Home Blog Pagina 18

Hoeven maakt indruk als promovendus

0

Met handhaving als doelstelling, begon Hoeven dit seizoen vol vertrouwen aan hun avontuur in de derde klasse. En dat goede gevoel, bleek meer dan terecht. Want met een plek bij de eerste vijf, presteert de formatie van linksbuiten Teun van de Water boven verwachting. “Als promovendus denk je toch dat je het moeilijk gaat krijgen.”

Maar moeilijk, heeft Hoeven het dit seizoen dus eigenlijk niet. Onterecht, is het desondanks niet, vertelt Van de Water (26). “We staan terecht waar we staan.” Hoe dat komt? “Vooral de jonge jongens, hebben zich enorm ontwikkeld. Daardoor zit er nu een stukje volwassenheid en mannelijkheid in de ploeg. Op de juiste momenten, de juiste dingen doen. Dat zijn van die slimmigheidjes.” Kortom. “Het gaat hartstikke goed, ik ben echt trots op de groep!”

Meer ruimte

En dus durft Van de Water zelfs al een beetje verder te kijken. “We moeten hier blij mee zijn én zo doorgaan, misschien is er volgend jaar dan nog wel meer mogelijk.” Al wil de aanvaller natuurlijk eerst dit seizoen, nog zoveel mogelijk punten pakken. “Af en toe kan het nog wel een tandje feller, dan sluipt er wat gemakzucht in het team. Zo van, deze winnen we wel. Dan stappen we te vaak toch als verliezer van het veld.” Want zeker in die derde klasse, moet je er iedere wedstrijd volle bak voor gaan, heeft Van de Water gemerkt. “Het is een groot verschil met de vierde klasse. Het voetbalniveau ligt een stuk hoger, maar doordat tegenstanders nu ook willen voetballen, krijgen we zelf ook meer ruimte.” Met hem als balvaste linksbuiten. “Ik ben geen koude afmaker, meer een voetballende aanvaller. Iemand met spelinzicht en techniek.” Desondanks mag zijn rendement, wel iets omhoog, vindt Van de Water zelf. “Doelpunten en assists zijn schaars.” Al heeft dat dit seizoen, misschien wel te maken met zijn blessure. “Van begin december tot eind februari, ben ik geblesseerd geweest aan mijn enkel. Gescheurde enkelbanden en een botkneuzing. Daar kan ik nog wel even wat last van houden.”

Gestopt

Toch staat de inwoner van Etten-Leur, die ook als spits uit de voeten kan, sinds maart weer op het veld. En dus kunnen ze bij de club, weer genieten van zijn kunsten. Voor het vierde jaar op rij. “Ik ben in de jeugd begonnen met voetballen bij Lage Zwaluwe, daarna ben ik naar hier verhuisd en ben ik bij Internos gaan voetballen.” Via vrienden, kwam Van de Water uiteindelijk bij Hoeven terecht. Al duurde dat niet lang. “Toen ik naar de senioren moest, ben ik drie seizoenen gestopt. Vooral omdat ik niet op zondag wilde voetballen.” En vanwege andere dingen, lacht hij. “Ik ging onder meer op buitenlandse stage, en ik miste het ook niet echt, dat kwam pas na tweeënhalf jaar.” Gelukkig is zijn fanatisme, nu weer helemaal terug. “In het veld kan ik behoorlijk fel zijn, dan probeer ik jongens wel neer te zetten.” En als het aan hem ligt, blijft dat voorlopig ook nog wel even zo. “Ik blijf de komende jaren gewoon lekker bij Hoeven.” Vol met vertrouwen in de toekomst. “Het zou mooi zijn als we naar die tweede klasse kunnen! Dat is gezien onze ontwikkeling, geen gekke ambitie.”

Klik op VV Hoeven voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Hoeven voor meer informatie over de club.

Aykut Nargun hangt zijn keepershandschoenen aan de wilgen

De doelman van Hermes DVS heeft een zwaar jaar. Vorig seizoen behaalde de ploeg het kampioenschap in de vierde klasse en dit seizoen staat het team met slechts negen behaalde punten onderaan de derde klasse. Het team kreeg al 80 doelpunten tegen in 22 duels, terwijl er in het kampioensjaar slechts 22 tegentreffers vielen te noteren. Aykut heeft in verband met zijn werkzaamheden aangegeven dat dit het laatste seizoen als selectiekeeper is.

Geboren als keeper

Sinds zijn zesde is Aykut doelverdediger. Hij begon bij DRGS in Schiedam. Deze vereniging bestaat ondertussen niet meer. Toen hij negen was, werd hij gescout door Pim Doesburg van Feyenoord. “Uit een groep van 30 keepers werd ik als eerste gekozen om verder te gaan bij Feyenoord. Alleen viel Schiedam-Oost, daar waar ik toen woonachtig was, net buiten de ophaaldienst voor jeugdspelers van de club van Zuid. Dat was echt een grote pech. We zullen nooit weten hoe het anders was gelopen”, zeg hij over zijn jeugdperiode.

Toen hij twaalf was ging hij naar SVDPW. Daarna maakte hij de overstap naar Excelsior’20. Ik begon daar als tweedejaars C-junior, tegenwoordig de O15. Uiteindelijk heb ik ook nog zes jaar onder de lat gestaan in het eerste team van Excelsior’20. Daarna ging ik naar Meeuwenplaat, maar toen was het coronatijd en werd alles stilgelegd. Uiteindelijk heb ik de overstap naar Hermes DVS gemaakt en daar ben ik nog steeds lid van.

