Home Blog Pagina 29

De Bekker is in andere rol terug bij NOAD’32

Hij begint officieel pas volgend seizoen, maar is op de achtergrond al druk bezig met het voeren van gesprekken en het in kaart brengen van de algehele lijn. Want als voorzitter van de Technische Commissie, heeft Mathieu de Bekker straks een belangrijke rol binnen NOAD’32. “We willen de club voetbalinhoudelijk neerzetten.”

En dus is er geen tijd te verliezen, vertelt De Bekker (32). “Het begint nu al wel een beetje te komen. Gesprekken voeren met trainers, met leden en natuurlijk Wilhelmina’26. Vanuit onze samenwerking.” De belangrijkste vraag: “Waar willen we qua beleid naartoe?” Op alle gebieden. “Het is de bedoeling dat ik de algehele lijn ga oppakken. Dat wil zeggen de jeugd, maar ook bemoeien met de selecties.” Een nieuwe rol voor de inwoner van Den Bosch, die volgend seizoen terugkeert en eveneens actief zal zijn voor het vlaggenschip van NOAD’32. “Het is leuk én leerzaam, om voetbal eens vanuit een andere invalshoek te bekijken.”

Behouden

Ingegeven door een werkgroep binnen de club: Toekomst van NOAD. “Daar zijn verschillende thema’s in besproken, zoals het langer behouden van spelers. Dat is toch wel een beetje de insteek nu.” Hoe willen ze dat in Wijk en Aalburg gaan doen? “Bijvoorbeeld door middel van extra techniektraining en keeperstraining. Leden meer bieden. Dan gaat automatisch ook het niveau van de jeugd omhoog.” Al gaat dat natuurlijk niet vanzelf. “Het belangrijkste doel voor nu, is het ondersteunen van de trainers.” Mede door te kijken naar het technische beleid. “Dat was vrij algemeen, dus daar kunnen we inhoudelijk nog wel wat stappen maken. Uiteindelijk wil je gericht trainen, zodat je daar in de toekomst profijt van hebt.” De Bekker heeft dan ook wel een idee hoe hij dat voor zich ziet. “Met bepaalde vormen of cyclussen. Alleen maar dribbelen en passen, dat blijft toch de basis. Door leden dat soort dingen aan te bieden, probeer je ze te stimuleren én te behouden.”

Uitdaging

Bij de vereniging die De Bekker naar eigen zeggen ziet als ‘zijn club’. “De afgelopen vier jaar heb ik bij Nivo Sparta gezeten, onder meer als jeugdtrainer en assistent bij het tweede, maar toch heb ik altijd contact gehouden met gasten van NOAD’32. Daar zijn vriendschappen ontstaan.” Aan hem de eer, om er samen wat moois van te maken. “Werken met mensen, dat is hier wel een beetje de clubcultuur. Daar komen veel zaken bij kijken, dus daar zit ook direct de uitdaging. Om van al die verschillende ideeën, met elkaar iets te creëren waar iedereen zich goed bij voelt. Voor de toekomst van de club.” Ook met het eerste. “We willen na de degradatie weer zo snel mogelijk richting die vierde klasse. Het zou mooi zijn als we op de langere termijn een stabiele derdeklasser kunnen worden. Daar moeten we met z’n allen naar toewerken. Of dat nou in twee of drie jaar is.” Want als het aan De Bekker ligt, blijft hij dit nog veel langer doen. “Dat is wel mijn idee! Stiekem gaat er nu al veel tijd in zitten, maar ik vind het hartstikke leuk!”

Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van NOAD’32.

De Welpjes van RKDVC zoeken nieuwe trainers

Het zijn de eerste stapjes op het voetbalveld. Voetballen kun je het nog niet echt noemen, maar wat een plezier wordt er beleefd op het sportpark van RKDVC. Kinderen van drie tot en met vijf jaar leren het spelletje iedere week beter kennen en vieren achteraf een groot feestje bij de kantine. ,,Er wordt gedanst en ranja gedronken’’.

