaats voor de jongste jeugd. Voor Fred en Ron draait het allemaal om de maatschappelijke bijdrage en de toekomst van Lekvogels.

“Fredje was beter,” blikt broer Ron terug. Ooit stonden de twee broers samen op het voetbalveld. Sterker nog, ze speelden samen op het middenveld van het 1e elftal. Ron: “Fred en ik stonden op zes en acht. Af en toe moest ik Fred even op zijn plek zetten als hij bijvoorbeeld niet meeliep.” Fred: “Ron was meer van de vuile meters maken en zorgde voor de balans. Ik was wat technischer, denk ik, en de speelverdeler. Ik herinner me dat er wel een tegenstander was die een gemene overtreding tegen mij maakte. Ron zei dan: ‘Fred, niets doen hoor, hij is van mij, dat los ik wel op.'” De twee broers moeten lachen. Inmiddels staan ze niet meer op het veld. Af en toe missen ze het voetbal.

In 1985 gingen de broers beiden in het eerste elftal spelen. Fred: “Ik kwam laatst een foto tegen van die nieuwe lichting. We hadden best een aardig team. We gingen eerst via de nacompetitie vanuit de onderbond van de 1e klasse naar de hoofdklasse en daarna werden we in het seizoen 1990/1991 kampioen en promoveerden we naar de vierde klasse van de KNVB. Dat niveau is nu vergelijkbaar met de tweede klasse, denk ik. Toen heeft onze vader, Rocus, samen met een aantal andere supporters de Vrienden van Lekvogels opgericht, die het initiatief hebben genomen om een tribune te bouwen. Dat was erg mooi. Uiteindelijk is Ron op zijn 27e gestopt vanwege een hernia. Ik stopte op mijn 33e, omdat ik slechte knieën had.”

Nu zitten de twee broers beiden in het bestuur van De Vrienden van Lekvogels, een aparte vereniging die de club ondersteunt. Ron is penningmeester en Fred is secretaris. Ron vertelt: “De Vrienden van Lekvogels is een aparte vereniging. We hebben 175 leden, waarvan 110 privéleden en 65 sponsorleden. Van het geld dat wij ophalen, helpen we de club. Afgelopen jaren is de eerste selectie bijvoorbeeld op trainingskamp geweest. Dat wordt dan mede mogelijk gemaakt door De Vrienden van Lekvogels. Maar denk ook aan andere dingen om onze accommodatie te verrijken, zoals een supportershome of een speelplaats voor de jongste jeugd. Elk jaar gaat 25 procent van ons budget naar dit soort dingen. We ondersteunen de unieke uitwisseling van onze jeugdteams met het Engelse Hereford. Dit houdt inmiddels al 45 jaar stand. Onze voetbalclub ligt midden in het dorp. Het is dus sowieso aantrekkelijk voor lokale ondernemers om zich te verbinden aan De Vrienden van Lekvogels. Daarnaast hebben wij een maatschappelijke functie als voetbalclub. Wij hebben hier zelf als kleine jochies ook gelopen en het naar ons zin gehad. Dat wil je in stand houden.”

Fred: “Wat Ron al zei, wij zijn hier opgegroeid. In 1975 verhuisde Lekvogels van het oude voetbalveld op de uiterwaarden aan de Lek naar het huidige sportcomplex ‘Het Bosch’. We hebben daar alles zien ontstaan. De vereniging is enorm gegroeid. Wat extra mooi is, is dat onze vader mede aan de wieg heeft gestaan van die groei. Wij proberen dat nu in stand te houden. De speelplaats, die wij met het geld van De Vrienden van Lekvogels kindvriendelijk hebben gemaakt, was ook een idee van hem. Daarom is het ook naar hem vernoemd.”

Klik hier voor meer informatie over Lekvogels
Klik hier voor meer artikelen over Lekvogels

De ministars zijn echte sterren bij Zwaluwen

De jeugd heeft uiteraard ook bij Zwaluwen de toekomst. Arne Meerman (42) en Stephane Hertog (47) zijn twee van die mensen waar een club niet zonder kan. Samen met een team van vrijwilligers en de ouders begonnen ze vier jaar geleden met de ministars is vooral het kennismaken met voetballen en sindsdien zit de jeugd in de lift bij VV Zwaluwen.

Ministars

Ongeveer vier jaar geleden begonnen Arne Meerman, Arne Verbraaken en nog wat andere vrijwilligers bij VV Zwaluwen met de introductie van de ministars. Samen met een groep betrokken ouders gingen ze aan de slag met de kleintjes bij Zwaluwen. Vanaf vier jaar af aan kun je lid worden en via de ministars rol je dan vanzelf door naar de O7, O8 etc.

