Home Blog Pagina 30

NSVV verliest voor de derde keer op rij

0

Zaterdag werd de eerder uitgestelde wedstrijd in en tegen Spijkenisse gespeeld. De enige wedstrijd in 1C die op het programma stond.

Spijkenisse, dat nog volop in de strijd om de derde periodetitel was, was vanaf de aftrap de bovenliggende partij. Binnen tien minuten resulteerde dat al in twee gevaarlijke situaties voor het doel van NSVV. In beide gevallen ging het schot voorlangs. Daartegenover was NSVV één keer gevaarlijk met een uitbraak van Finn Langerak.

Het spel speelde zich in het verdere verloop van de eerste helft vooral af op de helft van NSVV, waarbij vermeld dat er van Spijkenisse veel dreiging uitging, zonder dat dat leidde tot echt grote kansen. Een dubieus toegekende vrije trap op slag van rust betekende uiteindelijk toch de 1-0. De laag ingeschoten bal glipte door de handen van de tot dan toe prima keepende Jarmo Hartgers.

Het spelbeeld na rust was niet veel anders als daarvoor. Spijkenisse dicteerde de wedstrijd, de dadendrang van NSVV beperkte zich tot loeren op een counter. Een misverstand tussen de verdediging van NSVV en de keeper zorgde in de 52eminuut voor de 2-0.

Na een kleine 20 minuten in de 2e helft miste Sander Backx de kans op de aansluitingstreffer. Zijn poging belande uiteindelijk in de handen van de keeper. Uit de daarop volgende tegenaanval schoot Spijkenisse aanvaller Ralph Stelloo de wedstrijd definitief in het slot. Vlak voor tijd miste Sander Backx nog een kans op een eretreffer, maar zijn schot verdween over het doel.

Zeker in aanvallend opzicht kwam NSVV deze middag duidelijk tekort. De eindstand bleef daarmee 3-0 in een door Spijkenisse verdiend gewonnen wedstrijd.

Dinsdag 22 april a.s. staat de thuiswedstijd tegen Oranje Wit op het programma. Er wordt om 20.00 uur afgetrapt.

Opstelling NSVV:

Jarmo Hartgers, Michael Ouwens (9e Lars van der Heiden/60e Kjetil Mol), Rick Berghout, Jessy Fortes, Quinton Burk, Peter Jan Cazander, Finn Langerak, Sjoerd Hofstede (60e Dion van Kralingen), Boyd van Andel, Sven Moerland (74eTygo Dekkers) Sander Backx

Ruststand: 1-0

Eindstand: 3-0

Klik op NSVV voor meer informatie over de club.
Klik op NSVV voor meer artikelen over de club.

Voor Dam is RKVV Roosendaal meer dan een voetbalclub

Een clubman in hart en nieren. Zo kun je Leo Dam zonder overdrijven wel noemen. Want na bijna 60 jaar als lid van RKVV Roosendaal en de nodige vrijwilligersfuncties, heeft de huidig teammanager van het eerste en de JO17 er nog altijd geen genoeg van. “Zo blijf je toch lekker betrokken bij de voetbal.”

En dat begon, naast zijn eigen voetbalcarrière, al vroeg, vertelt de 64-jarige Dam. “Vanaf mijn achttiende, ben ik leider en trainer geweest bij de hoogste jeugdelftallen.” Eventjes gestopt vanwege zijn kinderen, keerde hij vervolgens weer terug bij de club. “Die heb ik daarna nog jarenlang training gegeven.” Zelf voetballen, stond bij de Roosendaler altijd op een wat lager pitje. “Ik was meer van de vriendenteams, ook omdat mijn ambities meer bij het judo lagen.” Toch heeft de voormalig spits, ook bij de voetbal allesbehalve stil gezeten. “Naast het begeleiden van Roosendaal 4, ben ik ook nog voorzitter geweest van de activiteitencommissie. Tegenwoordig sta ik op woensdagmiddag en zaterdagochtend achter de bar in de kantine.”

Thuis

Als hij niet op pad is als teammanager van het eerste of de JO17 dan tenminste, want ook dat doet Dam sinds anderhalf jaar. “Peter Pijpers, een kameraad van mij, werd trainer van de selectie. Dus die vroeg of ik leider wilde worden. Het was eerst voor een paar maanden, maar dat is iets meer geworden. Komend seizoen blijven we het nog een jaartje samen doen.” En dat is niet voor niks, legt Dam uit. “Bij het eerste, heb ik de ‘Pupil van de Week’ nieuw leven ingeblazen. Iedereen kan zichzelf opgeven, maar alles zit al vol. Dat gaat echt van mond-tot-mond.” Ook op zondag, tijdens de wedstrijd. “Dan komen al die kinderen uit het team, mee naar de voetbal.” Of naar de kantine, lacht de vrijwilliger. “Als ik daar op woensdag achter de bar sta, komen ze altijd even gedag zeggen. Dat doet me goed.” Voor Dam, is dat dan ook het mooiste wat er is. “Ik ben natuurlijk al zo lang met die jeugd bezig, je kent ze allemaal.” Kortom, Roosendaal is meer dan een voetbalclub, voor hem. “Dit is mijn thuis. Na het overlijden van mijn vrouw, ben ik hier zó goed opgevangen. Het is vooral ook dat sociale.” Naast het feit, dat Dam het natuurlijk ook ontzettend leuk vindt om te doen. “De opstelling in de wedstrijdapp zetten, tenues regelen, uitjes organiseren of een bespreking houden met de spelersraad. Zo blijf je toch lekker betrokken bij de voetbal.”