Voor trainers en organisatoren Elroy Kivits, Nick Tiemissen, Yavuz Coskun en John van Beveren is het ook een feest om te doen. Iedere zaterdag proberen de levendige trainers de kinderen te enthousiasmeren om te voetballen. Er staan elke week weer 22 kindjes op het veld om te scoren, schieten en slalommen. ,,We merken dat de kinderen en de ouders het heel erg leuk vinden, want ze komen iedere week weer opdagen’’, zegt Elroy, een van de trainers van de welpjes van RKDVC. ,,Het is geweldig om te zien dat de kinderen het naar hun zin hebben en steeds handiger worden met de bal’’.
De welpjes zijn in het leven gebracht, omdat ze op deze manier al kennismaken met voetbal op een spelende wijze. ,,Omdat ze al op driejarige leeftijd mogen starten hebben ze een kleine voorsprong. Hoe jonger je begint met voetballen, hoe meer je jezelf kan ontwikkelen. Op de trainingen leren ze om over te passen naar elkaar en te dribbelen naar het goal. Het lijkt nog niet echt op voetbal, maar ze zijn lekker bezig met de bal en vinden het allemaal heel erg leuk om met hun vriendjes en vriendinnetjes te spelen op het voetbalveld’’, aldus Elroy, die de kids ook wil laten wennen aan het spelen van wedstrijden. De welpjes van RKDVC speelde laatst een oefenwedstrijdje. Het was de eerste die ze ooit speelden en verloren met 16-0. ,,Dan zie je wel dat ze daar nog niet klaar voor zijn’’, grapt Elroy. Clubs uit de buurt hebben ook een jonge jeugd die zich moet ontwikkelen in het creëren van wedstrijdgevoel doordat we wedstrijdjes tegen elkaar kunnen spelen ontwikkelen we op dat gebied ook steeds meer met de jonge spelertjes.

Ranja, dansen en springen

Na afloop van de voetbalochtend drinken de voetballertjes ranja en dansen en springen ze op muziek. Ook krijgen ze een koekje na afloop. Ze krijgen er zelfs twee als ze extra goed hun best hebben gedaan en dat is eigenlijk altijd zo, dus de koekjes gaan hard aldus Elroy. Een training van de welpjes duurt maar driekwartier. In deze 45 minuten is het volgens de trainers belangrijk dat de kinderen ook echt goed luisteren. ,,Het kan soms een grote chaos zijn’’, vertelt Elroy, die de kinderen ook op dat gebied dingen mee wil geven tijdens deze trainingen. Ze leren ook samen spelen, rustig doen en luisteren, dat is soms moeilijk in alle enthousiasme.
De kinderen van Elroy, Brenn (4) en Lizz (6), gaan ook iedere week mee naar de voetbal. Als de welpjes de leeftijd van 5 jaar hebben bereikt en ze het qua voetbal ook kunnen gaan ze door naar de 4×4. Het ligt er ook aan hoe snel ze zich ontwikkelen wanneer ze naar de 4×4 gaan. Dan komen ze voor het eerst in een teampje’’, zegt Elroy. Het vier tegen vier voetbal is het onderdeel waar Elroy naartoe gaat. Hij groeit mee met de leeftijdscategorie van zijn eigen kinderen en blijft daarbij betrokken. Betrokken is hij ook bij de voetbalvereniging, als shirtsponsor.

Liefhebbers gezocht

Als laatste doen de trainers een oproep naar nieuwe liefhebbers om trainer te worden van de welpjes. Het betreft iedere zaterdagochtend om 10:00 uur een training van 45 minuten met enthousiaste kinderen die graag willen leren voetballen. Stuur een mailtje naar de vereniging of klop op zaterdag even op de deur van de bestuurskamer als jou dit leuk lijkt.

Klik op RKDVC voor de gepersonaliseerde clubpagina.

Wilhelmina’26 is precies op tijd bij de les

Dat het in de voetbalwereld snel kan veranderen, weten ze bij tweedeklasser Wilhelmina’26 inmiddels wel. Want waar de ploeg leek af te stevenen op een onbezorgde plek in de middenmoot, moest het tot de laatste wedstrijd vechten voor een veilige plaats. Iets wat Siebe Quik ook niet helemaal aan zag komen. “In de winterstop dacht ik zelf aan het linkerrijtje.”

Drie wedstrijden voor het einde, leek er eigenlijk niet zo heel veel aan de hand. Wilhelmina’26 stond op een keurige zevende plaats en leek de gestelde doelstelling ruimschoots te gaan behalen. Het werd vervolgens toch nog even spannend, maar lukte uiteindelijk dus wel. Dankzij een allesbepalende zege in het laatste duel. “Met directe handhaving, hebben we het niet slecht gedaan. Dat was ook eigenlijk altijd het idee al.” Al zag het er voor de winterstop dus rooskleuriger uit, vertelt de 22-jarige Quik. “Toen stonden we er nog beter voor. In de eerste seizoenshelft zat het ook wel een paar keer mee, dat we wonnen in de laatste minuut. Zo eerlijk moeten we ook zijn.” In het vervolg zat het een stuk minder mee. Mede dankzij een aantal blessures. “Zelf lag ik er ook drie maanden uit, met een verrekking aan de binnenband van mijn knie. Ik bleef haken bij een sliding.”