Groei in de onderbouw

Sinds het initiatief is begonnen merkt de club dat er een duidelijke groei plaatsvindt. De mini-stars van het eerste uur spelen nu in de O9 en daar hebben ze maar liefst acht teams van bij de club. Hetzelfde geldt overigens voor de O8 groep. Helaas is acht teams per categorie echt de grens voor wat de club op zaterdag kwijt kan op de velden. “We zouden waarschijnlijk wel twaalf teams kunnen vullen” zegt Arne enthousiast. De club heeft de groei aan de onderkant keihard nodig voor het bestaansrecht als club. De aanwas vanuit de onderbouw is heel belangrijk en noodzakelijk. Daar moeten we als club dan ook eigenlijk wel blijven groeien vindt Stephane. De groei van de club is ook te verklaren over het feit dat de Vogelbuurt helemaal opnieuw is gebouwd en ze beginnen straks ook nog bij de Zwaluwsingel met nieuwbouw. In nieuwbouwwoningen komen vaak jonge mensen en die hebben of krijgen kinderen. Die kinderen willen natuurlijk gaan sporten. Uit onderzoeken is gebleken dat ouders hun kinderen het liefst binnen twee km van hun woning laten sporten. “Maar als je het als club fout doet, lopen de leden alsnog weg”, zegt Stephane.

Er moet een kunstgrasveld bijkomen bij Zwaluwen

Eigenlijk moet één van de grasvelden worden vervangen door kunstgras. Daar kan veel meer op gespeeld en getraind worden dan op het echte gras. We hebben vier velden, maar daar zitten twee grasvelden bij. Indelen voor trainingen op gras is vrijwel onmogelijk en daarbij heeft Zwaluwen ruim 1000 leden momenteel.

Niet specifiek inzetten op prestatie of breedte sport

De club zet niet specifiek in op prestatie of breedtesport. Waar de club vooral op inzet is om iedereen in het team te laten spelen waar hij of zij wil spelen. We proberen de teams echt met zorg in elkaar te zetten en wij vinden het plezier met elkaar het belangrijkste doel. “We willen de kinderen geven wat ze verdienen. Voetbal op hun eigen niveau. De kinderen willen sporten en dan het liefst in de eigen buurt en daar voorziet Zwaluwen in. Het echte talent komt er uiteindelijk wel uit.

“We hebben in de JO9 een team dat de meeste trainers heeft van Zwaluwen. Er komen wekelijks prachtige wedstrijdverslagen en dat is echt supertof. De ouders zijn er heel goed bij betrokken en dat is echt geweldig om te zien. Je ziet zoveel ontwikkelingen en zoveel plezier. Dat is echt een gevolg van het feit dat we de ouders er vanaf het begin bij hebben betrokken”, vertelt Arne met trots

Aansluiten bij het eerste

Doordat er veel jeugd is, merken de clubmensen wel dat de kwaliteit enorm omhoog gaat. Je hoopt door de jeugd aan de club te binden dat ze uiteindelijk de aansluiting met het eerste elftal kunnen krijgen. In het huidige eerste elftal spelen een aantal spelers die uit de eigen jeugd afkomstig zijn, maar dat zijn er eigenlijk te weinig. Toch hopen we over een jaar of tien wat jonge jongens uit de ministars bij de grote sterren van Zwaluwen 1 te zien spelen.

Andere clubs zijn geen concurrenten voor Zwaluwen

“Wij zien andere clubs in de regio niet als concurrentie. Kinderen moet gaan voetballen op een plek die bij het kind past en waar het leuk is. Op dit moment doen wij het goed als ik de verhalen hoor die onze leden vertellen. Als die verhalen positief zijn komt de aanwas vanzelf.  Voorlopig is iedereen positief over de ontwikkelingen bij de jeugd van Zwaluwen” vertelt Stephane, waarna hij nog een korte samenvatting geeft: Als iemand in de ministars begonnen is en ze doorlopen alle secties van de club, het is goed geregeld en je speelt op het niveau dat je aankan, heb je geen reden om weg te gaan bij de club. Als je van onderaf kan opbouwen, ga je als speler niet snel vertrekken.

Klik op vv Zwaluwen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwaluwen voor meer informatie over de club.

Klundert: ‘Je moet zeker niet te veel willen veranderen’

0

Hoewel hij eigenlijk een jaartje niks zou doen, staat Erik van der Giesen sinds halverwege februari toch als trainer voor de groep bij Klundert. Want na het vertrek van Maik van der Kieboom, kwam de derdeklasser op zoek naar een vervanger bij hem uit. “Ik kende de competitie en de jongens al.”