Een lintje

Ook het reserveren van de bus voor het eerste, valt onder zijn takenpakket. Naast dus het draaien van de kantinedienst op woensdag en zaterdag. “Ik werk al in de horeca vanaf mijn vijftiende. Dat blijft voor mij altijd een leuk en mooi iets. Met name vanwege het contact met de mensen.” Maar ook op het sportpark, steekt Dam zijn handen uit de mouwen. “In het verleden heb ik de nodige klusjes gedaan, onder meer met mijn twee zonen, Joeri en Yannick. Samen hebben we de fietsenstalling gemaakt.” En dat alles, wordt gewaardeerd. Zo bleek toen hij in oktober 2022 een koninklijke onderscheiding kreeg en werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Van ophouden wil Dam, met een lintje op zak, voorlopig dan ook nog niets weten. “Komend seizoen wordt mijn laatste jaar als leider van het eerste, dan wil ik het stokje graag overdragen. Maar bij de JO17, zal ik zeker betrokken blijven. En ook de diensten in de kantine, blijf ik gewoon lekker doen!

Klik op Rkvv Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rkvv Roosendaal voor meer informatie over de club.

‘Het gaat ook om de leefbaarheid van het dorp’

0

Geen scholen meer, geen jeugdteams meer en dus steeds minder voetballende jeugd. Bij Moerstraten begonnen ze zich langzaam een beetje zorgen te maken. Tot de club daar, samen met een aantal trouwe vrijwilligers, iets aan besloot te doen. Waaronder voormalig speler Wout Belleter. “We staan nu iedere woensdagavond lekker te trainen.”

Met een stuk of vijftien spelertjes, van vier tot negen jaar. “We merkten dat steeds meer kinderen naar school gingen in Wouw en Heerle. Helemaal nu de scholen hier ook weg zijn. Dan voetballen ze straks allemaal bij Cluzona of HSC’28, als we niks doen…” Niks doen, was dus geen optie. “Toen hebben we met een groep enthousiastelingen tijdens een clubdag gezegd: kunnen we niet wat jeugd bij elkaar krijgen? Zo zijn we drie maanden geleden begonnen.”

Binden
Op de woensdagavond dus. Samen met Jeffrey Dekkers, Sanne en Angela Veraart, Sandra van Eekeren en Frank Bierbooms, regelt en verzorgt Belleter (64) de trainingen. “Op die manier proberen we kinderen te binden aan de club én het dorp.” Want vooral dat laatste, is minimaal net zo belangrijk, vertelt hij. “Het gaat ook om de leefbaarheid. Als de jeugd naar elkaar toetrekt in hetzelfde team, blijven ze vanzelf op het dorp. Die aandacht willen we nu zoveel mogelijk genereren.” Om het aantal spelers, omhoog te krijgen. “Het is nu nog wat karig, dus we zouden er graag nog een aantal bij hebben.” Al is dat niet makkelijk, weet Belleter. “Als ze er niet zijn, wordt het lastig. We werven nu vooral vriendjes en vriendinnetjes en in de zomer gaan we wedstrijden spelen.” Zoals ze onlangs onderling, ook al hebben gedaan. “Er is dit seizoen nog geen team ingeschreven in de competitie. Dat komt later pas.” Eerst maar eens lekker trainen, lacht Belleter. “Veel kinderen hadden tot voor kort nog maar weinig een bal aangeraakt, dus we beginnen echt bij de basis.” Aan beleving, in ieder geval geen gebrek. “Die kids zijn hartstikke enthousiast!” Met hem dus als trainer, van de leeftijdscategorie zes tot negen jaar. “Ik heb zelf ook altijd bij de club gevoetbald, dus het is leuk om die kinderen te enthousiasmeren voor de sport. Sporten is sowieso cruciaal voor de opvoeding, vind ik.” Maar, waar begin je? “We doen veel spelletjes met de bal, om pionnetjes dribbelen en partijtje.”

Meetrainen
Alles met het oog op de lange termijn. “Ik denk wel dat we hiermee een opening hebben gecreëerd. Het kinderaantal op het dorp is gegroeid en nu hebben ze iets om zich voor aan te melden. Dus er zit zeker toekomst in!” Met dank aan de club. “Die hebben een voorzetje gegeven, vervolgens zijn we op zoek gegaan naar mensen die er graag tijd in wilden steken.” Om samen zorg te dragen voor het voortbestaan van de vereniging. “Dit is een stap in de goede richting”, weet Belleter als geen ander. “Oorspronkelijk kom ik van Heerle, dus ik heb in de jeugd altijd bij HSC’28 gespeeld, tot ze daar ook geen elftal meer hadden. Toen ben ik, samen met een paar vrienden, op mijn zestiende naar Moerstraten gekomen.” De centrale verdediger doorliep vervolgens alle teams én speelde in het eerste. Al was het kort. “Na één wedstrijd raakte ik zwaar geblesseerd. Daarna heb ik alleen nog in lagere elftallen gespeeld.” Met minimaal net zoveel plezier. “De sfeer is altijd goed en de club is een soort spin in het web van het verenigingsleven hier. Dat willen we graag zo houden!” Dus zijn en blijven ze altijd, op zoek naar aanwas. “Kinderen kunnen zich op de site van de club aanmelden of een keertje vrijblijvend meetrainen. Om te kijken of ze het leuk vinden.”

Klik op FC Moerstraten voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Moerstraten voor meer informatie over de club.