Basisspeler

Inmiddels weer zo goed als fit, zag Quik het de laatste weken allemaal precies goed vallen. “We moesten nog tegen ploegen die onder ons stonden, maar het was naïef om te denken dat we al veilig waren. Verre van. Gelukkig hebben we ons rechtstreeks weten te handhaven.” Met het vertrouwen zat het bij Quik als die tijd sowieso wel goed, vertelt hij. “Ik vind dat we thuishoren in de tweede klasse. Als we een fitte selectie hebben, zijn we zeker goed genoeg.” Met hem er sinds dit seizoen eigenlijk voor het eerst ieder duel bij. “Vorig jaar stond ik een wedstrijdje of vier, vijf in de basis, daarna kwam ik op de bank. Nu ben ik echt basisspeler.” Die tijd had hij dan ook nodig, herinnert Quik. “Ik ging al vroeg naar de senioren, op mijn zestiende zat ik voor het eerst bij het eerste. Daarna vier jaar niet, dat was best lastig.” Na drie seizoenen bij het tweede, maakte de inwoner van Wijk en Aalburg, dus alsnog de overstap. “Vooral tactisch was het heel erg wennen, waar je precies moet lopen.” Heel gek is dat na achttien jaar Wilhelmina’26, dan ook eigenlijk niet. “In de jeugd speel je hier vaak toch wat minder hoog, is het meer recht toe, recht aan. Mannetje uitschakelen, dan heb je een goede wedstrijd gespeeld. Dat is nu wel anders.”

Inleveren

Gelukkig heeft hij het na al die jaren, nog altijd net zo goed naar zijn zin. “Het is een heel gezellige club, met veel supporters van alle leeftijden. Mensen die echt wat voor de club willen doen.” Inmiddels kent Quik dan ook zo’n beetje iedereen. “In al die tijd, heb ik hier enorm veel vrienden gemaakt.” Zowel binnen, als buiten het veld, lacht de rechtsback. “Ik ben een simpele voetballer. Van mij moet je geen technische hoogstandjes verwachten. Mannetje uitschakelen en de bal inleveren bij iemand die dat wel kan.” Een belangrijke eigenschap, zo realiseert hij. “Je moet weten wat je wel of niet kunt.” Al kan je daar natuurlijk altijd aan werken. “Soms zoek ik nog te vaak de niet-voetballende oplossing, ben ik een beetje onrustig aan de bal. Daar moet ik beter in worden.” Eventueel om ooit nog een transfer te kunnen maken. “Als dat echt een duidelijke stap omhoog is, zou ik misschien willen kijken, maar het is niet per se mijn ambitie. Op dit niveau, wil ik gewoon het liefste bij Wilhelmina’26 blijven!”

Klik op Wilhelmina’26 voor de gepersonaliseerde clubpagina

‘Op die manier zorgen we voor aanwas’

Toen ze twee jaar geleden bij Sparta’30 een trainer voor het damesteam zochten, voelde John Canzano zich wel geroepen. Inmiddels is de inwoner van Zaltbommel ook verantwoordelijk voor de MO15 en richt hij zich volledig op de toekomst van de club. “Als het aan mij ligt blijf ik hier voor een langere tijd.”

Het zorgt sinds dit seizoen voor goedgevulde avonden, vertelt de 61-jarige Canzano. “Ik train eerst de MO15, daarna ga ik door naar de dames. Op zaterdag kan ik er bij de jeugd helaas niet bij zijn.” Toch maakt dat voor zijn beleving gelukkig niks uit. “Het is een geweldige club! De mensen zijn eerlijk en iedereen praat tegen je. Echt een dorpsclub.” Eén waarmee hij in zijn eerste jaar meteen kampioen werd. Iets wat de oefenmeester na het kennismakingsgesprek al had gezien. “Dat klikte meteen goed!”