Heel lastig om halverwege in te stappen, vond de 44-jarige Van der Giesen het dan ook niet. “Klundert is een dorpje verderop en we hadden al een aantal keer tegen elkaar gespeeld, dus de groep was ook niet nieuw voor mij.” Een ideaal moment dus eigenlijk, lacht de inwoner van Willemstad. “Het voordeel is dat je spelers niet meer hoeft op te trainen en meer kunt eisen dan aan het begin van het seizoen.” Toch had de oefenmeester dit jaar in eerste instantie andere plannen, vertelt hij. “Mijn zoon is naar de middelbare school gegaan, daarom wilde ik er even een jaartje tussenuit gaan. Toen belde Klundert.” Op voorwaarde van zijn zoon dat zijn nieuwe vereniging kunstgras had, besloot de trainer het te doen. “Ik voelde al snel een klik met de groep én de club.”

Een soort auto

Sterker nog, de oud-trainer van onder meer Kogelvangers en Halsteren zaterdag, ligt ook al voor komend jaar vast. “Dat was een vraag van mezelf, om langer te tekenen. Anders geef je alles in die drie maanden en ga je daarna weer weg.” Van der Giesen, in het bezit van zijn TC3 en TC2, kijkt stiekem dan ook al een beetje vooruit. “Dit is een goede voorbereiding op volgend seizoen. Ook om alvast aan elkaar te kunnen wennen.” En tot nu toe, gaat dat alleraardigst, merkt hij. “Het is een goede combinatie tussen jonge jongens en gasten met ervaring. Iedereen is fit, dus ik ben zeer tevreden over de selectie.” Al was dat ook wel een beetje wat Van der Giesen had verwacht. “In dat half jaar dat ik niks heb gedaan, ben ik overal een beetje wedstrijden gaan kijken. Dat was na negen seizoenen als trainer, ook wel eens lekker.” Toch kwam in februari, dus Klundert op zijn pad. “Ik heb al twintig jaar een eigen bedrijf, waardoor er in mijn ‘range’ maar weinig clubs zijn waar ik wil of kan werken. Klundert was er zo eentje.” Maar voor wie denkt dat Van der Giesen meteen allemaal dingen is gaan veranderen, heeft het mis. “Het is eigenlijk net een soort auto. Je moet een beetje finetunen en zeker niet te veel willen veranderen.” Desondanks, heeft hij natuurlijk wel zo zijn eigen visie. “Ze speelden hiervoor met twee tienen, terwijl ik graag speel met een controleur én een pendelaar.”

Stunten

Al is dat natuurlijk altijd afhankelijk van het spelersmateriaal. “Ik probeer te kijken naar de kwaliteit van mijn spelers. Wat dat betreft ben ik wel een realistische trainer, denk ik.” De toekomst, ziet Van der Giesen bij Klundert in ieder geval positief tegemoet. “Het is een jonge groep, vol met eigen jongens. Die zijn nog goed te kneden. Daar gaan we de komende jaren veel profijt van hebben.” Hoe zit het met de korte termijn? “Voorlopig pakken die gasten het goed op en weten ze steeds beter wat er van ze wordt verwacht.” Kortom, de blik van de nummer vijf op de ranglijst kan omhoog. “Toen ik kwam, vond ik dat Klundert te laag stond. Wie weet kunnen we nu nog stunten met een periode.” Daar wordt dan ook hard aan gewerkt. “Ik ben vooral heel erg gefixeerd op de onderlinge afstanden. Hoe sta je in balverlies? Je moet elkaar kunnen helpen. Anders krijg je te veel tegengoals.” Onder meer op basis van beelden. “Na de oefenwedstrijd tegen Kogelvangers, hebben we daar als team samen naar gekeken. Daar kun je zo ontzettend veel van leren.” Alles stiekem met een schuin oog, gericht op aankomend seizoen. “Dan gaan we meer veranderen én willen we minimaal een periode!”

Klik op V.V. Klundert voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Klundert voor meer informatie over de club.

HBSS: Berkan Bayraktar past zich overal met gemak aan

Op 17-jarige leeftijd kwam Berkan Bayraktar (39) naar Nederland. Daar had hij een aantal jaren mogen spelen in de jeugdopleiding van meerdere profclubs. Maatschappelijke belangen en blessures maakten het onmogelijk om die droom uit te laten komen. Na een mooie carrière in het amateurvoetbal is Bayraktar dit jaar assistent-trainer bij HBSS en gaat hij volgend seizoen samen met Ton Pattinama de kar trekken bij de Schiedamse club.