Aykut als keeper

Als je Aykut ziet keepen valt op dat hij vrij klein is voor een keeper. Waar veel keepers de langste van het team zijn, is dat voor hem niet van toepassing.  Hij haalt de 1,80 niet en is tussen de 1,73 en 1,78 lang. Toch vindt hij dit geen belemmering in het keepersvak. “Ik geef ook keeperstraining aan de jeugd en zeg ook altijd, het belangrijkste is je uitstraling, mentaliteit en je gretigheid. Het maakt niet uit hoe lang je bent, als je maar hoger komt dan je tegenstander. Sprongkracht en timing is wel heel belangrijk”, spreekt hij vol passie over het keepersvak

Meevoetballende keeper

Aykut is ook goed in het meevoetballen. “Ik vind het ook leuk om mij met de opbouw bezig te houden. Het is ook fijn voor de verdedigers dat ze de bal ook bij mij kwijt kunnen om even op adem te komen of om de druk van de tegenstander tegen te houden. Ik vind het fijn om mee te voetballen en mijn medespelers weten dat ze de bal altijd bij mij kwijt kunnen. Het betrekt mij ook meer in het spel en dat motiveert mij dan ook. Ik zeg altijd, de keeper is de belangrijkste factor in een elftal. Een trainer begint altijd met de nummer één en dat is de keeper. Als je geen doelpunt tegen krijgt dan verlies je in ieder geval niet. Dan heeft de keeper zijn werk goed gedaan”, gaat hij door in zijn monoloog.

Het huidige seizoen

Vorig seizoen werd Hermes DVS kampioen in de vierde klasse na een spannende strijd met Zestienhoven. Dit seizoen is degradatie eigenlijk nog maar een kwestie van tijd. Slechts vier punten werden tot nu toe binnengehaald door de Schiedammers. Alleen uit bij SVS werd de volle winst binnengesleept. “Niemand verwachtte dat we zo’n slecht seizoen zouden draaien. We zijn heel lang bezig geweest om het te draaien, maar helaas niet met succes. Er zijn wel een paar spelers gestopt of vertrokken waaronder onze topscorer Marius Lansbergen. Dat was wel een bepalende speler vorig seizoen. Misschien is het de veranderde teamdynamiek. De tactieken die wij vorig jaar hanteerden werken gewoon niet in de derde klasse. Tegenstanders gaan daar veel beter mee om dan de vierdeklassers van vorig jaar. Er zijn een boel factoren waar je mee te maken hebt en dat zit gewoon niet mee. Voetballend doen wij echt niet onder voor de andere derdeklassers. We zijn voorin gewoon niet effectief genoeg geweest”, verklaart Aykut over de tegenvallende resultaten

Volgend seizoen

Het volgend seizoen stopt Aykut als selectiekeeper. Niet omdat hij het niet meer leuk vindt, maar omdat het niet te combineren is met zijn onregelmatige werkzaamheden. Het kost hem te veel vrije dagen die hij moet opnemen. “Uiteindelijk kom ik misschien nog wel in een vriendenteam terecht, maar daar is momenteel nog geen sprake van. Of ik keeperstrainer blijf is nog niet duidelijk, daar moet het bestuur van Hermes DVS nog antwoord op geven.”

De drie C’s van Aykut

“Keepen wordt best wel onderschat. Je staat op een eiland en als keeper moet je best wel een beetje gek zijn. Communiceren is enorm belangrijk als keeper en je moet weten wanneer je moet coachen en corrigeren als keeper. Als je dan negatief doet haal je de medespelers alleen maar uit de wedstrijd.  Eigenlijk moet een keeper de drie C’s beheersen: Communicatie, Coördinatie en Coaching. Als een keeper dat beheerst heb je al 75% van jouw werk als keeper in het veld al rond. Het belangrijkste van alles is dat ik altijd plezier heb gehad in het spel”, besluit Aykut zijn keepersverhaal.

Klik op Hermes DVS voor meer informatie over de club.
Klik op Hermes DVS voor meer artikelen van de club.

Bryn Siegersma: de Marathonman van VFC 1

Bryn Siegersma (34) maakte vorig seizoen de overstap van VFC (zondag) naar VFC (zaterdag).  De middenvelder speelde 15 jaar in zondag 1 en besloot afgelopen seizoen naar de zaterdag over te stappen. Bryn begon bij Fortuna Vlaardingen, na een fusie met TSB het huidige Victoria’04, met voetballen. Daar speelde hij vier seizoenen in de jeugd en toen stapte hij over naar VFC. Twee maanden geleden is Bryn de trotse vader geworden van zoon Lennon. Dat is een enorm verandering in zijn leven geweest. Maar hij geniet met volle teugen van het vaderschap momenteel.

De overstap van zondag naar zaterdag

“Het voetbal op zaterdag is wel anders. Ik vroeg mij in eerste instantie af of ik niet wat lager had moeten gaan voetballen in de zaterdag 3 bij mijn vrienden. Alleen was ik nog niet klaar met het prestatievoetbal. Ik merk aan mezelf dat ik iedere zaterdag wil presteren en op het hoogste niveau wil voetballen. Er is op zondag ook geen prestatief voetbal meer bij VFC”, legt de kersverse vader uit. Bryn stapte samen met spits Bram van Rij en Brent van Berge over van de zaterdag naar de zondag.

Vrijwel geen zondagvoetbal op niveau meer in de regio

Ook op zondag speelde VFC in de tweede klasse. We speelden vrijwel door het hele land, omdat er in district West II vrijwel geen zondagploegen meer actief zijn. De afgelopen twee jaar speelde we in West 1 en speelden we veel in de omgeving van Amsterdam. Daarvoor speelde we in Zuid 1 en dat was veel gezelliger dan West 1. Een derde helft kennen ze niet echt in de omgeving Amsterdam. De zondag afdeling van VFC speelt sinds dit seizoen geen prestatievoetbal meer.