‘Ik miste het om met mijn vrienden te voetballen’

0

Na twee leerzame seizoenen in het shirt van Rood Wit, begon Rick van Batenburg zijn vrienden bij DEVO toch wel een klein beetje te missen. En dus besloot de spits drie jaar geleden om terug te keren bij de vijfdeklasser uit Bosschenhoofd. Maar echt van harte, gaat dat voorlopig nog niet. “De resultaten zijn in principe gewoon slecht.”

Want met een plek bij de onderste vier, kunnen ze bij DEVO allesbehalve tevreden zijn, vindt de 23-jarige Van Batenburg. “Als je kijkt naar onze selectie, dan kan dat eigenlijk niet.” Tot teleurstelling van de aanvalsleider zelf. “Daar baal ik wel echt van. Je komt toch naar de voetbal om te winnen.” Maar winnen, doen ze in Bosschenhoofd dit seizoen dus niet al te vaak. En dat terwijl ze hoog in hadden gezet, vertelt de inwoner van Hoeven. “We gingen voor promotie. Dat is nu natuurlijk een beetje een lachertje…”

Mentaliteit
Op zoek naar een verklaring, heeft Van Batenburg niet al te lang nodig om na te denken. “Het zit hem vooral in een stukje mentaliteit. Trainingsopkomst, met z’n allen de schouders eronder zetten en volle bak gaan. Er alles uit willen halen. Dat doen we nu niet.” Hoe dat komt? “Dat is toch ook een verschil in generatie. Ik kom zelf uit een voetbalgezin, dan word je op een bepaalde manier opgevoed. Vakanties, doe je buitenom de voetbal. Tegenwoordig is dat heel anders.” Al kan Van Batenburg zelf, vanwege zijn vooropleiding tot lasertechnicus, ook niet altijd trainen. “Op dinsdagavond loop ik voor mezelf hard, dat hebben we zo afgesproken. Dan stuur ik altijd een foto naar de trainer.” Toch hebben de resultaten wel met meer, dan alleen instelling te maken, denkt de topscorer. “Het is soms ook pech. Goals makkelijk weggeven en als team de kansen niet afmaken.” Tel daar een aantal blessures bij op én je krijgt een moeizaam seizoen. “Onze twee centrale verdedigers zijn ook nog weggevallen. Desondanks, horen we gewoon hoger te staan.” Maar of dat nog gaat lukken, weet Van Batenburg niet. “We moeten nu eerst het plezier weer terug gaan vinden. Als je weinig wint en nergens meer voor speelt, is dat het belangrijkste.” Onder meer door beter te gaan voetballen. “En punten te pakken.”

Hoger niveau
Na twee jaar Rood Wit, nu voor het derde seizoen dus weer ‘gewoon’ bij DEVO. “Ik heb daar een leuke tijd gehad en veel geleerd, maar miste het toch wel om met mijn vrienden te voetballen.” Af en toe, denkt Van Batenburg daar nog wel eens over na. “Als ik langer was gebleven, had ik misschien écht die stap naar het eerste kunnen maken. Nu hing ik er een beetje tussenin.” Zou hij zo’n sprong in het diepe, op een hoger niveau, ooit nog eens wagen? “Op dit moment niet.” Mede door zijn studie. “Ik werk fulltime als lascoördinator en daarnaast ga ik nog naar school.” Dus voorlopig voetbalt hij, samen met zijn vrienden, bij de club waar het op vierjarige leeftijd begon. Al was dat, zeker in het begin, wel weer even wennen. “Dit is toch wat meer ‘hotseknotsevoetbal’. Er wordt altijd een mannetje op mij gezet. Dat is lastig voetballen.” En scoren. “Uiteindelijk wil ik de twintig halen, dat heb ik met mezelf afgesproken. Ik ben nu over de helft!” Als een soort vrije spits, legt Van Batenburg uit. “Ondanks dat ik niet zo groot ben, speel ik graag met een man in mijn rug. De verdediger voelen, in de bal komen, wegdraaien, kaatsen en doorlopen.” Een manier van spelen die hij voornamelijk bij Rood Wit, verder heeft ontwikkeld. “Ik was altijd vrij statisch, daar liep ik in het begin wel tegenaan. Daardoor leerde ik om beter vrij te lopen van mijn mannetje en het meer af te wisselen.” Iets wat hij nu bij DEVO goed kan gebruiken. “Ooit hoop ik kampioen te worden of in die vierde klasse te spelen.” Stappen in de goede richting, zijn wat dat betreft al gezet. “Een paar jongens hebben de technische commissie opgepakt, dus er zit vooruitgang in.” Met hem in de toekomst, nog altijd als doelpuntenmaker. “Ik wil het liefste zo lang mogelijk met mijn vrienden blijven voetballen. Als die blijven, blijf ik ook!”

Klik op DEVO voor de laatste artikelen over de club.

 

‘Niet het seizoen waar we op hadden gehoopt’

0

Nadat Boris Willekens vorig seizoen halverwege de overstap naar het tweede maakte om zijn plezier in het spelletje weer terug te vinden, is hij dit jaar een vaste basisspeler in het team van vierdeklasser Alliance. Maar desondanks, is de Roosendaler tot nu toe allesbehalve tevreden. “We halen niet de resultaten waar we op hadden gehoopt.”