Gezelliger

En niet voor niks, legt Canzano uit. “In het verleden heb ik vaker dames getraind. Het is heel anders, maar ik vind het persoonlijk leuker.” Waarom? “Je kunt ze meer leren, ze reageren op een andere manier en het is gezelliger.” De voormalig voetballer van GVV’63 zit dan ook helemaal op zijn plek in Andel. “Het is een hechte groep. De leeftijden liggen een beetje tussen de twintig en 33 jaar.” Al kunnen er altijd wel een paar bij, vindt hij. “Als we meer meiden hebben, kunnen we straks een tweede elftal maken. Dat zou ik wel prettig vinden!” Want soms, is het best lastig om er genoeg te hebben, volgens Canzano. “Je moet vijftien jaar oud zijn, anders mag je niet bij Dames 1 spelen.” Mede daarom, riep Sparta’30 dit seizoen een MO15 in het leven. “Om te zorgen voor aanwas. Die groep moet over twee jaar eigenlijk naar het eerste gaan.” Met de populariteit zit het wat hem betreft gelukkig dan ook wel goed. “We zijn daar eerst begonnen met een negental, nu hebben we er in totaal al zestien.”

Toekomst

Een mooi aantal, om lekker te kunnen trainen. “Op dinsdag doen we vaak eerst iets van conditie, daarna afwerken, positiespel en partij. Donderdag is meestal een wat langere partij, gericht op zaterdag.” Met Canzano voorlopig aan het roer. “Ik blijf volgend seizoen het eerste én de MO15 doen. Als het aan mij ligt, blijf ik voor een langere tijd.” Alles gericht op de toekomst. “De club wil ook een Vrouwen 30+ beginnen. Het zou mooi zijn als we van de MO15 straks het eerste kunnen maken. En misschien krijgen we ook wel ooit een tweede!”

Klik op Sparta’30 voor de clubpagina.

Geslaagd BBB toernooi bij S.V. Capelle

Zaterdag 8 juni vond op het Mandemakers Sportpark van S.V. Capelle al weer de 8e editie plaats van het 5 tegen 5 miniveld voetbaltoernooi om de Bier Buiken Bokaal. Net als de eerdere edities was ook dit toernooi weer zeer geslaagd.

‘s Ochtends begonnen 23 teams aan het toernooi. Na de poulewedstrijden werden aan het einde van de middag de finales gespeeld. De Bier Buiken Bokaal werd gewonnen door de “MM Groep”, die in de finale het team van “De Tobbers” versloegen. De teams “Kom een klein beetje feesten op veld 3” en “Café Heistreet” legden beslag op de gedeelde 3e plaats. Naast het voetbaltoernooi was er ook nog een beerpong spel dat gewonnen werd door team “Lekkerkerk”. De sportiviteitsprijs ging naar team “Bork en Pia”. Na het toernooi volgde nog een gezellige feestavond.

S.V. Capelle bedankt de organisatie van de Bier Buiken Bokaal / Vriendenclub van S.V. Capelle voor de goede organisatie van dit toernooi. Ook gaat dank uit naar de betrokken vrijwilligers / scheidsrechters / kantinepersoneel en de vele sponsoren.

foto’s: S.V. Capelle

Klik op SV Capelle voor de nieuwe clubpagina.

Barry Perk heeft zijn laatste goal gemaakt

Na dertig jaar in een eerste elftal en bijna 650 wedstrijden verder, vindt Barry Perk het aan het einde van het seizoen mooi geweest. De topschutter van vijfdeklasser HSC’28 zet er over een paar weken na een indrukwekkende carrière ‘eindelijk’ een punt achter. “Het is wel een keer goed geweest, hè?”

Zelfspot is de 45-jarige Perk wat dat betreft dan ook niet vreemd. “Het is inderdaad toch een keer tijd om de stoppen.” Waarom nu wel? “Ook vanwege de pijntjes. Twee jaar geleden heb ik met mijn enkel een waarschuwing gehad, lag ik er enkele maanden uit. Die was gewoon versleten.” De spits besloot toch door te voetballen, en niet voor niks. “Ik ben heel trots op die dertig jaar en 650 wedstrijden. Op mijn leeftijd, mag je dan echt in je handjes klappen.” Mede door de situatie thuis. “Met al die verplichtingen, heb ik het toch altijd maar mogen doen. Daar ben ik ze dankbaar voor. Nu kunnen we eens een weekendje weg of verre reizen maken.”