Prima opgevangen

We zijn goed in de groep opgenomen. Jongens hadden ook aangegeven dat ze blij waren dat ik de overstap maakte. Anders had ik het vermoedelijk ook niet gedaan. Heb vooraf ook een goed gesprek gehad met trainer Sieme Zijm. Veel jongens kende ik al van de zondag. Zij zijn wel een hechte vriendenclub, ze zijn wat jonger en ik sta toch ook wat anders in het leven. Zeker sinds ik vader ben geworden. IK drink vanavond een biertje na de wedstrijd, maar ga niet de stad nog in om te stappen.

VFC draait mee in de subtop

Vorig seizoen werd promotie naar de eerste klasse net gemist. Monster werd kampioen en via de nacompetitie haalde VFC het niet. “Ik had verwacht dat we het goed zouden doen en dat doen we ook wel. Alleen is de competitie een stuk sterker dan vorig seizoen met gedegradeerde eersteklassers zoals Den Hoorn, Zuidland en Honselersdijk.”, zegt Bryn over de huidige competitie. Momenteel staat VFC op de vijfde plaats, maar het verschil met koploper Den Hoorn is slechts drie punten.

Aanvangstijd om vijf uur

Bryn vindt het wel lekker om de wedstrijden om vijf uur te spelen. Thuis trekken we wel wat extra publiek. We zijn de enige die om deze tijd spelen en dan komen mensen van andere clubs toch even kijken en een biertje drinken. Zeker met het mooie weer zoals nu. Bij VFC is het sowieso altijd wel lekker druk. Daarbij halen we thuis betere resultaten dan in de uitwedstrijden. Het lijkt erop dat we ons beter kunnen opladen voor thuiswedstrijden. Dat is natuurlijk mentaal, maar het lijkt er wel op. Thuis hebben we twee keer gelijkgespeeld en de rest gewonnen.

Vooruitkijken

“We hebben nog alle mogelijkheden om voor promotie te spelen.” blikt Siegersma vooruit. Ook in de KNVB-districtsbeker kwamen de Kwekkers heel ver. In de kwartfinale verloor VFC na strafschoppen van vierde divisionist Zwaluwen.

Hoe lang ga je nog door?

“Ik heb wel een gesprek met de nieuwe trainer gehad met de vraag of ik volgend seizoen wil doorgaan. Dit jaar ben ik redelijk in vorm en scoor regelmatig voor de Kwekkers. De laatste jaren op zondag was ik toch meer bezig om de zondag afdeling op de been te houden. Nu ben ik toch een stuk vrijer in mijn hoofd. Momenteel weet ik niet of ik nog doorga bij het eerste of in het vriendenteam bij VFC ga spelen” vertelt Bryn nuchter.

Snelste Vlaardinger tijdens de Marathon van Rotterdam

Bryn heeft een goed loopvermogen en komt daardoor vaak achter de verdedigingslijn van de tegenstander. Vorig jaar was hij de snelste Vlaardinger tijdens de marathon van Rotterdam met een tijd van 2 uur en 44 minuten. Ook dit jaar loopt hij de 42 km en 195 meter, maar de dag ervoor speelde VFC de topper tegen Den Hoorn, 1-3 nederlaag voor VFC. De marathon liep Bryn uit binnen de drie uur.

Victoria’03 wil met een goed gevoel de nacompetitie in

Victoria’03 is als tweede geëindigd en kan zich nu volledig richten op de nacompetitie. Met vertrouwen kijken ze vooruit, want ondanks enkele mindere resultaten blijft de sfeer in de groep goed. Jongeling Noah van Opstal is optimistisch: “We zijn bereid om voor elkaar te vechten.”

En die instelling, heeft de club uit Oudenbosch voorlopig geen windeieren gelegd. Want met de tweede plek op zak, draait de ploeg meer dan prima, vindt ook Van Opstal (22). “We doen het eigenlijk heel erg goed! Dat had iedereen vooraf misschien wel niet helemaal verwacht.” Zeker niet na de degradatie uit de tweede klasse, van afgelopen seizoen. “Een aantal jongens ging ook weg, dus we hebben een jong team. Daardoor was het lastig te zeggen wat onze doelstelling precies was. We wilden in ieder geval bovenin meedraaien.”

Stevige basis

Dat is, met een tweede plek in de stand, voorlopig aardig gelukt. “Tuurlijk willen we het liefste zo snel mogelijk weer terug naar die tweede klasse, maar je moet ook realistisch zijn. En daarnaast, is het vooral belangrijk om een goede fundering voor de komende jaren te bouwen.” Onder meer op basis van plezier, legt Van Opstal uit. “We hebben het naar ons zin, zijn op elkaar ingespeeld en de trainer heeft het goed neergezet.” Met winst van de tweede periode dus tot gevolg. “Tegen sterke tegenstanders doen we het vaak beter. En we weten op de juiste momenten onze punten te pakken.” Behalve tegen kampioen Groen Wit dan, begint Van Opstal te lachen. “Die waren voor ons gewoon een niveautje te hoog, dat moeten we eerlijk bekennen.” Maar uitgespeeld, is Victoria’03 desondanks nog lang niet. “Het liefste worden we tweede, zodat we later in de nacompetitie in kunnen stromen.” Al gaat dat niet vanzelf, weet ook de inwoner van Oudenbosch. “De kleine foutjes moeten we eruit zien te halen. In aannames, standaardsituaties of bij het wegwerken van bepaalde ballen.” Helemaal nu de beslissende fase van het seizoen begint aan te breken. “Voorlopig hebben we voetballend, nog niet het niveau van voor de winterstop aangetikt. Als we dat niet terugkrijgen, komt de tweede plek straks nog in gevaar…” Toch is het vertrouwen bij Van Opstal nog altijd groot. “Ik merk dat we een stevigere basis hebben om op terug te vallen. We zijn meer bereid om voor elkaar te knokken.”