Snel de Nederlandse taal geleerd

Toen Berkan op 17-jarige leeftijd in Nederland kwam, sprak hij nog geen woord Nederlands. Nu spreekt hij Nederlands met een ‘Rotterdamse tongval.’ “Toen ik in Nederland kwam, ben ik de inburgeringscursus gaan doen. Als je ergens gaat wonen, dan moet je je wel aanpassen en dus ook de taal spreken. Ik had wel het geluk dat ik vrij snel mijn vrouw leerde kennen, dat is een Nederlandse vrouw en die heeft mij ook geholpen met de taal te leren”, zegt hij over zijn aankomst in Nederland. Zijn ouders waren hem al voorgegaan, maar Berkan was in Turkije gebleven omdat hij graag profvoetballer wilde worden en in zijn thuisland bij een profclub woonde.

Toen hij een jaar in Nederland was ging hij werken als pakketbezorger. Het bedrijf waar hij voor werkte stopte er mee en toen vroeg het hoofdbedrijf of ik voor mezelf wilde gaan werken. Met de hulp van vrienden en familie heb ik dat toen gedaan. Op het moment is hij ook eigenaar van een garage in de Spaanse Polder.

Met een gebroken knieschijf naar Nederland

“Ik ben eigenlijk als profvoetballer naar Nederland gekomen met het idee om terug te gaan naar Turkije. In Turkije had ik tijdens een wedstrijd mijn knieschijf gebroken en het herstel zou vijf maanden in beslag gaan nemen. Eigenlijk zou ik maar een paar maanden naar Nederland komen, maar ik ben nooit meer weggegaan. Mijn ouders en mijn broer waren al anderhalf jaar eerder naar Nederland gekomen”, vertelt Berkan over zijn verleden.

Een biertje in Geervliet

In Nederland vond het herstel plaats en toen ging hij in Vlaardingen voetballen bij een Turkse vereniging, FC Mozaïek. Bij die club speelde hij een aantal jaren. Toen het bij die club niet zo goed ging ben ik naar PFC in Geervliet gegaan, Tegenwoordig heet dat GHVV’14. “Dat was natuurlijk een echte dorpsclub en toen ik daar als Turk binnenkwam keken ze wel even op. Vooral toen ik mijn eerste biertje dronk trouwens”, vertelt hij lachend. Daarna vertrok de speler naar PSV Poortugaal. Zijn favoriete posities waren spits of rechtsback. “Ik moest het vooral van mijn loopvermogen hebben en als aanvallende rechtsback kwam dat uitstekend van pas”, legt Berkan uit.

Thuis bij HBSS

Vanuit Poortugaal ging Berkan voetballen bij SVV, dat speelde in de zondag tweedeklasse. “We hadden een periodetitel gepakt en hadden kans om te promoveren, maar het bestuur had besloten om met het zondagvoetbal te stoppen. Toen is er een grote groep spelers, inclusief trainer Toon Wolters, overgestapt naar HBSS. Ik wilde geen derde klasse gaan spelen en stapte over naar BVCB in Bergschenhoek. Alleen klikte het niet met de toenmalige trainer en besloot ik nog een overstap te maken naar HBSS. Ondertussen ben ik nu ongeveer 4 a 5 vijf jaar bij HBSS.

Per direct gestopt als speler

In de winterstop van het vorige seizoen stopte hij abrupt met voetballen.  Wat begon met liesklachten bleek na een MRI-scan bleek heupartrose te zijn. De kans zou aanwezig zijn dat als hij bleef voetballen hij misschien op zijn 40e een kunstheup zou moeten krijgen.  Dit risico wilde Berkan niet lopen en zo kwam deze moeilijke beslissing tot stand.

Toekomst als trainer

Toch wilde Berkan iets in het voetballen blijven doen, maar het trainerschap zag hij wel zitten. Het huidige seizoen begon Berkan als assistent-trainer van Toon Wolters. Laatstgenoemde besloot na dit seizoen te stoppen als trainer en dus werd Berkan door het bestuur gevraagd om het stokje over te nemen van Wolters. Omdat Bayraktar nog bezig is om zijn papieren te halen zou er wel iemand bij moeten zijn die over de juiste papieren beschikt. Uiteindelijk is Ton Pattinama bereid gevonden om mij bij te staan. Zijn zoon, Jordao, speelt natuurlijk bij HBSS en ik heb regelmatig met hem samengezeten. “We denken hetzelfde over voetbal en zitten heel vaak op één lijn”, vertelt hij over de samenwerking met de ervaren trainer.