Want na de degradatie uit de derde klasse van afgelopen seizoen, hadden ze bij Alliance wel iets hoger ingezet, is Willekens (22) eerlijk. “We dachten wel voor het kampioenschap te kunnen spelen. En met onze selectie, zou dat eigenlijk ook moeten…” Maar een beetje kleurloos in de middenmoot, doen ze dat dus niet. “Het komt er gewoon niet uit.” Hoe dat komt? De verdediger heeft wel een idee. “Heel veel blessures en daardoor nauwelijks vastigheid. We hebben misschien twee keer achter elkaar met hetzelfde middenveld gespeeld. Het is echt rouleren uit noodzaak.”

Stapje terug
Kortom, Alliance speelt een uitzichtloos seizoen. Nadat het vorig jaar ook al zo moeizaam ging, memoreert Willekens. “Weinig punten en in de nacompetitie kansloos eruit.” Al maakte hij dat destijds, wat meer van een afstandje mee. “In de eerste seizoenshelft zat ik bijna alleen maar op de bank, toen ben ik na de winterstop teruggegaan naar het tweede. Om mijn plezier weer terug te krijgen.” En dat lukte. “We werden kampioen!” Een groot contrast met het vlaggenschip, herinnert Willekens zich. “Tuurlijk was de teleurstelling van de degradatie er wel, maar we merkten ook dat een stapje terug en spelen in die vierde klasse, misschien wel beter was. Zeker met zo’n jong team.” In zijn vierde seizoen bij de selectie. “Tijdens mijn eerste jaar heb ik veel gespeeld, tot ik mijn enkelband scheurde. Daarna, kwam ik onder een nieuwe trainer veel wissel te zitten.” Met René Brevé aan het roer, is dat anders, vertelt hij. “Ik ben een ‘gewone back’ in de vierde klasse. Meer een verdediger dan een voetballer. Daar houdt deze trainer wel van.” Met zijn felheid is dus niks mis, toch moest Willekens na zijn overstap wel weer even wennen. “Bij het tweede speel je toch wat vrijer én neem je meer de leidende rol op je. Zeker als ervaren speler. Daardoor krijg je ook veel vertrouwen.” Bij het vlaggenschip, is dat als vanzelfsprekend een ander verhaal. “Daar doen andere jongens dat. Maar ook de intensiteit en de druk, liggen veel hoger.”

Beleving
Toch wordt de sfeer, ongeacht de prestaties, er nooit minder om. “Het eerste én tweede, zijn samen echt één grote vriendengroep. Daardoor voelt het soms alsof je in een vriendenteam voetbalt. Met jongens die bijna allemaal al heel hun leven bij Alliance spelen.” Al schuilt daar ook direct het gevaar, volgens Willekens. “Het is leuk om met je vrienden te voetballen, maar je moet natuurlijk ook wel ergens voor gaan. Die beleving mag wel terugkomen.” Want zonder inzet, vreest hij dat de ‘vriendenclub’, zoals Willekens Alliance noemt, ook volgend seizoen vierdeklasser is. “Als we spelen zoals we nu doen, is dat beter ook. Maar wie weet, als er wat begint te leven…” De doelstelling, is in ieder geval alvast bijgesteld. “Voor de titel gaan, is nu gedegradeerd tot nacompetitie halen. Met deze selectie, moet dat kunnen.” Een groep jongens, waar Willekens voor een groot deel, mee is opgegroeid. “Ik ben rond mijn vijfde begonnen bij DVO’60, tot de D’tjes. Toen ben ik naar Alliance gegaan. Later zijn we met die lichting doorgestroomd naar het eerste.” Tegenwoordig als ‘geïmproviseerde’ linksback. “Normaal sta ik eigenlijk rechtsback.” Altijd even handig is dat niet, behalve voor één ding, lacht Willekens. “Je hoeft niet na te denken over de eerste beweging als je de bal krijgt, die is altijd naar binnen naar je rechterbeen!” Een beweging waar ze in Roosendaal, nog wel even van kunnen genieten. “Vroeger had ik nog wel die ambitie, maar sinds ik hier bij Alliance in de selectie speel, hecht ik meer waarde aan de gezelligheid en goede sfeer, dan om hogerop te gaan.” Al zal Willekens daar met een op het oog zware knieblessure, voorlopig vanaf de zijlijn van moeten genieten. “Het ziet er niet goed uit…”

Klik op Alliance voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Alliance voor meer informatie over de club.

‘Kijken of mijn manier van trainen hier ook zou werken’

0

Na vier seizoenen als trainer van Oosterhout, vond Stijn Biemans het afgelopen zomer tijd om eens ergens anders in te keuken te gaan kijken. En na een belletje van tweedeklasser SC Gastel, raakte de voormalig voetballer enthousiast. “Ik wilde graag kijken of mijn manier van trainen hier ook zou werken.”

En voorlopig is dat, met een plek in de middenmoot, meer dan het geval. “Deze competitie is ontzettend spannend en de verschillen zijn klein, dus we moeten iedere week top zijn om een resultaat te halen.” Zeker na de promotie van vorig seizoen. “Als ze niet gepromoveerd waren, was de uitdaging nu natuurlijk een stukje makkelijker. Maar ik vind dat we laten zien dat we de kwaliteiten hebben om in die tweede klasse te spelen.” En te blijven. “Onze doelstelling is echt handhaving. Als dat lukt, is dat een heel mooie prestatie!”