Onderschat

De stijgende lijn is na de degradatie, dan ook ingezet, vertelt de verdediger. “De teamspirit zit er beter in. Dat werkt door in de resultaten.” Meer teamgevoel én jonge jongens. Waaronder Van Opstal zelf dus. “Dit is mijn eerste volledige seizoen bij één. Vorig jaar kwam ik er rond de winterstop bij.” Gewisseld van formatie, met vier verdedigers in plaats van vijf, voelt de centrale verdediger zich helemaal thuis in het hart van de defensie. “Ik ben vooral goed in verdedigen. Kopsterk en iemand met een goede pass.” Bij de club waar Van Opstal op zijn vijfde begon met voetballen. “Tot mijn zestiende, daarna heb ik drie jaar bij Virtus in de jeugd gespeeld. Mede omdat ze daar hoofdklasse speelden.” Drie seizoenen geleden, keerde hij terug op het oude nest. Om vervolgens via het tweede, aan te sluiten bij het eerste. “De overstap naar de senioren, heb ik best wel een beetje onderschat. Daar moest ik in het begin echt even aan wennen. Vooral qua tempo en fysiek.” Buiten het veld had Van Opstal, die altijd met de fiets naar de club komt, daar een stuk minder tijd voor nodig. “Mensen staan altijd voor je klaar, dat geeft een goed gevoel.” En zorgt voor een bepaalde trots, vertelt hij. “Dat je mag spelen voor de club van je dorp!” Iets wat de dorpeling dan ook nog wel even hoopt te doen. “Voor nu wil ik met Victoria’03 zo hoog mogelijk proberen te komen. Dat zou fantastisch zijn.” Maar ook op persoonlijk vlak, barst Van Opstal van de ambities. “Uiteindelijk wil ik kijken hoe ver ik kan komen.” De lat, ligt dan ook hoog. “Ik ben bescheiden, maar wel perfectionistisch. Daardoor baal ik flink bij een foutje, al gaat de knop vaak snel weer om.” Aan zijn spelinzicht, kan het in ieder geval niet liggen. “Over het algemeen lees ik het spelletje goed, nu moet de uitvoering nóg beter!”

Klik op Victoria’03 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Victoria’03 voor meer informatie over de club.

Joost van Ast trainer MVV’27 dames: Het vrouwenvoetbal zit in de lift bij MVV’27

Joost van Ast traint het eerste damesteam en is een enorm ervaren trainer van damesteams. Door zijn dochter is hij in het damesvoetbal terechtgekomen.

MVV’27 dames 1 zou eigenlijk in de A-categorie moeten spelen

Joost is trainer en leider van de vrouwen 1 van MVV’27. Daarbij traint hij op de maandagavond vrouwen 3. Vrouwen 1 speelt op dit moment in de vierde klasse en draait daar mee in de subtop.  Vorig jaar was dat wel anders, toen werd dames 1 kampioen van dezelfde vierde klasse, maar het team wilde niet promoveren omdat de derde klasse onder de A categorie valt. “Dan val je onder de A categorie en mag je beperkt wisselen. Veel van onze vrouwen werken onregelmatig bij de politie of in de zorg en willen gewoon voetballen op de zaterdag. We hebben nog met de KNVB gesproken of het anders kon, maar helaas de KNVB was niet te vermurwen”, zegt Joost over de gang van zaken.

Met de platte kar door Maasland na kampioenschap

Persoonlijke hoogtepunten waren de kampioenschappen bij VDL en vorig seizoen bij MVV’27. “Met de platte kar door Maasland, dat was echt het mooiste dat je kan verzinnen. Iedereen in het dorp kwam naar buiten”, zegt hij met enige trots.

Zijn bed staat in de kleedkamer

Behalve het trainerschap is Joost uitermate actief binnen MVV’27. Als hij zelf niet met een training bezig is, kijkt hij naar trainingen van het eerste elftal en op de woensdag traint hij alle dameskeepsters. Joost is dus kind aan huis bij de Maaslandse club. “Mijn bed staat in de kleedkamer”, zegt de goedgehumeurde trainer. Joost is nu 12 jaar lid en trainer bij de club. Daarvoor was hij actief bij VDL uit Maassluis. Altijd bij de dames overigens.

Meiden spelen liever bij hun vriendinnen

Als vader van een dochter die graag wilde voetballen is Joost erin gerold. “Er stond iemand voor de groep waar ik, op een positieve manier, commentaar op had en toe zei men bij de club dat ik mijn papieren maar moest gaan halen en het team kon gaan trainen”, legt Joost uit.  “In de omgeving zijn er behalve MVV’27 meer clubs die aan vrouwenvoetbal doen. Excelsior Maassluis, MSV’71 en VDL. Excelsior speelt bij ons in de competitie en dat zijn altijd leuke duels. Joost ziet wel het verschil tussen jongens en meisjesvoetbal. “Als je als jongen vroeger werd gevraagd om bij het eerste mee te doen, twijfelde je geen moment. Meiden willen toch bij hun vriendinnen blijven”, vervolgt de enthousiaste trainer. Bij MVV’27 zijn er momenteel zes teams in de jeugd aan het spelen. Vooral de jongste jeugd heeft een enorm grote aanwas gekregen.