Stappenplan

De ervaring als assistent-trainer en het stagelopen zit er voorlopig niet in. Op 1 april heb ik mij ingeschreven voor de VC2 opleiding van de KNVB. Daarna wil ik zeker nog doorpakken. “Maar eerst moet ik mij bewijzen als trainer en hoop dat dit bij HBSS als tweedeklasser kan gebeuren”, sluit de sympathieke Bayraktar af.

Klik op HBSS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HBSS voor meer informatie over de club.

‘We wisten dat die tijd niet eeuwig zou blijven duren’

Als speler van Moerse Boys, is het wel eens leuker geweest om te praten over voetbal dan de laatste seizoenen het geval is. Toch probeert Hein Coremans het hoofd omhoog te houden, zelfs nu degradatie uit de tweede klasse waarheid dreigt te worden. “We wisten dat die mooie tijd niet eeuwig zou blijven duren.”

Want na jaren in de hoofdklasse en de Vierde Divisie, is er van de ‘Gouden Generatie’, zoals ze het zelf noemen in Zundert, nog maar weinig meer over. “Veel spelers zijn gestopt, dus dan moet je met eigen jeugd weer opnieuw beginnen.” En nieuwe spelers inpassen, kost tijd, heeft ook Coremans (26) de afgelopen seizoenen gemerkt. “Het is moeilijk om het niveau van die generatie, nu weer te kunnen halen.” Lastig te accepteren, vindt de inwoner van Wernhout dat overigens niet. “Als we de gezelligheid en het clubgevoel er maar in houden, dat is het belangrijkste.”

Strijdbaar

Ook al is dat op een lager niveau. In dit geval dus de tweede klasse. “We hadden toch wel de verwachting dat we onszelf op tijd veilig zouden spelen, helemaal nadat we de eerste drie wedstrijden wisten te winnen.” Maar niks is, met een dertiende plek, minder waar. “Daarna is het behoorlijk ingezakt.” Mede door een flink aantal blessures, vertelt Coremans. “Dat is voor een dorpsclub lastig op te vangen. Al vind ik dan nog steeds, dat we meer punten hadden moeten halen.” Toch weigert de centrale verdediger de handdoek in de ring te gooien. “Motivatie is niet het probleem. We blijven als groep knokken en zijn nog steeds net zo strijdbaar.” En dat is nodig ook, om de derde degradatie op rij te kunnen voorkomen. “We moeten nu tegen ploegen die bij ons in de buurt staan punten zien te sprokkelen. Maar daar heb ik alle vertrouwen in. Dat gaan we gewoon doen!” Want aan degraderen, moet Coremans voorlopig niet denken. “De tweede klasse is een mooi niveau voor ons, alleen heeft de jeugd wat tijd nodig. Die moeten we ze dan ook geven.” Iets waar hij als één van de oudere spelers, bij hoopt te kunnen helpen. “Ik zit nu vijf jaar bij het eerste, dus die ervaring probeer je over te brengen.” Onder meer van het spelen in de hoofdklasse, later Vierde Divisie. “Dat was een heel mooie tijd, maar we wisten ook dat het niet eeuwig zou blijven duren.”

Eigen spel

Desondanks geniet Coremans, die op zijn vijfde begon bij Moerse Boys en via het tweede elftal doorstroomde naar het eerste, nog altijd van het voetballen in het oranje shirt. “Het is één grote familieclub op zondag langs de lijn. Iedereen staat er nog steeds altijd. We doen het echt samen.” In goede en slechte tijden. Ook binnen het veld. “Als groep moeten we nu bij elkaar blijven en tegenstanders durven vast te zetten. Niet ineens overdreven ver inzakken, maar gewoon ons eigen spel spelen.” Met hem dus als slot op de deur centraal achterin. “Ik ben iemand die hard werkt en vooropgaat in de strijd, dat kenmerkt mij denk ik wel.” En gelukkig kunnen ze daar bij Moerse Boys, voorlopig nog wel even van genieten. “Zoals het er nu voor staat, ga ik hier nooit meer weg. Dan moet er wel iets heel geks gebeuren.”

Klik op Moerse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Moerse Boys voor meer informatie over de club.

Van Voetbalsgoal naar de JO13: De jeugd heeft bij CWO ook de toekomst

Bij CWO loopt er momenteel een lichting voetballers rond die al vanaf hun vierde jaar bezig zijn met het spel. De huidige JO12 lichting begonnen hun voetbalcarrière bij Voetbalsgoal, spreek uit als voetbalschool, en spelen bijna allemaal nog bij de CWO. Vanaf hun vierde jaar begonnen de voetbalenthousiastelingen met trainen. Allemaal geboren in 2013 zetten zij hun eerste stappen op het veld van CWO. Dit onder toeziend oog van een aantal enthousiaste vrijwilligers. De vrijwilligers leerde de spelers vol overgave de voetbal skills, een bal aannemen, schieten, dribbelen en noem maar op.