Prettige omgeving

Bij de club waar Biemans (39) sinds dit seizoen dus werkzaam is. “Het zag er eerst naar uit dat ik nog een jaar bij Oosterhout zou blijven, maar toen kwam SC Gastel.” Met het idee om eens ergens anders in de keuken te kijken én de ‘angst’ om te lang bij één club te blijven zitten, besloot de oud-speler van RKC Waalwijk, Dongen, DESK, IFC en Oosterhout in gesprek te gaan. “De gesprekken versterkten mijn enthousiasme en hebben uiteindelijk de doorslag gegeven.” En niet voor niks. “De plannen van de club, de mogelijkheden en de faciliteiten, maakten het voor mij een prettige omgeving om in te willen werken.” Onder meer om zijn eigen horizon te verbreden. “Ik wilde graag kijken of mijn manier van trainen hier ook zou werken. Dat was voor mij eigenlijk de belangrijkste reden.” Tot op heden is het antwoord ‘ja’, maar tijd om achterover te leunen, heeft de inwoner dan Dongen desondanks niet. “Voetballend moeten we nog wel een stapje maken. Al komt daar ook kwaliteit om de hoek kijken.” Toch is dat een belangrijk onderdeel van zijn spel, legt hij uit. “We willen graag controleren vanuit balbezit, dus dan moet je de bal wel houden. Nauwkeurigheid, minder slordig zijn én de juiste keuzes maken. Daar moeten we nog wel in verbeteren, om een stabiele tweedeklasser te kunnen worden.” En dus wordt er specifiek getraind, vertelt Biemans. “Ik probeer spelers tijdens trainingen altijd in bepaalde momenten te brengen, zodat ze zelfredzaam worden.” Onder meer door zoveel mogelijk duidelijkheid te geven. “Wat willen we zien van spelers? Zowel met als zonder bal. Zet een tegenstander druk met één of twee spitsen? En waar kunnen we dan de oplossing vinden? Dat soort dingen trainen we.”

Herkennen

Alles om structuur en handvaten te bieden. “Als een tegenstander dit doet, dan doen wij dit. Daar maken we stappen in.” Tot tevredenheid van de trainer zelf. “Het leukste, blijft om dingen die je hebt getraind of besproken, terug te zien in wedstrijden.” Toch ziet Biemans, ondanks een mooie ontwikkeling, nog voldoende ruimte voor verbetering. “Voetbal is geen jurysport, dus ons rendement moet omhoog. Dan haal je vanzelf ook meer resultaat.” Zijn ervaring als voetballer, helpt hem daarbij, meent de oefenmeester. “Omdat je zelf ook vaak in die situaties bent geweest, kun je ze makkelijker herkennen. Toen probeerde je als speler een oplossing te vinden, nu doe je dat als trainer. Daardoor kun je jongens beter beïnvloeden.” Desondanks, kijkt Biemans wat betreft zijn eigen trainerscarrière, nog niet al te ver vooruit. “Ik denk wel eens aan UEFA A, maar op de korte termijn vind ik het veel te leuk om op het veld te staan en zelf de verantwoordelijkheid te hebben, in plaats van ergens assistent te zijn.” Al ziet hij het in de toekomst, wel gebeuren. “Het is een kans om jezelf verder te ontwikkelen. Die drive, om altijd beter te worden, heb ik nog steeds.” Maar voorlopig, doet hij dat als hoofdtrainer van SC Gastel. Zijn contract, heeft Biemans namelijk al verlengd. “Het is een leuke vereniging, ook in de omgang. Iedereen doet lekker normaal.” De Brabander wilde zelf dan ook graag door bij de club. “De jongens zijn leergierig en ontvankelijk, dus ik haal er ontzettend veel plezier uit. Anders rijd je ook niet iedere keer vanuit Dongen heen en weer.”

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

‘We hadden tijd nodig om het goed neer te zetten’

0

Ze spelen misschien niet altijd het mooiste voetbal van de competitie, maar leveren wel iedere week strijd. En dus doet tweedeklasser Cluzona na een ietwat moeizame start, ook dit seizoen weer bovenin mee. “We gaan vol voor plek twee en de derde periode”, is verdediger Yorben Bus vol vertrouwen.”

Al zag dat er in het begin van het seizoen nog niet naar uit, vertelt Bus (24) eerlijk. “Vorig jaar zat het vaak mee, nu hadden we een lastige start.” Met blessures én tegenvallende resultaten. “We hebben verschillende systemen geprobeerd en hadden even tijd nodig om de boel goed neer te zetten.” Zeker met de teleurstelling vanwege het mislopen van promotie naar de eerste klasse nog in het achterhoofd. “Als je de finale van de nacompetitie haalt, is dat wel extra zuur. Dat knaagt nog steeds…” Toch ging de knop bij Cluzona, na een korte zomerstop, al snel weer om. Ditmaal onder leiding van John Taks. “We wilden er meteen weer voor gaan. Promoveren blijft een droom.”

Vriendenteam

Een droom die, ondanks vier nederlagen in de eerste zeven wedstrijden, nog altijd in leven is. “Daarna hebben we het goed opgepakt.” Met een plek bij de eerste vier tot gevolg. “We spelen misschien niet altijd het mooiste voetbal, maar leveren wel strijd.” Toch beschikt Cluzona ook over voldoende voetballend vermogen, vindt Bus. “We kunnen strijden én voetballen. Alleen laten we dat soms na. Als we dat nog meer gaan doen, volgen de resultaten vanzelf.” In zijn inmiddels alweer vijfde seizoen bij de club. “Ik ben begonnen bij BSC, daarna ging ik naar RBC Roosendaal.” Tot de profclub vlak voor zijn overstap, failliet ging. “Toen ben ik bij BSC gebleven.” Via alsnog RBC, dit keer als amateurclub, belandde de trainer van Voetbalschool TIC, in Wouw. “Het was natuurlijk heel zuur dat RBC niet doorging, maar ik ben blij met mijn keuze voor Cluzona. Puur vanwege het plezier.” Ook nu nog. “Het is eigenlijk een vriendenteam, op een goed niveau. Met leuke feestjes en veel gezelligheid.” En een zaalvoetbalteam op vrijdagavond. “Dat is vooral gezellig een biertje drinken met vrienden.” Al blijft hij natuurlijk fanatiek. “Vorig seizoen verloren we de finale van de beker. Dus eigenlijk greep ik twee keer mis…”