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

DSE voldoet dit seizoen aan alle verwachtingen

0

Kampioen worden of promoveren via de nacompetitie. Vierdeklasser DSE zette aan het begin van dit seizoen hoog in. Maar voorlopig, voldoet de ploeg van Liam Derijck met een plek bij de eerste drie, aan alle verwachtingen. Toch blijft de middenvelder op zijn hoede. “Het is nog niet klaar, hè?”

Al heerst er, ook bij de 25-jarige Derijck, voorlopig tevredenheid. “We kunnen tevreden zijn met een derde plek. Rood Wit was gewoon twee keer echt te sterk en ook Rimboe voetbalt goed.” Toch maakt ook DSE, dit seizoen een sterke indruk. “We scoren makkelijk en geven weinig weg. Verdedigend staat het stabiel.” Mede door het uitblijven van blessures. “Daardoor hebben we weinig wisselingen en kunnen we meer met een vaste elf spelen. Dat zorgt voor vastigheid.” In combinatie met een verbeterde algehele fitheid, een garantie voor succes. “Ons doel was om in ieder geval bij de eerste drie te eindigen.”

Klaar voor

En dat lijkt te gaan lukken. “Het kampioenschap wordt lastig, maar ik denk dat we wel de nacompetitie in gaan.” Voor promotie naar de derde klasse. “Soms heb ik het gevoel dat we er klaar voor zijn, soms ook weer niet. Het zit er wel in, alleen is het te wisselvallig. Dat maakt het moeilijk om te zeggen.” Want, zo is Derijck eerlijk. “Als we een doelpunt tegenkrijgen, laten we nog wel eens onze koppies hangen en worden we slordig.” Mochten ze bij DSE promoveren, moet dat eruit, denkt hij. “Dat is én blijft, wel een puntje bij ons. Al gaat het steeds beter.” Vertrouwen, heeft de inwoner van Etten-Leur dan ook genoeg. “Ooit hopen we weer een derdeklasser te kunnen worden.” Zijn ze er dan, in tegenstelling tot twee jaar geleden, wel klaar voor? “Toen ging het gewoon allemaal net wat te snel voor ons… Dat is nu denk ik niet meer het geval.”

Loopvermogen

Ook persoonlijk, heeft Derijck zich in de afgelopen seizoenen ontwikkeld, vertelt hij. “In de jeugd speelde ik altijd als middenvelder, maar in mijn debuutseizoen bij het eerste, werd ik rechtsback. Dat was wel even wennen.” Even wennen of niet, dat seizoen leverde hem direct een kampioenschap op. Toch keerde hij in de jaren daarna, terug op zijn oorspronkelijke positie. “Mijn voorkeur ligt op het middenveld.” Als nummer acht. “Ik ben van de vuile meters. Iemand met veel loopvermogen, die ruimte creëert voor anderen.” Box-to-box dus. “Tot nu toe moet ik het niet echt hebben van de goals en assists. Vooral assists, zou ik meer willen geven.” Bij de club waar het voor hem op zevenjarige leeftijd allemaal begon. “Vroeger ging ik altijd al kijken bij het eerste, dan hoopte ik daar ooit zelf ook te staan.” Die droom eenmaal in vervulling zien gaan, denkt Derijck niet aan een vertrek. “Ik blijf lekker bij DSE, tot ik niet meer kan.” En dat is niet voor niks. “Het is een gezellige club en iedereen kent elkaar. Met de meeste jongens uit het eerste, speel ik al heel mijn leven samen!”

Mars van Mourik is de trouwe verzorger van WNC

Al veertien seizoenen lang is Mars van Mourik (72) een vertrouwd gezicht bij voetbalclub WNC Waardenburg. Wat begon als een telefoontje van de voorzitter, groeide uit tot een langdurige en hechte band met de club. Hoewel Mars zichzelf met een knipoog één van de vele zelfbenoemde voetbaldeskundigen noemt, ligt zijn echte expertise bij het fit en gezond houden van de spelers. Zijn loopbaan als verzorger is echter geen toeval: met dertig jaar vrijwilligerswerk bij de KNVB op zak, brengt hij een schat aan ervaring mee. Wat Mars bijzonder waardeert aan WNC is de unieke mix van dorpsclubgezelligheid en prestaties op hoog niveau. Al dertien jaar werkt hij samen met dezelfde staf, wat zorgt voor een sterke onderlinge band en soepele samenwerking. Toch is er één ding waar Mars weleens moeite mee heeft: zijn rol bij WNC betekent dat hij zelden de voetbalwedstrijden van zijn kleinkinderen kan bijwonen.

“Ik ben één van die vele miljoenen Nederlanders die denken dat ze verstand hebben van voetbal”  vertelt Mars van Mourik. “Maar mijn hoofdtaak is om de spelers fit en gezond te houden. In principe ben ik er voor het eerste team, maar als iemand anders een keer wat heeft is hij of zij altijd welkom.”

Mars is al veertien seizoenen lang verzorger bij WNC. Hij kwam in contact met de club vanwege zijn vrijwilligerswerk bij de KNVB. “Ik ben dertig jaar bij de KNVB werkzaam geweest als vrijwilliger. Daar heb ik me bezig gehouden met schoolvoetbal, vier tegen vier-voetbal en meidenvoetbal, allemaal jeugdzaken. Zoals je je kunt voorstellen, heb ik in die tijd heel veel verenigingen bezocht en leren kennen. Zo ook WNC. Ik had altijd vrij goed contact met de voorzitter. Op een gegeven moment belde hij me en vroeg me of ik verzorger wilde worden bij WNC. Hij deed het toentertijd zelf en wist dat ik mijn papieren daarvoor had gehaald. Ik heb toen ja gezegd en ben sindsdien nooit meer weggeweest bij de club.”