Mooie mijlpaal

Tussen het werken door, lacht de schilder van beroep. “Ook de werkzaamheden met mijn eigen bedrijf worden steeds meer.” Een goed moment om het qua voetballen wat rustiger aan te gaan doen, vertelt de oud-speler van Cluzona en Roosendaal. “Dat roep ik al een jaar of acht, maar dit is wel echt een mooie mijlpaal nu. Met het aantal wedstrijden dat ik heb gespeeld.” Zo rond de winterstop, hakte Perk de knoop voor zichzelf door. “Toen heb ik het die jongens ook verteld, natuurlijk nadat ik het thuis had besproken. Die geloofden mij niet meer, dat zeg je al jaren, riepen ze. Maar nu kan ik tenminste nog lekker fit stoppen.” Al had dat twee jaar geleden dus zomaar anders kunnen zijn. “Er zat slijtage in het bot van mijn enkel. Een operatie was niet nodig, oefeningen doen wel. Zat ik daar op mijn bedrand, rondjes met mijn voet te draaien.” Zitten is iets wat de inwoner van Wouw dit seizoen naar eigen zeggen sowieso iets te veel deed. “Je gaat minder minuten maken en komt meer op de bank. Dat was ik niet gewend. Na een tijdje is dat wel beter te accepteren.” Ook de teller, loopt daardoor nog niet al te hard door. “Ik heb er pas één, maar sta nu ook wat meer ‘op tien’.”

Verenigingsmens

Bij de club waar het als vijfjarige allemaal voor hem begon. “Op mijn vijftiende maakte ik mijn debuut in het eerste van HSC’28. In 2008, toen was ik 28, ging ik naar Roosendaal. Onder Kees de Rooij.” Na vier mooie jaren, vertrok Perk naar Cluzona. Om vervolgens zijn eerdere belofte in te lossen. “Ik had beloofd om hier terug te keren, voor één jaar. Dat zijn er zeven geworden…” En dus, maakte de routinier alles in zijn voetballeven wel zo’n beetje mee. “Gepromoveerd, gedegradeerd, nacompetitie en de Zilveren Schoen gewonnen. Daar ben ik nog steeds trots op.” Spijt, heeft Perk niet van bepaalde dingen. “Ooit ben ik gevraagd door Halsteren, maar ik ben een verenigingsmens, houd van die gezelligheid om me heen. Dus dat kon ik gewoon niet.” Doelpunten maken kon hij wel. Ongeveer 250 in totaal. Eentje steekt er voor hem met kop en schouders bovenuit. “In de wedstrijd tegen Goes, met Roosendaal. Een volley van puntje ’16’. Dat vergeet je niet. Kwam zelfs Gérard de Nooijer, trainer van de tegenstander, een complimentje geven.” Een verdiend complimentje, voor iemand met zijn staat van dienst. “Ik was altijd een balvaste spits, iemand die vaak op de juiste positie stond en redelijk kon koppen. Eigenlijk een soort Luuk de Jong.” Want ook zijn zwaktes, kende Perk maar al te goed. “Was zeker geen man van de actie!”

Niks doen

Trots op wat hij heeft bereikt, maar altijd op zoek naar meer. Zo ook dit seizoen. Met HSC’28 in de vijfde klasse dus. “Voetballend horen we bij de top drie, alleen scorend laten we het een beetje afweten. Toch heb ik het geloof dat we die nacompetitie kunnen halen.” En dat zou alleen maar goed zijn voor de club, zo denkt Perk. “Het is belangrijk om te promoveren, om spelers aan te kunnen trekken en de vereniging omhoog te houden. Er zijn best wat jongens die stoppen, dus dat gaat me wel aan het hart. Straks bestaat HSC’28 honderd jaar en is er geen eerste meer. Dat zou zonde zijn.” Perk blijft dan ook lid. “Mocht er wat zijn, wil ik ‘mijn cluppie’ altijd uit de nood helpen. Maar ik ga eerst proberen een jaartje niks te doen en een beetje wedstrijdjes te kijken.” Voor een lager elftal of 35+, voelt hij zich nog veel te fanatiek. “Dat moet ik eerst nog een beetje laten zakken.” Een nieuwe wereld gaat dan ook voor hem open. “Padel spreekt me aan, al ga ik de humor in de kleedkamer en de spanning op zondag natuurlijk wel missen. Dat is toch een bepaald soort adrenaline.” Iets dat hem dus, in ieder geval jarenlang, fysiek op de been heeft gehouden. “Fit zijn, zit ook in het koppie. Als schilder ben je veel in beweging, dan herstel je snel. Als ik op een kantoor had gezeten, was ik denk ik vaker veel stijver geweest…”

Klik op HSC’28 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSC’28 voor meer informatie over de club.