Mini Competitie JO7

Een aantal van de kids speelde zelfs al in een JO7 minicompetitie. De ‘echte’ wedstrijden begonnen pas in de JO8. De groep begon met vier teams en nu in de JO12 zijn er nog steeds vier teams actief op Sportpark Nieuwelant in Vlaardingen. Na een mooi seizoen ‘echte’ wedstrijden waarin heel veel geleerd werd kwam de groep in de JO9 terecht. Er waren dan wel een paar verschuivingen in de teams, de spelers en de trainers, maar vrijwel iedereen die betrokken was pakte de handschoen weer op en konden allemaal genieten van de ontwikkelingen van de CWO-sterren. Een deel van de trainers hebben zich ook aangemeld voor de KNVB VC1 pupillencursus, zodat de trainingen nog beter en leuker werden.

Op weg naar een half veld

Vanaf de JO11 spelen de teams niet meer op een kwartveld, maar gaan ze op een half veld spelen. Sterker nog, dan wordt het ook 9 tegen 9 in plaats van 7 tegen 7. De spelers, ouders en begeleiding genoten ook van dit seizoen. De vier teams boekte dan ook succes op diverse (hoge) niveaus.

En dan naar een heel veld

Vanaf de JO13 gaan de spelers op een heel veld, met buitenspel, spelen. Grote mannen voetbal dus! Momenteel spelen de diverse teams van CWO O12 al oefenwedstrijden op een heel veld. “Het spel op een heel veld is toch heel anders. We hebben de spelers geprobeerd te leren om te gaan met de grotere afstanden, de diverse patronen waarin we willen gaan spelen en vooral de bal het werk te laten doen”, zegt Pieter Rijke, de enthousiaste TC-er van de onderbouw bij CWO. “De ouders, begeleiders en kinderen genieten allemaal van het voetballen. Dat is ook de reden dat het team al zo lang samen is. Het is een hechte groep spelers, trainers en ouders”, vervolgt de voormalig trainer van het team

Activiteiten bij CWO

“We doen allemaal ook veel mee met activiteiten bij de club. Bingo, zaaltoernooien, FIFA toernooien en vaak is een speler van onze groep speler van de week. Dan komen ook veel van de andere spelers kijken bij het eerste. Da is natuurlijk erg goed voor de binding met de club”, vertelt Rijke.

Nog geen meidenteams

“CWO heeft op dit moment nog niet de beschikking over een meidenteam. In de onder 12 categorie spelen in totaal vijf meiden en die doen het prima. Er zit er zelfs eentje in de O12-1 en zij is ook echt goed”, zegt Pieter Rijke desgevraagd.

Goed zicht op de ontwikkeling van de spelers

Vanuit zijn functie als TC onderbouw heeft Pieter Rijke dan ook een goed overzicht op de ontwikkeling van de spelers. “Ook in de O11 en O10 zit veel talent en daar gaat de club in de toekomst veel plezier aan beleven. Het doel van dit alles is uiteraard spelers opleiden voor het eerst elftal van CWO. De club was altijd een enorm stabiele tweedeklasser, maar bungelt nu in de middenmoot van de derde klasse en wil uiteraard weer op hetzelfde niveau gaan acteren. De opleiding en het kader bij CWO zullen daar gezien de huidige ontwikkelingen zeker zorg voor gaan dragen. En met Dennis, Haci, Serge, Remco, Edwin, Pascal, Sell, Frank en Emrah heeft CWO ook een aantal uitstekende trainers in huis voor nu en voor de toekomst.

Klik op sv CWO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv CWO voor meer informatie over de club.

Arwin van Dijk: “Ik heb een rits aan trainers zien komen en gaan.”

Als assistent was Van Dijk iemand die met één been in de spelersgroep stond en met het andere been in de technische staf. “Ja, je zou kunnen zeggen dat ik een beetje de lijm was tussen de spelersgroep en de trainers. De laatste vijf jaar was een makkie met Gert-Jan (red. Koekkoek). Maar daarvoor zijn er wel eens trainers geweest die niet op één lijn lagen met de spelersgroep. Of een technische commissie waar ik dan een gezonde discussie mee had over het inbrengen van hele jonge jeugdspelers bijvoorbeeld. Dat kon dan wel eens druk aan mijn hoofd zijn.”