Het meest bijzondere vindt Mars dat hij al dertien jaar met dezelfde staf optrekt. “De hoofdtrainer, Cor Prein zit hier al dertien jaar. Datzelfde geldt voor de fysiotherapeut. Dat maakt het gewoon leuk. We kennen elkaar heel goed en dat werkt prettig samen. Af en toe geef ik mijn mening over iets aan Cor. Dan merk ik dat hij het ook echt accepteert. Hij laat blijken dat hij er iets mee kan.”

Een tweede aspect wat Mars zo waardeert aan zijn club is de gezelligheid van een dorpsclub in combinatie met het spelen op hoog niveau. “Als we uit spelen en ik soms zie wat voor accommodaties sommige clubs hebben, is dat totaal niet te vergelijken met ons complex bij WNC. Dat is veel groter. Juist dat kleine vind ik mooi. En dan vind ik het wel leuk dat we in de vierde divisie spelen. Dat het voetbal goed is, vind ik ook belangrijk.”

Het hoge niveau brengt nog meer mee. Mars was zoals eerder gezegd dertig jaar actief bij de KNVB waar hij zich voornamelijk met jeugdzaken bezig hield. Daardoor kende hij veel spelers met voetbaltalent. “Doordat WNC op hoog niveau speelt, kom ik vaak spelers tegen die ik van vroeger nog ken en nu in de vierde divisie spelen. Het is altijd leuk om dan even een praatje met die jongens te maken. Soms herinner je ze alleen als 10- of 11-jarigen weet je wel.”

Het enige smetje wat Mars ervaart is dat hij zijn kleinkinderen niet kan zien voetballen. “Ik heb vier kleinkinderen die allemaal voetballen: een echte voetbalfamilie. Ik vind het jammer dat ik ze niet kan zien spelen.”

Klik op WNC voor het laatste artikel over de club.
Klik op WNC voor meer informatie over de club.

Broers werken samen bij Sprundel: ‘Je komt elkaar wel tegen’

0

Samen met broer Mark, is Rob Monden sinds dit seizoen verantwoordelijk voor de prestaties van vierdeklasser Sprundel. En die rol als assistent-trainer, bevalt de voormalig middenvelder van de club voorlopig meer dan prima. “We hadden allebei het gevoel dat dit hét moment was.”

Zoals ze dat drie jaar geleden, toen Mark het tweede elftal van Sprundel ging doen, nog net niet hadden. “Ook toen was ik bijna ingestapt, maar heb ik het uiteindelijk niet gedaan. Met de ‘belofte’ dat ik naar het eerste wel mee zou gaan.” En zo geschiedde, nadat zijn broer afgelopen zomer de overstap van Achtmaal maakte. “Ik heb hier vanaf mijn zesde gevoetbald en ben ook jaren jeugdtrainer geweest. Dan is het mooi om uiteindelijk iets bij de senioren te gaan doen.” De voormalig nummer zes heeft het, zo richting het einde van het seizoen, dan ook uitstekend naar zijn zin. Als assistent-trainer dus. “Het bevalt heel goed!”

Conflicten

Mede dankzij een duidelijke rolverdeling, vertelt Monden (39). “Mark opent de bespreking, daarna val ik bij en sluit hij af. Wat dat betreft is hij écht de hoofdtrainer en ik assistent.” Toch valt zijn rol niet te onderschatten, zo blijkt. “Er zijn steeds meer wedstrijdbeelden beschikbaar, dus die bekijk ik. Om een analyse te maken van onze tegenstander.” Zodat daar doordeweeks, op kan worden getraind. “In de basis maakt Mark de trainingen, maar onze oefeningen stemmen we af. Ik doe dan ook altijd een bepaald gedeelte. En als ik tijdens een training iets wil zeggen, dan kan dat.” Al was dat in het begin, best even wennen, lacht Monden. “Toen werd het allemaal wat veel. Daar hebben we wel van geleerd. Dat het korter moet.” Desondanks bevalt de onderlinge samenwerking uitstekend. “Het is heel leuk om samen te werken met je eigen broer!” Zelfs als de resultaten wat tegenvallen. “We hadden op meer punten gehoopt, zo simpel is het gewoon.” Zorgt strijden tegen degradatie uit de vierde klasse voor spanning onderling? “Je komt elkaar wel tegen. Mark is naast mijn broer, ook mijn beste maat. Nu zit de voetbal daar ook ineens bij. Dat levert wel eens conflicten op.” Maar ook een hoop steun. “We proberen elkaar altijd te helpen, daar hebben we allebei veel aan.” Zelfs als ze het even niet eens zijn. “Over de meeste dingen denken we hetzelfde, op een paar nuances na. Zoals risico nemen, bepaalde keuzes óf spelers.” Op één vlak, vinden ze elkaar echter volledig. “Onze totale overgave en ergens voor de volle honderd procent voor gaan. Die beleving is bij ons allebei precies hetzelfde.” En zorgt zo nu en dan, voor hilarische momenten. “Soms moeten we ook wel een beetje om onszelf lachen, dan vinden we onszelf ook wel wat veel.” Bijvoorbeeld als het gaat om het gebruik van beelden. “Dat is in de vierde klasse natuurlijk best wel bijzonder, maar dat is hoe wij zijn. We vragen veel van die gasten, dus dan moeten we er zelf ook alles aan doen.”