‘Nu moet ik achter een hekje blijven staan’

Je bent nooit te oud, om vrijwilligerswerk te doen. Dat bewijst Vlasta Hornícek als voormalig clubscheidsrechter bij Kruisland. Want nadat zijn kleinkinderen begonnen met voetballen, ging het ook bij hem een aantal jaar geleden weer kriebelen. “Soms floot ik er wel drie achter elkaar.”

En dat begon voor de inmiddels 80-jarige Hornícek eigenlijk allemaal al heel lang geleden. “In 1988 heb ik mijn scheidsrechtersdiploma gehaald, daarna heb ik altijd bij Steenbergen gefloten én in de zaal.” Tot zijn kleinkinderen in 2006 bij Kruisland gingen voetballen. “Toen ben ik de JO7 gaan fluiten. Aan het einde van afgelopen seizoen, ben ik gestopt. Bij de JO13. Groot veld werd te groot, letterlijk en figuurlijk.”

Veel plezier

Vandaar ook dat Hornícek lang actief was in het zaalvoetbal. “Op het veld werd er vaak ruw gehandeld, dat werd voor mij te veel. In de zaal heb ik zelfs nog hoofdklasse gefloten!” En dat niet alleen. “Zelfs Pierre van Hooijdonk.” Tot een hartinfarct hem op zijn 50ste noopte te stoppen. “Dat moest toen, maar later ben ik weer begonnen.” Eenmaal toch zijn fluit aan de wilgen te hebben gehangen, kwamen zijn kleinkinderen om de hoek kijken. “Die gingen voetballen, toen begon het bij mij toch wel weer te kriebelen.” Ingegeven door schoonzoon Idriss Hassani. “Die was trainer én scheidsrechter van de JO7, dus vroeg hij mij om hulp.” En gelukkig maar, lacht Hornícek. “Ik heb altijd veel plezier gehad. Gewoon de manier van voetballen en met die kindjes bezig zijn.” De voormalig inwoner van Steenbergen, tegenwoordig woont hij in Roosendaal, is dan ook een groot liefhebber van het spelletje. “De zaal vond ik eigenlijk leuker dan het veld, daar had je nauwelijks lichamelijk contact. En het was nooit koud!” Zijn eigen tijd als voetballer, onder andere bij Steenbergen, herinnert hij zich nog goed. “Een positie was toen helemaal niet belangrijk, dat was heel anders. Ik voetbalde nog op leren voetbalschoenen met houten noppen. En je had leren ballen.”

Vrijwilligers

Fluiten doet Hornícek tegenwoordig dus niet meer, zijn kleinzoons aanmoedigen wel. “Ik ga iedere zaterdag kijken. Je moet wat doen, hè?” Alleen vindt hij dat nog niet zo makkelijk, lacht de voormalig arbiter. “Nu moet ik achter zo’n hekje blijven staan. Dan zie je ze fluiten en denk je: sjonge jonge. Dan mis ik het toch wel behoorlijk.” Bij een club die voor Hornícek inmiddels voelt als thuis. “De mensen zijn vriendelijk en de sfeer is gemoedelijk.” Toch maakt hij zich, net als Hassani, af en toe wel een beetje zorgen. “Vrijwilligers zijn er bijna niet, dat is in deze tijd heel moeilijk.” Zijn schoonzoon, eveneens bestuurslid bij Kruisland, vult hem aan. “Dat was voor mij ook de reden om hem te vragen, naast dat het natuurlijk heel leuk is. Het zorgt voor binding én gespreksstof met zijn kleinkinderen. Het was eigenlijk gewoon een leuk uitje.” Als onderdeel van de voorbereiding en eigenlijk ook nabeschouwing. “Dan kun je dat soort dingen toch samen delen.” Een voorbeeld voor velen. “Gewoon even samen koffiedrinken, met andere ouders, opa’s of oma’s. Ook dat zorgt voor saamhorigheid.” Een mooi verhaal, vindt Hassani. “Vlasta was 73 op het moment dat hij begon, toen was het natuurlijk best spannend of hij het nog kon. Gelukkig werd het breed gedragen door zowel vereniging als spelers.” Zag ook Hornícek. “Het is heel belangrijk om vrijwilliger te zijn, omdat je ziet dat de club het daar moeilijk mee heeft. Dan wil je de jeugd toch helpen?”