Geen moment heeft Van Dijk overwogen om hoofdtrainer te worden bij Meerkerk. “Als je dat goed wil doen, moet je iedere training goed voorbereiden en ook harde keuzes kunnen maken. De twaalfde, dertiende en veertiende man moeten ook tevreden zijn. Ik zou daar iets te soft in zijn denk ik. Al met al is het een verantwoording die ik niet zou kunnen dragen. Het mooie aan assistent zijn is dat je wat meer in de spelersgroep staat. En er is altijd wel iets aan de hand. Je hebt de talentjes van zestien, zeventien, achttien die nog heel graag willen. Dan heb je die twintigers die bezig zijn met carrière maken in hun werk. En de dertigers hebben vaak kinderen en gaan langzamerhand stoppen. Inmiddels kan ik aan iemand zijn gezicht zien of er wat speelt bij hem. Mijn taak is dan om een praatje te maken.”

“Nu er een nieuwe hoofdtrainer komt, leek het mij een mooi moment om ook te stoppen. Mijn vertrek heeft twee redenen. Je moet natuurlijk iedere dinsdag en donderdag aanwezig zijn. Dat is soms alle zeilen bij zetten en ook voor een regenachtige novemberavond. Ten tweede vind ik het tijd voor een ander. Ik denk dat het voor een groep ook goed is als er een keer een andere assistent is. Een nieuwe frisse wind.”

De andere assistent-trainer is al bekend. Zijn naam is John de Bruin en is een bekende binnen de club. De Bruin: “Al jaren ben ik leider bij jeugdteams binnen de vereniging en ik ben een beetje het schoffie van het dorp. In de positieve zin van het woord. Ik ben een verbinder.”

Van Dijk vult aan: “De groep is in goede handen met John. En andersom ook. John is inderdaad een echte verbinder. Hij is ook leider geweest van mijn zoon Milan in de Onder 11. Die twee waren een prachtig koppel. John omarmt zijn spelers, maar kan ze ook aanpakken als het moet.”

Van Dijk vervolgt: “Het zou kunnen dat ik het zijn van assistent stiekem enorm ga missen. Zeker in de zomer. Dat zijn heerlijke dagen om op het veld te staan. Heel af en toe mocht ik dan zelf ook nog even meedoen als we iemand tekort kwamen. Er zijn heel veel mensen die ik zou willen bedanken of nog even noemen, maar ik wil me beperken tot de spelers die het een stapje hoger zijn gaan proberen. Het is enerzijds jammer dat spelers weggaan, maar aan de andere kant ook juist een goed teken. Een teken dat we op de juiste manier trainen bij Meerkerk. Dat zijn Bryan Dekker en Sam van Veen die naar ASWH zijn gegaan, Melvin van de Heuvel en mijn zoon Milan van Dijk die naar Almkerk zijn gegaan en Daan en Luuk van der leun naar SteDoCo.”

klik op SV Meerkerk voor de laatste artikelen over de club.
klik op SV Meerkerk voor meer informatie over de club.

Trainer Remco en assistent Martin gaan door bij MOC’17 

BERGEN OP ZOOM – De kans dat hekkensluiter MOC’17 ook na de zomer nog tweedeklasser is die wordt met de week kleiner. Toch is men bij de club heel tevreden over de werkzaamheden van de technische staf en is onlangs het contract van hoofdtrainer Remco Broos en assistent Martin van der Helm met een seizoen verlengd.

“Dat is misschien wel gek voor de buitenwacht, maar intern heerst er op dat vlak vooral heel veel positiviteit en tevredenheid. De stand op de ranglijst staat eigenlijk niet in verhouding tot de ontwikkeling die onze piepjonge selectie heeft doorgemaakt dit seizoen. We krijgen wekelijks de complimenten maar helaas zonder de punten. Dat is het verhaal van ons seizoen tot nu toe. Het feit dat de spelersgroep en ook vanuit de club unaniem tevredenheid heerst over de samenwerking is voor ons als trainers alleen maar mooi. En wij zien ook volop mogelijkheden met deze groep, dus in dat kader is een verlenging van ons contract het logische gevolg”,, zegt Remco Broos.

De trainer heeft de afgelopen decennia zijn sporen in het Brabantse amateurvoetbal meer dan verdiend bij clubs als RKVV Roosendaal (assistent), Meto, Sprundel VVC’68 en Internos. Nu staat Broos, in het dagelijks leven werkzaam binnen het VMBO-onderwijs, als eindverantwoordelijk voor de spelersgroep van MOC’17, met Martin van der Helm als rechterhand.

“Het is een geweldige vereniging om te mogen werken. Werkelijk alles is geregeld. Van verzorgers en fysio’s tot materiaal, velden en andere faciliteiten. Bovendien is er een duidelijke visie en vooral heel veel realiteitszin. Al die zaken bij elkaar maken het voor ons als technische staf tot een prima werkomgeving. De beleidsbepalers luisteren goed naar wat er leeft en kijken verder dan alleen dit seizoen. Dan doe je niks ad-hoc maar zijn gemaakte keuzes onderbouwd en realistisch.”