Enthousiast

Oftewel, niks aan het toeval overlaten. “Die instelling typeert ons wel, denk ik.” Al schuilt daar ook het gevaar, weet Monden. “Af en toe moet je wel beseffen op welk niveau we spelen. Die balans moet je altijd zien te houden.” Toch zullen ze in de slot van de competitie, alle inspanningen nodig hebben om zich te kunnen handhaven. “Het blijft spannend tot de laatste dag, verwacht ik. Maar ik heb alle vertrouwen dat we het gaan redden.” Want aan kwaliteit en talent, geen gebrek. “Ik word heel enthousiast van deze groep. Dit seizoen hebben we een aantal jonge jongens ingepast, dus er zit de komende jaren nog meer in.” Zolang ze er samen maar alles aan hebben gedaan. “Wat dat betreft valt niemand iets te verwijten.” Al hebben ze bij Sprundel wel even een pas op de plaats moeten maken, is Monden eerlijk. “We wilden eigenlijk graag minimaal vijfde worden…” Mede door het een aantal keer vergeten te beslissen van wedstrijden, is dat echter niet gelukt. “Soms lijkt dat een gebrek aan stootkracht voorin. Die echte overtuigingskracht missen we dan.” Maar ook verdedigend, moet het op beslissende momenten nog volwassener. “Al moeten we ook de tegenstand in acht nemen. Het is een stevige competitie.” Een mooie uitdaging, voor Monden. “Ik vind het heerlijk om met het spelletje bezig te zijn en na te denken over de tactiek.” Voorlopig, in zijn rol als assistent. “Bij mijn broer zie ik hoeveel het vraagt om hoofdtrainer te zijn, daar komt een hoop bij kijken. En omdat ik ook nog mijn zoontje training geef, ben ik al vijf dagen per week op de voetbal.” Comfortabel in zijn rol, kijkt de inwoner van Sprundel ambitieus naar de toekomst. “We hebben uitgesproken om het voor minimaal drie jaar met elkaar aan te gaan, dus volgend seizoen gaan we gewoon door!”

Klik op SV Sprundel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Sprundel voor meer informatie over de club.

Broers Quint blijven zich inzetten voor de club Lekvogels

De broers Fred (57) en Ron (59) Quint zijn onlosmakelijk verbonden met voetbalclub VV Lekvogels. Wat begon op het veld, waar ze samen het middenveld vormden, groeide uit tot een levenslange betrokkenheid bij de vereniging. In hun sportieve hoogtijdagen beleefden ze mooie successen. Tegenwoordig doen ze dat vanuit een andere rol: als bestuursleden van De Vrienden van Lekvogels, een vereniging die de club financieel ondersteunt. Hun inzet reikt verder dan alleen het voetbal: van een trainingskamp voor de selectie tot het realiseren van een veilige speelplaats voor de jongste jeugd. Voor Fred en Ron draait het allemaal om de maatschappelijke bijdrage en de toekomst van Lekvogels.

“Fredje was beter,” blikt broer Ron terug. Ooit stonden de twee broers samen op het voetbalveld. Sterker nog, ze speelden samen op het middenveld van het 1e elftal. Ron: “Fred en ik stonden op zes en acht. Af en toe moest ik Fred even op zijn plek zetten als hij bijvoorbeeld niet meeliep.” Fred: “Ron was meer van de vuile meters maken en zorgde voor de balans. Ik was wat technischer, denk ik, en de speelverdeler. Ik herinner me dat er wel een tegenstander was die een gemene overtreding tegen mij maakte. Ron zei dan: ‘Fred, niets doen hoor, hij is van mij, dat los ik wel op.'” De twee broers moeten lachen. Inmiddels staan ze niet meer op het veld. Af en toe missen ze het voetbal.

In 1985 gingen de broers beiden in het eerste elftal spelen. Fred: “Ik kwam laatst een foto tegen van die nieuwe lichting. We hadden best een aardig team. We gingen eerst via de nacompetitie vanuit de onderbond van de 1e klasse naar de hoofdklasse en daarna werden we in het seizoen 1990/1991 kampioen en promoveerden we naar de vierde klasse van de KNVB. Dat niveau is nu vergelijkbaar met de tweede klasse, denk ik. Toen heeft onze vader, Rocus, samen met een aantal andere supporters de Vrienden van Lekvogels opgericht, die het initiatief hebben genomen om een tribune te bouwen. Dat was erg mooi. Uiteindelijk is Ron op zijn 27e gestopt vanwege een hernia. Ik stopte op mijn 33e, omdat ik slechte knieën had.”

Nu zitten de twee broers beiden in het bestuur van De Vrienden van Lekvogels, een aparte vereniging die de club ondersteunt. Ron is penningmeester en Fred is secretaris. Ron vertelt: “De Vrienden van Lekvogels is een aparte vereniging. We hebben 175 leden, waarvan 110 privéleden en 65 sponsorleden. Van het geld dat wij ophalen, helpen we de club. Afgelopen jaren is de eerste selectie bijvoorbeeld op trainingskamp geweest. Dat wordt dan mede mogelijk gemaakt door De Vrienden van Lekvogels. Maar denk ook aan andere dingen om onze accommodatie te verrijken, zoals een supportershome of een speelplaats voor de jongste jeugd. Elk jaar gaat 25 procent van ons budget naar dit soort dingen. We ondersteunen de unieke uitwisseling van onze jeugdteams met het Engelse Hereford. Dit houdt inmiddels al 45 jaar stand. Onze voetbalclub ligt midden in het dorp. Het is dus sowieso aantrekkelijk voor lokale ondernemers om zich te verbinden aan De Vrienden van Lekvogels. Daarnaast hebben wij een maatschappelijke functie als voetbalclub. Wij hebben hier zelf als kleine jochies ook gelopen en het naar ons zin gehad. Dat wil je in stand houden.”