Altijd eerlijk

Hij dus in ieder geval wel. “Ik voelde me heel gemotiveerd om het te doen. Keek er ook iedere keer weer naar uit.” Iedereen bij de club, wist hem dan ook te vinden. “Kunt u deze wedstrijd ook even fluiten? Vroegen ze dan. Soms deed ik er wel drie achter elkaar.” En altijd eerlijk. “Ik kon natuurlijk niet expres vóór ze gaan fluiten.” Sterker nog, vult Hassani aan. “Hij was meer tegen.” Ook toen Hornícek een keer zijn eigen schoonzoon moest fluiten. “Toen had ik al snel door: ik moet niet al te veel tegen hem zeggen, haha!” Het laat maar zien, hoe leuk die betrokkenheid kan zijn, vindt de jongste van de twee. “Daarom ben je nooit te oud om die stap te maken. Uiteindelijk zijn er alleen maar winnaars.” Waar Hornícek er jarenlang dus eentje van was. “Ik heb er zoveel plezier uit gehaald!”

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

‘Heel bijzonder voor een dorpje als Moerstraten’

Geen school, weinig aanwas en daardoor eigenlijk nauwelijks jeugd. En toch bestaat Moerstraten dit seizoen 50 jaar. Tijd voor een feestje, vinden onder meer Angela Veraart en Adri Godschalk als onderdeel van de jubileumcommissie. “Het is heel bijzonder, zeker voor zo’n klein dorpje.”

En dus staat 17 augustus volledig in het teken, van dát jubileum. In de vorm van een feestdag, vertelt Veraart (53). “We beginnen met een kindermiddag, vol voetbalactiviteiten en dingen zoals een springkussen. Daarna spelen we om 17:00 uur een wedstrijd tegen FC de Rebellen.” Met een team vol bekende gezichten, aan Moerstraten zijde. “Iedereen van ons die mee wil doen, mag meedoen!” Gevolgd door een receptie én bijbehorende feestavond. “Daar zijn we nu volop alles voor aan het regelen. Van een tent tot aan de loterij.”

Verenigingsleven

Het bestuurslid is als vanzelfsprekend trots op het 50-jarig bestaan van haar club. “Het is bijzonder dat we het toch hebben gered. Moerstraten is klein, maar het verenigingsleven is heel groot. We staan altijd voor elkaar klaar.” Zo ook de 69-jarige Godschalk. Tegenwoordig penningmeester bij de vereniging. “Ik zit al bijna 30 jaar in het bestuur. Onder meer als secretaris, jeugdcoördinator of hoofd van het veldonderhoud. Dat is zo gegroeid, want mijn vrouw voetbalde hierzo.” Zelf was Godschalk een stuk minder van het voetballen, vertelt hij. “Pas op mijn 42ste sloot ik aan bij Moerstraten, daarvoor voetbalde ik in het ‘wild’ of in de zaal.” Ook zijn collega, was allesbehalve ‘voetbalminded’. “Ik was eigenlijk altijd anti-voetbal, tot mijn zoon en twee dochters gingen voetballen. Bij de jongste ben ik jarenlang jeugdleider geweest en een paar jaar geleden, begon ik als notulist.” En dat doet ze nog steeds. “Verder sta ik in de kantine en regel ik alles voor de jeugd.” Het leverde haar onlangs een mooie onderscheiding op. “Op Koningsdag heb ik de Roosenspeld gekregen, voor al mijn vrijwilligerswerk bij verschillende verenigingen in Moerstraten.”

Toekomst

Tegenwoordig gelukkig dus ook bij de voetbal. “Ik vind het ontzettend leuk, vooral omdat mijn kinderen hier nu zitten. Daardoor is het hartstikke gezellig.” Al maakt Veraart, wonend op steenworpafstand van het sportpark, zich wel zorgen. “De toekomst is twijfelachtig, het is afwachten wat die brengt. Zolang er geen jeugd komt, weten we dat we niet nog eens tien jaar zullen bestaan.” Ook Godschalk ziet het wat dat betreft somber in. “Onze accommodatie is prachtig, maar als je geen jeugdelftallen meer op de been kunt brengen…”

Klik op FC Moerstraten voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Moerstraten voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.