In het huidige seizoen heeft MOC’17 de beschikking over een heel jonge, maar ook heel talentvolle selectie. Allemaal met spelers die afkomstig zijn vanuit de jeugdafdeling. “Alleen Kevin Uyl is afkomstig van SPS. De rest heeft allemaal een link met de club en kennen dus heel goed de cultuur van de vereniging. De trainingsopkomst is hoog en ondanks dat we laatste staan is er een geweldige sfeer in de groep. Iedereen doet wekelijks zijn stinkende best om beter te worden en dat gaat nou eenmaal met horten en stoten. In wedstrijden vergeten we ons soms te belonen. Tegenstanders straffen onze foutjes genadeloos af en daardoor verlies je. We krijgen van trainers vaak complimenten, maar staan nog te vaak met lege handen. Dat is zonde, vooral voor de jongens. Want zij verdienen het echt om voor hun enthousiasme en inzet die ze wekelijks laten zien vaker ook beloond te worden met punten.”

De samenwerking en chemie tussen de trainer, staf en de groep is goed, ook mocht men het niet redden om tweedeklasser te blijven. “Ik heb het hier enorm naar mijn zin en zie veel potentie in de groep voor de komende jaren. En ook met wat er vanuit de jeugd nog bijkomt. Daar wil ik graag een bijdrage aan leveren. Mocht dat eventueel in de derde klasse zijn dan is dat zo, maar dan werken we op dezelfde manier verder. We hebben een hechte groep gecreëerd met een duidelijke voetbalvisie waar de spelers achter staan. De selectie blijft nagenoeg intact met wat extra aanvullingen. Het is voor iedereen heel leerzaam seizoen en daar moeten we in de toekomst ons voordeel mee kunnen doen. Op welk niveau dat volgend seizoen is, dat zal de tijd uitwijzen.”

Klik op MOC’17 voor meer artikelen over de club.
Klik op MOC’17 voor meer informatie over de club.

Cláudio Braga neemt per direct taken over van vertrokken Agterberg

Excelsior Maassluis hoeft niet lang te zoeken naar een opvolger van Cesco Agterberg. Cláudio Braga, die eerder al was gepresenteerd als hoofdtrainer voor het seizoen 2025-2026, zal per direct voor de groep staan en het seizoen afmaken als eindverantwoordelijke.

Agterberg stopte eind maart omdat er diverse zaken in zijn privéleven speelde, waardoor de trainer niet meer de volledige focus op Excelsior Maassluis kon houden. Agterberg volgde in oktober de ontslagen Steye Jacobs op en behaalde in 19 wedstrijden 20 punten.

Braga wordt in de resterende weken van het seizoen ondersteund door de bestaande trainersstaf van het eerste elftal en O21. Daarbij gaat het om Dick Tol, Cor van Hoeven (HJO) en Pim van der Hoorn, die gezamenlijk zorgen voor continuïteit en intensieve begeleiding van de spelersgroep in de cruciale fase richting handhaving in de Tweede Divisie.

Claudio Braga is 50-jarige Portugese trainer. Geboren in Lissabon, maar sinds zijn jeugd al woonachtig in Nederland. Braga was trainer bij Excelsior, Sparta, Feyenoord, Vitoria Setúbal, PSV, Santa Clara, FC S-Gravenzande, Nieuwerkerk, Fortuna Sittard, Maritimo, FC Dordrecht, Al Wahda en Maccabi Tel Aviv. Bij vrijwel alle clubs was Braga jeugdtrainer of assistent trainer.

Cláudio Braga: “Hoewel ik aanvankelijk pas in de zomer zou beginnen, hoefde ik niet lang na te denken toen deze vraag kwam. Ik heb veel zin om nu al met deze groep aan de slag te gaan. De komende weken zijn ontzettend belangrijk voor de club, en ik wil mijn steentje bijdragen aan een succesvol slot van het seizoen.”

Het bestuur en technisch manager Raymond Frehe zijn verheugd dat de oplossing zo snel kon worden gevonden en hebben het volste vertrouwen in Braga en zijn team om de komende weken met volledige focus en energie de strijd aan te gaan. Op 5 april speelde de Tricolores hun eerste wedstrijd onder de nieuwe trainer. RKAV Volendam werd in Maassluis met 1-0 verslagen door een doelpunt van Olaf van der Sande.

Klik op Excelsior Maassluis voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Excelsior Maassluis voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.