Te druk

Zaak om daar dit jaar, op drie verschillende vlakken, verandering in te brengen. “Sinds dit seizoen ben ik ook trainer van RBC JO11”, legt Bus uit. “Dat is heel leuk om te doen! Je bent zelf jeugdspeler geweest, dus kent de weg. Het is mooi om die kids steeds beter te zien worden en te helpen bij hun ontwikkeling.” Met behulp van zijn eigen ervaring als voetballer. “Die dingen probeer je wel mee te nemen en over te dragen.” Toch staan zijn ambities als jeugdtrainer, voorlopig op een lager pitje. “Volgend jaar stop ik bij RBC, omdat het een beetje te druk begint te worden.” En dus kan de focus voor de linksback, straks volledig op Cluzona. “Ik ben in principe een modern ‘backie’. Iemand met veel loopvermogen, die graag aanvalt, diepgaat en voorzetten geeft.” Zonder rechterbeen. “Er komt weinig rechts bij kijken, haha!” Voorlopig in het, als het aan hem ligt, blauw met wit. “Ik wil lekker bij Cluzona blijven. Heb het hier uitstekend naar mijn zin en zit goed op mijn plek.” Tijd genoeg nog dus, om die droom eindelijk werkelijkheid te laten worden. “Het zou mooi zijn als we naar die eerste klasse kunnen gaan!”

Klik op Cluzona voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Cluzona voor meer informatie over de club.

‘Ik kan hier lekker mijn ding doen en ervaring opbouwen’

0

Als trainer van de JO13 én coördinator van de onderbouw, ziet Tygo Geuzendam dagelijks dat ze bij RBC ook qua jeugdopleiding, op de goede weg zijn. Toch denkt de fanatieke voetballiefhebber dat het nóg beter kan. “Volgend jaar gaan we ook in de zaal trainen.”

Met als doel om spelers in de onderbouw optimaal te kunnen helpen. “Door ze op een andere ondergrond en onder verschillende omstandigheden te laten trainen, kunnen we ze completer maken als voetballer.” Iets waar Geuzendam (23) zich als coördinator van de onderbouw, bij RBC natuurlijk nadrukkelijk mee bezighoudt. “Ik denk dat we in de afgelopen anderhalf jaar al ontzettend veel hebben gerealiseerd, maar het moet nog beter als we verder willen. Bijvoorbeeld door nog meer structuur en faciliteiten aan te bieden, ook voor trainers.”

Eigen benen
Een rol die Geuzendam zelf, naast het coördinatorschap, dus ook vervult bij de club uit Roosendaal. “Vorig seizoen deed ik de JO11 en zat ik bij NAC, nu ben ik alleen nog trainer van de JO13 bij RBC.” Via selectiespelers Jens en Sander Wirix, die hij kende dankzij zijn tijd in Breda, kwam hij uiteindelijk bij de stadionclub terecht. “Bij NAC ben ik assistent geweest bij de JO14 en de JO15, onder meer van Sander. Dus toen RBC op zoek was naar een trainer en aan hen werd gevraagd of ze iemand kenden, dachten ze aan mij.” En met succes. “Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ga met heel veel plezier naar de club.” Vier keer per week om te trainen én een wedstrijd. “Bij RBC kreeg ik de kans om op eigen benen te staan. Ik kan hier lekker mijn ding doen en ervaring opbouwen.” Om elkaar uiteindelijk verder te helpen. “We zijn met z’n allen hard op weg om te groeien.” Zijn liefde voor het trainersvak, zat er bij Geuzendam dan ook al vroeg in, vertelt hij. “Ik heb het CIOS gedaan en wilde vroeger altijd gymdocent worden. Tot ik erachter kwam dat training geven nog veel leuker was.” Met voetbal als keuzevak, kon de inwoner van Raamsdonksveer dan ook zijn lol op. Al heeft hij daarnaast ook nog een andere passie. “In het weekend ben ik DJ. Dat zijn twee compleet verschillende werelden.”

Eerlijk en oprecht
Toch hebben ze één ding met elkaar gemeen: Geuzendam kan er zijn energie in kwijt. “Tijdens trainingen probeer ik dat er zelf altijd zoveel mogelijk in te leggen, vooral om de intensiteit in de groep te krijgen.” Hoe ziet zijn oefenstof er over het algemeen uit? “Alles met doeltjes, veel dynamiek en een hoog tempo. Spelers in verschillende situaties laten komen, soms in een overtal en soms juist niet. Zodat ze meer moeten bewegen. Maar er zit altijd een wedstrijdelement in.” In combinatie met het enthousiasme van zijn talenten, een garantie op succes. “De vaste kern van dit team speelt al een paar jaar bij RBC, aangevuld met een aantal nieuwe spelers en jongens of meisjes die zijn teruggekeerd.” Een groep die volgens Geuzendam, ook buiten het veld, goed met elkaar omgaat. “Ze zitten allemaal op RSG ‘t Rijks. Als je zo vaak met elkaar traint én samen naar school gaat, zorgt dat voor verbroedering.” Voor Geuzendam is het iedere keer dan ook weer genieten, vertelt hij. “Ik kan goed opschieten met kids, omdat ze eerlijk en oprecht zijn. Daar haal ik voor mezelf heel veel plezier uit.” Naast het feit dat hij natuurlijk gek is op het spelletje. “Als je doordeweeks ergens op traint en dat komt zaterdag terug, is dat écht top!”