Fred: “Wat Ron al zei, wij zijn hier opgegroeid. In 1975 verhuisde Lekvogels van het oude voetbalveld op de uiterwaarden aan de Lek naar het huidige sportcomplex ‘Het Bosch’. We hebben daar alles zien ontstaan. De vereniging is enorm gegroeid. Wat extra mooi is, is dat onze vader mede aan de wieg heeft gestaan van die groei. Wij proberen dat nu in stand te houden. De speelplaats, die wij met het geld van De Vrienden van Lekvogels kindvriendelijk hebben gemaakt, was ook een idee van hem. Daarom is het ook naar hem vernoemd.”

Klik hier voor meer informatie over Lekvogels
Klik hier voor meer artikelen over Lekvogels

De ministars zijn echte sterren bij Zwaluwen

De jeugd heeft uiteraard ook bij Zwaluwen de toekomst. Arne Meerman (42) en Stephane Hertog (47) zijn twee van die mensen waar een club niet zonder kan. Samen met een team van vrijwilligers en de ouders begonnen ze vier jaar geleden met de ministars is vooral het kennismaken met voetballen en sindsdien zit de jeugd in de lift bij VV Zwaluwen.

Ministars

Ongeveer vier jaar geleden begonnen Arne Meerman, Arne Verbraaken en nog wat andere vrijwilligers bij VV Zwaluwen met de introductie van de ministars. Samen met een groep betrokken ouders gingen ze aan de slag met de kleintjes bij Zwaluwen. Vanaf vier jaar af aan kun je lid worden en via de ministars rol je dan vanzelf door naar de O7, O8 etc.

Groei in de onderbouw

Sinds het initiatief is begonnen merkt de club dat er een duidelijke groei plaatsvindt. De mini-stars van het eerste uur spelen nu in de O9 en daar hebben ze maar liefst acht teams van bij de club. Hetzelfde geldt overigens voor de O8 groep. Helaas is acht teams per categorie echt de grens voor wat de club op zaterdag kwijt kan op de velden. “We zouden waarschijnlijk wel twaalf teams kunnen vullen” zegt Arne enthousiast. De club heeft de groei aan de onderkant keihard nodig voor het bestaansrecht als club. De aanwas vanuit de onderbouw is heel belangrijk en noodzakelijk. Daar moeten we als club dan ook eigenlijk wel blijven groeien vindt Stephane. De groei van de club is ook te verklaren over het feit dat de Vogelbuurt helemaal opnieuw is gebouwd en ze beginnen straks ook nog bij de Zwaluwsingel met nieuwbouw. In nieuwbouwwoningen komen vaak jonge mensen en die hebben of krijgen kinderen. Die kinderen willen natuurlijk gaan sporten. Uit onderzoeken is gebleken dat ouders hun kinderen het liefst binnen twee km van hun woning laten sporten. “Maar als je het als club fout doet, lopen de leden alsnog weg”, zegt Stephane.

Er moet een kunstgrasveld bijkomen bij Zwaluwen

Eigenlijk moet één van de grasvelden worden vervangen door kunstgras. Daar kan veel meer op gespeeld en getraind worden dan op het echte gras. We hebben vier velden, maar daar zitten twee grasvelden bij. Indelen voor trainingen op gras is vrijwel onmogelijk en daarbij heeft Zwaluwen ruim 1000 leden momenteel.

Niet specifiek inzetten op prestatie of breedte sport

De club zet niet specifiek in op prestatie of breedtesport. Waar de club vooral op inzet is om iedereen in het team te laten spelen waar hij of zij wil spelen. We proberen de teams echt met zorg in elkaar te zetten en wij vinden het plezier met elkaar het belangrijkste doel. “We willen de kinderen geven wat ze verdienen. Voetbal op hun eigen niveau. De kinderen willen sporten en dan het liefst in de eigen buurt en daar voorziet Zwaluwen in. Het echte talent komt er uiteindelijk wel uit.

“We hebben in de JO9 een team dat de meeste trainers heeft van Zwaluwen. Er komen wekelijks prachtige wedstrijdverslagen en dat is echt supertof. De ouders zijn er heel goed bij betrokken en dat is echt geweldig om te zien. Je ziet zoveel ontwikkelingen en zoveel plezier. Dat is echt een gevolg van het feit dat we de ouders er vanaf het begin bij hebben betrokken”, vertelt Arne met trots

Aansluiten bij het eerste

Doordat er veel jeugd is, merken de clubmensen wel dat de kwaliteit enorm omhoog gaat. Je hoopt door de jeugd aan de club te binden dat ze uiteindelijk de aansluiting met het eerste elftal kunnen krijgen. In het huidige eerste elftal spelen een aantal spelers die uit de eigen jeugd afkomstig zijn, maar dat zijn er eigenlijk te weinig. Toch hopen we over een jaar of tien wat jonge jongens uit de ministars bij de grote sterren van Zwaluwen 1 te zien spelen.

Andere clubs zijn geen concurrenten voor Zwaluwen

“Wij zien andere clubs in de regio niet als concurrentie. Kinderen moet gaan voetballen op een plek die bij het kind past en waar het leuk is. Op dit moment doen wij het goed als ik de verhalen hoor die onze leden vertellen. Als die verhalen positief zijn komt de aanwas vanzelf.  Voorlopig is iedereen positief over de ontwikkelingen bij de jeugd van Zwaluwen” vertelt Stephane, waarna hij nog een korte samenvatting geeft: Als iemand in de ministars begonnen is en ze doorlopen alle secties van de club, het is goed geregeld en je speelt op het niveau dat je aankan, heb je geen reden om weg te gaan bij de club. Als je van onderaf kan opbouwen, ga je als speler niet snel vertrekken.

Klik op vv Zwaluwen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Zwaluwen voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.