Uitleggen
Zijn eigen ervaringen als voetballer, vroeger bij RFC en Madese Boys, maar tegenwoordig in het shirt van vierdeklasser Raamsdonk, helpen hem daarbij als trainer, legt Geuzendam uit. “Daardoor kun je beter inschatten wat spelers leuk vinden én uitleggen waarom we iets doen. Als je de reden achter iets duidelijk uitlegt, pakken ze het sneller op. Dat heb ik als jeugdspeler zelf ook wel geleerd.” Kennis die Geuzendam ook als coördinator van de onderbouw, maar wat goed kan gebruiken. “Ik ben eigenlijk een soort klankbord voor de andere trainers. Overleggen, zorgen dat spelers voldoende uitdaging hebben en bijspringen als er mensen ziek zijn. En daarnaast ben ik betrokken bij de selectiedagen.” Toch ligt zijn voetbalhart, overduidelijk op het veld. “In de toekomst, wil ik graag hoofdtrainer worden bij de jeugd van een BVO. Dat is het doel voor de komende jaren. Daarna kijk ik pas verder.” Zijn route, heeft Geuzendam in ieder geval alvast uitgestippeld. “Ik heb nu mijn VC1 en VC2, volgend seizoen ga ik aan mijn VC3 beginnen.” In combinatie met zijn trainerschap bij RBC. “Als trainer van de JO13 óf de JO14. Dat zijn leeftijden waar ik me goed bij voel, dus die blijf ik voorlopig lekker doen!”

Klik op RBC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RBC Roosendaal voor meer informatie over de club.

‘We wisten dat het dit seizoen lastiger zou worden’

0

Ondanks dat ze bij derdeklasser BSC Roosendaal niet per se hadden verwacht ook dit seizoen weer mee te doen om het kampioenschap, vallen de resultaten voorlopig toch een beetje tegen. Al zijn daar genoeg verklaringen voor te verzinnen, vertelt aanvoerder Steven van Ginderen. “Vooral achterin is het voortdurend gaten dichten met middenvelders of zelfs aanvallers.”

En dat allemaal, door een aantal blessures én spelers die zijn vertrokken of gestopt. “Daardoor hebben we eigenlijk nog niet echt in een vaste samenstelling kunnen spelen.” Met tegenvallende resultaten tot gevolg. “Vorig jaar viel het vaker nét wel onze kant op, dit seizoen niet.” Toch zijn die nipte nederlagen, niet alleen maar pech, vindt Van Ginderen (35). “We hebben ook gewoon aan kwaliteit ingeboet.” De lat werd, ondanks de tweede plaats van afgelopen voetbalseizoen, dan ook een stukje lager gelegd. “Ik had niet per se verwacht weer mee te doen om het kampioenschap. Maar wel dat we voor het linkerrijtje konden gaan.”

Zorgen maken

Met een plek vlak boven de degradatiestreep, staan ze daar voorlopig nog niet. “Daarom was het, als we heel realistisch zijn, ook geen ramp dat we niet gepromoveerd zijn. We wisten dat het dit seizoen lastiger zou worden. Al valt dit wel heel erg tegen.” Desondanks, heeft Van Ginderen het nog altijd uitstekend naar zijn zin, bij de club uit Roosendaal. “Het is een leuke groep en de nieuwe jongens zijn goed ingepast.” Maar zorgen, maakt de routinier zich weldegelijk. “Tuurlijk ben je ‘bang’ voor degradatie. Alles staat kort bij elkaar, dus we moeten echt nog wel een paar keer winnen.” Kortom, iedere pot zal het ervan af nu omgaan. “Als we thuis onze punten kunnen pakken, heb ik er vertrouwen in dat het goed gaat komen.” Al komt dat niet vanzelf, weet ook Van Ginderen. “Verdedigend hebben we het als team niet goed genoeg gedaan. Krijgen te veel goals tegen.” Met spelers die terugkeren van blessures en een selectie die steeds completer wordt, houdt de Roosendaler tijdens zijn negentiende seizoen bij het eerste, de moed erin. “In al die jaren, heb ik alles wel zo’n beetje meegemaakt. Promoties, degradaties en de nodige nacompetities.” Toch begon Van Ginderen ooit met voetballen, bij Cluzona. “Ik kom oorspronkelijk uit Wouw, dus daar ben ik op mijn zesde begonnen.” Na zes seizoenen in de jeugdopleiding van RBC Roosendaal, maakte hij de overstap naar het groen met wit. “Vrienden van mij zaten bij BSC, dus dat was een makkelijke stap.”

Fijne mensen

Spijt van zijn overstap, heeft Van Ginderen dan ook nooit gehad. “Ik heb één keer echt serieus getwijfeld om weg te gaan, toen ik werd benaderd door RKVV Roosendaal.” De middenvelder ging op gesprek, maar besloot toch te blijven. “Het voelde niet goed, vooral omdat er al meer jongens zouden vertrekken.” Een keuze in belang van de club dus. “Misschien heb ik altijd een beetje voor de comfortabele weg gekozen. Maar ik voelde me ook goed bij BSC. Met fijne mensen en een leuke groep. Ik ga nog steeds met veel plezier naar de trainingen.” Sinds acht seizoenen ook als captain. “Aanvoerder zijn zat nooit echt in me. Ik ben van mezelf geen natuurlijke leider, maar wel iemand die zijn stinkende best doet en positief is. Een soort van ‘lead by example’.” Normaal gesproken als aanvallende middenvelder. “Op tien of acht. Met loopvermogen én diepte. Al heb ik dit seizoen ook al achterin gespeeld, centraal of als back.” Hoelang kunnen ze bij BSC nog van zijn kwaliteiten genieten? “Vorig seizoen begon ik rond oktober of november wel een beetje te twijfelen. Bas Antens, een goede vriend van mij, ging weg als trainer, toen dacht ik: misschien is het voor mij ook wel mooi geweest.” Mede door een aantal blessures. “Maar na de winterstop kwam ik weer terug in dat ritme en vond ik het stiekem nog veel te leuk.” Voornemens dat dit zijn laatste jaar zou worden, plakt Van Ginderen er toch nog eentje aan vast. “Ik voel me nog fit en heb het naar mijn zin, dus waarom niet?” Alles om BSC, aan een goede toekomst te helpen. “Een stabiele derdeklasser worden. Dat zou voor ons prima zijn! Er is te weinig aanwas vanuit de jeugd, om daar structureel voldoende spelers uit te kunnen halen. Dus als we dan een paar sterkhouders verliezen, wordt het lastig.” Relativeren, noemt Van Ginderen dat. “Hopelijk weten we er dit seizoen in te blijven!”

Klik op BSC Roosendaal voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BSC Roosendaal voor meer informatie over de club.

Nick van Vliet na lange voetballoopbaan nu actief voor Maasdijk

0

De 35-jarige Nick van Vliet is een bekende naam in het Westlandse voetbal. Met clubs als Westlandia en Excelsior Maassluis, heeft hij er al een mooie amateurcarrière opzitten. Nu speelt hij woon de club uit zijn eigen woonplaats. ,,Heel gemoedelijk en rustig’’

,,Die laagdrempeligheid maakt het leuk. Je kan een keer een training missen, al ben ik daar niet per se van,” vertelt hij. De 35-jarige middenvelder is een belangrijke spil binnen het team. Samen met Robin van den Ende, een jeugdvriend en eveneens 35 jaar, vormt hij de ervaren kern van de selectie. “We hebben samen in de jeugd van Excelsior Maassluis gespeeld en daardoor ook bij Maasdijk terechtgekomen. Mijn broer speelde hier vier jaar geleden ook in het eerste, net als Robin. Met zijn vieren een jaar samen voetballen was geweldig,” zegt Van Vliet over zijn keuze om zich een aantal jaar geleden aan te sluiten bij VV Maasdijk.

STAPJE TERUG

Van Vliet maakte enkele seizoenen geleden de overstap naar Maasdijk, een beslissing die niet makkelijk was. Met zijn ervaring uit de derde divisie en hoofdklasse bij Westlandia, brengt Van Vliet veel stabiliteit in de ploeg. “Ik heb negen jaar centraal achterin gestaan met Marco van der Knaap. In mijn tijd bij Westlandia speelden we in de derde divisie en later zelfs in de tweede divisie. Ik ben de speler met de meeste wedstrijden in de derde divisie voor Westlandia. De stap terug was groot. In het begin vraag je je af: wat kom ik hier nou doen? Je merkt dat je zelf nog een hoger niveau gewend bent en denkt soms: waarom neem je die bal niet gewoon goed aan? Maar je gaat vanzelf mee in het niveau en probeert de jonge jongens tips mee te geven. Daardoor gaat het niveau op trainingen en in wedstrijden ook omhoog. Dat klinkt gek om te zeggen over jezelf, maar ik denk dat het zo werkt in het voetbal. Jongere jongens kunnen wat leren van routiniers.”

POTENTIE

Ondanks dat Maasdijk ‘maar’ in de vierde klasse speelt, ziet Van Vliet de potentie in het team. “We doen niet onder voor teams in de tweede en derde klasse, alleen je moet uit deze competitie zien te komen. Dat is niet altijd even gemakkelijk, want ieder jaar is er wel een sterke degradant uit de derde klasse die met het kampioenschap of de promotie aan de haal gaat. Naaldwijk gaat waarschijnlijk kampioen worden, maar daarachter is alles mogelijk. We winnen allemaal van elkaar, waardoor we nog kansen hebben in de promotiewedstrijden. We kunnen nu meerdere speelstijlen hanteren en wat verrassender uit de hoek komen. Na de winterstop zijn we compleet, er is meer concurrentie en we staan sterker in de promotiewedstrijden. De groep wordt hechter en went aan elkaar, jongens worden ouder en volwassener in hun spel. Ik ben benieuwd hoe ver we kunnen komen. Het is nu twee keer niet gelukt, maar wie weet wordt het drie keer scheepsrecht’’, hoopt Van Vliet.

NOG ÉÉN SEIZOEN

Voor Van Vliet is de toekomst onzeker, maar hij wil in ieder geval nog een seizoen doorgaan. “Ik had gezegd dat ik door zou gaan, maar ik krijg er nog een derde kindje bij. Dat maakt de keuze wel lastiger. Maar Robin blijft ook nog een jaar en dat maakt het voor mij wel makkelijker. Als we stoppen, doen we dat denk ik samen’’, is hij van mening.

Klik op VV Maasdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Maasdijk voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.